Gooi die 80 hectare afgedankt bedrijfsterrein vol met zonnepanelen!

Ik heb voor Milieudefensie op 22 september 2016 onderstaande brief gestuurd naar het bestuurlijk samenwerkingsverband Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE). Een afschrift is naar alle leden van B&W en de gemeenteraden in de regio.

Zie ook:
Het vertrek van de sheriff en de industriepolitiek van Brainport
Zonnepanelen op bedrijventerreinen in en rond Eindhoven
————-

milieudefensie

80ha bedrijventerrein wordt afgedankt
Het heeft even geduurd, maar eindelijk breekt dan het besef door dat de negen gemeenten in het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) in het verleden de noodzaak van nieuwe bedrijventerreinen veel te hoog ingeschat hebben. Het bestuurlijke samenwerkingsverband heeft 550 hectare in de aanbieding, waarvan 278 ha regulier in aanbieding blijft, 192 ha in de ijskast gezet wordt, en dus 80 ha binnenkort afgedankt wordt. Daarvoor moet een toekomst bedacht worden.

Het braakliggend veldhovens bedrijventerrein Habraken
Het braakliggend Veldhovens bedrijventerrein Habraken

SGE-gebied presteert slecht op duurzame energie-gebied
De negen gemeenten in het SGE-gebied Eindhoven, Helmond, Waalre, Nuenen, Best, Geldrop-Mierlo, Oirschot, Son en Breugel en Veldhoven presteren met zijn allen slecht op het gebied van de opwekking van
duurzame energie.
De Klimaatmonitor (https://klimaatmonitor.databank.nl/) geeft op basis van CBS-cijfers aan dat de negen gemeenten samen 43142TJ energie gebruiken, waarvan 1492TJ duurzaam. Dat betekent dat de negen gemeenten samen in 2014 slechts 3,45% van hun duurzame energie opwekten.
Dat is erg weinig. Nederland als geheel wekte in 2014 5,6% duurzaam op en de provincie Noord-Brabant 7,0%.
Het is zelfs blamerend weinig als dit percentage wordt afgezet tegen de ronkende taal, waarin de kosmische betekenis van ‘ons’ Brainport voor de techniek en voor de nationale economie bezongen wordt. De Brabantse zonnepanelentechniek wordt overal toegepast, behalve in eigen huis.
Alleen Nuenen en Oirschot overschrijden het nationale gemiddelde, en alleen Nuenen houdt de eer van de regio hoog door ook over het Brabantse gemiddelde heen te gaan. Nuenen als hoop in bange tijden…
duurzame-energiegetallen-sge-gebied-over-2014-kleur

Zet die 80ha vol met zonnepanelen!
80ha zonnepanelen, netto voor 2/3de gevuld, bij gangbare rendementen en bij het in Nederland gangbare kengetal voor de omzetting van kWp in kWh, zou jaarlijks ongeveer 270TJ opleveren. Ten opzichte van het beetje, dat we nu hebben, is dat een plus van 18%.
Dat is nog niet genoeg om Nederland in te halen, maar in elk geval een goed begin.

Misschien kan in het overblijvende 1/3 deel een zekere natuurwaarde ontwikkeld worden, al dan niet gevuld met schapen.

Geld
Deze tijd is ideaal voor investeringen.
–  de rente is nagenoeg nul
–  de provincie zit met smart te wachten op eenieder die met goede plannen komt om de provinciale potten te helpen ledigen
–  de provincie meent goede kans te maken op Europese ondersteuning, die overigens de grote steden in het SGE-gebied wellicht ook zelf al binnen zouden kunnen halen. Meneer Juncker heeft  honderden miljarden klaar liggen!
–  de SDE+ – regeling van het Rijk heeft 8 miljard per jaar in de aanbieding
–  en misschien hebben de deelnemende gemeentes zelf ook nog wel een paar cent.

Aan de slag!
Milieudefensie vindt: aan de slag!
Plaatsen die panelen!
Brainport, ontwikkel een duurzame energiebeleid!

 

Namens Milieudefensie Eindhoven

Bernard Gerard, secretaris
Hulstbosakker 21
5625VR Eindhoven
040-2454879
eindhoven@milieudefensie.nl
www.bjmgerard.nl

 

Landbouwkringlopen sluiten op schaal van NW Europa

Voorgeschiedenis en het proces
De provincie Noord-Brabant wil mineralenkringlopen sluiten binnen Noordwest-Europa en voorkomen dat de gassen ammoniak, methaan en lachgas worden uitgestoten. Dat is een onderdeel van het nieuwe mestbeleid, dat in die vorm terug gaat tot op de roemruchte Ruwenbergconferentie in februari 2013.

Om de mestketen op de schop te nemen loopt nu een ‘mest-dialoog’. Aan een rits tafels (slagveldjes, zo men wil) wordt al maanden gediscussieerd en touwgetrokken over diverse aspecten van dat nieuwe beleid.

Aan een van die tafels moet nader bepaald worden wat men eigenlijk bedoeld heeft met “kringlopen sluiten” en “Noordwest-Europa”, en wat de mogelijke gevolgen daarvan zouden zijn. Daartoe zaten op donderdag 15 september, in het kantoor van de ZLTO in Den Bosch, bij elkaar (onder onafhankelijke leiding) de BMF, de ZLTO en Wageningen University Research (WUR). Ik zat erbij voor de BMF.
Dit was niet het eerste gesprek en zal ook niet het laatste zijn. Het proces is nog niet af. Ik zal dan ook nu beperken tot zaken die niet gevoelig liggen en/of mij beperken tot hoe ik er zelf in sta.

Wat is “Noordwest-Europa” en waarom?
Dat vroeg WUR zich ook af. De EU als geheel was veel makkelijker, daar konden ze zo de gegevens over oplepelen. Hierom dus:

Fosfaatbalans in Europa
Fosfaatbalans in Europa

De idee is dat het doelgebied voor de mest en het herkomstgebied van het veevoer hetzelfde zijn. Er zit een economische grens op hoever je met fosfaat kunt rijden. Je kunt Italie wel meetellen, maar het transport is in praktijk onbetaalbaar duur.
Dus Noordwest-Europa = Nederland, Belgie, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittanie.

Overigens heeft WUR in dit verband veel interessant materiaal, ook al is dat voor de EU als geheel, waaronder:

Zelfvoorzieningsgraad EU
Zelfvoorzieningsgraad EU

Voor veevoer (dus de importkant) is ‘schroot van oliezaden’ van belang, waaronder soja. Soja is een (mede)determinant van het aantal dieren.

Wat is een kringloop en hoe sluit je die?
Interessant onderwerp. Ik heb een stukje huisvlijt gemaakt:

De CNP-kringloop
De CNP-kringloop

Met een beetje fantasie en veel vereenvoudiging lees je dit als een systeem dat in eerste instantie de zes landen weergeeft. Het enige, dat dan van buiten het systeem komt, is de soja-pijl (lees ook tapioca etc) tbv het vee, en de voedselimport tbv de mens..
De actie “Allemaal Lokaal” van mijn club Milieudefensie richt zich tegen soja-importen. MilDef argumenteert dit vooral met de wantoestanden in het land van herkomst (de gewone man in Argentinie heeft minder baat en meer schade bij het systeem dan soms gedacht), dus met de linker-
kant van de vee-pijl. Ik argumenteer het met de rechterkant van diezelfde vee-pijl, omdat soja een belangrijk middel is om veel te veel dieren in Brabant op de been te houden. Vanuit beide gezichtspunten is de  X  op zijn plaats.

WUR gebruikt een ander plaatje van de kringloop:

WUR Kringlooptoets
WUR Kringlooptoets

Het merkwaardige is dat WUR de fotosynthese niet opvoert. Die moet je er bij de post “Gewassen” bij denken. Uiteraard weet WUR dat ook wel. Waarschijnlijk heeft WUR dat zo vanzelfsprekend gevonden, dat het niet genoemd hoefde te worden.
Maar het resultaat is dat een jaarlijkse input van inheemse koolstof ontbreekt. Zoals het er letterlijk staat, komt alle koolstof van buiten of van vroeger.
Waarschijnlijk heeft WUR toegewerkt naar de provinciale vraag “het sluiten van mineralenkringlopen” (=stikstof, fosfor, kalium en nog wat grut), en zich van de koolstofkant afgemaakt met de verzamelnaam “organisch materiaal”.
Er zijn echter goede redenen om de koolstofkringloop niet weg te frommelen. Het maakt uit voor het organisch stofgehalte van de bodem, het maakt misschien uit voor de export van melk, eieren, vlees etc naar buiten het systeem (waarom zou je daar a priori tegen zijn?).
En tenslotte, naast de voedselkringloop staat het (niet getekende) ener-
gieschema van de provincie Brabant, waarin veruit het grootste aandeel uit biomassa bestaat.

Prognose samenstelling energiepakket uit het Brabantse Energie Akkoord
Prognose samenstelling energiepakket uit het Brabantse Energie Akkoord

Ik vind een grondig onderzochte koolstofbalans van Brabant onmisbaar voor de toekomst.

Misschien inderdaad beter niet in dit proces, want WUR gaat nu een very quick scan opstellen waarin alle discussiebijdragen meegenomen worden. Binnenkort wordt verder gepraat. Je krijgt een koolstofbalans niet afgeraffeld, want dat zou wel eens akelig complex kunnen zijn. Eerder een uitdaging voor een aparte studie.

Nitraat en fosfaat
Het WUR-plaatje is vooral adequaat voor fosfaat. Dat is een waardevolle, tot zekere afstand economisch transporteerbare en op termijn schaarse grondstof. Fosfaatverliezen zijn onbedoeld en ongewenst.
Zie Afzetkansen voor bewerkte mest?  en Wat de provincie wel en niet kan bij landbouwvervuiling
Voor nitraat ligt dat heel anders. Dat is niet schaars, hoewel de productie veel energie vraagt, en in praktijk slechts zeer beperkt economisch transporteerbaar. Een academisch model dat er vanuit gaat dat nitraatverliezen geminimaliseerd worden, is wereldvreemd. Gezien de permanent veel te hoge concentraties worden die verliezen eerder gemaximaliseerd dan geminimaliseerd.

Ik hoop dat WUR hier niet teveel van sociaal gewenste aannames uitgaat.

Broeikasgasemissies in Zweden en Schotland zeer sterk gedaald – update

Vol trots meldde de Schotse regering dat men daar van 1990 tot 2014 de broeikasgasemissies met 39,5% omlaag heeft weten te krijgen. In Groot-Britannie als geheel is dat 33,0%. Gemeld moet wel worden dat de offshore emissies niet meegerekend zijn.
De Zweedse regering had nog trotser mogen zijn, want die heeft er in diezelfde tijd 54,5% af weten te krijgen. Alleen heb ik daarvan geen persbericht gezien. Zo ook Litouwen, Bulgarije en Roemenie

Het kan dus blijkbaar wel.

change in greenhouse gas emissions 1990-2014

De Schotse regering was zo vriendelijk er ook een tabel bij te doen van iedereen. Die vindt u –> broeikasgasemissie-daling in europa van 1990-2014 .
Wie zelf verder wil zoeken, kan terecht op www.eea.europa.eu/data-and-maps/data/data-viewers/greenhouse-gases-viewer  en http://ec.europa.eu/eurostat/web/population-demography-migration-projections/population-data/database  .

Er staan, naar mijn smaak, onthullende cijfers.
De EU-15 (zeg maar de “oude” EU) is over deze periode met 19,9% gedaald.
Nederland is in deze periode met 7,7% gedaald.

Ook opvallend zijn de emissiescijfers van broeikasgassen per hoofd van bevolking in 2014. Een paar eruit gelicht, zie verder de tabel (alle in ton CO2,eq dus inclusief methaan en lachgas)
Schotland 8,73
Groot-Britannie als geheel 8,37De “oude” EU  7,95
De hele EU 8,63
Zweden 1,82
Litouwen 3,81
Nederland 14,63 (de een na hoogste van de oude EU, alleen Luxemburg doet het slechter)
——–

Update:
op zondag 7 augustus 2016 waaide het met orkaankracht in Schotland. De veerponten lagen er uit, enkele bruggen ook, en ook de treinen hadden last, maar de gezamenlijke windturbines op het land en de nabij-
gelegen zee produceerden 106% van de elektriciteit, die Schotland die dag nodig had. (Let wel: dat is nog lang niet 106% van de totale energie!).

Cruachan power station (pompaccumulatiecentrale)
Cruachan power station

Schotland heeft energieopslag, zoals bovenstaand bestaand Cruachan power station. Als het hard waait, wordt het water omhoog gepompt vice versa.

Onderstaand opslagschema is vooralsnog een plan in de hoofden van ingenieurs.
schotse-pomp-opslag

Kwart sportclubs verspilt teveel energie – update

Enqueteresultaten
NUON heeft Maurice de Hond in juli onderzoek laten doen onder sporters, bestuurders en vrijwilligers van sportverenigingen. Dat was in het kader van de derde editie van de Nuon Club competitie.

Infraroodopname van een sportkantine
Infraroodopname van een sportkantine

Bijna een kwart van de sporters (23%) zegt dat hun vereniging meer energie verbruikt dan nodig is. 10% zegt dat de club zelfs veel te veel energie verbruikt.

De top 5:
–  Onnodig het licht aan laten
–  Slecht geïsoleerde kantine
–  slecht geïsoleerde kleedkamers
–  Verouderde verwarmingsinstallaties
–  verouderde koelkasten en vriezers

Overigens blijkt dat 45% van de ondervraagden en zelfs 67% van de bestuurders “geen idee heeft” of er energie wordt verspild. Het is meestal niet de eerste prioriteit binnen verenigingen.

De NUON-competitie
is erop gericht het energieverbruik van verenigingen te verminderen. Dat levert in directe zin geld op en dat is welkom, want sportclubs hebben veel financiele zorgen, met name in het zuiden van Nederland. Daar heeft 55% zorgen en 39% moet bezuinigen om het hoofd boven water te houden.

NUON maakt er een competitie van. Vanaf 8 september tot 24 oktober 2016 kunnen leden van sportclubs besparingsideeën indienen. Er staan negen prijzen open van €10.000 .
Naast drie mensen van NUON zelf zitten ook Toine van Peperstraten en Naomi van As in de jury.

Het persbericht van NUON is persbericht NUON te vinden.

———-
De NUON-competitie benadrukt vooral het aspect van het menselijk gedrag als oorzaak. Dat is zeker niet zonder reden.

Echter, sportaccommodaties vaak eigendom van de gemeente. Verspilling ontstaat ook door de staat van het vastgoed: bijvoorbeeld slechte isolatie, verouderde keuken- en verwarmingsapparatuur en inefficiente lichtmasten. Bij besparingsideeën wordt zodoende al snel naar de gemeente gekeken. Het verschilt van gemeente tot gemeente hoe die terugkijkt.

De provincie Noord-Brabant heeft kort voor de vakantie een quick scan uitgevoerd naar wat de provincie zou kunnen betekenen bij het verzuurzamen van sportcomplexen. Het resultaat is te vinden onder Provincie Brabant en verduurzaming sportcomplexen .

Waterschap Aa en Maas stelt subsidie beschikbaar voor klimaatbestendige maatregelen

Het Waterschap Aa en Maas heeft een subsidiepotje, waaruit het meebetaalt aan projecten die de gevolgen van heftige regenval in woongebieden helpen verzachten. Te denken valt aan groene daken, (buurt)-
moestuinen, geveltuintjes, regentonnen en dergelijke.

Geveltuintje in Den Bosch
Geveltuintje in Den Bosch

De regeling geldt in elk geval tot 31 december 2016, en wordt mogelijk (afhankelijk van de ervaringen) verlengd.

De subsidie is gebonden aan voorwaarden:
–  Het Waterschap betaalt per project 30% met een maximum van €5000
–  De subsidie is bedoeld voor particuliere huishoudens, mits deze in groter verband samenwerken. Eén enkel individu krijgt dus geen subsidie, een blok of straat die samen een rij geveltuintjes aanlegt of die samen regentonnen plaatst in principe wel.
–  De regeling geldt alleen in bebouwd gebied, dus in een dorpskern of stad
–  Het aanbod geldt alleen het gebied van het Waterschap Aa en Maas
–  De maatregel moet een blijvende verbetering zijn voor de water- en groenstructuur
–  Er moet een vorm van controle mogelijk zijn

Alvorens subsidie aan te vragen, is het verstandig even de site van het project te bezoeken http://www.aaenmaas.nl/pagina/over-aa-en-maas/beleid/klimaat.html .

Costa Rica wekte 76 dagen achtereen zijn elektriciteit volledig duurzaam op

In het Amerikaanse blad Vox staat een artikel over hoe Costa Rica erin geslaagd is om 76 dagen achtereen al zijn elektriciteit uit duurzame bronnen op te wekken. De tekst is te vinden op http://www.vox.com/2016/9/8/12847160/costa-rica-renewable-electricity .

Het is enerzijds goed om af en toe op het moeizame traject om tot duur-
zame energie te komen succes te kunnen melden. Dat houdt de moed erin. Costa Rica heeft echt goed werk geleverd.

Anderzijds zijn er belangrijke kanttekeningen.
De belangrijkste is dat elektriciteit slechts een deel van alle energie is, in Costa Rica beduidend minder dan de helft. Het succes betreft alleen het elektra-deel van de energie.
Bovendien is Costa Rica een arm land. Het elektriciteitsverbruik per hoofd van bevolking is een kwart van dat bij ons.
Daarnaast heeft Coste Rica in zoverre “geluk” dat het beschikt over twee bronnen die locatiespecifiek en schaars zijn, namelijk geothermie en waterkracht.

Elektriciteitsopwekking in Costa Rica, naar bron (2009)
Elektriciteitsopwekking in Costa Rica, naar bron (2009)

Maar Costa Rica heeft een samenhangend verhaal. Het land wil mede geld verdienen aan ecotoerisme, en mede daarom zijn regenwouden beschermen. De ambities gaan daarom verder dan het nu bereikte resultaat. Het land wil in 2085 koolstofneutraal zijn.

Enn van dat samenhangende verhaal kan Nederland nog wat leren. Al zou het Nederlandse verhaal er heel anders uitzien dan het Costaricaanse verhaal.

Het vertrek van de sheriff en de industriepolitiek van Brainport

Commissaris van de Koning Van der Donk overhandigt Van Gijzel het lintje Officier van Oranje Nassau
Commissaris van de Koning Van der Donk overhandigt Van Gijzel het lintje Officier van Oranje Nassau

Op 6 september 2016 nam Rob van Gijzel (PvdA) in een extra raadsvergadering ceremonieel afscheid als burgemeester van Eindhoven, een betrekking die hij vanaf 7 april 2008 vervuld heeft.

Het ceremoniele afscheid van een burgemeester in Eindhoven heeft vaste ingredienten. De functionaris wordt bewierookt door andere hoogwaardigheidsbekleders, hij (nog niet zij) krijgt een lintje, hij geeft zijn politiek testament in een forse redevoering, de functionaris is inmiddels vastgelegd in olieverf en dat product wordt onthuld. Tenslotte na afloop een goede receptie.
Men had mij, als ex-hoogwaardigheidsbekleder, niet uitgenodigd om mede te bewieroken. Vandaar dat ik langs deze route mijn terugblik geef op het burgemeesterschap van Van Gijzel.

Van Gijzel en de standaard-taken van een burgemeester
Alle burgemeesters hebben een riedeltje aan standaardtaken. Ze leiden de raadsvergadering en het College van B&W, ze behandelen rampen, ongeregeldheden en voetbalwedstrijden, worstelen met de regionale samenwerking, bezoeken 100-jarigen en reiken gemeentelijke onderscheidingen uit, ze moeten iets met het hennep-beleid, en doen de Dodenherdenking. Verder komen er altijd onverwachte dingen af, waardoor de telefoon naast het bed op de raarste momenten af kan gaan. Burgemeester ben je samen, zoiets zei hij over de rol van zijn vrouw. Klopt.

Ik vond dat Van Gijzel zijn standaardtaken goed afwerkte.
Als gemeenteraadslid (voor de SP) heb ik twee jaar met hem te maken gehad. Dat liep allemaal wel. Ik had regelmatig genoeglijk gesteggel over de spreektijd tijdens de raadsvergadering, vooral op het laatst van de agenda, en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat Van Gijzel vaak wel gelijk had. Verder werd hij wel eens ongeduldig als er teveel gezeverd werd en de spelletjes al te flauw werden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij ook hier regelmatig gelijk had.

Hij trad redelijk stevig op in openbare orde en veiligheidskwesties en verdedigde zijn apparaat naar beste vermogen, wat hem de bijnaam “De Sheriff” opleverde – een soort spot met een ondertoon van respect. Hij was (terecht) geen fan van de landelijke reorganisatie van de politie.
Hij was zelfs in praktijk een gekozen sheriff, want hij won in een burgemeestersreferendum van Leen Verbeek (ook PvdA). Van Gijzel startte met voorsprong, omdat hij uit Eindhoven komt, en wel uit een bekende PvdA-familie, en enige naam gemaakt had in de Tweede Kamer.
Van Gijzel vond het landelijke hennepbeleid terecht geschift en deed pogingen om dat op te rekken.

De regionale samenwerking en de gemeentelijke herindeling rond Eindhoven is een gebed zonder einde, maar de kikkers in de kruiwagen bleven redelijk gedresseerd.

Rampen werden geen nieuwe rampen en zelfs de feestelijkheden na het volkomen onverwachte kampioenschap van PSV liepen niet uit de hand.

En tenslotte, niet te vergeten, Eindhoven is een stad met relatief weinig ethnische wrijvingen. Ook dat komt niet helemaal vanzelf.

Van Gijzel en bescheidenheid
Men kan veel van Van Gijzel zeggen, maar niet dat hij aan valse bescheidenheid doet. Niet ten aanzien van zichzelf, en niet ten aanzien van de plaats van de regio Eindhoven in de kosmos, op zijn minst ten opzichte van Amsterdam, Rotterdam en Silicon Valley. Eindhoven was eerst de sociaalste stad en daarna de slimste. Alleen overdrijft hij zijn gelijk soms een beetje. De cultuurrelativistische gedachte dat op een boloppervlak elk punt principieel gelijkwaardig is, is aan hem niet besteed.
schilderij-van-gijzel-2a
Het schilderij, met Van Gijzel op de voorgrond en, nog net zichtbaar, Philips op de achtergrond, is exemplarisch. Het hoofd van de burgemeester steekt boven de dakrand van de Lichttoren uit en zijn haren (waarvan er volgens de functionaris meer geschilderd zijn dan werkelijk op het hoofd aanwezig) blokkeren nog net niet de letters op het dak. Het perspectivisch punt van de schilder moet ongeveer ter hoogte van des burgemeesters knieën gelegen hebben.

Ik vind dit alles meer amusant dan ergerlijk. Ik hou wel van personen met een beetje schwung en bovendien had hij behoorlijk succes. De energieke lobby, samen met de top van Brainport, bracht Den Haag ertoe de bijdrage per inwoner uit het Gemeentefonds aan Eindhoven fors te verhogen.

Zijn afscheidsredevoering, die de behaalde prestaties ruimhartig beschreef en die gloedvol iedereen bedankte die daaraan meegeholpen had, duurde een uur en dat was beduidend langer dan gepland. Over deze spreektijdoverschrijding heb ik hem niet horen mopperen.

Van Gijzel en het economisch beleid
De meeste moeite heb ik met delen van Van Gijzels economisch beleid.

(Cortés, ED, 7 sept 2016)
(Cortés, ED, 7 sept 2016)

In de regio Eindhoven liggen de crises bij Philips en DAF bij ouderen nog vers in het geheugen. Door Van Gijzels voorganger Rein Welschen (PvdA) is een soort corporatistische industriepolitiek opgebouwd, de ‘triple helix’. Overheid, bedrijfsleven en onderwijs werken met veel geduld, verlicht inzicht, subsidie en veel politieke massage samen. Het heeft zichtbare voordelen en minder zichtbare nadelen.  Eindhoven is er een belangrijk centrum van technologische ontwikkeling en maak-industrie door geworden, later Brainport genoemd. Van Gijzel vindt Eindhoven minstens zo’n belangrijke motor voor de landelijke economie als bijvoorbeeld de Rotterdamse Haven. Ik denk dat dat klopt.

Een nadeel is dat Brainport vooral geleid wordt door het belang van het bedrijfsleven op de korte en middellange termijn, en dat bijvoorbeeld ecologische en klimaatproblemen er moeilijk doordringen.
Typerend is dat Helmond binnen Brabant de stad is met de kleinste oppervlakte aan zonnepanelen van Brabant, en Eindhoven de een na slechtste. Alle grote niet-Brainportsteden doen het een stuk beter. Dit terwijl notabene in veel zonnepanelen Eindhovense uitvindingen verwerkt zitten. (zie Ranking list zonnepanelen )
brainport-1
Typerend is dat er voortdurend studenten afstuderen op nieuwe energetische gimmicks en studeertafelmodellen, maar dat geen daarvan tot brede ontplooiing leidt. De TUE heeft bijvoorbeeld een leidende positie bij smart grids en vraagbeïnvloeding, maar gaat naar Groningen of Amsterdam als men proeven wil doen op een schaal van tienduizenden huishoudens. Brainport maakt geen meters. (zie Brainport gekieteld door de eigen grootsheid )
De enige uitzondering is als de producten in het belang van de Automotive zijn (de  sterke regionale auto- en busindustrie met toebehoren), zoals laadpalen en navigatiesystemen. Het tekent de regio dat er een geslaagde buitenparlementaire actie voor nodig was (tegen de Ruit om Eindhoven), voordat de mindsetting naar een modern verkeersbeleid op gang begon te komen.

All-in is Eindhoven op dit moment, volgens de Klimaatmonitor van het CBS, alle energiesoorten opgeteld, voor ongeveer 3% duurzaam en Helmond (voor zover überhaupt achterhaalbaar) voor nog geen 2%. Dat is zelfs nog fors onder het landelijk gemiddelde (zie Klimaatmonitor )

Van Gijzel was de man bij uitstek geweest die de grote landelijke en internationale thema’s vanuit het democratisch proces in Brainport had kunnen brengen. Daarin heeft hij gefaald. Men zal in zijn afscheidstoespraak vergeefs op zoek gaan naar woorden als klimaat, eindigheid van de planeet, circulair, en milieu. Ik heb hem er bij de receptie op aangesproken, en ook daar zijn antwoord “Groei, groei, groei”. Die nadruk op economische groei in kwantiteit en kwaliteit was en is in de regio noodzakelijk, maar al lang niet meer voldoende.

Het is te hopen dat zijn opvolger John Jorritsma, een VVD-er met een economische achtergrond, erin slaagt een Brainport-industriepolitiek te ontwerpen die, behalve winst en werkgelegenheid, ook ecologie en klimaat dient. Dat is bittere noodzaak en hier starten Eindhoven en Helmond vanuit een grote achterstand.

 

Afvalwaterinjecties olieindustrie veroorzaken aardbeving in Oklahoma

Afvalwaterinjectie leidt tot aardbevingen
Op 3 september 2016 werd Oklahoma ’s ochtends wakker geschud door een aardbeving van 5.6 op de schaal van Richter. (Ter vergelijking: de aardbeving bij Vlodrop in 1992 was 5.8 op diezelfde schaal). De aardbeving in Oklahoma veroorzaakte daar een flinke materiele schade. Naar verluidt werd één man gewond.

In de Scientific American van juli 2016 ging Anna Kuchment al uitgebreid op het fenomeen in (en dat was niet het eerste artikel in de SciAm over het onderwerp). Het is ook niet mijn eerste artikel over dit onderwerp op deze site (zie Lozen van afvalwater olie- en gaswinning in ondergrond kan aardbevingen veroorzaken)
De oneline samenvatting van het artikel is dat “Wetenschappers er steeds zekerder van zijn dat er een link is tussen aardbevingen en de productie van olie en gas, maar dat de wetgevers sloom reageren”. Het artikel gaat echter niet over de directe seismische gevolgen van de winning van olie en gas (zoals we die nu in Groningen zien), maar over afgeleide seismische gevolgen van de injectie onder hoge druk van afvalwater van deze industrie terug de diepe ondergrond in.
Kuchment laat met een graphic zien hoe en waar er in Oklahoma in 2009 849 barrels de grond in ging (er waren in 2009 20 aardbevingen boven de 3.0 in Oklahoma), en in 2014 1538 miljoen barrels (er waren in 2014 581 aardbevingen boven de 3.0). Maar pas in april 2015 vroeg de staat Oklahoma voor het eerst om injectiebeperkingen bij 600 putten in gevoelige gebieden. Veel mensen in Oklahoma betwijfelden of dat niet te laat en te weinig was, en die hebben dus gelijk gekregen.
President Obama heeft per decreet 37 injectieputten meteen gesloten.
Staten als Ohio en Kansas waren eerder met maatregelen, Texas nog later.

Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016
Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016

Ook de reguliere olie- en gaswinning produceert afvalwater
Alle vormen van olie- en gaswinning leiden tot moeilijk verwerkbaar afvalwater.
In essentie komt de winning er vaak op neer dat men pompt in of bij fossiele ondergrondse zeeën. Een klein deel van het water, met in essentie alle oude zout, is nog in de porieën aanwezig. Bij de winning wordt nieuw water aangevoerd, bij schaliegas altijd en veel, bij de olie- en gaswinning soms en minder, maar er komt hoe dan ook afvalwater vrij (oud en nieuw) dat erg zout is en van nature licht radioactief. Dat is moeilijk op reguliere wijze te verwerken en daarom pompen de exploitanten het terug de grond in. “Terug waar het vandaan komt” is de rechtvaardiging.

Maar het komt niet precies terug waar het vandaan komt. Er worden injectieputten geslagen waar dat kan. De hoge druk-pompen persen het water ondergronds alle kanten op en daarbij activeert het water (als een soort smeerolie) bestaande breuken, die tot dan toe muurvast zaten. Die gaan schokkend glijden en dat zijn de aardbevingen.

Schoonebeek
Schoonebeek

Twente en de NAM
Ook de NAM loost, zij het op kleinere schaal, onhanteerbaar zout afvalwater van de oliewinning in Schoonebeek in de ondergrond in mijn geboortestreek Noord-Twente. Het water komt terecht in poreuze zandlagen op 1200 tot 1800 meter diepte, waar tot dan toe gas zat. Het wordt van Drente naar Twente getransporteerd door een leiding door Duitsland die  eerder bedoeld was voor gas (de andere kant op), en die stilgelegd is omdat hij lekte. Sindsdien wordt er in Schoonebeek geen olie meer gewonnen. De leiding is gerepareerd en in het najaar van 2016 wil de NAM weer opnieuw beginnen. Geen putten, geen olie.
Het leidt in de streek tot veel ongenoegen.

Omdat aardbevingen vanwege deze oorzaak alleen kunnen plaatsvinden als er bestaande breuken zijn, die geactiveerd kunnen worden, ter informatie eerst een kaart van de Nederlandse breuksystemen, voor zover bekend. Er loopt een breuk door Twente.
En het is beslist af te raden om in Brabant ondergronds afvalwater te gaan injecteren.

Breuklijnensysteem in Nederland
Breuklijnensysteem in Nederland

De NAM heeft op zijn website een aparte themapagina aan het onderwerp geleid (http://www.nam.nl/nl/our-activities/water-injectie-in-twente.html ). De NAM ontkent dat er gevaar is, o.a. omdat de NAM (naar eigen zeggen) onder een relatief lage druk pompt en de ontwikkelingen voortdurend monitort. Daartoe wordt het bestaande geofoonnetwerk in Noord-Nederland uitgebreid.
“De beoogde injectiereservoirs in Twente zijn niet eerder seismisch actief geweest. Door de oorspronkelijke reservoirdruk niet te overschrijden, worden dan ook geen trillingen als gevolg van waterinjectie verwacht.” Aldus de NAM op zijn site. Om het makkelijk te maken, heb ik de belangrijkste teksten bij elkaar gezet in deze Wordfile:  NAM-site over Twentse afvalwaterinjecties dd 2016
Maar in Texas en Oklahoma waren die seismische effecten er eerder ook niet.

De olie- en gaswinning moet sowieso omlaag naar heel weinig vanwege het klimaat. In elk geval in Twente heeft dat ook andere voordelen.

Klimaateffecten in Brabant 8 – Waterbeheer

Op deze site loopt een serie over klimaateffecten en klimaatadaptatie in Brabant.

In het julinummer van de Nieuwsbrief van de Brabantse Milieu Federatie (BMF) stond een goed artikel over grond- en oppervlaktewaterbeheer van Vanessa Mommers, zowel in te droge als te natte tijden. Ik heb dit (met toestemming) hieronder overgenomen.

———————————————–

Brabantse Milieufederatie

De extreme regenval in de afgelopen tijd heeft geleid tot nogal wat discussie over het beleid van de waterschappen. Met name de landbouw gebruikt de wateroverlast en de schade die daaruit voortvloeit om te pleiten voor snelle waterafvoer. Daarbij schuwt men niet de natuur als veroorzaker van alle kwaad aan te wijzen.
overstroomde weg

Een reportage die de Volkskrant op 18 juni publiceerde over boer Van Beers uit Vessem is daarvoor exemplarisch. Van Beers beklaagt zich over het waterschap. Hij vraagt zich af of de natuur vóór de oogst gaat: ‘Het is waterbeleid dat nog dateert uit een tijd dat verdroging een thema was. Maar nu is er het nieuwe klimaat met zijn hoosbuien.’

Ik kan me de frustratie van Van Beers goed voorstellen, want het is niet zomaar iets om je oogst verloren te zien gaan. Toch vind ik de wijze waarop de landbouw deze discussie voert onnodig polariserend. Bovendien gaat deze wijze van discussiëren voorbij aan de werkelijke opgave waar we voor staan, namelijk Nederland klimaatbestendig maken.

Nederland staat bekend als een land dat letterlijk weet hoe het hoofd boven water te houden. Technisch zijn we tot heel veel in staat. Waar we water nodig hebben wordt het aangevoerd, waar het te veel is wordt het afgevoerd. Dat teveel afvoeren heeft de afgelopen decennia geleid tot verdroging, een van de grootste bedreigingen voor de Nederlandse natuur. Die verdroging is – anders dan Van Beers beweert – nog steeds een actueel thema, zeker op de hoger gelegen zandgronden in Zuid- en Oost-Nederland. Die verdroging vormt op termijn ook een bedreiging voor de landbouw zelf en – wellicht nog belangrijker – voor de drinkwatervoorziening. Juist door het ‘nieuwe klimaat’. Want we moeten niet alleen rekening houden met meer en heviger hoosbuien, maar ook met langere periodes van droogte. Waar halen we dan het water vandaan?

Als het peil van de Maas door langdurige droogte zakt, zal er vanuit de rivier niet altijd meer voldoende water zijn om aan te voeren voor de landbouw. De landbouw zal dan vaker uitwijken naar beregening uit grondwater. Dat grondwater hebben we echter ook nodig voor drinkwater en voor de industrie.

In Brabant liggen strategische grondwatervoorraden waaruit in geval van calamiteiten, bijvoorbeeld een nucleaire ramp, grote delen van Nederland van drinkwater moeten worden voorzien. In een rapport van Deltares uit 2014 staat dat in het verleden in droge zomers de landbouw in een betrekkelijk korte periode meer grondwater onttrok dan de drinkwatervoorziening op jaarbasis. Met de intensivering van de landbouw, langere periodes van droogte en lage Maaspeilen in het vooruitzicht, ziet het ernaar uit dat de druk op het grondwater alleen maar groter gaat worden. En grondwater is geen onuitputtelijke bron. Dus hoe zorg je er voor dat ook toekomstige generaties nog van die bron gebruik kunnen maken? Door water bovenstrooms zoveel mogelijk vast te houden waar het valt en het ter plekke te laten ‘inzijgen’.

In deze ‘duurzame zoetwatervoorziening’ spelen natuurgebieden een belangrijke rol. In de natuur kan water worden vastgehouden én gezuiverd. Natuurgebieden kunnen ook worden ingezet om een tijdelijk overschot aan water te bergen, mits het water niet verontreinigd is uiteraard. Zo doet bijvoorbeeld het opvangbekken langs de Beerze dezer dagen goed zijn werk zodat elders geen gebieden overstromen. In het nieuwe klimaat zullen meer van zulke buffers in beekdalen gewenst zijn.

De waterschappen werken hard aan die duurzame zoetwatervoorziening. Zij nemen daarmee verantwoordelijkheid voor een vraagstuk dat veel complexer en genuanceerder is dan in de Volkskrant wordt gesuggereerd met de uitspraak ‘vogels zijn geholpen, maar de aardappelen rotten weg’. Hiermee reduceert men het probleem van wateroverlast ten onrechte tot een keuze tussen landbouw of natuur. Een duurzame zoetwatervoorziening gaat ons allemaal aan. Het gaat namelijk over ons drinkwater, ons viswater, ons vaarwater, de grondstof voor ons bier en onze frisdranken, het water in de koeltorens van onze elektriciteitscentrales enzovoorts.

Bovendien ben ik er van overtuigd dat het versimpelen van de discussie over wateroverlast tot ‘landbouw versus natuur’ niet leidt tot duurzame ingrepen in ons watersysteem. Om Nederland voor te bereiden op meer wateroverlast, maar ook op langduriger perioden van droogte is meer nodig dan extra pompcapaciteit, een ander maaibeleid en het rechttrekken van waterlopen.
vanessa mommers_BMF
Vanessa Mommers
Ruimte en water
vanessa.mommers@brabantsemilieufederatie.nl

 

Scriptie over de klimaat-aspecten van het vliegen

Voor mijn studie Milieukunde aan de Open Universiteit moest ik de module Milieuproblemen en Duurzame Ontwikkeling afsluiten met een scriptie van ongeveer 5000 woorden (inclusief literatuurlijst volgens de APA-regels). Ik heb die laten gaan over een onderwerp waar ik al het nodige van af wist, de klimaataspecten van het vliegen.
De titel is Klimaat  dwingt de vliegtuigsector tot beperking, en de wereld tot keuzes

Het vliegverkeer neemt al decennia toe en zal dat bij ongewijzigd beleid blijven doen. De bijbehorende emissies zullen dan navenant toenemen.

Links het brandstofverbruik per jaar (een Tg is een miljard kg = 1 miljoen ton), rechts het aantal kilometers dat betalende passagiers jaarlijks afleggen (Lee et al.)
Links het brandstofverbruik per jaar (een Tg is een miljard kg = 1 miljoen ton), rechts het aantal kilometers dat betalende passagiers jaarlijks afleggen (Lee et al.)

Op de Klimaatconferentie in Parijs is geeist dat de mondiale tempera-
tuur minder dan 2°C moet stijgen. Dat kan alleen bij dalende emissiescenario’s.

Technische vooruitgang kan de groei van het vliegen tot op zekere hoogte ontkoppelen van de bijbehorende broeikasgasemissies. De vliegsector heeft daartoe een ideaal-scenario opgesteld waarin al een zekere emissiegroei als vooronderstelling verwerkt zit.

Het ATAG-model 2010, waarmee de vliegsector denkt zijn emissies te kunnen beperken. In mijn scriptie heb ik ervoor gekozen dit model normatief te maken. Het moet gehaald worden. Ik denk niet dat dat gaat lukken. Voor zover het niet lukt, moet er minder gevlogen worden.
Het ATAG-model 2010, waarmee de vliegsector denkt zijn emissies te kunnen beperken. In mijn scriptie heb ik ervoor gekozen dit model normatief te maken. Het moet gehaald worden. Ik denk niet dat dat gaat lukken. Voor zover het niet lukt, moet er minder gevlogen worden.

Diverse commentaren echter maken aannemelijk dat technische middelen overschat worden en dat ook dit ideaal-scenario niet bereikt wordt.

Vliegmaatschappijen en luchthavens draaien economisch vaak marginaal draaien en zetten hun economisch belang vaak zwaarder neer dan gerechtvaardigd. Ze behartigen hun belangen agressief.

In deze tekst wordt ervoor gekozen het ideaal-scenario van de vliegsector normatief op te leggen. Luchtvaartgroei is slechts mogelijk als alle bijbehorende broeikasgaseffecten aantoonbaar weggecompenseerd worden tot op het ideaal-scenario. Dat leidt tot minder groei, en  mogelijk tot krimp.

Dat vraagt om een nieuw concept om internationale communicatie en verplaatsingen te blijven faciliteren.
Communicatie moet vaker op afstand plaatsvinden.
Verplaatsingen moeten door alternatieven worden overgenomen, zoals een HSL-net met een goed onderliggend spoorwegnet. Het alternatief moet beduidend minder broeikasgassen produceren dan vliegen.

De volledige tekst van de scriptie is hier te vinden –> Klimaat dwingt de vliegtuigsector tot beperking en wereld tot keuzes-3