Onderstaand bericht staat op de SP-site dd 22 september 2022. De SP heeft het energiedossier te lang verwaarloosd, zodat er in de SP nog maar weinig mensen die er verstand van hebben. Er zijn veel vragen en te weinig antwoorden. Dit echter kan een goed nieuw begin zijn.
Wat de SP aanvullend zou moeten doen, is werk maken van zeggenschap op regionaal en lokaal niveau. Bijvoorbeeld contacten leggen met energiecoöperaties, kijken wat de mogelijkheden zijn voor lokale of regionale energiebedrijven, en bijvoorbeeld kijken hoe participatieregelingen geoptimaliseerd kunnen worden.
Windpark De Krammer is ontwikkeld door de burgerwindcoöperaties Deltawind en Zeeuwind. Samen realiseerden zij het grootste burgerinitiatief van Nederland: 34 windturbines met een gezamenlijk vermogen van 102 MW op de Krammersluizen, op de grens van de Zeeuwse eilanden en het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee.
Energie is een basisvoorziening die in publieke handen zou moeten zijn zodat we er democratische controle en zeggenschap over hebben. Een voorstel van de SP, ingediend samen met de ChristenUnie, om te onderzoeken hoe het publieke belang in de Nederlandse energievoorziening vergoot kan worden is aangenomen door een meerderheid in de Tweede Kamer.
SP-leider Lilian Marijnissen: ‘Onze energie zou geen markt moeten zijn. Het verkopen van onze energiebedrijven en dit tot een geliberaliseerde markt maken is iets waar de SP altijd tegen heeft gestreden. Nu steeds meer mensen hun energierekeningen niet kunnen betalen, gaat de overheid miljarden overmaken aan energiebedrijven. Daar zouden we minimaal zeggenschap voor terug moeten eisen. Nog beter is om onze energie te nationaliseren. Ons aangenomen voorstel om het publieke belang in onze energievoorziening te vergroten is een eerste stap.’
Ik heb voor de Statenfractie van de SP op 23 september 2022 een werkbezoek georganiseerd aan het Kempisch Bedrijvenpark (KBp) in Hapert (gemeente Bladel). Het gesprek ging over hoe de tijdens de aanleg de duurzaamheidsaspecten van het KBp vorm hadden gekregen, hoe dat bestuurlijk georganiseerd is, en in hoeverre de aanpak overdraagbaar is op andere bedrijventerreinen. De website van het KBp is https://www.kempischbedrijvenpark.com/ .
Werkbezoek SP-fractie in Provinciale Staten aan Kempisch Bedrijvenpark dd 23 sept 2022Werkbezoek SP-fractie in Provinciale Staten aan Kempisch Bedrijvenpark dd 23 sept 2022
Het KBp is een bedrijventerrein in de zware milieucategorie t/m 4.2. Het bestemmingsplan is 170 hectare bruto, waarvan 69 hectare netto voor de industrie. Daarnaast zijn er wegen en is er nieuwe natuur en waterberging en (buiten het eigenlijke industriële gedeelte) 1,5 hectare woningbouw.
Het plan verscheen ongeveer 15 jaar geleden op de tekentafel als gemeenschappelijke WGR-constructie van de gemeenten Bladel, Bergeijk, Reusel- de Mierden en Eersel (gelegen in de deelregio De Kempen van de RES-regio Zuidoost-Brabant). Nu onlangs het laatste industriële perceel verkocht is, gaat het beheer over naar de gemeente Bladel. Het terrein is nadrukkelijk opgezet ten behoeve van de regionale maakindustrie, vaak bestaande bedrijven die (zoals Diffutherm) op de bestaande locatie niet meer te handhaven waren. Men heeft distributiedozen buiten het gebied weten te houden.
Bij de aankoop van een kavel verplicht een onderneming zich om toe te treden tot een beheerstichting. Het belang van een gezamenlijke aanpak van energie-, klimaat- en circulariteitszaken werd tijdens het werkbezoek met nadruk benoemd.
Netwerkcongestie in De Kempen
Het KBp ligt bijvoorbeeld in een rampgebied van het elektriciteitsnetwerk. Het is een van de gebieden in Nederland waar geen nieuwe aansluitingen meer mogelijk zijn, hooguit kleinere tussentijdse aanpassingen. Pas in 2030 is een verzwaring van het trafostation in Hapert voorzien. Daardoor liggen er op veel bedrijfsdaken zonnepanelen die nu niet kunnen worden aangesloten. Bij andere panden staat de constructie het gewicht van zonnepanelen niet toe. Daar valt soms wel wat aan te doen, maar die investering loont niet als je als bedrijf zelf weinig stroom nodig hebt, en je het niet naar buiten toe kunt afzetten.
Het KBp heeft ingenieursbureau Tebodin om een plan gevraagd hoe men het elektriciteitsprobleem in eigen beheer kan oplossen of op zijn minst verbeteren. Er is veel dak, maar ook veel industriële- en transportvraag. Het zou een hub kunnen worden in het Energielandschap de Kempen, georganiseerd rond een nog vast te stellen juridische constructie waarin de bedrijven, de gemeente en de provincie. In een discussie hierover vroeg de SP-fractie of die rechtsvorm bijvoorbeeld ook een overheids-NV zou kunnen zijn. Een interessante gedachte om mee te nemen, vond men.
Een dergelijke aanpak zou tot op zekere hoogte standaardiseerbaar (en dus overdraagbaar) zijn. De aanpak van het energiesysteem is breder toepasbaar, maar de meer specifieke kenmerken zijn vaak te individueel om naar elders te transplanteren.
Een deel van de kaders voor een nieuw bedrijventerrein ligt wettelijk vast, bijvoorbeeld in het Bouwbesluit. Dat verplicht tot Aardgasvrij bouwen (Gaswet sinds juli 2018), -Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG) en Milieuprestatie Gebouw (MPG). De Wet Milieubeheer definieert een Energiebesparingsplicht en CO2 reductiemaatregelen voor industrie.
watersysteem op Kempisch Bedrijvenpark
Andere onderwerpen kennen een grotere beleidsvrijheid. Er is bijvoorbeeld gekozen voor een gesloten grondbalans (voor elke bult op het terrein ligt elders op het terrein een kuil) en voor waterbeheer (elke druppel water wordt opgevangen en blijft op het terrein) en ecologische inpassing die aansluit op recente opvattingen (bijvoorbeeld een brede ecozone aan de westkant, waar woonbebouwing ligt).
Men probeert ook de bereikbaarheid te verduurzamen in de geest van zoals dat bij de provincie bedoeld wordt. Er liggen plannen voor een snelfietsroute naar Eindhoven (duurt alleen lang) en het KBp heeft op eigen kosten een bushalte aangelegd – maar helaas is inmiddels de bus wegbezuinigd.
Al met al een goed en informatief werkbezoek.
Er blijft overigens het nodige te wensen over. De KBp-presentatie beschrijft een methode, maar geen eindambitie. Je vindt niet terug dat het bedrijventerrein in bijvoorbeeld 2040 klimaatneutraal wil zijn (de huisvestende gemeente Bladel wil dat in 2040 bereikt hebben). Mogelijk hebben de afzonderlijke bedrijven voor zichzelf een dergelijke ambitie, maar als je dat steekproefsgewijze opzoekt vind je die niet bij bijvoorbeeld VDL, Diffutherm, CoTrans transport, maar je vindt een goed verhaal bij het grafische bedrijf Moeskops Wat je verder ook mist (maar dat lijkt me wel moeilijk) is een verhaal over scope 1-2-3 ambities.
De meeste afbeeldingen hierboven komen uit de getoonde presentatie. Die is hier te vinden.
Onder deze provocerende titel heeft Jelmer Mommers in de onlinekrant De Correspondent alle extreem weer-gebeurtenissen in de hele wereld, vaak resulterend in grote verliezen aan mensen, oogsten en goederen van de zomer van 2022 op een chronologische rij gezet. De Correspondent heeft soms goede klimaatartikelen. Mensen denken vaak nog dat ‘het klimaat’ iets voor de toekomst is, maar dat is dus niet meer zo. Het wordt alleen nog wel erger.
Ik heb wat beelden uit de rij geselecteerd en hieronder afgedrukt. Bij sommige data hoort een filmpje. Als dat zo is, staat het filmpje naast de hoofdpagina en staat er een link naar het filmpje onder.
Men kan het geloven of niet, maar soms staat er iets goeds in de Wall Street Journal.
Amrith Ramkumar schrijft over klimaat en geld en had op 05 sept 2022 een razende reportage over het schaap tussen de zonnepanelen. Schapen zijn volgzaam, vraatzuchtig en hebben precies de juiste hoogte om prairiegras en ander onkruid tussen en onder de PV-panelen weg te happen. Ze zijn handiger dan motormaaiers. Geiten passen ook en zijn ook vraatzuchtig (mogelijk minder volgzaam), maar hebben de onhebbelijke gewoonte om ook op kabels te knagen en dat komt minder goed uit.
Herders vangen er momenteel tot $500 per hectare per jaar mee, en er zijn heel veel hectares.
Het werkt verrassend traditioneel: hekken, watertanks, verzorging zoals al eeuwen en zo ook een paar grote honden tegen de coyotes. Het is booming business en de vraag naar herders is op dit moment groter dan het aanbod. Vóór de PV-redding was het schaap, als producent van wol en vlees, grotendeels weggeconcurreerd door Australiën en Nieuw-Zeeland.
Wie een mooi artikel wil over bloemen, bijen en zonneparken kan in Wageningen terecht op https://weblog.wur.nl/uitgelicht/bloemen-bijen-en-zonnepanelen/ . Onder voorwaarden (goed beheer en een verschraalde bodem) valt het schaap ook nog wel te verenigen met bloemetjes en bijtjes als dat het primaire belang is.
Ennatuurlijk Ennatuurlijk is een, in nationaal verband middelgrote en in Brabant grote, onderneming die stadsverwarmingen exploiteert. Het Amernet in Breda en Tilburg is het grootste, maar ook in Eindhoven en Helmond runt de onderneming warmtenetten. Voor nadere informatie zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ . Ik heb dit artikel geschreven na een door mij georganiseerd werkbezoek van de SP-fractie in Provinciale Staten.
Ennatuurlijk wil in 2040 CO2 – neutraal zijn volgens onderstaand schema:
Schema van de Ennatuurlijkambitie om in 2040 energieneutraal te zijn
Nieuwe technieken Als de warmte straks niet meer uit het gas komt, moet die ergens anders uit komen. Daartoe zoekt Ennatuurlijk alternatieve bronnen en doel van dit artikel is een kort en kritisch overzicht van de pogingen. “Pogingen” want “zoeken” betekent niet per definitie “vinden”.
Alles bij elkaar biedt dit een mooie staalkaart van ideeën om warmte te blijven leveren zonder gas. Uiteraard vervangt dat niet de noodzaak om woningen en bedrijfspanden te isoleren. Ik licht er vier technieken uit, gekoppeld aan Ennatuurlijk, waar iets nieuws over te vertellen valt.
Directe aanleiding voor het artikel waren twee voorgestelde projecten in Eindhoven, het geothermieonderzoek in Woensel en de warmteleiding vanaf de TAG-verbrandingsinstallatie van A.Jansen BV.
Potentiele geothermiegebieden in Brabant
Geothermie algemeen en geothermie in Eindhoven en Best De kern van de aarde is in het midden rond de 6000°C. De buitenkant (een handvol meters onder het maaiveld) is ongeveer 9°C en dus stroomt er warmte, ruim 63mW/m2 . In Nederland wordt het onder de grond ongeveer 3°C warmer met elke 100m diepte. Op 1500m diepte is het dus ongeveer 54°C. Alles onder de 500m heet wettelijk geothermie. Boor twee enkele buizen (een doublet) of één dubbele buis tot die diepte de grond in, waarvan de ene water aanvoert. Het water percoleert door een poreuze steenmassa en neemt warmte mee, die met de andere buis wordt opgepompt voor gebruik bovengronds. Het concept is simpel en als het werkt, is het in oordeelkundige handen (het is niet geheel gevaarloos) een goed systeem.
Het kan werken. Ennatuurlijk heeft in Leeuwarden een functionerend systeem opgestart.
Maar het werkt alleen als aan voorwaarden voldaan is:
De zand- of steenlaag tussen aanvoer en afvoer moet dik genoeg zijn en voldoende poreus zijn en blijven
Men moet uit de buurt blijven van geologische breuken
Ennatuurlijk wil nu naar aardwarmte zoeken in Eindhoven en Best. Daartoe heeft het Veldhovense bedrijf Seismic Mechatronics seismisch onderzoek gedaan langs het spoor. De uitslag is nog niet bekend.
De warmtepijp van A. Jansen BV A. Jansen BV is een recyclingsbedrijf aan het Wilhelminakanaal, recht tegenover Rendac (nog net gemeente Son en Breugel). Het bedrijf zamelt Teerhoudend Asfalt Granulaat in (TAG) met het doel dat spul te verwerken.
Vroeger werd asfalt op basis van koolteer veel voor de aanleg van wegen gebruikt. Maar het spul staat stijf van de PAK’s en is zo vergiftig, dat het niet meer gebruikt mag worden. Maar wegen worden gerenoveerd en dan komt het spul in granulaatvorm weer vrij. Dan is het chemisch afval en moet het, tegen betaling van een tarief, aan een verwerker, in casu A.Jansen BV, worden aangeboden. Heel lang heeft het de provincie, de omwonenden en buurman Aquabest de zenuwen bezorgd omdat de verwerking alsmaar niet begon terwijl de inzameling met geld toe wel doorliep. De Raad van State kwam er aan te pas. Maar uiteindelijk kwam het er toch van met een tweedehands machine uit Engeland.
Het enige wat men met dit spul kan doen is het gecontroleerd en degelijk vergund affikken. Dat doet Jansen dus nu. Het heet ‘recyclen’ omdat de hulpstoffen als zand en grind weer vrij komen.
Het terrein van A.Jansen BV aan de Sonse Terraweg
Omdat Jansen BV in de rimboe zit, ver van de bewoonde wereld, kon hij niet anders dan de overvloedige warmte in de atmosfeer dumpen. Nu wil Ennatuurlijk een pijp heen en terug van Vredeoord naar Jansen BV aanleggen van 6 a 7 km om Jansens warmte te oogsten. Deze ‘ fase 1’ moet 8MWth binnenbrengen, grofweg het vermogen van de bestaande biomassacentrale op Strijp R. Die kan daarmee als basisvermogen worden uitgezet, en alleen nog standby staan als reserve en voor piekbelasting.
Ik vind overigens zelf het standpunt dat biomassa, in dit geval versnipperd resthout uit de omgeving, van de duivel is geheel irrationeel. Bij een goede rookgasreiniging en een correcte houtacceptatie is er niets mis mee. Dit in dit verband terzijde.
Jansen BV meent dat er technisch een fase 2 mogelijk is, die ongeveer evenveel thermisch vermogen opbrengt. Daarover bestaan nu nog geen afspraken.
Het project kost miljoenen. Men mag aannemen dat Ennatuurlijk uitgezocht heeft of Jansen BV voldoende TAG in huis heeft en binnenkrijgt om het project minstens gedurende de afschrijvingstermijn vol te houden. Fase 1 is, naar eigen zeggen, voor A.Jansen BV, kostenneutraal. Aan fase 2 zou verdiend kunnen worden.
Het project is technisch niet experimenteel. Financieel is het dat misschien wel.
Aquathermie in Helmond en Den Bosch Bij aquathermie fungeert een voldoende groot oppervlaktewater als oogstmedium voor zonnewarmte. Met een warmtewisselaar wordt die warmte weer aan het oppervlaktewater onttrokken en via een WKO-systeem in de bodem opgeslagen. ’s Winters wordt de warmte weer uit de bodem gehaald en via een centrale warmtepomp verder opgewarmd. Dit vraagt om wijk- of blokverwarming.
Hinthamerpoortcomplex Den Bosch
Zuid-Willemsvaart bij Helmond
In Den Bosch ( https://ennatuurlijk.nl/begrippenlijst/wat-is-aquathermie/aquathermie-in-den-bosch ) verwarmt Ennatuurijk hiermee 450 appartementen in de wijk Hinthamerpoort. Het water komt ’s winters uit de grond onder 15°C en wordt centraal opgewaardeerd tot 70°C. Het voordeel is dat het water vanaf een hogere begintemperatuur verwarmd dan anders het geval geweest zou zijn, waardoor besparing optreedt op de elektriciteit die voor de warmtepomp nodig is. Op dit moment is echter het systeem bij pieksituaties nog niet gasvrij.
Ennatuurlijk meent de CO2 – productie te kunnen halveren. Het zou dan het grootste aquathermieproject in de Benelux zijn.
De techniek is in principe niet experimenteel, al vraag ik me af hoe je warmtewisselaars wilt leggen in een niet vreselijk breed kanaal waar schepen varen. De schaal en de financiële kant lijken me vooralsnog wel een beetje experimenteel.
Diverse vlammen
De Helmondse stadsverwarming en ijzerpoeder Een nieuwe trend is verwarmen met zuiver ijzerpoeder. In fijnverdeelde toestand fikt dat als de hel. De cyclus wordt rondgemaakt door het ontstane roest terug te reduceren op een plaats waar veel waterstof gemaakt kan worden. In feite is dat een soort hoogoven op waterstof. Bij een recente demonstratie van het systeem dacht men aan Australië als waterstoflocatie, maar dat is op basis van bijkomende argumenten. Zie https://www.bjmgerard.nl/energieopslag-in-ijzerpoeder-open-dag-metalot/ .
De zwakke plek van het systeem (en wat mij betreft nog uiterst experimenteel) is de beschikbaarheid en de logistiek van waterstof. De som van alle claims overstijgt op dit moment ordes van grootte de som van alle aanbod (inclusief dat wat nog in de planningfase zit).
Ennatuurlijk wil als test kijken of het 500 van de 6500 huizen op het Helmondse warmtenet kan verwarmen.
De warmteplannen van de gemeente Eindhoven De gemeente Eindhoven overweegt de oprichting van een eigen gemeentelijk warmtebedrijf. Een eerste project zou de aansluiting van de Eindhovense rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) op een nog aan te leggen warmtenet in de Generalenbuurt zijn. Zie https://www.bjmgerard.nl/krijgt-mijn-oude-buurt-een-warmtenet/ .
Als de gemeente dit plan gerealiseerd zou krijgen, zou een middelgrote stad als Eindhoven twee warmtebedrijven krijgen, eentje publiek (de gemeente) en eentje semi-publiek (een pensioenfonds). Men gaan in dezelfde vijver vissen om geld, personeel en Joules te vangen, en die vijver is niet erg groot.
Het komt mij voor dat hier een publiek aanvaardbare vorm van samenwerking verstandiger is. Misschien moet men eens gaan praten over bijvoorbeeld zoiets als een joint venture voor Eindhoven – maar dat is voer voor bedrijfsjuristen en dat ben ik niet.
Update dd 30 sept 2022
De discussie over wie de dominante partij moet zijn in stedelijke warmtenetten (de gemeente of de energieleverancier) speelt in heel Nederland en is een van de redenen waarom de nieuwe Warmtewet zo traag loopt.
In de NRC van 29 sept 2022 staat er een pagina vol over ( https://images.nrc.nl/qcrhm5lbZs3x3ZHzvK6mdDKrALM=/1280x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data91279925-a61bca.jpg ). Directe aanleiding voor dit artikel was een studie van PwC Nederland, welke studie zich uitsprak ten gunste van de energiebedrijven. Dat is de enige manier waarop het kabinetsdoel om in 2030 een half miljoen woningen te hebben aangesloten op duurzame stadsverwarming gehaald kan worden, meent PwC. Het probleem is dat de studie van PwC ten tijde van deze update nog niet openbaar is. Hij is begin augustus bij de minister neergelegd, maar die heeft de studie nog niet naar de Tweede Kamer gestuurd. Inmiddels echter hebben de NRC en andere partijen al inzage gehad en op die inzage is het artikel gebaseerd. De NRC meent te weten dat minster Jetten de energieleveranciers de dominantie wil geven.
(Uit een presentatie door de gemeente Eindhoven dd 12 okt 2020 van Janneke Karthaus. Let wel dat het hier om NIEUWE stadsverwarming gaat).
Op dinsdag 13 september vond de eerste Eindhovense raadsvergadering plaats met de nieuwe Eindhovense burgemeester Dijsselbloem. De regionale Klimaat Crisis Coalitie (KCC), waaraan ik namens Milieudefensie Eindhoven meewerk, organiseerde bij deze gelegenheid een demonstratie op het Stadhuisplein. Er waren ruim 100 mensen, veel van XR, en er was zang van Cor Burger.
Publiek bij de demonstratie op 13 sept 2022, Stadhuisplein Eindhoven
De demonstranten boden de nieuwe Burgemeester Dijsselbloem een groene ambtsketen aan (van hout), en wilden dat hij de klimaatnoodtoestand zou uitroepen. Met het eerste idee stemde Dijsselbloem in, met het tweede (nog?) niet.
Men meent te weten dat zonnevelden de meest verschrikkelijke invloed op de onderliggende bodem hebben, maar dat hoeft helemaal niet waar te zijn. Zonneparken zijn er in allerlei soorten en maten, zie voor een onderzoeksporject bijvoorbeeld https://www.bjmgerard.nl/solarecoplus/ .
De nieuwste trend (SOLAR noemde het op 27 aug 2022 het project van de week) is gerealiseerd door de coöperatie Vrijstad Energie uit Culemborg in samenwerking met en op het land van de familie De Raad (melkvee en schapen). Het project bestaat uit verticale bifaciële panelen op landbouwgrond, die grotendeels in noord-zuid lopende rijen opgesteld zijn, en waar dus de zon vooral ’s morgens van de ene kant en ’s middags van de andere kant op schijnt (dat geeft meteen een opbrengst die gelijkmatiger over de dag verdeeld is).
Het geheel bestaat uit 958 verticale panelen op ca 1 hectare, en 1056 panelen op het dak van de stal. Men verwacht dat het geheel 740.000 kWh per jaar opwekt (2,7TJ)
De rijen staan 6 tot 8 m uit elkaar, zodat er landbouwwerktuigen tussen door kunnen (niet vermeld wordt of er ook mest kan worden uitgereden). Uiteraard wordt door deze extensieve opzet de stroomopbrengst per hectare kleiner. Het is een compromis tussen functies.
De totale investeringskosten van Zonneproject Den Heuvel bedragen ca €935.000. Dat bedrag wordt voor circa 30% gefinancierd vanuit de Zoncertificaten, voor circa 15% vanuit een subsidie van de Provincie Gelderland en voor circa 55% door een hypothecaire banklening van het Realisatiefonds, dat eind 2021 door Energie Samen en SVn met Triodos Bank, Rabobank en ASN Groenprojectenfonds is gelanceerd. De zoncertificaten zijn in de verkoop gegaan voor €250 per stuk en inmiddels uitverkocht. De provinciale subsidie hoeft niet te worden terugbetaald, de andere posten wel. De familie stelt de grond beschikbaar om niet, in ruil waarvoor de kosten van asbestsanering in de projectkosten worden opgenomen.
Inkomsten komen uit de verkoop van stroom en van Garanties van Oorsprong (maar dat is bijna niets). RVO draagt jaarlijks bij aan de exploitatie bij via de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE, de nieuwe Postcoderoosregeling). Dat is een garantiesubsidie die bijpast als de kWh-verkoopprijs onder de 12 cent per kWh zakt. In de op hol geslagen elektriciteitsmarkt dd dit artikel hoeft deze subsidie dus niet verleend te worden.
De contracten onder het geheel zijn aangegaan voor 16 jaar. Daarna heeft de familie het recht om te zeggen wat ze willen. Men verwacht dat de panelen ca 25 jaar meegaan. De eigenaar op dat moment draagt zorg voor een eventuele verwijdering.
Het beoogde rendement is 4 tot 6%.
De panelen worden in het gebied ingepast met een aantal fruitbomen en er is een halve hectare natuur voorzien, waarin men graag zag dat patrijzen zich vestigen.
Afbeelding uit het SolarEcoPlus-onderzoek aan verschillende opstellingen met bifaciële panelen
Vandaag voor de lol een stukje elektrisch wezen fietsen met de vrouw, komen we langs de Strijper Aa, bij de Paaldijk, ten Zuiden van Leende. De Strijper Aa ziet er nou zo uit:
De Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden van Leende, ri ZZO
Er is een soort opengewerkt bruggetje vanwaar af deze foto, richting ZZO, genomen is. Als je recht omlaag fotografeert of de andere kant op, richting NNW, zie je de volgende twee foto’s.
De Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden van Leende, ri recht omlaagDe Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden van Leende, ri NNW
De enige reden dat er nog water in dit zwembadje zit is dat de duiker achterin foto 3 afgesloten is. Alle leven in de Strijper Aa concnetreert zich nu in dit pierenbadje.
Er zit overigens nog dierlijk leven in. Minstens één flinke vis (die spartelde weg toen ik op het rooster ging staan) en schrijvertjes. Vast nog wel meer, maar dat valt op deze wijze niet te zien.
Het klimaat in actie!
Een maand later (op 03 oktober 2022) nog eens gaan kijken. Het had in die maand flink geregend en er zit nu weer wat water in de beek. Voor mijn ondeskundig oog houdt het overigens nog steeds niet echt over, maar er zit tenminste weer wat stroming in. Twee foto’s van 03 okt op dezelfde plaats.
De Strijper Aa op 03 okt 2022, richting ZZODe Strijper Aa op 03 okt 2022, richting NNW
Na elke duizendste bezoeker aan deze site een artikel waar ik anders niet voor gekozen zou hebben. Na de 32000ste bezoeker een tekst over methaanemissies uit vuilnisbelten en uit de winning van fossiele brandstoffen. Daarover bestaat sinds kort mooie plaatjes van de Tropomisatelliet. Meteen ook wat extra aandacht voor de Global Methane Pledge en over methaan in Nederland.
Wereldkaart met methaanemissies door de Tropomisatelliet
Dit is een wereldkaart van methaan in de atmosfeer, gemaakt door de Tropomisatelliet. De legenda komt erop neer dat in gebieden met de roodste kleur er 1950 molekulen methaan op een miljard moleculen lucht zitten.
Methaan Als organisch materiaal, onder de juiste omstandigheden, zuurstofarm of -loos gedurende langere tijd wordt opgesloten ontstaat vaak methaan (CH4). Als dat (door een ondoordringbare aardlaag) niet weg kan, blijft het zitten en zo zijn geologisch lang geleden onze aardgasvoorraden (en onder iets andere omstandigheden olievoorraden) ontstaan. De chemische en biologische processen, die ten grondslag liggen aan de vorming van methaan, zijn echter sinds het Carboon niet of nauwelijks veranderd, zodat dezelfde oorzaken nog steeds leiden tot dezelfde gevolgen.
Je wilt methaan niet in de atmosfeer omdat het een krachtig broeikasgas is. De halfwaardetijd in de atmosfeer is ruim 12 jaar (van CO2 veel langer), en het effect hangt ervan af over hoeveel jaar je rekent en dus hoeveel van die periodes je meerekent. Meestal neemt men een aantal periodes mee en rekent men dat methaan ongeveer 30* zo veel opwarmend effect heeft als CO2. Het RIVM werkt met 25. Het is goed voor ca een kwart van het door mensen veroorzaakte broeikasgaseffect (bij sommige bronnen iets meer).
De belangrijkste bronnen waaruit methaan vrijkomt zijn wetlands, fossiele brandstoffen, stortplaatsen, herkauwers (koeien e.d.), rijstvelden en biomassaverbranding. Als een sterke bron geconcentreerd is, kun je dat zien vanuit de ruimte. Onder andere de Nederlandse Tropomisatelliet is er erg goed in om allerlei in de atmosfeer rondhangende gassen waar te nemen. Zie http://www.tropomi.eu/data-products/methane .
De methaanwetenschap is een compleet eigen bedrijfstak binnen het grotere geheel van de klimaatwetenschap. Zo uitgebreid dat het hier niet te behandelen is. Ik licht er een paar zaken uit, met name die waarbij de recent in bedrijf genomen Tropomi een rol speelt. Dat betreft methaan uit vuilstorten, methaan uit kolenmijnen, methaan uit gasbronnen, de Global Methane Pledge bij COP26 in Glasgow en methaan in Nederland.
Methaan uit vuilstorten Een groep geleerden heeft de Tropomi gebruikt om de methaanemissies van vier grote vuilstorten in kaart te brangen ( https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.abn9683 ): die van Buenos Aires, Lahore, Mumbai en Delhi. Omdat de Tropomi wereldwijd meet en aan de grond een pixelgrootte heeft van 7*7km, werd de hulp ingeroepen van het Canadese GHGSat Instruments ( https://earth.esa.int/eogateway/missions/ghgsat ), dat een gebied van 12*12km kan waarnemen met een pixelgrootte aan de grond van 25*25m.
Je krijgt dan het volgende overzicht:
(A) Norte III (Buenos Aires, Argentina), (B) Lakhodair (Lahore, Pakistan), (C) Kanjurmarg (Mumbai, India), and (D) Ghazipur (Delhi, India)
Wat uitleg, gebruikmakend van het plaatje en het bijbehorende artikel:
Rechtsboven de meetdatum, windrichting en windsnelheid. De windrichting is bepaald met GEOS-FP, maar die methode wordt bij lage windsnelheden onnauwkeurig, vandaar dat bij de onderste twee plaatjes de pluimrichting niet lijkt te kloppen.
Linksonder de hoeveelheid methaan die in de pluim ontsnapte ten tijde van de meting (dat is dus een momentopname). De UNFCCC-methode komt voor de Argentijnse stort jaargemiddeld over 2019 op 16,5 ton per uur
In diagram A zijn meer pluimen te zien. Die binnen de witte hokjes zijn niet volledig getekend. Het aangegeven getal is van de getekende en de linkse, niet-volledig getekende pluim samen.
De Argentijnse diagrammen zijn zo gedetailleerd dat je kunt zien dat het westelijke deel van de stort actief in gebruik is, en het Oostelijke deel afgedekt met (zegt een andere bron) een laag aarde met een methaan-inzamelsysteem
De Tropomimetingen laten zien dat oudere schattingen van de methaanemissies door het stedelijk gebied als geheel een onderschatting zijn. De emissie van de stedelijke regio Buenos Aires als geheel is gemiddeld ongeveer 58 ton/uur, waarbinnen de stort dus voor ruim een kwart van de emissies zorgt.
Omdat satellieten door de hele atmosfeer heen kijken, tellen ze de emissies boven elke m2 op vanaf de grond tot aan de rand van de atmosfeer. De diagrammen bevatten dus geen informatie over de hoogte van de pluim.
1Mol methaan is 16 gram. De kleurcode 0,1Mol/m2 betekent dus dat er boven een m2 met die kleurcode, over de gehele kolom van de grond tot de rand van de atmosfeer 1,6gr methaan zit.
Methaan is van zichzelf kleurloos en reukloos. De getoonde kleuren zijn dus een wiskundige constructie.
Methaanemissies van steenkoolwinning Bij alle winning van fossiele brandstoffen kan methaan vrijkomen. Deze post is goed voor een derde van de anthropogene methanemissies op aarde.
De twee figuren gaan over hetzelfde gebied in Queensland (in het NO van Australië). Op het eerste plaatje de ligging van de mijnen. Bron 1 is Hail Creek, een kolenmijn in dagbouw. Die was in 2018-2019 goed voor 7,7 miljoen ton kolen (7,7 miljard kg), en in 2019-2020 voor 5,8 miljoen ton. De geschatte jaarlijkse methaanemissie is 230 miljoen kg. Bron 2 is de combinatie Broadmeadow, Moranbah North, en Grosvenor. Dit zijn ondergrondse mijnen die in genoemde twee jaren samen goed waren voor ongeveer 19 miljard kg kolen, en waarvan de geschatte gezamenlijke methaanemissie 190 miljoen kg bedraagt. Bron 3 is de combinatie Grasstree and Oaky North. Dat zijn ondergrondse mijnen in genoemde twee jaren samen goed waren voor ongeveer 13 miljard kg kolen, en waarvan de geschatte gezamenlijke methaanemissie 150 miljoen kg bedraagt. In de schattingen zit nogal wat onzekerheid.
Methaanemissies uit gasinfrastructuur Twee voorbeelden vanuit de satelliet.
De tweede komt uit PNAS “Satellite observations reveal extreme methane leakage from a natural gas well blowout” van 16 dec 2019 ( https://www.pnas.org/doi/10.1073/pnas.1908712116 ). Het betreft een incident dd 15 febr 2018 in Belmont county of Ohio. Het grote gebeuren kan gevolgd worden op https://youtu.be/D0F450ESHP8 . Ook hier werd het incident ontdekt door de Tropomisatelliet. De bron is de ster, die nog net in Ohio ligt, en de pijlen stellen de wind voor op 10m hoogte. Omdat de satelliet alleen goed werkt bij wolkenloze hemel, bestaan voor een deel van de kaart (de witte vlakken) en voor sommige dagen geen metingen. In PNAS wordt geschat dat er in 20 dagen 60 miljoen kg methaan de lucht in ging.
COP26 in Glasgow en de Global Methane Pledge COP26 in Glasgow (nov 2021) was geen groot succes, maar er is door een aantal landen wel de Global Methane Pledge aangenomen. Op zich zit daar logica in, want het gas is goed voor een kwart van de opwarming van de aarde en dat tikt aan. Bovendien blijft het gas relatief kort in de atmosfeer, dus als men van de Pledge een succes zou weten te maken, heeft dat op korte termijn effect.
Ruim honderd landen steunen het initiatief van de EU en de VS, samen goed zijnde voor ongeveer de helft van de mondiale emissies. Daaronder UK, Brazil, Japan, Saudi Arabia, Indonesia and South Korea, en daaronder bijvoorbeeld niet China, Russia, India and Australia. De Pledge heeft zijn eigen website op https://www.globalmethanepledge.org/ . Na enig zoeken kun je daar de Pledge downloaden, en anders zie onder
Bedoeling is dat de methaanemissies in 2030 30% lager zijn dan in 2020. Het belangrijkste inhoudelijke besluit is “Commit to take comprehensive domestic actions to achieve that target, focusing on standards to achieve all feasible reductions in the energy and waste sectors and seeking abatement of agricultural emissions through technology innovation as well as incentives and partnerships with farmers. “ Er is terecht op gewezen dat de landbouwpassage nogal vaag is. Er staat bijvoorbeeld niets in over minder dieren.
Methaan in Nederland Methaan gedraagt zich in praktijk grillig en complex. 30% verminderen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Dat blijkt bij methaan in Nederland
Sterk uitvergroot Tropomi – methaanbeeld van Nederland.
De aan het begin genoemde methaan-wereldkaart is niet gedetailleerd genoeg om er in Nederland veel mee te kunnen. De Nederlandse emissies zijn te diffuus om uit de ruimte te zien. Zo op het oog zie je veengebieden in Friesland en de kop van Noord-Holland, en landbouwgebieden in Zuid- en Oost-Nederland en misschien de Gelderse vallei. Je zou een betere Tropomikaart moeten hebben, liefst in combinatie met de Canadese satelliet. Zou interessant zijn.
Mondiaal neemt men onderstaande verdeling van de methaanproductie over de bronnen:
In hoeverre deze verdeling voor Nederland ook geldt, heb ik niet kunnen vinden. Voor het ‘blauwe’ deel bestaat goede, Nederlandse statistiek. Het National Inventory Report 2020 (van broeikasgassen) van het RIVM geeft onderstaande statistiek van de anthropogene methaanproductie in Nederland, in een iets grovere indeling. Het RIVM hanteert dat 1 kg methaan over 100 jaar hetzelfde broeikasgaseffect heeft als 25 kg CO2. Wisselwerkingen op grote hoogte met ozon zijn daarin meegenomen. Mogelijk is daarom dit getal iets lager dan je zou verwachten. Voor methaan komt dus 5Tg CO2,eq (één eenheid op de as) overeen met 0,2Tg methaan (200 miljoen kg). In 2018 dus in Nederland ca 700 miljoen kg anthropogene methaan.
De anthropogene methaanproductie is flink gedaald en dat komt vooral door de daling van methaan uit afval. Er zijn geen open vuilstorten meer in Nederland. De gasinfrastructuur is in zijn geheel goed voor 22 miljoen kg methaan. Veruit de grootste methaanbron is de landbouw (600 miljoen kg in 2018). Daarvan nam de veeteelt in 2016 512 miljoen kg methaan voor zijn rekening ( https://www.rvomagazines.nl/rvopublicaties/2018/01/ontwikkeling-in-broeikasgasemissies ).
De niet-anthropogene methaanproductie is een lastig verhaal omdat er over dat methaanaspect erg weinig bekend is. Het gaat dan om veengronden, waterlopen met organisch materiaal op de bodem, getijdengebieden als de Waddenzee en de Deltawateren.
Veengronden worden in het National Inventory Report 2020 uitvoerig behandeld volgens de internationale LULUCF-systematiek (Kyotoverdrag), maar alleen voor zover ze een beetje op bodem lijken en zo lang het niet om methaan gaat want daarover is te weinig bekend. Vast staat dat er methaan uitkomt, maar het blijft volstrekt onduidelijk hoeveel. Bovendien speelt bij veengebieden het grondwater een belangrijke rol. Daarvan kun je het peil beinvloeden en dan is de vraag waar anthropogeen ophoudt en natuurlijk begint.
Enkele andere onderzoekers uit kringen van ECN en Wageningen hebben zich (ergens rond 2010 aan een experiment gewaagd om broeikasgasemissies te meten in drie verschillende veenweidepolders. Als samenvatting twee afbeeldingen:
Afhankelijk van het beheer produceert veenweide (weer bij een omrekenfactor 25) 120 tot 320 kg methaan per hectare per jaar. Het lijkt me verstandig dit als indicatief aan te merken. Let wel dat de aan de natuur overgelaten polder, over alle broeikasgassen samen, netto broeikasgassen vastlegt.
Afgaand op de oppervlakte die het National Inventory Report 2020 geeft (in 2018 275000 hectare veen- of veenachtige grond), zou dit experiment orde van grootte van 55 miljoen kg methaan uitkomen. Dat tikt behoorlijk aan.
Mogelijk lozen de met kroos dichtgegroeide kleine slootjes (die niet onder de Kader Richtlijn Water vallen) en waar alle leven onder het kroos de pijp uit is, nog wat meer. Voormalig directeur Vos van de GGD Utrecht noemde in een brief aan Down to Earth (Milieudefensie) een getal van 1000kg methaan per hectare per jaar. Vraag is hoeveel hectare er van die slootjes bestaat.
Maar mogelijk de grootste bron is nog niet genoemd, namelijk de Waddenzee met zijn grote zand- en slibplaten met heel veel zuurstofloos begraven organisch materiaal. De Waddenvereniging kwam in 2009 uit de losse pols tot de schatting dat de Waddenzee goed is voor 750 miljoen kg methaan per jaar – wat meer zou zijn dan de totale nederlandse anthropogene emissie die in 2018 ongeveer 700 miljoen kg besloeg (zie https://www.waddenacademie.nl/organisatie/publicatie-lijst/publicatie-detail/klimaatverandering-en-het-waddengebied-position-paper-klimaat-en-water ). Of ze gelijk hebben valt moeilijk te zeggen, want er is nauwelijks onderzoek. De Waddenvereniging baseert zich op nog ouder Duits onderzoek nabij de Wesermonding en de Jadebusen ( https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0272771408004605 ) waarvan ik de toepasbaarheid niet meteen beoordelen kan.
Toch benieuwd hoe Nederland de Global Methane Pledge gaat uitvoeren als de grootste bron niet meetelt (de Waddenzee) en als de een na grootste bron in het vage gehouden is (de veeteelt). 30% af van wat precies? Het worden nog gezellige tijden met de boeren.
Formaliteiten CE Delft is een wijd gerespecteerd onafhankelijk onderzoeksbureau voor milieu-, energie- en klimaatstudies.
In opdracht van Eneco heeft CE Delft de vraag aangesneden welke voor- en nadelen verbonden zijn aan zes maatregelen om huishoudens te compenseren voor de, momenteel, hoge energieprijzen.
Bestaande maatregelen De regering heeft al eerder vijf probleemverminderende maatregelen ingevoerd. Vooralsnog gelden die alleen voor 2022.
Een lagere energiebelasting op elektriciteit. Die belasting is met €0,057 per kWh verlaagd. Dat scheelt een huishouden bij gemiddeld verbruik (1170m3 gas en2384kWh stroom) €137. Het kost het Rijk €1,1 miljard
Het deel van de energienota dat als basisbehoefte wordt gezien, en waarover geen energiebelasting hoeft te worden betaald (de ‘heffingskorting’ of ‘vermindering energiebelasting ‘) is verhoogd van €560 naar €825. Dat scheelt een huishouden €265 en kost het Rijk €2,1 miljard
Vanaf 1 juli 2022 is de BTW op energie verlaagd van 21% naar 9% . Dat scheelt een gemiddeld huishouden €140 en kost het Rijk (voor een half jaar) €1,1 miljard
Maximaal 800.000 huishoudens met een laag inkomen krijgen via de gemeente een eenmalige energietoeslag zijdens het Rijk van €800. De precieze doelgroep hangt af van het gemeentelijke minimabeleid. De toeslag zelf kost het Rijk €0,67 miljard en vergoeding voor uitvoeringskosten aan de gemeenten €0,175 miljard
De gemeenten krijgen een Specifieke Rijks Uitkering (SPUK) om huishoudens te ondersteunen met energiebesparingsmogelijkheden. Dit kost het Rijk €0,15 miljard, Daranaast krijgen gemeneten ook een SPUK om energiearmode te bestrijden. Dat kost het Rijk ook €0,15 miljard. Gemeenten hebben hier veel beleidsvrijheid. Beide regelingen samen leveren een gemiddeld huishouden €545 op.
De onderzochte nieuwe maatregelen De zes denkbare maatregelen staan in de linkerkolom van bovenstaande overzichtstabel. Hieronder worden deze aangeduid met 1 t/m 6. Daarachter staan de belangrijkste voor- en nadelen genoemd.
CE Delft heeft voor- en nadelen in kaart gebracht door de maatregelen langs vijf criteria te leggen:
Doelgroep: worden huishoudens gecompenseerd die hier het meeste baat bij hebben?
Uitvoerbaarheid (voor de energieleverancier, gemeente, Belastingdienst).
Effect op inkomensgroepen;
Effect op overheidsfinanciën.
Effect op energiebesparing: zorgt de maatregel voor een prikkel om te verduurzamen (energiezuinig gedrag en verduurzamingsmaatregelen)?
Komt erop neer dat in eerder genoemde bestaande maatregel 4. het bedrag voor lage inkomens opgehoogd wordt van €800 naar €1591 per jaar. Dit krijgt de juridische vorm van categoriale bijzondere bijstand. Het Rijk rekent met 120% van het sociaal minimum, maar er zijn gemeenten die de grens op 130% of 140% leggen. De toeslag wordt eenmaal per jaar verstrekt. IOAW- of IOAZ-huishoudens krijgen de toeslag automatisch. Andere huishoudens moeten deze toeslag aanvragen, tenzij ze al bij de gemeente in beeld zijn. Dat gebeurt niet altijd. De ingreep kost het Rijk over 2022 1,45 miljard (waarin de kosten van de bestaande maatregel 4. al bij inbegrepen zijn)
Komt er op neer dat het extra bedrag van €1591 per jaar beschikbaar gesteld wordt aan huishoudens die nu zorgtoeslag krijgen (dat zijn er 4,7 miljoen). Recht op zorgtoeslag bestaat alleen onder bepaalde (gecompliceerde) inkomensgrenzen. De toeslag kan beschikbaar gesteld worden als geld of als energievoucher (dan kan het alleen maar aan energie worden uitgegeven). Vouchers leiden tot een iets ingewikkelder uitvoering. De ingreep kost het Rijk over 2022 €5,5 miljard plus uitvoeringskosten bij de belastingdienst.
Komt er op neer dat in bestaand voorstel 2. de heffingskorting voor alle 8,0 miljoen huishoudens niet van €560 naar €825 gaat, maar van €560 naar €2151 gaat (het verschil is weer dezelfde €1591). Dat leidt tot een voor alle huishoudens even groot voordeel en dat werkt nivellerend. Er is geen afgeperkte doelgroep en daarom is de regeling duur: het kost het Rijk €12,8 miljard. Er zijn weinig of geen uitvoeringskosten.
Komt er op neer dat in bestaand voorstel 2. de heffingskorting voor de 800.000 huishoudens met de laagste inkomens niet van €560 naar €825 gaat, maar van €560 naar €2151 gaat (het verschil is weer dezelfde €1591). Voor de rest van de huishoudens (7,2 miljoen) gaat de heffingskorting nog steeds van €560 naar €825 Dat werkt nog nivellerender. Het maken van genoemd onderscheid is een organisatievretende wijze van werken. De ene mogelijkheid is dat de belastingdienst daar voor opdraait, de andere wijze is dat het gekoppeld wordt aan het Portaal voor Inkomensafhankelijke Huurverhoging (dat laatste is een voorstel van de brancheorganisatie van energieleveranciers). Het zou dan technisch ook uitvoerbaar zijn om de regeling gradueel ut te voeren (lage inkomens een heffingskorting van €2151, hoge van €825, en middeninkomens ergens daar tussen in). Deze regeling kost het Rijk €1,27 miljard plus behoorlijk wat uitvoeringskosten bij de belastingdienst. Waarschijnlijk is er een wetswijziging voor nodig.
Is een Belgisch systeem. In België gaat dat automatisch. In Nederland zouden aan de laagste inkomens (bijvoorbeeld de eerder genoemde 800.000 huishoudens onder 120% van het sociaal minimum) dan door de energieleverancier aparte, lagere tarieven gerekend moeten worden. CE Delft modelleert met een stroomprijs van die van 2021, zijnde €0,15/kWh (i.p.v. de gemiddelde waarde over 2022 van €0,40), en idem een gasprijs van €0,80 (i.p.v. €1,71) per kuub gas. Een gemiddeld gebruikend huishouden zou er dan aan gas en stroom samen weer dezelfde €1591 wijzer van worden. In Nederland zou dan de belastingdienst de inkomenstoets moeten doen, en die zou de uitkomst daarvan moeten doorgeven aan de energieleveranciers. Die moeten vervolgens een parallel tariferingssysteem opzetten en daar hebben ze niet veel zin in. Het kost ze enkele maanden voorbereidingstijd en tonnen aan uitvoeringskosten, deels structureel vanwege actualiseringen van de input. Het Rijk is zou er over 2022 1,27 miljard aan kwijt zijn, plus een hoop uitvoeringskosten.
Dezelfde €1591 zou verstrekt worden voucher op dezelfde organisatiewijze als nu de scholing voor de Stimulering Arbeidsmarkt positie geregeld wordt. Deze vouchers moeten worden aangevraagd en dat doet niet iedereen. De organisatie komt dan bij RVO en/of de belastingdienst. Aannemende dat alle 800.000 lage inkomen-huishoudens de vouchers aanvragen, zou dat het Rijk 1,27 miljard kosten over 2022, plus een heleboel uitvoeringskosten.
In de nieuwe voorstellen 1,2,3,4,6 blijft de prikkel om energie te besparen ongewijzigd. In voorstel 5 wordt die prikkel verzwakt.
Hoe verhoudt zich de extra compensatie tot de totale energiekostenstijging? Simpel gezegd, compenseert de extra compensatie het extra leed? En dat per mogelijke maatregel?
CE Delft onderscheidt laagste (20%), midden (60%) en hoogste (20%) inkomens. De grenzen tussen de categorieën liggen bij €23911 en €82591. Het stroom- en gasverbruik neemt toe met het inkomen volgens de gemodelleerde tabel
Vervolgens definieert CE Delft 2021 als referentieprijs, de reëel bestaande 2022-prijzen als ‘zeer hoge prijzen’ en een gemiddelde van beide als ‘hoog’. Zie tabel.
Er ontstaat nu een wirwar aan mogelijkheden die het makkelijkste kan worden samengevat met een figuur die weergeeft hoeveel een huishouden in de categorie laag, midden en hoog meer kwijt is aan energie in 2022 t.o.v. in 2021 na toepassing van elk van de zes compensatiemechanismen van CE Delft.
De 20% laagste inkomens zouden in 2022 t.o.v. 2021 zonder compensatie extra kwijt zijn het vaak genoemde bedrag van €1591. Omdat de compensatievoorstellen steeds de waarde €1591 als vertrekpunt kiezen, worden dus de laagste inkomens in alle varianten in 2022 t.o.v. 2021 volledig gecompenseerd. Met dat doel heeft CE Delft zijn systeem ontworpen. Daarom staat er bij de groep ‘laagste inkomens’ steeds €0.
Let wel, dat is gemiddeld. Wie meer dan gemiddeld uitgeeft, wordt niet volledig gecompenseerd. Dat gemiddelde-voorbehoud geldt overigens ook voor de andere inkomensgroepen.
Lees dit dus: in variant d) betalen de middeninkomens in 2022 t.o.v. 2021, na compensatie, dus €1985 meer en betalen de hoogste inkomens €2625 meer.
Conclusie CE Delft oordeelt dat de verhoging van de teruggave energiebelasting voor huishoudens met een laag inkomen (voorstel d) de meeste voordelen kent ten opzichte van de andere maatregelen die in deze notitie zijn verkend:
de maatregel gaat niet ten koste van de prikkel om energie te besparen;
het compensatiebedrag komt direct ten goede van de energierekening;
als het Portaal voor Inkomensafhankelijke Huurverhoging kan worden gebruikt voor de inkomenstoets, is de extra benodigde uitvoeringscapaciteit bij de Belastingdienst naar verwachting beperkt en kunnen mogelijk ook middeninkomens gecompenseerd worden.
Het vouchersysteem heeft vergelijkbare voordelen, maar huishoudens moeten het aanvragen, en het vraagt om meer uitvoeringslasten