Meyer Werft, de Ems en de natuur

Elke keer schrijf ik na weer 1000 bezoekers een verhaal over wat niet direct de core business van deze weblog is. Ik was, al weer enige tijd geleden, de 22000 bezoekers gepasseerd. Vandaar een afwijkend verhaal over een vakantie-ervaring die overigens toch niet helemaal buiten de core business ligt.

De Ems en Papenburg
We fietsten in de zomer van 2019 van Münster naar de Ems en van daar af de Ems Radweg af, bijna van de bron tot Emden.  Dat is een expeditie die aangeraden kan worden. De Ems is een mooie, meanderende rivier van 345 km lang, waarvan 212 km Natura2000-gebied is. Dat is verdeeld over 33 locaties met een gezamenlijke oppervlakte van 362km2.  


De Ems ten Noorden van Meppen

Als je alsmaar doorfietst, kom je vanzelf in Papenburg. Dat is een echte veenkolonie. Er lopen overal sloten met hoog grondwater, huizen staan op grote kavels, bijna niks is er oud en er is geen flat te bekennen. Maar de toeristische sector heeft van de nood een deugd gemaakt en zo heeft het dorp toch wel sfeer gekregen. Er  ligt een toeristische bark en andere oude boten in de grote gracht, en met een hoop bloembakken erbij is het best aangenaam. Een dag of wat kun je er wel zinvol doorbrengen.

De grote gracht van Papenburg

Meyer Werft
Maar de belangrijkste toeristische attractie van Papenburg is Meyer Werft. Voor de duidelijkheid: Meyer Werft is een grote naam in de scheepsbouw en allesbehalve een kneuterige toeristenindustrie. Maar het bedrijf heeft een goed PR-beleid en organiseert betaalde excursies naar de werf die massaal bezocht worden (brengen en halen met de bus vanaf de toeristische bark). Het is een geoliede propagandamachine.
En in alle eerlijkheid moet gezegd worden, dat het inderdaad de moeite waard is. Je ziet nog eens wat en je leert nog eens wat.

Meyer Werft is in 1795 opgericht en nog steeds een familiebedrijf. Van de 20 scheepswerven, die in 1920 in Papenburg bestonden, is het de enige die overgebleven is.
Geheel of gedeeltelijk vallen ook de Neptun Werft in Rostock en Meyer Turku in Finland onder Meyer. In Finland is de Finse Staat een grote mede-aandeelhouder – de Finnen zijn tenminste zo slim om in strategische industrieën belangrijke zeggenschap te houden.

Meyer heeft ca 3000 werknemers. De werf is in Papenburg zo ongeveer wat Philips was in Eindhoven.

Hal 5

Bijna alles aan Meyer is groot. Supergroot. Je kunt de gebouwen vanuit Oost-Groningen zien liggen. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Meyer_Werft .

Meyer heeft zich op de eerste plaats toegelegd op cruiseschepen en op gastankers. En in slappe tijden ook op containerschepen. Ze maken (ook wel eens aardig om op te merken) geen oorlogsschepen.

Maar zijn roem dankt het bedrijf aan de cruiseschepen. Dat zijn achterlijk grote monsters die zo groot zijn, dat ze in twee helften gebouwd worden – die daarna op een fractie van een millimeter aan elkaar passen. Het is werkelijk imponerend.

Een varende flat…
Een hospitaalschip in aanbouw
Het leidingennetwerk in een cruise schip

Het enige dat niet groot is aan de werf, is de Ems waarover die grote joekels afgevoerd moeten worden. Papenburg ligt een kilometer of 40 stroomopwaarts van de monding van de Ems bij Emden, en dat is inmiddels niet zo handig meer.
Meyer heeft wel eens geprobeerd zich in Emden te vestigen maar (zei men bij de rondleiding) dat zat op twee zaken vast: concurrentieangst bij andere werven, en dat Meyer katholiek is en Emden protestant.
Onder andere daarom zit Meyer nu ook in Turku (in Finland aan de open zee).
Het is niet anders en de grote joekels moeten, hoe dan ook, een of twee keer per jaar de Ems af. Dat is een toeristische attractie op zichzelf, smeuiig weergegeven in filmpjes bij de rondleiding.

Cruise schip bij het Emssperrwerk
De Ems bij de Friesenbrücke bij Weener, gebouwd kort na de oorlog. De voorganger van deze spoorbrug verzorgde de snelste verbinding van Amsterdam naar Hamburg, en over deze brug reed een boemeltje van Arriva van Groningen naar Leer. Tot de brug onherstelbaar kapot geramd werd door een boot.
Er wordt al jaren lang gesoebat tussen Nederland en Duitsland om er een moderne dubbelsporige brug terug neer te leggen, om een grote verbinding tussen Groningen en Bremen mogelijk te maken. Het schiet nog niet op. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Friesenbr%C3%BCcke .

Het past sowieso al moeilijk op die kleine Ems, maar er boten moeten ook nog eens obstakels passeren zoals de Friesenbrücke (een drijvende kraan tilt er voor de gelegenheid een stuk uit) , de Jann-Berghaus-Brücke (die op dit soort expedities gebouwd is, zijn we overheen gefietst op en neer naar het mooie dorp Leer), en het Emsperrwerk bij Emden (gaat krapjes).

Milieuzaken
Een grote onderneming die afhankelijk is van een kleine rivier, dat moet min of meer wel tot milieuproblemen leiden.

Natura2000 geeft af en toe merkwaardige effecten. Zo liep de vraag of de gemeente Papenburg (zie verderop) de Bundesregierung mocht verbieden om Natura2000 – gebieden langs de Ems stroomafwaarts aan te wijzen, door tot het Europees Hof van Justitie. Zie http://ec.europa.eu/environment/nature/natura2000/management/docs/IWT_BHD_Guidelines.pdf en dan blz 28 ev.
De Ems wordt namelijk sinds 1994 stroomafwaarts van de grote scheepswerf voortdurend uitgebaggerd zodat schepen met een diepgang van 7,3m van de scheepswerf (die zeer grote schepen maakt, zie verderop) de Noordzee kunnen bereiken. De vrees was dat de Natura2000-aanwijzing dat baggeren onmogelijk zou maken.
Als ik het juridische jargon goed begrijp, mag het baggeren doorgaan op basis van verworven rechten en zolang er geen drastische veranderingen plaatsvinden die de Natura2000-gebieden schaden. In dat geval moet er toch een passende beoordeling gemaakt worden.
Bij voorkeur moet er zo gebaggerd worden dat de Natura 2000-gebieden er baat bij hebben.

Men hoorde op grote afstand de zuchten van opluchting ten stadhuize.

Maar dan nog. De Ems is al uitgebaggerd tot een diepgang van 7,3m , maar dat is niet genoeg.
Als er een boot naar buiten moet, wordt het Emssperrwerk bij Emden even dichtgezet om de Ems ruim een meter op te stuwen (zie https://de.wikipedia.org/wiki/Emssperrwerk ), de spoorbrug wordt dus even gedemonteerd, en dan komen de sleepboten. Dat gebeurt maar een paar keer per jaar. Omdat de uiterwaarden bij het stuwen onderlopen en de nesten verdrinken, botste ook het opstuwen op de Vogelrichtlijn. Daarover is conclict geweest met de milieuorganisaties (zoals het WWF), maar uiteindelijk is het in een compromis geëindigd. In en kort na het broedseizoen moet het stuwen korter en minder hoog (de link geeft de details).

Emssperrwerk

Op de Klimaatfiets!

Milieudefensie Eindhoven doet mee aan de landelijke Operatie Klimaat (zie https://milieudefensie.nl/actie/operatie-klimaat ). We spreken op een georganiseerde manier met zoveel mogelijk mensen, bij voorkeur in doorsnede van de bevolking, over het klimaat. Dat gaat met een kleine enquête op de mobiele telefoon.

Normaliter werkt dat deur aan deur. Dat is weinig fotogeniek – zelfs in die mate dat je elkaar regelmatig kwijtraakt. Er zijn inmiddels al heel wat avonden geweest en ik heb zelf verschillende keren meegedaan.
Maar op 18 januari 2020 gebeurde het kleurrijk en bij vol daglicht in het Eindhovense stadscentrum. De Klimaatfiets stond op het Eindhovense 18 september-plein en op de Markt.

Er is heel wat afgepraat.

Klimaatfiets op de hoek van de Eindhovense Markt

Interview in het Eindhovens Dagblad

Er heeft op donderdag 2 jan een groot  interview met mij in het Eindhovens Dagblad gestaan, van de hand van Bart-Jan van Rooij. Het is een goed interview met af en toe wat dichterlijke vrijheid die wel grappig is. De journalist heeft er zijn best op gedaan.

Het is te vinden op https://www.ed.nl/eindhoven/bernard-gerard-van-sp-eindhoven-een-beter-milieu-eindigt-bij-jezelf~a033e2aa/ .

Ik wil er als een soort Ten Geleide wel wat kanttekeningen bij maken.

Het Eindhovens Dagblad wilde terugblikken op een opmerkelijke gebeurtenis  in 2019. Dat een vliegveld twee jaar niet groeit (en dat op termijn de sluitingstijd terug naar 23.00 uur gaat, en dat er biokerosine-streefcijfers vastgesteld zijn, maar dat staat er niet bij) is ongetwijfeld opmerkelijk. Daarom gaat het in het artikel vaak over het vliegveld.
Maar ik zit bijvoorbeeld ook bij Milieudefensie en bij de BMF, en dat komt er in het artikel nauwelijks uit. Dit vloeit dus voort uit de gekozen insteek.

Het Eindhovens Dagblad, als onderdeel van de Algemeen Dagblad-groep, maakt veel werk van Human Interest – verhalen. Daarom is het artikel op mijn persoon gefocust, terwijl de prestaties groepsprestaties zijn. Ik heb dat een paar keer benadrukt. Vergelijk het met de midvoor die er drie inschopt en bij Studio Sport benadrukt dat het team wint en niet hij wint. Ik probeer teams beter te laten draaien.

Ik heb  twintig jaar voor de SP in de gemeenteraad gezeten en ben ook anderszins naar buiten getreden. Dat heeft mij een zekere reputatie bezorgd waaruit het Eindhovens Dagblad dankbaar put. Dat van die ‘nurkse tuinkabouter’ kende ik nog niet, maar dat is wel een goeie. Die houden we erin. Bij mijn weten kijk ik zo als ik mij op iets concentreer.
Ik kijk nog steeds met genoegen en een zekere trots op deze episode terug.
Deze periode is echter wel al weer negen jaar geleden. In die tijd is de SP veranderd en ben ik veranderd. Ik doe nog wel werk voor de lokale en provinciale SP, waaronder dat wat in het interview geschetst is. Maar de in het interview  als bewijs opgevoerde  klederdracht ten spijt, ben ik geen prototype SP-er. Men kan mijn meningen niet automatisch als die van de SP zien, en omgekeerd.  

Ik wens iedereen veel leesplezier. Ik adviseer tevens lezing van het interview met Johan Vollenbroek in hetzelfde nummer van dezelfde krant. Zie https://www.ad.nl/binnenland/dit-is-de-man-die-heel-nederland-op-zijn-kop-zette-met-zijn-strijd-tegen-stikstof~a0a52607/ . Ik heb respect voor de kennis en inzet van Vollenbroek en ik ben het niet altijd, maar meestal wel, met hem eens.

Tegen de schrijftafelroof in Frankfurt!

Iedere keer als mijn porem op de homepage van deze site weer duizend keer is aangeklikt, schrijf ik een keer over een ander onderwerp dan mijn normale repertoire over energie en milieu. Overigens zit er tussen twee opeenvolgende 1000-tallen geleidelijk aan steeds minder tijd.
Ik ben zojuist de 21000 gepasseerd. Niet slecht voor toch een tamelijk specialistische site.

Nu maar eens over een andere bezigheid. Ik stond op vrijdag 20 september met de SP op de 50+ beurs in Utrecht met een krant over de pensioenen – zijnde mijn hoofdinkomsten.

De SP vond het pensioenakkoord te slecht en heeft er niet mee ingestemd. Ook ik ben tegen deze schrijftafelroof vanuit de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Talloze andere aanwezigen op de 50+ beurs vonden dat ook.
En het akkoord helpt niet eens, want de inkt was nog niet droog of de volgende drastische verlaging komt er al weer aan. Reden voor mij om met de actie me te doen.

Zie verder www.sp.nl/nieuws/2019/06/marijnissen-voor-rechtvaardig-pensioen-is-meer-nodig .

In gesprek met een links heerschap van de Omroep-Max.
Dat partijleider Lilian Marijnissen over de schouder meekijkt, berust op toeval.

Münster en de Friedensstadt Osnabrück

Tijdens onze afgelopen fietsvakantie in Westfalen en Nedersaksen kwam de 20.000ste bezoek(st)er voorbij die de welkompagina op deze site aantikte. Reden om eens een ander onderwerp te kiezen dan de hier gebruikelijke milieu- en energiethema’s.

Het gaat over de steden Münster en Osnabrück (beide met roots die terug gaan tot de tijd van Karel de Grote), die samen het toneel geweest zijn van een van de belangrijkste verdragen uit de Europese geschiedenis, de Vrede van Westfalen uit 1648. De Dertigjarige en de Tachtigjarige Oorlog werden er afgesloten.

Verwacht van mij, als niet-historicus, geen originele en diepgravende beschouwingen. Maar de huidige toestand in de wereld rechtvaardigt ook wat amateur-reflectie op de Europese geschiedenis.

Het stadhuis van Osnabrück

De Dertigjarige Oorlog
Het einde van de 30-jarige oorlog (1618-1648) werd formeel afgekondigd op de trappen van het stadhuis van Osnabrück.

Met een beetje goede wil zou je de Dertigjarige Oorlog de Nulde Wereldoorlog kunnen noemen. Op het laatst bemoeide alles wat macht had zich ertegen aan. Wikipedia heeft er een lang verhaal over op https://nl.wikipedia.org/wiki/Dertigjarige_Oorlog . Het verhaal heeft meer plots en wendingen dan Game of Thrones, en het is minstens zo wreed.
Als ik de samenvatting op Wikipedia nog verder zou moeten indikken tot een oneliner, zou ik ervan maken dat het alsmaar een mengsel was van godsdienstoorlog en geopolitiek, met aan het begin de nadruk op godsdienst en op het eind de nadruk op geopolitiek.
De, min of meer consistente, tegenstelling was die tussen de katholieke Habsburgers in Oostenrijk en Spanje enerzijds en het katholieke Frankrijk, het protestantse Zweden en de calvinistische Nederlanden anderzijds. Daartussen in hing een bont mengsel van kleine en middelgrote  Duitse staten, die ook nog wel eens van partij wisselden.

De godsdienstigheid der strijdende partijen leidde niet tot menselijk gedrag. In alle stadia gold dat “de oorlog de oorlog moest voeden”, wat erop neer kwam dat roof, moord en plundering tot standaardhandelingen werden verheven. De display in het stadhuis van Münster heeft er goede voorbeelden van.
Conservatieve schattingen gaan ervan uit dat uiteindelijk 6 van de 20 miljoen Duitsers door de oorlog omgekomen zijn, andere schattingen noemen het dubbele.

Moord, roof en plundering op het platteland
Massagraf na de Slag bij Lützen

Uiteindelijk waren alle partijen “am Ende”. Uitgeput stemden ze in met onderhandelingen.

Die moesten ergens plaatsvinden. Dat was geen sinecure, want bijna alles was kapot en er moesten jarenlang honderden mensen ondergebracht worden. Bovendien wilden de Fransen en de Zweden elk hun geloof kunnen belijden. Kortom, de logistiek was al bijna even ingewikkeld als de onderhandelingen zelf. Beide duurden jaren.
Uiteindelijk kwam men op Münster (katholiek) en Osnabrück (protestant) uit, beide vestingen die om die reden de oorlog min of meer ongedeerd door waren gekomen. De steden liggen 60km uit elkaar, met het Teutoburgerwald ertussen. Er werd druk gependeld te paard en in een koets.
Een afgevaardigde namens de paus en een afgevaardigde namens Venetie werden tot procesbegeleiders benoemd.
Elk van de Nederlandse Zeven Provinciën had iemand gestuurd, en Adriaen Pauw trad op voor het Nederlandse totaalbelang.
Gerard Ter Borch en Anselm Hulle fungeerden als hofschilders. Alle deelnemende onderhandelaars hangen in Münster en Osnabrück aan de muur van de Friedenssaal.

De Münsterse Friedenssaal

De belangrijkste gevolgen van het pakket van drie verdragen::

  • De katholieke, lutherse en calvinistische godsdienst werden gelijkberechtigd en mochten vrijelijk beleden worden. Op het Europese vasteland werden geen godsdienstoorlogen meer uitgevochten. (Dit alles in beginsel).
  • De macht van de verliezende Habsburgse keizer werd sterk ingeperkt. De macht van de afzonderlijke Duitse staten en staatjes nam sterk toe. Het geheel werd min of federaal en er was in Duitsland geen sterk centraal staatsgezag meer.
    Dit in tegenstelling tot de winnaars Frankrijk en Zweden, en verder in Spanje (verliezer) en Engeland.
  • De natiestaat werd geboren en daarmee volkenrechterlijke principes als soevereiniteit en niet-inmenging. Europa werd een (min of meer) machtsevenwicht. Dit alles in beginsel: voor een kritische noot zie Beatrice de Graaf in www.nrc.nl/nieuws/2018/09/28/een-verdampende-vredesmythe-a1909843 ).
  • Nederland en Zwitserland werden formeel zelfstandige, onafhankelijke landen

Osnabrück
Beide plaatsen besteden veel aandacht aan de Vrede van 1648 en beide hebben een (mooie) Friedenssaal. (Voor algemene info over Osnabrück zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Osnabr%C3%BCck .) Münster laat het daarbij.

Maar Osnabrück gaat verder dan alleen de Vrede van 1648. De stad presenteert zich als “Friedensstadt” (het staat al op de borden als je de bebouwde kom binnenfietst).

Osnabrück is ook de geboortestad van de Joods-Duitse schilder Felix Nussbaum (https://nl.wikipedia.org/wiki/Felix_Nussbaum, overleden in Auschwitz) en van de wereldberoemde schrijver Erich Maria Remarque van “Im Westen nichts Neues” over de Eerste Wereldoorlog (en vele andere werken). En van zijn zus, Elfriede Scholz, die in de oorlog door de nazi’s onthoofd is na twijfel uitgesproken te hebben aan de afloop van de oorlog en omdat ze de zus van een verkeerde broer was. Er is in Osnabrück een straat naar Elfriede Scholz genoemd.
Nussbaum heeft in Osnabrück een aan hem gewijd “Nussbaumhaus”.

Zelfportret van Felix Nussbaum uit 1940

Osnabrück probeert de vredesgedachte in de stadspolitiek in te bouwen. De stad heeft twaalf stedenbanden (o.a. met Haarlem) , heeft een naar Remarque genoemde Vredesprijs en heeft een “Handlungskonzept zur Förderung der Friedenskultur in Osnabrück” geformuleerd. Voor een indruk zie www.osnabrueck.de/tourismus/wissens-und-sehenswertes/friedensstadt/ en van daar af verdere doorlinks.

Naast het gemeentehuis ligt het Erich Maria Remarque – centrum, het (gratis) toegankelijke documentatiecentrum van het leven en het werk van de schrijver (het is zijn schrijversnaam, hij heette van huis uit Erich Paul Remark). Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Erich_Maria_Remarque .

Hij kreeg het boek “Im Westen nichts Neues” aanvankelijk niet gepubliceerd, maar toen het dan toch in 1929 lukte, was het meteen een sensatie. Het gaat over de ervaring van Duitse frontsoldaten in de Eerste Wereldoorlog ( dat was Remarque zelf ook geweest). In het eerste jaar werden er al 1,2 miljoen exemplaren van verkocht. Het boek is in 1930 in de VS verfilmd.
Het maakte hem meteen gehaat in rechtse kringen. Het werk genoot de eer om in 1933 verboden te worden, en openbaar verbrand. Hij woonde toen al in Zwitserland. In 1938 werd hem de Duitse nationaliteit ontnomen en in 1939 vertrok hij naar de VS.

Nog twee teksten van of over Remarque, de Gestapobrief waarin aanbevolen wordt om zijn Duitse nationaliteit in te trekken, en een waarschuwend pamplet tegen het fascisme. Zie

Münster en de Wederdopers
Münster heeft, met het Wederdoperstijdperk, een veel gewelddadiger geschiedenis dan Osnabrück en zwijgt niet over dit verleden. Zo hier en daar wordt het zelfs gemerchandised. Het is een beetje moeilijk om tegelijk ook Vredesstad te zijn.

In de vele stromingen en sektes, die te midden van esotherische theologische discussies floreerden tijdens de ontwikkeling van de Reformatie, bevonden zich ook mensen die vonden dat je alleen maar gedoopt kon worden als je volwassen was en wist wat je deed. Die mening is het eerste geuit door Zwingli in 1523. Omdat men als kind al gedoopt was, was dat dus wederom een doop, vandaar de naam. Vanwege praktische bezwaren, geuit door de gemeente Zürich, zag Zwingli van zijn opvatting af, maar sommige van zijn volgelingen niet.

De stroming geloofde ook in het einde der tijden, waarvoor meermalen een datum voorspeld was. Men wilde zich op die gebeurtenis voorbereiden en daartoe liefst onder elkaar in een omgeving verblijven, die door leden van de stroming met dit perspectief kon worden ingericht.

Dat Nieuwe Jeruzalem werd Münster. De wederdopers werden daar in februari 1534 de baas, niet eens met geweld, maar via (voor die tijd) normale politieke processen. De gangbare reformatorische stromingen waren in Münster sterk, maar de wereldlijke baas in Münster was de bisschop. Daar liep men ook niet echt warm voor.  
Pogingen om in 1535 een dependance van het Nieuwe Jerusalem in Amsterdam te vestigen faalden door amateurisme en en te weinig steun. Het bleef bij de tijdelijke verovering van het stadhuis.
Zie ook www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6855/het-geweld-van-de-wederdopers.html .

De bisschop ging de stad belegeren. Dat was niet fijn, want de wederdopers wilden in alle rust het voor 05 april 1534 voorspelde laatste oordeel afwachten. Maar dat kwam niet.

De leiding van de wederdopers lag bij enkele Nederlanders. De eerste leider vond de dood, omdat die ten onrechte op de steun van God rekende bij een militaire uitval.
De opvolger, die zich Jan van Leiden noemde (waar de uitdrukking ‘zich ergens met een Jantje van Leiden van af maken’ vandaan komt) voerde, met behulp van twee kompanen, met harde hand een (in zijn opvatting) christelijke heilstaat in. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Leiden . Religieuze beelden en bibliotheken moesten er aan geloven, idem het stadsarchief, het geld werd afgeschaft en goederen werden in gemeenschap. Van Leiden nam een koninklijke hofhouding aan. Naast zijn koningin Diewer van Haarlem trouwde Van Leiden met nog 15 andere vrouwen (een van de 15 die weg wilde, zou op het Domplein onthoofd zijn).

Het Wederdopersregime heeft met zijn eindtijdtheologie, zijn symbolenhaat, de harde hand en de vele executies, de gewapende strijd, de opvatting over vrouwen, de zelfmoordaanslagen en de discussie met de mainstream stromingen  wel iets van de Islamitische Staat weg, maar dan geradicaliseerd vanuit reformatorische wortels.
Laat ik het er op houden dat veel godsdiensten geradicaliseerde gekken kennen – evenals overigens sommige ongodsdienstige levensbeschouwingen.

Ondertussen verdedigden de opgesloten wederdopers zich fel tegen de belegering door de bisschop en omdat Münster een sterke vesting was, hielden ze dat een tijd vol. Maar de stad kreeg er genoeg van en iemand verlinkte de zwakke plek van de vesting, waarna de bisschop op 25 juni 1535 alsnog weer de militaire baas werd.
De drie leiders van de opstand werden op uiterst onaangename wijze gedood, en vele andere wederdopers vonden bij zware straatgevechten de dood. Daarna werd Münster met zachte maar dringende hand weer door de bisschop naar het katholicisme geleid.

Kooien aan de Münsterse Lambertikerk

De lijken van de drie aanvoerders werden in open ijzeren korven aan de Lambertikerk (Van Leijden bovenin). Daar hebben de lijken tot 1585 jaar gehangen. De kooien (zonder inhoud) hangen er nog steeds, zij het dat ze na oorlogsschade in 1944 vervangen zijn door nieuwe exemplaren. De brochure van het Münsterse Stadsmuseum beeldt ze op overtuigende wijze op de voorpagina af.
Een overtuigende toeristische attractie….

Er bestaan overigens nog steeds Wederdopers, nu doopsgezinden of mennonieten geheten, maar dat is een stroming waar niets mis mee is.  

Diploma-uitreiking OU-studie Milieukunde

Ik heb in deze kolommen al eerder geschreven over het behalen van mijn bachelor Milieu-natuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Het laatste onderdeel was een afstudeerscriptie met een groep van vier mensen over synthetische kerosine, die tot stand gekomen was door vier deelscripties over elementen van dit onderwerp samen te voegen. Ik deed biokerosine.
De inhoudelijke behandeling, alsmede een link naar de totaal-scriptie en de deelscripties, is te vinden op bachelor gehaald .

Nu een sfeerimpressie van de diploma-uitreiking, op 21 juni 2019, in het Utrechtse Muntgebouw. Daartoe was de Rector Magnificus aanwezig, prof. dr. Arjan Bos die veel onderzoek gedaan heeft naar eenzaamheid en daar ene verhaal over hield.
Waarna de niet al te eenzaam ogende geslaagden hun papieren kregen.

Professor Bos en ik
Mijn diploma
De cijferlijst

Ik zou nu aan mijn Master kunnen beginnen, maar vooralsnog ga ik dat niet doen.
Ik heb wel een module Environmental Toxicology aangeschaft, maar vooralsnog schiet dat niet hard op vanwege alle drukte rondom de diverse acties. Komt nog wel.

Ik en mijn maatje Remco

Afstuderen in de milieukunde aan de Open Universiteit

Ik heb al mijn modules van mijn studie Milieukunde aan de Open Universiteit gehaald, of ik heb er vrijstelling voor. Ik kan dus nu gaan afstuderen.

De Open Universiteit organiseert dat via een Virtueel Milieuadviesburo. De OU krijgt opdrachten binnen en daar gaat een groep studenten aan werken.
In mijn geval heeft het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) een onderzoeksvoorstel ingediend naar demlieu- en klimaataspecten van synthetische kerosine. Prof. dr. Klaas Kopinga (emeritus) is namens BVM2 contactpersoon met de OU.

Schema van de productie van synthetische kerosine uit CO2 en electra

Na een intro wat BVM2 is en waarom BVM2 dit wil, luidt de ingebrachte opdrachtomschrijving:

Stel een literatuurstudie op, waarin

  • In kaart wordt gebracht welke bestaande en toekomstige productiewijzen van synthetische kerosine er bestaan, en op welke schaal deze nu of in de toekomst kunnen leveren
  • Onderzocht wordt of, en zo ja welke, aanpassing van vliegtuigmotoren deze vereisen en welke aanpassing van de installaties en procedures op vliegvelden
  • Onderzocht wordt of er een indicatieve prijs per eenheid van brandstof en energie aangegeven kan worden
  • Wordt geformuleerd welke toxische emissies de bestaande fossiele kerosine heeft en welke de diverse synthetische kerosines hebben of zouden kunnen hebben bij verbranding in de motor. Dit per eenheid van brandstof en per eenheid van energie.
  • Wordt geformuleerd welke klimaateffecten deze fossiele en synthetische kerosines hebben of zouden kunnen hebben, waarbij de klimaateffecten in de productiefase meegeteld worden. Dit ook weer per eenheid van brandstof en per eenheid van energie.
  • Indicatief in kaart wordt gebracht welke maatschappelijke effecten de productie van synthetische kerosine heeft, anders dan de hierboven genoemde. Te denken valt aan zaken als landgebruik, voedselproductie, waterverbruik en milieuaantasting elders. Deze lijst is bedoeld als voorbeeld en niet limitatief.

Waarbij het de bedoeling is dat de opdracht zich beperkt tot voortstuwingsbrandstoffen die zich ongeveer gedragen als kerosine en daarmee eventueel mengbaar zijn zonder grote aanpassing van de motoren. De opdracht gaat bijvoorbeeld niet over waterstof.

Minder roet bij inzet van GTL-brandstof

Klimaatverandering dreunt door in het voetbal



Ik organiseer als vrijwilliger oefenwedstrijden voor Unitas’59, de grootste Eindhovense amateurvereniging met onwaarschijnlijk veel jeugdteams (en in het bezit van één kunstgrasveld). Ik ben daarom lid van de KNVB en ik krijg tegenwoordig met enige regelmaat columns binnen van Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal van de KNVB. Die schrijft over het algemeen trouwens verstandige taal.

De column die ik op 04 september 2018 binnenkreeg, past in de thematiek van deze site. Hij gaat namelijk over de langdurige droogte en de gevolgen daarvan voor de velden, en de gevolgen daar weer van voor de competitie.”In een aantal regio’s zakt het grondwaterpeil zo snel, dat het verboden is om te sproeien en iedere dag kondigen er wel een paar gemeenten aan, dat er vanwege de droogte niet meer gevoetbald mag worden. Op de velden waar men wel kan beregenen, probeert een leger vrijwilligers in de nachtelijke uren de schade zo beperkt mogelijk te houden en de velden van water te voorzien. Gemeenten die de beregening van hun accommodatie aan clubs overlaten, blijken hen te weinig haspels en water te verstrekken.” schrijft Van der Zee.

Door die enorme inzet en omdat de clubs zich uiterst flexibel opstellen, hoeft de competitie niet in zijn geheel te worden uitgesteld, meldt de column.
Verder wordt geobserveerd dat de grasvelden op het platteland er beter bij liggen dan in de stedelijke gebieden. Het Urban Heat Effect?

Eind augustus mailt Patrick Balemans, grasspecialist en accommodatie-adviseur bij de KNVB, “ … pleit voor bewustwording van de gevolgen van de klimaatverandering voor het voetbal en legt mij uit, dat wetenschappers voor de komende vier jaar nog meer ongewone warmte voorspellen, extreme koude en heftige regenbuien. Die ontwikkeling vergt specialistische kennis en een andere benadering van het onderhoud aan de velden. Daarnaast is versneld onderzoek nodig naar een mix van kunst- en natuurgrasvelden. Want één ding is zeker; het weer hebben we niet in de hand, maar we kunnen er wel op voorbereid zijn.”.

De volledige tekst van de column is te vinden op http://knvb.m3.mailplus.nl/genericservice/code/servlet/React?encId=Hqhwr6YEvyaXYkT&actId=365652&command=openhtml .

Dresden

Mijn partner en ik maken altijd trektochten per fiets in de vakantie. In augustus 2017 zijn we in een aantal etappes van Dresden naar Paderborn gefietst, langs al die oude cultuursteden in dat gebied.

Dresden heeft 300 veelbewogen jaren achter de rug. August der Stärke voerde een avonturistische en militaristische buitenlandse politiek, met meer geld en passie dan met verstand, maar hij bouwde Dresden tot een prachtige stad (daar had hij meer verstand van). Driehonderd jaar geleden vonden een geleerde en een alchemist er het porselein uit, het ‘witte goud’ – en technische keramiek is nog steeds researchonderwerp. En Dresden is weer een high tech – stad.

In 1945 werd die prachtige stad geheel in puin gegooid, en daarna voor een groot deel weer opgebouwd. Velen vinden dat een oorlogsmisdaad en ook in Groot-Britannie leidde het eigen bombardement tot discussies. Het was in elk geval het laatste tapijtbombardement van WO II.
En dan te bedenken dat wat in 1945 nog meerdere aanvalsgolven vroeg met honderden bommenwerpers, tegenwoordig met één klein kernwapen gerealiseerd kan worden.

De stad is nu weer prachtig, als je de bijna patserig getoonde macht en rijkdom van vroeger (met name in de Fürstenzug en het Residenzschloss) uit je gedachten bant.

De oude DDR is nu een complex mengsel van mooi en lelijk. Lelijk is bijvoorbeeld dat in Dresden de Pegida uitgevonden is, een afkorting van een lange Duitse term dat ze iets tegen islamieten hebben. En dat in het nabij gelegen Chemnitz neonazi’s op buitenlanderklopjacht gaan.

De haatzaaierij van extreem-rechts staat me niet aan, en de internationale situatie die aan deze haatzaaierij een voedingsbodem biedt nog veel minder. Af en toe verbeeld ik mij dat in de mand, waarin de dogs of war liggen te slapen, een oog langzaam opengaat wat er allemaal nu weer gebeurt. In ons deel van de wereld dan, elders zijn ze al wakker.

Het leek mij gepast om op deze site drie afbeeldingen van de Frauenkirche in Dresden te laten zien. Dit voor het geval er weer mensen opstaan die een oorlog in Europa een goed idee vinden.
De eerste zoals de kerk en zijn omgeving er uit zag in 1750, op een schilderij van Canaletto.
De tweede zoals de kerk eruit zag van 1945 tot begin jaren ’90 (onbekende fotograaf)
De derde zoals de kerk er nu uitziet. De kerk is na de val van De Muur in oude luister hersteld (eigen foto).