Schiphol experimenteert met maatregelen tegen UFS

UFS-luchtfiltering
Schiphol Newsroom meldde op 13 nov 2023 ( https://nieuws.schiphol.nl/schiphol-test-met-waterdruppels-en-innovatieve-installatie-om-lucht-te-zuiveren/ ) dat Schiphol resultaten kon geven van een test met het inpandig uitfilteren van UltraFijnStof (UFS) in de brandweerkazerne, grenzend aan het operationele gebied van Schiphol.

Hart van de Cirqulair-afzuiging van VWI

De Cirqulair-apparatuur was van Van Wees Innovations, die er op https://vanweesinnovations.com/cirqulair/ een heel verhaal overheeft. De onderneming claimt zeer hoge verwijderingspassages:


Een filmpe van de proef is te zien op https://youtu.be/WyaNsEJLr9k .

Het is oncontroleerbaar in hoeverre de claims waar zijn, en aan welke voorwaarden daartoe voldaan moet zijn, maar er wordt nu even verondersteld dat de beweringen op hoofdlijnen kloppen.
Zie ook https://www.bjmgerard.nl/over-en-naar-aanleiding-van-het-ufp-rapport-van-de-gezondheidsraad/ .

Het verhaal gaat over UFS, maar op de keper beschouwd houdt de Cirqulair gewoon bijna alle fijn stof tegen. Het zou niet logisch zijn om dat niet te doen. Dat is prima, want vooralsnog is er van PM2.5 heel wat meer medische schade bekend als van UFS. Het zou kunnen dat de meerwaarde voor UFS-maatregelen bovenop PM2.5-maatregelen niet heel groot is. Maar dat moet de wetenschap nog uitwijzen. Zie https://www.rivm.nl/nieuws/mogelijke-langetermijneffecten-op-gezondheid-door-ultrafijn-stof-van-vliegtuigen .

De feitelijke meting in de brandweerkazerne komt op een verwijderingsrendement van slechts 75%. Dat komt, wordt er bij verteld, omdat ramen en deuren af en toe open gaan (de proef liep van begin september tot begin november 2023).
Waarmee ook meteen de twee belangrijkste zwaktes duidelijk worden: het filtersysteem werkt alleen in een gesloten ruimte, en ruimtes voor normale mensen zijn zelden geheel gesloten en dat verpest het effect, vooral als de lucht buiten heel vuil is. En dat is hij op het werkplatform van Schiphol.

Neemt niet weg dat het systeem, mits in goede uitvoering georganiseerd, heilzaam kan zijn voor het personeel van Schiphol, voor zover dat in min of meer gesloten ruimtes werkt.  

Proef met een waterscherm tegen UFS op 22 maart 2022 op Schiphol

UFS vangen door verneveling
Bij alle stofproducerende bedrijfsactiviteiten geldt de algemene regel ‘nathouden’.

Het ligt voor de hand om die vuistregel ook bij vliegtuigen in gedachten te houden. Schiphol heeft het in 2022 op eigen grond geprobeerd (samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR en met TNO), maar vooralsnog heeft dat onvoldoende duidelijkheid opgeleverd, noch positief noch negatief.
Vervolgonderzoek vindt plaats op vliegveld Twente. Dit onderzoek wordt gesteund door het TULIPS-programma van de EU.
Zie https://nieuws.schiphol.nl/schiphol-test-met-nevel-om-ultrafijnstof-te-verminderen/ en op die pagina het filmpje https://youtu.be/Qau0tGM5mqI .
UIteraard werkt dit alleen bij statisch motorgebruik.

SP stelt vragen over loodlozingen in de atmosfeer in Budel en krijgt antwoord (Update dd 15 dec 2023)

Persbericht                                                                        17 nov 2023

SP stelt vragen over loodlozingen in de atmosfeer

In een bericht in Pointer over loodlozingen van een bedrijf in Noord-Nederland werd in het voorbijgaan gesteld dat genoemd bedrijf de derde loodlozer in de atmosfeer was, na Nyrstar in Budel en (op de eerste plaats) Tata Steel. De provincie Brabant heeft niets te maken met de andere twee bedrijven, maar is wel bevoegd gezag voor Nyrstar (in de volksmond de zinkfabriek).

Nyrstar_foto bgerard, ook wel de zinkfabriek in Budel

Het bericht kan onjuist zijn, of kan alleen op het papier van de vergunning juist zijn, maar lood en Budel is historisch een beladen combinatie. Daarom wil de SP-fractie in PS graag weten hoe het zit.

Daarnaast loost ook een deel van de kleine vliegtuigjes op Kempen Airport (het Budelse vliegveld) lood in de atmosfeer. Dat heeft de SP al eerder aangekaart. De gemeenten Cranendonck (waarin Budel ligt) en Halderberge (waarin vliegveld Seppe ligt) hebben al contact gehad met de provincie en ook de GGD zou een en ander uitzoeken. De SP-fractie in PS wil weten hoe het er nu aangaande dit onderwerp voorstaat.
Zie ook GS Noord-Brabant willen verbod op loodhoudende vliegtuigbenzine en <strong>Ontwikkelingen m.b.t. loodhoudende vliegtuigbenzine</strong> .

SP-woordvoerster Irma Koopman heeft vragen gesteld. Die zijn hieronder in te zien. Wordt vervolgd.

Update dd 15 dec 2023

Nyrstar loosde in 2022 400kg lood in de atmosfeer

De vragen van SP-woordvoerder Koopman over de atmosferische loodlozingen door Nyrstar  zijn op 12 december 2023 beantwoord.

Grofweg de helft van de emissies is diffuus, de andere helft komt uit puntbronnen.

Het diffuse deel komt voort uit vervoer en overslag van ertsen (inkomend) en restproducten (uitgaand). Mogelijk bestaan hiervoor voorschriften van algemene aard bij stoffend materiaalvervoer, maar het antwoord maakt hiervan geen melding.

De puntbronnen (waarvan Nyrstar er veel heeft) vallen rechtstreeks onder het nationale Activiteitenbesluit. Dat leidt tot een maximaal toegestane concentratie per emissiepunt 0,05mg/m3 . Aan de som van al die emissiepunten is geen maximum gesteld.
Wel moet Nyrstar, net als alle bedrijven die Zeer Zorgwekkende Stoffen uitstoten, elke vijf jaar een minimalisatieplan maken. Het huidige plan heeft geleid tot twee nieuwe scrubbers, waardoor de loodemissie naar de atmosfeer afgenomen is van 1100kg in 2016 naar 400kg in 2022. Er staat niet bij t/m wanneer het huidige minimalisatieplan loopt en wanneer er dus weer een nieuw plan moet komen – en wat dat dan gaat betekenen.

Blijft aandacht verdienen, ook al omdat het Activiteitenbesluit verdwijnt of verandert als de nieuwe Omgevingswet gaat draaien.

Loodlozingen uit vliegtuigbenzine: overheid wacht af

De provincie heeft het onderwerp bij het Rijk neergelegd, en het Rijk weer bij de EU. Minister Harbers heeft er een Kamerstuk aan besteed ( https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31936-1058.html ), waarin de stand van zaken uitgelegd wordt. Eerdere analyses mijnerzijds op deze site worden in de Kamerbrief geheel bevestigd, oa over technische zaken, over de beschikbaarheid van alternatieven, en over de mogelijkheden en de ontwijkroutes in EU-regelgeving. Zie https://www.bjmgerard.nl/loodhoudende-vliegtuigbenzine-snel-weg-ermee/ .

Volgens Harbers wil iedereen van het TetraEthylLood (TEL) af, ook de sector zelf. Geheel benzinedicht zijn de Europese bepalingen niet (zegt ook Harbers), maar het is aannemelijk dat het gebruik vanaf 2025 sterk verminderd. In principe wordt op 01 mei onder de Europese REACH-systematiek de verkoop van onverdunde TEL verboden (tenzij er toch iemand uitstel vraagt), en in principe zal er minder en duurdere verdunde TEL in AVDAS zitten.

In praktijk daalt het verbruik al sterk.

De provincie heeft er genoeg fiducie in en wacht af hoe het gaat lopen. Ik ook, al is een kleine prikactie zo hier en daar nooit weg.

Versnelde verduurzaming Eindhoven Airport is een stap  vooruit – maar die stap is niet groot genoeg en kent veel onzekerheden


Persbericht                                                         08 november 2023

Versnelde verduurzaming Eindhoven Airport is een stap  vooruit – maar die stap is niet groot genoeg en kent veel onzekerheden

Op 07 november 2023 heeft directeur Hellemons van Eindhoven Airport het “Commitment EA 2030” uitgebracht, inhoudend een programma om Eindhoven versneld te verduurzamen richting 2030. Zie https://www.eindhovenairport.nl/nl/nieuws-en-media/eindhoven-airport-versneld-verduurzamen-richting-2030 .  Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft aandachtig kennis genomen van de publicatie en spreekt daarna als oordeel op hoofdlijnen uit dat deze publicatie soms een stap vooruit presenteert, dat die stap niet altijd groot genoeg is, veel onzekerheden kent, en soms tot kritiek uitnodigt.


Geluid
Directeur Hellemons herhaalt de afspraak uit het Van Geel-advies dat de oppervlakte binnen de 35Ke-contour in 2030 70% zal zijn van die in 2019, maar mijdt de vraag of dat 70% is van wat wettelijk mocht of 70% van wat in 2019 werkelijk gevlogen werd (dat was een forse overschrijding daarvan). Deze vraag komt ieder jaar weer terug en is nog steeds niet opgelost. Volgens BVM2 moet van het wettelijk maximum in 2019 worden uitgegaan. Dat leidt tot  een kleinere geluidsruimte in 2030.

Positief is om (eventueel op korte termijn) de startprocedure met de minste geluidshinder voor de omgeving te kiezen, maar er moet veilig worden gesteld dat de opstijgende vliegtuigen deze procedure ook daadwerkelijk vliegen. Handhaving is soms een zwak punt op dit Defensievliegveld.

Eindhoven Airport stimuleert momenteel de vlootvernieuwing met financiële prikkels, en volgt hoe het aandeel nieuwste vliegtuigen oploopt. Dat aandeel neemt toe, maar tot nu toe niet in het vereiste tempo. Hellemons gaat de eindsituatie nu normatief op 100% in 2030 voorschrijven. Dit is een verbetering.
In hoeverre die verbetering op zichzelf leidt tot 30% minder geluid, moet blijken. Dat hangt ook af van het totale aantal vluchten en de verdeling van de vluchten over de dag.

Geluidsreductie via Vlootvernieuwings, projectie tot 2030

Het maximum aantal vliegbewegingen op Eindhoven Airport was op papier 41.500 , maar was in praktijk al 40.500 omdat daarmee de grenzen van het Luchthavenbesluit bereikt werden. Door 1000 fossiele privé-vliegbewegingen te schrappen, brengt Eindhoven Airport de theorie in lijn met de praktijk.
Deze 1000 fossiele privé-vliegbewegingen hadden nauwelijks nut voor de regio. Dat Eindhoven Airport ruimte over laat voor 560 privé-vluchten die wel maatschappelijk nut kunnen hebben, valt te billijken.

BVM2 spreekt op dit moment geen positief of negatief oordeel uit over elektrisch vliegen met kleine vliegtuigen. Er is nog teveel onduidelijk. Bijvoorbeeld hoe klein ‘klein’ is, welk geluid ontwikkeld wordt bij het starten en in hoeverre het maatschappelijk nut het gebruik van (tot 2030) schaarse duurzame stroom rechtvaardigt.
BVM2 kan leven met gedachtenontwikkeling en experimenten. Deze moeten in het LEO (Luchthaven Eindhoven Overleg) besproken worden.

De getalslimiet van 40.500 geldt vooralsnog t/m 2027.
Tot zolang heeft Eindhoven Airport dus een ‘dubbel slot’: èn op aantal èn op geluidscontour.
Vanaf 2028 wil Eindhoven Airport overgaan op alleen de geluidscontour (dus op een enkel slot). Vooralsnog is BVM2 het hier niet mee eens. Er loopt een landelijke discussie (vanuit het ministerie) over welk geluidssysteem de objectieve (berekende) en subjectieve (beleefde) hinder van omwonenden het  beste weergeeft. Daaronder ook varianten met een dubbel slot.
Deze discussie moet in elk geval eerst zijn afgerond. Welk geluidssysteem dan ook, het moet het moet in elk geval zijn betrouwbaarheid in de praktijk hebben bewezen, voordat er sprake kan zijn van het vervallen van een dubbel slot. Directeur Hellemons loopt hier te ver voor de muziek uit.

Klimaat
Enerzijds heeft Eindhoven Airport wel eens een hogere ambitie uitgesproken dan de 30% CO2 – reductie in Commitment EA 2030, namelijk 45% in reactie op een aanschrijving door lokale Milieudefensie-groepen. Dergelijke percentages zijn, volgens de rechter in het Shell-vonnis en volgens Fit for 55, minstens nodig om het klimaat te redden.
En CO2-minderen kan ook door minder te vliegen. Vraag is of vanuit klimaatoverwegingen 40.500 vliegbewegingen op termijn überhaupt nog mogelijk is.


Anderzijds is voor een vliegveld 30% nog  steeds een forse ambitie. Het zou een stap zijn, een te kleine stap maar wel vooruit.
Deze CO2-vermindering vraagt om grofweg 25% a 30% bijmenging van duurzame kerosine (SAF). Dit soort bijmengingspercentages zijn in de luchtvaart nog zeer ongebruikelijk.
BVM2 verwelkomt dan ook dat Eindhoven Airport uit eigen middelen een financiële stimulans  opbouwt om het prijsverschil tussen fossiele en duurzame kerosine voor de luchtvaartmaatschappijen  te verkleinen. In hoeverre de voor 2024 begrote som van een half miljoen Euro zoden aan de dijk zet, moet blijken.

Namens BVM2

Wim Scheffers, voorzitter
Bernard Gerard, secretaris

KiM-studie naar vervanging vliegtuig door trein kent enkele zwakten

Inleiding
Het Kennisinstituut voor de Mobiliteit (KiM0 heeft een studie geproduceerd ‘Substitutiemogelijkheden van luchtvaart naar spoor in 2030 en 2040’, waarin die mogelijkheden als relatief laag worden ingeschat. De samenvatting van de studie, alsmede de downloadlink, zijn te vinden op https://www.kimnet.nl/actueel/nieuws/2023/10/17/gebruik-van-trein-kan-klein-deel-vluchten-vervangen .

Het doel van de exercitie was om een eerdere exercitie, die van Savelberg en De Lange uit 2018 (hierna SDL2018, basisjaar 2017) te updaten. Voor SDL2018 is een computermodel ontwikkeld dat marktaandelen produceert op basis van aantal  inputvariabelen. Het model zelf wordt nu als voldongen feit geaccepteerd en staat niet ter discussie. De bedoeling was immers dat het onderzoek 2023 zoveel mogelijk de methode volgt van 2018.

Het KiM is een serieus onderzoeksbureau en kan ongetwijfeld goed met modellen omgaan, maar, zoals wel vaker, de zwakte zit meestal niet in het model maar in de input. Die input bestaat vooral uit afstanden (13 veelbereisde steden met een station tot ongeveer 700km ver weg), reistijden, aanbodfrequenties, transfergemak (vliegtuig-trein vv) en tarieven.

Het verhaal gaat vooral over Schiphol. Treinsubstitutie zou op Rotterdam – Den Haag Airport goed zijn voor duizend minder vluchten (in Rotterdamse verhoudingen niet helemaal niets), en op Eindhoven Airport zou het te  verwaarlozen zijn (wat kan, omdat Eindhoven geen goede internationale treinverbindingen heeft en nauwelijks over korte afstanden vliegt).

Wat zegt het KiM?
Het KiM doet uitspraken over de periode 2017/18 tot nu; over nu; en over de periodes van nu tot 2030 resp. 2040.


Over de periode 2017-2023 valt vooral op dat vliegen op alle bestemmingen duurder geworden is (gemiddeld 80%). Reistijden zijn bijna onveranderd en op enkele  bestemmingen is de frequentie significant beter of slechter. Er wordt gemiddeld 22% minder op de 13 bestemmingen gevlogen (mede vanwege Corona).
Reistijden per trein zijn in  die periode zijn meestal niet of nauwelijks toegenomen, en op enkele  bestemmingen een stuk verkleind door betere infrastructuur. Frequenties zijn gemiddeld gelijk gebleven of soms iets verbeterd. De prijs is soms (aanzienlijk) verbeterd en soms (aanzienlijk) verslechterd, en gemiddeld 10% lager.


Nu (dus In 2023) zijn treinkaartjes op de 13 onderzochte bestemmingen gemiddeld goedkoper dan vliegtickets, behalve op Groot-Brittanië. Greenpeace beweerde onlangs  het omgekeerde ( https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/60832/hoe-jij-wordt-ontmoedigd-de-trein-te-nemen-in-plaats-van-het-vliegtuig-of-de-auto/ ), de Consumentenbond beweerde hetzelfde als het KiM ( https://www.bjmgerard.nl/de-trein-is-allang-niet-meer-altijd-veel-duurder-dan-het-vliegtuig/ ).
Het verschil met Greenpeace zegt niet alles, want je vergelijkt sterk wisselende tarieven met sterk wisselende tarieven bij mogelijk een vroegere of latere reserveringstermijn, en bij verschillende wijzen van middelen. Als ik Greenpeace was, ging ik niet meteen bij het kantoor van het KiM demonstreren.

Hieronder lucht- en spoortabellen die de huidige situatie rond de 13 bestemmingen weergeven:


De verwachte toekomst wordt hieronder visueel samengevat en bevat de door KiM voorspelde aantallen en reducties daarin

Je moet dat als volgt lezen (alle hierna genoemde getallen * 1000).

  • Het aantal vliegreizen van individuele personen tussen Amsterdam en de 13 bestemmingen opgeteld bedroeg in 2023 9704 .
  • Volgens het KiM-model zouden er dat in 2030, bij ongewijzigd beleid, 13781 zijn
  • Toepassing van kortere treinreistijden zou 503 vliegreizen op die 13781 in mindering brengen, verhoging van de frequentie nog eens 343 . Alléén deze twee maatregelen heet ‘conservatief’ en leidt tot 13435
  • Als men ook nog eens voor minder transferbelemmeringen zorgt en 20% van de treintarieven afdoet, gaat er door beide maatregelen samen nog eens 1507 vluchten af en eindigt het aantal vliegbewegingen op 10927 .
  • 503+343+1507= 2353 (de optimistische versie) en dat is 17% van 13781 van het totaal aantal vliegreizen van of naar de 13 bestemmingen
  • Idem in 2040 .
  • Bij 150 mensen per vliegtuig vinden er op Schiphol 2353/150 = 15,7 minder vluchten van of naar de 13 bestemmingen plaats (7,8 heen, 7,8 terug).
    15,7 op de 422 vluchten op Schiphol is bijna 4%

Een en ander wisselt van bestemming tot bestemming. Hieronder een tabel met opsplitsing per bestemming.

(Met 2030SDL2018 wordt bedoeld hoe men in 2018 over dezelfde vraag dacht)

Zwakke plekken
Modelberekeningen hebben altijd risico’s.

Het KiM wil zo goed mogelijk aansluiten op het eerdere onderzoek dd 2017/2018. Mede daarom benoemt enkele zaken wel die niet in het model zijn opgenomen, en noemt enkele zaken niet die  niet in het model zitten (maar er wel in zouden moeten zitten):

  • Het model gaat uit van autonome ontwikkelingen in de luchtvaart, dus Business As Usual (BAU). In het model verandert alleen het spoor.
    Was dat in 2017 nog voorstelbaar, in 2023 niet meer. Het vliegen zal gerantsoeneerd worden (veelvliegers) of zichzelf gaan rantsoeneren van wege de sterk groeiende kosten van belastingen, meerkosten van synthetische kerosine en ETS. Nu zit er wel in het model dat de trein 20% goedkoper wordt, maar niet dat het vliegen bijvoorbeeld 50% duurder zou kunnen worden.
  • Het model benoemt wel de verbetering van transfer (dat betekent van vliegtuig naar trein of omgekeerd), maar niet een betere transfer van trein naar trein. Met andere woorden, een betere overstap en, meer algemeen geformuleerd, betere organisatie van het internationale railverkeer. Mogelijk heeft de moeizaamheid van het reserveren een groter effect dan de prijs.
  • Er worden geen andere modaliteiten beschouwd dan de trein (Flixbus wordt bijvoorbeeld niet meegenomen, is minder luxe maar veel goedkoper dan de trein).
  • De nachttrein is niet meegenomen

Al met al: zó klein is het gesunstitueerde percentage vluchten nou ook weer niet.

Goed bestuursakkoord in Noord-Brabant

Vooraf
Bij de Provinciale Staten-verkiezing 2023 in Noord-Brabant was de BBB met 11 zetels de grote winnaar. Die mocht dus beginnen met formeren met wat getalsmatig en politiek, mede gezien het tumultueuze verloop van de voorafgaande periode, de minst onlogische combinatie was, te weten BBB-VVD-GroenLinks-PvdA (met 11-9-5-4 samen goed voor iets meer dan de helft van de 55 zetels). Dat leek goed te gaan, er lag een onderhandelaarsakkoord, de champagne stond al koud, maar toen kwam de BBB alsnog met een stel aanvullende eisen. Dat leidde tot PLOF.

Waarop de VVD het (naar het leek, niet geheel met tegenzin) het mocht proberen met de daarop volgende minst onlogische combinatie, te weten VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant (met 9-5-4-4-4-2 ook net een meerderheid). Dat liep goed, er zat een vakantie tussen, maar op 01 september 2023 lag er een akkoord – als laatste van de provincies.
Men kan het akkoord vinden op https://www.brabant.nl/bestuur/bestuursakkoord-2023-2027 .

Een enkele keer geef ik persoonlijk commentaar. Dat zet ik er dan bij.

Het bereikte compromis binnen dit bonte gezelschap pakt naar mijn mening wonderlijk goed uit. Ik zal het bespreken voor zover het op mijn terrein ligt: klimaat, energie, milieu, landbouw en natuur. Dat is niet bedoeld als diskwalificatie van de andere onderwerpen, maar mijn mening daarover heeft geen speciale meerwaarde.
Ik moet zo hier en daar selecteren wat ik wel en niet meeneem. Hier en daar blijven onderwerpen op ‘mijn’ gebied onbesproken.

Brede welvaart
Het brede welvaart-thema wordt geopend met de passage “We zien dat grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bijvoorbeeld de krapte op de woningmarkt en de klimaat- en energietransitie, steeds meer de directe leefomgeving en de bestaanszekerheid van de Brabander raken. We lopen tegen de grenzen aan van zowel onze economie als onze omgeving: er is schaarste. Daarmee dringt ook steeds meer en steeds breder het besef door dat we niet kunnen doorgaan op de ingeslagen weg. We moeten nieuwe wegen inslaan voor een gezonde en welvarende toekomst voor Brabant. Het oude vertrouwde verdwijnt en er komt een periode van onzekerheid voor in de plaats.” (blz9)

Waarna volgt was, naar mijn mening, het meest revolutionaire zinnetje, verstopt in een riedel over economie en innovatie, namelijk “Economische groei is geen doel op zich(blz11).

Economisch krijgt dat bijvoorbeeld vorm in een selectiever beleid t.a.v. distributiedozen (blz19) , een selectievere acquisitie van nieuwe bedrijven (blz13), en uitbreiding van het programma Grote Oogst, de provinciale bijdrage aan de verduurzaming en de opschoning van de Brabantse bedrijventerreinen (blz19). Zie voor dat laatste ook https://www.bjmgerard.nl/het-schone-lucht-akkoord-in-brabant/ .

Gezondheid
Het akkoord signaleert een aantal gezondheidsbedreigende trends, zoals hittestress in steden, slechte luchtkwaliteit, en een hoger risico op zoönosen (ziektes die van dier op mens overspringen, zoals de Q-koorts en mogelijk in de toekomst de vogelgriep). Het akkoord spreekt de ambitie uit (blz 14) dat iedere Brabander in 2030 mag genieten van drie extra gezonde levensjaren.

Daarvoor moet het Schone Lucht Akkoord met het Rijk verder in Brabant worden uitgerold (blz39) (zie ook https://www.bjmgerard.nl/schone-lucht-akkoord-een-halfvol-glas/  en eerder genoemde link), wordt onderzoek gedaan naar het terugdringen van ultrafijn stof, en moet er een expertisecentrum komen voor long Covid en long Q-koorts (blz14).

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

De vliegvelden en de internationale treinen
Brabant heeft vier militaire vliegvelden, één groot civiel vliegveld, en twee General Aviation-vliegvelden (Seppe en Budel). Het Akkoord spreekt over economische voordelen en diverse emissies als nadelen. Voor laatstgenoemde twee geldt het Beleidskader Milieu, met Defensie is een voortdurende dialoog gaande, en het Advies-Van Geel voor Eindhoven Airport moet volledig worden uitgevoerd (blz22).
De provincie blijft voortdurend bij Rijk, NS en Prorail aandringen op betere internationale vliegverbindingen, mede als goed alternatief voor het vliegverkeer (blz 23).

Klimaat en energie
We willen in 2030 55% minder CO2-uitstoot in Brabant realiseren ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn (blz28).

Eerste afspraak is dat de vier Regionale Energie Akkoorden (RES) worden uitgevoerd (blz29).

Extra windenergie boven op de RES kan alleen bij lokaal eigendom en voldoende draagvlak in de omgeving (blz29).

Voor zonneparken geldt de zonneladder. Zon op land wordt alleen toegestaan als dat nodig blijkt om de energiedoelstellingen te halen (wat mijns inziens altijd zal blijken). (blz29).

Het Akkoord noemt aardwarmte en bodemenergie als mogelijk, na uitvoerige afweging van de risico’s. De provincie wil risicodragend investeren in de ondersteuning van de warmtetransitie, conform de Wet collectieve warmtevoorziening (die er nog  niet is, bg) (blz29).

Dat laatste is overigens ook een lichtelijk revolutionaire bepaling, waarmee de provincie misschien nog het dichtst in de buurt  komt van een eigen energiebedrijf.
Het Akkoord benoemt de oprichting van ‘Energie Brabant’. “‘Energie Brabant!’ is gericht op zowel het ontwikkelen, stimuleren en bundelen van nieuwe duurzame energievormen als op de huidige provinciale activiteiten. Hiermee stimuleren wij Brabanders om mee te doen waar dat nog niet voldoende gebeurt. Wij scheppen randvoorwaarden om dit mogelijk maken.” (blz28).
Energie Brabant is door dit alles geen eigen energiebedrijf (zoals bijv. de SP wil bg). Er zit geen productiecapaciteit en de instelling gaat niet functioneren als energieleverancier.

(Overigens bestaat er in Midden-Brabant al wel een publieke onderneming met eigen productiecapaciteit, zie Publiek ontwikkelbedrijf REKS  . Dat is een BV waarvan de gemeenten in de RES-regio Midden-Brabant, m.u.v. Waalwijk, aandeelhouder zijn bg).

We verkennen via de Essentgelden en Energie Brabant!  hoe wij als provincie – in aanvulling op rijksregelingen en projecten van gemeenten – kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld grootschalige isolatie van woningen, de warmtetransitie en zonnepanelen. Daarmee kunnen wij energiearmoede tegengaan (blz30).
Om bij het isoleren verlost te zijn van het vleermuis-in-de-spouwmuurprobleem gaat de provincie bij alle gemeenten stimuleren dat er een Soorten Management Plan komt, op basis waarvan verantwoord ontheffing gegeven kan worden van de Wet natuurbeheer (blz 45)

Het Akkoord wil grootschalige opslag van energie en warmte ondersteunen, na inventarisatie van de risico’s. (blz30)

Tenslotte wordt steun aan de energiecoöperaties beloofd (blz30).

MSR
Het akkoord wil de mogelijkheden van gesmolten zout-kernreactoren (MSR) onderzoeken. In deze periode gaat dat nog niet tot besluiten leiden, eventueel wel tot voorbereidingen.
(commentaar bg: men zegt dat als zo’n MSR op thorium draait, hij weinig of geen langlevend afval heeft, en dat het systeem inherent veilig is. Ik sluit niet uit dat beide beweringen waar zijn.
Maar er bestaat nog geen werkend commercieel model en dat kan nog wel 20 jaar duren. Meestal komt de MSR-wens van partijen ter rechterzijde die geen zonneparken en windmolens willen, en zich op een fata morgana richten. Zoals bekend, bestaan fata morgana-oases werkeljk, maar liggen ze zeer veel verder weg dan het lijkt. De verzekering dat er deze periode in Brabant geen besluiten genomen kunnen worden kan dan ook makkelijk worden afgegeven.
Ik vind overigens dat een systeem, dat mogelijk over 20 jaar goed werkt, alleszins de moeite waard om na te streven. Alle klimaatprognoses lopen minstens tot 2050 en vaak tot 2100.  Ik ben dan ook vóór een dergeljk onderzoek. Het ‘komt te laat-argument’ is een drogreden zolang dat onderzoek naast en niet in plaats van hernieuwbare energie plaatsvindt.)


Landbouw, milieu en natuur
De algemene trend in het Akkoord is dat landbouwbedrijven beter moeten worden of moeten stoppen. De transitie zal ingrijpend zijn.
Stoppen moet beter georganiseerd worden en er moet meer geld bij.
Doorgaan betekent innoveren, minder bestrijdingsmiddelen, makkelijker een inkomen verdienen met een combinatie van landbouw, voedselproductie, recreatie, energietransitie, waterberging, het produceren van natuurlijke bouwmaterialen, landschapsbeheer en/of zorg. Onder andere wordt de grondpolitiek ingezet als  middel, en worden de Essentgelden ingezet voor de strategische grondbank. (blz30-31-32).
Verder kunnen vergunningen worden ingetrokken of tijdelijk stopgezet of verleend.(blz46)

Mestbewerking vindt plaats op het eigen erf of op categorie 4 en 5-bedrijventerreinen. Groen gas produceren met monovergisters mag, zolang het niet stinkt, de omgeving niet protesteert en de vergisters zichzelf niet onmisbaar maken.(blz32)

Mestvergister De Princepeel in St Odiliapeel

Stallen die ouder zijn dan 15 of 20 jaar moeten voor de z.g. ‘stallendeadline’ veel minder stikstof gaan uitstoten door of minder dieren, of een natuurinclusieve bedrijfsvoering, of emissiereducerende technieken. Die technieken doen echter vaak niet wat ze beloven en halen het niet bij de rechter. Daardoor zit heel Brabant vast (varkens verhinderen de vooruitgang bg).
Het Akkoord stelt de stallendeadline voor melkvee uit tot 01 jan 2026, en houdt hem voor ander vee op 01 juli 2024. Men wil zo snel mogelijk meetsystemen op bedrijfsniveau. (blz42)

Het Akkoord wil de Kader Richtlijn Water in 2027 gehaald hebben, mits het Rijk bijlapt. (blz37)
Het infiltreren van regenwater in de grond wordt bevorderd, het onttrekken wordt afgeremd met een hogere grondwaterheffing (blz37), en minder grondwaterverbruik wordt nagestreefd met nieuwe technieken (blz38).

Per Natura2000-gebied wordt er een juridisch houdbaar plan tot herstel opgesteld, waardoor vergunningverlening ex de Wet natuurbeheer makkelijker wordt.(blz41)
Het Natuur Netwerk Brabant wordt conform afspraken uitgevoerd, eerstens rond Natura2000-gebieden en in overgangszones (blz35).

Het loont om dit Bestuursakkoord te bestuderen!

BVM2 moderniseert Manifest

Hal van Eindhoven Airport

Het Beraad Vlieghinder Moet  Minder (BVM2) is een Beraad dat onderschreven wordt door (momenteel) 30 organisaties en een kleine 2000 individuele ondersteuners. Ik ben er secretaris van.

Concreet onderschrijven die organisaties en personen een Manifest met een inleiding en 12 eisen. Verdere eisen zijn er niet, behalve dan dat BVM2 van de ondersteunende organisaties graag contactgegevens heeft.

Men is het er in de regio breed over eens dat het advies-Van Geel over het civiele vliegen moet worden uitgevoerd.
Het meest in het oog springende onderdeel van dat advies is dat de oppervlakte binnen de 35Ke-geluidscontour met 30% moet afnemen. Verder zijn er adviezen op het gebied van luchtvervuiling, klimaat en bestuur. Zie https://bvm2.nl/samenvatting-eindrapport-proefcasus-eindhoven-airport/ .

Het is echter geen vanzelfsprekende zaak dat het advies-Van Geel volledig uitgevoerd wordt, zoals het er ligt. De regering heeft het nooit zonder voorbehoud omarmd. Veeleer doet de regering aan ‘cherry-picking’: men neemt over wat uitkomt en probeert de rest te verzwakken. Bij de geluidszone bijvoorbeeld proberen de regering en de luchtvaartsector een overschrijding van de geluidscontour te legaliseren en daar zo weinig mogelijk af te doen.

Dit leidt tot voortdurend touwtrekken binnen het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO), een organisatieonderdeel  van het Van Geel-advies dat de regering wel overgenomen heeft. Het is een taaie strijd die nog steeds doorgaat en die van de kant van BVM2 met grote inzet gevoerd wordt.

Behalve over geluid, zijn er binnen LEO werkgroepen op o.a. gezondheid (wat te maken heeft met luchtvervuiling en ook weer geluid) en klimaat (er zou volgens de Luchtvaartnota 2020-2050 een CO2 – plafond per regionale luchthaven komen, maar die nota is nog niet in de Tweede Kamer besproken). Ook deze onderwerpen zouden wel eens beperkend kunnen werken op het aantal en de kenmerken van de vliegbewegingen.
Ook hier heeft BVM2 een grote invloed.

De strijd voor een betere toekomst van de omgeving van het vliegveld is dus bepaald nog geen gelopen race! Word dus ondersteuner!

Het Manifest waarmee BVM2 startte als opvolger van De 10 Geboden voor Eindhoven Airport (en waar de huidige ondersteunende mensen en organisaties zich achter geschaard hebben) dateert alweer van 2017. Sindsdien is er nogal wat gebeurd, met uiteraard als belangrijkste gebeurtenis het verschijnen van het Van Geel-advies in 2019. Maar ook op andere terreinen, zoals op klimaatgebied, is er veel gebeurd.

Zoveel, dat er een bijgewerkt Manifest nodig was. Het Manifest van 2023 ademt dezelfde geest als dat van 2017, maar is aangepast aan de huidige stand van zaken.
Dit nieuwe Manifest is te vinden op https://bvm2.nl/wat-willen-we/ .

Zoals gezegd, de strijd is niet voorbij. We willen als BVM2 graag zo sterk mogelijk staan en roepen iedereen op dit nieuwe manifest te ondersteunen.
Individuele personen kunnen ondersteuner worden door wat contactgegevens in te vullen op https://bvm2.nl/supporter/ .
Organisaties kunnen ondersteuner worden met een mail aan bestuur@bvm2.nl of beraadvlieghindermoetminder@gmail.com .

Ondersteuner worden is gratis. Maar een vrijwillige financiele ondersteuning mag wel, en dan op NL18 INGB 0003 6190 57 ten name van Dhr BJM Gerard

Kankerkans door formaldehyde nog hoger ingeschat

EPA versterkt kankervermoeden rond formaldehyde en wordt voor de rechter gesleept
De Environment Protection Agency (EPA) in de VS is te vergelijken met het RIVM bij ons.

De EPA heeft als een van zijn taken om de veiligheid van chemische stoffen te beoordelen (wat in Europa op het niveau van de EU gebeurt).

In 1991 kreeg formaldehyde van de EPA de aanduiding B1 (Probable human carcinogen – based on limited evidence of carcinogenicity in humans).
Een tijd is de EPA aan een nieuwe beoordeling van formaldehyde begonnen. Dat werd een slepend proces, mede vanwege de Trump-jaren (Trump moest niets van de EPA hebben). Zo’n beoordeling is een meertrapsproces, waarin de EPA in 2022 met een ontwerp kwam voor een nieuwe beoordeling. De ‘limited evidence’ is een stuk minder ‘limited’ geworden, maar het ontwerp noemt nog geen nieuwe formele aanduiding.
Het ontwerp noemt verschillende kankersoorten, waaronder myeloide leukemie en kanker van de neus, mondholte, keel en long

De National Academies in de VS kregen als taak om de werkwijze van de EPA te beoordelen. Die evaluatie kwam in 2023 uit en gaf de EPA inhoudelijk gelijk (en mopperde over de manier waarop het opgeschreven was).

Dit alles was in het geheel  niet naar de zin van de American Chemistry Council (ACC, de brancheorganisatie van de grote chemische bedrijven), die gelobbied had tegen de studie en die, toen de studie toch met meer bewijskracht de kankerverwekkendheid vaststelde, meteen maar de EPA en de National Academies luid briesend voor de rechter sleepte. Wat daar uitkomt, moet nog blijken.

Wie wil, kan het nalezen (en toegang tot de documenten vinden) op https://www.chemistryworld.com/news/dispute-over-formaldehyde-toxicity-assessment-escalates/4017887.article .
De regels voor formaldehyde in de EU zijn te vinden op https://rvszoeksysteem.rivm.nl/stof/detail/756 . De stof valt onder de Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en het lijstje met voorschriften is lang.

De  relevantie voor de luchtvaart
Formaldehyde is de meest voorkomende ZZS-stof in uitlaatgassen van vliegtuigen.
In bovenstaand schema de top-10 van de emissies, voorzover deze herleid kunnen worden op afzonderlijke bedrijven.
Schiphol is het grootste bedrijf met een pre-Corona jaar’productie’ van rond de 40.000 kg. Vliegveld Eindhoven staat (2019, pre-Corona) op ca 1130kg en staat op deze lijst (in 2019) 13de .

Veruit de grootste bron van formaldehyde is overigens het wegverkeer (in 2019 1,2 miljoen kg). Maar dat is een diffuse bron en over heel Nederland opgeteld. Een vliegveld is een puntbron met een lokale werking.
De luchtvaart als geheel was in 2019 goed voor ca 49000 kg (waarvan het grootste deel dus voor rekening van Schiphol).

Tot geluk  van de woonomgeving verwaait het gasvormige formaldehyde en is de blootstelling vooral relevant voor wie langdurig (bijvoorbeeld voor zijn werk) nabij het vliegveld blootgesteld wordt. Aan de andere kant komt er ook een heleboel formaldehyde af van het systeem A2/N2 .
Het zou goed zijn om voor  gebieden als Wintelre, Meerhoven en Noord-Veldhoven een berekening te maken met een verspreidingsmodel, en om formaldehyde in het regionale luchtmeetnet op te nemen.

En het zou goed zijn om zo snel mogelijk te stoppen  met het verbranden van fossiele brandstoffen, niet alleen vanwege het klimaat, maar ook vanwege de luchtkwaliteit.

Stel je je het toerisme in 2030 en 2050 eens voor?

Vooraf
De toeristische sector in ruime zin is een belangrijke veroorzaker van klimaatschade, maar zal er ook een belangrijk slachtoffer van worden.

Om een indruk te krijgen van de orde van grootte van de broeikasgasemissies hieronder een studie van Scott (2008) en Lenzen (2018).

Scott becijferde dat in 2005 het totaal aan toeristische activiteiten in de wereld zorgde voor 5% van de mondiale CO2 – emissies, zijnde in dat jaar 30Gton. In technische termen uitgedrukt waren de toeristische scope 1- en scope 2-emissies goed voor ca 1,5Gton CO2 .
Van die 1,5Gton kwam 40% van vliegreizen, 32% van het autoverkeer, 3% van ander verkeer, 21% van de accommodaties en 4% uit andere bron.

Lenzen voegde hieraan toe dat als je ook eten, drinken, retail shopping, wasserijen en dergelijke meetelde (in techische termen zoiets als scope 3-emissies), daaraan nog eens 3% van de mondiale CO2 – emissies aan toegevoegd werd (grofweg 1Gton CO2 ).

Aan de andere kant zijn of worden sommige toeristische hot spots, zoals kleine eilandstaten als de Malediven, in hun voortbestaan bedreigd. Als de zeespiegel 1m stijgt, loopt 29% van de toeristische infrastructuur in het Caribisch gebied onder water.
Het toerisme draagt actief  bij aan zijn eigen ondergang.

Vanuit een mengsel aan motieven is de mondiaal opererende The Travel Foundation (een stichting) opgericht. Zie https://www.thetravelfoundation.org.uk/ .
De home page opent met “Tourism must decarbonise and adapt” en roept op om de “Glasgow Declaration Climate Action in Tourism” te tekenen ( https://www.oneplanetnetwork.org/programmes/sustainable-tourism/glasgow-declaration ).
Er is een financieel overzicht en een lijst van partners op http://www.thetravelfoundation.org.uk/tf-partners/ . Dat is een bont gezelschap van publieke en particuliere organisaties. Men treft touroperators aan, nationale en lokale toeristische bureau’s (uit Nederland bijvoorbeeld het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC), universiteiten maar bijvoorbeeld ook Easyjet.
Ook bij vertegenwoordigers van het grootkapitaal zit verstand: Iberostar Hotels en Resorts bijvoorbeeld heeft het merendeel van zijn resorts aan Caribische en Mediterrane stranden die afkalven, door orkanen geteisterd worden en waar de ecosystemen naar de knoppen gaan. Iberostar heeft inmiddels een zeer ambitieus anti-broeikasgasbeleid.

Er is behoefte aan een omvattend mondiaal plan.
The Travel Foundation heeft het opstellen daarvan neergelegd bij de hoofdauteurs Paul Peeters en Bernadett Papp. Het product heet “Envisioning Tourism in 2030 and Beyond”. In de voorgaande tekst is deze studie al gebruikt.
Peeters is verbonden aan de Breda University of Applied Sciences (wat vroeger de NHTV heette), en de erkende deskundige in Nederland op het gebied van duurzaam toerisme. (Er staat een lang interview met Peeters in de NRC van 12 aug 2023 door Wouter van Noort met als kop dat “de toerist nieuwe paden moet verkennen”).
Papp is verbonden aan het European Tourism Futures Institute en aan de Universiteit van Glasgow (afgestudeerd bij Peeters).
Daarnaast zijn er ook bijdrage van anderen.
Envisioning Tourism in 2030 and Beyond is te downloaden op de site van The Travel Foundation via de zoekterm Envisioning . Er is ook een summary.

Het GTTMdyn model
Peeters en Papp hebben zoiets als een Grand Design gemaakt voor de mondiale toekomst van het toerisme.

Centraal staat het door Peeters in 2013 geconstrueerde model GTTMdyn (Global Tourism and Transport Model dynamisch). Het is een groot model met interne en externe variabelen met ruim bereik: niet alleen technisch en financieel, maar ook bijv. gedragswetenschappelijk, sociaal-economisch en demografisch, en het bevat gekwantificeerde rechtvaardigheid (bijvoorbeeld de Gini-coëfficiënt zit erin, een maatstaf voor de inkomens- of vermogenongelijkheid in een land).
Het model rekent tot het jaar 2100 en gebruikt 2019 als referentiejaar om in lijn te blijven met de Glasgow Declaration.
De reëel bestaande trends en de beleidswijzigingen, waartoe feitelijk besloten is, leiden tot een scenario dat in alle volgende overzichten wordt aangeduid als Business As Usual (BAU). Dat ziet er uit als  hieronder. De rode lijn is wat het moet worden.

(1Mton = 1 miljard kg)

Het model is bedoeld voor het toerisme en het ermee verbonden transportsysteem. Het verwerkt alle passagiersvluchten, accommodaties, autoritten of ‘andere’ ritten in de vorm van trein, veerboot of bus, welke verplaatsingen leiden tot minstens één overnachting, met als doel vakantie, ontspanning, zaken en het bezoeken van vrienden en bekenden.
Een ruime definitie….
Kantoren van reisbureau’s en dergelijke worden niet meegenomen, want die emissies stellen op het geheel niets voor. Voedsel op de plaats van bestemming telt niet mee, want je zou thuis ook eten, museumbezoek en excursies op locatie tellen niet mee, elektriciteit (wasgoed!), brandstof  en logistiek op locatie tellen wel mee (in het vakjargon scope3 – emissies).

De klassieke scenario’s als input
Eerst wordt het model gevoed met de vier klassieke oplossingsscenario’s waar de luchtvaartsector zelf steeds mee schermt:

  • offsetting (dat betekent CO2 elders op de wereld compenseren). Dat stelt zo weinig voor en is zo onbetrouwbaar, dat Peeters en Papp het niet in het model meenemen (ook het CORSIA-systeem van de ICAO niet)
  • technologie: alle elektriciteit is in 2050 hernieuwbaar en het hele toeristische systeem is dan elektrisch, behalve de luchtvaart. Op de lange duur (na 2050) gaat wellicht ook de luchtvaart met de combinatie waterstof, brandstofcel, propellers richting weinig emissie. Techniek op zich gaat te langzaam.
  • hernieuwbare brandstof (SAF, Sustainable Aviation Fuel). De auteurs verwachten erg weinig van biobrandstof (uitfaseren voor 2035) en zien wel een rol voor elektrofuels, Maar die vreten stroom en concurreren met andere bestemmingen die ook stroom vreten. Daar maakt de input in het model verdelingsafspraken over. SAF levert niet genoeg en SAF  is veel duurder.
  • belastingen en subsidies: de veel duurdere SAF maakt dat extra belasting er niet veel meer toe doet. Het model neemt geen belastingen mee.
    Wel subsidies, maar dan buiten de luchtvaart (bijvoorbeeld in OV).

Wat blijkt is dat de vier ‘klassieke’ oplossingsrichtingen wel helpen, maar niet genoeg. Het model komt tot het volgende verloop (merk op dat de horizontale as ingekort is tot 2070):

Het TDS-scenario
Peeters en Papp gaan ervan uit dat de eerder genoemde ‘klassieke’ scenario’s uitgevoerd worden. Zij veronderstellen daarbij verplichtende maatregelen  van overheidswege, zoals een wereldwijd oplopend bijmengpercentage SAF tot 100% in 2050.

Ze voegen er primair de eis aan toe dat er een cap komt, op het niveau van 2019, op de totale hoeveelheid vliegtuigbrandstof. Die eis gaat dus als input in het model.
Doelwit zijn daarbij vooral trips over de langste afstand (waarmee bedoeld wordt meer dan 8000km heen en 8000km terug). Voorbeeld: Shanghai – Sydney is hemelsbreed 7883km, Schiphol-Sri Lanka 8368km, Schiphol-Bali12125km, en Shanghai-Giethoorn 10.799km. In praktijk is het meer, want er wordt niet langs de kortste route gevlogen.
Bij die langste afstanden betreft het maar een kleine 6% van alle vluchten, maar die zorgen voor onevenredig veel broeikasgasemissies.

Om de primaire eisen te ondersteunen, definiëren Peeters en Papp enkele secundaire eisen, ook als modelinput.
Er moet massief geïnvesteerd worden in vervangende vervoersmodi, zoals het openbaar vervoer (HSL-lijnen). Peeters en Pap denken aan wereldwijd $200 miljard per jaar. Dit soort kosten moet mede afgedekt worden door 40% van de kosten te subsidiëren (er staat niet bij of het dan om aanleg of om exploitatie gaat).
Als er toch belasting geheven wordt (bijvoorbeeld omdat er nog geen SAF is), moet die aan de luchtvaart ten goede komen.
De psychologie van de reiziger moet veranderen, in de richting van minder waarde hechten aan ver weg en meer waarde hechten aan langer verblijf (liever een maal twee weken naar Kreta dan twee maal één week Bali).

De combinatie van dit alles heeft het Tourism Decarbonisation Scenario (TDS) en dat leidt tot onderstaand emissieverloop. De emissieloosheid in 2050 haal je ermee, de halvering in 2030 net niet.

 

Gevolgen, anders dan de CO2 – emissies
Uiteraard heeft een dergelijk drastisch pakket van aannames gevolgen ook voor andere zaken dan de beoogde reductie van de CO2 – emissies. De studie pelt die per belanghebbende bedrijfstak of instantie af. Ik noem er een paar, maar het aantal actiepunten in de afsluitende ‘Conclusies en aanbevelingen’ bedraagt 35.

Er komt een extra claim op hernieuwbare energie, naast die uit andere sectoren. Er moeten toewijzingsafspraken gemaakt worden om de (vooralsnog) schaarste te verdelen.

Vliegen wordt duurder, vooral vanwege de duurdere SAF. Het model voorspelt dat deprijs van 0,06$ per passagierkilometer in 2019 omhoog gaat naar 0,10 in 2030 en naar 0,18$/pkm in 2050.

Het aantal trips kan licht blijven groeien, maar over kortere afstanden waardoor de totaal afgelegde afstand ongeveer gelijk blijft. De luchtvaartsector kan blijven verdienen, maar minder dan in BAU het geval geweest zou zijn.

Er wordt nogal wat verwacht van de accommodatie-sector, die geacht wordt in 2025 geheel  emissievrij te zijn. Er kan het een en ander op dit gebied. Er bestaat bijvoorbeeld nu al een Net Zero Methodology for Hotels (Greenview, 2021) en er is al eens vastgesteld dat de in 2017 bestaande techniek goed genoeg is om in principe alle hotels koolstofvrij te maken.

Touroperators en nationale toeristenbureaus moeten hun strategie aanpassen.

Er ontstaan op mondiale schaal sociale rechtvaardigheids-issues. Kleine eilandstaten die ver weg liggen en sociaal-economisch relatief sterk afhankelijk zijn van het toerisme moeten niet de dupe worden. Er moet onderhandeld worden over een herverdeling van slots en daarvoor is nodig, dat daarop van overheidswege grip is (bijvoorbeeld de het VN-orgaan ICAO).
Er staan bijvoorbeeld interessante ondersteunende verklaringen in de studie van de nationale toeristische bureaus’s van de Caribische natie Barbados en de stad Vancouver, maar bijvoorbeeld ook van het Nederlandse NBTC (Nederlands Bureau  voor Toerisme en Congressen).

(Let wel dat 1 billion in het Engels 1 miljard is in het Nederlands)

Geen reden voor paniek
En uiteindelijk, als de eerste paniek gezakt is, vallen de consequenties voor het toerisme als geheel erg mee. Door de oogharen bekeken, gaat het uiteindelijk vooral om een herverdeling binnen de sector.
De blauwe lijn is weer BAU.
Het enige dat significant minder wordt is de gereisde afstand. Andere kengetallen blijven t.o.v. BAU ongeveer gelijk of worden zelfs gunstiger.

Het treinticketverhaal van Greenpeace
Greenpeace heeft recentelijk een rapport uitgebracht (juli 2023) met de boodschap dat vliegen in Europa meestal goedkoper is dan de trein op hetzelfde traject. Dat verhaal past naadloos in de analyse van Peeters en Papp.

Op 112 routes was het vliegtuig in 79 gevallen altijd goedkoper, was de trein in 23 gevallen goedkoper en in 10 gevallen hing het van het boekingstijdstip af.
Het rapport is te vinden op https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46764/the-shocking-extent-people-are-encouraged-to-fly-in-europe/ . Daar staat tevens een goede samenvatting, dus ik ga daar in deze kolommen nu geen extra aandacht aan besteden.

Overigens kwam de Consumentenbond, op basis van een veel beperktere steekproef, in 2019 tot de slotsom dat treinreizen vaak niet duurder waren. Zie https://www.bjmgerard.nl/de-trein-is-allang-niet-meer-altijd-veel-duurder-dan-het-vliegtuig/ . Ik kan het verschil nu niet verklaren. Misschien dat Greenpeace en de Consumentenbond eens moeten gaan praten.

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Eindhoven Airport
Ik zit in het bestuur van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), en heb zitten nadenken in hoeverre de consequenties van “Envisioning Tourism in 2030 and Beyond” voor Eindhoven Airport relevant zijn.
Een snelle eerste indruk.

Het belangrijkste nieuwe element in Envisioning etc is het pleidooi om lange vluchten tegen te gaan (>8000km enkele reis). Die zijn er op Eindhoven Airport niet – reden om dat zo te houden. Eindhoven-Antalya is hemelsbreed bijvoorbeeld 2600km, en is daarmee mogelijk de langste. Weinig omvliegen, want alles is point to point.

Of er gevolgen zijn van een mondiale cap op de luchthavencapaciteit (moet Eindhoven slots inleveren voor De Malediven?), of een cap op de mondiale hoeveelheid vliegtuigbrandstof, valt niet goed te overzien, omdat dat in de studie niet precies omschreven is.
De voorgestelde cap op de CO2-emissies van regionale luchthavens, zoals voorgesteld in de Luchtvaartnota 2020-2050, kan dezelfde richting opwerken als een cap op vliegtuigbrandstof, maar ook daar valt op dit moment, bij gebrek aan concreetheid, weinig over te zeggen.
Het lijkt in elk geval verstandig om überhaupt een maximum aantal vliegbewegingen in het komende Luchthavenbesluit te blijven opnemen (en niet alleen maar een geluidsgrens die op zichzelf niets over het klimaat zegt en over mondiaal slotbeheer).

Meer relevant voor Eindhoven Airport zijn de ‘klassieke oplossingsrichtingen’.

  • Peeters en Papp zien zó weinig in offsetting van CO2 (compensatieprojecten) dat ze die niet meegenomen hebben in het model. Ik zit er iets minder strak in (zou offsetting in de herontwikkeling van de Peel noodzakelijkerwijs slecht zijn?) en het vliegveld doet wat met Airport Carbon Accreditation, van welke compensatie-organisatie zelf geen schandaalverhalen in  omloop zijn. Maar ACA rust op verificatieorganisaties die wel ter discussie staan.
  • Eindhoven Airport heeft weinig greep op de technische ontwikkeling.
    Men  is er vriendelijk t.o.v. experimenten, maar ook daar is nog veel onduidelijk. In elk geval past het in de geest van deze oplossingsrichting om elektrisch vliegen te zien als vervanging van, en niet als aanvulling op, fossiel vliegen. Dus geen nieuw luchttaxisysteem als de lijnvluchten gewoon fossiel blijven doorvliegen en als je je ook met de trein op de gewenste bestemming kunt komen.
    Een vraag is (ook weer zonder direct antwoord) in hoeverre men de volledige elektrificatie van bijna alles als een Brainportdoel ziet (en dus als een zaak van regionale industriepolitiek).
  • Eindhoven Airport heeft een plan ingediend bij Milieudefensie in de regio om in 2030 45% minder CO2 uit te stoten dan in 2019 (de Shell-eis van Milieudefensie). Op zich is het een goede zaak dat het vliegveld deze scope3-emissies als haar verantwoordelijkheid ziet, en ook dat het uitgaat van generatie 2-biobrandstof.
    Maar Eindhoven Airport denkt op dit moment vooral aan biokerosine. Theoretisch zou dat kunnen als een klein vliegveld als Eindhoven Airport onevenredig veel van de beschikbare voorraad naar zich toeharkt,  praktisch ben ik niet afwijzend – mits generatie 2-brandstof – maar wel sceptisch, en is Envisioning etc nog sceptischer. Envisioning etc sluit biokerosine niet geheel uit als materiaal om mee te starten, maar wil er uiterlijk in 2035 van af ten gunste van elektrofuels. De tijd moet leren wat hier wijsheid is. Opnieuw de vraag hoe die elektrofuels in Brainport passen.
  • Als er voldoende SAF zou zijn, aldus Peeters en Papp, hoefde je geen taks te heffen want het vliegen zou dan vanzelf al veel duurder zijn. Maar er is nog praktisch geen  SAF en er is wel een (nationale) taks. In dat geval moet de taks aan de ontwikkeling van zinvolle trends in de luchtvaart besteed worden, en niet in de grote regeringspot gaan – aldus Envisioning etc.
    Daarover zijn we het in elk geval eens.

En wat doe je zelf op vakantie?
Mijn motto: verbeter het milieu, begin bij het systeem, en eindig bij jezelf. Klimaat en milieu worden gered door systeemingrepen en niet doordat iedereen voor zich op zeer bescheiden wijze doet wat men denkt dat goed is. En als dat massaal georganiseerd wordt, kan het trouwens nog helpen ook.
En ik ga niet op elke gedrags-slak zout leggen, ook niet als een klimaatactivist een keer met het vliegtuig op vakantie gaat. Het leven blijft behelpen.

Maar men mag mij best uitdagen met ‘Practice what you preach’.

De Donauradweg

Mijn vrouw en ik hebben dus onze elektrische fietsen meegenomen op de trein naar Ulm, zijn de Donau omhoog gefietst tot wat men toeristisch de bron noemt, over de waterscheiding en daarna de Neckar af tot Heidelberg, en vandaar met de trein terug. Daarmee hebben we milieu en klimaat niet veel meer belast dan wanneer we thuisgebleven waren. Wat meer ijsjes, wat meer wasgoed, wat extra stroom, en wat meer gehijg omdat die dorpen langs de Donau allemaal op een rotbult liggen (wat logisch is, want de Donau is een extreme regenrivier, berucht om zijn lage en hoge water). De Neckar trouwens ook en de Rijn ook steeds meer.

Greenpeace heeft het over de prijs  van de treintickets. Dat kan me persoonlijk in vakantietijd eigenlijk niet zo veel schelen. Wat me meer interesseert is dat de kwaliteit van het transport (met fiets) steeds slechter wordt. Mijn vrouw is een uitstekende planner, op papier werkt dat aan de Duitse kant van de grens, en ze bouwt een hoop overstaptijd in. Maar als dan in Aken, zonder bericht en terwijl die werkzaamheden al een hele tijd duurden, de gereserveerde trein er niet is en je met fietsen en bepakking in de vervangende bus moet, is er een klein probleem.
Zo ook als de liften in Düsseldorf veel tr krap zijn voor een fiets. Zet je de fiets vertikaal met zijn voorwiel omhoog in de lift en probeer dan ook nog de deur dicht te krijgen en de knop ingedrukt..

Zo maak je nog eens wat mee op je oude dag, maar we hebben het opgelost.
Verder was de vakantie goed, dank u.

(Hybride)elektrisch vliegen kan onder voorwaarden beperkt nut hebben

Presentatie vliegvelddirecteur over elektrisch vliegen op Eindhoven Airport
Tijdens het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) van 15 juni 2023 gaf Eindhoven Airport-directeur Hellemons een presentatie over elektrisch vliegen. Daar had ik vanuit de Werkgroep Klimaat van BVM2 om gevraagd. ‘En dan niet alleen  maar propagandistisch, maar ook serieus met cijfers en over de beleidsgevolgen’.

Over elektrisch vliegen, ook op Eindhoven Airport, is op deze site al eerder een artikel gewijd op Lucy in the sky? With diamonds? (Elektrisch vliegen) .

Hellemons kaderde het onderwerp in met vijf thema’s: duurzame luchtvaart; elektrisch en hybride-elektrisch vliegen; mobiliteit en connectiviteit; de rol van Eindhoven Airport; en vraagstukken. Duurzame luchtvaart kent de deelthema’s Sustainable Aviation Fuel (SAF); waterstof; en dus  hybride-elektrisch vliegen. Op alle drie wordt ingezet.
Over SAF staat elders op deze website genoeg informatie en waterstof is vooralsnog niet reëel, dus concentreert het verhaal zich op (hybride) elektrisch vliegen.

Hierna volgt Hellemons’s verhaal met wat extra informatie (dan voorafgaand bg).

Bovenstaand de ontwikkeling op technologisch gebied zoals Hellemons die inschat.

(bg) De Pipistrel heeft al eens op Eindhoven gevlogen, maar heeft weinig meer nut dan wat show.
(bg) Er zijn een aantal startup’s die richting luchttaxi willen. Daarvoor zijn E-VTOL toestellen handig die vertikaal kunnen opstijgen en landen (een soort combi van een vliegtuig en een helicopter).
Het Duitse Lilium is er daar één van (zie https://en.wikipedia.org/wiki/Lilium_Jet en  https://lilium.com/  en dan https://lilium.com/jet als je je wilt voorstellen hoe een vliegtuig verticaal kan opstijgen).
Er bestaan een hoop glossy filmpjes, meestal met weinig concreet cijfermateriaal.
Aan Joby zal ik een apart blok wijden.
(bg) De startup Lucy wil vanaf 2025 vanaf Eindhoven elektrisch gaan vliegen, maar er is niet te vinden met welk toestel.

Vanaf 2030, schat Hellemons in, is de inzet van de Eviation Alice mogelijk ( https://www.eviation.com/ en https://en.wikipedia.org/wiki/Eviation_Alice ), en vanaf 2035 de Nederlandse Maeve ( https://maeve.aero/home ).

Hellemons ziet, wat betreft mobiliteit en connectiviteit, elektrisch vliegen niet als doel in zich. Mogelijke toepassingen zijn point to point-verbindingen, en feeders, al dan niet in combinatie met de trein (een feeder is dat een klein vliegtuig mensen naar een groot verzamelpunt brengt, vanwaar verder).
Vliegen zou goedkoper kunnen worden (brandstofkosten vallen weg ten gunste van lagere stroomkosten).
Hellemons ziet elektrisch vliegen als aanvullend op, en niet als concurrentie met, de HSL-trein.
Maar er is nog veel onzeker.

VOLTAERO

De rol van Eindhoven Airport is op dit moment beperkt tot het zitten in groepen zoals:

Verder kijkt Eindhoven Airport alvast naar zijn bedrijfsprocessen.

Er zijn nog veel vragen, waarvan de schaarste aan groene stroom de belangrijkste is.
Endhoven Airport probeert zelf als instelling energiepositief te worden (bg: bedoeld zal wel worden de emissies van de grondoperaties, niet van de vliegtuigen, maar dat werd er niet bij gezegd).

Verder werd lichtelijk betreurd dat de TU Delft in deze conservatiever is dan de TU Eindhoven (bg: maar de TU  Delft heeft een vliegtuigafdeling en de TU Eindhoven niet).

Hellemons had een redelijk en informatief verhaal, dat voor het merendeel van de aanwezigen (enige tientallen uit diverse hoofde) veel  nieuws bevatte.

Joby Aviation

Joby
Een van de startups is Joby Aviation ( https://www.jobyaviation.com/ ).

Joby wordt hier niet genoemd omdat het een uitzonderlijke startup is, maar omdat er een leuk filmpje bij hoort met een explicietere geluidsaanduiding dan men elders vindt (elders vindt men voornamelijk niets of reclame). Hellemons draaide het filmpje ook.
Zie https://www.youtube.com/watch?v=itP8-3j2UZI .
In het filmpje vliegen een Joby en vijf andere luchtvaartuigen over een gecalibreerde set microfoons met steeds 100 knopen snelheid en 1570 voet hoogte (ongeveer 500m). Op https://www.youtube.com/watch?v=Uicb2Ono0EE wordt de technische achtergrond verder uitgediept. De clou is (beweert Joby) dat de propeller groter is dan normaal en een lage tipsnelheid heeft.


Voor wat het waard is, want er kan allerlei commentaar op gegeven worden.

Afrondende analyse (bg)
Zoals bij de meeste technologische vooruitgang, bepaalt de context de balans tussen goed en fout. Voor elektrisch vliegen op Eindhoven Airport is dat niet anders.

In dit geval is de hamvraag of de nieuwe activiteit aanvullend of vervangend bedoeld is.

Bijna alle officiële bestemmingen op Eindhoven Airport zijn middellang (Eindhoven-Malaga bijvoorbeeld is 2000km). Alleen Londen is nog kort (ca 400km), en daar rijdt een goede trein naar toe. Dat betekent dat, vooralsnog tot 2035, geen enkele bestaande bestemming geëlektrificeerd kan worden. In directe zin valt er dus weinig te vervangen.

De enige categorie die nu vliegtuigen omvat die afstanden vliegt die binnenkort elektrisch kunnen is de categorie General Aviation.
Dat betreft de jets en turboprops die nu gebruik maakt van de 1560 slots van Eindhoven Airport, en de recreatieve luchtvaart van de Eindhovense Aero Club Motorvliegen (EACM) die via Defensie gereguleerd wordt. Mogelijk zou een deel van de eerste subgroep, en zeker bijna alles in de tweede subgroep, kunnen elektrificeren. Met name bij de EACM zou dat gunstig zijn, want daar vliegt een deel nog met loodhoudende benzine.

Als er bruikbare hybride elektrische vliegtuigen zouden komen (met een elektromotor en een fossiele hulpgenerator die onderweg de accu bijlaadt), en die op economisch zinvolle wijze 1000km kunnen vliegen, zou men met minder broeikasgasuitstoot dan bij gangbare fossiele vliegtuigen bestemmingen als Dublin, Glasgow, Oslo of bijvoorbeeld Bergerac kunnen halen (die niet of moeilijk met de trein te doen zijn). Daarbij is nog wel het volume een dingetje: als er 200 mensen met één gewone fossiele Airbus naar Dublin kunnen, en diezelfde 200 met acht hybride elektrische vluchten, is de vraag hoe de vergelijking uitpakt.

Het zou een verbetering kunnen zijn voor de privéjets die onder Eindhoven Airport vallen. Het gros van die vluchten haalt de 1000 km niet.

Hellemons zou hetzelfde onderzoek, dat hij over elektrisch vliegen gedaan heeft, eens moeten herhalen voor hybride elektrisch vliegen.

Maar het blijft, hoe dan ook, klein bier. De grote klimaat- en luchtkwaliteitsproblemen worden een beetje verminderd, maar niet opgelost. Dat kan alleen met minder vliegen – een onderwerp  waarover we bij de start van de Klimaatwerkgroep gezegd hebben to agree to disagree.

De  (oplevering gepland in 2028) ES-30 van Heart Aerospace (een 30-zitter) krijgt een elektrische en een hybride-elektrische variant. Met 25 passagiers moet het toestel 800km kunnen halen ( https://heartaerospace.com/es-30/ )

Het bestaande vliegverkeer op Eindhoven Airport kan men in zekere zin nog een probleem noemen waarvoor een oplossing is gezocht.
Wat men nu ziet, is dat de startups een oplossing zien waar men vervolgens een probleem bij zoekt.  Zodoende komen ze allemaal bij de luchttaxi uit als verhoopt verdienmodel. In hoeverre dit gat in de markt echt bestaat, moet blijken.
In hoeverre het zou moeten bestaan, moet ook blijken. Het kan niet de bedoeling zijn dat een miljonair, boven de Intercity vliegend, richting Brussel gaat. Elektrisch vliegen is niet bedoeld als concurrentie voor de trein. Dat vindt ook  Hellemons, maar de vraag is in hoeverre hij dat in de hand heeft.
Men kan zich vervolgens voorstellen dat er ook nabije bestemmingen zijn waarvoor de trein geen alternatief is, en waarvoor een elektrisch vliegtuig wel zinvol is. Die analyse is te moeilijk om hier te maken.

Maar mochten de luchttaxi’s in substantiële aantallen van en naar Eindhoven vliegen, dan voegt dat vliegbewegingen toe. En hoewel elektrische vliegtuigen waarschijnlijk stiller zijn dan fossiele, zijn ze zeker niet geheel stil.
De volgende vraag is dan of en zo ja, hoe dat dan gereguleerd wordt.

  • Wel of niet?
  • Civiel of militair?
  • Op basis van de geluidscontour? Indien civiel, dan moet er ander civiel geluid weg.
  • Op basis van een maximum aantal? Idem.
  • Op basis van een CO2 – plafond?

Dit zullen vragen gaan worden, maar niet voor de korte termijn. En, bijvoorbeeld, niet voor het komende Luchthavenbesluit. Dat schuift alsmaar naar achteren, maar niet zoveel dat deze techniek al een rol gaat spelen.

Lucy in the sky? With diamonds? (Elektrisch vliegen)

De onmiddellijke actualiteit voor dit artikel was dat Twente Airport en de nog maar kort bestaande startup FlyWithLucy (kortheidshalve Lucy) een overeenkomst getekend hebben waarin de mogelijkheid verkend wordt om regionale vluchten aan te bieden met elektrische vliegtuigen.
Het Twentse persbericht is te vinden op https://www.twente-airport.nl/nieuws/twente-airport-onderdeel-regionaal-netwerk-elektrisch-vliegen/ .

(foto website Twente Airport)

Het bericht staat niet op zichzelf.

Afspraken met Transavia
Op 06 oktober 2022 tekende Transavia Ventures een samenwerkingsovereenkomst met Lucy-topman en mede-oprichter Teun Kraaij ter verdere ontwikkeling van het concept (zie bijvoorbeeld https://www.luchtvaartnieuws.nl/nieuws/categorie/2/airlines/transavia-investeert-in-volledig-elektrische-luchtvaartmaatschappij ).
Voor Transavia is het een invalshoek om het bedrijf duurzamer te laten vliegen. Ze mengen ook al een klein beetje SAF bij (Sustainable Aviation Fuel), en ze doen mee aan een waterstofinfrastructuur op Rotterdam-Den Haag Airport, aldus Transaviatopman Marcel de Nooijer.

Lucy begint, aldus genoemd persbericht, met een vijfpersoons elektrisch toestel met een bereik van 250km voor de zakelijke markt. Welk toestel dat wordt, is nog niet duidelijk.

Kraaij wil in 2025 beginnen op Eindhoven Airport.

Kraaij was overigens ook gast bij het duurzaamheidspanel dat Eindhoven Airport organiseerde ter gelegenheid van zijn 90-jarig bestaan ( https://www.eindhovenairport.nl/nl/reizen-wordt-bewuster-duurzamer-en-met-strak-op-elkaar-afgestemde-vervoersvormen ). Dat is overigens de enige hit die men op de website van Eindhoven Airport krijgt op de zoekterm Lucy .

De Electric Flying Connection (EFC)
Het is niet te verwachten dat een beginnend luchtvaartmaatschappijtje op zijn eentje een Europadekkend netwerk van kleinere vliegvelden kan opbouwen (dat zijn er in Europa alleen al ruim 2000).

Daarom is Lucy op 07 febr 2023 toegetreden tot een soort koepel, de Electric Flying Connection (EFC). Zie https://flywithlucy.com/lucy-joins-the-electric-flying-connection-groeifonds/ voor het verhaal vanuit Lucy en https://electric-flying-connection-26751098.hubspotpagebuilder.eu/ voor het verhaal vanuit EFC .

Een deel van het netwerk dat EFC voor ogen heeft

Het idee voor EFC, zo vermeldt de website, komt in eerste instantie van een bijeenkomst dd 12 nob 2021 van hartstochtelijk fans van elektrisch vliegen op de Automotive Campus in Helmond. Dat klinkt als TU/e hoogleraar Maarten Steinbuch en die is inderdaad bestuursadviseur van EFC. Daarnaast zijn ook Roland Grim van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM, het economische gereedschap van de provincie) en Gijs Vrenken (communicatiedirecteur van Eindhoven Airport) adviseur van het bestuur van EFC.

EFC verwacht dat een fors deel van de huidige fossiele vluchten tot 1000km elektrisch kan worden gemaakt.

Het gezelschap opereert nu vanaf vliegveld Teuge.

Een kritische beschouwing vanuit het perspectief van omwonenden
Vanuit omwonendenperspectief kan het invoeren van elektrisch vliegen zowel positief, neutraal of negatief uitpakken. Het hangt er helemaal van af op welke beperking gestuurd wordt.

Men zegt dat, in gelijke overige omstandigheden, elektrisch vliegen stiller is dan fossiel vliegen. Mogelijk is dat zo, maar cijfers daarover zijn nog niet bekend.
Als op een maximaal aantal vliegbewegingen gestuurd wordt en de elektrische vliegtuigen in dat aantal meetellen, kan het luchtverkeer als geheel stiller worden. Als bijvoorbeeld de 1560 slots voor (nu) fossiele privéjets (en turboprops) wordt vervangen door 1560 slots voor elektrische privé-zakenvluchten, is dat voor omwonenden een klein voordeel.
Als via berekeningen op de geluidscontour gestuurd wordt (die van 70% van 9,3km2 in 2030), hangt het er van af of het  elektrische geluid er als juiste input in gestopt wordt (men rekent bijvoorbeeld met 5dB minder herrie en jaagt er daarna drie keer zoveel vliegtuigen doorheen, maar de besparing blijkt in praktijk maar 4dB). Een te optimistische input leidt tot een overschrijding van de contour. Gegeven het gebrek aan transparantie en handhaving in het verleden, is dat een reële vrees.
Als straks alleen op een CO2-plafond gestuurd zou worden, ontstaat er mogelijk meer herrie.

Wat betreft de luchtvervuiling is er al gauw sprake van een voordeel.

BVM2 heeft in de Werkgroep Klimaat van Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) gevraagd om een serieuze discussie over elektrisch vliegen op Eindhoven Airport. Die is toegezegd. Gezien hoe ver men er al mee is en welke betrokkenheid van Eindhoven Airport er al bestaat, was het gepast geweest als dit onderwerp al lang regulier op de agenda van LEO gezet was.
Er is behoefte aan deugdelijke afspraken.


Een kritische beschouwing vanuit algemeen perspectief
Er is op Eindhoven Airport maar één reguliere korte afstands-lijnvlucht en die is op Londen (ca 400km). Bij andere civiele verplaatsingen onder de 500km gaat het om privévliegtuigen (zie https://www.bjmgerard.nl/privevliegtuigen-in-de-eu-in-nederland-en-op-eindhoven/ ). De inschatting dat Lucy (vooralsnog) de elektrische versie van de privéjet wordt, ligt voor de hand.  Niets let de verhuurmaatschappij ALS van privéjets om een deel van zijn vloot te elektrificeren.

Grote kans dat het nog steeds om vliegreizen gaat voor de happy few. Lucy in the sky – with diamonds.

Als men een bedrijfsmodel wil maken dat niet op dat van privéjets lijkt, dringt de gedachte zich op in hoeverre hier sprake is van een oplossing op zoek naar een probleem. Trajecten als Eindhoven-Twente of Eindhoven-Dortmund of Schiphol-Twente zijn ook goed met de trein te doen.
Algemener geformuleerd is de vraag of het beoogde netwerk bedoeld is als concurrentie met of als aanvulling op het spoornetwerk.
Dit valt ook onder de principiele discussie die BVM2 in LEO wil over elektrisch vliegen.

Waarna vragen aan de orde komen m.b.t. energiebesparing en klimaat. De website van EFC doet erg losjes over dat er steeds meer hernieuwbare energie komt, maar in praktijk valt dat erg tegen. Er wordt niet voorgerekend hoeveel energie Eindhoven-Dortmund met een klein elektrisch vliegtuig kost, en hoeveel energie de trein kost (beide per reizigerskilometer), maar vast staat dat beide samen meer energie vragen dan de trein alleen.

Wat mij betreft moet elektrisch vliegen een meerwaarde hebben die  niet op andere wijze bereikt kan worden. Vanuit Nederland naar Dublin of naar Glasgow of naar Oslo kan zin hebben, want daarvoor is geen goed spooralternatief.

Als bijvoorbeeld de Zweedse startup Heart Aerospace met een elektrisch vliegtuig (de ES-30, een 30-zitter) op de Finse (maar Zweedstalige) Åland-eilanden wil vliegen, kan dat meerwaarde hebben. Het duurt overigens minstens tot en met 2026 voor het zover is en volgens luchtvaartprofessor Melkert is dat te optimistisch. De ES-30 is berekend op 200km elektrisch en 400km hybride-elektrisch.

Hernieuwbare energie zou langs de lijn van politieke waardeoordelen gerantsoeneerd moeten worden. Wat mij betreft, staan privévluchten niet vooraan, elektrisch of niet en ongeacht of er een vraag naar is. Niet aan elke vraag hoeft tegemoet gekomen te worden.