Onze Eindhovense Milieudefensie-afdeling (waarvan ik secretaris ben) heeft een heel aardig jaar 2016 achter de rug. Er waren veel activiteiten, soms succesvol, en gespreid over verschillende gebieden.
Het inhoudelijke jaarverslag 2016 van Milieudefensie Eindhoven is te vinden —> Jaarverslag MilDef Ehv 2016 .
Wie ook zo leuk bezig wil zijn met het milieu en met klimaat- en energiezaken, is van harte welkom. Zie voor een sfeerimpressie de foto’s hieronder. Het is een kleine steekproef.
Anti-sojaaffiches ophangen in het GebrHornemanplantsoen op 22 feb 2017Openbare avond TTIP Geldrop 17 okt 2016TTIP-manifestatie Catharinaplein 28 mei 2016Medewerkers van Verdaat leggen de bediening uit (Helikon 31 maart en 01 april 2016)
In de Lancet van 10 april 2017 heeft een team van geleerden de data in de Global Burden of Disease 1990-2015 (waarin 79 risicofactoren meegenomen zijn) gecombineerd met satellietdata, transportmodellen van chemische stoffen en metingen aan de grond. In hun resulterende artikel worden de resultaten “ingekookt” tot cijfers over PM2.5 en ozon (aan de grond). Het is een mondiale studie
Het is een Open Acces-publicatie, die toegankelijk is op Lancet_10april2017_GBD-artikel . Bij twijfel of diepere nieuwsgierigheid, ga daar kijken.
Het artikel leidt tot een aantal veelzeggende plaatjes en statistieken (de getinte band is de onzekerheidsmarge en die is soms ruim).
Dosis-effectrelaties tussen PM2.5-concentraties en het relatieve risico (RR). Lees 1.5 als dat de kans dat je doodgaat met PM2.5 1,5* zo groot is als wanneer de vervuiling er niet geweest was)
PM2.5 in de buitenlucht leidt mondiaal tot 4,2 miljoen doden en 103 miljoen verloren DALY’s (dat is een telwijze waarin ook ziektes, waar je niet of niet meteen aan doodgaat, via een soort gewichtsfactorensysteem meegeteld worden).
PM2.5 binnenshuis leidt mondiaal tot ca 2,8 miljoen doden en ca 86 miljoen verloren DALY’s.
Beide samen leiden mondiaal tot ca 6,4 miljoen doden
Fijn stof in de buitenlucht was in 2015 mondiaal de vijfde doodsoorzaak
Ozon leidt mondiaal tot een kwart miljoen (extra) doden en ca 4,1 miljoen verloren DALY’s en was mondiaal de 34ste doodsoorzaak
De ‘geen effect-drempel’ ligt voor PM2.5 op 2,4-5,9μgr/m³ en voor ozon op 33-42ppb (ca 70 tot 90μgr/m³ )
Doden door PM2.5 als % van alle dodenDoden door ozon als % van alle dodenDe ontwikkeling van de PM2.5 – concentraties door de jaren heen in een aantal landen
De PM2.5- concentraties in verschillende landen lopen sterk uiteen en gedragen zich in de tijd anders. Nederland daalt, mede als gevolg van geïmplementeerd EU-beleid dat echter nog niet ver genoeg gaat.
Het WHO-advies (geen wet) is 10μgr/m³, de EU-norm (wel wet) is 25μgr/m³ , en de Oost-Brabantse werkelijkheid zag er in 2014 als volgt uit (in 2015 waren de concentraties overigens lager):
PM2.5-concentraties in Oost-Brabant in 2014 (Atlas voor de Leefomgeving)
In stedelijk gebied in Oost-Brabant zaten de concentraties in 2014 in de orde van grootte van 15μgr/m³ , in 2015 wat lager. Dat getal kun je dus op de horizontale as van de dosis-effectrelaties leggen en dat geeft overal een RR > 1 (bij COPD, rechtsonder, bijvoorbeeld een RR = 1,2, dus de kans dat je COPD krijgt met deze luchtvervuiling is ongeveer 20% groter dan als wanneer die luchtvervuiling er niet geweest was). Dit met een ruime onzekerheidsmarge, maar wel significant.
Het RIVM meent (Luchtkwaliteit en Gezondheidswinst, 2015) dat de WHO-advieswaarden in Nederland rond 2030 gehaald kunnen worden.
Voor Brabant is nog van belang dat de auteurs van het Lancet-artikel stellen dat het niet mogelijk is de gezondheidseffecten te differentieren naar de samenstelling of de herkomst van het PM2.5 , en dus dat PM2.5 uit de veeteelt geacht wordt even gevaarlijk te zijn als alle andere PM2.5 . Dat leidt tot onzekerheid in de gevolgschattingen, want men weet niet of dat echt waar is en er wordt nog steeds op gestudeerd. Vooralsnog echter telt gewoon simpelweg hoeveel PM2.5 er in de lucht zit (zie ook Volksgezondheid en veehouderij: alles op een rij ).
Outsourcing, internationale handel en luchtvervuiling
Een internationaal team, geleid door Qiang Zhang van de Tsinghua Universiteit in Beijing, heeft onderzocht wat de effecten zijn van het outsourcen van de productie van goederen, en in welke mate luchtvervuiling door PM2.5 grensoverschrijdende gezondheidseffecten heeft.
Het artikel is gebaseerd op 2007, het laatste jaar waarvoor genoeg cijfers bekend waren. Het team komt voor dat jaar mondiaal op 3,45 miljoen doden door PM2.5 buitenshuis, waarvan 2,52 miljoen ten gevolge van de landbouw en productie en transport van goederen (de rest aan bijvoorbeeld opgewaaid stof, bosbranden, door planten afgescheiden chemicalien en lozingen door de internationale scheep- en luchtvaart).
De effecten zijn bepaald niet alleen maar lokaal.
12% van die 3,45 miljoen (ruim 411.000) is doodgegaan aan grensoverschrijdende luchtverontreiniging.
22% van die 3,45 miljoen (762.000) is doodgegaan door lozingen ten gevolge van productieprocessen in regio’s, waarvan de producten geexporteerd worden naar een andere regio.
De productie van in China gemaakte producten voor West-Europa en de VS veroorzaakt waarschijnlijk ongeveer 108600 vervroegd overleden Chinezen.
Anderzijds is het windafwaarts van China ook niet gezond voor de buren: in de landen ten Oosten van China geen 30900 mensen vervroegd dood door over de grens waaiend Chinees fijn stof (waarvan zelfs nog 3100 in de VS en West-Europa).
Containerschip in Hamburg
Zhang ziet ook niet meteen wat hieraan concreet te doen is. Er ruzie over maken heeft weinig zin. Luchtvervuiling blijkt een internationaal probleem dat vraagt om meer duurzame consumptie en milieu-hulp aan arme landen door het Westen.
Het wordt een ingewikkeld verhaal.
Extra 330LE vestigt klimrecord Siemens heeft de bestaande Walter Extra 300L voorzien van een 260kW – elektromotor en accu’s. De zo ontstane Extra 330LE dient als tweezits testvliegtuig.
Het blijkt tevens een prima stuntvliegtuig. Op 25 november 2016 klom het in 262 seconden naar 3000 m hoogte, een record voor elektrische vliegtuigen. En dat in bijna volledige stilte.
Wie wil genieten van peptalk tot eigen glorie van Siemens, moet maar eens op www.siemens.com/press/en/feature/2015/corporate/2015-03-electromotor.php?content[]=Corp gaan kijken.
Extra 330LE
Nu moet men alles, wat met elektrisch vliegen te maken heeft, nog relativeren. De extra 330LE houdt het op vol vermogen een dik kwartier vol. In die tijd kun je aardig wat stunts doen, maar het lost geen reëel bestaande transportbehoefte op. Dat komt omdat dit ding alleen op zijn accu’s vliegt.
Vliegende taxi’s Siemens werkt samen met Airbus aan een vloot van volledig elektrische luchttaxi’s. Daarvan zou eind 2017 het eerste prototype beschikbaar zijn.
Duitsland heeft zo’n 500 grotere of kleinere vliegvelden. Een luchttaxi-onderneming op (hybride)elektrische basis voor vluchten tussen Duitse vliegvelden is voorstelbaar.
Duitse vliegvelden
Daarnaast zijn er plannen, die wat mij betreft in de categorie “wild” vallen, voor zelf-vliegende elektrische luchttaxi’s die voor lokale trajecten bedoeld zijn. Uber wil hier zijn vleugels uitslaan en Airbus heeft intern een bedrijfstak ‘Urban Air Mobility’ opgericht. Dit is de Uberfantasie. Het zijn eigenlijk vliegende elektrische auto’s.
Uber-fantasie over vliegende elektrische taxi’s
Spottend commentaar ligt voor de hand, maar ik schort mijn oordeel op. Bovenstaande fantasie zal sowieso nog wel even op zich laten wachten, dus er is geen haast bij het commentaar. Maar toch alvast of dit in plaats van of als toevoeging aan het autoverkeer zal gaan werken. Bespaart het energie of roept het een nieuwe energievraag op?
De mogelijkheden om op een aanvaardbare manier elektrische energie op te wekken zijn niet oneindig.
Hybride-elektrische vliegtuigen De praktische kansen voor echte vliegtuigen die echte grote groepen mensen vervoeren over echte afstanden liggen bij hybride-elektrische propellervliegtuigen. De propeller wordt aangedreven door een elektromotor, die wordt gevoed door een accu (die je desgewenst bij de start naar binnen kunt schuiven), de accu wordt onder het vliegen bijgeladen door een benzinemotor of een brandstofcel, en die brandstofcel kan op van alles lopen, bijv. waterstof. Een waterstofvliegtuig op deze basis heeft al gevlogen (zie www.dlr.de/dlr/en/desktopdefault.aspx/tabid-10081/151_read-19469/year-all/#/gallery/24473 ) en zie Eerste vlucht met praktisch bruikbaar waterstofvliegtuig . Als je daar doorschakelt, kon je in Duitse researchprogramma’s terecht die ook voor de automotive werken. Die gedachte is niet absurd.
Nicola One – truck (dec2016)
En voor het eens van een ander wil horen, kijk eens bij https://nikolamotor.com/ . Die beweren (het is allemaal erg nieuw, dus bij gebrek aan praktijkkennis sta ik niet voor de waarheid in) dat ze een hybride-elektrische truck gebouwd hebben die rijdt op waterstof. Die waterstof maken ze zelf met zonnevelden. Hele grote zonnevelden, dat wel (100MW per stuk).
Zonneveld tbv de Nicola truck
De truck heeft zes elektromotoren, die samen 750kW leveren. Hij kan op één volle tank zo’n 1000 mijl rijden.
Je zou zo zeggen, gooi die zes elektromotoren op de propellers, zet vleugels onder het ding, stop er wat aanvullende research in, en het ding vliegt.
Ter vergelijking ( zie www.bjmgerard.nl/?p=751 ): een ouwe F27 (die Fokker hoogdekker) had een vermogen van 1500kW, en een Cessna Citation rond de 1000 a 1500kW. Je bent al een heel eind op weg met een Nicola-vermogen.
Dit is uiteraard lichtelijk simplistisch, maar in de kern lijkt mij hybride-elektrisch vliegen, eventueel met een brandstofcel die op (bio)methanol of -ethanol of gas loopt, zou moeten kunnen.
Fundamenteel bezwaar vanuit de consument zal zijn, dat dit schema alleen voor propellervliegtuigen werkt en die vliegen niet zo hard als straalverkeersvliegtuigen. Maar misschien moet die consument dat dan toch maar gaan pikken, vooralsnog voor bestemmingen (vanuit Nederland) als Ijsland, Dublin, Oslo en zo.
Siemens en Airbus denken dat ze in 2030 een hybride-elektrisch vliegtuig hebben dat 100 mensen over 1000 km kan vervoeren.
Benieuwd trouwens of deze duurzame nieuwlichterij van Trump doorgezet mag worden.
Eindhoven Airport (en Schiphol)
Eindhoven en Brainport blaten er lustig op los over hun uitzonderlijke innovatieve vermogens, waar je in de eigen regio op duurzaamheidsgebied maar weinig van terugziet. Misschien moeten ze zich eens gaan revancheren door tegen Eindhoven Airport – directeur Joost Meijs (en zijn Schipholbazen) te zeggen dat het vliegveld alleen nog maar mag groeien met brandstofcel-vliegtuigen.
Zou Eindhoven voor de verandering eens iets positiefs voor de omwonenden doen.
Het Fraunhofer ISE Instituut is apetrots dat ze het wereldrecord wat betreft het rendement van multikristallijne zonnepanelen weer in hun bezit hebben. In een persbericht dd 20 februari 2017 (zie www.ise.fraunhofer.de/press-releases/2017/multicrystalline-silicon-solar-cell-with-21,9% world-record.html ) lieten ze weten dat ze een rendement bereikt hebben van 21,9% . Lees dit als volgt: als de zon 1000W/m² aanbiedt, maakt het paneel daar 219W/m² elektrische energie van.
Om dat te plaatsen: goede nieuwe multikristallijne PV-panelen, die de industrie nu aflevert, zitten rond de 19% rendement en de panelen, die ik een paar jaar geleden op mijn dak gegooid heb, waren 16%.
Tweederde van de PV-panelen, die nu op daken liggen, zijn van dit multikristallijne type.
Multikristallijne PV-panelen met 21,9% record-rendement (Fraunhofer ISE 20 feb 2017)
Andere typen PV-panelen kunnen hogere opbrengsten halen. Bij de betere, maar duurdere monokristallijne PV-panelen hebben Yoshikawa e.a. van het Kaneka Corporation R&D team een rendement bereikt van 26,6% (de theoretische limiet van deze silicon single junction cells is 29,4%). SunPower heeft aangekondigd commerciele panelen van dit type te gaan maken met een standaardrendement van 25%.
Wie wat meer toekomstverwachting wil zien, kan gaan kijken op http://spectrum.ieee.org/static/interactive-record-breaking-pv-cells van de brancheorganisatie IEEE/Spectrum. Daar staan de recentste gegevens, maar het plaatje is interactief en hier niet af te drukken.
Een wat ouder plaatje uit een presentatie die iemand van ECN een keer hield op de Energiebeurs in Den Bosch beoogt ongeveer hetzelfde, maar is beter afdrukbaar.
Ontwikkeling rendement diverse types PV-panelen_NREL 2014
De regering van het United Kingdom heeft een ontwerp-plan om iets te doen aan de te hoge NO2 – concentraties in de lucht, die daar vooral komen door dieselmotoren. 37 van de 43 regio’s in het UK overtreden de regels van de EU voor deze stof (te weten een jaargemiddelde van 40μgr/m³ en-of hogere piekgemiddeldes). Daardoor gaan ongeveer 23500 mensen in het UK voortijdig dood.
De regering heeft een ontwerp-plan en moet dat uiterlijk 9 mei 2017 publiceren (het definitieve plan moet 31 juli klaar zijn). Maar er komen verkiezingen en daarom wil de regering de publicatie van het ontwerp-plan uitstellen. Er bestaat immers een soort gentlemans agreement dat in de aanloop naar verkiezingen er geen politiek gevoelig beleid naar buiten gebracht wordt.
Maar de hoogste rechter was het daar niet mee eens. Op de eerste plaats, vond hij, was dat gentlemans agreement geen wet en bovendien dat het sowieso niet gold voor kwesties die met de Volksgezondheid te maken hadden.
De rechtszaak was aangespannen door Client Earth.
Aldus The Lancet Respiratory Medicine van 05 mei 2017. Als men het zelf wil nalezen, zie thelancet.com/UK Government must publish air pollution strategy .
De Britse Long Stichting wil zaken die ons al vertrouwd voorkomen, zoals milieuzones, monitoren van de luchtkwaliteit en publicatie van de bevindingen, en geleidelijk uitfaseren van oude diesels.
Nederland heeft eerder naar de EU geluisterd dan het UK. Op enkele plaatsen en tijden is het nog steeds niet best, maar Engelse toestanden bestaan niet in ons land.
De Telegraph over fijn stof in Engeland
A jogger makes her way through the fog at Grantchester meadows in Cambridgeshire
Milieudefensie kreeg een klacht van een huishouden in de Eindhovense wijk Achtse Barrier, waarvan de achtertuin aan de Fransebaan ligt. Ze hebben pech, want hun woning ligt precies op een plek waar de vrachtauto’s, die de naburige Jumbovestiging bevoorraden, allerlei kerende manoeuvres maken.
Ik heb de situatie voor Milieudefensie geïnspecteerd en geconcludeerd dat er een concreet verkeerskundig probleem is (dat eenvoudig oplosbaar is) en een algemeen politiek probleem dat ook oplosbaar is, maar wat wel meer vraagt.
Ik heb namens Milieudefensie een brief gecomponeerd aan de Jumbo en een brief aan het College van B&W. Die aan B&W druk ik hieronder af. Die aan de Jumbo is grofweg dezelfde, maar heeft een wat beperktere algemene vraagstelling (zie Bevoorrading Jumbo Fransebaan-klachten Rousillonhof-brief Jumbo)
Jumbovestiging Fransebaan met vrachtauto
Aan het College van B&W van Eindhoven 08 mei 2017
Geacht College
De Vereniging Milieudefensie vraagt uw aandacht voor de verkeersproblemen, die optreden bij de bevoorrading van het Jumbo-filiaal aan de Fransebaan in de Achtse Barrier (onderaan onderstaande linkse plattegrond, de rechtse is een vergroting)
Kaartje van het gebied
Dit filiaal wordt bevoorraad met grote vrachtauto’s met een dieselmotor.
Veel Jumbo-chauffeurs (een enkele slimmerik uitgezonderd) adresseren het filiaal via de Artoisstraat en komen dan tot de ontdekking dat het niet mogelijk is met een grote vrachtauto op deze wijze bij het filiaal voor anker te gaan. Mogelijk aangevuurd door hun TomTom rijden zij het onheil tegemoet.
Er rest hen dan niets anders dan rechtsaf te gaan, in Noordelijke richting, op zoek naar een plek waar zij kunnen keren om diezelfde Fransebaan af te rijden in Zuidelijke richting, om alsnog bij het filiaal te komen. Die gelegenheid menen de chauffeurs te zien bij de volgende doorsteek door de middenberm ter hoogte van de Besanconlaan (zie detailtekening). Nu is de Fransebaan een wijkontsluitingsweg, maar niet overdreven breed, met een middenberm die nog veel minder breed is. De Jumbo-chauffeurs voeren daar met hun lange vrachtauto’s ingewikkelde meervoudige balletbewegingen uit om op deze plaats, die zich daar niet voor leent, toch te keren.
Precies naast deze balletlocatie ligt de achtertuin van meneer Van Klinken en mevrouw Snelleman, met als adres Rousillonhof 31. De Jumbo-diesels blazen bij hun inspanningen wolken uitlaatgassen in Oostelijke richting, via enkele zomereiken die daar staan, de tuin van de familie Van Klinken-Snelleman in. Dit heeft zichtbare gevolgen.
De rij zomereiken langs de Fransebaan doet het prima, behalve twee eiken op de balletlocatie. Deze kampen met een ernstige ontwikkelingsachterstand. Het zielige eikje iets rechts van het midden heeft men als vervanging moeten aanplanten (links de doorsteek naar de Besanconlaan, rechts het adres Rousillonhof 31).
De zomereiken ter hoogte van Rousillonhof 31
Ook de raamkozijnen aan de achterkant van de familie Van Klinken-Snelleman ogen enige shades of grey donkerder dan die van de buren, maar dit valt op een foto moeilijk weer te geven. Het moge duidelijk zijn dat het verblijf van genoemde families in hun achtertuin niet aangenaam is als de Jumbo-vrachtauto’s met hun balletmanoeuvres bezig zijn.
Mevrouw Snelleman heeft al eens contact gezocht met de beheerder van het filiaal, maar dat resulteerde in de reactie “ik zal het doorgeven” waarna er niets veranderde. Dit terwijl zij aangaf dat het probleem volledig overbodig was, omdat de chauffeurs hun doel veel makkelijker zouden kunnen bereiken door via de Roubaix- of de Rijsellaan de Fransebaan te adresseren. Dat maakt allerlei ingewikkelde keer-balletten overbodig en resulteert totaliter in minder en in beter verdeelde dieselemissies in deze woonwijk.
De situatie leidt onze Vereniging Milieudefensie tot een concrete en een meer algemene vraag.
De concrete vraag is of u uw College een verkeersbesluit wil nemen, waardoor het Jumbo-filiaal aan de Fransebaan niet meer bevoorraad kan worden via de Artoislaan, maar (liefst) via de Roubaixlaan of anders de Rijssellaan. Een dergelijk verkeersbesluit zou misschien de sirenenzang van de TomTom richting de Artoislaan kunnen doen verstommen.
Dit concrete probleem in de Achtse Barrier geeft Milieudefensie een kapstok om twee meer algemene vragen te stellen, die betrekking hebben op hoe er in stedelijk Eindhovens gebied duurzame vormen van goederendistributie gerealiseerd kunnen worden. Met dit onderwerp houdt Milieudefensie zich al langer bezig.
Er zijn in Nederland legio initiatieven om op een vernieuwende wijze tegen stedelijke distributie aan te kijken.
De hogescholen van Amsterdam en Rotterdam zijn een onderzoek begonnen naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (Logistiek 15 sept 2016);
verschillende steden hebben een Milieuzone tegen diesel-vrachtauto’s;
sinds 2014 hebben we een Green Deal Zero Emission Stadslogistiek (waaraan Eindhoven, bij ons weten, nog steeds niet deelneemt);
er is een studie van CE Delft “De omvang van de stadslogistiek, juli 2016”;
de LIDL gaat elektrische bevoorraden;
Heineken heeft een knalrode “groene” vrachtauto rondrijden;
sinds vorig jaar bestaat het City hubs-netwerk.
Enz enz.de groenste vrachtauto van Heineken
De gemeente Eindhoven heeft ooit enige interesse in deze problematiek getoond in de Raadsinformatiebrief “Beter Benutten vervolg” dd 30 maart 2015, waarin onder het kopje “Goederenvervoer” gemeld wordt dat “met stakeholders naar vernieuwende en financieel haalbare logistieke concepten gezocht zal worden” en dat “een dergelijke aanpak aansluit bij de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek”. Daarna echter is het oorverdovend stil gebleven. De website van de gemeente Eindhoven geeft op een aantal zoektermen, die met het onderwerp te maken hebben, geen enkele treffer. Voorwaar een anti-innovatieve houding!
Onlangs is in het kader van de Topsector Logistiek de studie uitgebracht “Gebruikers en inzet van bestelauto’s in Nederland” (CE Delft, TNO, Buck ea, zie www.ce.nl/publicatie/gebruikers_en_inzet_van_bestelauto%E2%80%99s_in_nederland/1927 ). Daaruit blijkt dat bestelauto’s tot op hoogbejaarde leeftijd doorrijden en daarbij onevenredig veel fijn stof lozen (bestelauto’s zijn in en buiten de stad samen goed voor 8% van de gereden kilometers, voor 14% van de CO2-uitstoot en voor 39% van de geëmitteerde fijn stof).
Lozingscijfers binnen de stad (CE Delft TNO Buck ea april 2017)
Milieudefensie, daarin gesteund door een initiatiefvoorstel van Groen Links, heeft al vaker voorgesteld om de Eindhovense milieuzone aan te scherpen, o.a. door hem ook voor bestelauto’s te laten gelden. De ervaring in den lande wijst uit, dat dit een versnellend effect heeft op de modernisering van het wagenpark en de emissie van met name roet.
Resumerend dus twee vragen:
Waarom mogen er in stedelijk gebied voor het goederenvervoer nog fossiele brandstof-verslindende en vergif uitbrakende grote dieselbakbeesten rondrijden, en waarom wordt er niet gedistribueerd met kleinere elektrische vrachtvoertuigen?
Wil uw College opnieuw nadenken over het eerder afgewezen voorstel van Milieudefensie (en Groen Links) om de Eindhovense milieuzone uit te breiden met oude bestelauto’s?
Het Trefpunt Groen Eindhoven (TGE) heeft op 20 april 2017 in de Eindhovense raadzaal een voorlichtingsmiddag georganiseerd over de nieuwe Wet Natuurbescherming. Dat trok de aandacht van ca 120 mensen, hoofdzakelijk natuurmensen uit Eindhoven. Sprekers waren Sander Hunink (ecologisch adviesbureau Ecologica) en Arjan Ooms (ecologisch MUS (Met U Stadsnatuur)).
Mijn vriend en medebestuurslid van Milieudefensie Eindhoven, Leonhard Schrofer, heeft er een verslag van gemaakt. Ik vind dat interessant genoeg om hier te plaatsen.
– – – – –
Natuurreservaten in het Leenderbos
Inleiding Sander Hunink (ecologisch adviesbureau Ecologica) over de Wet Natuurbescherming
De nieuwe Wet Natuurbescherming vervangt met ingang van 1 januari 2017 de Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet en Boswet. Het Rijk heeft nog wel bevoegdheden, maar de provinciale besturen hebben nu de leiding gekregen. Dit betekent dat er nu maar liefst 13 bevoegde gezagen zijn, die afhankelijk van de politieke kleur geheel verschillend ingevuld gaat worden. Bij het Rijk heet dit: ‘Samen natuur versterken’.
De nieuwe wet kent twee soorten van bescherming:
Actieve soortenbescherming. In ons geval kan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verplichtingen opleggen en is verantwoordelijk voor de uitvoering.
De provincie Noord-Brabant heeft de taak een ‘natuurvisie’ op te stellen. Deze is nog niet gereed, waardoor er op dit moment geen sprake is van een effectieve bescherming.
Binnen een natuurvisie is ruimte voor een programmatische aanpak en kunnen ontheffingen voor tijdelijke natuur verleend worden.
De natuurvisie moet in 2017 gereed en vastgesteld zijn.2. Passieve soortenbescherming. Bescherming door verbodsartikelen in de wetgeving. De initiatiefnemer is hier verantwoordelijk.
Ten opzichte van de Flora- en Faunawet zijn er soorten en groepen dieren en planten uitgevallen of minder zwaar beschermd geworden.
Één gehanteerde definitie voor voortplantingsplaats en rustplaats. Fourageergebieden zijn niet meer beschermd.
In het vogelbroedseizoen blijven alle vogels wettelijk beschermd.
Twee typen beleid:
‘Letter’ van de wet: De fysieke aantasting van de verblijfplaats is uitgangspunt bij een overtreding.
‘Geest’ van de wet: Verlies van functies in een leefgebied is uitgangspunt bij een overtreding.
Dit dient in de natuurvisie uitgewerkt te worden.
De nieuwe Wet Natuurbescherming:
dient juridisch ‘navolgbaar’ te zijn.
is een mix van juridische en ecologische interpretaties.
kent veel kinderziekten.
is lastig voor burger en ondernemer uit te leggen.
Waar moet het naar toe?
Vergroot het draagvlak. Dit is op dit moment te ‘smal’.
Verbindt geïsoleerde natuurgebieden weer met elkaar.
Verlicht regeldruk.
Tijdig rekening houden met de Wet Natuurbescherming. Doorlooptijden in verband met vereiste onderzoeken neemt veel tijd.
Bouw ‘natuurinclusief’. Het is beter en veel goedkoper rechtstreeks te investeren in natuur dan dure onderzoeken uit te laten voeren. Natuur-
inclusieve soortenbescherming en actieve handhaving hand in hand laten gaan. De gemeente Den Haag is al hier heel actief mee aan de slag gegaan.
Generieke aanpak natuur. Regel als gemeente met ondernemers een
ontheffing voor grotere gebieden waar de komende 10 jaar veel te veranderen staat op het gebied van nieuwbouw en renovatie.
Handel in de geest van de Wet Natuurbescherming.
Stel natuurwaardenkaarten op.
Het rapport ‘Meer natuur minder knel; Met de Wet Natuurbescherming naar actief natuurherstel’ van Kees Bastmeijer en Arnold van Kreveld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken uitgevoerd geeft aan waar het voor het Rijk naar toe moet.
Het Natuur Netwerk Nederland staat los van de Wet Natuurbescherming. De provincie Noord-Brabant is één van de zeer weinige provincies die voltooiing van het complete Natuur Netwerk Nederland nastreeft.
Conclusies:
De verwarring bij burgers en ondernemers is nu maximaal door:
Overdracht bevoegdheden van Rijk naar provincie.
Ontbreken vastgestelde natuurvisie bij de provincie Noord-Brabant.
Het ontbreken van voldoende draagvlak; lees motivatie.
De politieke partijen in de Provinciale Staten van Noord-Brabant zijn nu aan zet!
Gierzwaluw
Inleiding Arjan Ooms (ecologisch MUS (Met U Stadsnatuur)) over stadsnatuur in Eindhoven
MUS combineert ‘natuur’ op professionele wijze met ‘duurzaam’, ‘samen’ en ‘creatief’. MUS realiseert natuurprojecten met bewoners in de wijk en voert deze mooi vormgegeven uit.
Doelgroepen zijn vogels en vleermuizen in de stad Eindhoven.
De sleutel tot succes ligt bij het creëren van draagvlak bij de bewoners.
MUS werkt samen met wijkbewoners, gemeente, scholen, provincie, woningbouwcorporaties, bouwers, renoveerders en veel vrijwilligersorganisaties.
Projecten zijn uitgevoerd in het Vonderkwartier, Augustijnenkwartier, Schrijversbuurt, Palingstraat, Lievendal, Genderdal, Woenselse Heide en dergelijke.
Willem Barendtsz wilde noordelijk langs Azie varen, wat hem vanwege het ijs niet lukte, en hij strandde in september 1596 op Nova Zembla, waar hij de winter doorgekampeerd heeft in het Behouden Huys. Een nationale legende.
Nu ziet het ijs er zo uit (het plaatje komt uit The Economist van 1 mei 2017, maar die heeft het ook weer ergens anders vandaan). Nova Zembla ligt iets boven de M van Moermansk.
De omvang van het arctische zeeijs in 2016
Het rapport “Snow, Water, Ice, Permafrost in the Arctic” (SWIPA) van de Arctic Council schat nu in dat het permanente ijs in 2040 weg is. de schatting tot dan toe was 2070.
‘s Zomers kun je dus nu wat Willem Barendtsz niet kon, namelijk ijsvrij varen. Rotterdam-Yokohama zou negen dagen korter duren als om de Zuid.
De ijsvrije zeeroute langs de Noord
Tenminste, op papier want in werkelijkheid is het nog steeds link vanwege de stormen, de ijsbergen, en het ontbreken van enige vorm van havenfaciliteiten op het grootste deel van de tocht. Op tijd leveren is nog steeds een probleem en dat is misschien maar goed ook.
Een milieuongeluk wordt dus per definitie een milieuramp, want hoe wil men in een dergelijk gebied stookolie opruimen?
De International Maritime Organisation doet pogingen gedaan (schrijft The Economist) om tot een gedragscode te komen, de Polar Code – geen afval overboord, geen olietanks spoelen en dan de plomp is, en een ban op zware stookolie zoals die nu in Antarctica bestaat, aan de andere kant van de wereld. het schijnt allemaal nog niet heel hard te open.
Inleiding Het is een belangrijke vraag die Milieudefensie op tafel gelegd heeft: hoe rechtvaardig is het klimaatbeleid en wat zijn de inkomenseffecten op verschillende typen huishoudens? Die vraag bepaalt rechtstreeks hoe het armoedige deel van de Nederlandse bevolking om zal gaan met het klimaatbeleid. Doe het verkeerd en de PVV staat likkebaardend klaar.
Milieudefensie heeft de vraag neergelegd bij CE Delft en dat gerenommeerde instituut heeft in maart 2017 het rapport uitgebracht “Rechtvaardigheid en inkomenseffecten van het klimaatbeleid”. Het is te vinden op www.ce.nl/publicatie/rechtvaardigheid_en_inkomenseffecten_van_het_klimaatbeleid/1930 . Maar (ik durf het bijna niet te zeggen), ik vind het een rapport met gebreken. Niet zozeer om wat er in staat als wel om wat er niet in staat.
Dit is de formele onderzoeksvraag:
Ik lees echter alleen maar een verhaal over de toedeling van de kosten en niet over de toedeling van de baten. Het is dus maar een half verhaal, of ik snap het verkeerd.
Het vraagteken in de titel staat er niet voor niets.
De aannames Een dergelijk rapport kan niet bestaan zonder een heleboel aannames, teveel om hier allemaal op te schrijven. Een paar:
Het klimaatbeleid wordt geacht begonnen te zijn in 1990
“huidig” = 2015
De systematiek van het huidige klimaatbeleid verandert niet
Kosten die het bedrijfsleven maakt worden doorberekend aan de bevolking
Kosten bestaan uit heffingen en kosten van maatregelen (als isolatie of zonnepanelen)
Als heffingen worden meegenomen de energiebelasting (een algemeen dekkingsmiddel), de ODE (de Opslag waaruit de Duurzame Energie betaald wordt), de brandstofaccijnzen, en de BTW over dit alles.
Het ETS telt nu niet mee (want stelt niks voor), maar de koolstofprijs wordt (langs welk mechanisme dan ook) €500 per ton in 2050.
De energiebelasting voor grootverbruikers is 0 en blijft 0 .
De range in het besteedbaar inkomen (‘netto’) wordt in 10 gelijke stappen verdeeld. Soms worden de effecten op de 10-80-10% zichtbaar gemaakt (laag-midden-hoog), soms op de een na laagste en een na hoogste inkomensgroep.
Het besteedbaar inkomen van de laagste groep is €7358/y; midden €31797; top €87994
De studie geeft een interessante en goed leesbare beschouwing over het complexe begrip ‘rechtvaardigheid’, maar operationaliseert dat uiteindelijk tot het ‘draagkrachtbeginsel’ en het ‘de vervuiler betaalt’ beginsel. Het eerste beginsel leidt tot de grote verschillen waarover ik schrijf, het tweede leidt niet tot grote verschillen.
Het huidige kostenplaatje en afwezig batenplaatje
Dat alles maakt dat het huidige klimaatbeleid 5,155 miljard per jaar kost, verdeeld over 1,261 miljard maatregelen en 3,894 miljard heffingen.
De fysieke consumptie van deze drie groepen ziet er als volgt uit (A= een na laagste en B = een na hoogste 10%):
De fysieke consumptie van huishoudens
Na enig rekenwerk levert dit het volgende kostenplaatje (huishoudelijke producten staat er niet bij want daarvoor bestaat geen klimaatbeleid – is dat trouwens helemaal waar? A en A+-koelkasten en zo?):
Kosten van het klimaatbeleid voor drie categorieën huishoudens
Gecombineerd met de bijbehorende inkomens betekent dat, dat in 2015 de hoogste categorie 1,5% van zijn inkomen kwijt was aan het klimaatbeleid, de middengroep 2,0%, en de laagste groep 5,1%.
CE Delft geeft ook het plaatje voor voorbeeldinkomens uit de een na laagste (hieronder ‘laag’) en een na hoogste categorie (‘hoog’), uitge-
splitst naar gezinstypen. Dat geeft:
Kosten van het klimaatbeleid voor een zestal voorbeeldhuishoudens
Tegenover die kosten staan echter ook baten. Woningbouwverenigingen hebben in 2015 ook geïsoleerd en op koophuizen zijn zonnepanelen geplaatst. Dat brengt ook op. In bovenstaand plaatje zouden dus ook onder de as blokjes moeten staan.
Het zou best kunnen dat ook daar een inkomenseffect in zit. Helmond
bijvoorbeeld heeft veel lage inkomens en huurhuizen en plaatst nauwelijks zonnepanelen, Nuenen met het omgekeerde plaatst er veel. Nu ligt dat ook aan het achterlijke Helmondse energiebeleid en de goede Nuenense energiecoöperatie, maar daar ligt het niet alleen aan. (Zie ook www.bjmgerard.nl/?p=2231 ).
Je kunt op dit gebied wel van alles fantaseren, maar CE Delft geeft geen antwoord op de inkomensverdeling aan de batenkant.
Toch is inzicht in de batenkant essentieel voor de acceptatie van het beleid.
Als voorbeeld Woonbedrijf en Thuis De Eindhovense woningbouwverenigingen Woonbedrijf (32000 woningen) en Thuis (11000 woningen) gaan als proef aan 900 huurders zes zonnepanelen aanbieden.
Dat kost de huurders jaarlijks in directe zin €152 in de servicekosten en indirect een onzichtbaar toegerekend deel van de eventuele subsidieverlening door het Rijk aan de SWS. Deze kosten zitten in het CE Delft-plaatje als ‘maatregelen’ en eventueel als ‘heffing’
Dat levert de huurders volgens de berichten (Eindhovens Dagblad 24febr2017) jaarlijks ongeveer 1300kWh/y op, momenteel goed voor €270/y (moeten de omstandigheden wel ideaal zijn). 1300kWh is zo’n 40% van het gemiddelde huishoudelijk stroomverbruik.
Omdat deze opbrengst voor een belangrijk deel uit niet-betaalde energiebelasting bestaat, komt een deel van de opbrengst ook ten rekening van ‘heffingen’, in dit geval ten gunste van de bevolking (krijgt een hef-
fing terug). Een ander deel van de opbrengst is echter reële productie en besparing.
Als je dit goed zou willen doen, zou je het eigenlijk niet op basis van individuele transactie moeten doen, maar op basis van collectieve organisatie, zodat ook huurders die toevallig op het oosten of westen uitkijken of die in een appartement wonen, er baat bij hebben. Maar dan zou de woningbouwvereniging (aldus in het ED) energieleverancier worden en daar zitten nogal wat haken en ogen aan (zeggen ze zelf).
Het kostenplaatje in de toekomst Onder weglating van heel veel mitsen en maren geef ik de CE-plaatjes voor de 10-80-10% verdeling in 2030 en 2050:
Ontwikkeling in de relatieve kosten van het klimaatbeleid
Politieke bijstellingen van het beleid
CE Delft geeft aan dat ongewijzigd beleid leidt tot inkomenseffecten die voor met name de laagste inkomens onaanvaardbaar zijn. Ook als men rekening houdt met de onzekerheden en met de ontbrekende batenkant in het verhaal, blijft mijns inziens deze eindconclusie waar.
CE Delft doet (blz 45) een aantal aanbevelingen die ik kortheidshalve jat. Ik hoop dat de politiek er iets mee doet.
We hebben met Milieudefensie een tijd geleden aandacht besteed aan Montana Snowcenter en zijn buurman, de Kempervennen van Center Parcs Europe.
Eerste aanleiding was het bericht in de krant dat Montana zijn dak
prijzenswaardig vol gelegd had met heel veel zonnepanelen, waardoor de exploitant zijn fossiele energiegebruik kon halveren. Maar dat was nog steeds heel hoog, want je kunt daar zelfs in juli en augustus skiën en je kon je afvragen hoe duurzaam je een dergelijke onderneming moet noemen. In juli en augustus sluiten zou ook een duurzame maatregel zijn. De ijsbaan is ook niet het hele jaar open. Maar goed. Zie Is Montana Snowcenter duurzaam?
Montana Snowcenter op het Kempervennenterrein in Westerhoven (Bergeijk)
Daarna was de vraag of al die afvalwarmte niet bij buurman Kempervennen nuttig gebruikt kon worden. Daar staan heel veel huisjes en een groot centraal gebouw en 1+1=2. We hebben dit in een Open Brief voorgesteld (Milieudefensie in Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan! en Welwillend, maar afhoudend antwoord), beetje prikactie, waarna de eerste mail over en weer ging en we op onze tweede mail uitgenodigd werden voor een gesprek op het park. Prima idee.
We zaten er van hun kant met directeur Inge Zwaagman van de Kempervennen en Wilbert Hermans, de landelijke energiemanager van Center Parcs, en van onze kant met Tom Edelbroek en ondergetekende van ons Eindhovense Milieudefensiebestuur, en Evert Hassink van Milieudefensie landelijk (want de strekking van het verhaal reikt verder dan dit ene park).
Het was een verhelderend en aangenaam gesprek. Zo kom je nog eens ergens met je boodschap, waar je anders niet geweest zou zijn.
Wat punten eruit.
Montana Snowcenter en de Kempervennen zijn autonome ondernemingen die niet wat over elkaar te vertellen hebben, maar soms samenwerken.
Onze inschattingen als Milieudefensie over de mogelijke opbrengst van Montana voor de buurman was te optimistisch, o.a. omdat Montana al een flink deel van de restwarmte in eigen huis gebruikte.
Montana en het centrumgebouw van Kempervennen liggen ongeveer 1,2km uit elkaar en een leiding kost fors per strekkende meter.
De ene levert vooral warmte als de ander het niet nodig heeft. Dat valt met een ondergrondse warmtebuffer op te vangen, maar dat is heel duur.
Het hoofdprobleem om in dit soort bestaande situaties infrastructuur aan te leggen zijn de kosten en de terugverdientijden.
De Kempervennen is een relatief oud park, uit 1983. De huisjes hebben tegenwoordig een individuele HR-ketel en geen vloerverwarming. Er is geen voor de hand liggende manier waarop daar op een of andere manier lage temperatuur-warmte zou kunnen worden ingezet. Voor vakantiehuizen bestaat geen verplicht labelsysteem.
Men is er goed in om de bestaande woningen te ‘refurbishen’, maar dat heeft zijn grenzen.
Het centrumgebouw (met het zwembad) zou een betere kandidaat zijn en er is gekeken of restwarmte van de buurman daar iets zou kunnen betekenen, maar dat is onbetaalbaar (aldus Hermans). Wel komt daar een houtkachel, want De Kempervennen heeft meer dan genoeg afvalhout.
Huisje op De Kempervennen
Binnen Center Parcs (net overigens als binnen concurrent Landal) lopen de parken sterk uiteen. Zo sterk, dat het tot nu toe niet mogelijk is gebleken om voor de branche als geheel een Erkend Maatregelen Pakket op te stellen. Evenmin kent de toeristische branche Meer Jaren Afspraken (MJA).
Bij nieuwere parken worden veel modernere milieu- en energiesystemen doorgevoerd. Bij het Duitse Bostalsee-park heeft men door een centrale warmtelevering 70% kunnen besparen.
In praktijk werkt het jongste park als benchmark-vertrekpunt.
Center Parcs Nederland valt met zijn ca 2900 werknemers onder het European Energy Directive (EED) , waardoor de onderneming van 2010 tot 2020 20% energie moet bezuinigen. Hermans geeft aan daarmee ongeveer op schema te zitten. Na 2020 komt er een vervolgtrap. De verplichte vierjaarlijkse audit heeft nog niet plaatsgevonden, maar binnenkort wordt de onderneming ISO 15001 en dat heft de auditverplichting op.
De vrijwillige Energie Prestatie Keuring heeft al plaatsgevonden.
De gemeente Bergeijk is bevoegd gezag (in praktijk via de Omgevings
Dienst ZO Brabant (ODZOB).
Kempervennen
We doen veel, maar niet alles kan en ik wou dat ik in de toekomst kon
kijken – aldus ongeveer samengevat de boodschap van de gesprekspartners. Met af en toe buikpijn, bijvoorbeeld bij de gedachte wat de toekomst van een park als de Kempervennen was (een flinke werkgever in de regio), mocht er nog eens een gasloze samenleving komen. 600 warmtepompen à 35dB(A) per stuk, allemaal tegelijk ’s avonds draaiend, is ook niet alles.
Sommige dingen kunnen misschien op het eerste oog financieel niet, maar moeten op termijn toch. Dat is het lot van veel betrokkenen bij de energietransitie.
En of Milieudefensie wat voor hun kon doen? We zijn een actiegroep en we willen dus het beleid beïnvloeden, voor zover onze mogelijkheden reiken. Wat zouden zij willen?
Met stip: een betrouwbare overheid. Het Rijk is in het verleden berucht onbetrouwbaar gebleken, met als dieptepunt de afschaffing van de MEP in 2006 door Joop Wijn (CDA). De Duitse overheid is veel consistenter.
Vervolgens: een CO2 – beprijzing die wat voorstelt .
Misschien wat meer mogelijkheden tot subsidie. De SDE+ is een exploitatiesubsidie en geldt dus alleen voor het produceren van energie en niet (zoals hier) voor het besparen van energie. Misschien wat ruimere mogelijkheden voor eenmalige subsidie in de geest van VAMIL/MIA?
Ik elk geval zijn we het als Milieudefensie geheel eens met de eerste twee wensen, en we zouden met ene positieve grondhouding moeten nadenken over de derde.
Tsja, en verder hebben we misschien niet dezelfde opvattingen over het kapitalisme en de bestemming van de bedrijfswinsten, maar die discussie overstijgt De Kempervennen. Hoe MVO moet een onderneming zijn?