SP demonstreert voor  nationalisatie van de energievoorziening

De Socialistische Partij (SP) demonstreerde op zaterdag 11 februari 2023 op  en vanaf het Amsterdamse Beursplein voor de nationalisatie van de energie. Ik heb meegedaan. Ik vind het een goede actie, maar geen ideale actie.
Wat overwegingen.

Publiek beheer van basisvoorzieningen
Als socialist vind ik dat basisvoorzieningen in publieke handen en onder democratische controle moeten zijn. Een betaalbare energielevering is ongetwijfeld een basisvoorziening.
Een bruikbare vuistregel in dit soort contexten is dat wat niet failliet mag gaan, niet op de markt thuishoort. Het probleem is alleen wat je in de huidige energiescene precies ‘markt’ noemt en wat je precies ‘publiek’ noemt. Het beginsel is simpel, de invulling niet.

In  het SP-blad De Tribune van februari 2023 staat een aanvullend informatief artikel “Energie is van publiek belang”. De algemene lijn is dat het om verhandelbare aandelen gaat die de overheid, volgens de SP, veel vaker in eigen hand zou moeten houden in het Staatsdeelnemingenbeleid. Ik deel dit standpunt in hoofdlijnen, zonder dat ik me daarmee op elke afzonderlijke situatie  wil vastleggen.
Het artikel, en de nationalisatiegedachte,  beperkt zich dus impliciet tot beursgenoteerde ondernemingen, dus tot de NV-vorm.

Een klein beetje historie
Er was eens een tijd dat zowel de productie als de verkoop als de fysieke distributie van stroom en gas, zeg maar de dynamo’s en de leidingen en tot op zekere hoogte de boorputten bij een overzichtelijke handvol inrichtingen zaten, die in handen waren van de provincies en de gemeenten. In die tijd liep die Nuts-opzet goed.
De neoliberale ideologie  bracht de EU ertoe, en veel politieke partijen in Nederland (uitgezonderd de SP en GroenLinks) vonden dat prachtig, om  het Nutskarakter terug te dringen. Bovendien leverde het eenmalig miljarden op – de €-tekens verschenen in de ogen. En het kost nu dus structureel miljarden. Achteraf een penny wise, pound foolish verhaal.
Europa bepleitte de scheiding van productie en verkoop enerzijds, en distributie anderzijds, zonder dit verplicht te stellen, en gaf de verkoop van de productiebedrijven ter overweging. Aanvankelijk enthousiast voerde de het grootste deel van de Nederlandse politiek de splitsing van productie en distributie door, en even enthousiast begon diezelfde meerderheid met de niet-verplichte verkoop van de vroegere productiebedrijven in overheidshanden. De wettelijke basis vormden de Elektriciteitswet van 1998, de Gaswet van 2000 en de splitsingswet van 2006.

Ik heb zelf nog in Den Bosch staan demonstreren tegen de verkoop van Essent  (waarvan een flink aandelenpakket bij de provincie Noord-Brabant zat).

Het leidingennetwerk is wel in publieke handen gebleven: het hoogspanningsnet bij TenneT, en het midden- en laagspanningsnet bij organisaties als Enexis en Liander, die eigendom zijn van de lagere overheden.
De productiebedrijven zijn vaak ook in overheidshanden gebleven, alleen niet meer van de Nederlandse overheid. Vattenfall is een Zweeds staatsbedrijf, RWE (later E.ON) is van Duitse lagere overheden, EDF is geheel en Engie gedeeltelijk een Frans staatsbedrijf. Eneco werd Japans commercieel.
Overigens is het ene staatsbedrijf het andere niet. Mijn persoonlijke ervaringen met Vattenfall zijn beter dan die met RWE/E.ON .

Winsten worden dus (onder andere) in Nederland geproduceerd (nogal fors op dit moment) en zeggenschap en dividenden komen in het buitenland terecht. De Nederlandse politiek heeft dat, geheel onverplicht en bij volle verstand, zo gewild (nogmaals, op SP en GroenLinks na).

Dat de SP de zeggenschap weer terug wil, is te begrijpen.

Maar de tijden zijn veranderd
De SP lijkt te denken dat als je de pijl van de tijd omdraait, de werkelijkheid vanzelf volgt. Landelijk en ook in de provincie: we hadden vroeger een provinciaal energiebedrijf, we gaan terug naar vroeger, ergo hebben we straks weer een provinciaal energiebedrijf. Zo werkt het helaas niet.

Ik zal dat uitleggen aan de hand van de provincie die ik een beetje ken, Noord-Brabant.

Er is in Brabant maar één grote, centrale warmte- en energieopwekker die in de ouderwetse zin des woords  onder het SP-voorstel zou kunnen vallen, en dat is de Amer9-centrale van RWE (600MW elektrisch). De aandelen RWE zijn verhandelbaar.
De centrale levert naast stroom ook ca 3PJ/jaar aan de stadsverwarming in West-Brabant met 355 bedrijven en ruim 51.000 woningen.
Die centrale is bijna geheel omgebouwd op biomassa en ligt daarom onder stikstofvuur van MOB (Vollenbroek). Ik  vind zelf dat MOB  hier meer kwaad dan goed doet, maar dat is niet iedereen met me eens. Voor een onderbouwing zie https://www.bjmgerard.nl/amercentrale-op-biomassa-een-te-overwegen-optie-nadere-uitwerking-nodig/ . In elk geval, als de Amer9 zou moeten sluiten, heeft Brabant een heel groot energie- en klimaatprobleem. Het vereist bijna een tweede RES-operatie om dat op te lossen.
Als de Amer9-centrale door mag gaan, heeft de SP, na het rotgeintje dat RWE de omgeving wil flikken (de stadsverwarming van de centrale af koppelen), mijn zegen om RWE of de Amercentrale te nationaliseren. Zie https://www.bjmgerard.nl/rwe-stopt-warmtelevering-aan-amer-warmtenet-wat-nu/ .
Misschien kan het Rijk de Amercentrale koppelen aan de onderhandelingen over de verkoop van de Duitse tak van Tennet. Als het geaccepteerd wordt dat Duitsland een strategische autonomie terugkoopt van Nederland, dan kan misschien als een soort voetnoot de Amer9 teruggekocht worden van het Duitse RWE. Het is maar een idee.

De Wet van Goodhart
De Wet van Goodhart zegt dat wanneer een maatregel een doel wordt, hij ophoudt een goede maatregel te zijn. (De wet komt uit Brits-Indie onzaliger gedachtenis. Een Engelse ambtenaar zag de cobra als een probleem en had bedacht dat iedere Indier, die met een dode cobra aan kwam zetten, een premiebedrag kreeg. Het aantal cobra’s in Brits-Indie schoot omhoog, want iedereen ging cobra’s fokken). Hier toegepast betekent dat dat nationalisatie als maatregel gezien moet worden en niet als doel.
Het doel is dat basisvoorzieningen in publieke handen en onder democratische controle moeten zijn. Een van de middelen kan nationalisatie zijn (zoals bij RWE, eigenaar van de Amercentrale).

Het hoofdverschil tussen nu en twintig jaar geleden is dat de veel meer actoren stroom en warmte zijn gaan leveren, elk op een veel kleinere schaal. Bekijk ter lering eens de eigendomsverhoudingen van Nederlandse zonneparken op https://www.rvo.nl/sites/default/files/2022-09/Dataset-zon-bij-participatiemonitor-2021.xlsx . Elk zonnepark is zijn eigen BV, met een bonte verscheidenheid aan eigenaren, ook lokale en op een schaal die gradueel verloopt van geheel commercieel naar geheel publiek. Er zomaar als voorbeeld een uitpikken: nummer 284, Zonneparken Someren BV, Lungendonk 14, is voor 20% van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en voor 80% van Nederland Opgewekt B.V., bestuurder: InZon, dochter van InEnergie (= adviesbureau) . Of parken zijn van een waterschap of van een coöperatie of van een gemeente.
Aandelen in een BV zijn niet vrij verhandelbaar en waterschappen en energiecoöperaties hebben überhaupt geen aandelen.
Het komt mij voor dat in deze context nationaliseren zoiets is als met een kanon op een heleboel mussen schieten. Een eventuele betere wettelijke regulering of een ruimere collectieve financiering, al dan niet met financiële participatie zijdens de provincie, zou in deze context eenvoudiger zijn en beter werken.

Lungendonk 14

Een politiek probleem dat vroeger niet bestond en nu wel, is dat de pensioenfondsen voldoen aan dringende maatschappelijke druk en in eigen land groen zijn gaan investeren.
Beste voorbeeld in Noord-Brabant is Ennatuurlijk, welke onderneming zowel warmte produceert als in- en verkoopt als fysiek distribueert als een leidingennet beheert – en dat op zich capabel doet. Ennatuurlijk is een BV die voor 80% van het pensioenfonds PGGM is (die er vooral voor het geld in zit) en voor 20% van Veolia (die er voor de techniek in zit, en uiteraard ook  voor het geld). Het komt mij voor dat het niet wijs is om eerst van pensioenfondsen te eisen dat ze groen gaan investeren, en om vervolgens het resultaat van die eis weg te nationaliseren. Zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ .
Ik kan me wel voorstellen  dat men de concentratie van macht in één hand bij Ennatuurlijk teveel vindt, en bijvoorbeeld inzet op de splitsing van het leidingennetwerk en de exploitatie, zoals ook bij stroom en gas gebruikelijk. En/of dat men inzet op een soort joint venture-achtige constructies met lokale overheden of regio’s – wat er in praktijk op neer zou komen dat de bestaande deelnemers aan de BV nieuwe deelnemers toestaan. Dit liever dan lokale warmte-oorlogen om slechts ideologische redenen die de energietransitie alleen maar vertragen.
Zoiets valt in principe wettelijk, in combinatie met onderhandelingen en compensatie, te regelen. Mogelijk gaat de nieuwe Warmtewet daar een basis voor leggen – die is dd dit artikel nog niet bekend.

Schema van de Ennatuurlijkambitie om in 2040 energieneutraal te zijn


Ennatuurlijk wil in 2040 energieneutraal zijn en is daartoe druk bezig met investeringen in nieuwe warmtebronnen. Zie https://www.bjmgerard.nl/ennatuurlijk-zoekt-alternatieve-warmtebronnen/ .

Ideeën voor een provinciaal Brabants energiebedrijf
Ik  heb hiervoor uitgelegd dat het niet zo simpel is als alleen maar hier en daar wat eigendom verwerven, en dat het belangrijk is om doel en middel uit elkaar te houden. En omdat het juridische en economische kennis vraagt die ik te weinig bezit, doe ik even voorzichtig.

  • Zoals gezegd, hoop ik dat de Amercentrale op biomassa nog  minstens 15 a 20 jaar blijft bestaan. Eigenaar RWE is nationaliseerbaar en/of dit onderdeel kan worden afgesplitst naar het publiek domein.
  • Ook als de Amer9 nog langdurig in publieke handen zou doordraaien, is het nodig om als aanvulling of vervanging op termijn alternatieve warmtevormen te ontwikkelen. Dat wordt nog een hele klus en de provincie zou zich hierin participerend, regisserend en financierend  kunnen opstellen. Deze roeping is overigens de provincie op dit moment ook al niet vreemd.
  • Dat geldt sowieso voor de hele provincie.
  • De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) zou als instructie moeten krijgen dat de provincie vaker als deelnemer in de rechtspersoon van door de BOM gesteunde bedrijven zou moeten blijven functioneren
  • De provincie zou de door de SP voorgestelde bijdrage aan de verduurzaming van woningen via het Provinciaal Energiebedrijf kunnen laten verlopen
  • De provincie zou een Provinciaal Publiek Ontwikkelbedrijf voor wind- en zonneparken kunnen starten, zoals ook de RES-regio Hart van Brabant aan het doen is (zie https://www.bjmgerard.nl/regio-hart-van-brabant-werkt-aan-regionaal-publiek-ontwikkelbedrijf-voor-wind-en-zonneparken/ ). Dan moet de SP wel minder afhoudend worden t.a.v. wind- en zonneparken dan zij nu is.
  • De provincie zou via het Provinciaal Energiebedrijf kunnen participeren in een grootschalig en publiek aangestuurd initiatief om tot energieopslag te komen (in de vorm  van elektriciteit, warmte of chemische producten)
  • Het Provinciaal Energiebedrijf zou zich kunnen laten betrekken bij bestaande industriële koepels, zoals het Havenschap Moerdijk, de gezamenlijke Helmondse bedrijventerreinen, Brainport of zelforganisatie op het niveau van bedrijventerreinen zoals  bijvoorbeeld het Kempisch Bedrijvenpark in Hapert.

Waarschijnlijk zijn er meer ideeën te bedenken. Ik sta open voor reacties.

Schets uit de RES 1.0 van de RES-regio Hart van Brabant


SP voorstel meer zeggenschap over onze energie aangenomen

Onderstaand bericht staat op de SP-site dd 22 september 2022.
De SP heeft het energiedossier te lang verwaarloosd, zodat er in de SP nog maar weinig mensen die er verstand van hebben. Er zijn veel vragen en te weinig antwoorden. Dit echter kan een goed nieuw begin zijn.

Wat de SP aanvullend zou moeten doen, is werk maken van zeggenschap op regionaal en lokaal niveau. Bijvoorbeeld contacten leggen met energiecoöperaties, kijken wat de mogelijkheden zijn voor lokale of regionale energiebedrijven, en bijvoorbeeld kijken hoe participatieregelingen geoptimaliseerd kunnen worden.

Windpark De Krammer is ontwikkeld door de burgerwindcoöperaties Deltawind en Zeeuwind. Samen realiseerden zij het grootste burgerinitiatief van Nederland: 34 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 102 MW op de Krammersluizen, op de grens van de Zeeuwse eilanden en het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee.

Energie is een basisvoorziening die in publieke handen zou moeten zijn zodat we er democratische controle en zeggenschap over hebben. Een voorstel van de SP, ingediend samen met de ChristenUnie, om te onderzoeken hoe het publieke belang in de Nederlandse energievoorziening vergoot kan worden is aangenomen door een meerderheid in de Tweede Kamer.

SP-leider Lilian Marijnissen: ‘Onze energie zou geen markt moeten zijn. Het verkopen van onze energiebedrijven en dit tot een geliberaliseerde markt maken is iets waar de SP altijd tegen heeft gestreden. Nu steeds meer mensen hun energierekeningen niet kunnen betalen, gaat de overheid miljarden overmaken aan energiebedrijven. Daar zouden we minimaal zeggenschap voor terug moeten eisen. Nog beter is om onze energie te nationaliseren. Ons aangenomen voorstel om het publieke belang in onze energievoorziening te vergroten is een eerste stap.’

Zie https://www.sp.nl/nieuws/2022/09/sp-voorstel-meer-zeggenschap-over-onze-energie-aangenomen .

Naomi Klein, klimaat en kapitalisme, en Nederlandse politieke partijen

Ik was al een tijd van plan om de boeken van Naomi Klein over klimaat en kapitalisme te lezen. De politieke actualiteit, waaronder de steeds zwaardere stempel die het  klimaat zet, de massabewegingen en de discussies binnen mijn partij, de SP, maken dat ik dat voornemen nu uitgevoerd heb.

Naomi Klein
Naomi Klein is zoiets als een participerende journalist. Ze beschouwt bijvoorbeeld de strijd tegen de Keystone XL (de nog niet uitgevoerde delen van een pijpleiding van de Canadese teerzanden naar de Golf van Mexico) niet van een afstand, maar neemt deel aan de acties.

Kaart van het netwerk van oliepijpleidingen in Canada en de VS (Alberta = Canada, Montana = VS). De recente strijd gaat over fase 4.

Naomi Klein heeft een aantal boeken geschreven over uitwassen van het kapitalisme, maar twee daarvan gaan speciaal over het klimaat. Ze zijn het makkelijkste te vinden op de Wikipediapagina over haar https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein . Daarnaast heeft ze een groot aantal artikelen geschreven, lezingen gegeven, aan films meegewerkt.

Het eerste boek (2014) over klimaat en kapitalisme is https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein#This_Changes_Everything:_Capitalism_vs._the_Climate , in het Nederlands vertaald als “Verander nu voor het klimaat alles verandert”.
Alleen al het voetnotenapparaat is een boek op zich.

Het tweede boek (april 2019) heet https://en.wikipedia.org/wiki/Naomi_Klein#On_Fire:_The_(Burning)_Case_for_a_Green_New_Deal en is in het Nederlands vertaald als “BRAND! Een vurig pleidooi voor een nieuwe groene politiek”.

Het tweede boek kan  men zien als een meer praktijkgerichte uitwerking van het eerste.

Een samenvatting
Het zijn twee forse boeken. Een volledige samenvatting gaat de mogelijkheden van deze site te boven. Vandaar puntsgewijze de standpunten (uit beide samen):

  1. De klimaatcrisis bedreigt ons door zijn gevolgen (branden, droogte, stormen, oceaanverzuring) allemaal en dat is urgent. De aarde is eindig en de capaciteit om vervuiling op te vangen ook.
  2. De schuld ligt niet in zoiets als de ‘menselijke natuur’.  Het is een systeemprobleem.
  3. Individueel handelen, hoe zeer ook te prijzen, lost het probleem niet op
  4. Drijvende kracht zijn grote ‘extractivistische’ bedrijven en het economisch systeem waarbinnen ze werken. Dit ‘extractivisme’begrip wordt vooral toegepast op kolen, olie en gas (inclusief fracken en de teerzanden), maar ook op andere vormen van mijnbouw.
    Laat olie en gas in de grond.
  5. Technische maatregelen en economische prikkels (als CO2 – handelssystemen) zijn onvoldoende, maar moeten binnen hun beperkte mogelijkheden dienstbaar gemaakt worden (Klein is op dit punt in haar eerste boek radicaler dan in haar tweede boek waarvan de geest hier weergegeven is)
  6. Meer specifiek is geo-engineering een slechte zaak (door Klein beperkt tot sulfaatkristallen in de stratosfeer om zonlicht terug te kaatsen en ijzerbemesting va de oceanen ter bevordering van algengroei, die vervolgens na hun overlijden koolstof meenemen naar de diepte)
  7. Vrijhandelsverdragen (bijvoorbeeld Energy Charter Treaty) spelen een funeste rol en geven grote bedrijven een handvat om nationale overheden in hun richting te dwingen (zie ook Weg met de mythes rond het Energy Charter Treaty – dat hoort in dezelfde spelonken als TTIP en CETA – update met RWE )
  8. Er is slechts een economie volhoudbaar die past binnen de grenzen van de aarde. Dat betekent o.a. ingeperkt koopgedrag, geen economische groei voor zover die tot meer materie- en energiegebruik leidt, en daarvoor  is verregaande nivellering van de welvaart nodig. De grote vervuilers moeten betalen
  9. Afschaffing van het kapitalisme (geheel of gedeeltelijk laat Klein in het midden) is daartoe een noodzakelijke voorwaarde
  10. Maar geen voldoende voorwaarde, want regimes met marxistische roots als Rusland en China maken ook een potje van klimaat en milieu
  11. Centralisme is fout en de oplossing moet gezocht worden in bondgenootschappen van onderop die gevormd worden in het kader van acties (‘Blockadia’) tegen concrete zaken als oliepijpleidingen, steenkoolhavens, mijnbouwprojecten, etc.
    Ook de productie van duurzame energie moet decentraal georganiseerd worden.
  12. De rechten van inheemse volkeren moeten versterkt worden
  13. De zeggenschap over extractivistische projecten moet bij de direct gedupeerden liggen
  14. Sommige milieu- en natuurbeschermingsgroepen denken dat grote bedrijven omgeturnd kunnen worden, en zijn daardoor te intiem met het grootkapitaal geworden
  15. Omdat het kapitalisme meer op zijn geweten heeft dan alleen het ‘extractivisme’, biedt deze insteek kansen om ook andere wereldproblemen aan te pakken, zoals migratie, democratisering, vrouwenrechten, mensenrechten, enz. Omgekeerd biedt een verbreding van de basis meer kans in de klimaatstrijd.
    Het geheel moet een rechtvaardig en uitvoerbaar totaalpakket zijn.
  16. Er is een Green New Deal nodig, die gelijkenissen heeft met de New Deal van Roosevelt (1932, zie Roosevelt New deal op Wikipedia ). Die loste in een omvattende aanpak een groot aantal economische, sociale en fysieke problemen op. Roosevelts New Deal volgde op een golf van arbeidersopstanden en andere massabewegingen.
    In de VS is een Green New Deal-plan voorgesteld door de Demokratische politici Ocasio-Cortez en Markey. Zie Wat staat er in de VS-Green New Deal? Hoe toepasselijk is die voor Nederland en Europa?
  17. Uiteindelijk slaat de massastrijd neer bij de instituties van de staat. Klein roept op om die te beïnvloeden, niet om ze omver te werpen.
  18. Landen met een sterke demokratisch-socialistische traditie doen het op het gebied van milieubeleid het beste.
  19. Maar sommige traditionele linkse partijen zijn teveel blijven steken in alleen maar sociaal-economische conflicten.
  20. Er is een nieuwe vorm van ecosocialisme nodig
Naomi Klein

Wat ik er persoonlijk van vind
Beide boeken van Klein zijn zeer de moeite waard om te lezen, ook al ben ik het niet met alles eens.
Voor Klein geldt wat vaker bij  milieu- en klimaatgroepen geldt, dat de abstracties mooi zijn, maar dat onaangename feiten en tegenstellingen, die bij de uitvoering naar voren komen, ontweken worden. De manifesten moeten glanzen en niet modderig worden.
Klein heeft met het LEAP-manifest moeite gedaan om een nieuw wereldbeeld te schetsen, maar dat heeft hetzelfde probleem. Zie https://leapmanifesto.org/en/the-leap-manifesto/
In een activistisch manifest is dat tot op zekere hoogte onvermijdelijk.

In wat ik er van vind, volg ik de nummering. Met de nummers die  ik niet noem, ben ik het zonder toevoeging eens.

Ad 3.
Eens, met dien verstande dat grootschalig georganiseerd individueel handelen niet de oplossing is, maar wel een actievorm kan zijn (boycot)

Ad 4.
Dit ligt gecompliceerder. Klein hinkt in deze stelling op een paar benen tegelijk.
Dat ‘extractivistische activiteiten’ als regel door grote bedrijven plaatsvinden is juist. Daaruit volgt niet automatisch dat die activiteiten niet moeten plaatsvinden. Dat wordt inhoudelijk door de aard van die activiteiten bepaald.

Ik kan Kleins stelling volgen waar het om kolen, olie en gas gaat, omdat die vanaf nu voor  het overgrote deel in de grond moeten blijven zitten – in  elk geval geen nieuwe projecten meer.

Ik kan Kleins stelling niet in zijn algemeenheid volgen waar het om de mijnbouw naar andere stoffen gaat. Voor windturbinemasten is staal nodig, voor de magneten neodymium en samarium, voor doping in zonnepanelen indium en gallium, voor accu’s lithium, etc etc. Mogelijk wordt er straks naar thorium gegraven.
En ook voor goud (Klein fulmineert tegen een Griekse goudmijn) zijn zinvolle toepassingen, naast sieraden bijvoorbeeld in elektronica en ruimtevaart.
De materialenschaarste schreeuwt om een goede reduce-reuse-recycle aanpak, maar bij sterk groeiende activiteiten is die per definitie onvoldoende, als deze aanpak nu sowieso al bestaat. Die aanpak te ontwikkelen is een belangrijk deel van het verhaal, waar Klein niet over spreekt.
Klein heeft ongetwijfeld gelijk dat het merendeel van de mijnbouwactiviteiten uitgevoerd wordt door grote, particuliere ondernemingen – waarbij dat ze groot zijn en dat ze particulier zijn twee verschillende dingen zijn. Ik ben niet a priori tegen groot, maar in principe wel tegen particulier, hoewel ook dat niet alles zegt. Chinese (semi)staatsmijnbouwbedrijven zijn ook niet alles.
De grootste milieuproblemen ontstaan als een machtige mijnbouwonderneming de tegenstander is van een zwakke staat.
Het geeft geen pas om deze grote problemen weg te definieren door het er gewoon niet over te hebben, zoals Klein doet. Geen serieuze politieke kracht kan hier omheen manoevreren.

Ad 5.
Er is een continuüm tussen twee extremen.
Het ene extreem is dat je alleen maar het kapitalisme hoeft af te schaffen en klaar is kees, de wereld is automatisch gered, en je hoeft  niet over technische en financiële maatregelen te praten.
Het andere extreem is dat de wereld met alleen technische en financiële maatregelen gered kan worden, en dat het kapitalisme ongewijzigd kan voortbestaan in een groen jasje.
Klein zit tussen beide extremen in. Ze erkent expliciet dat ‘gewone’ maatregelen die het klimaat helpen en kapitalisme-neutraal zijn zin kunnen hebben, maar zit verder dicht op het eerste extreem.
Ik zit zelf ook tussen beide extremen in, maar wat verder van het eerste af. Ik ben sceptisch geworden over grote woorden en ik wil graag over maatregelen nadenken. We kunnen niet wachten tot het kapitalisme eindelijk afgeschaft is, want dan zijn we te laat

Een kenmerkend voorbeeld is dat van emissiehandelssystemen. Klein moet daar niets van hebben en ik sta daar genuanceerder in. In 2014, toen Klein haar eerste boek schreef, en ook nog in 2019 waren  de bestaande handelssystemen (het mondiale van Kyoto en het Europese ETS) beide inderdaad knudde.
Kyoto is nog steeds knudde, maar het ETS begint nu sinds kort te functioneren omdat de Europese Commissie het drastisch aangescherpt heeft.
Emissiehandelssystemen kunnen een goed instrument zijn in handen van de juiste overheid. Overigens zijn emissiehandelssystemen een kapitalisme-neutrale financiële techniek. China is er ook mee bezig.
Zie ook CO2 -prijs onder het EU ETS schiet door de €50 per ton (update 6 juli) .

Verloop van de ETS-prijs t/m aug 2020. Inmiddels staat de prijs dd nov 2021 op €60/ton.


Ad 6.
Er bestaan verschillende vormen van geo-engineering, onder te verdelen in vormen die wel en die geen CO2 uit de lucht halen. In het laatste geval worden de CO2 – symptomen bestreden en niet de CO2 zelf.
Klein beperkt zich tot twee vormen van geo-engineering, namelijk witte sulfaatkristalletjes in de stratosfeer brengen en oceanen bemesten met algen.

Sulfaatkristalletjes (als grootschalig toegepast, zou de hemel witter worden) kaatsen zonlicht terug maar doen niets tegen de oorzaak CO2 . Sommige grote vulkaanuitbarstingen (Tambora 1815, Krakatau 1883, Pinatubo 1991) hebben dit experiment op natuurlijke wijze uitgevoerd en het resultaat is dat er een verkoeling op volgt die een paar jaar duurt en dan weg is. Je blijft dus aan het strooien. In die paar jaar (waargenomen bij de Tambora) kunnen de mondiale gevolgen drastisch zijn.
Contrails van straalvliegtuigen zijn in feite een vorm van geo-engineering in deze categorie.
Deze techniek verdient inderdaad de grootst mogelijke voorzichtigheid.

Daken en wegen wit schilderen helpt ook een beetje en dat hoef je niet elk jaar te doen. Ik zie hier geen probleem.

Met ijzer (dat is soms een kritisch element) de oceaan bemesten om algenbloei te bevorderen geeft nog onbekende effecten. Het natuurlijke experiment is Saharazand dat bij zandstormen ver de oceaan in waait en bemestend werkt.
Ik heb hierover op dit moment geen mening.

Een andere techniek om CO2 uit de lucht halen is fijnverdeeld olivijn of basalt in waterig milieu te brengen. Dat is het versneld uitvoeren van een natuurlijk erosieproces. Ik zie geen wezenlijk probleem als het materiaal zuiver genoeg is, maar je blijft ook hier alsmaar bezig met nieuw olivijn te malen en uit te strooien. Vraag is hoe het verweerde olivijn zich op de lange duur houdt. Zie Zeven km3 olivijn om de aarde te redden?

Het IPCC promoot sterk wat BECCS heet ( Bioenergy with carbon capture and storage ): haal CO2  uit de lucht met biomassa, gebruik die biomassa energetisch, vang de  CO2  op en stop het onder de grond. Dat kan overigens ook door directe vangst van CO2  uit de lucht of de schoorsteen.

Ik heb geen algemeen afwijzend standpunt over geo-engineering. De verschillende vormen verdienen hun eigen beoordeling.

Ad 9.    en 10.
Ik ben het hier een eind mee eens, maar ik ben er nog niet precies uit welk  eind. Klein trouwens ook niet, want die presenteert geen ander politiek-economisch model dan een progressief demokratisch-socialisme
Ik ben zelf geneigd tot zoiets als een gemengd model met essentiële zaken bij de overheid en kleinere zaken gedecentraliseerd (bijvoorbeeld op licentiebasis). Maar ik weet te weinig van politieke economie om een antwoord te kunnen geven.

Ad 11.
Wat Klein in feite wil, is decentrale actiebewegingen van onderop bundelen om centraal zaken tot stand te brengen. In de context van de VS in 2019 is dat de Green New Deal van Ocasio-Cortez en Markey via de Demokraten. Zie Wat staat er in de VS-Green New Deal? Hoe toepasselijk is die voor Nederland en Europa? .
In  hoeverre die Demokraten ook actief zijn op grassroots-niveau in de actiebewegingen, vermeldt Klein niet.
Globaliter deel ik de mening van Klein, maar ik ben centralistischer. Ik wil niet alleen van onderop werken, maar ook op partijniveau en ten behoeve van besluitvormende organen.
Ik vind het teveel gevraagd van grassrootsbewegingen dat ze, allemaal voor zich en steeds opnieuw, bruikbare systeemkritiek ontwikkelen en dat die ook nog eens belangen afwegen buiten hun eigen beperkte territorium.

Ik vind in een land als Nederland, met een kwalitatief uitstekend elektriciteitsnet dat kwantitatief uitpuilt, decentralisatie van de opwekking van elektrische energie eerder een noodzakelijk kwaad dan een ideaalbeeld. Het is een gegeven dat er veel gedecentraliseerde kleinschalige opwekking is die ingepast moet worden, maar de echte grote getallen komen nog steeds uit grootschalige voorzieningen.
Het elektriciteitsnet liefst Europabreed en dat is al heel  sterk het geval.
Kleinschaligheid berust te vaak op romantiek.

Ad 13.
Hier ligt een groot spanningsveld.
Klein gaat ervan uit dat de mening van omwonenden altijd haar kant op werkt, omdat ze alleen maar strijdsituaties opzoekt die bij haar passen. Maar ik ken ook heel wat anti-windturbine en -zonneparkprotesten waar de opvattingen van de omwonenden tegen het klimaat werken.
In een dichtbevolkt land als Nederland ligt dat toch iets anders als in de VS.
En er is ook nog zoiets als het algemeen belang. We hebben een klimaatakkoord en daar staan getallen in (49% minder CO2 in 2030), en we hebben de Regionale Energie Strategieën waar eveneens streefgetallen in staan aan wind- en zonne-energie. En elke gemeente heeft klimaatneutraalambities met bijbehorend jaartal.
Voor mij staat voorop dat die getallen gehaald worden, en staat dus de autonomie van omwonenden niet bij voorbaat voorop.
De taak van de politiek is om grote en de kleine schaal zo goed mogelijk in harmonie te brengen met instrumenten als inhoudelijke en financiële participatie, maar uiteindelijk staat het collectieve eindresultaat voorop. Als er geen draagvlak is, moet dat bij voorkeur gemaakt worden.
Klimaatstrijd in Nederland gaat letterlijk over pompen of verzuipen.

Ad 14.
Er bestaat ook in Nederland risico, bijvoorbeeld doordat beheerders van natuurgebieden van donaties afhankelijk zijn. Verder wil ik hier niet wat over zeggen.

Ad 16.
Eens. De Green New Deal van de Europese Commissie (Timmermans) heeft in elk geval goede ambities. Het is een enorm boekwerk dat ik nog niet gelezen heb. In hoeverre alles goed uitgewerkt is (bijvoorbeeld de sociale paragraaf ), en in hoeverre de Europese Green New Deal binnen de kaders van het kapitalisme kan en wil blijven, kan ik nu dus nog niet zeggen. Laat ik me beperken tot het vooralsnog uitspreken van een positieve grondhouding en afwachten hoe de praktijk uitpakt.
De Green New Deal van Ocasio-Cortez en Markey blijft overigens ook binnen de grenzen van het kapitalisme.

Ad 17.
Zie 11.

Ad 19.
Voor Nederland klopt dit. Het geldt bijvoorbeeld voor de PvdA en de SP. Zie verderop.

Prominent op de foto Bill McKibben


In de Nederlandse politieke context
Er bestaat in Nederland nu geen politieke partij die zich met recht ecosocialistisch kan noemen. Ze zijn of eco- (Groen Links en de Partij voor de Dieren) of  democratisch-socialistisch (zoals de SP en de PvdA), maar niet beide tegelijk. Geen van de partijen ontplooit in praktijk een uitgewerkte  antikapitalistische theorie die past bij de moderne tijd, al heeft de SP (mijn partij) intenties in die richting, en schuift het milieu- en klimaatbewustzijn in de SP de laatste tijd een beetje de goede kant op.

Ik ga nu verder niet de andere partijen de maat nemen. Ik heb er geen vijandige gevoelens bij en kan er in  klimaat- en milieuzaken in Eindhoven en omgeving goed mee samenwerken.

De SP zou zich met een goede ecosocialistische aanpak uitstekend kunnen profileren op een manier, die een bredere en jongere doelgroep aanspreekt dan nu het geval is.
De bestaande praktijk hoeft er niet voor te wijken. Integendeel, als men duidelijk vaststelt dat de mogelijkheden van de aarde eindig zijn, wordt het verdelingsvraagstuk des te scherper. Een uiterst onrechtvaardige verdeling is bij een eindige voorraad nog acuter dan bij een voorraad met een diffuse omvang. Om het klimaat te redden, moet extreme rijkdom worden afgeschaft.

Een ecosocialistische aanpak berust op een ruimer pakket aan mogelijkheden. Je kunt makkelijker switchen en combineren, zoals Klein doet – dat is een van de sterke punten in haar betoog. En je krijgt een betere aansluiting op het bonte palet aan actiegroepen op dit gebied.

Milieustrijd (en daar moet tegenwoordig klimaatstrijd aan toegevoegd worden) heeft zelfs van lang geleden een traditie in de SP, nog uit de tijd van Poppe. Helaas is die traditie vele jaren verwaarloosd, met als gevolg dat die strijd bij actiegroepen als bijvoorbeeld Milieudefensie terecht gekomen is (waar ik ook actief in ben), of in  de anti vlieg-actiegroepen, of in vele andere. In die actiegroepen denken nog maar weinig mensen als eerste reflex aan de SP als de politiek in de arm genomen moet worden.
Voor de SP valt hier een wereld te winnen.

Er loopt nu de discussie over de actualisatie van Heel de Mens. De SP heeft er indertijd voor gekozen om zich te baseren op drie ethische beginselen menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid  en solidariteit. Ik breng nu op diverse plaatsen in de lopende discussie in om hiervan te maken vier ethische beginselen: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en zorg voor onze eindige planeet.
Bij de verruiming van de ethische beginselen hoort een navenante uitbreiding van de actiepraktijk, zowel in eigen beheer als in bestaande actiegroepen.

Ik zou verder de SP adviseren om meer aansluiting te zoeken bij de coöperatieve sector (in casu hernieuwbare energie). In de geschiedenis van het socialisme hebben de coöperaties een rol gespeeld.

Klimaatmars op 06 november 2021

ZON VOOR IEDEREEN – plan SP

Op 22 juni publiceerde de SP op zijn site dat de Tweede Kamer het SP-voorstel steunde om zonnepanelen op zoveel mogelijk daken te plaatsen. Het onderliggende plan heet “Zon voor iedereen”. Een beschrijving en mijn mening erover.
Om precies te zijn, mijn mening over het plan sec en apart over overwegingen er rondom heen.
Zie

CE Delft (2020)……………………………………………19 tot 35……………12 tot 20

De SP wil:

  • Zonnepanelen leggen op zoveel mogelijk woningdaken
    De SP heeft dit door CE Delft laten becijferen (Zon op Dak, oktober 2020), uit welke studie bovenstaande tabel is met tot dan toe bestaande schattingen.
    De studie van TKI Urban Energy is inmiddels uit en komt in 2050 op 65 TWh/jaar in 2050, als je 80% van de woningdaken vol kunt leggen.  
    CE Delft komt zelf op 12 tot 20 TWh bij koopwoningen en 7 tot 15 TWh bij huurwoningen.
    De Nederlandse huishoudens verbruikten in 2018 (en ongeveer ook in 2019) ca 21 TWh. Dit betreft alleen de post elektriciteit voor zover die uit woninggebonden stopcontacten komt.
  • Dit moet de huishoudens geld opbrengen, dus er moet een positief verdienmodel onder liggen. De dreigende afschaffing van de salderingsregeling en de postcoderoosregeling bedreigt dit. De SP is hier niet expliciet tegen, maar formuleert een doel en geen middel.
  • De energievoorziening weer publiek maken. Genoemd wordt de gemeente. Gemeenten moeten duurzame energie collectief kunnen inkopen.
  • Een  Masterplan isolatie en woningverbetering. Tot 2030 moeten 1,5 miljoen huur- en koopwoningen geïsoleerd worden, met ondersteuning van een warmtefonds zoals ontworpen door Milieudefensie, maar dan zonder leningen; vocht- en schimmelwoningen voorop.
  • Aanpak van de energiearmoede. Daartoe een huurbevriezing van woninglabels G,F,E en later D en C). Er moet een garantieregeling tegen faillissementen bij energiemaatschappijen komen. Verder een colportageverbod met energieaanbiedingen.
  • De verhuurdersheffing wordt afgeschaft, waarna de woningbouwverenigingen aan deze activiteiten deelnemen.
  • Het betalen van de ODE (Opslag Duurzame Energie) wordt herverdeeld naar 50% zware industrie en 50% voor huishoudens en MKB. Nu is dat 15-85 .
  • De steun aan fossiele brandstoffen wordt verminderd
  • Er komt een miljard uit het Nationaal Investeringsfonds
  • Om dit alles vorm te geven wordt een Klimaatrechtvaardigheidsfonds opgericht. De jaarlijkse begroting ziet er daarvan als volgt uit:
De Rijksbegroting wordt hierdoor lichter (in mio €) :
530 a 640 +1000 +1500 + 30 a 80 = 3060 a 3220 .

Wat ik ervan vind:

  1. Het Zon voor iedereen-voorstel sec is prima.
    Je kunt over details praten, zoals of een subsidie op woninggebonden opslagsystemen niet beter werkt dan voortzetting van de salderingsregeling, of gradaties daarvan.

  2. In de overwegingen rondom het voorstel maakt de SP keuzes die, mijns inziens, onjuist zijn en schadelijk kunnen werken.

  3. Zo laat de SP consequent het totaalplaatje van het Nederlandse energiebudget buiten  beschouwing en presenteert het Zon op dak-plan als een grotere oplossing dan het werkelijk is.
    Het Nederlandse energiebudget was in 2019 3014 PJ (omgerekend 837 TWh), waarvan 121 TWh in de vorm van elektriciteit.
    De range van 19 tot 35TWh moet hiertegen worden afgezet en is dan helemaal niet zo groot. Er is niet “zoveel dat gemakkelijk gedaan kan worden” zoals Lilian Marijnissen in haar artikel in De Telegraaf van 09 juli 2021 zei. Dat valt heel erg tegen. (Overigens haalde ze daar energie en elektriciteit door elkaar, een veel gemaakte fout. Het Zon op dak – voorstel doet dat niet).
  4. De provincies en de gemeenten zijn momenteel gebonden aan de Regionale Energie Strategieën (RES). De complete voorbereiding moet in 2025 t/m de vergunningverlening af zijn. Dit is een afspraak uit het Klimaatakkoord.
    De RES moet onder andere 35 TWh aan wind en grootschalige zon opbrengen (grootschalig is > 15 kWpiek , dat is in gunstige omstandigheden ergens rond de 70m2 ). Kleinschalige zon op dak (dat is wat de SP voorstelt, tenzij er op een of andere manier een collectieve organisatie aan gehangen wordt – een potentieel idee) telt voor de RES niet mee. Buiten de RES om wordt kleinschalige zon in het Klimaatakkoord al ingeboekt op 7 TWh.
    Gegeven de uitkomsten van CE Delft ga je met alleen zon op dak niet aan de eisen van de RES voldoen.
    Daarmee worden Statenfracties en gemeenteraadsfracties van de SP in een positie gedwongen dat ze tegen de RES, dus tegen het Klimaatakkoord, moeten ageren. Dat lijkt me erg navrant als de SP tegelijk klaagt dat er zo weinig duurzame energie in Nederland is. Het is vragen om problemen.
  5. Huishoudens vragen om meer energie dan alleen maar hun stroom. Ze gebruiken ook gas (ca 4* zoveel als stroom). En ze rijden auto, ze consumeren goederen waar energie in zit.
    Het SP-verhaal focust op één klein deel van het huishoudverbruik en blaast dat te ver op.
  6. Wat cijfers ter vergelijking:
    – De NS verbruikt 1,2 TWh , 100% groene stroom per jaar (windturbines)
    – De Nederlandse gezondheidszorg is goed voor ca 7% van de Nederlandse CO2 – uitstoot. Doe ook eens even ruwweg 7% van het energieverbruik, dus ruwweg 50 TWh, voor meer dan de helft in medische apparatuur, medicijnen en verdovingsgassen ( http://www.huisvandetoekomst.org/2021/01/buurt-op-menskracht-het-ziekenhuis.html ). Moeten de ziekenhuizen die 50 TWh op hun dak vinden?
    – De TU/e wekte in 2019 0,0007 TWh zelf aan groene stroom op en kocht 0,035 TWh aan windenergie in. Die MJA-inrichting is inmiddels voor elektriciteit nul.
    Hun huidige aardgasgebruik, via een warmtepomp met COP=4, vertaald naar stroom, vraagt nog eens 0,045 TWh. Dat moet nog vergroend worden.
    Heb je één universiteit.
    – Defensie in 2009 ongeveer 0,4 TWh stroom en (via een warmtepomp met COP=4) 0,2 TWh stroom warmte. Den Helder alleen is goed voor 0.1 TWh. Komt er nog eens bij de stroom om de brandstoffen synthetisch te maken, omt ergens boven de 1 TWh.
    Hoe stelt de SP zich voor om allerlei andere maatschappelijke taken aan hun stroom te helpen, als dat alleen maar met zon op daken mag?
  7. De SP schildert de industrie af als een soort black box, bevolkt met duivels die er alleen maar op uit zijn de energietransitie te frustreren. Het is hun schuld en daarmee is alles gezegd wat gezegd moet worden.
    Voor welk verhaal je dus niets koopt. “De industrie” kent een grote verscheidenheid, waaronder ook ondernemingen voor wie dit beeld opgaat. Het zou veel zinvoller zijn om dieper op de wetmatigheden van de industrie in te gaan, enerzijds op zaken als het ETS en de MJA en de milieuwetten, anderzijds op bijvoorbeeld vergroenende grote investeerders, weer anderzijds op de processen.
    Want wat eventueel duivels ook voor intentie hebben, veel processen zijn gebonden aan natuurkunde en scheikunde. Om zink te reduceren moet je nu eenmaal twee elektronen per zinkatoom hebben, en de politiek kan op zijn kop gaan staan, maar dat verandert niet. Ook Marx indertijd wist al dat de politieke theorie de wetenschap moest volgen en niet moest leiden.
    De zinkfabriek in Budel (foto in aanhef, goed voor 1,2 TWh) haalt sinds januari 2021 al zijn elektronen uit groene bron (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=15505 ).
  8. Ongetwijfeld zal het rendement en de geplaatste oppervlakte van zonnepanelen stijgen. Maar de totale Nederlandse vraag naar elektriciteit zal ook drastisch stijgen als we een waterstofeconomie krijgen, als het zwaar autotransport en scheep- en luchtvaart op synthetische brandstof gaan rijden, als ruimteverwarming elektrisch wordt (ook huizen), als de industrie gaat elektrificeren, als alle personenverkeer gaat elektrificeren, enz. De stroomvraag kan in 2050 vlot een paar maal zo hoog worden als de 121 TWh van nu, zelfs als de totale hoeveelheid energie sterk zou dalen t.o.v. de 837 TWh nu.
    Zelfs met de 200 TWh van TKI Urban Energy zon op alles (waarvan genoemde 65 TWh een deel is) , haal je dat nog niet. Zeker niet als de SP zich ook nog eens zou gaan uitspreken tegen zonneparken op de grond.
    Het is onverantwoord om allerlei vormen van energieopwekking af te schrijven, ten gunste van één vorm die politiek goed uitkomt.
  9. Ik ben het met de SP eens dat energie publiek moet zijn.
    Ik heb zelf in regen en kou tegen de verkoop van Essent staan demonstreren en de SP was ook tegen de verkoop van Eneco. Terecht. Maar ondertussen is het wel gebeurd.
    De SP wil nu langs de kleinschalige route zeggenschap terug verwerven en verwijst naar o.a. Duitsland, waar dit meer traditie is.
    Kijk je dan bij het paradepaardje Hamburg Energie ( http://www.hamburgenergie.de ), ziet goed uit, dan zie je een groeiende publieke onderneming, met 150.000 klanten (Hamburg heeft 946.000 woningen) de tweede van Hamburg, die ruim 20 windturbines heeft staan en daar heel blij mee is, ruim 12 MWpiek zon, en nog veel meer. Waarom kiest de SP Hamburg als politiek voorbeeld (zie de literatuur bij het Zon op land-plan), als de SP het Hamburgs doen en laten, waaronder hun investeringsbeleid, niet ook als voorbeeld neemt?
  10. De Nederlandse publieke energieproductiesector bestaat momenteel uit de energiecoöperaties, die volgens Hier Opgewekt (hun blad) samen ongeveer goed zijn voor 1/1000ste deel van het Nederlandse energiebudget (een paar PJ op 3000 PJ). Men kan wel stoer verklaren dat dit de norm moet worden, maar ik zie dat toch niet helemaal.
    En vervolgens wil de SP investeringen verbieden aan coöperatieve publieke instellingen die ze zelf als voorbeeld presenteert? Ik haat dit soort romantische kleinschaligheid rondom de dorpsmolen, die gebrek aan resultaat tot doel maakt.
    Sinds haar artikeltje in De Telegraaf hoeft Lilian Marijnissen haar gezicht overigens niet meer bij de Nederlandse coöperatieve sector meer te laten zien.
  11. Je kunt overigens windturbines verantwoord installeren, als je aan de juiste voorwaarden houdt.

Afsluitend.
Het wordt tijd dat de SP serieus over een macroverhaal op energiegebied gaat nadenken, en dat zal niet alleen maar leuk worden.
Er gebeurt van alles in Nederland. Er loopt een discussie over energiescenario’s (waarvan twee op basis van energie-autarkie en twee niet), zie https://www.bjmgerard.nl/?p=15387 . Er loopt een discussie over de vele tegenstrijdige eisen aan het ruimtegebruik in Nederland (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=15349 ).

Voor een opgeworpen, maar niet uitgevoerd, idee voor een eiegen energiebedrijf in Vught, Sint Michielsgestel en Boxtel zie Een eigen energiebedrijf in De Meierij?

De SP moet het klimaat tot prioriteit maken en dat kan alleen  meer met een compleet verhaal.

PS-fractie SP brengt werkbezoek aan Energiehuis Helmond

SP-leden in het Energiehuis Helmond op 29 nov 2019 (foto bgerard)

Ik heb met de fractie van de SP in Provinciale Staten op 29 november 2019 een werkbezoek gebracht aan het Energiehuis Helmond. Ook een aantal actieve leden uit naburige SP-afdelingen was aanwezig.

Het Energiehuis Helmond is een organisatie die voorlichting geeft over besparingsmogelijkheden en energieopwekking in de gebouwde omgeving. Het bedient o.a. woningen, kantoorachtige bedrijfsruimtes en onderwijsgebouwen. Omdat woningbouwverenigingen vaak zelf al een programma hebben en bijbehorende kennis, ligt de focus van het Energiehuis vooral op koopwoningen. Er is echter wel contact met woningbouwcorporaties.
Het Energiehuis heeft de organisatorische vorm van een winkel, waarin men zonder afspraak binnen kan lopen (wel even vooraf de openingstijden checken!). Maar het Huis organiseert ook thema-avonden en werkt ook voor groepen.

Het Energiehuis draait op vrijwilligers en is onafhankelijk. De gemeente Helmond betaalt de vaste huisvestingslasten. De getoonde apparatuur is afkomstig van de producenten (donatie of bruikleen), en niet van de Helmondse middenstand. Er bestaan geen voorkeursbehandelingen of sponsorrelaties.
Het Klimaatakkoord definieert ook regionale adviescentra (bijv. op schaal van de MRE). Hoe dat gaat uitwerken en welke positie het Energiehuis daarin krijgt, is nog onduidelijk.

De presentatie leidde tot een uiterst geanimeerde en vruchtbare discussie. Die bijvoorbeeld bij enkelen tot het inzicht leidde dat de gemeenteraden al in 2021 een Warmteplan vastgesteld moeten hebben, en dat dat best snel is.

De presentatie is te vinden –>

SP: CETA bedreiging voor Brabant

De SP in Provinciale Staten heeft een motie op gesteld, het handelsakkoord tussen de EU en Canada (en daarmee indirect ook tussen de EU en de VS).
De motie is in de PS-vergadering van 08 november aangenomen.
Over deze motie is een persbericht uitgebracht. Dat heb ik hieronder afgedrukt.

Op het eind van dit bericht een link naar de tekst van de concept-motie.

Nog dit najaar besluit de Tweede Kamer of het akkoord gaat met het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, genaamd CETA. De SP heeft grote bezwaren tegen dit verdrag. Maarten Everling, fractievoorzitter van de SP in Brabant, zegt: “door dit verdrag komen allerlei regels rondom milieu, voedselveiligheid, klimaat en dierenwelzijn onder zware druk te staan, zowel hier als in Canada. Alles komt in dienst te staan van de vrijhandel.”

Volgens Everling gaan we dat ook zeker in Brabant merken: “het gas in Waalwijk wordt bijvoorbeeld gewonnen door Vermilion, een Canadees bedrijf. Mocht er besloten worden om ook in Waalwijk de gaskraan dicht te draaien, dan kan het bedrijf een schadeclaim indienen. Dat is wat de SP betreft echt de omgekeerde wereld.”

Maar ook op andere manieren kunnen we het in Brabant gaan merken. Zo kopen Canadese investeerders bijvoorbeeld woningen op in Breda en Eindhoven, om die vervolgens tegen de hoofdprijs te verhuren. “Wanneer bijvoorbeeld gemeenten daar maatregelen tegen zouden willen nemen, kunnen ook deze investeerders flinke claims neerleggen bij de gemeenten,” zegt de SP’er.

Daarnaast is het verdrag een bedreiging voor ondernemers en boeren in Brabant. Everling: “ons voedsel moet voldoen aan de beste normen en regels en wordt steeds duurzamer geproduceerd. Door het CETA-verdrag kunnen bijvoorbeeld Canadese kiloknallers het in Brabant, of Nederland geproduceerd voedsel uit de supermarkten verdringen. Met alle gevolgen van dien: minder gezond eten, slechter voor het milieu, slechter voor dierenwelzijn en bovendien ook slecht voor onze eigen boeren, zij worden uit onze supermarkten verdrongen, buitengewoon onwenselijk.”

De SP neemt op de eerstvolgende vergadering van Provinciale Staten het initiatief om – het liefst met meerdere partijen – de provincie bij de Tweede Kamer aan te laten dringen om niet akkoord te gaan met het CETA-verdrag. Everling: “CETA is niets minder dan een bedreiging voor Brabant, dat moeten we niet willen.”

Voor meer informatie:

Maarten Everling

Mail: meverling@sp.nl

Tel: 06-12682203

Demonstratie 22 oktober 2016

SP haalt 303 zienswijzen tegen uitbreiding gaswinning in Waalwijk op

De actie in Waalwijk
De SP heeft als partij een achterstand in te halen op energiegebied en is daar nu mee begonnen. In Waalwijk bleek op 16 juni 2018 dat de SP mogelijkheden heeft die andere partijen niet hebben. Met een ploeg van zo’n 45 SP-ers werden er in Brabant zienswijzen tegen de uitbreiding van de gaswinning uitgedeeld en, waar mogelijk, ingevuld meegenomen.

De gaswinning in en ten zuiden van Waalwijk bestaat al sinds 1991. Het veld nadert bij de huidige wijze van exploitatie zijn einde. Exploitant Vermilion wil nog wat meer gas uit dit kleine veld persen nieuwe putten boren of bestaande uitbreiden, en wil gaan fracken.
Het hoofdbezwaar is dat Vermilion er in deze tijd überhaupt naar streeft om nog meer gas te winnen. Daarnaast verhoogt de uitbreiding de kansen op aardbevingen, lekkages etc. Dat de kans op geïnduceerde aardbevingen niet nul is, bleek bij een ander klein gasveld in Noord-Holland.

Voor een uitvoerig verhaal zie Vermillion mag van Wiebes gaan fracken in Waalwijk – en een aardbeving bij een ander klein gasveld . Ik had dat verhaal geschreven op basis van een gevoel van actualiteit. Een dag later bleek er in het Brabants Dagblad een verhaal over Waalwijk te staan,  en daarna kwam de actie snel.
Ik heb voor de (toen nog) aanstaande actie een concept geschreven voor de zienswijze, en voor een technische toelichting daarop. Zie Waalwijk Standaard zienswijze_16juni2018_defin

Uiteindelijk heeft onze grote ploeg 303 ingevulde zienswijzen opgehaald. Die gaan als pakket naar het Ministerie. Daarnaast zullen er ook nog wel een paar zienswijzen rechtstreeks opgestuurd gaan worden.

SP-Tweede Kamerleden Henk van Gerwen en Sandra Beckerman (woordvoerder energie), met de 303 ingevulde zienswijzen in de hand.

De SP zou een beter uitgewerkt energie-verhaal moeten hebben
Als laatkomer op dit gebied heeft de SP nog geen algemene greep op de materie. Er zijn losse episodes, zoals deze Waalwijkse wandeltocht en een eerdere demonstratie tegen de wrakke Belgische kerncentrales, maar er is geen algemeen verhaal dat bijvoorbeeld klimaatbewuste jongeren aanspreekt. Die zouden bijvoorbeeld graag willen weten of de Randstad in 2050 nog boven water ligt.

Wel heeft de SP een sterk verhaal over de energietransitie en de inkomensrechtvaardigheid. De facto is de energietransitie nu een financiele transfer van arm naar rijk, van mensen die veel betalen door hun tochtige huis en die geen zonnepanelen mogen of kunnen leggen, naar mensen met een grote bungalow die wel geld hebben en flink wat panelen kwijt kunnen.
De SP vindt, in navolging van Milieudefensie, geheel terecht dat de lusten en de lasten anders verdeeld moeten worden (zie Laagste inkomens de zak door kostentoedeling klimaatbeleid? ) . Dat betekent een inkomenstransfer van rijk naar arm. Die voorwaarde is noodzakelijk, maar op zich niet voldoende. Meel is een essentieel bestanddeel van brood, maar brood is meer dan alleen maar meel.
Er moet een ruimer verhaal komen.

Niet alleen dus over de vraag of er geld van rijk naar arm moet, maar ook hoe dat het beste kan. Als je bijvoorbeeld twee miljard per jaar zou hebben (het bedrag dat de regering met de verhuurdersheffing uit de volkshuisvesting haalt), wat zou je dan het beste kunnen doen? Uitgeven aan een individuele regeling als de salderingsregeling, waarvoor de noodzaak geleidelijk aan vermindert? Uitgeven aan opslagtechnieken? Teruggeven aan de woningbouwverenigingen met een verplichting het geld voor verduurzaming in te zetten? Uitgeven zoals Wiebes dat wil (dat verhaal kwam net uit tijdens onze Waalwijkwandeling)?
Ik ben er niet meteen uit. Ik zou eerst de kleine lettertjes van Wiebes wel eens willen lezen. En ik vind dat alle subsidies per definitie eindig zouden moeten zijn.

Zo ook hoe het technisch moet. Dat is geen detail, zoals sommige SP-ers wel eens denken, maar juist essentie. Er zwerven nogal wat politieke keuzes rond, bijvoorbeeld over waar er hoeveel windmolens moeten staan, of landbouwgrond plaats mag maken voor zonneparken, of je biomassa mag inboeken, en hoe het moet met hoogspanningstrajecten. Die keuzes zijn soms zeer vervelend.

Je ontkomt er als partij niet aan om een beeld te hebben wat je hiermee aan wilt, zodat (bijvoorbeeld) niet elke Provinciale Staten- of gemeenteraadsfractie apart het wiel moet uitvinden.

Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).

En een theorie over de beste organisatievorm. Grootschalig (mijn voorkeur, want simpelweg onontkoombaar), kleinschalig (wat politiek lief klinkt maar bijna niets opbrengt), of een iets grotere kleinschaligheid in de vorm van coöperaties? Privaateigendom? Participatieregelingen? Terug nationaliseren van de vroegere Nutsbedrijven? Zie Duurzame energie bottom-up of top-down organiseren? .

Er ligt nog heel wat denkwerk voor de SP.

Gesprek met de SP in de Tweede Kamer over vliegen en Eindhoven Airport

Bernard Gerard en Willemieke Arts hebben op 27 november 2017 in het gebouw van de Tweede Kamer een gesprek gehad met Dirk Uijl. Beide maken deel uit van het bestuur van BVM2 en van de SP-fractie in Provinciale Staten.
Dirk Uijl is medewerker van SP-Tweede Kamerlid Cem Lacin, die woordvoerder is in o.a. vervoer- en verkeersdossiers. Dirk Uijl is tevens gemeenteraadslid in Breda.

Dirk Uijl (medewerker SP Tweede Kamer)

Hoofdonderwerpen waren de komende MIRT-onderhandelingen en het vliegen in Nederland in het algemeen, op Eindhoven Airport in het bijzonder en het Regeerakkoord Rutte III.

MIRT
Bij de MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) gaat het om de toekomst van de Brabantse wegen, kanalen en spoorlijnen. Daarover bij een andere gelegenheid.

Vliegen en vliegen op Eindhoven Airport

Konijneend

Eindhoven Airport is een “konijneend”. Beschouw je de rechterkant als voorkant, dan is het een konijn, begin je links met kijken, dan is hetzelfde ding een eend.
De beeldspraak wordt veel gebruikt bij constructies om belasting te ontduiken of te ontwijken. Dat past wel bij de vliegsector, die bestaat bij de gratie van de belastingontwijking.

Het konijn in de regeringsverklaring is “ Op Schiphol geven we voorrang aan vluchten die het (inter)continentale netwerk versterken. Eindhoven Airport en Lelystad Airport zijn de belangrijkste luchthavens voor vakantievluchten.”.
De canard is dat in de regio het vliegveld verkocht wordt als onmisbaar voor de economie en dat vooral het belang van de niet-vakantievluchten benadrukt wordt.

De SP staat hier rechtlijnig in.
Verdere groei van de luchtvaart in Nederland is niet mogelijk vanwege de milieu- en klimaateisen. De huidige getallen voor de diverse vliegvelden zijn daarom de harde norm. Verdere groei van de verplaatsingsbehoefte moet bijvoorbeeld met treinen worden opgevangen.
Lelystad is een ramp en moet niet heropend worden (Cem Lacin was bij de recente demonstratie aanwezig).
Als het mogelijk blijkt de bestaande klimaat- en milieubelasting terug te dringen, wordt dat geheel in mindering gebracht op de bestaande negatieve effecten.

Cem Lacin (SP Tweede Kamer)

In het Regeerakkoord staat de passage “Nederland zet in Europees verband in op belastingen op luchtvaart in het kader van de voor 2019 geplande onderhandelingen over de klimaatdoelen van ‘Parijs’. Ook wordt bezien of een heffing op lawaaiige en vervuilende vliegtuigen mogelijk is. Indien beide routes onvoldoende opleveren zal er per 2021 een vliegbelasting worden ingevoerd.”
De SP beoordeelt deze passage als boterzacht. Hij is zo geschreven dat men het voornemen eenvoudig over deze kabinetsperiode heen kan tillen. Als het kabinet deze passage serieus neemt, zal het zelf concrete maatregelen moeten nemen.
We zullen zien.

Lelystadmanifestatie 11 nov 2017