In zijn weblog “Vincent wil Zon” in het dagblad Trouw doet Vincent Dekker de oproep om van Lelystad “’s werelds eerste e-luchthaven te maken”. Dat is een pleidooi dat vanuit BVM2 ten aanzien van Eindhoven Airport ook al eens naar voren gebracht is.
Zie www.trouw.nl/maak-van-lelystad-s-werelds-eerste-e-luchthaven .
Dekker baseert zich in hoofdzaak op een recente samenwerking tussen Boeing en de start-up Zunum Aero. CEO Kumar van Zunum mikt op een vliegtuig met 10 tot 50 stoelen, bedoeld voor afstanden tot 1000km begin jaren 2020, en vooral gericht op regionale vliegvelden. Het zou een stuk goedkoper zijn dan fossiel vliegen.
In het blad Geek Wire staat een wat langer artikel onder www.geekwire.com/2017/zunum-aero-stealth-hybrid-electric-planes/ . Ter lezing aanbevolen.
Nu is enige kritische zin nooit weg. Zunum bestaat als start-up nog maar vier jaar. De onderneming heeft al wel het patent, maar er in de VS zijn nog geen standaarden voor elektrisch vliegen en de onderneming is te klein om door te kunnen groeien tot een grote jongen. Maar recentelijk hebben Boeing en JetBlue Airways het idee opgepikt.
Ook Airbus en Siemens zijn bezig, en ook de NASA. Hybride elektrisch vliegen, voorlopig als niche “zit in de lucht”, om het zo maar eens aan te duiden, maar het duurt nog even voor ze echt in de lucht zitten.
Het inwendige van de HY4, een vliegtuig met een brandstofcel op waterstof
Zou in beginsel ideaal zijn voor Eindhoven Airport, op de accu naar boven en dan de accu op kruisvermogen onderweg bijladen. Wordt een soort Chevrolet Volt met vleugels en propellers.
Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft op 3 juli 2017 een goed gesprek gehad met de luchtvaartwoordvoerder van D66 in de Tweede Kamer Rob Jetten, en zijn fractiemedewerker Bob van Dijk. Toevallig mede-Brabanders, zo bleek, dus ze kenden de regio.
Det gesprek vond plaats op uitnodiging van D66 aan de enkele organisaties binnen BVM2. Wim Scheffers, Klaas Kopinga en Bernard Gerard hadden de uitnodiging aanvaard.
Rob Jetten, Tweede Kamer D66, 2017
Reden tot deze uitnodiging, aldus D66, was dat ze binnen twee dagen na het aantreden van de Tweede Kamer al een uitnodiging van de grote vliegvelden en vliegtuigmaatschappijen hadden ontvangen. Dat was voldoende reden om ook de andere kant uit te nodigen “om er voorlopig neutraal in te staan”.
Het gesprek waaierde uit over een veelheid aan thema’s, zowel leidend tot analyses als tot emoties. De ervaringen met Alders kwamen aan bod, de gebruikte manipulatieve tactieken (o.a. dat luchtvaartbobo’s en de hen dienende ambtenaren de mission creep probeerden door te drijven van “hinder” naar “hinderbeleving”, hoe het met de twee ton incidenteel ging die op initiatief van D66 aan het Leefbaarheidsfonds waren toegevoegd, waarna ook bedragen uit andere hoek (oppassen dat het geld inderdaad naar de bevolking gaat en niet naar allerlei onduidelijke tussenlagen); en over de mogelijke ontwikkelingen vanaf 2020.
Maar ook over dat het goed zou zijn om de luchtvaart eens in zijn volle breedte door te denken. Niet alleen meer, meer, meer, maar ook in relatie tot luchtvervuiling, klimaat, andere vervoerswijzen en technieken om aan de verplaatsingsbehoefte tegemoet te komen.
Nieuwtje was dat de Tweede Kamer in september een rondetafel-conferentie gaat houden over een meer selectieve toedeling van middelen en faciliteiten aan de luchtvaart. Dat is in elk geval welkom nieuws.
Ten afscheid zijn er documenten overhandigd en gaf BVM2 aan geïnteresseerd te zijn in verdere initiatieven om over een meer duurzame en schone toekomst van de luchtvaart te spreken. Het voorbeeld van TUI is even aan de orde geweest en bijv. synthetische kerosine en het hybride-elektrisch vliegen ook.
De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit heeft een onderzoek gedaan naar detectors die een te hoge concentratie koolmonoxide (CO) in woningen zouden moeten registreren.
Zouden moeten, want de praktijk blijkt tegen te vallen. Op 31 mei 2017 meldde mijn Eindhovens Dagblad dat ze alle modellen die nu in Nederland verkocht worden (dat zijn er 29) onderzocht hadden. Tien modellen blijken niet aan te geven dat er teveel CO in de lucht zit en/of dat de meter kapot is. Dat is gevaarlijk als je een slechte geyser of verwarmingsketel hebt.
Koolmonoxide is een verraderlijk gif. Het is een reukloos en kleurloos gas dat elk jaar 10 a 15 mensen in Nederland het leven kost.
Nu meldde het Eindhovens Dagblad er niet bij om welke typen het ging. Ik heb ook zo’n meter bij mijn CV-ketel hangen (die overigens elk jaar netjes onderhouden wordt), dus ik wou dat wel eens weten.
Nu heb ik een Alecto COA-22 en die stond er niet bij (bij mij met serienummer, beginnend met 0812B-enz ).
Gegoogled op Alecto COA-22 , blijkt dat er a) een terugroepactie is vanaf serienummer 0912-enz en b) dat die van mij waarschijnlijk sowieso over zijn levensduur heen is.
Dit is overigens geen anti-Alecto verhaal, want de Alecto-26 komt er bij de NVWA prima uit.
De moraal: haal toch even je CO-meter van de muur af en google even op de merknaam en de vervangdatum.
De aanleiding Ik had een uitnodiging voor een zitting van het bekende bureau “Ruimtevolk” over de ruimtelijke aspecten van de energietransitie. Ik zag visioenen van zoneringen rond windturbines, zonneparken in bestemmingsplannen en het landschappelijk inbedden van mestvergisters. Daar heb ik Ruimtevolk al eens eerder over bezig gezien, maar dan heel kort.
Mijn verwachting was een beetje fout. Het ging vooral over het opbouwen van psychologisch draagvlak en daar waren, zoals op het eind Maarten Hajer het verwoordde, vooral een paar klassen Groen Linksers op af gekomen die de Stad van de Toekomst met een liedje of een toneelstukje verbeeldden. Niks voor mij. Maar goed, pech gehad, kostte een dagdeel en een retourtje Utrecht en verder niets.
En het leverde toch nog twee stukjes buit op: een nieuwe website http://regionale-energiestrategie.nl/ , en een lezing van Bastiaan Staffhorst, Manager Strategie en Advies van de Utrechtse woningbouw-
vereniging Mitros. Een vliegende kraai vangt altijd wat.
De energiewebsite is nog maar pas in de lucht. Er staan al passages in over West- en Midden-Brabant en, zoals gebruikelijk, doet het MRE-gebied interessant en laat het verder bij nog een nog niet ingevulde webpagina. Ik kom hier op een ander moment op terug.
De Flat met Toekomst van Mitros (zie http://flatmettoekomst.nl/ ) De Camera Obscuraflat in Overvecht zou eigenlijk gesloopt worden, maar hij kreeg een tweede leven als Nul op de Meter-flat. Om precies te zijn: er is een pilot voltooid met acht woningen op één portiek. De bouw begon medio oktober 2016 en was klaar eind november 2016. Alle woningen moesten leeg.
Er kwamen zonnepanelen, drievoudig glas, en een luchtwaterwarmtepomp. De woning is bijna luchtdicht en heeft geen aardgas. Uiteraard zeer degelijke isolatie en verder nieuwe, houten gevelelementen.
De bewoners kregen ook een nieuwe keuken, badkamer en toilet.
Dit alles mocht (vooraf) €65000 kosten. Er staat me overigens bij dat ik Staffhorst bij Ruimtevolk achteraf €75000 heb horen zeggen, maar dat kan aan mijn slechte oren liggen.
Het goede nieuws is dat het om een standaard-INTERVAM flat gaat, welk systeem vanaf 1959 ontwikkeld is. Daarvan staan er in Nederland zo’n 14000. Als je zo’n flat Nul op de Meter krijgt, moet dat met een heleboel andere flats ook lukken.
Het kost wat, maar een nieuwe keuken, badkamer en WC alleen en “gewoon” hadden ook wat gekost. Het NOM-maken kost niet de volle mep van de €65000 .
Verder is het goede nieuws dat je (althans in deze flat) goedkoper woont.
De Camera Obscuraflat van Mitros
Het bediscussieerbare nieuws is dat wonen in een dergelijke flat om een gedragsverandering vraagt. Alle kamers zijn altijd even warm (dat is voor het systeem het fijnste), en “ik heb maar dertig minuten per dag warm water” aldus een bewoonster in een gesprek met minister Kamp, die het allemaal zo nieuw en interessant vond dat hij persoonlijk op bezoek kwam toen hij toch de Green Deal Aardgasvrije wijken moest tekenen (zie www.greendeals.nl/gd112-aardgasvrije-wijken/ ).
En de ramen kunnen niet open, wat dus geforceerde ventilatie nodig maakt.
Minister Kamp in de Camera Obscuraflat
Het is nadrukkelijk een pilot en die wordt nu geëvalueerd. Er is een meneer van Mitros die met sensoren bijhoudt hoeveel stroom en warm water je gebruikt. Klinkt een beetje Big Brother, maar dat hoort erbij en
duurt maar een jaar.
Brabant Als je met de bediscussieerbare kenmerken geen probleem hebt, is er nog slecht nieuws en dat is dat genoemde situatie nog een extreme uitzondering is. Niet voor niets kreeg de flat een prijs en kwam Kamp persoonlijk langs.
Nul op de Meter – oplossingen in strikte zin (het renoveren van een bestaande woning tot deze de energierekening nul heeft – waar wel een huurverhoging tegenover staat) zijn zeer zeldzaam. Ik heb op Internet in de provincie Utrecht maar één ander bestaand complex gevonden.
NOM-renovatie van 18 woningen in Tilburg
Ook in de Brabantse provinciale politiek heeft iemand (ik weet niet wie) in een vlaag van onbeheerst optimisme, en niet gehinderd door veel kennis van de realiteit, geroepen dat alle bestaande woningen in Brabant in 2050 Nul op de Meter gemaakt moesten zijn, verbijzonderd tot 40.000 in 2021 en 1000 op 31 december 2017.
Het klinkt alsof er sprake is van een spontane opwelling na het lezen van “100% duurzaam in 2030”van Urgenda gedacht heeft “mooie ambitie voor bij ons”, want daar staat in bijna dezelfde woorden hetzelfde in.
De praktijk valt tegen. Op 4 april 2017 meldde gedeputeerde Spierings dat er in Brabant 29 NOM-woningen gerealiseerd waren en dat, hoewel er vele schone vergezichten ontwaard konden worden, de 1000 inderdaad niet gehaald zou worden. Ik kwam zelf overigens, aannemende dat het Internet niet liegt, op zo’n 100 NOM-woningen uit die vóór 31 dec 2017 gerenoveerd waren (22 in Tilburg, 76 in Breda en wat los grut elders). Maar inderdaad, ook dat is bijlange na geen 1000. En ook ik zie niet hoe dat gehaald kan worden. In mijn thuisstad Eindhoven is er momenteel niet één woningbouwvereniging die binnen afzienbare tijd een NOM-project aanbiedt. Het enige voorgenomen project, dat van Woonbedrijf in de Frans van Mierislaan, gaat wel door maar niet als NOM-project want het kostte ca 80 a 90 mille per woning en dat geld had zelfs Woonbedrijf niet.
Vier NOM-gerenoveerde woningen aan de Zuringhof in Tilburg
Wat nu?
Als ik Spierings was, zou ik niet meteen in een kramp schieten en met woningbouwverenigingen in overleg gaan. Er zijn veel woningbouw-
verenigingen die verstandige dingen doen. Woonbedrijf gooit zijn woningen bij renovatie twee labels omhoog voor een fractie van het geld. Inderdaad, nog geen NOM maar wel een eind die kant op en voor de toekomst compatibel. Ik zou gaan overleggen (soort conferentie of zo) dat in elk geval de richting van de snelheid de juiste is, en de grootte van de snelheid zo hoog mogelijk. En dan zou ik actief achter echte NOM-projecten aan gaan om de sju erin te houden.
En, als ik Spierings was, zou ik veel actiever naar buiten treden. Het officiele beleid is dat de provincie initiatieven volgt en niet leidt. Plat gezegd, de provincie zit op zijn kont op een zak met geld en wacht af tot de meute met de hoed in de hand komt bedelen. Marktgericht heet dat.
Vervolgens doet zich het ‘onverwachte’ fenomeen voor dat sommige operaties zo groot zijn, dat geen enkele hoed in de hand zich daar nog op eigen kracht aan waagt. De Deltawerken waren er ook niet gekomen als dat met de hoed in de hand gemoeten had.
En dan kijkt iedereen elkaar in den Bosch aan en gaan de politieke mistmachines op volle kracht.
Brainport is vooral industriepolitiek ten behoeve van de deelnemende bedrijven.
Men ronkt er op los over duurzaamheid, maar in praktijk stelt het tot nu toe geen fuck voor.
Dat geldt ook voor regionale iconen als het PSV-stadion. Wie op “PSV-stadion en duurzaamheid” googlet, komt terecht op een pagina waarin eigenlijk alleen de voortreffelijkheid van de eigen LED-verlichting bezongen wordt (ongetwijfeld aangelegd door – tot voor kort – de hoofdsponsor), en daar houdt het wel mee op.
Het blijkt dat de Amsterdam Arena ook LED-verlichting heeft, maar ook wordt verwarmd met restwarmte en gekoeld uit naburig oppervlaktewater, 4200 zonnepanelen heeft en windenergie gebruikt, en op watergebruik en afval let.
Het nieuwste nieuws is dat de Arena 280 hergebruikte Nissan Leaf-accu’s gaat gebruiken als noodstroomvoorziening.
Een Nissan Leaf accu
040 moet maar eens een voorbeeld aan 020 gaan nemen (en dat niet alleen voor het voetballen).
Het bestuur van de Amsterdam ArenA laat er geen gras over groeien: in 2015 willen ze van de ArenA een klimaatneutraal stadion hebben gemaakt. Daarmee moet het stadion het meest duurzame ter wereld worden.
Amsterdam Arena
Deze ambitie werd al eerder uitgesproken, maar onlangs schreef Henk Markerink, CEO van de Amsterdam ArenA, een opiniestuk op www.sportenstrategie.nl waarin hij zijn wensen voor de komende jaren kenbaar maakte.
“We leveren deze inspanningen niet om sentimentele redenen, we streven naar een gezond businessmodel. Dankzij de multifunctionaliteit van het complex, waar sportwedstrijden, evenementen, concerten en congressen worden georganiseerd, is de ArenA een winstgevende onderneming. Wij worden vanwege onze expertise internationaal gevraagd door organisatoren van grote toernooien en evenementen. Die moeten op een maatschappelijk verantwoorde wijze worden georganiseerd. Volgens mij is duurzaamheid daarbij een onvermijdelijk, bijna ethisch principe. Je bouwt nu eenmaal niet voor eenmalig gebruik. Niemand zit te wachten op white elefants, stadions die na het toernooi leeg komen te staan. Dat is de grootste waste die je kunt bedenken”, aldus Markerink.
Duurzame energie Om een state-of-the-art stadion te blijven, speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Samen met de partners van ArenA wordt getracht de CO2-uitstoot in 2015 per saldo te reduceren tot nul.
Een van de maatregelen is het gebruik van energiebronnen die enkel duurzaam zijn. Geen fossiele brandstoffen meer, geen verbranding van gas of olie om warmte te creeeren. Twee jaar geleden zijn de verwarmingsketels uit het pand gehaald. Nu maakt de ArenA gebruik van het stadswarmtesysteem. Hetzelfde geldt voor de koeling. Die komt nu uit de Ouderkerkerplas. Daar wordt het water op grote diepte gekoeld, en dat wordt in de ArenA rondgepompt.
Zonnepanelen Naast het gebruik van duurzame energie, wekt de Amsterdam ArenA dat sinds dit jaar ook zelf op. In mei zijn er namelijk voor 7000 vierkante meter aan zonnepanelen op het dak geïnstalleerd. Die kan op normale dagen de energie opwekken die de ArenA verbruikt. Op wedstrijddagen of tijdens concerten is dit echter te weinig en leveren de zonnepanelen 20 procent op. “De overige 80 procent wordt ingekocht bij Nuon in de vorm van windenergie. Het liefst hadden we een windmolen naast de ArenA gezet maar dat is praktisch helaas niet haalbaar”, vertelt Markerink.
Amsterdam Arena
Veldlampen en afvalbergen Niet alleen aan de energieopwekking, ook aan het energieverbruik wordt gewerkt. Nieuwe technieken in de veldverlichting moeten het mogelijk maken om de gasontladingslampen die momenteel gebruikt worden, te vervangen voor energiezuinige LED-lampen. “Wij gaan hiervoor op bezoek bij Chelsea FC waar men binnenkort een installatie gaat beproeven. Ik verwacht dat we de grote, traditionele lampen binnen een jaar kunnen vervangen voor LED”, verwacht Henk Markerink.
“Daarnaast blijven we momenteel zitten met een enorme afvalberg die rond evenementen wordt geproduceerd. Een aantal jaar geleden hebben we de berg geanalyseerd; wat zit er nou allemaal in?”, legt Markerink uit. Dit afval bestond uit gft, papier, plastic, bouwafval, chemisch afval etc. Voor een duurzame verwerking gelden drie principes: re-use, to reduce en to recycle. In eerste instantie wordt dus geprobeerd de afvalberg te verkleinen door te kijken naar het verpakkingsmateriaal. Hier is de meeste winst te behalen. Daarnaast kan gedacht worden aan organisch afval, waaruit biogas kan worden ontwikkeld. Dit kan verkocht worden aan energieleveranciers als bruikbare biobrandstof voor hun ovens. Dus: de ArenA wil afval transformeren van kostenpost naar een opbrengstenpost.
ArenA als levend organisme Het uitgangspunt, de drie p’s – people, planet, profit – gaan hand in hand bij de ArenA. Duurzaamheid wordt vaak als kostenpost gezien, maar wie het goed doet, kan het in de uitvoering vaak ook aanzienlijke bedragen besparen. “Uiteindelijk betekenen de drie p’s dat je ook wat centen overhoudt om als stadion in leven te kunnen blijven. Hier zijn de drie p’s goed in balans: we zijn een winstgevende onderneming. Dankzij onze multifunctionaliteit, door het feit dat er continu nieuwe dingen gebeuren. Een stadion is immers als een levend organisme waarin je permanent moet investeren om state of the art te blijven”, sluit Markerink af.
Het duurzaamheidsverslag van de Amsterdam ArenA is te vinden op vanzelfsprekendduurzaam.nl. Dit verslag geeft inzicht in de prestaties van de Amsterdam ArenA over het afgelopen verslagjaar en biedt een doorkijk naar de acties in 2013-2014.
Timmetjejanssen0009@hotmail.com heeft gereageerd op dit artikel (zie de reactierubriek hieronder).
Een eerste onderzoek wijst uit dat Timmetjejanssen0009@hotmail.com gelijk heeft en ik ook.
De bron, waar Tim naar verwijst, heb ik terug kunnen vinden in een artikel van de Stichting Milieunet (zie onder). Het oorspronkelijke persbericht van PSV heb ik niet kunnen vinden. Ik denk dat onderstaand bericht de situatie goed weergeeft, dus ik laat het maar zo.
Zo beschouwd heeft Tim dus gelijk. Maar …
PSV is vanaf dit weekeinde de eerste grote club ter wereld die volledig klimaatneutraal is. De club gebruikt groene stroom en gas en de resterende uitstoot van broeikasgassen door autorijden, busvervoer, vliegreizen en papierverbruik wordt volledig gecompenseerd.Met hulp van energieleverancier E.ON start PSV bovendien een programma om daar waar mogelijk energie te besparen. PSV neemt zo 100% verantwoordelijkheid voor haar aandeel in de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen te compenseren en het energieverbruik te verminderen en te vergroenen. Dat werd voorafgaand aan de wedstrijd tegen Sparta Rotterdam bekendgemaakt op een speciale persconferentie.Daar kreeg PSV het officiële certificaat uitgereikt ter bevestiging van de CO2-compensatie en het logo van de Nationale Klimaatcampagne HIER. Dit is een samenwerking van ruim veertig maatschappelijke organisaties die Nederland betrekt bij het klimaatprobleem en de oplossingen.“PSV is zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. En de klimaatverandering is een ernstig probleem. Daar kunnen we als betaald voetbalorganisatie niet omheen”, aldus commercieel directeur Marcel van den Bunder van PSV. Het is niet toevallig dat PSV als eerste Nederlandse voetbalclub klimaatneutraal is geworden, vindt hij. “We zijn een innovatieve organisatie. Als topclub willen we onderscheidend zijn. Op het veld, maar ook in alles wat daar omheen gebeurt.” Om objectief te kunnen zijn, hebben we de Climate Neutral Group erbij gehaald.” Bron: HIERZie ook: PSV krijgt nieuwe energiezuinige LED-boarding van Philips – Philips Sustainable Makeover: Hoe heeft Philips PSV geholpen? – PSV Eerste Eredivisie Club in Nederland met LED-verlichting in het Philips Stadion in Eindhoven
…….. het maakt erg veel uit of je het over de club PSV of over het PSV-stadion hebt. Dat zijn twee heel verschillende zaken.
“De club” bestaat 50 tot 100 mensen, waarvan de activiteiten niet heel veel energie vragen (waarschijnlijk vooral het reizen en het kantoor en het trainingscomplex). Zo staat het hierboven dan ook beschreven.
De echte energie- en grondstofvreters, zoals bijvoorbeeld de lichtmasten, de verwarmingsinstallaties, de schoonmaak en het waterverbruik bij wedstrijden vallen onder het stadion. Ik had het nadrukkelijk over het stadion.
Je kunt er over twisten welke activiteit je waaraan toeschrijft, maar ik denk dat, hoe dan ook, het overgrote deel van het energieverbruik bij het stadion zit.
Dat stadion is zeer zeker niet energieneutraal. Er liggen geen zonnepanelen, er is geen WKO-installatie, enz. Eigenlijk is er op duurzaam gebied, bij mijn weten, niets behalve LED-lampen die ook goed passen bij het belang van de toenmalige sponsor.
Verder heb ik bedenkingen bij het woord “klimaatneutraal”. Dat betekent iets heel anders dan “energieneutraal”, oftewel geen CO2 meer uitstoten. Dat is wat de Arena ambieert.
Het verschil is dat je bij “klimaatneutraal” door kunt gaan met CO2 lozen, zolang je maar voldoende bomen plant om jouw CO2 op te vangen. Daaraan zitten vele haken en ogen en daarom is het meestal een kutsmoes.
Nu is dit een ingewikkeld verhaal, dat ik op deze site al eens eerder besproken heb. Niet voor PSV, maar voor het vliegverkeer. Kortheidshalve verwijs ik voor dit deel van het verhaal naar Vliegen en klimaat na de recente ICAO-overeenkomst (en Eindhoven Airport) .
Bij een “rondetafelgesprek mestfraude” op 22 juni 2017 in de Tweede Kamer kwamen diverse aspecten van het mestbeleid aan de orde. Ik focus in dit artikel op één aspect, nl de gevolgen voor de drinkwaterwinning. Op andere aspecten hoop ik later terug te kunnen komen.
Namens de VEWIN (de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland) sprak plaatsvervangend directeur Arjen Frentz. Frentz sprak over de, al dan niet legale, vormen van overbemesting en over de gevolgen daarvan en toonde de Kamerleden onderstaand kaartje. Het betreft problemen die te maken hebben met een overdaad aan in de bodem zakkende mest.
Door mest veroorzaakte problemen in grondwaterwingebieden
Zoals op de kaart te zien, zijn er de afgelopen jaren in Nederland 21 waterwinpunten gesloten, waarvan zes in Brabant.
Overigens krijgen de waterwinbedrijven het nitraat wel tot veilige grenzen uit het water, maar het kost steeds meer moeite en geld.
1200 betekent 1200 miljoen m3
Het rondetafelgesprek sorteert voor op de behandeling van het 6de Programma Nitraatrichtlijn. Deze behandeling zal na de vakantie plaatsvinden.
Al eerder had het PBL (Plan Bureau voor de Leefomgeving) een analyse gemaakt van het mestbeleid. Ook hierover hoop ik in deze kolommen een artikel te schrijven.
Het PBL denkt dat de nitraatnorm van 50 mg/liter op de zuidelijke zandgronden niet gehaald zal worden, tenzij er aanvullende maatregelen komen. In dat geval is het denkbaar dat de norm gemiddeld gehaald kan worden, maar niet overal. Meer specifiek, het kan niet gegarandeerd worden dat de norm in de drinkwaterinlaatgebieden gehaald kan worden.
In een ander onderzoek heeft het RIVM de verwachting uitgesproken dat in de jaren 2026-2030 in 40 grondwaterbeschermingsgebieden de nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater over de 40mg/liter heen gaat schieten. De norm voor nitraat in grondwater is 50mg/liter.
Frentz heeft in het rondetafelgesprek dan ook drie eisen gesteld:
* De nitraatnorm van 50 mg/l gemiddeld voor het ondiepe grondwater moet specifiek gelden voor intrekgebieden van grondwaterwinningen voor drinkwaterproductie.
* Neem generieke maatregelen op in het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn gericht op grondwaterbeschermingsgebieden met als doel:
a) In alle gebieden de KRW doelen te kunnen halen, d.w.z. geen achteruitgang en op termijn verbetering van de waterkwaliteit
b) In de 40 grondwaterbeschermingsgebieden waar nitraat- en KRW normen in het ondiepe grondwater overschreden (dreigen te) worden, de normoverschrijdingen van alle stoffen gerelateerd aan mestgift wegnemen (de KRW is de Kader Richtlijn Water, de Nederlandse vormgeving van de Europese wetgeving op dit gebied)
Trouw-journalist Emiel Hakkenes heeft op 24 juni 2017 een goed artikel in Trouw gezet over dit onderwerp. Het is te vinden via de site van de VEWIN ( www.vewin.nl/ ) of rechtstreeks op www.trouw.nl/home/waterbedrijven-slaan-alarm-mest-bedreigt-drinkwaterwinning~a1446e04/ .
Hakkenes heeft een kaartje gepubliceerd dat gebaseerd lijkt op de kaart hierboven, maar dan specifiek alleen gefocust op de gesloten putten. Dat ziet er zo uit:
Kaart met 21 vanwege de mest gesloten drinkwaterputten in Nederland
Hand in hand, kameraden, voor de sluiting van Tihange-2 ! (en Doel 3). Het klinkt als het Feijenoord-lied, maar anders dan bij Feijenoord is dit doel nog niet bereikt.
Er was op 25 juni 2017 een menselijke ketting gerealiseerd, die van Tihange via Luik en Maastricht tot Aken liep. Eis: de versnelde sluiting van genoemde twee centrales, omdat daar van alles technisch mis mee is. Ik heb daar in deze kolommen ook al eens over geschreven, zie Belgische nucleaire prof tegen heropstart van Doel3 en Tihange2 . Het is een standpunt waar ten aanzien van deze twee specifieke centrales veel voor te zeggen is. Het standpunt wordt breed gedeeld, ook in politieke en bestuurlijke kringen.
Mijn standpunt tegen kernenergie is echter niet principieel.
De huidige generatie Pressurized Water Reactors (PWR) heeft een aantal technische nadelen, zoals de lange duur van de afvalopslag, de hoge druk binnen het vat, de connectie met atoomwapens, de schade door de mijnbouw en de steeds verder oplopende schade in reactorvaten als deze decennia oud worden, waar ik niet kapot van ben. Daar staan ook voordelen tegenover. Maar ik vind de balans in zijn algemeenheid negatief.
Als er echter nog eens een reactor wordt uitgevonden met minder nadelen, ben ik daar niet a priori tegen.
Menselijke ketting Tihange-Aken 25 juni 2017
De menselijke ketting was vooral georganiseerd door WISE. Het ging niet allemaal helemaal goed, want mijn bus was te laat. Het moment suprême was net geweest toen onze bus het parkeerterrein op rolde. De planning was iets te optimistisch geweest en dat was vooral een beetje lullig voor de mensen die in Middleburg opgestapt waren (en soms toen al een reis achter de rug hadden). Beetje onpraktisch om de bus van het verst weg naar het verst weg te laten rijden. Maar goed. Ik heb na afloop als souvenir maar een stukje van het lint gejat. Velen tooiden zich daarmee en het was dankbaar speelgoed voor de kinderen.
De Greenpeace – struisvogel
Maar goed, in zijn totaliteit was het zeer geslaagd. WISE beweert dat er 50.000 mensen waren. Dat viel met geen mogelijkheid te controleren, dus geloof ik het maar. En dat wij 5 minuten te laat waren, maakt voor die 50000 waarschijnlijk niet uit.
De online-nieuwsbrief met gelijknamige website www.installatieprofs.nl publiceerde op 14 juni 2017 de boodschap dat “Naar schatting een kwart van de watermonsters afkomstig van drinkwaterinstallaties is besmet met legionella”. Dat stelt Cor van de Wal, specialist op het gebied van bacteriologisch onderhoud van drinkwaterinstallaties. “Vooral monsters afkomstig van collectieve installaties van woongebouwen van Verenigingen van Eigenaren zijn vaak besmet.” Zie www.installatieprofs.nl/nieuws/veel-collectieve-drinkwaterinstallaties-van-vve-s-besmet-met-legionella .
Ik heb op dit gebied geen eigen deskundigheid, dus ik laat na om deze bewering te bevestigen of te ontkennen. Installatieprofs laat ook belanghebbenden aan het woord, die hun eigen diagnostische of probleemoplossende ontwerpen tonen.
Je kunt ook kijken op www.kiwacompliance.nl/legionella-5-2 .
Onderstaande meneer Lenting van Lenting Waterservice uit De Goor kan, vanuit zijn vrachtauto, op thermische, chemische of mechanische wijze een probleem oplossen. Het kan ook zonder hem, zegt hij, maar met hem gaat het veel sneller.
Koolmees met twee door de verzuring gebroken pootjes (juni 2017)
Waarom maatregelen keihard nodig zijn Het College van GS van Brabant heeft een set maatregelen uitgebracht, die de vele problemen, die door de landbouw veroorzaakt worden, moeten helpen terugdringen. Het is voor het eerst dat er een pakket aangeboden wordt dat echt helpt. Althans, als eerste stap.
De landbouw als geheel heeft het Brabantse land tot ver buiten het
natuurlijke draagvlak overwoekerd. De Q-koorts heeft minstens 74 mensen het leven gekost en vele overlevenden groot blijvend leed bezorgd. De bodem gaat dood, het grond- en oppervlaktewater aangetast en de natuurgebieden vermoord door de stikstof. De koolmees (de foto komt uit vergelijkbare zandgronden op de Veluwe) lijdt indirect aan de verzuring van het milieu, veroorzaakt door ammoniakdepositie.
Het voorgestelde pakket
De mogelijkheden van GS zijn beperkt.
De juridische bevoegdheid bijvoorbeeld om het aantal dieren rechtstreeks vast te stellen ontbreekt. Dat vraagt om landelijke wetgeving.
Zo zit bijv. de handhaving van de Nitraatrichtlijn bij het Rijk, en dat schuift het probleem al jaren door.
De Programmatische Aanpak Stikstof is landelijke wetgeving.
De provincie kan dus alleen indirect sturen, bijvoorbeeld op basis van haar ruimtelijke bevoegdheden en de Natuurbeschermingswet.
Een kort beschrijving van het pakket:
De technische eisen aan bestaande stallen worden aangescherpt en gaan ook voor geiten en koeien gelden
De emissie-eisen gaan gelden voor elk bedrijfsonderdeel afzonderlijk, en niet meer voor het bedrijf als geheel. Er kan niet meer intern worden “gesaldeerd”.
Stallen moeten versneld worden aangepast. Boeren die nog niets gedaan hebben, moeten hun zaakjes in 2020 rond hebben. Boeren, die door eerdere investeringen al wel voldoen aan het Besluit Emissiearme Huisvesting krijgen, krijgen de tijd tot 2022. Tot nu toe was dat jaartal 2028.
Stallen die ouder zijn dan 15 jaar (koeien 20 jaar) worden bij de handhaving automatisch beoordeeld op de vraag of ze aan de eisen voldoen.
Er mag in Brabant evenveel mest bewerkt worden als Brabant zelf produceert.
Dat gebeurt op bedrijventerreinen, tenzij melkveehouders samenwerken tot 25000 ton of als de mest per pijplijn naar een centraal punt gestuurd wordt. Alle op- en overslag en verwerking van producten vindt inpandig plaats.
Wie in Midden- en Oost-Brabant 100m2 nieuwe stal wil bouwen, moet elders 110m2 in gebruik zijnde stal inleveren. Er komt een Stalderings-
loket (met een bestuurlijk monopolie) dat dit begeleidt en dat geld krijgt. Voorlopig geldt deze regeling niet voor koeien en schapen.
De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV), waarmee bovenwettelijke verplichtingen beloond worden, wordt op onderdelen gewijzigd en iets aangescherpt.
In uitzonderlijke situaties mag een nieuw bouwblok 2,5 hectare worden als dat elders een probleem oplost, of 2,0 hectare als een boer het op de BZV heel goed doet. Dit alles na stalderen.
Publieke tribune op 23 juni 2017, landbouwdebat
Aan beide kanten pijn Omdat het pakket echt iets voorstelt, doet het aan beide kanten pijn. De publieke tribune in het Provinciehuis zat dan ook bomvol op 23 juni met insprekers, en de grote Bois le duc-zaal met een kleine 250 boze boeren.
Voor de milieubeweging en de Minder Beesten-burgers zit de pijn in het accepteren van mestbewerking en van kavels, die in uitzonderlijke gevallen groter dan 1,5ha kunnen worden. Ik moet er overigens bij zeggen dat ik zelf deze pijn niet zo voel.
Voor de boeren ligt het pijnlijker en die willen dan ook het plan van tafel. Het bedreigt de toekomst van velen. Zonder de provinciale plannen zouden er 2660 boeren stoppen, met de plannen 3440. En bij bijvoorbeeld varkenshouders neemt het percentage onder de armoedegrens tot van 57%, als de plannen niet worden uitgevoerd, naar 67% als dat wel gebeurt. Dat heeft het bureau Agri & Food becijferd.
Er is veel tragiek in boerenhuishoudens.
En toch is het pakket onvermijdelijk, en gaat zelfs nog niet ver genoeg. De sector kan in zijn huidige vorm niet verder bestaan. Hij fraudeert grootschalig met mest, vermoordt de omgeving en blokkeert, via de PAS, ook nieuwe andere economische activiteiten. En de sector kan zijn leden ook nu al vaak geen goed bestaan bieden.
Net zoals Nederland in het verleden afscheid genomen heeft van de kolenmijnen, en er van de scheepsbouw en de textiel alleen nog gespecialiseerde niches over zijn, zo zal het ook gaan met de (nu al zwaar gesubsidieerde) landbouw. De goedkope bulk verdwijnt naar elders of hopelijk helemaal, de gespecialiseerde niches blijven.
Boerendemonstratie bij Provinciehuis dd 23 juni 2017
De vele inspraakreacties van de boeren vertoonden een vast patroon, dat het probleem pijnlijk duidelijk maakt. “Wij hebben een mooi bedrijf opgebouwd met een keuze voor kenmerk A en B, wij zijn nodig voor het voedsel en zo goed bezig met de omgeving, wij willen gaan werken aan een betere inpassing met innovatie die nog bedacht moet worden. Die investeringen moeten we terugverdienen en daarom moeten we groeien.” Je kunt daar een mooi verhaal van maken en dat ging de boeren goed af.
Het probleem is dat het verhaal al decennia wordt afgedraaid, en dat de som van al die individuele groei tot iets geleid heeft dat zo groot is, dat het als een moloch op zijn omgeving drukt en van Nederland de tweede agrarisch exporteur ter wereld gemaakt heeft. Voor zo’n klein land absurd.
En het probleem is dat teveel boeren stilzitten. Ze weten al sinds het Convenant Stikstof dd 2009 dat ze of moeten stoppen of in 2020 aan het Besluit Emissiearme Huisvesting moeten voldoen, en daar is bij velen nog niets aan gedaan. In de hoop dat het overwaaide, maar het CDA zit niet meer in GS.
De sector moet fors inkrimpen en zich op sommige gebieden opnieuw uitvinden. De vraag is niet of, maar wanneer en hoe dat gebeurt.
Ik vind dat daar een sociaal programma bij hoort, zoals dat er was bij de mijnen en zoals dat er had moeten zijn bij de textiel en de scheepsbouw.
Geen koude, maar een warme sanering. Ik was het in deze eens met de insteek van Maarten Everling, de woordvoerder van de SP.
Het is voor de sector jammer dat ze traditioneel haar heil gezocht heeft bij de VVD en het CDA, partijen die niet zoveel met sociale programma’s hebben.
Een kleine 250 boze boeren in de Bois-le-Duc zaal van het Provinciehuis (23 juni 2017)
Besluitvorming komt nog
Op 23 juni ging het om een themabijeenkomst die informerend en oordeelsvormend bedoeld was. Er komt nog zo’n bijeenkomst.