Juridisch gedoe rond Jansen Recycling wordt absurdistische klucht (update 01feb2017 en 07juli2023)

Jansen Recycling is een dochterbedrijf van de (op dezelfde plek gevestigde) holding A.Jansen BV. Dit recyclingbedrijf voert een aantal werkzaamheden uit, waaronder de ‘recycling’ van Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG). Dat is koolteerhoudend asfalt, dat al jaren verboden is, maar nog steeds bij wegrenovaties naar boven komt. Het spul staat stijf van de PAK’s, maar bevat ook hulpstoffen als zand en grint die teruggewonnen kunnen worden. Thermische reiniging in Nederland (wat in praktijk gecontroleerd verbranden betekent) is de voorgeschreven standaard. Dat is een beproefd proces (een Thermische Reinigings Installatie TRI) en met een juiste milieuvergunning (en handhaving daarvan) zou het op die locatie aanvaardbaar zijn.

Jansen Recycling BV ligt op dezelfde plaats als Jansen BV, aan de Kanaaldijk Zuid in Son, op Ekkersrijt.

Aan de andere kant van een rij bomen ligt het grote recreatiebedrijf Aquabest van buurman Van Pelt. De twee verkeren in heftige juridische onmin.

Ik heb hier al veel over geschreven, ga dat allemaal niet herhalen, en verwijs daarvoor naar het voorlaatste artikel (Raad van State gelast verwijdering TAG van Jansen Recycling ). Daarna: volg het spoor terug.

Wel ingenomen, niet verwerkt
Jansen Recycling is in 2007 begonnen met TAG in te zamelen. Voor wegbeheerders is TAG chemisch afval, en ze moeten betalen om er van af te komen. Zo streek Jansen €32 per ton op, en er lag een tijd geleden 600.000 ton.
Klein probleem is dat Jansen niets kon verwerken, want hij had geen machine en dat was zijn eigen schuld. Ondertussen hoopte het spul zich op tot een TAG-berg berg van tientallen meter hoog, waarop Van Pelt
vanuit Aquabest een vrij uitzicht had.
En omdat Jansen Recycling binnen uiterlijk drie jaar moet verwerken, en omdat na die drie jaar de opslag een stort wordt waarvoor geen vergunning gegeven is, is Jansen al vanaf 2010 in overtreding en is de TAG-berg illegaal.
Maar hij bleef inzamelen en dat mocht allemaal van de Provincie (bevoegd gezag), want die greep niet in. Tot 2011, toen SP-er Johan van den Hout belast werd met de erfenis van zijn voorgangers in de vorm van dit toen al uit de hand gelopen hoofdpijndossier.

De opslag wordt gereguleerd in de algemene milieuvergunning van het terrein, waarop in augustus 2012 een Revisievergunning aangevraagd is. Die uiteindelijk, na veel heen en weer geprocedeer,  in december 2015 verleend met o.a. extra bepalingen over de hoogte en de omvang van de TAG-berg, een opslagtermijn van drie jaar en maximaal 850.000 ton opslag.
Ondertussen was er dus nog steeds geen operationele TRI-machine en dat ding vereist een aparte vergunning.

Paradoxen
De paradox is dat het Bevoegd gezag (de provincie) uiteindelijk gelijk gekregen heeft van de Raad Van State, dat Jansen Recycling de illegale stort (inmiddels 1 miljoen ton) onder een provinciale dwangsom gefaseerd af moet voeren, en dat de provincie niet blij mee is met de eigen overwinning omdat die (niet ondenkbeeldig) bang is dat Jansen Recycling failliet gaat, waarna de provincie voor de verwijdering opdraait.
Bovendien gaat al dat TAG, ten koste van veel autokilometers want er zijn maar drie van dit soort bedrijven in Nederland, naar een collega-bedrijf wat er vervolgens precies hetzelfde mee doet. Namelijk het goede, vernietigen.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). De grijze pyramide is de TAG-berg.

Ondertussen liep op het parallelle spoor sinds november 2014 de aanvraag voor de vergunning van de TRI. Dat spoor mondde uit in een concept-beschikking (waarover ik voor de Eindhovense wijk Achtse Barrier een zienswijze geschreven heb), en uiteindelijk op 19 januari 2017 in een definitieve beschikking, waartegen ongetwijfeld door Van Pelt geprocedeerd zal worden.
Over x maand of jaar wordt die vergunning, naar alle waarschijnlijk-
heid, definitief van kracht en de tweede paradox is hoe het verwerkingstempo van de eenmaal draaiende installatie (aan TAG, grond en dakafval samen 300.000 ton per jaar)  zich verhoudt tot wat er dan nog ligt.
De Raad van State doet alsof er geen TRI-machine is (want dat was inderdaad nog volstrekt onduidelijk ten tijde van de uitspraak), de provincie doet in zijn revisievergunning alsof de machine er wel is .
Een klein conflict is nog dat de gemeente Son en Best het er niet over eens zijn hoe al die vrachtwagens moeten rijden. Je kunt in praktijk alleen bij Jansen komen vanuit westelijke richting (over de Terraweg), en die wil de gemeente Best eigenlijk het liefste sluiten.

En toen kwam het Openbaar Ministerie
En of het allemaal nog niet ingewikkeld genoeg was, kwam  toen het Openbaar Ministerie met een strafrechterlijk traject. De feiten zijn dezelfde als die in het bestuurlijke traject een rol spelen, maar het OM vindt dat alles ook strafrechterlijk relevant.
Op 17 jan 2017 eiste de Officier van Justitie 100 uur werkstraf (helft voorwaardelijk) tegen holding-directeur Toon Jansen en €30.000 tegen twee dochter-BV’s (helft voorwaardelijk). Op zich te volgen.
Maar als het tot een veroordeling komt, wil het OM ook aan Jansen als privépersoon onrechtmatig verkregen voordeel te ontnemen ter waarde van 12,5 miljoen. En dan wordt het tricky: het voordeel is onrechtmatig omdat Jansen wel geld aannam, maar de tegenprestatie niet uitvoerde. In hoeverre bedreigt dat de verwijdering en/of de verwerking van het TAG als Jansen deze tegenprestatie met veel vertraging alsnog zou gaan uitvoeren? In hoeverre is die 12,5 miljoen dan alsnog onrechtmatig?
Ik kan er geen verstandig woord over zeggen.

De advokaat van Jansen vond het allemaal onzin. Het lag allemaal aan Van Pelt en Jansen had veel meer kunnen verdienen door het afval te exporteren.
Wat beide kul is.
Jansen heeft specifiek geld aangenomen voor de Thermische Reiniging. Als hij had willen exporteren (wat soms wel en soms niet verboden is, en hoe dan ook niet de officiele voorkeur), had hij een heel ander verhaal moeten vertellen.
De procedures van Van Pelt gingen over de revisievergunning, niet over de TRI. Dat had ook moeilijk gekund, want je kunt nou eenmaal moeilijk procederen tegen een apparaat waarvoor nog niet eens een vergunning aangevraagd is. Die werd, zoals gezegd, pas aangevraagd in nov 2014 en verleend in januari 2017. Pas nu kan Van Pelt gaan procederen tegen de TRI.

Inmiddels heeft de Rechtbank in Den Bosch op 31 januari 2017 de persoon Toon Jansen tot 50 uur werkstraf veroordeeld en ligt er een ontnemingsmachtiging tot €11 miljoen. De feitelijke ontneming kan nog maanden duren, maar er is al beslag gelegd op eigendommen.
Twee werkmaatschappijen kregen elk een boete van €10.000.

Benieuwd hoe deze kluwen ooit nog ontward gaat worden.

Update dd 07 juli 2023

Inmiddels is de lucht geklaard. Jansen Recycling is al een paar jaar aan het werk (eindelijk) en de juridische procedures zijn achter de rug.
Inmiddels lopen er contacten met stadsverwarmingsexploitant Énnatuurlijk over afname van de verbrandingswarmte

Jansen Recycling aan de Terraweg langs het Wilhelminakanaal

Een ontstoken been en medicijnen in het water

Vanwege een flinke wondroosinfectie lig ik sinds vrijdag 6 januari in het Catharinaziekenhuis. Ik wordt daar doorgeinfuseerd met een antibioticum dat oraal niet werkte (nu wel, zij het nog niet goed genoeg, dank u).

Zelfportret met infuus_CathZiekenh_jan 2017

Ik krijg Flucloxacilline, 4 gram per dag. Dus vrijdag een halve dag, in elk geval zaterdag t/m dinsdag geheel, waarschijnlijk langer. Ongetwijfeld komt een flink deel van die 4gr/dag via het riool, en de RioolWaterZuiverings Installatie (RWZI) in de Dommel terecht. Daar kan ik ook niets aan doen.

Flucloxacilline is een smalbandig antibioticum uit de penicilline-familie.

Mijn poep en plas stinken er  naar, en onder de oksels ruik je het ook. Vanwege die plas dacht ik terug aan een een artikel op deze site over medicijnresten in oppervlaktewater ( Medicijnresten in oppervlaktewater ).

Van wat de specifieke stof  Flucloxacilline in het oppervlaktewater doet, kan in niet wat vinden. Het is een van die 8000 werkzame stoffen die in bovenstaand artikel genoemd worden. Ik raad de lezer aan om het algemene verhaal in het artikel er eens bij te pakken.

Kan het Catharinaziekenhuis (meer algemeen elk ziekenhuis) iets aan bronbeleid doen? Ik ken geen voorbeeld, maar ik zal eens gaan zoeken

 

 

Arbeidsongevallen in Brabant

De Inspectie SZW (zeg maar, de Arbeidsinspectie) houdt bij welke arbeidsongevallen er gebeuren.
De organisatie LocalFocus ( www.localfocus.nl/nl/ ) heeft bij de Inspectie een op postcode geordend overzicht opgevraagd van het aantal arbeidsongevallen in de periode 2010 t/m 2015. Daar bleek de Wet Openbaarheid van bestuur voor nodig. Het Eindhovens Dagblad publiceerde er op 25 nov en 01 dec 2016 een artikel over, toegespitst op de regio Eindhoven-Helmond. Dat geeft dit plaatje:

Detailkaart van de arbeidsongevallen in de regio Eindhoven-Helmond

In dit gebied vonden de meeste arbeidsongevallen plaats op het BZOB-terrein in Helmond (postcode 5705) . Dat waren er in de zes jaar van de studie 24 ongevallen met 29 slachtoffers. Daarvan zijn er twee overleden (bij Xycarb), zijn er 16 in het ziekenhuis opgenomen, waarvan er 11 blijvend letsel hebben. Het ging om 26 mensen in vaste dienst en 3 uitzendkrachten.
Op het Eindhovense terrein De Hurk (postcode 5652) vielen bij 19 ongevallen 21 slachtoffers, geen dodelijk, 12 ziekenhuisopnames waarvan 5 met blijvend letsel. Negen mensen waren in loondienst, zes uitzendkracht.

De afgedrukte kaart is statisch. De echte kaart op de website van LocalFocus is aanklikbaar. De statische kaart voor NBrabant  ziet er als volgt uit:

Arbeidsongevallen in Brabant over 2010 t/m 2015 door LocalFocus

Men kan de dynamische kaart vinden op https://go.localfocus.nl/#/newsmap/0992cb8298806b99800613928391c6129f7552479b68f54252f3d64e6349a203/ .

Als je daarop wat verder kijkt, is de gevaarlijkste postcode van NBrabant 4782, oftewel industrieterrein Moerdijk. Daar waren 61 ongevallen met 62  slachtoffers, twee overleden, 41 in het ziekenhuis, waarvan 14 blijvend letsel, verdeeld als 39 in loondienst en 23 uitzendkracht.

Zo ook postcode 5048 (het Tilburgse industrieterrein Kraaiven): 53 arbeidsongevallen met 53 slachtoffers, waarvan geen dodelijk, 24 ziekenhuisopnames waarvan 17 met blijvend letsel, 38 in loondienst en 15 uitzendkracht.

Het gevaarlijkste postcodegebied van Nederland is 1951 (Velsen-Noord), waar bij 80 ongevallen 99 slachtoffers vielen, gevolgd door de Botlek met 73 ongevallen en 74 slachtoffers. Moerdijk staat derde.

Zo op het oog lijkt het erop dat uitzendkrachten relatief vaak een arbeidsongeval krijgen, maar ik mis het statistisch materiaal om dat hard te kunnen maken.

Afvalcowboy Bruekers en geblokkeerde rekeningen

Recyclen is nodig en er moeten ondernemingen zijn die dat doen, maar ik wantrouw elk recyclingbedrijf uit principe zolang het bona fide karakter niet deugdelijk bewezen is.

De gang van zaken bij Bruekers bevestigt dit vooroordeel nog maar weer eens. Bruekers heeft minstens twee ondernemingen, waarvan er één vestigingen had in Helmond en Maasbracht, terwijl een andere in Weert gevestigd is.

Schoonmaak van het pand van Bruekers (foto ED, 2016)

Maasbracht en Helmond
Bruekers nam in Maasbracht allerlei afvalstoffen aan, waaronder veel gevaarlijk chemisch afval. Degene die dat afgeeft, betaalt daarvoor op zeer korte termijn geld als vergoeding voor de kosten van de verwerking, die soms op de zeer lange termijn plaats vindt. Of helemaal niet – bij Bruekers Maasbracht en Helmond is nergens aangetoond dat er überhaupt verwerkt is. Er is alleen maar opslag aangetoond. In Maasbracht in de panden Hazenloop 6 en 8 boven de vergunning, in het pand Hazenloop 4 zelfs zonder vergunning.
In Helmond bleek het uiteindelijk om 680 vaten te gaan, gevuld met 500.000 liter afval, waarvan een heleboel zoutzuur en salpeterzuur. Een aantal van die vaten waren gaan lekken en de drab had zich door de muur met buurman Matrho gevreten. Daar zagen ze ineens een groene borrelende massa binnenstromen. Matrho is al vanaf 12 augustus gesloten en medewerkers mogen er alleen nog met een gasmasker naar binnen.
Op 20 september ging Bruekers Recycling BV te Maasbracht failliet. Er was financieel nauwelijks wat te halen.
De provincie Limburg was twee ton kwijt aan het opruimen, de provincie Brabant 1 miljoen.

Weert
Wim Bruekers heeft ook een recycle-onderneming in Weert, Metaalhandel Bruekers aan de Moeselpeelweg. Daar werd ‘verwerkt’, wat er in praktijk uit bestond dat het bedrijf oude metalen in nam en opsloeg, kabels en machineonderdelen afbrandde, met het doel edele metalen terug te winnen. Dat gebeurde nabij woonhuizen, aan de rand van een beschermd natuurgebied, jaren achtereen illegaal. De stank en de giftige lozingen moesten de omwonenden maar verdragen. Uiteindelijk werd de illegaliteit opgelost door een vergunning te geven (2012). De inspraakreacties uit de omgeving circuleren nog op het Internet en spreken boekdelen (zie Tekst spreekrecht dhr Bausch_Bruekers_Weert en Tekst spreekrecht dhr Kruitwagen_Weert ). Een redelijke samenvatting van dat verslag is te vinden op www.wijlimburg.nl/nieuws-overzicht/verhuurder-ziet-verkoop-afketsen-waarna-hij-provincie-vraagt-op-te-treden-tegen-bm-recycling-b-v/ .

Het terrein van Bruekers aan de Moeselpeelweg in Weert

Uiteindelijk gelastte de gemeente Weert op 31 oktober 2016 om de illegale opslag binnen twee weken af te voeren. Dat gebeurde niet en toen moest de gemeente Weert het doen. Die is daar dus ook nog eens een mij onbekend bedrag aan kwijt geraakt, waarvoor nog enigszins het beginsel “eigen schuld, dikke bult” geldt. Op 30 november is het terrein verzegeld. Bij het opruimen waren zakken gescheurd, waardoor er allerlei troep in de grond was gelopen.

Er loopt een strafrechtelijk onderzoek tegen Bruekers.

Betalen op een geblokkeerde bankrekening
Zowel de provincies Brabant als Limburg hebben nog de nodige andere akkefietjes gehad, waarbij de provincie voor veel geld rotzooi mocht ruimen. Ook andere provincies hebben zulke toestanden meegemaakt. Ze hebben er genoeg van.
De Brabantse SP-gedeputeerde Johan van de Hout is met staatssecretaris Dijksma van Milieu (PvdA) in overleg gegaan, mede namens de andere provincies. Hij wil dat betalingen ter verwerking van (chemisch) afval op een geblokkeerde rekening gestort worden. Zulke “escrow-rekeningen” zouden wettelijk verplicht moeten worden. Dijksma reageerde begripvol en zou het gaan oppakken. Dat zou een hele goede zaak zijn.

Jansen Recycling
In feite bestaat dezelfde situatie bij Jansen Recycling op Ekkersrijt (Son en Breugel, nabij Eindhoven). Jansen zamelt al sinds 2007 Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG)  a raison van €32 per ton, meteen te betalen, en verwerkt in 2016 ook nog steeds niet. De vergunningaanvraag voor de machine die die verwerking zou moeten doen, loopt nog. Inmiddels ligt er 600.000 ton TAG, veel meer dan de vergunning toe staat. Als dat mis mocht lopen (bijv. omdat Jansen Recycling failliet gaat), zit de provincie met een nog veel duurder probleem opgezadeld.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). De grijze pyramide is de TAG-berg.

Als de voorgangers van Johan van de Hout zo slim waren geweest om in 2007 een escrow-rekening te eisen, was de verhouding tussen provincie en Jansen recycling nu een stuk minder gecompliceerd geweest.

 

Vogelgriep en varkensgriep

Het RIVM meldde op 14 november en 6 december 2016 dat een patient “ernstige griepklachten” had door de H1N1-stam van het Influenze A-virus. De patient was recent in een stal met varkens geweest. Zie http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2016/Pati_nt_ziek_door_varkensgriep
Het Eindhovens Dagblad van 10 december meldde dat het om een meisje van 9 jaar uit Bakel te gaan. Ze was bijna dood, maar inmiddels weer gezond.

Influenza A H1N1 (Mexicaanse griep)

Tegelijk heerst er in de regio de vogelgriep, de Influenza A H5N8-stam, maar die heeft er niets mee te maken, aldus het RIVM.

Zal concreet nu zo zijn, maar varkens gelden als mengvaten. Die kunnen verschillende soorten griep tegelijk krijgen en die kunnen dan mengen. De Mexicaanse griep was zo’n versgemengd H1N1-virus.

Ik heb er veel te weinig verstand van om iets te kunnen beweren, maar de gedachte aan verschillende soorten griep tegelijk in een regio zo vol met varkens en kippen als de onze staat me niet aan.

Gemeenten passen regelgeving voor risico’s van gevaarlijke stoffen onvoldoende toe

Onder deze kop bracht de provincie Noord-Brabant op 14 december 2016 een persbericht uit over de manier, waarop Brabantse gemeenten omgaan met fysieke veiligheidskwesties in bestemmingsplannen (BP).
Ik zal hieronder eerst het persbericht weergeven. Dat is zo compact dat het niet loont om het samen te vatten.
Bij het persbericht hoort een tabel met de beoordeling per industrieterrein, en een toelichting op die tabel.
  
De tabel met resultaten is hier te vinden.
De toelichting is  hier  te vinden.

Bij een nadere beschouwing vallen zaken op.

  • Als er 180 bestemmingsplannen in 66 gemeenten beoordeeld zijn, moet het noodzakelijkerwijs om een beperkte steekproef gaan.
  • In mijn woonplaats Eindhoven staan vier bestemmingsplannen genoemd.

    Pagina uit bijlage 4 van het provinciale rapport op risico beoordeelde bestemmingsplannen

    In Doornakkers liggen geen gevaarlijke bedrijven. De volgende twee terreinen kennen gevaarlijke objecten (bijv. een propaantank en een LPG-station in en nabij het gebied van de Grote Beek, diverse laboratoria en pilotproducties op de High Tech Campus), maar dat is allemaal niet schokkend. Allen BP De Kade is aandacht op zijn plaats.

De provincie is van oordeel dat Eindhoven de fysieke veiligheid in deze bestemmingsplannen adequaat aanpakt. Zou waar kunnen zijn.

Wat echter opvalt, is dat de Eindhovense bedrijventerreinen waar de BRZO-inrichtingen liggen  er niet op staan, nl De Hurk, het GDC en het vliegveld. IN hoeverre het rpovinciale oordeel representatief is voor Eindhoven, is niet duidelijk. In elk geval de Hurk functioneert nog steeds op basis van een BP uit 1988 en het lukt al jaren niet om dat geupdated te krijgen.

  • Het Buitengebied Deurne bijv. komt er niet helemaal goed uit.
  • In Helmond bijv. staat het BZOB-terrein niet op de lijst en ook niet het terrein van Xycarb (waar  gewoed heeft en een dodelijk arbeidsongeval plaatsgevonden heeft).

    Brand bij Xycarb 11 juni 2015

    Kortom, de tabel geeft wellicht een indruk van het algemene functioneren van een gemeente op het gebied van veiligheid op industrieterreinen, maar de studie is zeker niet dekkend.

Interessant is verder nog waar er een urgente saneringssituatie bestaat.

Voor wie hier meer mee wil doen, de bijbel op het gebied van ruimtelijke inbedding van risico’s is het “Groene boekje” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) . Dat is te vinden op https://vng.nl/onderwerpenindex/milieu-en-mobiliteit/externe-veiligheid/bedrijven-en-milieuzonering

Voor een eerder artikel over bedrijventerrein De Hurk op deze site, zie Inspraakreactie over het nieuwe BP De Hurk in Eindhoven  en De Hurk en Eindhovense bedrijventerreinnota

Brabant stikt in de stikstof, en dus heeft Johan van den Hout groot gelijk

De provincie werkt langs meerdere sporen om te voldoen aan de internationale akkoorden omtrent de kwaliteit van lucht, bodem, water en natuurgebieden. De bedreigingen zijn vele, maar dit verhaal gaat over een van de bedreigingen, namelijk ammoniak en meer algemeen stikstof.

Een uitleg van stikstof
Ammoniak (NH3 ) is een van de chemische vormen van het element stikstof. De veruit belangrijkste bron van ammoniak is de veeteelt, met name de intensieve veeteelt.
Ammoniak is een gas dat met de wind meewaait en uiteindelijk (bijvoorbeeld door de regen) in de bodem komt. Dat heet depositie. In de bodem wordt ammoniak door bacterien omgezet in een andere vorm van stikstof, het nitraation (NO3 ), kortheidshalve nitraat.
Er zijn veel andere bronnen van stikstof, zoals bijvoorbeeld verbrandingsprocessen (auto’s vliegtuigen, fabrieken), gewone mest en kunst-
mest, en vlinderbloemige planten.
79% van de atmosfeer bestaat uit elementaire stikstof in de N2 -vorm. Voor zover stikstof niet in de atmosferische vorm zit, zit hij meestal in de nitraatvorm.

In normale doseringen is nitraat een voor planten essentieel voedingsmiddel. Maar in Brabant zijn de doseringen al lang niet normaal meer. In grond- en oppervlaktewater wordt de norm stelselmatig overschreden, in (Europees beschermde) Natura2000 – gebieden nog veel meer.
De doses zijn veel hoger dan de natuur aan kan. Er gaan blauwalgen groeien in  water en brandnetels en gras op de heide, het wordt
moeilijker om drinkwater te zuiveren en kan bij de voedselbereiding overgaan in de nitrietvorm, die onder sommige omstandigheden schadelijk voor de gezondheid kan worden. (Zie http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/nitraat.aspx ).

Wetgeving
De provincie probeert al sinds 2009 tegen de nitraat-overdaad op te treden via het Convenant Stikstof en Natura2000 (samen met Limburg, het Rijk en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie ZLTO). Dat convenant is uitgewerkt in de Verordening Stikstof en Natura2000 (kort-
heidshalve de Verordening Stikstof), die in oktober 2010 van kracht werd. Beide gaan over de uitstoot van ammoniak en dus over de veeteelt.

PAS-gebieden

Daarnaast is sinds 1 juli 2015 de landelijke wetgeving Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) van kracht (zie http://pas.natura2000.nl/pages/home.aspx ). Die gaat over alle stikstof uit alle bronnen samen, en bindt dat totaal aan een langzaam dalend plafond. Extra anti-stikstof maat-
regelen kunnen binnen dat plafond extra ontwikkelruimte vrijmaken, die voor de helft weer kan worden ingezet voor nieuwe, stikstoflozende, ontwikkelingen.
Zie op deze site ook PAS .

In het Convenant Stikstof is afgesproken dat de ammoniakbelasting op Natura2000-gebieden substantieel moet verminderen. In de Verordening is dat vertaald in de eis dat de stalemissies in 2028 de helft moeten zijn van die in 2020. Dit wordt gemonitord en als het doel niet bereikt lijkt te worden, worden extra maatregelen genomen.
Het belangrijkste probleem is dat de provincie alleen iets kan eisen bij nieuwe stallen. Boeren die wegduiken en muisstil hun verouderde stal laten voortbestaan, zijn niet met de Verordening  in de hand te dwingen. Het gaat daarbij om ruim een kwart van de stallen met zowat de helft van de economische omvang. Ondertussen staan daar niet minder dieren in en soms meer.
Voor het Convenant geldt deze beperking tot nieuwbouw niet.

Ondertussen doet ook de PAS een duit in het zakje. De ontwikkelruimte is al niet groot en die wordt zowat volledig opgevreten door nieuwe stallen. Dat geeft problemen als bijv. er een nieuwe binnenvaarthaven aangelegd moet worden in Budel, de A67 verbreed of biomassa bij-
gestookt. De varkens verhinderen de vooruitgang.
Brabant stikt in de stikstof.

Metingen
Het RIVM is in 2005 met het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden begonnen (MAN, zie http://man.rivm.nl/ ). Dat meet in inmiddels in 62 gebieden de feitelijke ammoniakdepositie, en dat laat zien dat er in Brabant geen enkele vooruitgang is.

 

 

Gemeten verloop ammoniakconcentraties Brabantse Wal

Gemeten verloop ammoniakconcentraties Kampina

Gemeten verloop ammoniakconcentraties Loonse en Drunense Duinen

Gemeten verloop ammoniakconcentraties Mariapeel

Tranen met tuiten en het huis te klein
Het lijkt er voor geen meter op dat de halvering in 2028 gehaald wordt en dus volgen de afgesproken maatregelen (15 november 2016). Drie:
–  De emissiereducerende maatregelen worden aangescherpt
–  Boeren moeten per stal aan de stikstofeisen gaan voldoen, in plaats van dat het hele bedrijf dat moet
–  Het jaartal 2028 uit de Verordening wordt vervroegd tot 2020.

De provincie is oneerlijk tegen de boeren” (het CDA, traditioneel de politieke arm van de ZLTO) en ZLTO-voorzitter Huijbers sprak van “eenzijdig openbreken zonder vooraankondiging” en “zet de tractoren maar vast klaar” en coalitiepartner VVD “Is de overheid nog betrouwbaar?”. Waarna nog vele commentaren, die melding maakten van onbeschrijf-
lijk leed en onvoorspelbaar overheidsgedrag.

Maar de ZLTO, inclusief voorman Huijbers, heeft al vanaf 11mei 2016 verschillende Bestuurlijke Overleggen (BO) bijgewoond en is daarbij nadrukkelijk gewaarschuwd. Huijbers was tegen de maatregel, maar wist ook niets beters. Dat bleek uit de notulen van het Bestuurlijk Overleg over deze kwestie, die het Eindhovens Dagblad met een beroep op de WOB gekregen had.
Kortom, krokodillentranen met tuiten.

De veeteelt is gewoon te groot in Brabant
Het echte probleem is dat de veeteelt gewoon al lang veel te groot voor Brabant is en als sector te kampen heeft overproductie en structureel lage prijzen. Het bouwwerk begint aan alle kanten in te storten en de ZLTO en het CDA rennen van hot naar haar om de instortende bouwval te stutten. Al jaren zaait de veeteelt hinder, ziekte en dood onder de bevolking en de natuur. Dat mocht allemaal.
Nu begint de veeteelt, vanwege de PAS, ook de rest van de economie te remmen.

Het is wat de “rotonde-beeldspraak” zegt: boeren hebben vier keuzes:

De rotonde-beeldspraak over de toekomst van de landbouw

  • Zich orienteren op de wereldmarkt
  • Zich orienteren op de EU-kwaliteitsmarkt
  • Zich orienteren op een nichemarkt
  • Stoppen

Ze kunnen niet eindeloos rondjes blijven rijden over de rotonde.
Een heleboel boeren zullen moeten stoppen. De eenvoudige bulkproductie gaat de schoenen en de sigaren en de textiel achterna. Ik vind dat daar een sociaal pakket bij hoort, zoals indertijd bij de Limburgse mijnen.

Ongetwijfeld wordt het even een sociaal drama, maar de manier waarop veel boeren nu draaien en de gevolgen die dat voor de omgeving heeft, is ook een sociaal drama.

Mestbewerker Houbraken in Bergeijk, hoe verder?

Een actievoerder uit Bergeijk, die mij kende via milieukringen, vroeg mij advies omdat hij bezwaar had tegen de mestbewerker Houbraken uit Bergeijk. Hij was bezig met een zaak tegen de op 16 mei 2016 door Waterschap De Dommel verstrekte watervergunning en wilde weten wat ik daar van vond.

Het verhaal van Houbraken valt eigenlijk uiteen in vier delen:
–  de manier waarop hij zijn onderneming wil uitbreiden en hoe hij daarbij omgaat met zijn vergunning
–  wat hij met de mest wil doen
–  de lozing op het oppervlaktewater
–  het mineralenconcentraat.

Een luchtfoto van het complex van Houbraken in Bergeijk

De uitbreiding en de vergunning
Houbraken heeft een vergunning voor een mestbewerker (volgens de scheiding- en indikkingopzet) van 25000 ton per jaar, waarbij er geen IPPC-inrichting mag zijn (IPPC is Europees recht voor de zwaardere gevallen). Bij die hoeveelheid is de gemeente Bergeijk bevoegd gezag (milieuvergunning).

Houbraken wil echter uitbreiden naar 200.000 ton per jaar. Dan is de provincie bevoegd gezag. Bovendien is het al voor die tijd een IPPC-inrichting geworden.
Houbraken is maar vast begonnen met uitbreiden zonder zelfs maar een vergunning te vragen. De gemeente Bergeijk heeft dat veel te lang goedgevonden en de provincie, niet wetende dat zij inmiddels tot bevoegd gezag was uitgegroeid, kwam daar pas later achter en heeft vanaf dat moment adequaat gehandhaafd (nb: dit is een herziene tekst), maar uiteindelijk kwam de zaak voor de voorzieningenrechter die op 27 juli 2016 een voorlopige uitspraak deed dat het allemaal toch echt niet kon.
De vergunning ging maar tot 25000 ton/y en was overschreden tot 86000 ton in 2015, en 56000 ton halverwege 2016.
De drooggeperste dikke fractie werd gehygieniseerd met ongebluste kalk en daarvoor was ook geen vergunning. Verder waren, in strijd met de vergunning, twee mestsilo’s niet afgedekt.
Tenslotte was er strijdigheid met het agrarische bestemmingsplan ontstaan, omdat deze activiteit in deze proporties niet meer als een agrarische nevenactiviteit gezien kon worden.

Vanuit deze bewust gecreëerde situatie van illegaliteit was Houbraken verplichtingen aangegaan met toeleveranciers en afnemers, waarna een tranentrekkende verhalen in de pers over de geschonden belangen, contracten, varkensboeren die in hun mest omkwamen, werknemers.

Uiteindelijk oordeelde de rechter dat Houbraken een adempauze kreeg om zijn verplichtingen af te bouwen. Het bedrijf krijgt (tijdelijk) pas een dwangsom van €30 per ton boven de 75000 ton/y in 2016. De provinciale dwangsommen tegen het onbevoegd hygieniseren en het niet afdekken van de mestsilo’s blijven intact, maar Houbraken krijgt 8 weken respijt.

Het wachten is op de bodemprocedure.

Voorbeelden van houtskool maken

Biochar
Houbraken wil pyrolyse inzetten op gescheiden en gedroogde dikke mest. Voor het bewerken van mest is dat een nieuwe techniek.

Pyrolyse betekent dat organisch materiaal bij ca 500°C bij zuurstofloze of-arme omstandigheden verhit wordt. Er treedt dus bewust onvolledige verbranding of alleen ontleding op. Daardoor wordt de organische stof slechts gedeeltelijk afgebroken. Er blijft een houtskoolachtige substantie over en de meer vluchtige bestanddelen komen ten dele vrij als gas of vloeistof.
Het is mij overigens een raadsel waarom dit product BIOchar genoemd wordt, terwijl gewone houtskool char heet. Die is net zo goed BIO.

Het proces is familie van vergassen, maar dat gebeurt bij veel hogere temperaturen.

Schema van houtskooloven

Bij andere vormen van biomassa bestaat de pyrolyse-techniek al eeuwen. Het oudste voorbeeld is de vervaardiging van houtskool. Op houtgas reden in de oorlog auto’s. Ook de vervaardiging van cokes en hoogovengas uit steenkool gaat met pyrolyse (bij hogere temperaturen).

Wie er een stuk uitleg van wil zien, kan kijken op http://www.ecoenergy-oirschot.nl/nieuws_bioen.php .

Voor varkensmest echter (zoals in Bergeijk) is pyrolyse, voor zover ik weet, een nieuwe techniek. Ik ken geen inrichting in Nederland die mest pyrolyseert. BMC op industrieterrein Moerdijk verwerkt kippenmest, maar doet dat door zo volledig mogelijke verbranding (wat kan, omdat kippenmest veel droger is).

Het is een interessant idee om mest te pyrolyseren, maar het is terra incognita. Ik vraag me af of een dergelijk experiment op zijn plaats is bij een uit zijn krachten gegroeid loonwerkersbedrijf, dat al eerder problemen had met professionaliteit en vergunningen. Voor een dergelijk proces is men niet bekwaam alleen maar omdat men dat zelf zegt.

Bovendien zijn alle onvolledige verbrandingsprocessen per definitie riskant (bijv. roet in oude diesels of dioxines in afvalverbranders met een te laag afgestelde temperatuur). Bij pyrolyse is onvolledige verbranding en ontleding nu net het hoofddoel van de inrichting. Ik vind het een chemisch proces in een zwaardere milieucategorie.
Als dit al zou kunnen werken, hoort het in deskundige handen thuis op een daartoe geoutilleerd bedrijventerrein, en niet in een weiland onder gezag van de gemeente Bergeijk.

Een kleine pyrolyse-installatie

Het oppervlaktewater
Nou net dit onderdeel zit goed in elkaar (althans op papier). Onderstaand schema komt uit de Watervergunning van het Waterschap. Het gaat om de kolom onder het hokje “water/permeaat 88000m3/y” op halve hoogte in de linker kolom.

Omgekeerde osmose is de laatste trap na gewone, steeds fijnere filtering. Kort door de bocht is het een soort zeef met gaatjes die de 0.1nm kunnen halen -de grootte van een natriumion. De techniek is dan ook voor het eerst ontwikkeld om zeewater te ontzouten en wordt daar tegenwoordig routinematig voor gebruikt. Watermolekulen kunnen net wel door de gaatjes en worden daar met brute kracht doorheen geperst. Alles wat virus is of bacterie of medicijnrest of hormoon kan niet door die gaatjes. Tenminste, zolang het filter en de pakkingen heel zijn.
In beginsel kan dit met alle soorten vuil water. Het Amerikaanse leger gebruikt de techniek voor zijn eenheden te velde.

Het Waterschap zegt dat het uitgeperste water schoner is dan de ontvangende Keunensloop zelf. Zelfs zo schoon, dat men het eerst een tijdje in een vijver laat staan om het weer wat natuurlijker te maken.

Houbraken noemt als doel van zijn inrichting de productie van schoon water en dat kan terecht zijn, als de installatie oordeelkundig gebruikt wordt.

Stroomschema uit de Watervergunning van Houbraken Bergeijk

Het mineralenconcentraat
Een zeef echter vernietigt niet wat ermee gezeefd wordt. Wat niet door de omgekeerde osmosemembraan kan (dus bijna alles behalve water) blijft achter in het concentraat (hokje “concentraat 76000m3/y’). Dat wordt verder ingedampt en leidt uiteindelijk tot het hokje “nutrienten – 14400m3/y afvoer naar derden”. Daar zitten dus alle zware metalen in, virussen, bacterien, hormonen, medicijnresten, nitraat (dat ion is te groot voor de gaatjes). Er zit ook in wat er stroomopwaarts in het proces toegevoegd wordt, met name antischuimmiddelen (die bij mijn weten tamelijk onschuldig zijn) en uitvlokpolymeren die niet per definitie onschuldig zijn. Een veel gebruikte polymeer is polyacrylamide. Die stof is als polymeer onschuldig (er worden bijvoorbeeld contactlenzen van gemaakt en het wordt bij de  rioolwaterzuivering om uitvlokking van slib te bevorderen). De monomeer monoacrylamide echter is behoorlijk toxisch (neurogif), maar die stof breekt in natuurlijke omstandigheden weer af. Hoe dat in concentraat uitpakt? Geen idee.

Vervolgens hoopt men al jaren vergeefs dat dit mineralenconcentraat ooit nog eens kan worden ingezet als kunstmestvervanger. Ik zie dat niet zomaar gebeuren en er is zoveel van deze dunne fractie, dat men totaal niet weet waar men er mee naar toe moet.
Vandaar het chronische en onoplosbare overschot aan nitraat in het Brabantse grond- en oppervlaktewater, en mede daarom de stijgende medicijn- en hormoonproblematiek.

De dunne fractie van de mest, al dan niet geconcentreerd, is de achilleshiel van de veeteelt in Brabant. Wie cynisch wil doen kan zeggen dat straks het goede deel van de mest geëxporteerd wordt, en het kwaaie deel in ons milieu komt.

Ik ben niet tegen het bewerken van mest, maar dan om andere doelen te bereiken dan het mestprobleem oplossen. Dat is niet op te lossen zonder minder dieren.

Breed akkoord Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater

De Intentieverklaring
Overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten hebben op 16 november 2016 een Intentieverklaring getekend over de verbetering van de waterkwaliteit. De Intentieverklaring is de eerste stap op weg naar een nieuw Bestuurs Akkoord Water. Men hoopt dat eind 2017, onder het nieuwe kabinet, te kunnen sluiten. Naast beschrijvingen van diverse deelproblemen bevat het ook een actietabel.
geneesmiddelen-en-waterkwaliteit_rivm_omslag
De Intentieverklaring is een lezenswaardig document dat ik iedereen met interesse in waterkwaliteitszaken ter lezing aanbeveel. Men kan het vinden op intentieverklaring-delta-aanpak-waterkwaliteit-en-zoetwater.pdf .

De bijbehorende brief van de minister aan de Tweede Kamer dd 7 nov 2016 is te vinden op www.tweedekamer.nl/wateronderwerpen 07 nov 2016.pdf .
Naar een brief van de minister aan de Kamer dd 8 juni 2016 wordt in de Intentieverklaring verwezen, zie www.rijksoverheid.nl/kamerstukken/2016/06/08/waterbeleid .

Onder de ondertekenaars o.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg, uiteraard namens hun achterban.

De actietabel is opgebouwd rond veertien prioriteiten:
–  Programma Delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwaterbeheer. Dat gaat vooral over de bestuurlijke coördinatie
–  Mest en nutriënten
–  Gewasbeschermingsmiddelen
–  Medicijnresten
–  Grote wateren
–  Bescherming bronnen voor drinkwater
–  Kennisimpuls
–  Stroomgebiedbeheerplannen (waaronder de Maas en de Schelde)
–  Deltaprogramma’s zoetwater (waaronder dat van de Hoge Zandgronden Zuid en de Zuidwestelijke Delta en het Rivierengebied)
–  Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer (een initiatief van de Land- en Tuinbouw Organisatie LTO)
–  Microplastics
–  Duurzame Financiering Waterbeheer
–  Circulaire Economie
–  Waterkwaliteit breed

Het is dus een heel breed document, te breed voor deze weblog. De prioriteiten zijn dat niet voor niets, maar ik pik er nu Gewasbeschermingsmiddelen en Medicijnresten uit, met bijbehorende passages uit de Kennisimpuls. En dat, waar zinvol, met een focus op Brabant.
“Mest en Nutriënten” komt elders in deze weblog al ruimschoots aan de orde, en ook het Deltaprogramma Hoge Zandgronden is al besproken (zie Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden ).

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Gewasbeschermingsmiddelen
Enige waarnemingen uit de praktijk:
–  in zeker de helft van de meetpunten in kleine oppervlaktewateren komen overschrijdingen voor, met name in glastuinbouwgebieden (zie het verhaal over het dimethoaat in de Afgedamde Maas, Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open )
–  in 80% van de winningen van drinkwater uit oppervlaktewater worden de normen voor een of meer gewasbeschermingsmiddelen overschreden

Uit de 'Brede screening', zie
Uit de ‘Brede screening’, zie https://www.bjmgerard.nl/?p=1608

–  bij ca 50 drinkwaterwinningen uit grondwater (dat is ongeveer een kwart van alle) bestaat een probleem of een dreigend probleem)

De prioriteit Gewasbeschermingsmiddelen telt 20 actiepunten, waaronder nadenken en onderzoek (o.a. het up to date houden van de Bestrijdingsmiddelenatlas).
Daarnaast veel actiepunten richting de landbouw, zowel educatieve als stimulerende als controlerende. Het Brabantse programma “Schoon Water” wordt als voorbeeld genoemd (wat terecht is).
Glyfosaat (Roundup) speelt in dit verhaal een zeer bescheiden rol (alleen vegetatiebeheer door Rijkswaterstaat op strekdammen).

Medicijnresten
Naar schatting wordt in Nederland per jaar minstens 140 ton geneesmiddelresten via de rioolwaterzuivering op het oppervlaktewater geloosd. Dit zijn biologisch actieve stoffen. In Nederland wordt de veilige concentratie in oppervlaktewater voor een aantal geneesmiddelen overschreden. Naar verwachting groeit het probleem van medicijnresten in water in de toekomst door vergrijzing en klimaatverandering (er zit zomers minder water in de Maas). De bronaanpak blijft belangrijk in de aanpak van medicijnresten uit water, maar ook zuivering zal een onderdeel van de aanpak zijn .

Deze prioriteit telt 18 actiepunten, waaronder weer nadenken en onderzoek (oa beter afbreekbare geneesmiddelen, meer en openbaar gedeelde kennis over de effecten in water, ook van de nog slecht onderzochte diergeneesmiddelen).
Daarnaast bronmaatregelen in verpleeg- en ziekenhuizen als plaszakjes, medicijninzameling of minder milieubelastende medicijnen voorschrijven (ibuprofen is beter afbreekbaar dan diclofenac, dat in 2008 99,9% van alle gieren in India uitgeroeid heeft, met onvoorziene ecologische gevolgen).
Tenslotte wordt gestudeerd op methoden om medicijnresten in Riool Water Zuiverings Installaties (RWZI’s) uit rioolwater te halen.

RWZI De Groote Luchte Vlaardingen
RWZI De Groote Luchte Vlaardingen

Bubbelen met ozon
Een van die methodes wordt uitgeprobeerd in een pilot bij RWZI De Groote Lucht bij Vlaardingen van het Hoogheemraadschap Delfland, genaamd de Zoetwaterfabriek. De Zoetwaterfabriek is een innovatie waarin Delfland een nieuwe manier van afvalwater zuiveren test. Zo wordt onderzocht hoe medicijnresten, bestrijdingsmiddelen, hormoonverstorende stoffen en andere verontreinigingen effectief uit afvalwater kunnen worden gehaald. Dat probeert men in eerste instantie te doen met een combinatie van ozonisatie en een zandfilter (ozonisatie is dat er ozon doorheen bubbelt, een techniek die ook in zwembaden gebruikt kan worden ter vervanging van chloor. Het is alleen wat duurder.). Ozon kan geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en micro-organismen kapot oxideren.
Om de potentie van de combinatie ozon-zandfiltratie te testen zal een demonstratie installatie gerealiseerd worden op AWZI De Groote Lucht. Hierin zal gedurende ca. 2 jaar onderzoek gedaan worden.
Een goede beschrijving van het proces is te vinden op http://www.stowa.nl/projecten/Waterfabriek_de_Groote_Lucht (de STOWA is het wetenschappelijk bureau van de waterleidingbedrijven).

Het verband met het Deltaplan Hoge Zandgronden
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft in de winter teveel water en in de zomer te weinig water (dat moet dan worden ingelaten uit het Brielse meer).
In feite is het in Brabant, ondanks de grote verschillen in bodemopbouw, niet anders. Het Programma Hoge zandgronden gaat in essentie dan ook over “peek shaving” en anti-verspilling van zoetwatervoorraden: overschotten ’s winters ergens opslaan ten behoeve van droge zomers.
In zo’n context kan grondig gezuiverd rioolwater een belangrijk verschil maken, als men bijvoorbeeld weet dat bij een typische zomerafvoer van de Maas de bijdrage van RWZI effluent aan de afvoer

bij Luik reeds 13% in een normaal jaar is, en tot 32% in een zeer droog jaar. De vervuilende concentraties stijgen navenant. In bepaalde klimaatscenario’s komt de Maas ‘s zomers nog lager te staan dan nu.
Nu laten de Waterschappen in een droge zomer Maaswater binnen. Als ze dan extreem gezuiverd rioolwater binnen kunnen laten, kan dat een grote vooruitgang zijn.

Misschien een idee om ook in de Brabantse omstandigheden een ozon-pilot te doen?

 

 

Aanpassingen aan Brabantroute zijn een verbetering maar……..

Maatregelen op de Brabantroute_overeenkomst okt2016
Maatregelen op de Brabantroute_overeenkomst okt2016

Er zijn nogal wat problemen op de Brabant-route, de spoorlijn die door de volle lengte van Brabant loopt (en aan de westkant door naar de Rijnmond, en aan de oostkant via Venlo naar Duitsland).

Het betreft uiteenlopende zaken.

Eerstens zijn er de omgevingsproblemen waaraan alle treinen bijdragen. De bewoners van de Eindhovense Hofstraat worden gek van de trillingen en de piepende herrie, die de treinen maken als ze net bij hun huizen de bocht om gaan.
Het spoor veroorzaakt trillingen via de bodem.
Er zijn irritant tijdrovende en gevaarlijke overwegen.
Ook heeft het spoor een beperkende uitstraling op de ontwikkelingsmogelijkheden in nabij gelegen dorps- en stadscentra, met name op de bouw van nieuwe woningen en andere gevoelige bestemmingen.

Daarnaast zijn er de specifieke problemen die voortvloeien uit het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de wetgeving t.b.v. dat vervoer  is een basis gelegd door Europese wetgeving, en die is aangevuld met de specifiek Nederlandse wetgeving “Basisnet”. Die boven-Europese afspraken zijn voor andere landen (met name Duitsland) niet bindend.
Basisnet gaat zowel over vervoer over de weg, het water en het spoor. De verdeling heet de “modal split gevaarlijke stoffen” (zie figuur). In totaal gaat het om 70 tot 80 miljoen ton gevaarlijke stoffen, die jaarlijks van, in en naar Nederland vervoerd worden (waarvan dus 5% met de trein).
Overigens is de trein een zeer veilige transportwijze, maar het kan altijd nog veiliger.

Modal split vervoer gevaarlijke stoffen 2015
Modal split vervoer gevaarlijke stoffen 2015

Wie letters wil vreten over het vervoer van gevaarlijks stoffen kan terecht op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gevaarlijke-stoffen/inhoud/vervoer-van-gevaarlijke-stoffen-over-het-spoor/basisnet-aanvullende-eisen-vervoer-gevaarlijke-stoffen . Idem over de spoor-component op https://relevant.nl/display/DOC/Eindrapport+Basisnet+spoor .

De gedachte achter het Basisnet is dat er veiligheidsplafonds worden vastgesteld (via de Plaatsgebonden Risico – systematiek). Zolang de veiligheid onder die norm blijft, mogen er meer treinen rijden.
Het voordeel daarvan is dat vervoerders er baat bij hebben om veiliger te worden.
Het nadeel is dat van elke norm: zolang men er onder blijft, is het goed. Er is geen stimulans om het beter te doen dan de norm, en geen sancties op overtredingen.

Toetsing overschrijding risicoplafonds 2915
Toetsing overschrijding risicoplafonds 2915

Maar het probleem was dat de norm overschreden werd. Dat veroorzaakte veel onrust en was een drijvende kracht achter het overleg tussen staatssecretaris Dijksma en de lagere overheden in Brabant. Een overleg waarin ook de “gewone” problemen meegenomen werden.

Dat overleg resulteerde op 3 okt 2016 in een akkoord. Dijksma had voor het hele land 110 miljoen vrijgemaakt (er zijn ook in andere provincies spoorlijnen met een probleem). Die 110 miljoen bestaan overigens vooral uit reeds bestaand budget, dat voor de gelegenheid naar voren gehaald is. Ook de provincie Brabant en enkele gemeenten hadden er eigen geld ingestopt, waardoor in Brabant een budget van 80 miljoen ontstond.
Daarmee worden o.a. overwegen aangepakt in Deurne, Helmond, Eindhoven, Oisterwijk en Gilze-Rijen.
Er komen integrale plannen voor de stationsomgeving in Gilze-Rijen en Tilburg.
De situatie in de Eindhovense Hofstraat wordt versneld aangepakt.
Langs de hele lijn worden op (nog nader te bepalen plaatsen) versneld raildempers aangelegd, die goed zijn voor -3dB.

raildemper
raildemper

De ATB (Automatische Trein Beïnvloeding), die standaard niet werkt onder de 40km/uur en daarom op emplacementen afwezig is, wordt versneld opgewaardeerd tot de ATBvv – versie (vv = verbeterde versie).
Er worden twee treinen per week van Geleen naar Frankrijk omgerou-
teerd via Maastricht-Luik.
Als de boog van Meteren er is, kunnen treinen de Betuweroute gebruiken in plaats van Breda-Tilburg. Maar daarna komen ze in den Bosch alsnog op het Oostelijk deel van Brabantspoor.
En, de laatste chloortransporten gaan van het spoor.

Een deel van de overschrijding gaat zichzelf oplossen, want is van tijde-
lijke aard omdat er in Duitsland aan het vervolg van de Betuwelijn ge-
werkt wordt.

De volledige lijst met maatregelen is te vinden op maatregelenpakket-terugdringen-overschrijdingen-basisnet-spoor-bijlage-maatregelen-03okt2016_dijksma
De Kamerbrief van Dijksma is te vinden op maatregelenpakket-terugdringen-overschrijdingen-basisnet-spoor-en-aanbieding-verslag-basisnet-03okt2016_dijksma

…. maar die verbetering lost niet alles op

Het akkoord leidt tot een duidelijke verbetering, maar er blijft veel te wensen over. Dat geeft bijgaand staatje aan (opgeschreven door Ecorys):

prognose-vgs-2025_ecorys
De betekenis van de gevaaraanduidingen is:

categorie-aanduiding-gevaarlijke-stoffen
Het vervoer van gevaarlijks stoffen per spoor zal dus blijven groeien, waarbij overigens een troost is dat eerdere prognoses (uit 2007) een veel grotere groei voorspeld hadden. Dit hoort bij de VGS 2025-prognose in het hoge WLO-scenario van het PlanBureau voor de Leefomgeving voor categorie A-stoffen, als de boog van Meteren er ligt:

Prognose A-cat. stoffen in 2025 na voltooiing van de boog van Meteren
Prognose A-cat. stoffen in 2025 na voltooiing van de boog van Meteren

Verder betekent een “aanpak” van overwegen meestal dat het gevaar kleiner wordt, maar niet nul. Verbeterde spoorbomen en een andere inrichting tellen ook als aanpak. De “aanpak” leidt dus niet per definitie tot een ongelijkvloerse kruising. SP-Statenlid Willemieke Arts vindt dat als een grote spoorlijn als de Brabantlijn voor treinen moet worden wat de autosnelweg voor auto’s is, dat dan ook alle kruisingen ongelijkvloers moeten worden. Maar vooralsnog is dat dus nog niet zo.

Al met al is het bereikte akkoord vooral een tussenresultaat. Het is op zichzelf een verbetering en veel mensen zijn er blij mee, maar het staat vast dat de problematiek van de Brabantroute niet blijvend van tafel is.

Vraag is dan welke stip je op de horizon wilt zetten. Ik vind zelf dat als de Brabant-route in praktijk als serieuze vervanging van of aanvulling op de Betuweroute moet gaan functioneren, het na te streven veiligheidsniveau gelijk moet zijn aan dat van de Betuweroute. Die heeft ook geen gelijkvloerse overwegen. En ERTMS (European Rail Traffic Management System) op de Brabantroute invoeren.
Maar daar moeten echte deskundigen maar naar kijken. Daar hoor ik niet bij.

Ligging van de belangrijkste industriele complexen
Ligging van de belangrijkste industriele complexen