Kabinet gaat in beroep tegen het Urgenda-vonnis (update)

Het kabinet stond voor de vraag of het in beroep moet gaan tegen het opmerkelijke Urgenda-vonnis (zie ook Urgenda wint klimaatzaak voor beter Nederlands klimaatbeleid ). Dat besluit moest voor 24 september genomen worden. De Tweede Kamer praat er in december (dus achteraf) over.

Er was een petitie geopend om het kabinet ertoe te bewegen om niet in beroep te gaan. Ik had mijn lezers opgeroepen aan de petitie deel te nemen, waarin het kabinet ontraden werd in beroep te gaan, in de hoop dat deze actie nog een of twee weken mee zou kunnen helpen.
Inmiddels heeft het kabinet besloten  in beroep te gaan (stond in het Eindhovens Dagblad van 1 sept 2015). Geheel onverwacht is dit bepaald niet.

Ik laat deze bijdrage staan omdat er ook andere informatie in staat.

De brief aan en van Samson
Daarnaast liepen er ook andere acties, o.a. om brieven te schrijven naar politici. Ik heb zelf via Milieudefensie en Earth Alarm een brief gestuurd naar Diederik Samson (ooit groot geworden bij Greenpeace).
Ik heb ook een brief teruggekregen van Samson. Het is een beetje een rare brief. Er staan veel mooie woorden in. Er kan van alles en er zal van alles en er moet van alles, maar er staat niet in wat de PvdA-ministers in het kabinet voor standpunt gaan innemen. Idem wat de PvdA in de Tweede Kamer gaat zeggen.
Een dag later bleek dat staatssecretaris Mansveld gewoon vóór  het hoger beroep was.
Verder zegt Samson dat hij als politicus niet gaat over juridische kwesties – terwijl deze kwestie nu net juridisch geworden is omdat de politiek het liet afweten.
Tenslotte zegt Samson “dat wie de uitspraak van de rechter volgt, de totale Nederlandse klimaatinspanning maar met minder dan 1% vergroot”. Dat is een zeer vreemde uitspraak die ik ook na enige keren herlezen niet snap. De rechter zegt toch echt dat “De staat in 2020 een 25% lagere CO2 – uitstoot bereikt moet hebben.”  ??

Plaatje presentatie Energy Days TU in juni 2014 door Petersen
Plaatje presentatie Energy Days TU in juni 2014 door Petersen

29 wetenschappers steunen de oproep
Ook een select gezelschap van 29 bekende wetenschappers heeft op 19 aug 2015 een zeer duidelijke brief naar het kabinet gestuurd om niet in beroep te gaan. Onder hen de Delftse prof. Kornelis Blok, wiens boek ik gebruikt heb voor mijn module Energy Analysis aan de Open Universiteit. Zie brief-wetenschappers-aan-Rutte-over-klimaatbeleid_20150819 .
Ze leggen uit dat er grote gevaren dreigen en dat de wereldgemeenschap vanaf 2015 in totaal nog ongeveer 860 Gton CO2 mag uitstoten. Het gezelschap legt uit dat de opgelegde 25% CO2 – reductie te halen is. Ze noemen zeven maatregelen:
1)         verbeteren van de energie-efficiency in de gebouwde omgeving. Dit betaalt zichzelf voor minstens een dele terug.
2)         snelle en intensieve uitvoering van de Warmtevisie van Kamp. Dit kan ook voordelen hebben voor de woonlasten. Zie De Warmtebrief van Kamp .
3)         versnelde implementatie van mestvergisting, die in 2020 zo’n 2 miljard m3 aardgas kan opleveren (goed voor ca 63PJ), en die tevens methaan uit de lucht houdt (zie ook Nut en risico’s van covergisting ).
4)         extra inzet op materiaalrecycling, waardoor over de hele productieketen gerekend minder CO2 nodig is.
5)         een efficiencyprogramma in de industrie, waarin bijv.
verouderde pompen en elektromotoren versneld gemoderniseerd worden (wat ook helpt voor de concurrentiepositie)
6)         het actief betrekken van de samenleving om tot andere leefstijlen en een ander energiegedrag te komen
7)         normen voor de elektriciteitsproductie opleggen, leidend tot een koolstofarmere brandstofmix. Zie afbeelding hieronder.

De brandstofmix voor de elektriciteitsproductie door de jaren heen (Compendium voor de Leefomgeving)
De brandstofmix voor de elektriciteitsproductie door de jaren heen (Compendium voor de Leefomgeving)

Wie bovenstaande grafiek in cijfertjes zil bekijken, zie –> brandstofmix elektriciteitsproductie door de jaren heen

Het zou helpen als er minder onzin verteld werd over energie

Ik erger mij met regelmaat aan wetenschappelijke onzin. Ik vind dat de belangen van milieu, klimaat en energie conform de wetenschap verteld moet worden. Bij te veel linkse mensen en milieuactivisten overheerst het primaat van de goede bedoeling boven een verstandelijke berekening van de uitkomst. Ik zou willen dat gevoel en verstand vaker in evenwicht waren.

Columnist Christiaan Weijts schreef in de NRC “Een zonnepaneel op elk dak maakt aardgas onnodig”. Deze bewering is klinkklare onzin en dat weet iedereen, die er ooit, al is het maar de meest rudimentaire, schatting op losgelaten heeft.
Ik heb dat jaren geleden al gedaan voor het toenmalige SP-Tweede Kamerlid Paulus Jansen. Eigenlijk het enige probleem is schatten hoe-
veel dak Nederland heeft. Ik kwam toen op grof geschat 500 km2 aan woningen alleen. Dit op basis van het aantal eengezinswoningen en flats van het CBS en een schatting van mijn eigen (tamelijk gemiddeld) dak. Let wel: dat is bruto. Ik moest in die tijd wat gokken en prikte netto op een kwart van bruto. Bij een jaargemiddelde opbrengst van de huidige zonnepanelen van 16W/m2 zou het volleggen van alle Nederlandse
woningdaken dus jaargemiddeld 2GW opleveren. Alleen al het gasverbruik van huishoudens is vijf maal groter (10,5GW jaargemiddeld).
Het binnenlands verbruik van alle energie in Nederland is ca 3260PJ per jaar. Als je dat rücksichtlos middelt over een jaar, is Nederland 103GW. Dus alle daken volzetten met zonnepanelen in Nederland levert jaargemiddeld 2% op van alle energie. Omdat de elektriciteit ongeveer 13% van alle energie is, is deze hoeveelheid als fractie van de elektriciteit ongeveer eenzesde. Het is goed dit verschil bij het lezen van artikelen over duurzame energie even in gedachten te houden.
Gelukkig werd Weijts door de fact checkers van zijn eigen krant gecorrigeerd. Het statistisch materiaal is tegenwoordig beter. De fact checkers gebruikten een databank van NLExtract, een open sourceproject op
basis van het kadaster, en kwamen tot een totaal dakoppervlak in
Nederland op 1242 km2 (weer bruto). Dat is inclusief schuurtjes, nutsgebouwen, bedrijven etc. Dat geeft op basis van de huidige technologie jaargemiddeld zo’n 20GW op – bruto.
Ingenieursbureau DNV noemt jaargemiddeld netto ongeveer 4,2GW op woningen en 6,8GW, als je ook bedrijven en openbare gebouwen meetelt. De Zonatlas zit ongeveer gelijk met DNV.
Sungevity, de onderneming die dit soort werk feitelijk met de meest geavanceerde satelliet- en LIDAR-metingen en microklimaatkennis uitvoert, komt lager uit, netto op woningdaken ongeveer op 1,7GW jaargemiddeld uit (zie Sungevity-wees realistisch over zonne-energie ). Mijn ruwe schatting was dus achteraf nog niet eens zo’n slechte gok.

Desgevraagd zegt Weijts (geciteerd in de NRC) “Ik heb het niet uit-
gerekend, het was een soort dichterlijke vrijheid.”
. Hij kletste dus opzettelijk uit zijn nek.
Met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.

Zonnepanelen op het dak van hotel Reiterhof Zierow aan de Oostzee (vakantie 2015). OP de grond onze fietsen.
Zonnepanelen op het dak van hotel Reiterhof Zierow aan de Oostzee (vakantie 2015). OP de grond onze fietsen.
De bijbehorende elektronica.
De bijbehorende elektronica.

Ook de door mij overigens zeer gewaardeerde website van de professionals-organisatie ENSOC (https://www.ensoc.nl/) maakte op 20 augustus 2015 een uitglijder in een kop “Nederland kan CO2-doel halen met energiebesparing”.
Bedoeld werd vóór 2020 en dat zou beweerd zijn door 28 wetenschappers in een brief aan Rutte. Die wetenschappers vonden dat het kabinet niet in beroep moest gaan tegen het Urgenda-vonnis, iets waar ze helemaal gelijk in hadden. Ik ben mede-eiser, dus die mening ligt voor de hand ( zie Urgenda wint klimaatzaak voor beter Nederlands klimaatbeleid ).
Alleen hadden die 29 wetenschappers (er zat een telfout in) dat helemaal niet gezegd. Uit de rest van het artikel en nog meer uit de brief zelf bleek, in afwijking van de kop, dat de wetenschappers zeven maatregelen genoemd hadden, waaronder geen kleine. De energiebesparing in de gebouwde omgeving is er daarvan slechts één.
Ik kom op deze brief apart terug. Ik blijf lezing van de site van ENSOC aanbevelen.

Het probleem met dit soort bagatelliserende onzin is dat mensen gaan denken dat de minst populaire maatregelen wel uit- of afgesteld kunnen worden. Waarom nog windmolens plaatsen of mest gaan vergisten als het helemaal niet nodig is? Het staat toch in de krant dat je er met zonnepanelen op daken komt?

Terwijl de werkelijkheid helemaal niet zo aangenaam is, maar wel onvermijdelijk. Het is èn wind èn zon èn biomassa èn centrale warmte-
levering. Meer smaken heb je niet, als je geen kernenergie wil. Tenminste, geen smaken die kwantitatief binnen Nederland zoden aan de dijk zetten.

Nut en risico’s van covergisting

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft een evaluatie laten opstellen over het vergisten van mest onder gebruikmaking van toegevoegd materiaal (covergisting). Dit werkstuk, met de hierboven vermelde titel, heeft ze op 17april 2015 naar de Tweede Kamer gestuurd (zie –> nut-en-risico-s-van-covergisting_2015_kamerbrief de aanbiedingsbrief). De tekst is opgesteld door topmensen uit Wageningen, in afstemming met een projectgroep met daarin relevante overheidsinstanties. Het rapport is uiterst relevant voor Brabant. Voor het rapport zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2015/02/01/nut-en-risico-s-van-covergisting.html

Een samenvatting met toegevoegd commentaar mijnerzijds.
mestvergister-r

Er zijn in Brabant veel te veel dieren….
De veeteelt in het algemeen en de mestproductie in het bijzonder roepen in Brabant emoties op. Deze grote emoties gaan niet altijd gepaard aan een even grote kennis. Voor die kennis komt bovengenoemd rapport goed van pas.

De veeteelt in Brabant is volledig uit zijn krachten gegroeid en dat bedreigt de leefbaarheid van het platteland en de gezondheid van omwonenden. Bovendien is een dergelijke landbouw niet mogelijk op basis van gesloten kringlopen. Ik zie de emoties, die de Brabantse landbouw oproept, als een positieve kracht richting verandering.
Het aantal dieren moet fors omlaag. Ik hou me vooralsnog aan de vuistregel van SP-Tweede Kamerlid Eric Smaling ‘een volledig grondgebonden rundveehouderij en een kwart minder varkens’.

… maar dat heeft niets met mestbewerking te maken
Ik vind de emoties rond de bewerking van mest eerder een negatieve kracht.

De veeteelt in Europa wordt niet door de totale hoeveelheid mest ingeperkt, maar door twee bestanddelen daarvan, nitraat en met name fosfaat. Geen enkele vorm van mestbewerking haalt fosfor uit de mest en stikstof meestal ook niet. Het enige dat mestbewerking doet (welke dan ook) is dezelfde hoeveelheden stikstof en de fosfor chemisch en natuurkundig anders verpakken.
Alleen een maatregel die stikstof en fosfor uit het Brabantse systeem haalt, leidt (vanuit het perspectief van een boer) tot een “oplossing”. Export zou zo’n “oplossing” zijn. In essentie betekent dat dat de one way-transportband van Argentinië en Brazilië naar Brabant een verlengstuk krijgt naar Groningen, Noord-Frankrijk of Duitsland. Ik ben tegen een dergelijke oplossing omdat die de kringlopen niet sluit, maar verlengt. Het maakt echter voor de discussie “wel of niet vergisten” niet uit want ook niet-vergiste mest kan geëxporteerd worden. De export hangt (als aan zekere kwaliteitseisen voldaan wordt) niet af van de chemische of natuurkundige verpakking.
Ik heb overigens geen zicht op de (mogelijke) getallen van de export.

Covergisting kan bijdragen aan duurzame energie
Mestvergisting met hulpstoffen kan wel gunstig werken op twee samenhangende andere problemen, nl broeikasgassen en duurzame energie. Hier geeft het rapport goede informatie.
duurzame energie in 2012

In 2012 werd er uit covergisting-biogas 4,15PJ opgewekt (1PJ=1000TJ). Dat was op een totaal van 97,8PJ aan duurzame energie. Het binnenlands verbruik was in dat jaar 3255PJ, waarvan na aftrek van omzettingsverliezen en in chemicalien opgeslagen energie ca 2820PJ netto overbleef.
Het getal 4,15PJ is op basis van 8 miljoen van de 403 miljoen kg in de stal uitgescheiden mest (kg betekent kg P2O5). Op papier zou de energieproductie uit mest dus ongeveer 50 maal zo hoog kunnen zijn, dus grofweg (op nationale schaal) 200PJ. Dat zal in praktijk bij lange na niet gehaald worden, maar covergisting kan toch wel flink aantikken. Stel voor het gemak 60% van het huidige aantal dieren en stel dat van de mest van die dieren de helft vergist zou worden en stel dat je daarvoor genoeg covergistingsmateriaal had, dan zou dat 60PJ per jaar leveren. Dat is meer dan de jaaropbrengst van de drie geplande windparken op zee.
Hier staat erg vaak ‘stel’. Een belangrijke beperking is de beschikbaarheid van voldoende covergistingsmateriaal. Daar raakt deze discussie verweven met de algemene afval- en biomassa-discussie. Biomassa is tamelijk schaars en al gauw duur. Ook afval kan soms ver-
werkt worden (waarmee een negatieve waarde positief kan worden), maar daaraan zitten haken en ogen.

Let wel: ik pleit er niet voor pleit om dieren te gaan fokken om mest te gaan maken om biogas te maken. Die route is verschrikkelijk inefficiënt – dan kun je beter van het veevoer rechtstreeks biogas maken. Het gaat me om de energie, die in de reeds aanwezige mest zit.

Covergisting kan bijdragen aan het klimaat
Het rapport zegt dat in 2012 covergisting 0,21% in mindering bracht van de Nederlandse CO2 – equivalenten. Dat is op dezelfde 8 miljoen kilo mest van de 403 miljoen gebaseerd. Naast het CO2-gevolg van het
duurzame energie-verhaal brengt mestvergisting zeer veel minder methaan in de atmosfeer en ongeveer evenveel of iets meer lachgas – beide krachtige broeikasgassen.

Een nog onvolwassen techniek en handhaving
Uit het rapport rijst het beeld op van een nog jonge techniek, armlastig, fraudegevoelig, met soms slecht geschoolde bedieners, onvoldoende technische voorschriften (bijvoorbeeld een verplichte af-fakkel) en een tekortschietende handhaving. Maar sommige van de 102 mest-covergisters in Nederland doen het wel goed.
Als de sector zich verder wil ontwikkelen, moet er dus het nodige gebeuren. Het rapport geeft hiertoe een flink aantal conclusies en aanbevelingen.

Goed geëxploiteerde mestvergisters zijn niet vreselijk gevaarlijk. De VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering noemt als gevaar-afstand 30 m (ter vergelijking: voor een klein LPG-station is dat 50 m). Dit in de VNG-editie 2009, toen de vergisters nog niet zo groot waren. Mogelijk is het nu iets meer. Een BEVI-achtige simulatie kwam op 50m.
De Raad van State trekt 500 m als grens van de belanghebbendheid.
Hele grote vergisters vallen vanwege het explosiegevaar onder het BRZO (Besluit Rampen en Zware Ongevallen). Ik heb zelf al eens gesuggereerd om de middelgrote vergisters tot categorie in het BEVI te maken (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen).
De giftigheid van CO2 en H2S gelden vooral de exploitant en horen eerder onder de ARBO-wet thuis.
De microbiële gevaren van vergiste mest zijn gelijk of kleiner dan die van onbehandelde mest.

Het enige bekende dodelijke arbeidsongeval is dat in 2011 iemand door het rotte dak van een vergister is gezakt. Verder hebben mensen substantiële hinder (maar geen gevaar) ondervonden van storingen bij een slecht geëxploiteerde vergister in Coevorden.
Incidenten met dodelijke afloop, zoals in Makkinga of bij Reiling, vinden plaats met onbewerkte mest of slib. Die is een stuk gevaarlijker dan vergiste mest.

Nauwelijks of geen gevolg voor de bodem
Het rapport zegt dat mestvergisting op de langere termijn niet veel effecten op het organisch stofgehalte van de bodem heeft. De vergister breekt vooral het makkelijke organische materiaal af, maar dat doet de bodem in korte tijd ook met onbewerkte mest. Lignine bijvoorbeeld wordt in de vergister niet afgebroken en in de bodem langzaam.

Ruimtelijke ordening – aspecten
Het rapport besteedt met reden veel aandacht aan de ruimtelijke
ordening – aspecten. Waar zet je een vergister neer en hoe regel je het transport naar en van?
Er bestaat in den lande geen eenduidige mening. Zowel een industrieterrein als een agrarisch perceel kunnen voor- en nadelen met zich meebrengen wat betreft afstanden, transportbewegingen en omgevingshinder. Het rapport suggereert, zonder dat met zoveel woorden te zeggen, een gezond verstand – oplossing. Ik neem die suggestie graag over.

Zie verder Gedachten bij het opstappen van de voorzitter van Mestac

Stroomopslagexperimenten Enexis worden uitgebreid

BN-De Stem kopte op 4 juli 2015 “Batterij in Keen loont nog niet”. Het
artikel is gebaseerd op tussentijdse gegevens. Het project loopt tot eind 2017.

Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen
Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen

De Keen is een wijk in Etten-Leur. Daar staat sinds 2012 een buurtbatterij (het grijze blok steekt overigens zowat twee meter diep de grond in). De wijk telt 240 woningen waarvan er zo’n 40 zonnepanelen hebben. Het ding bevat vier stalen kasten met lithium-ion accu’s, samen goed voor 232 kWh (ruim genoeg om 100 wasmachines een uur op te laten draaien). De batterij kan maximaal met 100kW laden (wat op een zonnige dag niet genoeg is) en met maximaal 400kW ontladen (wat rond de Kerst bijna gehaald werd).

De opslag werkt technisch (na wat kinderziektes) vlekkeloos.
De uitdrukking ‘loont niet’ heeft slechts een financiele strekking en betekent dat op dit moment andere oplossingen om het elektriciteitsnet te ontlasten goedkoper zijn. Zoiets gebeurt wel vaker bij nieuwe ontwikkelingen.
Tijden veranderen en het kan bijvoorbeeld zijn, dat in 2020 de salde-
ringsregeling voor zonne-energie wordt afgeschaft (al dan niet met een overgangsregeling). Nu krijg je voor aan het net geleverde zonnestroom evenveel terug als je zelf betaalt, zolang je niet boven je verbruik uitkomt. Als die regeling vervalt, wordt het een stuk aantrekkelijker om aan je eigen (buurt)accu te leveren. Het financiële verhaal ligt dan in één keer anders.
Tijden veranderen ook in die zin dat er nog steeds technische ontwikkelingen plaatsvinden op accugebied. Bijvoorbeeld die van Tesla.

Inmiddels heeft Enexis aangekondigd na de zomer in de Bredase wijken Meulenspie en Easystreet met een vervolgproef te beginnen/ Hier wordt het een accu per afzonderlijk huis. In deze wijk hebben bewoners in de afgelopen jaren al meegewerkt aan ‘smart grid-experimenten’. Bepaalde vormen van afname (bijvoorbeeld de wasmachine) worden via ICT en met de tijd wisselende prijzen gestuurd naar momenten dat er veel goedkope stroom is.

De Bredase wijk Meulenspie
De Bredase wijk Meulenspie

Met bovenstaande experimenten heb je overigens zo ongeveer wel alles gehad wat er aan smart-grid experimenten met huishoudens in Brabant is. De echte grootschalige ontwikkelingen op dit gebied vinden elders plaats, bijvoorbeeld in Hoogkerk in Groningen, Meppel en Amsterdam. Ik vind het raar dat Brabant zo achterloopt, temeer daar de TU/e een belangrijke speler is. Die moet elders zijn experimenten uitvoeren.
Het zou een goede zaak zijn als het nieuwe College van GS in de provincie meer werk van dit onderwerp zou maken.

Ik heb eerder een artikel geschreven op basis van een TU/e-rapport over de (helaas fictieve) verduurzaming met accuopslag in de Eindhovense wijk Acht. Zie —> Acht

Provinciale SP stelt vragen over toekomstig energiebeleid provincie

Ik heb voor de SP-fractie in PS vragen opgesteld over het toekomstige
energiebeleid van de provincie.
Hieronder staat het persbericht. De vragen zelf en de bijbehorende rekenbijlage zijn als doorklik-bijlagen toegevoegd.

Zonnepark |Azewijn staat op een oude vuilstort en is gerealiseerd met steun van de provincie Gelderland
Zonnepark |Azewijn staat op een oude vuilstort en is gerealiseerd met steun van de provincie Gelderland

———————————————————————————————

Persbericht                                                         Eindhoven, 25 juni 2015

 Provinciale SP stelt vragen over toekomstig energiebeleid provincie

Fractievoorzitter Nico Heijmans van de SP in Provinciale Staten heeft op 25 juni 2015 vragen gesteld over het toekomstige energiebeleid van de provincie Noord-Brabant.

De vragen richten zich op twee onderwerpen.

Op de eerste plaats concludeert de SP, dat de twee wetenschappelijke brondocumenten die ten grondslag aan het huidige provinciale
energiebeleid liggen, updating verdienen (studies Telos en ECN). De jongste daarvan (die van ECN) is al weer vijf jaar oud. In tussentijd is er zoveel veranderd, dat het toekomstig beleid niet meer op deze documenten gebaseerd kan worden. Beide brengen bijvoorbeeld geen serieuze behandeling van zonne-energie. De prijs en de beschikbaarheid van zonnepanelen is in de afgelopen vijf jaar drastisch verbeterd. De noodzaak tot een updating van de wetenschappelijke studies betekent dan ook niet, dat de SP deze studies diskwalificeert.
De vraag is of het College opdracht wil geven tot een dergelijke updating.

Vooruitlopend op deze nieuwe studie heeft de SP geprobeerd in te schatten of er verschil bestaat tussen enerzijds een naar Brabant vertaalde taakstelling, zoals die in het landelijke Energieakkoord genoemd is en die in het recente Brabants Energie Akkoord is overgenomen, en
anderzijds het bestaande Brabantse beleid en een extrapolatie daarvan. Dat leidt tot de constatering dat het bestaande beleid achterblijft bij wat het zou moeten zijn, als Brabant de ambities van het landelijke
Energieakkoord overneemt. Tussen droom en daad zit een flink gat.
De SP wil daarom een techniek in discussie brengen die nog geen deel uitmaakt van het bestaande beleid, namelijk grootschalige zonneparken, om te beginnen op oude vuilstorten, vliegvelden en ongebruikte industrieterreinen. Van alle categorieën heeft Brabant er veel.
Met dergelijke grootschalige zonneparken zijn in Brabant en elders in den lande al ervaringen opgedaan.
De vragen van de SP zijn erop gericht doelgericht kennis bijeen te brengen die als start voor een dergelijk beleid zo kunnen dienen.

De vragen en de rekenbijlage daarbij zijn als bijlage toegevoegd.
SP-vragen over twee aspecten van het provinciale energiebeleid_vs3_alleen vragen
SP-vragen over twee aspecten van het provinciale energiebeleid_vs3_alleen bijlage

Nadere informatie bij Nico Heijmans, nheijmans@brabant.nl, 06-51039743 .

Urgenda wint klimaatzaak voor beter Nederlands klimaatbeleid

De klimaat-actiegroep Urgenda heeft vandaag voor de rechtbank in Den Haag haar zaak tegen de Staat der Nederlanden gewonnen. Urgenda vertegenwoordigde in deze zaak ook 886 mede-eisers. Ik ben één van die 886 mede-eisers. Helaas kon ik er vanmorgen om persoonlijke redenen niet bij zijn.
Ik ben aangenaam verrast door het succes. Zelfs al zou de Staat het hogerop gaan zoeken en daar gelijk krijgen, dan nog is dit een hele goede steun in de rug.
Ik heb eerder over dit onderwerp geschreven. Zie Zitting klimaat-rechtszaak van Urgenda tegen de Staat
 
Hieronder druk ik het persbericht van Urgenda af.
Het persbericht van de Rechtbank vindt u hier –> Staat moet uitstoot broeikasgassen verder beperken_Urgendazaak_24juni2014
Jelmer Mommers heeft op 25 juni in de online-krant De Correspondent (waarop ik een abonnement zeer aanbeveel) een hele heldere analyse geschreven van het vonnis. Het is niet mijn gewoonte om andermans teksten te jatten, maar voor deze maak ik graag een uitzondering –> precieze overwegingen rechter in Urgenda-vonnis
————————————————————————————————-
-persbericht-
Nationaal en internationaal grote blijdschap om doorbraak voor klimaat
Urgenda wint klimaatzaak voor beter Nederlands klimaatbeleid
Den Haag, 24 juni 2015 – Urgenda en negenhonderd mede-eisers wonnen vandaag de klimaatzaak en dwingen stringenter klimaatbeleid af bij de Nederlandse Staat. De Haagse rechtbank heeft de eisers in het gelijk gesteld en de overheid moet nu meer en effectievere klimaatacties ondernemen om het aanzienlijke Nederlandse aandeel in de mondiale uitstoot te verminderen. Het is de eerste keer dat een rechter een Staat verplicht om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering. Internationaal betekent deze uitspraak een steun in de rug voor alle klimaatzaken in andere landen.
“Alle eisers zijn héél blij met deze uitspraak. Die maakt heel duidelijk dat klimaatverandering een groot probleem is dat veel effectiever moet worden aangepakt en dat staten zich niet meer kunnen veroorloven onvoldoende te doen. Ze dienen hun burgers te beschermen. Als de politiek dat niet uit zichzelf doet, dan kan de rechter de burger te hulp schieten.”zegt Urgenda directeur Marjan Minnesma, die in 2013 met een team van advocaten en negenhonderd mede-eisers het initiatief nam tot deze rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden “De Staat is nu aan zet, de duur-
zame oplossingen liggen gelukkig voor het oprapen.

Uitspraak betekent doorbraak”
De Staat heeft de rechtsplicht haar burgers te beschermen en is daarom door de rechter gesommeerd om de maatregelen te nemen die nodig zijn. De rechter eist dat de Nederlandse overheid gaat doen wat ze zelf al noodzakelijk acht voor het voorkomen van gevaarlijke klimaatverandering. De rechter eist dat Nederland in 2020 minimaal 25% CO2-reductie realiseert (t.o.v. 1990) terwijl de huidige ambitie slechts 16% is en Nederland niet op koers ligt. Onhaalbaar of onbetaalbaar zijn klimaatmaatregelen niet. Denemarken en Duitsland reduceren al 40% voor 2020. In haar verweer stelde de Staat zelf dat zij nog volop ruimte voor emissiereducties ziet. De uitspraak van de rechter is een serieuze doorbraak, oordeelt Urgenda.

Internationaal rechtvaardig

Niet alleen Urgenda en mede-eisers hebben reikhalzend uitgekeken naar deze uitspraak, maar ook onderhandelaars van het Internationale Klimaatverdrag, burgers in landen die al een rechtszaak tegen hun Staat zijn begonnen (zoals in België) of in voorbereiding hebben (zoals in Noorwegen).

“Miljoenen mensen die klimaatverandering nu al aan den lijve ondervinden hopen dat wij, de mensen die voor de uitstoot verantwoordelijk zijn en daar de middelen voor hebben, nog tijdig zullen ingrijpen”, geeft Minnesma aan. “Die mensen kunnen nu met onze uitspraak in de hand hun eigen klimaatzaak starten.” Deze rechtszaken worden gesteund door de Oslo Principles, waarin staat dat staten de juridische plicht hebben om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen.

Nederlandse uitstoot 
Nederland kan niet in haar eentje het klimaatprobleem oplossen, maar zij kan wel haar deel doen. Nederland behoort historisch gezien tot de  grootste uitstoters ter wereld, per hoofd van de bevolking. De wetenschap is heel helder: we moeten voorkomen dat de aarde met meer dan twee graden opwarmt. De wereld koerst nu af op opwarming met vier of zelfs zes graden Celcius, wat een onleefbare wereld gaat betekenen.

De klimaatzaak is vertaald in het Engels en ook deze uitspraak wordt toegankelijk gemaakt voor andere burgers, die hun staten met de wet in de hand willen manen om hun deel te doen.

De uitspraak van de rechtbank wordt zowel in het Nederlands als in het Engels gepubliceerd op: www.rechtspraak.nl

Bekijk de livestream van de uitspraak terug via www.urgenda.nl

Over Urgenda
Urgenda is de organisatie voor duurzaamheid en innovatie. Urgenda wil Nederland sneller duurzaam maken, samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren. Dat doet Urgenda o.a. aan de hand van het rapport Nederland op 100% duurzame energie in 2030. Het kan als je het wilt en met concrete vernieuwende projecten.

Lees op urgenda.nl/klimaatzaak meer over de Klimaatzaak tegen de Staat en bekijk de video’s.

Allemaal ontzettend bedankt,
Marjan Minnesma
directeur Urgenda

foto’s Urgenda / Chantal Bekker

Verslag uit van symposium Biofuel and wood as energy sources

Ik heb op 10 April 2015 het KNAW-symposium bezocht Biofuel and wood as energy sources .

Ik heb hierover in deze weblog twee verhalen geschreven. Zie De KNAW-bijeenkomst over biobrandstof en hout en Houtpellets en bosbeheer in de VS .

Er zou binnen twee weken een verslag komen. Dat werd in praktijk twee maand (ik kreeg het vandaag, 12 juni, binnen). Men kan het verslag vinden op http://www.knaw.nl/nl/actueel/publicaties/verslag-van-het-symposium-biofuel-and-wood-as-energy-sources .

LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden

Zowel vanwege de energiezuinigheid als vanwege de binnenstedelijke luchtkwaliteit heeft ‘mijn’ organisatie Milieudefensie Eindhoven interesse in binnenstedelijk verkeer in het algemeen en in stedelijke
goederendistributie in het bijzonder. De regio Eindhoven-Helmond blijft daar al vele jaren achter. Een recentelijk aangekondigd Eindhovens onderzoek doet niet aan deze constatering af.
Zie eerdere artikelen op Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor  en Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box .

Temeer daar je elders in den lande interessante ontwikkelingen ziet. De Amsterdamse LIDL start een pilot met een geheel elektrische vrachtwagen, die de filialen vanaf het distributiecentrum gaat bevoorraden. De Amsterdamse wethouder Choho (duurzaamheid) verklaarde bij de aftrap dat “Amsterdam ongeveer 130 supermarkten had, die per dag meermalen bevoorraad worden, tot nu toe met grote dieselvrachtwagens. Het is van het grootste belang dat ook de supermarktbranche uitstootvrij wordt. Lidl bewijst dat het kan en ik ga ervan uit dat dit een startschot is voor alle andere supermarkten”.

De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam
De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam

Volgens LIdl is dit de eerste volledig elektrische vrachtauto van deze grootte die op een Nederlandse weg rijdt. Ook het laden en koelen is volledig elektrisch.
Lidl wil in 2025 alle filialen binnen de Amsterdamse Ring uitstootvrij bevoorraden.
Ook in Stockholm, Zürich en Berlijn doet Lidl deze pilot.

Lidl is niet het eerste bedrijf in Amsterdam dat elektrisch distribueert (wel de eerste supermarkt). Ook Heineken distribueert elektrisch.
(bron: Transport Online en Duurzaam Bedrijfsleven op 22 mei 2015).

Ook anderszins is Lidl trots op zijn distributie. De eigen website meldt dat de beladingsgraad van Lidl-vrachtauto’s is gestegen tot 90%, o.a. door er dubbele verdampers in te plaatsen waardoor goederen, die verschillende temperatuurbereiken vereisen, met dezelfde vrachtauto gedistribueerd kunnen worden.

Het distributiecentrum van de Lidl
Het distributiecentrum van de Lidl

Ook is de Lidl trots op het in 2013 geopende distributiecentrum, dat volgens de BREEAM-beoordelingsmethode vier sterren kreeg (‘excellent’).
Marjan Minnesma van Urgenda was gastspreker bij de opening. Dat moet voor de Lidl een opsteker zijn.

Subsidie aan fossiele en hernieuwbare energie in Nederland (update)

In het vorige artikel (dat over mondiale subsidies aan fossiele brandstof) heb ik aangegeven dat ik zou proberen een dergelijk plaatje bij elkaar te krijgen voor Nederland. Dat is me min of meer gelukt.
Het blijkt niet mogelijk om de mondiale uitkomsten een op een naar Nederland te vertalen.

Het belangrijkste onderzoek op dit gebied is gedaan door CE Delft en Ecofys, juni en oktober 2011, en heet “Overheidsingrepen in de
energiemarkt”. Zie http://www.ce.nl/publicatie/overheidsingrepen_in_de_energiemarkt/1159 .

Wat is bij CE Delft/Ecofys een subsidie?
CE Delft/Ecofys definieren subsidie als het verschil tussen enerzijds de opwekkingskosten van energie plus de externe effecten, en anderzijds wat een afnemer betaalt.
Anders dan het IMF gaan CE Delft/Ecofys er niet van uit dat de overheid een bepaald bedrag op stroom moet verdienen (bijv. 21% BTW). Als de studie van CE/Ecofys recentelijk geschreven was door het IMF, hadden er hogere subsidiebedragen gestaan, en wel ongeveer 10% hoger.
Verder zijn ‘externe effecten’ gecompliceerd. Ongetwijfeld zijn er allerlei accentverschillen. Vergelijk dus de bronnen op hoofdlijnen en verwacht geen grote precisie. Dat zou onredelijk zijn.

De overeenkomst tussen beide systemen is de hoofdzaak: beide doen in essentie de politieke uitspraak dat de maatschappelijke gevolgen van de energieopwekking in de prijs verwerkt dienen te zijn.

Waar komt het op uit?
Ik kopieer hier een stukje van de originele tekst (zie hierna), en accentueer enkele begrippen.
hoofdconclusie CE-Ecofys_2011-r
Met ‘eindgebruik’ wordt bedoeld dat je minder betaalt dan iets kost.
Hieronder het volledige lijstje, maar hier als voorbeeld de belasting-
vrijstelling op vliegtuigkerosine: die kostte de staat in 2010 het bedrag van €1695 miljoen. Grootverbruikers betaalden in dat jaar voor hun gas en elektra €1750 miljoen minder dan eigenlijk zou moeten. Aan de andere kant zit hier bijvoorbeeld ook het verlaagde BTW-tarief op isolatie in. CE/Ecofys rekenen van deze 4600 miljoen 4400 miljoen toe aan fossiel en 200 miljoen aan hernieuwbaar.
overheidsinterventies_eindgebruik_CE_2011-r

Kleinverbruikers betalen overigens met zijn allen 2800 miljoen per jaar meer dan de redelijke prijs. Die subsidiëren omgekeerd, maar dat telt niet mee in de statistiek.

CE Delft/Ecofys berekenen ook wat de overheid kwijt is aan duurzame en fossiele productie-ondersteuning. Dat geeft dit plaatje (zie onder).
CE Delft/Ecofys rekenen aan de productiekant €1220 miljoen toe aan fossiele brandstoffen en kernenergie, en ca €1320 miljoen aan duurzame bronnen.
Met de eindgebruik-gegevens erbij opgeteld ging er in 2010 grofweg 5,6 miljard in subsidiering van fossiele energie zitten (4,4+1,2) en grofweg 1,5 miljard in de subsidiering van duurzame energie (1,3+0,2).
overheidsinterventies_productie_CE_2011-r

De instituten maken echter hierbij de kanttekening dat het om een
momentopname gaat.
Het bedrag van 688 miljoen in de categorie SDE/MEP in het blauwe plaatje bijvoorbeeld is maar ongeveer eenderde van het totale budget van 2100 miljoen, dat voor 2010 ter beschikking stond. Een mogelijke verklaring is dat een deel van de toezeggingen in 2010 pas later uitbetaald is, en dat het staatje de feitelijk gedane uitbetalingen in 2010 weergeeft. Dat had er wel wat duidelijk bij mogen staan.
Het resultaat is dat het plaatje toevallige elementen bevat, die maken dat het niet mogelijk is de gegevens kritiekloos te veralgemeniseren, zoals soms gebeurt. Voor dit betreffende staatje is de bewering juist dat de fossiele subsidies bijna 4* de duurzame subsidies zijn.

Sinds 2010 echter is het duurzame budget verhoogd. Het leeuwendeel van dit geld komt beschikbaar via de SDE-regeling en die is sinds 2010 (toen het budget €2100 miljoen was) opgehoogd naar €3500 miljoen in 2015. Daarvan komt een onbekend deel op kasbasis in het staatje voor 2015 terecht.
Update dd feb2016: eind 2015 is de totale SDE+ – subsidie verhoogd tot ca 8 miljard Euro.
De EIA en de MIA/VAMIL zijn daarnaast samen goed voor ca €230 miljoen. Van de andere posten in het staatje is de informatie lastig te achterhalen.
Al met al is het moeilijk in te schatten hoe hoog de blauwe kolom in het plaatje hieronder in 2015 zal zijn. Het zal naar alle waarschijnlijkheid meer dan de 1,5 miljard uit 2010 zijn, maar hoeveel meer?

Wat tussen 2010 en 2015 de Nederlandse fossiele brandstof-subsidies gedaan hebben, is ook moeilijk te achterhalen. Het gemakkelijkste is om aan te nemen dat die ongeveer gelijk gebleven is. Aan de grote posten is in elk geval weinig veranderd.

Al met al kan in alle redelijkheid staande worden gehouden dat in 2015 in Nederland de subsidies ten gunste van de fossiele energie nog steeds groter zullen zijn dan die voor duurzame energie zijn.
Als je een oneliner voor rabiate fossielofilen nodig hebt, roep maar iets in de geest van ruim het dubbele.
Update: Het onderzoek zou over 2015 eigenlijk opnieuw gedaan moeten worden. Een ruwe schatting mijnerzijds is dat de fossiele en duurzame subsidies in 2015 ongeveer even hoog zijn.

Over de verlichting van het Eurovisie Songfestival 2015

Ook afgevraagd hoe groen de verlichting van het Eurovisie Songfestival is?

Het Eurovisie Songfestival 2015
Het Eurovisie Songfestival 2015

De verlichting is van de Italiaanse Osram-dochter Clay Paky. CEO van Osram Specialty Lightning Schwabe “We veranderen het grootste entertainmentspektakel ter wereld met onze lichtsystemen in het grootste licht-
technologische event
.” Het festival is als een groen evenement ontworpen, oa door bijna alleen met LED-lampen te werken.
Zie http://www.osram.nl/osram_bx/nl/pers/persberichten/_general_interest_press/2015/osram-verlicht-het-eurovisie-songfestival-2015-te-wenen/index.jsp .

Het podium is opgebouwd uit 1288 pilaren en heeft een breedte van 44 meter en is 14,3 meter hoog. De LED-pilaren kunnen een waaierformatie aan lichteffecten neerzetten en datzelfde geldt ook voor de vloer van het podium, dat een diameter heeft van 11 meter.

Op de achtergrond bevindt zich een andere LED-muur die een breedte heeft van 22 meter en een hoogte van 8,5 meter. Zie ook http://ledsinspire.nl/led-verlichting-ook-op-het-eurovisie-songfestival-2015/

Jammer dat er op het Internet geen verdere technische specificaties te achterhalen zijn.