Luchtmetingen in ZO Brabant in 2024

Ter inleiding
Vanaf 2020 is er in  ZO Brabant een meetnet opgericht om kennis op te doen van de luchtkwaliteit in de regio. Het heet  ILM2 (Innovatief Lucht Meetsysteem, versie 2).
Doel is bewustwording, het bieden van handelingsperspectieven en het ontwikkelen van samenwerkingsvormen voor een gezondere regio. De meeste deelnemers hebben ook het Schone Lucht Akkoord (SLA) ondertekend, waardoor ze streven naar minstens 50% gezondheidswinst in 2030 t.o.v. 2016.

Het ILM2 heeft geen juridische kracht, maar alleen bestuurlijke invloed.

Ligging van de ILM2 in 2024

 Na wat aanloopeffecten leidt het meetnet nu tot een jaarlijks rapport. Het laatste heet ‘Jaarrapportage 2024 Regionaal Meetnet ILM2 in ZO Brabant’ (okt 2025) en is te vinden op https://publications.tno.nl/publication/34645069/OcepxZJz/TNO-2024-R12915.pdf . Eindverantwoordelijk is TNO, er is academische medewerking van het RIVM en het IRAS-instituut van de Universiteit van Utrecht.
Bestuurlijk berust het ILM2, behalve bij  genoemde instellingen, bij de gemeente Eindhoven, de provincie NBrabant, de GGD Brabant Zuidoost en bij de oorspronkelijke initiatiefnemer, de maatschappelijke organisatie AiREAS.
Financieel wordt het gedragen door de provincie, de Omgevingsdienst ZO Brabant (ODZOB), de 21 gemeenten binnen de MRE-regio Eindhoven-Helmond (minus Bladel), en de gemeenten Boxtel en Meierijstad (die niet in het MRE-gebied liggen).
De ruwe data zijn te vinden op https://ilm2.site.dustmonitoring.nl/ (dat zijn momentane data) of op https://samenmeten.rivm.nl/dataportaal/ .
Het dagelijks beheer zit bij de ODZOB, die tevens een periodieke Nieuwsbrief uitgeeft over aspecten van het onderwerp. De, gelijktijdig met de Jaarrapportage uitgekomen Nieuwsbrief, gaat bijvoorbeeld ook over een nieuw samenwerkingsproject in de Peel, over een houtstookstudie in Heemskerk, over ammoniakmetingen en over roet (dat nog niet binnen het ILM2 gemeten wordt).
De informatie kan bij de ODZOB opgevraagd worden onder https://odzob.nl/meetnet .

Voor een eerder artikel op deze site, zie https://www.bjmgerard.nl/luchtmeting-door-meetnetten-en-burgergroepen-in-zo-brabant/ .

Kenmerken van het systeem
Alle ILM-meetlocaties meten PM10, PM2.5, PM1 en NO2  (PM10 betekent Particulate Matter met een diameter <10µm)).
Het systeem heeft in 2024 goed gefunctioneerd. 2024 was het eerste jaar waarin men de NO2 – metingen fatsoenlijk onder de knie had.

Eén van de 53 CAIREboxes van het ILM

Het systeem gebruikte 53 meetlocaties, als volgt verdeeld:

  • 26 meetlocaties in stedelijk gebied, waarvan 4 in Helmond en 22 in Eindhoven (aldaar verdeeld over diverse typen locaties)
  • 3 bij het vliegveld. Behalve bovengenoemde vier categorieën meten deze drie sensoren ook Ultra Fine Particles (UFP). UFP is in feite PM0.1, met als verschil dat de deeltjes geteld worden per cm3, , terwijl de grotere deeltjes gewogen worden
  • 20 in het buitengebied , waarvan 16 in het kader van het ILM gefinancieerd en 4 los daarvan door de gemeenten Best, Oirschot en Reusel
  • 4 tijdelijke (1 in Nuenen en 3 in Eersel om houtrook te meten)

Individuele sensoren zijn niet vreselijk nauwkeurig: foutmarge in een losse meting van één sensor orde van grootte van 20%. Het signaal wordt sterker bij meer metingen van meer sensoren.

Er kunnen onder andere foutschattingen gemaakt worden omdat er in de regio al veel langer een beperkter meetsysteem bestaan, namelijk het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van het RIVM. Dat heeft vier stations in de regio, nl de verkeersbelaste locaties Genovevalaan en Noordbrabantlaan in Eindhoven, de stadsachtergrond in de Veldhovense Europalaan, en het buitengebied in de Vredepeel (Ten noordoosten van Deurne, net in Limburg).

De twee systemen gebruiken verschillende meettechnieken, maar corresponderen onder elkaar redelijk.

Trends
Tussen de oogharen doorkijkend, en zonder toe te spitsen op afzonderlijke issues, kan men een paar zaken waarnemen.

  • Het systeem draait nog maar een paar jaar, dus statistiek is sowieso moeilijk. De luchtvervuiling lijkt een beetje af te nemen, maar dat kan ook liggen aan de neerslag. 2022 was een erg droog jaar en 2023 en 2024 waren erg natte jaren en neerslag maakt de lucht schoner.
  • De achtergrond wordt gedefinieerd als de meetwaarde waaronder nog maar 10% van het aantal metingen ligt.
    Voor PM10 en PM2.5 kan men er beste de vervuiling zien als soort deken die over een groot gebied ligt, aan welke deken de regionale  bronnen betrekkelijk weinig toevoegen (bij PM10 en PM2.5 bestaat grofweg tweederde van de jaar- en plaatsgemiddeld gemeten concentratie (voor PM10 is dat 15,7µg/m3 en voor PM2.5 is dat 9,9µg/m3 ) uit achtergrond, en een derde uit regionale toevoeging.
    Bij NO2  is ongeveer 60% van de jaar- en plaatsgemiddeld gemeten concentraties regionale of lokale toevoeging. Dat komt omdat NOgekoppeld is aan verbrandingsmotoren, en daarmee aan het verkeer.
  • Luchtvervuiling in de regio treedt  vooral in de winter op. Er wordt dan meer gestookt (waaronder hout), en de grenslaaghoogte (waaronder de atmosfeer mengt)zakt omlaag.

Een jaargemiddeld weekverloop in de zomer en de winter

Houtstook
De effecten van houtstook komen aan de orde in het kader van de regionale verhoging van de PM2.5 – concentraties (dat stond al in de rapportage over 2023). Voorlichting en het gebruik van de Stookwijzer kunnen, aldus het rapport, de eerste stappen zijn voor gemeenten om actie op te ondernemen. In het Omgevingsplan kan houtstook verder in beeld worden gebracht om een meer (gebieds-)gerichte aanpak vorm te geven. En er kunnen alternatieve verwarmingswijzen aangeboden worden.

De gemeente Eersel heeft eind 2024 drie tijdelijke meetstations neergezet om de effecten van houtstook te meten. De uitkomsten hiervan komen in de rapportage over 2025 aan de orde.

Over het eigen luchtmeetnet van de gemeente Eersel, zie https://www.eersel.nl/meetnet-luchtkwaliteit-en-geluid-eersel .

WHO-richtlijnen en de komende EU-norm voor de luchtkwaliteit
De WHO heeft in 2005 richtlijnen gepubliceerd voor maximale atmosferische concentraties van PM10; PM2.5; en NO2 .  Een richtlijn is een aanbeveling.
De EU, en daarna de nationale overheden, kunnen juridisch bindende normen vaststellen. Met de nu geldende EU-normen worden de WHO-richtlijnen uit 2005 gedeeltelijk uitgevoerd.
In 2021 heeft de WHO nieuwe richtlijnen uitgebracht. Die zijn een stuk scherper (zie o.a. https://schoneluchtakkoord.nl/nieuwe-who-advieswaarden-luchtkwaliteit_SLA ).
In reactie daarop heeft de EU nieuwe, en eveneens scherpere normen, vastgesteld die vanaf 2030 moeten gaan gelden.

In de Jaarrapportage 2024 wordt de verwachting uitgesproken dat de PM10-concentraties nagenoeg altijd aan de EU-regels zullen voldoen.
Zelfs in het natte jaar 2024 spande het er al om voor PM2.5, zowel jaar- als daggemiddeld.
Wat betreft NO2 kan er in 2030 een probleem optreden langs drukke wegen in een droog jaar.
PM2.5 en NOzijn aandachtspunten die om maatregelen vragen.

Het buitengebied en de PM10-metingen
De meetstations in het buitengebied leiden niet tot een echt informatief verhaal.
Meetstation I33 (langs de A50 bij Son) springt er uit met één hoge, onverklaarde piek (mogelijk een boer die ploegt bij droog  en stoffig weer of zoiets). I42 en I45 springen er dit jaar uit en vorig jaar niet, en voor de stations I43 en I44 geldt het omgekeerde.
Zowel de veeteelt, als boerenwerk op het land, als onverharde paden als droog of nat weer kunnen een rol spelen. Dit vraagt om nader onderzoek.

Stedelijk gebied: vooral verkeer en NO2
Afgezien van een idioot hoge fijnstof-piek op 06 mei 2024 door vuurwerk ter gelegenheid van het kampioenschap van PSV (bij weinig wind), valt er niet veel interessants te vermelden over fijn stof. De concentraties daarvan volgen ongeveer de achtergrond die als een deken over de regio heen ligt.

Alleen NO2 vertoont duidelijke lokale effecten vanwege het autoverkeer.

Bedacht moet worden dat NO2 niet onschuldig is – er is niet voor niets een norm voor.
Zie https://www.bjmgerard.nl/reusachtig-nederlands-onderzoek-naar-luchtvervuiling-en-sterfte/ : 10µg/m3  NO2 meer leidt tot 3% meer algemene sterfte.

De Jaarrapportage 2024 toont daarvan enkele illustratieve voorbeelden, waarvan ik er twee geef.

In Helmond worden op dezelfde locatie auto’s geteld, en wordt NO2 gemeten (meetstation I52 langs de Kasteeltraverse).  Gemiddeld over januari 2024  geeft dat bovenstaand weekverloop.
Bij de door het autoverkeer veroorzaakte wisselingen in de NO2 – concentratie is de wisselende achtergrondconcentratie opgeteld, veroorzaakt omdat er in die maand midden in de week een paar keer een zwakke oostenwind stond (dat jaagt de achtergrond omhoog).
Jaargemiddeld zat dit punt (in het natte jaar 2024) voor NO2  op 19,7µg/m3 , dus een aandachtslocatie vanwege de EU-grenswaarde in 2030 van 20µg/m3 .

Hierboven een vergelijking van het jaargemiddelde weekverloop op basis van metingen op de zeer drukke Eindhovense Ring,  en op basis van metingen binnen de Ring (in Eindhoven is dat de Zero Emission-Zone).
Men ziet dat de milieuzoe het, in vergelijking met de Ring, ongeveer hetzelfde doe bij PM10, een beetje beter bij PM2.5 , en duidelijk zichtbaar beter bij NO2 . Dat is wat men ongeveer zou verwachten.
Jaargemiddeld zitten de twee meetpunten op de Ring (Botenlaan en Beukenlaan) rond de 147µg/m3 ,, dus binnen de nieuwe EU-grenswaarde in 2030.

Twee meetstations volgen een industriële inrichting.
Meetstation I19 staat aan de Kanaaldijk nabij DAF Trucks, en dat station ziet niets bijzonders (gewoon het stedelijk gemiddelde).
Meetstation I28 staat op het dak van het Klokgebouw langs de Beukenlaan (Ring) en ziet de emissies van de ongeveer even hoge pijp van de biomassacentrale van Ennatuurlijk , die er pal tegenover staat aan de andere kant van de straat. In deze condities ziet men een verschil met de gemiddelde waardes voor de regio als geheel. Als de pluim uit de pijp, verder weg waait, worden deze concentraties verdund.
Meetstation I28 staat ook aan de Beukenlaan, maar dan op de grond, en ziet iets gemiddelde hogere PM-concentraties dan die van de regio als geheel.

Het luchthavengebied en Ultrafijn stof (UFP)
Er is op deze site al vaker aandacht besteed aan het vliegveld (en omgeving), en aan de luchtvervuiling  in het algemeen en daarbinnen aan het de UltraFine Particles (UFP) in het bijzonder. Zie (onder andere) https://www.bjmgerard.nl/luchtmetingen-op-en-rond-eindhoven-airport-in-2022/ .

Het vliegveld is van 07-23 uur open is (met wat ongeplande uitloop), en daarbuiten dicht.

Het vliegveld ligt niet in een niemandsland. Er is zeer druk verkeer op het nabije (oostelijk gelegen) A2/N2 systeem, en flink wat verkeer van en naar en nabij de ingang.

Er liggen bij het vliegveld drie meetstations, I02 op de kop van de startbaan aan de ZW-kant, I14 idem aan de NO-kant, en I25 naast de baan, nabij de ingang en nabij het platform. De drie meetpunten staan hierboven aangegeven. Ze meten wat andere meetstations ook meten, en meten bovendien UFP (weergegeven in aantallen per cm3 ).
Van die meetpunten ligt I02 (zuidwestkant) het verst van alle verstoring door  andere bronnen af. Dit punt weerspiegelt het getrouwste het vliegveld – sec.

Een en ander wordt weerspiegeld in de windrozen per punt. I02 reageert vooral op de startbaan en geeft overdag de grootste concentraties als de wind over de startbaan uit het noordoosten komt. I25 reageert overdag vooral op het platform. ’s Nachts reageren de meetstations op andere bronnen in de omgeving, met name op de A2/N2.

Als men de drie meetstations apart jaargemiddeld meet (dus ook gemiddeld over dag en nacht), geeft dat onderstaand overzicht

Als men de drie meetstations op een hoop gooit en een jaargemiddeld weekverloop uit brouwt voor UFP en NO2 dan geeft dat onderstaande grafiek. (Men kon die pas over 2024 maken, omdat voor die tijd het NO2 -systeem niet goed werkte.)

Mijn analyse is als volgt:

  • Het vliegveld voegt nauwelijks PM1, PM2.5 en PM 10 aan de omgeving toe.
  • Het vliegveld zorgt wel voor een goed meetbare hoeveelheid UFP
  • Het autoverkeer produceert NO2 en daarnaast ook UFP, dat ter plekke van vooral I14 en I25 gemeten wordt. Daarom daalt en stijgt de concentratie UFP op deze stations in de maat met de NO2-concentratie.
    Omdat er in het weekend minder gereden wordt, maar niet minder gevlogen, zit het verband er in het weekend anders uit dan door de week.
  • Er komt beduidend meer UFP op de drie sensoren van het vliegen dan van de snelweg

TNO stelt in zijn aanbevelingen voor om hieraan verder onderzoek te doen.
Enerzijds kan men beter in beeld proberen te krijgen wat de UFP-invloed van de snelweg versus die van de vliegtuigen is. Dat kan door naar de chemische samenstelling van het UFP te kijken en naar de deeltjesgrootte (hoewel de deeltjesgrootte van zowel auto’s als vliegtuigen een brede en overlappende band bestrijkt, is vliegtuig-UFP gemiddeld kleiner dan auto-UFP).
Anderzijds zou onderzocht moeten worden wat de blootstelling in de woongebieden rond het vliegveld is – daarover is nu niets bekend. Ik zou daar overigens zelf aan willen toevoegen de blootstelling onder belangrijke uitvliegroutes (zie voor een meting in Riethoven in 2016 https://www.bjmgerard.nl/bergeijk-deed-meting-geluid-en-ultrafijn-stof-eindhoven-airport/ ).
Die laatste meting vond overigens plaats toen de startbaan onderhouden werd en daarna weer open ging – het verschil was daar te zien.
In 2027 wordt de baan geheel gerenoveerd. Welllicht kan dat gebruikt worden als een extra kans op goede metingen.

Wat ik er van vind
De Jaarrapportage is vooral een meetrapport. Het is dus een beschrijvend document dat resulteert in beleidsaanbevelingen. Over het algemeen steun ik die wel, hoewel ik ze niet allemaal onderling even belangrijk  vind.
Er zit niet een soort politiek waardeoordeel in. Ik wil er wel een paar persoonlijke opvattingen geven. Sommige daarvan pleiten voor  landelijk of EU-beleid, andere  voor  lokaal of regionaal beleid (of beide).

  • Er moet een tandje bij om de aangescherpte Europese normen te halen, die in 2030 ingaan. Dat gaat niet vanzelf. En dan is men nog niet op het niveau van de WHO-richtlijn
  • Ik mis een norm voor UFP en roet
  • Kleinschalige houtstook in stedelijk gebied moet zo ver mogelijk worden teruggedrongen  en, voor zover dat niet lukt, moet het aan afdwingbare voorschriften worden verbonden. Het aanbieden van praktische en betaalbare alternatieven is daarbij onmisbaar
  • Elektrisch rijden produceert geen NO2 en iets minder fijn stof (dit naast de klimaatvoordelen). Het beleid ten gunste van elektrisch rijden valt nog wel wat te intensiveren.
    Ook goed is sowieso minder auto’s en meer elektrisch OV.
  • Eerstens is er meer onderzoek nodig rond Eindhoven Airport, met name naar de verspreiding over de regio, niet alleen bij het vliegveld zelf maar ook onder de uitvliegroutes.
    Wat ik verder mis is bronbeleid, zoals minder vliegen en met schonere, synthetische kerosine vliegen.

Breed beroep ingesteld tegen nieuwe lozingsvergunning Nyrstar Pelt

Er is in deze kolommen al uitvoerig aandacht besteed aan de nieuwe, tijdelijke  lozingsvergunning van de zinkfabriek in het Belgische Pelt. Die perkt enerzijds de hoeveelheden chloride, sulfaat, selenium en thallium in t.o.v. wat eerder mocht, maar doet dat anderzijds niet zo drastisch dat aan de Kader Richtlijn Water (KRW) voldaan zal worden. Daarbij speelt een rol dat de concentraties, die de nationale overheden van de KRW mogen vaststellen, in België als regel soepeler worden vastgesteld   dan in Nederland.
Dat is relevant, omdat de Dommel vanaf Nyrstar Pelt nog maar een klein stukje door België stroomt en dan de Nederlandse grens oversteekt.

Ik heb voor Milieudefensie Eindhoven e.o. een zienswijze ingediend, die enerzijds benoemt dat Nyrstar Pelt een nuttige recyclefunctie van zink heeft en verplicht is zijn eigen bodem te saneren, en anderzijds dat de zuiveringstechniek niet ver genoeg gaat en te veel het begrip Best Beschikbare Techniek uitlegt als Best Betaalbare Techniek. Dat terwijl moederbedrijf Trafigura steenrijk is.

Wie het na wil lezen, zie https://www.bjmgerard.nl/nyrstar-pelt-gestage-maar-te-trage-vooruitgang/ , en van daaruit verder terug.

Voor de Eindhovense Milieudefensie-afdeling houdt het nu even op, omdat een lokale afdeling bij Milieudefensie geen rechtspersoon is en dus niet kan gaan procederen.

Andere organisaties, die zelfstandige verenigingen zijn of overheidsinstanties, of die een juridische tak hebben, zijn wel gaan procederen of gaan dat nog doen. Het betreft

  • Waterschap De Dommel
  • De gemeenten Valkenswaard, Waalre, Veldhoven en Eindhoven
  • De Belgische milieuverenigingen Limburgse Milieukoepel, Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt Pelt en Dryade
  • De (Nederlandse) vereniging Natuurmonumenten (zegt het Eindhovens Dagblad)
  • Extinction Rebellion (XR) (zegt het Eindhovens Dagblad)

Nyrstar Pelt ligt ongeveer bij nummer 33

Ik heb hieronder een persbericht van Waterschap De Dommel afgedrukt, dat als representatief voor de rest gezien kan worden. Het persbericht van de gezamenlijke Belgische verenigingen, de raadsinformatiebrief van de gemeente Eindhoven, en een bestandje met links naar de raadsinformatiebrieven van alle Dommelgemeenten zijn als bijlage toegevoegd.
Natuurmonumenten en XR maken op hun sites geen melding van dit onderwerp. Vraag is of zij inderdaad zijn gaan procederen.

–          –           –           –           –           –           –           –           –           –           –

Persbericht                                 02-10-2025

Waterschap tekent beroep aan tegen Belgische lozingsvergunning Nyrstar

De Dommel bij De Hogt

https://www.dommel.nl/waterschap-tekent-beroep-aan-tegen-belgische-lozingsvergunning-nyrstar

Nyrstar is een van de grootste metaalverwerkers ter wereld. Het bedrijf heeft een vestiging in Budel en net over de Belgische grens in Pelt. Voor de locatie in Pelt is de Belgische overheid verantwoordelijk voor de vergunningen. De beek waarop Nyrstar loost, stroomt maar 1,5 kilometer door België. Daarna komt het water in de Dommel terecht. Het effect wordt dus vooral in Nederland gevoeld.

In 2029 komt er een nieuwe vergunning voor alle stoffen die Nyrstar loost. Maar nu al lopen enkele deelvergunningen af. Nyrstar heeft ervoor gekozen om voor vier stoffen een nieuwe vergunning aan te vragen tot en met 2027. Ze willen in twee stappen minder gaan lozen, tot 2029. Het gaat om de stoffen Seleen, Sulfaat, Chloride en Thallium. Nyrstar heeft hiervoor een aanvraag ingediend bij de Belgische provincie Limburg. De hoeveelheden die ze mogen lozen zijn lager dan vroeger, maar nog steeds groot. Volgens de nieuwe vergunning mag Nyrstar dagelijks 10.000 kilo Chloride en 5.300 kilo Sulfaat lozen. Per liter water mag er 40 microgram Seleen en 1,5 microgram Thallium in zitten.

Verbeterde stap niet groot genoeg

Wij als waterschap hebben een negatief advies gegeven over deze vergunning. We zien wel een kleine verbetering ten opzichte van de oude situatie, maar vinden de stap niet groot genoeg. Hierdoor halen we onze KRW-doelen (Kaderrichtlijn Water) in 2027 waarschijnlijk niet.

We konden niet zelf adviseren op de vergunning, maar de provincie Noord-Brabant mocht dat wel. Zij hebben ons advies overgenomen. Toch heeft de Vlaamse provincie Limburg ons negatieve advies naast zich neergelegd en de vergunning alsnog verleend. Daar zijn wij als waterschap niet blij mee. Daarom tekenen we administratief beroep aan. Zo krijgen we de kans om onze bezwaren aan de Vlaamse minister te laten weten. We vinden dat er onvoldoende naar onze zorgen is gekeken.

Een zo schoon mogelijke Dommel  

Dit is een stevige stap van ons waterschap richting onze zuiderburen. We maken als Nederlandse overheid bezwaar tegen een besluit van de Belgische overheid. We willen een zo schoon mogelijke Dommel. Daarom vinden we het belangrijk dat de Belgische vergunningen geen belemmering vormen voor het behalen van onze waterkwaliteitsdoelen. Dat is nu wel het geval. Bovendien zijn de Belgische KRW-normen soepeler dan de Nederlandse.

Samenwerking met provincie en gemeenten

We werken in dit dossier nauw samen met de provincie Noord-Brabant en de gemeenten langs de Dommel. We zitten ook met Nyrstar en de provincie Limburg aan tafel, omdat we allemaal een betere waterkwaliteit willen. Iedereen reageert vanuit zijn eigen rol op de vergunning:

  • De provincie kiest voor een diplomatieke aanpak
  • De Dommelgemeenten gaan in beroep
  • Wij kiezen voor een administratief beroep

Blijvende inzet op goede contacten

Ondertussen blijven we inzetten op goede contacten met Nyrstar en de Belgische overheid. Zo zaten Erik de Ridder en gedeputeerde Saskia Boelema vorige week bij de directie van Nyrstar aan tafel om elkaar bij te praten over de situatie

We hebben een Belgische advocaat ingeschakeld en het beroep wordt deze week ingediend. We verwachten in november meer te kunnen vertellen over het vervolg.

Het persbericht van de vier Belgische milieuverenigingen:


De raadsinformatiebrief van de gemeente Eindhoven

Een setje links naar de raadsinformatiebrieven van de vier Dommelgemeenten. Die zijn onderling nagenoeg identiek.

PFOS in Eindhovense Landsardplas toch van vliegveld afkomstig?

Eerder (met wat extra uitbreiding)
De Landsardplas is een oude zandafgraving ten westen van het Eindhovense vliegveld. Tussen de plas en het vliegveld loopt het beekje Ekkersrijt, met enkele toevoerende sloten.
Het vliegveld watert via een ondergrondse pijp bij veel wateraanbod af op de Landsardplas, en die plas raakt het water weer kwijt via een duiker naar de Ekkersrijt (die duiker is dus een van de toevoerende stroompjes).
Het grotere gebied waarvan de plas deel uitmaakt, de Landsard, is in gebruik als herriesportterrein. Er ligt een kartbaan en een motorcrosscircuit, en op het water varen waterscooters en power(model)boten. De bijbehorende inrichtingen hebben een milieuvergunning.

Omdat watersystemen rond vliegvelden in den lande vaak opvallend hoge PFAS-concentraties hebben, heeft Waterschap de Dommel aan bureau Aquon gevraagd metingen te doen in het Ekkersrijtsysteem en de Landsardplas. Dat is gebeurd op 10 juli 2024 en leverde, in globale termen, op dat de PFAS-soort

  •  GenX irrelevant laag was,
  • PFOA in het Ekkersrijtsysteem en de Landsardplas  rond de 5 a 18ng/liter zat, zonder dat er een ruimtelijk patroon te zien was. Dit is onder de norm.
  • PFOS in het Ekkersrijtsysteem, stroomafwaarts gaande  van voor tot na het vliegveld, opliep van grofweg 4 naar 25ng/liter (wat ver boven de norm van 0,65ng/liter is) , en dat de Landsardplas op een verbazingwekkende concentratie van 177ng/liter uitkwam.

Ik vond het een onlogische verdeling van concentraties.
Zie https://www.bjmgerard.nl/pfas-gevonden-in-recreatieplas-de-landsard/ .

Daarna werd de zaak op scherp gezet door berichten dat Defensie, bij wijze van brandblusoefening, op 22 en 24 juli 2025 met Chinookhelikopters grote zakken water (‘bambibuckets’) vulde uit de Landsardplas en dat dit met PFOS vergiftigde water werd uitgestort over de nabijgelegen Oirschotse Heide, een militaire oefenterrein. (Uit later ingeziene rapporten bleek overigens, dat deze brandblusoefening niet eenmalig was, maar periodiek plaatsvond of nog vindt).  

Teksten van en naar B&W van Eindhoven
Ik heb op 08 augustus 2025  namens Milieudefensie Eindhoven e.o. een brief aan B&W van Eindhoven geschreven (eigenaar en bevoegd milieugezag van de Landsard). In die brief werd de mogelijkheid besproken dat de hoge concentraties in de Landsardplas (mede) veroorzaakt werden door de exploitatie van het gebied.
Het artikel bij de brief is te vinden  op https://www.bjmgerard.nl/strengere-vergunning-nodig-tegen-pfos-in-de-landsardplas/ .
Omdat Milieudefensie brandblusoefeningen zinvol vindt, moet het PFOS-gehalte drastisch omlaag en uitgaande van de aanname dat de activiteiten op de plas zelf een belangrijke (mede)oorzaak zijn van de vervuiling, vraagt dat om een flink aangescherpt milieubeleid richting de herriesporten. Immers, in auto’s (en ongetwijfeld ook in karts en waterscooters) zit in sommige smeermiddelen PFAS verwerkt dat in beginsel buiten de auto terecht kan komen ( A pilot study of per- and polyfluoroalkyl substances in automotive lubricant oils from the US ). Coatings en verven van bootrompen kunnen PFAS bevatten ( www.european-coatings.com/…pfas-in-the-coatings-industry-risks-applications-and-regulatory-challenges ) .

(PFSAs is een verzamelnaam voor een groep waarin PFOS valt.
PFCAs is een verzamelnaam voor de groep  waarin PFOA valt – dat is PFCA met C8.
TOP is een oxidatiebehandeling van de smeerolie die versneld doet wat anders bij normaal gebruik  langzaam plaatsvindt. De PFAS-concentraties schieten na oxidatie omhoog).

Na een klein, herinnerend zetje beantwoordden B&W onze brief op 10 sept (hierboven). De stelling was dat de concentraties niet aan de exploitant lagen, maar grotendeels toch bij het vliegveld. De argumentatie was dat  vooral PFOS zich in zijn ruimtelijke verdeling onderscheidde (er zit wel PFOA in de plas, maar niet meer dan elders), dat PFOS (tot 2011 bg) in het blusschuim zat, dat de bodem van het vliegveld er inderdaad mee vervuild was, en dat er een pijp naar de Landsardplas liep (onder de Ekkersrijt door), en dat er een bureauonderzoek geweest was naar alternatieve bronnen van PFOS in het gebied.

(Presentatie Rijksvastgoedbedrijf LEO 06 maart 2025)

Het antwoord  van B&W is ongetwijfeld bona fide en  niet absurd, hoewel met er vraagtekens bij kan zetten. Aan de vliegveldkant: PFOS is al sinds 2011 verboden, het perceel van de Herculesramp zou gesaneerd zijn. Aan de Landsardkant: het bureauonderzoek  betreft (bleek later) een recapitulatie van niet heel erg frequente milieucontroles die niet op PFAS gericht waren.

Op 27 augustus 2025 had een rookgranaat van Defensie, bij een oefening, anderhalve hectare van de Oirschotse Heide in de fik gezet (zie bekendere berichten over idem op de Edese Heide). Vanwege deze trigger, en omdat er nog steeds geen antwoord op de brief van Milieudefensie was, heeft de Eindhovense SP (met mijn medewerking), bij monde van Jannie Visscher, op 05 sept 2025 technische vragen gesteld aan B&W over hetzelfde onderwerp. Die zijn op 10 okt 2025 beantwoord onder toevoeging van drie bijlagen: twee metingen in opdracht van Defensie door Haskoning, en eerder genoemde bureaustudie naar alternatieve PFOS-bronnen. De beantwoordingsbrief staat hieronder en de bijlagen stuur ik op aanvraag gaarne toe (zie de contactrubriek op deze site).


Ook w.b. dit antwoord: het is ongetwijfeld bona fide, maar of het geheel juist is, en geheel juist kan zijn, gegeven dat veel kennis nog in de kinderschoenen staat.

Meetpunten in Haskoming I. Bij het kruisje x eindigt de inkomende pijp vanaf het vliegveldterrein. De duiker voert water af naar de Ekkersrijt. Codes als 01-1 hebben betrekking op watermetingen, codes met wb op bodemmetingen).

Het (onvolledige) beeld dat oprijst
Er liggen nu drie meetrapporten: Aquon in opdracht van het waterschap, dd 10 juli 2024, waarop alle teksten tot nu toe gebaseerd zijn; het eerste rapport Haskoning in opdracht van Defensie, dd 06 sept 2024, waarvan het bestaan bekend was maar de inhoud slechts in zeer grove lijnen uit de krant; en een tweede rapport van Haskoning, ook in opdracht van Defensie, dd 04 juni 2025, waarvan het bestaan, in elk geval bij mij, nog niet bekend was.

Zwakte van alle rapporten is dat er alleen aan de oppervlakte, en op enkele plaatsen op 4m diepte, gemeten is. Als de 18m diepe zandafgraving denkbeeldig met troep gevuld zou zijn waaruit PFAS vrijkwam, zou dat niet ter plekke gemeten zijn. Er is echter geen aanwijzing dat zo’n vervuiling plaatsgevonden heeft.

Als men de resultaten van de drie metingen, zeer kort door de bocht, samenvat, dan geeft dat het volgende beeld:

  • Het zijn te weinig metingen voor goede statistiek. Met dit voorbehoud:
  • Op alle gemeten plaatsen, tijden en dieptes zit de PFOA-concentratie rond de 9 a 12ng/liter (jaargemiddelde norm 48ng/liter)
  • Op alle gemeten plaatsen, tijden en dieptes zit de PFSA-concentratie rond de 70 a 85ng/liter (norm 0,65ng/liter jaargemiddeld), behalve
  • Waar de pijp van het vliegveld in de plas komt (dat is nabij de x op de kaart) waar Aquon 177ng/liter meet (dat is de enige meting van Aquon in de plas), en waar Haskoning I en !! resp. 80 en 220ng/liter meet . De 80-meting ligt verder van de pijpopening af.
  • Haskoning vond, in goed detecteerbare hoeveelheden,  een heleboel andere PFAS-soorten in het water met meestal kortere koolstofketens. Daaronder een precursormolekuul 8:2FTS van PFOS (een molekuul waaruit door in het vrije veld voorkomende chemische reacties PFOS kan ontstaan). Het gebied rond de uitstroomopening van de pijp springt er niet speciaal uit, behalve bij het precursormolekuul dat bij de uitstroomopening hoog is als de PFOS daar ook hoog is.
  • Ik heb geen verband kunnen vinden met de neerslagcijfers van het KNMI in de dagen van of voorafgaand aan de metingen
  • Een en ander roept het beeld op dat er op gezette tijden, mogelijk min of meer continu, nog steeds water met heel veel PFOS erin vanaf het vliegveld door de pijp de Landsardplas in stroomt, mengt met het daar aanwezige water (dat uiteraard ook veel regenwater opvangt), en dat vervolgens door de duiker in de Ekkersrijt terecht komt (die daardoor merkbaar verder vervuild wordt).
    Dit beeld steunt het scenario dat er nog steeds van het vliegveld afstromend PFOS is. Onduidelijk is of dat passief of actief is (pomp?)
  • Omdat niet in de diepte gemeten is, en omdat er geen aandacht besteed is aan het vrijkomen van PFAS uit smeerolie, coatings en verven van waterscooters, kan niet uitgesloten worden dat de gemiddelde waarde (die ca 80ng/liter) lager gemaakt zou kunnen worden door hier aandacht aan te besteden.
  • Het kartcircuit en het motorcrosscircuit liggen een eindje van het water af. De gemeente heeft m.i. voldoende aannemelijk gemaakt dat hun opereren weinig of geen invloed heeft op het PFAS-gehalte van het water in de Landsard.
  • Bodemmetingen (tot een halve meter zand diep) geven soms lichte PFOS-vervuiling, maar in de ruimtelijke verdeling zit geen duidelijk patroon

Blushelikopter in Brazilië met bambibucket

Wat moet je er politiek mee?
De vraag richt zich op Defensie, en op de gemeente Eindhoven.

Defensie heeft een onderzoek lopen naar bodemvervuiling op het terrein van het vliegveld. In het Luchthaven Eindhoven Overleg van 06 maart 2025 noemde het ministerie bodemonderzoeken (gereed 2025); oppervlaktewater (lopend); regenafvoersysteem (lopend); producten (gereed 2025); risico’s (gereed 2025); beoordelen nut bodemsanering (gereed 2025); en saneringsmogelijkheden (gereed 2025).
Men mag eisen dat Defensie dit alles goed uitvoert en dat openbaar verantwoordt.

Aan de gemeente Eindhoven, hoewel geen bevoegd gezag op het Defensiegebied, de taak om Defensie bij de les te houden. Er is regelmatig contact, zeggen B&W in hun beantwoording van de technische vragen. Zeggenschap is er niet, invloed wel.
Een maatregel als het opnemen in de Omgevingsvergunning van PFAS-eisen aan waterscooters is waarschijnlijk op dit moment een brug te ver voor een gemeentelijke overheid.
Twee zaken zou de gemeente wel kunnen aanpakken.
De eerste is dat de gemeente een onderzoek zou kunnen (laten) instellen of er troep ligt in de diepe delen van de plas. Er  zijn zandafgravingen in den lande die in het verleden ongewenst, zelfs crimineel, voor afvaldumping gebruikt zijn.
De tweede is dat de gemeente Eindhoven ervoor zorgt dat de Veiligheidsregio de Landsardplas ongeschikt verklaart als bluswater, zolang de PFOS-concentratie zo hoog is als die is. Dat voorkomt in elk geval verdere verspreiding van de PFOS.

De Dommel verdient een schone toekomst

Foto bjmgerard@gmail.com

De Vereniging Natuurmonumenten heeft een brandbrief gestuurd over de waterkwaliteit van de Dommel.

De brief is gericht
aan (in België) Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), het agentschap Natuur en Bos, het Departement Omgeving, het Departement Landbouw en Visserij, de provincie Limburg, wateringen De Dommelvallei, Aquafin, Fluvius, de gemeenten Pelt, Peer, Hechtel-Eksel en Lommel en het bekkensecretariaat Maasbekken
aan (in Nederland)
Waterschap de Dommel, Provincie Noord-Brabant, Gemeenten Waalre, Bergeijk, Veldhoven, Eindhoven, Valkenswaard;

en wordt opgestart of ondersteund door

Natuurmonumenten, ZLTO, Natuurpunt, Groen en Heem Waalre/Valkenswaard, Brabants Landschap, Landgoed De Loonderhoeve, IVN Natuureducatie Valkenswaard-Waalre, IVN Natuureducatie Veldhoven-Eindhoven-Vessem, Genneperhoeve Eindhoven, Milieudefensie Eindhoven, KNNV Eindhoven, ARK Rewilding Nederland, Café Camping De Volmolen, Activiteitenboerderij ‘t Geveltje, Brabantse Milieufederatie, Energiecentrum de Volmolen, Youth for Drinkable rivers en de Limburgse Milieukoepel.

Ik zit hierin via Milieudefensie Eindhoven.

Hieronder staat het persbericht over de brief afgedrukt.


De Dommel verdient een schone toekomst

Organisaties luiden de noodklok

Een breed scala aan Nederlandse én Vlaamse organisaties – variërend van natuur- en milieuorganisaties tot boerenvertegenwoordigers, bewonersgroepen en recreanten – slaat alarm over de slechte waterkwaliteit van de Dommel. Het beekdal kampt al jaren met ernstige verontreiniging, met schadelijke gevolgen voor natuur, landbouw, recreatie, voedselveiligheid en diergezondheid. De organisaties roepen overheden in Nederland en België dringend op om samen de bronnen van vervuiling in kaart te brengen en effectief aan te pakken.

De Dommel wordt zwaar belast door onder andere industriële lozingen, meststoffen en door verontreinigd rioolwater bij forse regenval. Bij overstromingen blijft verontreinigd slib achter op natuur- en landbouwgronden. Het huidige tempo van maatregelen schiet ernstig tekort: de afgesproken normen voor 2027 worden niet gehaald.

Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet uiterlijk in 2027 al het oppervlakte- en grondwater in goede toestand zijn én blijven. De recente tussenevaluatie liet echter zien dat concrete maatregelen ontbreken om dit doel tijdig te bereiken. De oproep van de organisaties is daarom duidelijk: overheden in Nederland en België moeten samen versneld zorgen voor bronaanpak en sanering.

Geen luxe, maar een levensvoorwaarde

De Dommel is kenmerkend voor het Brabantse landschap en van groot belang voor de natuur en recreatie en economie. Echter, de grenzen zijn bereikt.

Uit het gebied komen alarmerende signalen; “water dat helder stroomt, laat het hart van de natuur kloppen. Maar steeds vaker zien we beken waar het leven verdwijnt. Schoon water is geen luxe, het is een levensvoorwaarde,” zegt IVN Valkenswaard-Waalre.

Ook boeren maken zich zorgen; “wij zijn afhankelijk van schoon water voor onze gewassen, dieren en vruchtbare bodems. Het kan niet zo zijn dat onze inspanningen teniet worden gedaan door chemische lozingen stroomopwaarts,” aldus ZLTO.

Volgens Natuurmonumenten “heeft De Dommel in haar potentie alles om tot de allermooiste en rijkste laaglandbeken van de Benelux te behoren. Maar nu brengen hoge gehalten aan zware metalen en riooloverstorten het waterleven ernstig in gevaar.”

Oproep tot actie

De organisaties dringen aan op een gezamenlijke, grensoverschrijdende aanpak waarbij lozingsvergunningen kritisch tegen het licht worden gehouden en vervuiling bij de bron stopt. Alleen zo kan de Dommel weer de gezonde levensader worden die zij ooit was.

Natuurpunt roept op; “laat ons nu versneld werken aan de uitvoering van het bestaande Riviercontract van de Dommel en meteen ook starten met een nog ambitieuzer Riviercontract 2.0, over de landsgrenzen heen.” 

“De Dommel verdient een schone toekomst. Het is tijd voor daadkrachtig ingrijpen.”


De ondersteunende organisaties hebben elk een hartenkreet bij het thema geschreven. Deze hartenkreten zijn hieronder toegankelijk.

Dommel bij knooppunt De Hogt ten zuidwesten van

Nyrstar Pelt: gestage maar te trage vooruitgang

Eerder
In het Belgische Pelt, net over de grens, staat een van de vestigingen van Nyrstar, in de volksmond genaamd de zinkfabriek van Pelt. Dat is niet meer helemaal accuraat: de twee hoofdtaken van de fabriek binnen het Nyrstarconcern zijn het verwerken van reeds elders geproduceerd zink tot legeringen, en het recyclen van elders geproduceerde zinkresten tot opnieuw zuiver zink. Met name dat laatste is zowel nuttig als vervuilend.

Die vervuiling komt grensoverschrijdend in de Dommel terecht en is daar een belangrijke bron van waterbederf. Mei 2025 werd een nieuwe en scherpere lozingsvergunning van chlorides, sulfaten, selenium en thallium ter inzage gelegd. Die vergunning hoort in het grotere geheel van een basisvergunning.

Milieudefensie Eindhoven, maar ook andere instellingen zoals de Nederlandse provincie Noord-Brabant, natuurmonumenten en XR De Kempen, hebben een zienswijze ingediend. Het advies van Milieudefensie Eindhoven kwam van mijnhand. Zie bezwaar-tegen-voorgestelde-nieuwe-lozingsvergunning-nyrstar-pelt/ . Daarnaast hebben een handvol Belgische overheidsinstaties en NGO’s, ambtshalve, een zienswijze ingediend.

De verleende vergunning
Op 28 augustus 2025 heeft de Deputatie van de Belgische provincie Limburg (zoiets als wat bij ons Gedeputeerde Staten van de provincie heet) een beluit over het dossier genomen en dat bekend gemaakt. Het resultaat verdient een genuanceerd oordeel. Bij het besluit hoort een bijlage.

Enerzijds is de verleende vergunning getalsmatig, wat betreft de vergunde concentraties en vuillasten, gelijk aan de aangevraagde vergunning.  Deze vergunning loopt ruim twee jaar, t/m 31 dec 2027.
Dat kan men plaatsen, want ongetwijfeld is er in het voortraject van de ter inzage legging overleg geweest tussen de Vlaamse overheid en het Nyrstarconcern. Nyrstar heeft gevraagd wat het zou krijgen vice versa.
De vergunning (met bijlage) is hieronder te vinden (ik wil het de lezer niet aandoen dat deze in de bureaucratie van het Omgevings-Inzageloket Vlaanderen gaat zoeken).


De teneur van bijna alle zienswijzen (die je te zien) krijgt was dat de nieuwe lozingsvergunning duidelijk tot een verbetering leidt, maar dat die verbetering niet groot genoeg is om in 2027 aan de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) en de Natura2000-eisen te voldoen, en dat de vergunning speciaal niet goed is bij overstromingen van de lage weilanden stroomafwaarts. Je krijgt in België echter alleen de zienswijzen, en de reactie van de Deputatie daarop, te zien van de ambtshalve uitgebrachte adviezen. Dat gebeurt overigens erg rommelig. Ik weet dus bijvoorbeeld niet wat de Deputatie van het Milieudefensiestandpunt vond.
Wat verder een rol speelt is dat de Nederlandse normen over het algemeen strenger zijn dan de Belgische.

Deze balans leidt er (anderzijds) toe dat de reacties, op basis van dezelfde waargenomen feiten, verschillend kunnen uitvallen.
De provincie Noord-Brabant en de Belgische gemeente Pelt (op wiens grondgebied de Nyrstarvestiging ligt) adviseren negatief.
De Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) adviseert voorwaardelijk positief om twee redenen: a) omdat de vergunning een looptijd van niet meer dan ruim twee jaar heeft (zodat men kan volhouden dat het niet halen van de KRW-doelen nog niet definitief vast staat) en b) omdat de VMM extra voorwaarden genoemd heeft die in de uiteindelijke vergunning zijn overgenomen.
De andere ambtshalvers komen hetzij uit zichzelf, hetzij in navolging van de VMM, tot een vergelijkbaar standpunt.

De extra voorwaarden zijn nieuw of, op zijn minst, ongebruikelijk:

  • Nyrstar meet elke dag de concentraties van de vier stoffen in het afvalwater, alsmede het elektrische geleidingsvermogen
  • Nyrstar meet elke werkdag de concentraties in de Eindergatloop en de Dommel
  • Er moet altijd een lozingsnorm zijn voor chloride en sulfaat. De achterliggende gedachte is dat Nyrstar anders zou kunnen terugvallen op de sectorale lozingsnormen voor industrieel afvalwater, die veel ongunstiger voor het milieu zijn
  • Er moet een ‘opvolgingscommissie’ zijn die minstens eens per jaar bijeenkomt om over de stand van zaken te spreken. Daarin moet overigens ook over bromide gesproken worden (deze stof wordt wel genoemd in de basisvergunning, maar niet in deze lozingsvergunning).
  • Nyrstar stelt een studie op die voor 31 december 2025 wetenschappelijk onderbouwde normen geeft, die garanderen dat voor de vier stoffen  aan de KRW en aan de Natura2000-eisen voldaan gaat worden. Daarnaast moet er voor sulfaat een extra studie komen vanwege de hermeandering van de Dommel
    Ook de verbetering van de Eindergatloop moet grondig geanalyseerd worden.

Er moet overigens ook een (beperkt) meetsysteem voor luchtvervuiling zijn, maar dat stond al in de basisvergunning.

Vooruitgang, gestaag maar traag
Wat opvalt als je voor dit artikel wat verder terugkijkt dan het onmiddellijke heden, is dat er door de jaren heen een gestage verbetering optreedt. De Vlamingen zijn niet geheel van alle goede geesten verlaten. Ik  vind de verbetering traag, maar dat vinden ze in België misschien van niet.
De permanente druk op opschoning van het Nyrstar Pelt-gebeuren speelt ongetwijfekd een rol en in elk geval Milieudefensie Eindhoven is voornemens die druk te blijven uitoefenen.

Daarbij zijn twee data van groot belang: 31 december 2027, als de lozingsvergunning afloopt die nu van start gaat, en 16 december 2029, als de volledige basisvergunning vervangen moet worden.

Wie wil, kan tegen de voorliggende vergunning gaan procederen. Milieudefensie Eindhoven kan dat niet (geen rechtspersoon) en ik ga het ook niet zelf als natuurlijk persoon doen (als ik al ontvankelijk verklaard zou worden). Mijn persoonlijke mening is dat het het verstandigste is om je op bovengenoemde data te gaan voorbereiden.

Update dd 18 sept 2025:

Journalist Lucas van Houtert van het Eindhovens Dagblad meldde op 17 sept 2025, dat waterschap de Dommel en (niet benoemde) gemeenten langs de Dommel willen gaan procederen tegen de vergunning.
De provincie NBrabant gaat niet procederen omdat de provincie meer dossiers te bespreken heeft als alleen de Dommel. Liever heeft de provincie een goede overlegrelatie.
Aldus het Eindhovens Dagblad.

Ik kom erop terug als er meer bekend is.

Het helpt in elk geval om de druk erop te houden voor december 2027.


Voor geïnteresseerden de afvalwaternormen van Nyrstar Pelt in de nieuwe vergunning (let wel: dus niet de Dommelconcentraties, die zijn een stuk lager)

Aan de schöne, maar niet zo blaue Donau

Vooraf
Bij elke duizendste (bruto) passant van mijn weblog traditioneel een wat meer persoonlijk getint verhaal in een wat vrijere onderwerpkeuze. Die duizendtallen volgen elkaar overigens steeds sneller op – ik loop achter. Dit was de 48.000ste.

Vandaag een artikel over de Donau van Passau tot en met Wenen. Dat zit zo: mijn vrouw en ik fietsen elk jaar op vakantie (ouden van dagen, helmpje op, elektrisch). Kan ik meteen wat vakantieimpressies kwijt en bijbehorende foto’s, plus wat uitzoekwerk als we terug zijn. Met de fiets op de trein naar München (interessante stad die een verblijf van een kleine week op zichzelf waard is), en vandaar af in etappes naar Salzburg. Vandaar af langs de Salzach stroomafwaarts tot die in de Inn komt, de Inn stroomafwaarts tot die bij Passau in de Donau komt, en van daar af begint het verhaal.

Soms ontbreekt er – per definitie aan de rustige kant waar het voor fietsers leuk is-, een stuk weg omdat het daar te ontoegankelijk of te steil is. Dat wordt opgevangen met fietspontjes. Dit is stroomafwaarts van Passau.

De Donauradweg als economische kracht
De Donauradweg is erg fijn om te fietsen. We hebben hem  in verschillende eerdere jaren, soms omhoog en soms omlaag, al helemaal gefietst van de bron, voorbij Donaueschingen, tot Passau. Nu dus het stuk tot Wenen erbij. Daarna volgt er nog een heel lang stuk tot de Zwarte Zee, maar of we daar nog aan toe komen is de vraag.

De Donauradweg is nu een dermate beroemd instituut, dat het een economische kracht geworden is. De toeristische koepelorganisatie ARGE Donau Österreich  becijferde  in /926-000-radfahrer-am-oesterreichischen-donauradweg-2023 dat zich  in 2023 926.000 fietsers op de route vertoond hadden. Grofweg eenderde zijn vakantiegangers, een derde Oostenrijkers zelf die een dagtochtje  fietsen, en een derde fietst ter wille van zijn of haar alledaagse bezigheden.

Het instituut  is overigens niet oud. De eerste aanzet is van een jaar of 40 geleden (zegt wikipedia/Donauradweg ) en die bestond eruit dat de oude jaagpaden (waar een paard een schip vooruit trok met een touw) geopend werden voor fietsers. Het Bundesstrombauamt zag dat eigenlijk niet zo zitten.
Nu is het traject Passau-Wenen de een na drukste fietsroute van Europa (na de Bodenseeroute).

Vakantiegangers gaven in 2023 ongeveer €70 per persoon per dag uit. Dat tikt dus lekker aan: een dikke €20 miljoen per dag, en dat vaak meerdere dagen. Blije horeca, blije fietsers.

Overigens zie je die drukte niet terug op het fietspad. Het is een groot gebied.

Natuurwaarden
Als fietser heb je weinig zicht op wat er onder water rondscharrelt.
Als je verdere informatie zoekt, vind je bijvoorbeeld het Oostenrijkse klimaat- en milieuministerie op oekologische_sanierung_donau   Om de zoveel kilometer liggen er bijvoorbeeld stuwdammen waardoor vispopulaties van elkaar gescheiden zijn. Sommige trajecten lijken op zoiets als een onbedoeld kanaal met strakke oevers. Er zijn heel veel saneringsmaatregelen nodig.
Maar onze ervaring hiermee als fietsers gaat niet verder dan de educatieve afbeeldingen bij Fischgasthof  Aumuller in Obermühl.

De natuurwaarden langs de Donau zijn vanaf een fietszadel wel goed te zien en er staan vaak goede informatieborden. Je ziet bloemrijke bermen (best mooi) en mooie Au-landschappen (sommige Donau-Auen zijn terecht beroemd).
Ik laat het bij wat mooie plaatjes. Wetenschappelijke pretenties ontbreken.

Wegberm tussen Persenbeug en Melk       Fijnstraal  

Donau-Auen tussen Melk en Zwentendorf

Traject Melk-Zwentendorf.
Voor meer info en veel mooiere plaatjes zie https://www.life-traisen.at/de ).Life+ is een EU-programma ten behoeve van Natura2000 – gebieden.

De waterkrachtcentrales, het Verbund en energie in publieke handen
Om de zoveel tientallen kilometer verschijnt het volgende ‘Kraftwerk’.
Ik heb altijd interesse in hernieuwbare energie-oplossingen, dus ik heb goed gekeken en naderhand  informatiemateriaal binnengehaald.

De tien centrales in de Donau zijn allemaal van het Verbund ( algemeen  power.verbund.com/de en specifiek voor de waterkracht op de Donau (de tien centrales en hun kenmerken worden hier genoemd) power.verbund.com/de/wasserkraft/laufkraftwerk/donau ). Vragen en antwoorden op www.verbund.com//haeufige-fragen  .

In totaal heeft het Verbund 132 waterkrachtcentrales (de meeste dus op andere rivieren dan de Donau), die gezamenlijk 33448GWh elektriciteit produceren (waarvan 13281GWh vanuit de tien Donaucentrales); 342 windturbines, goed voor 1818GWh stroom; 47 zonneparken, goed voor 446GWH stroom, en twee gasturbines  goed voor 1300GWh stroom per jaar. Samen is dat goed voor zo’n 40% van de Oostenrijkse vraag naar elektriciteit.

Minstens 51% van de aandelen van het Verbund is in handen van de Oostenrijkse staat – dat ligt grondwettelijk vast. Ca 30% zit bij nutsbedrijven die geheel of grotendeels in handen zijn van lagere overheden. Ca 20% is ‘Streubesitz’ – het Duits heeft af en toe van die mooie woorden.

Kraftwerk Ybbs-Persenbeug

Oude, bij renovatie vervangen Kaplanturbine (Ybbs-Persenbeug)

Als voorbeeld een van de tien, Kraftwerk Ybbs-Persenbeug ( https://power.verbund.com/de/Ybbs-Persenbeug ). We hebben in Persenbeug overnacht en er lag net een groot riviercruiseschip in de sluis.
Het Kraftwerk is 236MW en produceert 1336GWh per jaar. De installatie is in 1960 in gebruik  genomen en tussen 2015 en 2022 ingrijpend gerenoveerd. De oude Kaplanturbine is nu monument.
Voor de komende jaren staat een omleidingsroute voor vissen gepland (met weer zo’n mooi Duits woord een Fischwanderhilfe). Twee Kraftwerke verder, bij Greifenstein, ligt er al  zo’n omleidingsbeek.

Visomleidingsroute bij Kraftwerk Greifenstein

Overstromingen
De Donau is van oudsher een typische regenrivier (hij wordt niet gevoed vanuit gletschers). Het waterpeil is fiks of niks (niks is letterlijk bedoeld, want een heel eind stroomopwaarts stroomt de Donau door een karstgebied met een lekke bodem en bij weinig water staat hij daar droog – we hebben daarin een ander vakantiejaar  in de droge bedding gelopen).

Maar het kan ook heel erg fiks, zoals op zijn Valkenburgs. En men onthoudt de fikse jaren en men ziet het klimaat zijn invloed uitoefenen. Verstandige mensen gingen vroeger, en gaan mogelijk opnieuw, op een hoge bult langs de rivier wonen. En anders toch op zijn minst vloedplanken en dergelijke.

In september 2024 was het in heel Midden-Europa weer raak. Zie Ministerie/hochwasser-september-2024  : er viel in vijf dagen meer dan vijf keer zoveel dan normaal in een hele maand.

We spraken erover met de baas van het Rosenhotel in Zwentendorf, onze laatste halte voor Wenen. Goeie tent overigens. De speciale aandacht voor Zwentendorf is overigens slechts om deze toevallige reden, de problematiek deed zich voor over een veel groter gebied en was soms elders veel heftiger.
Zijn hotel lag niet heel hoog boven de Donau en hij had de rivier op bezoek gekregen, maar met een pomp en vloedplanken had hij de boel kunnen redden. Hij was voorbereid.
Maar zijn dochter woonde aan de andere kant van het dorp, veel verder van de rivier af, en voor het eerst in de geschiedenis stond het daar ook blank. De Donau was door een zijbeek om het dorp heen gelopen.

Zwentendorf onder water_foto MarktGemeinde Zwentendorf

De gemeente Zwentendorf geeft op Unsere_Gemeinde/Fotogalerie een beeld van wat soms een ravage werd. Vrijwilligers, onder leiding van de brandweer, konden soms erger voorkomen. Zelfredzaamheid bij gebrek aan beter, zogezegd. Voor de lokale pers, zie meinbezirk.at/tulln/die-geschichte-einer-flut  .

Men zou zeggen dat de Donau inmiddels helemaal gereguleerd is en op een bepaalde manier is dat ook zo. Hij is helemaal afgedekt met Kraftwerke met stuwdam en normaliter is er weinig aan de hand en kun je er bijvoorbeeld gewoon met cruiseschepen of binnenvaartschepen op varen. We stonden boven zo’n sluis en onder ons klonk uit een cruiseschip luide operamuziek – een lichtelijk vervreemdend effect.
Maar het zijn Laufkraftwerke: elke kuub die erin komt, gaat er ook meteen weer uit. Er is geen stuwmeer waarmee men het rivierpeil kan bufferen. Het enige  middel zijn noodvoorzieningen waarmee men het water zo ongehinderd mogelijk laat wegstromen.

De stad Wenen heeft, met vooruitziende blik, zijn bescherming al in een ver verleden geregeld ( Donauinsel – Wikipedia ) . Op voorstel van de SPÖ en met steun van de FPÖ , en tegen hardnekkig verzet van de ÖVP in, werd in 1969 besloten een parallelgeul te graven (de Neue Donau). Daardoor is een langwerpig eiland ontstaan, het Donauinsel.
Omdat de ‘oude’ Donau hier vanwege het volgende Kraftwerk opgestuwd is en de Neue Donau stroomopwaarts een stuw heeft die als een kraan  open en dicht kan, ligt de Neue Donau een paar meter lager dan de ‘oude’ Donau. Normaliter staat het water stil. Bij een crisis gaat de kraan open en werkt de Neue Donau als waterberging en dan als extra afvoergeul. Het schijnt te werken.

Het verhaal lijkt in de verte een beetje op dat van de Spiegelwaal bij Nijmegen.

Het Donauinsel is aantrekkelijk ingericht en een geliefd natuur- en recreatiegebied. Als er geen hoog water geweest is, kun je in de Neue Donau zwemmen.
De fietsroute wordt er overheen gestuurd en dat is geen straf, en je komt op rustige wijze bijna tot in het centrum van Wenen. De verkeersellende van het fietsen in een onbekende grote stad begint daarna pas.
Maar goed, daar hebben we zelf voor gekozen en we zijn tot nu toe goed genoeg om dat verkeer te overleven.

Donauinsel bij Wenen (foto Wikipedia)

De klimaatcrisis zal nog heel wat van dit soort  infrastructurele werken nodig maken.

En, o ja, de Donau is niet blauw, zoals Johann Strauss liet zingen. Hij heeft een normale rivierkleur. Als een rivier echt blauw is, is er iets goed mis.

Actie tegen PFAS in de Westerschelde

(op verzoek)

De Stichting Gezond Water (SGW)  te Hansweert strijdt tegen PFAS-concentraties in de Westerschelde (www.stichtinggezondwater.nl) . Concreet doen ze dat onder andere door zich met lozende chemische bedrijven bezig te houden. Op 23 september 2025 staan ze voor de bestuursrechters in Den Bosch tegen Sabic Innovative Plastics B.V. te Bergen op Zoom.
De SGW wil bjj die gelegenheid een petitie aanbieden “Bescherm de Westerschelde en sta geen PFAS-lozingen meer toe! “. De SGW vraagt ons om aan deze petitie bekendheid te geven. En hoewel de Westerschelde niet tot ons werkgebied behoort, wil Milieudefensie Eindhoven e.o. dit verzoek graag ondersteunen.
Men kan terecht op https://petities.nl/petitions/bescherm-de-westerschelde-en-sta-geen-pfas-lozingen-meer-toe?locale=nl .

Sabic Innovative Plastics BV te Bergen op Zoom

Milieudefensie Eindhoven spreekt met DAF Trucks

DAF Trucks heeft zijn Sustainability Report 2024 uitgebracht en, net als bij het gelijknamige document van 2023, vond er daarna een gesprek plaats tussen enerzijds drie leden van Milieudefensie Eindhoven en een landelijk staflid van de organisatie, en anderzijds dhr. Habets, Directeur Operations en mevrouw Van der Laar, Sustainability Manager.

Het Report is te vinden op daf-sustainability-report-2024.pdf .

Het Report is geheel opgebouwd in lijn met de Europese CSRD-richtlijn. Uit de afdelingen daarvan behandelt het Report de Environmental-doelen klimaat en luchtvervuiling, een aantal Social-doelen en het Governance-doel (wat in praktijk zoiets als goed zakelijk gedrag betekent).
De recente Europese pogingen om de CSRD-richtlijn te vertragen en te versoepelen kwamen aan de orde. De DAF-managers verwachtten dat er inhoudelijk voor hun bedrijf niet veel zou veranderen, maar hoopten op een vermindering van het (vaak overbodige) papierwerk. Het wordt ook de goedwillende industrie daarmee soms moeilijk gemaakt, aldus de mensen van DAF Trucks.

Nadere uitleg van de CSRD-richtlijn en de toepassing ervan op DAF trucks op daf-trucks-brengt-duurzaamheidsrapport-2024-uit .

DAF Trucks hoort niet bij de bedrijven die door Milieudefensie landelijk aangeschreven zijn (het initiatief voor het contact kwam van de Eindhovense afdeling), maar in praktijk is de ambitie van DAF trucks ongeveer die welke landelijk gevraagd is, namelijk 43% a 45% minder broeikasgas in 2030 vergeleken met 2019, gerekend over de hele waardeketen van het bedrijf. Ca 94% van de broeikasgassen komt vrij uit de uitlaten van verkochte vrachtwagens, ca 5% uit het toeleveringstraject, en slechts een half procent uit de productie in de eigen fabrieken.

Het verslag is wat het woord zegt, een weergave van de huidige activiteiten in het nu en in het recente verleden. Wat nog wel zou mogen is dat de cijfers verder teruggingen tot in het iets minder recente verleden.
Verder bevat het Report werkwijzen waarmee concreet gewerkt wordt. Dat is waardevol.
Maar het verslag is nog geen plan. DAF trucks is hiermee bezig. Met name voor de doorkijk naar 2050 (bijvoorbeeld tussentijdse broeikasgasambities in 2035 en 2040) ontbreekt nog een zichtbare planning.
Milieudefensie in den lande heeft een methodologie ontwikkeld voor aangeschreven bedrijven (dus niet speciaal voor DAF  trucks) om tot zo’n klimaatplan te komen. Een eerste versie hiervan werd als cadeau overhandigd. Zie https://milieudefensie.nl/actueel/bijlage-2-methodologie-klimaatcrisis-index.pdf .

DAF Trucks verzoekt om constructief overheidsbeleid, zoals bijvoorbeeld infrastructuur en stimulerende maatregelen. De belangrijkste stimulans komt uit de vraag van de klanten.

Het was een goed gesprek. In beginsel in 2026 opnieuw.

(foto bgerard 25 aug 2025)

Milieudefensie Eindhoven dient zienswijze in over PFAS-vergunning CFS Weert

Wat is CFS?
Renewi  CFS BV (het bedrijf is onderdeel van de grote commerciële afvalverwerker Renewi) is een inrichting die allerlei soorten industrieel afvalwater bewerkt. Zie https://www.cfsweert.nl/ . Het bedrijf is gevestigd aan de Wetering in Weert.
CFS staat voor Chemisch Fysisch Scheiden.

(foto van Google Street View)

Het afvalwater dat na behandeling overblijft gaat het riool in, komt zodoende in de RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) van het Waterschap Limburg, daarna in de Zuidwillemsvaart en daarna bij Den Bosch in de Maas. Omdat de Zuidwillemsvaart door Helmond stroomt, is het een aandachtspunt voor Milieudefensie Eindhoven, welke club feitelijk regionaal werkt.

In 2023 nam CFS bijna 60.000 ton afval  in, waarvan uiteindelijk ca 90% het riool in ging (grotendeels water). De rest werd in bewerkte toestand afgevoerd naar elders.

Zolang de industriële bedrijfsprocessen bestaan waar dit soort afvalwater vrijkomt, moeten er inrichtingen zijn die de schadelijkheid ervan zover mogelijk terugdringen. Relatief het beste gebeurt dat in gespecialiseerde bedrijven die betrouwbaar zijn en kennis van zaken hebben. Er zijn weinig of geen objectieve aanwijzingen dat CFS daar niet aan voldoet. Naar eigen zeggen (op de website) voldoet het bedrijf aan alle Nederlandse en Europese normen. Een bezoek door de inspectie BRZO+ dd mei 2024, waarin drie aspecten van het functioneren van het bedrijf bekeken werden, leverde geen schokkende misstanden op, maar alleen wat kleinere aandachtspunten. Ook moederbedrijf Renewi wordt niet door een track record aan schandalen achtervolgd.

( uit H2O )

CFS en PFAS
CFS heeft in januari 2022 bij de provincie Limburg (bevoegd gezag) een aanvraag ingediend om GenX, PFOS en PFOA en andere PFAS-stoffen in het riool te mogen laten stromen, en  ook toe te staan dat industrieel afval, met daarin deze stoffen, aangenomen kan worden. Feitelijk werden die PFAS-stoffen al enkele decennia aangenomen, want het kan niet anders dan dat het soort afval dat CFS inneemt, soms PFAS bevat. ‘Sommige bedrijven die ons afvalwater aanbieden, weten dat de PFAS aanbieden. Andere ondernemingen zijn zich daar niet eens van bewust” aldus CFS-directeur milieu & kwaliteit De Jong in de NRC van 26 aug 2025 ( onbegrip-over-voornemen-om-afvalverwerker-pfas-te-laten-lozen-in-weert ) . Dat kan malafide zijn, maar ook bona fide omdat diffuse PFAS-verontreiniging wijd verbreid is.

De eerste aanvraag leidde tot zoveel kritiek dat hij aangehouden is, en dat CFS dd nov 2024 aanvullende informatie ingediend heeft die, naar de mening van de provincie, zoveel invloed had dat een nieuwe vergunning gepaster leek. Die is op 14 juli 2025 in concept verleend. Daarop konden zienswijzen ingediend worden en van die mogelijkheid is druk  gebruik gemaakt Ook dus door Milieudefensie Eindhoven.

De ontwerp-vergunning is te  vinden op ontwerpbesluit GS Limburg_OMgevingsvergunning CFS Weert .
De definitieve zienswijze van de gemeente Weert, die zich grote zorgen maakt over zijn riolering, is te vinden op https://gemeenteraad.weert.nl/Documenten/Definitieve-zienswijze-n-ontwerp-besluit-CFS-BV-geanonimiseerd.pdf . Als bijlage is de zienswijze van de GGD, van het Waterschap en van de ILT meegeleverd.

CFS heeft de PFAS-stoffen niet zelf geproduceerd. Ze komen binnen met het geaccepteerde afval. Vanaf dat moment is het afval de verantwoordelijkheid van CFS BV.

Het bij de acceptatie geldende protocol vertrouwt in eerste instantie op de beweringen van aanleverende klanten en eerdere ervaringen met die klanten. Het ILT vindt deze procedure te fraudegevoelig, en ik ook.
Vervolgens worden er op de aangeleverde afvalporties de gebruikelijke fysische en chemische scheidingsmethodes losgelaten die de basis van het bedrijf zijn (bezinken, zeven, persen, neutraliseren en zo). Dat resulteert in een voorraad smurrie die geëxporteerd wordt naar een echte vernietiger (bijvoorbeeld een vuilverbrander), en in een heleboel effluent-water. Dat wordt door CFS weekgemiddeld bemonsterd. Als een portie afval volgens de aanleverende klant zelf PFAS bevat, of als die portie PFAS-verdacht is, laat  CFS de betreffende monsters in een extern laboratorium  analyseren.
Daar kan uitkomen dat de concentratie GenX, PFOA, PFOS en overig PFAS boven een bepaalde drempelwaarde uitkomt. Die drempelwaarden staan genoemd in de voorschriften bij de vergunning en volgen uit de jaarvracht die CFS  van elk van deze vier categorieën mag lozen (hieronder de laatste kolom), gedeeld door de maximale jaarlijkse 150.000m3 water waarin die categorie weggespoeld mag worden, het riool in.  (Als voorbeeld: Bij bijvoorbeeld PFOA is die concentratie 1,1kg gedeeld door 150.000m3, dat omgewerkt geeft 7,5µg/liter).

Als er  stront aan de knikker  blijkt, probeert CFS met dagmonsters om de schuldige te achterhalen. Die krijgt dan feedback en zo hoopt CFS zijn afvalaanbieders steeds beter te leren kennen.

Als de concentratie van het effluent-water niet bekend is (wat kan op basis van goed geloof in de aanbieder of ervaring met die aanbieder), of als dat water na laboratoriumanalyse onder de drempelwaarde uitkomt, volgt een algemene achtervangbewerking met een actieve kool-doorstroomfilter met een rendement van gemiddeld 55%. Dat dat niet meer is, is (volgens de ILT) omdat CFS dat kosteneffectief vindt tot €284.300 per jaar.

Als de concentratie van het effluent-water voor een of meer van bovenstaande vier categorieën boven de drempelwaarde uitkomt, wordt het water naar hele grote bakken geleid (‘batches’), waar het, ook weer met actieve kool, bewerkt wordt maar dan intensiever. Deze batches moeten een scheidingsrendement halen van minstens 95% en dat moet ertoe leiden dat de betreffende afvalportie alsnog onder de voorgeschreven drempelwaarde uitkomt. Daarna verlaat het water de bak, passeert ook weer de algemene achtervangbewerking en gaat alsnog het riool in.

Er worden maar vier categorieën genoemd (uit de duizenden PFAS-stoffen die bekend zijn) omdat dat de enige vier categorieën zijn waarvoor een soort voorlopige norm bestaat. Men kan in een vergunning niet iets reguleren waarvoor geen norm bestaat en al die duizenden PFAS-stoffen op nul normeren is niet mogelijk.

De RioolWaterZuiveringsInstallatie (RWZI) van Weert

Zeer Zorgwekkende Stoffen en een vergunning voor onbepaalde tijd
Alle PFAS-stoffen zijn Zeer Zorgwekkende Stoffen. Bepalingen daarover zijn geregeld in de Omgevingswet en uitwerkingen daarvan. Dat is hogere wetgeving en wat daarin staat, hoeft in de vergunning niet herhaald te worden.
Daaronder de minimalisatieverplichting. Op basis daarvan moet CFS onder meer het bevoegd gezag iedere 5 jaar informeren over de mate waarin ZZS in de lucht of het water worden geëmitteerd en over de mogelijkheden om de emissies van ZZS in de lucht of het water te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken.
Hiervoor moeten vermijdings- en reductieprogramma’s (VRP) worden opgesteld. Voorgaande tekst betekent dat CFS vijfjaarlijks moet onderzoeken welke verdere reductie mogelijk is. Op grond daarvan en mogelijk ook op grond van nieuwe daadwerkelijk in de markt werkbare operationele technieken die als BBT worden aangemerkt kan de vergunning van CFS aangescherpt en  geactualiseerd worden.
In de voorschriften wordt deze algemene bepaling aangevuld met de eis dat voor dergelijke verbeteringen een VITO-studie geraadpleegd moet worden (hierover verderop meer).

GS van Limburg verlenen de vergunning voor onbepaalde tijd. Ik vind dat onverstandig, omdat het me niet duidelijk is hoe dwingend de vijfjaarlijkse minimalisatieverplichting in praktijk uitpakt.

Best Beschikbare Techniek (BBT) of Best Betaalbare Techniek (BBT)?
De concept-vergunning stelt expliciet dat bij het selecteren van Best Beschikbare Technieken economische afwegingen toegestaan zijn en beroept zich daarbij op een uitspraak van de Raad van State van 27 juli 2022 (202103884/1/R1).
In een eerdere Raad van State-uitspraak uit 2009, over Shell Moerdijk,  werd overigens het tegengestelde gezegd ( Energieraad : Shell Moerdijk moet vervuiling fors verminderen ).

De economische afweging maakt bijvoorbeeld dat in de concept-vergunning de 55% van de achtervangbewerking niet bijvoorbeeld 75%  of  95% is.

De overheid kan niet zomaar een maatregelenpakket verzinnen, maar is juridisch gebonden aan de Europese BREF-richtlijnen (Best Available Techniques Reference Documents), in dit geval de BREF-richtlijn voor de afvalbehandeling (2018)

Het resultaat van de aanpak van CFS  is dat het meeste PFAS nu in de actieve kool zit. Voor de Zuidwillemsvaart is dat fijn (zo men wil minder on-fijn). Maar het milieuprobleem als geheel is niet opgelost, maar verplaatst.
De concept-vergunning schrijft voor dat die actieve kool, alsmede alle materiaal dat niet het riool in gaat (bijvoorbeeld sediment of slib) thermisch verwerkt moet worden (lees in praktijk: verbrand).

GS van Limburg stellen dat de combinatie van absorbtie aan actieve kool, gevolgd door adequaat vormgegeven verbranding, op dit moment de BBT is waarbij BBT hier gelezen kan worden als een compromis tussen Beschikbaar en Betaalbaar.

Zowel de provincie als de ILT verwijzen naar een recente studie van het VITO (zoiets als de Vlaamse tegenhanger van TNO) ‘Beste beschikbare technieken (BBT) voor de zuivering van met PFAS belast bedrijfsafvalwater en bemalingswater‘, gepubliceerd december 2023. Juridisch heeft dit document geen status (in België ook niet). Het is te downloaden op VITO-document .

De VITO-auteurs hebben de zaak grondig aangepakt en zijn ook alle technieken in opkomst langsgelopen, die ten tijde van het schrijven bekend waren. Het is een interessant werkstuk, waaraan ik mogelijk nog eens een apart artikel wijd.
De VITO-studie laat zien dat er geen ideale oplossingen zijn. Een niet te veronachtzamen probleem is bijvoorbeeld dat er, behalve PFAS, nog vele andere stoffen in het afvalwater zitten. Je kunt veel  met (bijvoorbeeld) membramen, maar als er bijvoorbeeld een restant olie-emulsie in het afvalwater zit, slibt de membraam in no time dicht.
Hieronder bijvoorbeeld de voor- en nadelen van actieve kool volgens VITO. Een dergelijk overzicht bestaat er ook voor membramen (blz 103 van het VITO-document), en voor vele andere technieken.

De zienswijze van Milieudefensie Eindhoven
Deze is hieronder te vinden:


Milieudefensie Eindhoven voelt zich betrokken bij het onderwerp omdat de Zuidwillemsvaart vervuild wordt en Helmond aan dat water, stroomafwaarts van Weert, ligt.

De  conceptvergunning kwam midden in de vakantie uit en lag ter inzage t/m 26 augustus. Door toevallige omstandigheden kon ik er pas laat op reageren. Een heleboel organisaties hadden toen al een zienswijze ingediend, zoals de gemeente Weert, de GGD, Natuur en Milieu Limburg, en de ILT. Gemakshalve heb ik me daar namens Milieudefensie Eindhoven bij aangesloten, hoewel ik niet alle argumenten altijd even sterk vind.

De inbreng puntsgewijze:

  • We wijzen bedrijfseconomisch gemotiveerde versoepelingen af . BBT is Best Beschikbare Techniek
  • Lozingsvergunningen voor onbepaalde tijd moeten principieel worden afgewezen. Daar zijn er al te veel van
  • Het VITO-document is actueel t/m 6 juli 2023 (staat erin). Nadien is de startup Oxyle commercieel beschikbare PFAS-vernietiging gaan aanbieden op basis van een in VITO nog  niet genoemd technisch beginsel. Zie https://www.bjmgerard.nl/pfas-kan-vernietigd-worden/  . Milieudefensie heeft overigens geen enkele persoonlijke of zakelijke band met Oxyle, we zijn alleen geïnteresseerd in het proces.
    Milieudefensie vindt de officiële BBT-regels sterk verouderd (BREF dateert van 2018)
  • Mocht het juridisch niet mogelijk zijn om deze nieuwe techniek in een vergunning voor te schrijven, vraag dan vriendelijk maar dringend aan CFS of het mee wil werken aan een goed gedocumenteerde pilot, zodat er bij de volgende ZZS-herbeoordeling mogelijk een extra alternatief is

Veel rumoer en een nabeschouwing (“maar toch….”)
Alles wat met PFAS te maken heeft leidt tegenwoordig tot emotie en dat is begrijpelijk.

De gemeenteraad van Weert (exclusief de opzettelijk afwezige VVD) heeft in een extra raadsvergadering unaniem de door B&W ingebrachte zienswijze ondersteund en dreigt met juridische stappen tegen de provincie. Waterschap Limburg denkt er net zo over. De ene overheid die procedeert tegen de andere, het is niet niks.

Inspraakreacties bestaan meestal uit een uitvoerig ingekleurde schets van de vele slechte gevolgen, gevolgd door de oproep aan de provincie om de vergunning niet te verlenen. Van de concrete bepalingen van de ontwerp-vergunning krijgen alleen de om bedrijfseconomische redenen  beperkte 55% aandacht, alsmede het risicogevoelige acceptatieprotocol – beide op zich terecht.
Alleen de ILT ging, zoals men verwachten mag, dieper in op de technische bepalingen in de vergunning. Dat leidt tot een technische discussie tussen vakambtenaren, die ik met interesse gelezen heb, zonder in alle gevallen een winnaar aan te kunnen wijzen. Daarvoor moet men meer van de concrete praktijk van CFS weten. Ook de ILT wil dat de vergunningaanvraag afgewezen wordt.

Maar toch: sta ik daar zelf dubbel in.
‘ Vroeger’ liep alle PFAS gewoon ongehinderd door CFS heen en belandde in het riool. Dezelfde aanleveranciers boden toen hetzelfde afval aan als nu. Men wist toen niet beter of hoefde niet beter te weten.
‘Straks’, als de vergunning doorgaat zoals die er nu in concept ligt, wordt een groot deel van de PFAS afgevangen en vernietigd. “Eigenlijk betekent een vergunningverlening legalisering van een tot dan toe niet vergunde lozing”, zoals Rijkswaterstaat opmerkte (Rijkswaterstaat is bevoegd gezag inzake het Wilhelminakanaal). En nog wat langer geleden hoefde die lozing niet eens vergund te worden.

De concept-vergunning leidt zowel in het Weertse riool als in de maatschappij als geheel tot een verbetering t.o.v. de bestaande situatie. Men kan vinden, ik vind dat ook, dat die verbetering niet groot genoeg is en dat de vergunning ambitieuzer moet, liefst nu en anders over vijf jaar.
Bij geen vergunning moet het bedrijf dicht, ontstaat er een afvalprobleem anders dan PFAS,  en blijft alle PFAS ongewijzigd in het milieu aanwezig – mogelijk niet in het Weertse riool, maar dan toch op  onbekende plekken elders.

Zo beschouwd bevordert CFS BV een algemeen belang, namelijk de vernietiging van PFAS. Men zou zich kunnen voorstellen dat zoiets de overheid een subsidie waard is, die bijvoorbeeld vorm zou kunnen krijgen in de financiering van de door Milieudefensie Eindhoven voorgestelde pilot moderne scheidingstechniek. De provincie Limburg zou eens kunnen gaan praten met (bijvoorbeeld) Oxyle.

Een vlekkeloze PFAS-vergunning bestaat niet. Liever de best mogelijke vergunning dan geen vergunning, de hartenkreet van velen.

PFOS

DAF Trucks brengt Duurzaamheidsrapport 2024 uit

Inleiding
In het kielzog van de landelijke aanschrijving van 30 bedrijven in den lande door Milieudefensie heeft Milieudefensie Eindhoven DAF Trucks aangesproken op een te behalen klimaateis. Daaruit ontstond een goed contact, dat resulteerde in een gesprek met twee leidinggevenden bij DAF Trucks over het kort daarvoor uitgebrachte Sustainability Report 2023 (het eerste rapport van dien aard van DAF Trucks). Er was ook iemand van de staf van Milieudefensie landelijk bij.
In het gesprek bleek dat de meningen een heel eind dezelfde kant opgingen. Naar aanleiding van dit gesprek is een (geauthoriseerd) verslag op deze site verschenen onder https://www.bjmgerard.nl/daf-trucks-en-milieudefensie-spreken-over-het-klimaat/ (en van daaraf verder terug).
Onder andere is afgesproken dat er een nieuw gesprek plaatsvindt naar aanleiding van het Sustainability Report 2024. Dat gesprek zal binnenkort plaatsvinden.

Het Sustainability Report 2024 is te vinden op daf-sustainability-report-2024.pdf . Ik vind het  een goed werkstuk.

Opgebouwd rond de Europese CSRD-wetgeving
In het Sustainability Report 2023  baseerde DAF Trucks zich voor het eerst op de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). In het Sustainability Report 2024 is deze benadering uitgebreid en verdiept, op basis van de wetgeving zoals die in 2023 van kracht geworden is.

Bij de CSRD-richtlijn hoort een heleboel Europees jargon. Dat is voer voor specialisten, en die zitten soms bij accountantsbedrijven. Ik vond bijvoorbeeld een verhaal op de website van het  grote, internationale accountantsbureau  PWC ( sustainability/esg/corporate-sustainability-reporting-directive/ ) dat goed geactualiseerd is. (Zie dit als een voorbeeld, PWC is in deze niet speciaal.)

De grondgedachte van de CSRD is dat grote  bedrijven tot dan toe alleen maar moesten rapporteren wat er financieel ‘material’ was (‘material’ betekent in accountantskringen zoiets als ’relevant’ of ‘van belang’), en dat ze vanaf 2023 ook moesten aangeven wat er qua duurzaamheidsimpact ‘material’ was. Vandaar de jargonkreet ‘double materiality’. Zodoende ontstaat er een soort 2*2-matrix zoals hierboven aangegeven (voor DAF Trucks).
Bij grote bedrijven is een miljoentje meer of minder niet ‘material’.

De CSRD-richtlijn is gebouwd op de onderliggende ESG-begrippen (waar Trump zo’n hekel aan heeft) Environmental, Social en Governance. Die abstracties worden in de eerste opzet van de CSRD via een lijstje met 12 standaarden omgebouwd tot een min of meer hanteerbaar boekhoudsysteem (over dat ‘min of meer hanteerbaar’ bestaat veel discussie ).  Die standaarden heten European Sustainability Reporting Standards (ESRS)  en werden halverwege 2023 definitief, en in december 2023 officieel gepubliceerd.
Vijf van die standaarden vallen onder de E (dus van Environmental), vier vallen onder de S van Sociaal, één onder de G en twee zijn overstijgend. De Nederlandse SER geeft een uitleg die redelijk te volgen is op https://www.ser.nl/nl/thema/duurzaamheid/faq/csrd-esrs-standaarden .  

Onder invloed van de toenemende rechtse invloed en van het geklaag vanuit sommige bedrijven wordt er geduwd en getrokken om de CSRD-verplichtingen soepeler en makkelijker te maken (bijvoorbeeld uitstel, minder deelnameverplichting, minder standaarden). Deskundigen met een ruimere blik dan alleen het veronderstelde bedrijfsbelang op korte termijn spreken er schande van (zie bijvoorbeeld de-omnibus-is-een-sigaar-uit-eigen-doos uit Change).   Onduidelijk is welke invloed dat op een bedrijf als DAF Trucks zal  hebben – bijvoorbeeld of het doen en laten inzake duurzaamheid meer gemotiveerd zal blijken te zijn  door innerlijke overtuiging dan door opgelegde dwang en concurrentie-eisen . In dit artikel valt daarop geen antwoord te geven.
 Het Sustainability Report 2024 is  nog op de ‘strengere’, oude  CSRD-richtlijn gebaseerd.

DAF Trucks loopt in zijn Duurzaamheidsverslag de ESG-categorieën af.
In Appendices op het eind van de rapportage staan lijsten met kengetallen op elk rapportagegebied.
Via door het rapport verspreide QR-codes kan nadere informatie opgevraagd worden.

DAF Trucks en de CSRD – klimaat (ESRS E1)
In bovenstaande afbeelding zijn de wolkjes de broeikasgassen.
De lichtgrijze kolom met de stekker is wat in het jargon ‘scope 2’ heet, de elders ingekochte energie voor eigen gebruik.
De vertikale groene balk is ‘scope 1’, de broeikasgassen die uitgestoten worden in de eigen fabriekscomplexen.
De lichtblauwe  linkerkolom betreft de broeikasgassen die bij de leveranciers van goederen en diensten worden uitgestoten (bijvoorbeeld de mijnbouw of de kunststofproductie door een leverancier) Dit heet in het jargon ‘scope 3 upstream’.
De lichtblauwe rechterkolom betreft de broeikasgassen als de vrachtauto’s de fabrieksdeur uit zijn ( in het jargon ‘scope 3 upstream’. ).

Alle kolommen samen tellen in het broeikasgasprotocol als de ‘waardeketen’ van DAF Trucks.

Bij DAF Trucks is de linkerkolom goed voor ca 5% van de broeikasgasemissies in  de waardeketen, zijn de twee middelste kolommen goed voor bijna 0,5%, en is de rechterkolom goed voor ca 94% van de broeikasgasemissies, en dat betreft dan weer bijna uitsluitend wat er uit de uitlaat van de vrachtauto’s komt bij regulier gebruik.

De activiteiten die van toepassing zijn op DAF Trucks zijn aangegeven met een stip, en daarbinnen de activiteiten die relevant zijn met dikgedrukte letters. Dat betreft dus de categorieën ‘Purchased goods en services’ aan de toeleverende kant en de categorie ‘Use of sold products’ aan de afnemende kant.

Het beste, dat DAF Trucks dus kan doen, is enerzijds eisen stellen aan, en goede banden opbouwen met, zijn leveranciers (leverancier zijn bij DAF Trucks is een soort inhoudelijke samenwerking aangaan). , en vooral goede vrachtauto’s bouwen die niets of zo weinig mogelijk uitstoten. En daarover gaat dus een groot deel van het Duurzaamheidsverslag.

Waar moet je dan aan denken? Een belangrijk deel van het antwoord zit in onderstaande afbeelding.

Dit is wat een DAF XF New Generation aan broeikasgas uitstoot in zijn hele leven, bij gebruik van de verschillende energiebronnen waarop de auto kan rijden. Diesel B7 is gangbaar fossiel, daarop volgen twee soorten biodiesel, en daarna de elektrische versie met een kleinere en grotere accu.
‘Well to Tank’ is het proces om de energiebron beschikbaar te krijgen (bij fossiel oa de raffinaderij, bij biodiesel het agrarisch proces en de omzetting in brandstof, en bij elektrisch de broeikasgassen die vrijkomen bij de stroomproductie in de Europese elektriciteitsmix van 2021 ). ‘Tank to Wheel’is wat er vrijkomt als de auto rijdt.

Met deze en vele andere maatregelen wil DAF Trucks de broeikasgasemissies in Scope 1 en 2 in 2030 met 45% teruggedrongen hebben,  en de Scope 3-emissies met 43%. Dat is wat DAF moet van de EU, en toevallig ook ongeveer wat Milieudefensie bij de door landelijk aangeschreven 30 bedrijven geëist heeft.

DAF Trucks en de CSRD – luchtverontreiniging (ESRS E2)

Uiteraard stoot een elektrische vrachtauto geen NOx uit en geen (ultra)fijn stof (althans, uit de motor – slijtage is een ander verhaal). Maar het ophogen van het Euro zoveel – getal in steeds nieuwere motoren perkt ook de uitstoot van deze stoffen in.
Hierboven de maximale uitstoot van een diesel-vrachtauto aan NO(horizontale as) en fijn stof (vanuit de motorn vertikale as) bij oplopend Euronummer.

DAF Trucks en de CSRD – circulaire processen (ESRS E5)
Het Sustainability Report 2024 beschrijft circulaire processen volgens de ladder refus- reduce – reuse – recycle. De activiteiten reiken van  een uitgebreid systeem van afvalscheiding in de fabrieken via ‘remanufactoring’ van onderdelen van het aandrijf-, rem- en elektronische systeem tot het terugnemen, opwaarderen en weer verkopen van tweedehands trcuks. Ongeveer 35% van een DAF Truck bestaat uit gerecycled materiaal, wat vooral in de zwaardere metalen onderdelen zit.


Materialen worden gekozen of ontworpen met end of life – gebruik als uitgangspunt.
Voorbeeld is bovenstaande verpakking van een nieuwe voorruit, zoals die vanuit distributiecentra van PACCAR Parts de wereld ingaat. De verpakking bestaat uit één stof (karton), wat de verwerking in het afvalstadium eenvoudiger maakt.
Zo is in 2024 ook het hergebruik van pallets verbeterd.

DAF Trucks en de CSRD – Care for people (ESRS S1 t/m 4)
Het betreft eigen personeel, personeel elders in de waardeketen, belanghebbende gemeenschappen en consumenten en eindgebruikers.

DAT Trucks heeft fabrieken in Eindhoven, het Belgische Westerlo, Leyland (UK) en het Braziliaanse ponta Grossa, en assemblagebedrijven in Australië en Taiwan.

Het verslag bevat slechts eigen uitspraken van de directie van de onderneming en niet bijvoorbeeld een bijdrage van werknemersorganisaties als de vakbonden en de Ondernemingsraad en vergelijkbaar. Het is me ook onduidelijk hoe eventueel een accountant hiermee omgaat.
Verder is dit mijn deskundigheidsgebied niet.
Dit alles  gezegd zijnde, wat observaties.

Er is expliciete aandacht voor diversiteitsbeleid.

Dit deel van het verslag opent met ‘Key Human Rights’, essentiële mensenrechten zoals discriminatie, veiligheid en gezondheid
In 2024 is er een Social Impact Assessment uitgevoerd, gericht op inherente industriële risico’s, risico’s voor kwetsbare groepen en dit soort kwesties in de hele waardeketen.

De helft van de arbeidsongevallen bij DAF Trucks betreft handen en vingers. In 2024 is de campagne gevoerd ‘High five for hand safety’, waardoor (in elk geval in eerste instantie) het aantal ongevallen in Eindhoven en Westerlo met een derde omlaag ging.
Bij Leyland Trucks kregen werknemers een gratis prostaatkanker screening aangeboden.

Voor zover ik dat bekijken kan, is er sprake van een minstens op papier, en mogelijk ook i n werkelijkheid goed Human Resources-beleid, ook waar het om relaties met dealers en toeleveranciers en toekomstige chauffeurs gaat.

Tenslotte is er een paragraaf over veiligheid in het wegverkeer voor de chauffeur zelf, en voor wie en wat er nog meer op de weg aanwezig is.

DAF Trucks en de CSRD – zakelijk goed gedrag (ESRS G1)
Emoployees en zakenrelaties, waaronder leveranciers en dealers, worden geacht zich fatsoenlijk te gedragen. Leveranciers en dealers worden geacht de mensenrechten te respecteren, een veilige werkomgeving te bieden en om dwangarbeid en mensenhandel tegen te gaan.
Een verbod op corruptie wordt niet expliciet in de rapportage genoemd, maar zal ongetwijfeld ergens op papier staan

Er liggen gedragscodes en er is een klokkenluidersregeling.

In hoeverre deze goede bedoelingen allemaal lukken, blijft bij elke onderneming de vraag. Men kan daar makkelijk cynisch over zijn, maar DAF Trucks is geen onderneming die een lange lijst aan schandalen achter zich aan sleept.