Managementsamenvatting Belevingsonderzoek vliegveld Eindhoven

GGD-onderzoek openbaar geworden
Eind mei stuurde de Eindhovense griffie de agenda uit van de raadscommissie Economie en Mobiliteit. Een van de onderwerpen de Managementsamenvatting belevingsonderzoek vliegveld Eindhoven (concept dd 27 mei) (het ‘GGD-onderzoek’), met bijbehorend tabellenboek. Deze
documenten waren via een link bijgevoegd.
Een van de Eindhovense raadsleden stuurde deze agenda per omme-
gaande aan mij door. Door eerdere ervaringen wijs geworden, heb ik de bijlagen acuut gedownload. Het vorige GGD-onderzoek was al in september 2012 klaar, maar werd pas in juni 2013 openbaar – en dat moest dan nog worden afgedwongen.

Het was maar goed dat ik dit gedaan heb, want kort daarna was het weer van de site verdwenen. De (door mij gewaardeerde) openbaarheid was blijkbaar per ongeluk geweest.

De managementsamenvatting:

Het tabellenboek: Tabellenboek_belevingsonderzoek_vliegveld_Eindhoven_2014__versie_4_

Het is nog een concept, maar het geheel oogt deugdelijk genoeg om uitspraken op te baseren. Bovendien, waarop zouden die uitspraken anders gebaseerd moeten worden? Als het een beetje tegenzit, komt het GGD-rapport pas officieel uit als het Aldersadvies al naar Den Haag is.
Voor de duidelijkheid: er staat dat het GGD-onderzoek gedaan
uitgevoerd moet zijn, maar nergens staat dat Alders zich er iets van aan moet trekken. De gang van zaken en de timing wijzen precies op dit scenario.

Bevindingen GGD-onderzoek
De GGD heeft geprobeerd de tweede groep respondenten zo goed mogelijk gelijk te laten zijn aan de eerste groep. Het resultaat laat dan ook een grote consistentie zien tussen het oude en nieuwe onderzoek. Het patroon is hetzelfde. Maar omdat het aantal vliegbewegingen gegroeid is, is ook het aantal mensen dat ernstige hinder ondervindt gegroeid.

De zone-indeling en de bijbehorende Lden's
De zone-indeling en de bijbehorende Lden’s
Hinderpercentages per zone
Hinderpercentages per zone

De zones zijn van binnen naar buiten genummerd. Zone 1, 2 en 3 zijn sigaarvormig, zone 5 is de referentiegemeente Nuenen, en zone 4 is al het andere.

In de drie ‘sigaarzones’ samen sprak in 2012 30% van de volwassenen van ‘ernstige geluidshinder’. In 2014 was dat 35%.
Over alle zones samen gerekend ondervond in 2012 8,7% van alle volwassenen ernstige hinder, en in 2014 was dat 11,1%.

In de drie ‘sigaarzones’ samen werd in 2012 9,3% van de volwassenen ernstig in zijn slaap verstoord, in 2014 was dat 14,7% (dus anderhalf keer zoveel). Als slaapverstoring ernstig genoeg is, leidt het tot medische effecten.
Weinig verrassend is dat mensen vooral in hun slaap gestoord worden aan de randen van de dag.

Slaapverstoring op verschillende momenten binnen het etmaal
Slaapverstoring op verschillende momenten binnen het etmaal
Geluidshinder door verschillende bronnen
Geluidshinder door verschillende bronnen

Over zones 1 t/m 5 samen komt geluidsoverlast als stijgend en een na grootste milieuprobleem uit het GGD-onderzoek. In zones 1,2 en 3 samen staat geluidsoverlast bovenaan. In zone 1,2 en 3 samen wordt het totaal aan vliegtuigactiviteiten genoemd als de grootste bron.

Conclusie
Je kunt met het vliegveld niet op deze basis verder gaan. Het is een inrichting die zijn lusten binnenhoudt en de lasten over de schutting gooit.
Als een industrieterrein iets dergelijks zou flikken, was er al lang ingegrepen. Dat moet hier ook gebeuren.

Provincie denkt na over nieuw geld t.b.v. Brabantse bijen

De Omroep Brabant meldde op 4 juni dat de provincie de komende drie jaar 750.000 euro wil uitgeven om de bijen in Brabant de helpende hand toe te steken. Mensen die bij-vriendelijke maatregelen willen nemen kunnen daar subsidie voor krijgen.

Het reddingsplan voor de bijen is opgesteld door de provincie samen met tien organisaties waaronder de ZLTO, Brabants Landschap, Waterschap de Dommel en de Brabantse Milieufederatie. Het plan komt voort uit de motie ‘Samen voor de bij’ die vorig jaar unaniem werd aangenomen in Provinciale Staten.

In het najaar werd voor de korte termijn een bedrag van 300.000 euro uitgetrokken. Nu gaat het om een meerjarenprogramma dat op 10 juli besproken wordt door Provinciale Staten.

Doelen
Belangrijke doelen van het meerjarenprogramma zijn:
– voorlichting over het belang van bijen,
– het verminderen van schadelijke bestrijdingsmiddelen en
– het verbeteren van het voedselaanbod voor bijen.

Samenwerking
10 partners ondersteunen de aanpak. Dat zijn Brabants Landschap, Brabants Particulier Grondbezit, Brabantse Milieufederatie, Hogere Agrarische School Den Bosch, Nederlandse Bijenhoudersvereniging, Stichting Food4Bees, Vlinderstichting, Waterschap De Dommel en de ZLTO. Zij nemen het voortouw in het realiseren van 27 concrete
actiepunten, zoals voorlichtingscampagnes voor scholen en volkstuin-
verenigingen, bij-vriendelijk bermbeheer en cursussen bij-vriendelijk
tuinieren.
bij-op-bloem-rr

Tekort aan bloemen
Net als in de rest van Nederland gaat het in Brabant slecht met de bijen. Ze hebben last van bestrijdingsmiddelen en een tekort aan bloemen. Dat kan grote gevolgen hebben voor de landbouw omdat bijen voor de
bestuiving van planten zorgen.

Provinciebestuurder Johan van den Hout noemde vorig China als afschrikwekkend voorbeeld: “Daar zijn gebieden zo groot als Nederland waar geen insect meer voorkomt en sturen ze kinderen met penseeltjes landbouwgebieden in om de gewassen te bestuiven.”

Ook in Eindhoven initiatieven
Milieudefensie Eindhoven heeft een Eindhovens bijenbeleid voorgesteld. Dat is door de lokale politiek goed ontvangen. Het beleid is in middels in de maak.

Het korte termijn-bedrag van 3 ton, waarvan in het Omroep Brabant-artikel sprake was, was al op toen het bijenverhaal op de Eindhovense politieke agenda stond. Het is aangenaam dat er straks weer nieuw provinciaal geld is.
Milieudefensie heeft de ondersteuners van het door haar voorgestelde bijenbeleid op de hoogte gesteld van de provinciale plannen.

Milieudefensie Eindhoven stelt gemeentelijk stimuleringsbeleid voor t.a.v. elektrische scooters

Ik heb voor Milieudefensie Eindhoven een  brief geschreven aan de gemeente over elektrische scooters en een bijbehorend persbericht. Dat staat hieronder.

Persbericht                                  4 juni 2015

Milieudefensie Eindhoven verzoekt in een brief aan de gemeenteraad en B&W van Eindhoven om te bevorderen dat geleidelijk aan er in Eindhoven meer elektrische scooters gaan rondrijden en minder scooters op fossiele brandstof. Het moet vooral gaan om een beleid van stimulering en overreding, omdat de gemeentelijke overheid bij dit onderwerp weinig rechtstreekse bevoegdheden heeft.

Een elektrische scooter
Een elektrische scooter

Milieudefensie Eindhoven doet een aantal voorzetten voor een dergelijk beleid.
De gemeente kan handelen in haar rol als bestuurder of werkgever. Verder kan de gemeente het gesprek aangaan met onderwijsinstellingen met een streekfunctie en met koerierbedrijven, pizzabezorgers en dergelijke, waarbij de gemeente een vergemakkelijkende rol zou kunnen spelen bij het aanvragen van de MIA-Vamil regeling.
Ook zou de gemeente meer oplaadpunten voor elektrische fietsen in de openbare ruimte en bij publieksinstellingen kunnen plaatsen.
Tenslotte zou de gemeente haar landelijke invloed kunnen aanwenden om tot een snellere invoering van de Euro-4 norm voor scooters te komen, zoals de branche zelf vraagt.

Het vervangen van op fossiele brandstof rijdende brommers door elektrische brommers heeft vooral effect op de Eindhovense luchtkwaliteit. Er rijden veel minder scooters dan auto’s in Eindhoven, maar met name tweetakt scooters lozen per stuk tientallen tot honderden maal zo veel benzeen en fijn stof in de lucht als een gemiddelde personenauto.

Voor Milieudefensie Eindhoven is de trits gewone fiets – elektrische fiets – elektrische scooter een continuüm. In sommige situaties is een (elektrische) scooter zinvol, bijv. als de afstanden groot zijn, de ritfrequenties hoog, er goederen bezorgd moeten worden, of bij lichamelijke problemen van de berijder.

De volledige tekst van de brief staat hier –> brief aan GR over elektrische bromfietsen_mei2015

Artikelen over vakantie in Ierland in 2014

Ik heb enkele artikelen geschreven over de fietsvakantie van Willemieke en mijzelf in Ierland in 2014 en eerdere jaren. Behalve vakantieverhalen staan er ook beschouwingen in over Ierse zaken als de nonnen van Tuam, Gerry Adams, het drama in Doolough Pass, aardappels en de hongersnood en andere zaken.

Killary Harbor, een fjord bij Leenane
Killary Harbor, een fjord bij Leenane in West_Ierland

U kunt ze vinden onder:
De nonnen van Tuam
Doolough Pass
Ierland, boeken, Gerry Adams en The river that kills
Céide Fields en de “wraak van Gaia”?
De Ierse hongersnood, aardappelen, phytophthora en DURPH

Hoe groen is de laatste mijl?

Ons huishouden koopt, normaal gesproken, niet veel online. Wij zijn sowieso niet erg consumptief ingesteld en bovendien zijn we zo ouderwets dat we graag eerst willen zien wat we kopen. En we stellen prijs op goede service en voorlichting. Dan maar wat duurder.
Aan de andere kant hebben wij geen auto en kunnen wij de nieuwe kast van de IKEA niet zelf meenemen. Het is een beetje schipperen, waarbij we ons over het algemeen prima redden.

Maar mijn toner cartridges bestel ik online bij een speciaalzaak in Nederhorst den Berg en dat is een beetje ver fietsen. Die werd dus door PostNL thuisbezorgd. Mijn vrouw neemt de doos aan (38*46*51cm) en praat wat met de bezorger. Hij reed weg met 360 pakjes in zijn busje en wij waren de 320-ste.

Het voorbeeld past in waar ik al een tijdje over na zit te denken: is het online winkelen en thuisbezorgen vanuit het standpunt van duur-
zaamheid en luchtkwaliteit nou goed of slecht? Ik zag geen onmiddellijk intuïtief voor de hand liggend antwoord.

Komt goed uit dat er onderzoek naar gedaan is. Door Ernst and Young Cleantech and Sustainability (EY) en Thuiswinkel.org . PostNL, DPD, Wehkamp.nl, Otto.nl en Coolblue hebben meegewerkt. Men doet dit niet geheel belangeloos, want gemeenten willen de verkeersbewegingen van pakketbezorgers om genoemde milieuredenen beperken. Begrijpelijk, want in 2014 werden er 190 miljoen pakketten bezorgd, het dubbele van 2010. Dit aantal groeit met 8% per jaar.
in het distributiecentrum-1
EY heeft een zo kwantitatief mogelijke analyse gemaakt van ‘de last mile’ tussen het laatste distributiecentrum en het uiteindelijke afgiftepunt. Dat kan de voordeur zijn, maar ook een verzamelpunt in een winkelcentrum of aan de rand van een wijk. Wat er vóór dat laatste laatste distributie-
centrum zit, heet ‘voortransport’.
Daarnaast heeft EY de social media geanalyseerd op wat ‘het volk’ er van vond.

‘Het volk’ vond er niets opzienbarends van. Snelle bezorging en bezorging ’s avonds en in het weekend vindt men fijn, het privacy-aspect soms minder fijn en van het milieu vond men niets. Dat is verklaarbaar, want hoe moet de bevolking daar wat van vinden? Niemand weet hoe het zit.

Het kwantitatieve deel geeft een resultaat voor CO2 en een voor verschillende soorten vervuiling, via de schadekostenmethode van CE Delft tot een bedrag opgeteld. Meegenomen zijn NOx,, SO2, PM2.5 en PM10. Dit is berekend voor vier scenario’s:
1)         conventioneel winkelen
2)         online aankopen en bezorging aan huis
3)         online aankopen en het pakket ophalen bij een pick-up point
4)         online aankopen, droppen aan de rand van een wijk, waarna een fietser het naar de consument brengt

Gerekend wordt met 5% retourvracht, die via dezelfde route teruggaat als heen.
Er is op basis van praktijkcijfers van PostNL een schatting gemaakt van het aantal pakketten per truck.
Op basis van dezelfde praktijk zijn gemiddelde waarden vastgesteld voor afstanden en transportmiddelen
Bij ‘pick up point bezorging’ haalt 50% het pakket met de auto op.
Het bevoorradingstraject van fysieke winkelsis vergelijkbaar met dat van een pick up point

Het resultaat ziet er zo uit: (geel is het voortransport, grijs de ‘last mile’).
effecten opgeteld
Men moet dit staatje met enige korrels zout nemen. Er zit nogal wat
speling in de aannames en het is een studie in opdracht van en in samenwerking met belanghebbende partijen – wat niet noodzakelijk wil zeggen dat het daarom bullshit is. Bovendien is er niets beters.

Hier het volledige rapport –> EY-onderzoek-green-mile-duurzaamheid

Een belangrijke bron van onzekerheid is in hoeverre consumenten hun spulletjes binnen een dag of zelfs een uur willen hebben. Dat gaat nu een beetje van ‘doe maar, als het toch niks extra’s kost’, maar het kost dus wel wat extra’s. Als ‘binnen drie dagen’ ook goed was, zou dat een stuk schelen in de efficiency van de bezorging. De bezorgbedrijven zouden een fors hoger tarief moeten zetten op dit soort idioot snelle afleveringen. Moeten mensen maar beter nadenken.

Mijn printer waarschuwt mij ruim op tijd dat er iets op raakt. Als regel houdt hij het daarna nog minstens een week uit. Veiligheidshalve bestel ik ruim voor de tonercartridge de geest geeft een nieuwe, maar dat hoeft echt niet op stel en sprong. De grote doos staat al dagen onaangeroerd in de gang. Mijn speciaalzaak levert binnen 24 uur, maar eigenlijk is dat nergens voor nodig. Ik heb er niet om gevraagd.

Zie verder
LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden
Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor

Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box

Nieuw provinciaal bestuursakkoord zonder Ruit!

In het nieuwe provinciale bestuursakkoord, dat VVD, SP, D66 en PvdA hebben afgesloten, komt geen weg voor parallel aan het Wilhelmina-
kanaal. Deze weg zou dwars door belangrijke natuurgebieden gaan, waaronder het Dommeldal.
De plannen m.b.t. de N279 tussen Aarle-Rixtel en Ommel, die tot grote leefbaarheidsproblemen in Oost-Helmond zou hebben geleid, zijn sterk afgeslankt. De weg blijft 2*1, maar de doorstroming wordt verbeterd. Verder is er sprake van een ‘krappe omleiding’ om Dierdonk, waarbij er enige verwarring bestaat over wat ‘krap’ is.
Het bestuursakkoord spreekt steun uit aan nieuwe verkeerstechnologieën, die het rijden kunnen ondersteunen. Het wil ‘living labs’ ontwerpen, o.a. op verkeersgebied.
Er komt een oplossing voor de verkeersproblemen bij Veghel.
Eigenlijk is het enige echte discussiepunt om de N279 met de klok mee om Dierdonk moet (wat in het akkoord staat) of tegen de klok in over de bestaande route (wat natuur in de Bakelse Beemden zou sparen). Wat mij betreft kan hierover een zakelijke discussie gevoerd worden, met een sterke inbreng van bewoners.

Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)
Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)

Ik ben heel blij met deze ontwikkeling. Ik heb me jaren ingezet tegen de Ruit als lid van de grote groep milieumensen en bewoners, die samen het Platform Noord-Oost Corridor (NOC) vormen, en die vaak nog veel meer gedaan hebben als wat er op mijn conto staat. Dit succes heeft werkelijk heel veel vaders en moeders.

Het Platform NOC heeft een verklaring uitgebracht over de nieuwe situatie. Die kunt u –> 2015.0527.brief aan GS en PS vinden.

Nieuw provinciaal bestuursakkoord zonder CDA
Doordat het CDA zo onverstandig was om de vroegere gedeputeerde Ruud van Heugten de onderhandelingen te laten doen, en doordat Van Heugten als voornaamste prioriteit had om over zijn politieke graf heen (hij zou sowieso weggaan) alsnog het asfalt aangelegd te krijgen, heeft het CDA zichzelf buiten de onderhandelingen geplaatst. Dat is echt eigen onverstand: voortzetting van de oude coalitie VVD, CDA, SP was de eerste keus.
Het is in Brabant een revolutie dat het CDA niet meer in het College van GS zit. Ook voor andere onderwerpen bleken ineens doorbraken mogelijk die met het CDA ondenkbaar waren geweest. Ook op andere terreinen is het een fris en ambitieus akkoord. Ik kom er in andere verbanden nog wel eens op terug.

Taken voor de toekomst
In de politiek is ‘nooit’ niet altijd ‘nooit’. De Ruit komt er deze vier jaar niet. De uitdaging voor ons Platform in de komende jaren is om onze beweringen waar te maken. We hebben gesteld dat een schaalsprong fiets, het aanpakken van concrete knelpunten, en het maatschappelijk inzetten van nieuwe verkeerstechnieken de aanleg van een Ruit overbodig maken. Nu de praktijk.
Op genoemde gebieden heeft het Platform NOC werkgroepen ingesteld. Ik zit in de Werkgroep Smart Mobility.
Verder ben ik aanwezig (met andere Platform-mensen) in het voor-
onderzoek MIRT dat nu gaande is, het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Dat is de aanpak die de Rijksoverheid in praktijk brengt voor grote infrastructuur. Deze aanpak is ruimer dan tot nu toe gebruikelijk was. Er zijn meer mogelijkheden om vraagstukken en oplossingen op onconventionele wijze te definieren. Ik heb inmiddels de eerste sessie bijgewoond die de problemen en de mogelijke oplossingen in kaart moet brengen voor de A67 en (in mindere mate) voor de A2Zuid. Ik kom hier apart op terug.

Zoals ik er nu tegen aan kijk (maar dit is mijn vak niet, dus ik relativeer dit al bij voorbaat), heb je eigenlijk twee verschillende verkeersproblemen: die van de snelweg en die van de binnenstedelijke omgeving. De koppeling van beide werelden ligt, voor zover ik dat met mijn leken-
verstand zie, op de Eindhovense Ring en de opritten daar naar toe.
De high tech-projecten (spookfiles, elektronische rij-ondersteuning) heb ik tot nu toe vooral toegepast gezien op de snelweg.
De binnenstedelijke omgeving vraagt om andere techniek en, nog meer, om betere organisatie. Stoplichtbeïnvloeding, maar bijvoorbeeld ook stedelijke distributie-experimenten en geavanceerd OV. Hier gaat mijn praktijk voor het Platform NOC over in mijn praktijk voor Milieudefensie (klimaat en luchtkwaliteit).

Ik ga in de komende periode op deze weblog veel aandacht besteden aan dit soort onderwerpen. Wie ondertussen wil volgen wat het Platform NOC ervan vindt, moet maar kijken op www.stuitderuit.nl .

LIDL gaat winkels in Amsterdam elektrisch bevoorraden

Zowel vanwege de energiezuinigheid als vanwege de binnenstedelijke luchtkwaliteit heeft ‘mijn’ organisatie Milieudefensie Eindhoven interesse in binnenstedelijk verkeer in het algemeen en in stedelijke
goederendistributie in het bijzonder. De regio Eindhoven-Helmond blijft daar al vele jaren achter. Een recentelijk aangekondigd Eindhovens onderzoek doet niet aan deze constatering af.
Zie eerdere artikelen op Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor  en Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box .

Temeer daar je elders in den lande interessante ontwikkelingen ziet. De Amsterdamse LIDL start een pilot met een geheel elektrische vrachtwagen, die de filialen vanaf het distributiecentrum gaat bevoorraden. De Amsterdamse wethouder Choho (duurzaamheid) verklaarde bij de aftrap dat “Amsterdam ongeveer 130 supermarkten had, die per dag meermalen bevoorraad worden, tot nu toe met grote dieselvrachtwagens. Het is van het grootste belang dat ook de supermarktbranche uitstootvrij wordt. Lidl bewijst dat het kan en ik ga ervan uit dat dit een startschot is voor alle andere supermarkten”.

De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam
De elektrische vrachtauto van Lidl Amsterdam

Volgens LIdl is dit de eerste volledig elektrische vrachtauto van deze grootte die op een Nederlandse weg rijdt. Ook het laden en koelen is volledig elektrisch.
Lidl wil in 2025 alle filialen binnen de Amsterdamse Ring uitstootvrij bevoorraden.
Ook in Stockholm, Zürich en Berlijn doet Lidl deze pilot.

Lidl is niet het eerste bedrijf in Amsterdam dat elektrisch distribueert (wel de eerste supermarkt). Ook Heineken distribueert elektrisch.
(bron: Transport Online en Duurzaam Bedrijfsleven op 22 mei 2015).

Ook anderszins is Lidl trots op zijn distributie. De eigen website meldt dat de beladingsgraad van Lidl-vrachtauto’s is gestegen tot 90%, o.a. door er dubbele verdampers in te plaatsen waardoor goederen, die verschillende temperatuurbereiken vereisen, met dezelfde vrachtauto gedistribueerd kunnen worden.

Het distributiecentrum van de Lidl
Het distributiecentrum van de Lidl

Ook is de Lidl trots op het in 2013 geopende distributiecentrum, dat volgens de BREEAM-beoordelingsmethode vier sterren kreeg (‘excellent’).
Marjan Minnesma van Urgenda was gastspreker bij de opening. Dat moet voor de Lidl een opsteker zijn.

Subsidie aan fossiele en hernieuwbare energie in Nederland (update)

In het vorige artikel (dat over mondiale subsidies aan fossiele brandstof) heb ik aangegeven dat ik zou proberen een dergelijk plaatje bij elkaar te krijgen voor Nederland. Dat is me min of meer gelukt.
Het blijkt niet mogelijk om de mondiale uitkomsten een op een naar Nederland te vertalen.

Het belangrijkste onderzoek op dit gebied is gedaan door CE Delft en Ecofys, juni en oktober 2011, en heet “Overheidsingrepen in de
energiemarkt”. Zie http://www.ce.nl/publicatie/overheidsingrepen_in_de_energiemarkt/1159 .

Wat is bij CE Delft/Ecofys een subsidie?
CE Delft/Ecofys definieren subsidie als het verschil tussen enerzijds de opwekkingskosten van energie plus de externe effecten, en anderzijds wat een afnemer betaalt.
Anders dan het IMF gaan CE Delft/Ecofys er niet van uit dat de overheid een bepaald bedrag op stroom moet verdienen (bijv. 21% BTW). Als de studie van CE/Ecofys recentelijk geschreven was door het IMF, hadden er hogere subsidiebedragen gestaan, en wel ongeveer 10% hoger.
Verder zijn ‘externe effecten’ gecompliceerd. Ongetwijfeld zijn er allerlei accentverschillen. Vergelijk dus de bronnen op hoofdlijnen en verwacht geen grote precisie. Dat zou onredelijk zijn.

De overeenkomst tussen beide systemen is de hoofdzaak: beide doen in essentie de politieke uitspraak dat de maatschappelijke gevolgen van de energieopwekking in de prijs verwerkt dienen te zijn.

Waar komt het op uit?
Ik kopieer hier een stukje van de originele tekst (zie hierna), en accentueer enkele begrippen.
hoofdconclusie CE-Ecofys_2011-r
Met ‘eindgebruik’ wordt bedoeld dat je minder betaalt dan iets kost.
Hieronder het volledige lijstje, maar hier als voorbeeld de belasting-
vrijstelling op vliegtuigkerosine: die kostte de staat in 2010 het bedrag van €1695 miljoen. Grootverbruikers betaalden in dat jaar voor hun gas en elektra €1750 miljoen minder dan eigenlijk zou moeten. Aan de andere kant zit hier bijvoorbeeld ook het verlaagde BTW-tarief op isolatie in. CE/Ecofys rekenen van deze 4600 miljoen 4400 miljoen toe aan fossiel en 200 miljoen aan hernieuwbaar.
overheidsinterventies_eindgebruik_CE_2011-r

Kleinverbruikers betalen overigens met zijn allen 2800 miljoen per jaar meer dan de redelijke prijs. Die subsidiëren omgekeerd, maar dat telt niet mee in de statistiek.

CE Delft/Ecofys berekenen ook wat de overheid kwijt is aan duurzame en fossiele productie-ondersteuning. Dat geeft dit plaatje (zie onder).
CE Delft/Ecofys rekenen aan de productiekant €1220 miljoen toe aan fossiele brandstoffen en kernenergie, en ca €1320 miljoen aan duurzame bronnen.
Met de eindgebruik-gegevens erbij opgeteld ging er in 2010 grofweg 5,6 miljard in subsidiering van fossiele energie zitten (4,4+1,2) en grofweg 1,5 miljard in de subsidiering van duurzame energie (1,3+0,2).
overheidsinterventies_productie_CE_2011-r

De instituten maken echter hierbij de kanttekening dat het om een
momentopname gaat.
Het bedrag van 688 miljoen in de categorie SDE/MEP in het blauwe plaatje bijvoorbeeld is maar ongeveer eenderde van het totale budget van 2100 miljoen, dat voor 2010 ter beschikking stond. Een mogelijke verklaring is dat een deel van de toezeggingen in 2010 pas later uitbetaald is, en dat het staatje de feitelijk gedane uitbetalingen in 2010 weergeeft. Dat had er wel wat duidelijk bij mogen staan.
Het resultaat is dat het plaatje toevallige elementen bevat, die maken dat het niet mogelijk is de gegevens kritiekloos te veralgemeniseren, zoals soms gebeurt. Voor dit betreffende staatje is de bewering juist dat de fossiele subsidies bijna 4* de duurzame subsidies zijn.

Sinds 2010 echter is het duurzame budget verhoogd. Het leeuwendeel van dit geld komt beschikbaar via de SDE-regeling en die is sinds 2010 (toen het budget €2100 miljoen was) opgehoogd naar €3500 miljoen in 2015. Daarvan komt een onbekend deel op kasbasis in het staatje voor 2015 terecht.
Update dd feb2016: eind 2015 is de totale SDE+ – subsidie verhoogd tot ca 8 miljard Euro.
De EIA en de MIA/VAMIL zijn daarnaast samen goed voor ca €230 miljoen. Van de andere posten in het staatje is de informatie lastig te achterhalen.
Al met al is het moeilijk in te schatten hoe hoog de blauwe kolom in het plaatje hieronder in 2015 zal zijn. Het zal naar alle waarschijnlijkheid meer dan de 1,5 miljard uit 2010 zijn, maar hoeveel meer?

Wat tussen 2010 en 2015 de Nederlandse fossiele brandstof-subsidies gedaan hebben, is ook moeilijk te achterhalen. Het gemakkelijkste is om aan te nemen dat die ongeveer gelijk gebleven is. Aan de grote posten is in elk geval weinig veranderd.

Al met al kan in alle redelijkheid staande worden gehouden dat in 2015 in Nederland de subsidies ten gunste van de fossiele energie nog steeds groter zullen zijn dan die voor duurzame energie zijn.
Als je een oneliner voor rabiate fossielofilen nodig hebt, roep maar iets in de geest van ruim het dubbele.
Update: Het onderzoek zou over 2015 eigenlijk opnieuw gedaan moeten worden. Een ruwe schatting mijnerzijds is dat de fossiele en duurzame subsidies in 2015 ongeveer even hoog zijn.

Bijenvoorstel Milieudefensie politiek overgenomen – tweede update 22 mei 2015

Op dinsdag 14 april heeft wethouder Schreurs van de gemeente Eindhoven het bijenconvenant ondertekend.

Wethouder Schreurs teken het bijenconvenant op 14 april 2015
Wethouder Schreurs teken het bijenconvenant op 14 april 2015

Daarmee belooft de gemeente bij-vriendelijk te zullen handelen bij het inrichten en onderhouden van alle groenstroken, gazons, plantsoenen, wegbermen en open niet-bebouwde terreinen.
Het nieuwe beleid op dit gebied valt zeer binnenkort te verwachten.

In deze bijeenkomst van de raadscommissie waren ook een dertigtal betrokken inwoners van de stad aanwezig. Sprekers waren de heer Ivo Ramakers van Ecologica en Wil Brands, een imker uit Eindhoven Noord.

 De stadsecoloog, Leonard Schrofer, wist te vertellen dat van de 300 diverse bijensoorten, die bekend zijn in Nederland er een 100-tal soorten wonen in Eindhoven.
Ook vertelde hij dat er al een opdracht was om een Groen Beleidsplan 2016 – 2026 te maken, waarin aandacht is voor groene verbindingszones, méér bloemrijk gras, stimuleren van de zwaluwen, huismussen en andere vogels maar ook de amfibiën en insecten. Hoe voorlichting kan worden verbeterd en erin zal aandacht zijn voor groene daken en stadslandbouw. In het plan zal ook over een zonering worden gesproken tussen wilde bijen en de honingbijen en plaatsen waar mogelijk een aantal bijenkasten in het stadse groen kunnen worden geplaatst.

 Het meedoen aan dit bijenconvenant was door de afdeling Eindhoven MilieuDefensie voorbereid en aangeboden aan de lokale politiek. De partij SP nam het voorstel over en de gehele raad was het daarmee eens.
bij-op-bloem-rr

Wat hieraan vooraf ging
De bijen-brief, die Milieudefensie op 18 december 2014 aan de Eindhovense politiek gestuurd heeft, heeft uiteindelijk met enige vertraging zijn werk gedaan.

Een actuele motie met de SP als eerste ondertekenaar, die gebaseerd was op de brief van Milieudefensie, verwierf zonder veel moeite een in-
dienende meerderheid. Maar het bleek niet eens nodig hem in te dienen, want het College van B&W nam hem meteen over en gaat hem uitwerken. Gevraagd wordt:
a) dat Eindhoven het landelijke Bijenconvenant tekent
b) dat Eindhoven een eigen bijenbeleid ontwerpt in de geest van de voorstellen van Milieudefensie
c) dat naar de provinciale subsidiemogelijkheden gekeken wordt

Er komt een soort voorbereidingsbijeenkomst, waarvoor Milieudefensie verwacht uitgenodigd te worden.

Zie hier de tekst van de actuele motie –>  actuele_motie_bijen_25022015
Zie hier het door Milieudefensie voorgestelde beleid–> Bijenbrief aan gemeente_vs4

 

Over de verlichting van het Eurovisie Songfestival 2015

Ook afgevraagd hoe groen de verlichting van het Eurovisie Songfestival is?

Het Eurovisie Songfestival 2015
Het Eurovisie Songfestival 2015

De verlichting is van de Italiaanse Osram-dochter Clay Paky. CEO van Osram Specialty Lightning Schwabe “We veranderen het grootste entertainmentspektakel ter wereld met onze lichtsystemen in het grootste licht-
technologische event
.” Het festival is als een groen evenement ontworpen, oa door bijna alleen met LED-lampen te werken.
Zie http://www.osram.nl/osram_bx/nl/pers/persberichten/_general_interest_press/2015/osram-verlicht-het-eurovisie-songfestival-2015-te-wenen/index.jsp .

Het podium is opgebouwd uit 1288 pilaren en heeft een breedte van 44 meter en is 14,3 meter hoog. De LED-pilaren kunnen een waaierformatie aan lichteffecten neerzetten en datzelfde geldt ook voor de vloer van het podium, dat een diameter heeft van 11 meter.

Op de achtergrond bevindt zich een andere LED-muur die een breedte heeft van 22 meter en een hoogte van 8,5 meter. Zie ook http://ledsinspire.nl/led-verlichting-ook-op-het-eurovisie-songfestival-2015/

Jammer dat er op het Internet geen verdere technische specificaties te achterhalen zijn.