Het vertrek van de sheriff en de industriepolitiek van Brainport

Commissaris van de Koning Van der Donk overhandigt Van Gijzel het lintje Officier van Oranje Nassau
Commissaris van de Koning Van der Donk overhandigt Van Gijzel het lintje Officier van Oranje Nassau

Op 6 september 2016 nam Rob van Gijzel (PvdA) in een extra raadsvergadering ceremonieel afscheid als burgemeester van Eindhoven, een betrekking die hij vanaf 7 april 2008 vervuld heeft.

Het ceremoniele afscheid van een burgemeester in Eindhoven heeft vaste ingredienten. De functionaris wordt bewierookt door andere hoogwaardigheidsbekleders, hij (nog niet zij) krijgt een lintje, hij geeft zijn politiek testament in een forse redevoering, de functionaris is inmiddels vastgelegd in olieverf en dat product wordt onthuld. Tenslotte na afloop een goede receptie.
Men had mij, als ex-hoogwaardigheidsbekleder, niet uitgenodigd om mede te bewieroken. Vandaar dat ik langs deze route mijn terugblik geef op het burgemeesterschap van Van Gijzel.

Van Gijzel en de standaard-taken van een burgemeester
Alle burgemeesters hebben een riedeltje aan standaardtaken. Ze leiden de raadsvergadering en het College van B&W, ze behandelen rampen, ongeregeldheden en voetbalwedstrijden, worstelen met de regionale samenwerking, bezoeken 100-jarigen en reiken gemeentelijke onderscheidingen uit, ze moeten iets met het hennep-beleid, en doen de Dodenherdenking. Verder komen er altijd onverwachte dingen af, waardoor de telefoon naast het bed op de raarste momenten af kan gaan. Burgemeester ben je samen, zoiets zei hij over de rol van zijn vrouw. Klopt.

Ik vond dat Van Gijzel zijn standaardtaken goed afwerkte.
Als gemeenteraadslid (voor de SP) heb ik twee jaar met hem te maken gehad. Dat liep allemaal wel. Ik had regelmatig genoeglijk gesteggel over de spreektijd tijdens de raadsvergadering, vooral op het laatst van de agenda, en de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat Van Gijzel vaak wel gelijk had. Verder werd hij wel eens ongeduldig als er teveel gezeverd werd en de spelletjes al te flauw werden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij ook hier regelmatig gelijk had.

Hij trad redelijk stevig op in openbare orde en veiligheidskwesties en verdedigde zijn apparaat naar beste vermogen, wat hem de bijnaam “De Sheriff” opleverde – een soort spot met een ondertoon van respect. Hij was (terecht) geen fan van de landelijke reorganisatie van de politie.
Hij was zelfs in praktijk een gekozen sheriff, want hij won in een burgemeestersreferendum van Leen Verbeek (ook PvdA). Van Gijzel startte met voorsprong, omdat hij uit Eindhoven komt, en wel uit een bekende PvdA-familie, en enige naam gemaakt had in de Tweede Kamer.
Van Gijzel vond het landelijke hennepbeleid terecht geschift en deed pogingen om dat op te rekken.

De regionale samenwerking en de gemeentelijke herindeling rond Eindhoven is een gebed zonder einde, maar de kikkers in de kruiwagen bleven redelijk gedresseerd.

Rampen werden geen nieuwe rampen en zelfs de feestelijkheden na het volkomen onverwachte kampioenschap van PSV liepen niet uit de hand.

En tenslotte, niet te vergeten, Eindhoven is een stad met relatief weinig ethnische wrijvingen. Ook dat komt niet helemaal vanzelf.

Van Gijzel en bescheidenheid
Men kan veel van Van Gijzel zeggen, maar niet dat hij aan valse bescheidenheid doet. Niet ten aanzien van zichzelf, en niet ten aanzien van de plaats van de regio Eindhoven in de kosmos, op zijn minst ten opzichte van Amsterdam, Rotterdam en Silicon Valley. Eindhoven was eerst de sociaalste stad en daarna de slimste. Alleen overdrijft hij zijn gelijk soms een beetje. De cultuurrelativistische gedachte dat op een boloppervlak elk punt principieel gelijkwaardig is, is aan hem niet besteed.
schilderij-van-gijzel-2a
Het schilderij, met Van Gijzel op de voorgrond en, nog net zichtbaar, Philips op de achtergrond, is exemplarisch. Het hoofd van de burgemeester steekt boven de dakrand van de Lichttoren uit en zijn haren (waarvan er volgens de functionaris meer geschilderd zijn dan werkelijk op het hoofd aanwezig) blokkeren nog net niet de letters op het dak. Het perspectivisch punt van de schilder moet ongeveer ter hoogte van des burgemeesters knieën gelegen hebben.

Ik vind dit alles meer amusant dan ergerlijk. Ik hou wel van personen met een beetje schwung en bovendien had hij behoorlijk succes. De energieke lobby, samen met de top van Brainport, bracht Den Haag ertoe de bijdrage per inwoner uit het Gemeentefonds aan Eindhoven fors te verhogen.

Zijn afscheidsredevoering, die de behaalde prestaties ruimhartig beschreef en die gloedvol iedereen bedankte die daaraan meegeholpen had, duurde een uur en dat was beduidend langer dan gepland. Over deze spreektijdoverschrijding heb ik hem niet horen mopperen.

Van Gijzel en het economisch beleid
De meeste moeite heb ik met delen van Van Gijzels economisch beleid.

(Cortés, ED, 7 sept 2016)
(Cortés, ED, 7 sept 2016)

In de regio Eindhoven liggen de crises bij Philips en DAF bij ouderen nog vers in het geheugen. Door Van Gijzels voorganger Rein Welschen (PvdA) is een soort corporatistische industriepolitiek opgebouwd, de ‘triple helix’. Overheid, bedrijfsleven en onderwijs werken met veel geduld, verlicht inzicht, subsidie en veel politieke massage samen. Het heeft zichtbare voordelen en minder zichtbare nadelen.  Eindhoven is er een belangrijk centrum van technologische ontwikkeling en maak-industrie door geworden, later Brainport genoemd. Van Gijzel vindt Eindhoven minstens zo’n belangrijke motor voor de landelijke economie als bijvoorbeeld de Rotterdamse Haven. Ik denk dat dat klopt.

Een nadeel is dat Brainport vooral geleid wordt door het belang van het bedrijfsleven op de korte en middellange termijn, en dat bijvoorbeeld ecologische en klimaatproblemen er moeilijk doordringen.
Typerend is dat Helmond binnen Brabant de stad is met de kleinste oppervlakte aan zonnepanelen van Brabant, en Eindhoven de een na slechtste. Alle grote niet-Brainportsteden doen het een stuk beter. Dit terwijl notabene in veel zonnepanelen Eindhovense uitvindingen verwerkt zitten. (zie Ranking list zonnepanelen )
brainport-1
Typerend is dat er voortdurend studenten afstuderen op nieuwe energetische gimmicks en studeertafelmodellen, maar dat geen daarvan tot brede ontplooiing leidt. De TUE heeft bijvoorbeeld een leidende positie bij smart grids en vraagbeïnvloeding, maar gaat naar Groningen of Amsterdam als men proeven wil doen op een schaal van tienduizenden huishoudens. Brainport maakt geen meters. (zie Brainport gekieteld door de eigen grootsheid )
De enige uitzondering is als de producten in het belang van de Automotive zijn (de  sterke regionale auto- en busindustrie met toebehoren), zoals laadpalen en navigatiesystemen. Het tekent de regio dat er een geslaagde buitenparlementaire actie voor nodig was (tegen de Ruit om Eindhoven), voordat de mindsetting naar een modern verkeersbeleid op gang begon te komen.

All-in is Eindhoven op dit moment, volgens de Klimaatmonitor van het CBS, alle energiesoorten opgeteld, voor ongeveer 3% duurzaam en Helmond (voor zover überhaupt achterhaalbaar) voor nog geen 2%. Dat is zelfs nog fors onder het landelijk gemiddelde (zie Klimaatmonitor )

Van Gijzel was de man bij uitstek geweest die de grote landelijke en internationale thema’s vanuit het democratisch proces in Brainport had kunnen brengen. Daarin heeft hij gefaald. Men zal in zijn afscheidstoespraak vergeefs op zoek gaan naar woorden als klimaat, eindigheid van de planeet, circulair, en milieu. Ik heb hem er bij de receptie op aangesproken, en ook daar zijn antwoord “Groei, groei, groei”. Die nadruk op economische groei in kwantiteit en kwaliteit was en is in de regio noodzakelijk, maar al lang niet meer voldoende.

Het is te hopen dat zijn opvolger John Jorritsma, een VVD-er met een economische achtergrond, erin slaagt een Brainport-industriepolitiek te ontwerpen die, behalve winst en werkgelegenheid, ook ecologie en klimaat dient. Dat is bittere noodzaak en hier starten Eindhoven en Helmond vanuit een grote achterstand.

 

Afvalwaterinjecties olieindustrie veroorzaken aardbeving in Oklahoma

Afvalwaterinjectie leidt tot aardbevingen
Op 3 september 2016 werd Oklahoma ’s ochtends wakker geschud door een aardbeving van 5.6 op de schaal van Richter. (Ter vergelijking: de aardbeving bij Vlodrop in 1992 was 5.8 op diezelfde schaal). De aardbeving in Oklahoma veroorzaakte daar een flinke materiele schade. Naar verluidt werd één man gewond.

In de Scientific American van juli 2016 ging Anna Kuchment al uitgebreid op het fenomeen in (en dat was niet het eerste artikel in de SciAm over het onderwerp). Het is ook niet mijn eerste artikel over dit onderwerp op deze site (zie Lozen van afvalwater olie- en gaswinning in ondergrond kan aardbevingen veroorzaken)
De oneline samenvatting van het artikel is dat “Wetenschappers er steeds zekerder van zijn dat er een link is tussen aardbevingen en de productie van olie en gas, maar dat de wetgevers sloom reageren”. Het artikel gaat echter niet over de directe seismische gevolgen van de winning van olie en gas (zoals we die nu in Groningen zien), maar over afgeleide seismische gevolgen van de injectie onder hoge druk van afvalwater van deze industrie terug de diepe ondergrond in.
Kuchment laat met een graphic zien hoe en waar er in Oklahoma in 2009 849 barrels de grond in ging (er waren in 2009 20 aardbevingen boven de 3.0 in Oklahoma), en in 2014 1538 miljoen barrels (er waren in 2014 581 aardbevingen boven de 3.0). Maar pas in april 2015 vroeg de staat Oklahoma voor het eerst om injectiebeperkingen bij 600 putten in gevoelige gebieden. Veel mensen in Oklahoma betwijfelden of dat niet te laat en te weinig was, en die hebben dus gelijk gekregen.
President Obama heeft per decreet 37 injectieputten meteen gesloten.
Staten als Ohio en Kansas waren eerder met maatregelen, Texas nog later.

Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016
Epicentrum van de door afvalwaterinjecties geïnduceerde 5.6-aardbeving in Oklahoma op 3 sept 2016

Ook de reguliere olie- en gaswinning produceert afvalwater
Alle vormen van olie- en gaswinning leiden tot moeilijk verwerkbaar afvalwater.
In essentie komt de winning er vaak op neer dat men pompt in of bij fossiele ondergrondse zeeën. Een klein deel van het water, met in essentie alle oude zout, is nog in de porieën aanwezig. Bij de winning wordt nieuw water aangevoerd, bij schaliegas altijd en veel, bij de olie- en gaswinning soms en minder, maar er komt hoe dan ook afvalwater vrij (oud en nieuw) dat erg zout is en van nature licht radioactief. Dat is moeilijk op reguliere wijze te verwerken en daarom pompen de exploitanten het terug de grond in. “Terug waar het vandaan komt” is de rechtvaardiging.

Maar het komt niet precies terug waar het vandaan komt. Er worden injectieputten geslagen waar dat kan. De hoge druk-pompen persen het water ondergronds alle kanten op en daarbij activeert het water (als een soort smeerolie) bestaande breuken, die tot dan toe muurvast zaten. Die gaan schokkend glijden en dat zijn de aardbevingen.

Schoonebeek
Schoonebeek

Twente en de NAM
Ook de NAM loost, zij het op kleinere schaal, onhanteerbaar zout afvalwater van de oliewinning in Schoonebeek in de ondergrond in mijn geboortestreek Noord-Twente. Het water komt terecht in poreuze zandlagen op 1200 tot 1800 meter diepte, waar tot dan toe gas zat. Het wordt van Drente naar Twente getransporteerd door een leiding door Duitsland die  eerder bedoeld was voor gas (de andere kant op), en die stilgelegd is omdat hij lekte. Sindsdien wordt er in Schoonebeek geen olie meer gewonnen. De leiding is gerepareerd en in het najaar van 2016 wil de NAM weer opnieuw beginnen. Geen putten, geen olie.
Het leidt in de streek tot veel ongenoegen.

Omdat aardbevingen vanwege deze oorzaak alleen kunnen plaatsvinden als er bestaande breuken zijn, die geactiveerd kunnen worden, ter informatie eerst een kaart van de Nederlandse breuksystemen, voor zover bekend. Er loopt een breuk door Twente.
En het is beslist af te raden om in Brabant ondergronds afvalwater te gaan injecteren.

Breuklijnensysteem in Nederland
Breuklijnensysteem in Nederland

De NAM heeft op zijn website een aparte themapagina aan het onderwerp geleid (http://www.nam.nl/nl/our-activities/water-injectie-in-twente.html ). De NAM ontkent dat er gevaar is, o.a. omdat de NAM (naar eigen zeggen) onder een relatief lage druk pompt en de ontwikkelingen voortdurend monitort. Daartoe wordt het bestaande geofoonnetwerk in Noord-Nederland uitgebreid.
“De beoogde injectiereservoirs in Twente zijn niet eerder seismisch actief geweest. Door de oorspronkelijke reservoirdruk niet te overschrijden, worden dan ook geen trillingen als gevolg van waterinjectie verwacht.” Aldus de NAM op zijn site. Om het makkelijk te maken, heb ik de belangrijkste teksten bij elkaar gezet in deze Wordfile:  NAM-site over Twentse afvalwaterinjecties dd 2016
Maar in Texas en Oklahoma waren die seismische effecten er eerder ook niet.

De olie- en gaswinning moet sowieso omlaag naar heel weinig vanwege het klimaat. In elk geval in Twente heeft dat ook andere voordelen.

Klimaateffecten in Brabant 8 – Waterbeheer

Op deze site loopt een serie over klimaateffecten en klimaatadaptatie in Brabant.

In het julinummer van de Nieuwsbrief van de Brabantse Milieu Federatie (BMF) stond een goed artikel over grond- en oppervlaktewaterbeheer van Vanessa Mommers, zowel in te droge als te natte tijden. Ik heb dit (met toestemming) hieronder overgenomen.

———————————————–

Brabantse Milieufederatie

De extreme regenval in de afgelopen tijd heeft geleid tot nogal wat discussie over het beleid van de waterschappen. Met name de landbouw gebruikt de wateroverlast en de schade die daaruit voortvloeit om te pleiten voor snelle waterafvoer. Daarbij schuwt men niet de natuur als veroorzaker van alle kwaad aan te wijzen.
overstroomde weg

Een reportage die de Volkskrant op 18 juni publiceerde over boer Van Beers uit Vessem is daarvoor exemplarisch. Van Beers beklaagt zich over het waterschap. Hij vraagt zich af of de natuur vóór de oogst gaat: ‘Het is waterbeleid dat nog dateert uit een tijd dat verdroging een thema was. Maar nu is er het nieuwe klimaat met zijn hoosbuien.’

Ik kan me de frustratie van Van Beers goed voorstellen, want het is niet zomaar iets om je oogst verloren te zien gaan. Toch vind ik de wijze waarop de landbouw deze discussie voert onnodig polariserend. Bovendien gaat deze wijze van discussiëren voorbij aan de werkelijke opgave waar we voor staan, namelijk Nederland klimaatbestendig maken.

Nederland staat bekend als een land dat letterlijk weet hoe het hoofd boven water te houden. Technisch zijn we tot heel veel in staat. Waar we water nodig hebben wordt het aangevoerd, waar het te veel is wordt het afgevoerd. Dat teveel afvoeren heeft de afgelopen decennia geleid tot verdroging, een van de grootste bedreigingen voor de Nederlandse natuur. Die verdroging is – anders dan Van Beers beweert – nog steeds een actueel thema, zeker op de hoger gelegen zandgronden in Zuid- en Oost-Nederland. Die verdroging vormt op termijn ook een bedreiging voor de landbouw zelf en – wellicht nog belangrijker – voor de drinkwatervoorziening. Juist door het ‘nieuwe klimaat’. Want we moeten niet alleen rekening houden met meer en heviger hoosbuien, maar ook met langere periodes van droogte. Waar halen we dan het water vandaan?

Als het peil van de Maas door langdurige droogte zakt, zal er vanuit de rivier niet altijd meer voldoende water zijn om aan te voeren voor de landbouw. De landbouw zal dan vaker uitwijken naar beregening uit grondwater. Dat grondwater hebben we echter ook nodig voor drinkwater en voor de industrie.

In Brabant liggen strategische grondwatervoorraden waaruit in geval van calamiteiten, bijvoorbeeld een nucleaire ramp, grote delen van Nederland van drinkwater moeten worden voorzien. In een rapport van Deltares uit 2014 staat dat in het verleden in droge zomers de landbouw in een betrekkelijk korte periode meer grondwater onttrok dan de drinkwatervoorziening op jaarbasis. Met de intensivering van de landbouw, langere periodes van droogte en lage Maaspeilen in het vooruitzicht, ziet het ernaar uit dat de druk op het grondwater alleen maar groter gaat worden. En grondwater is geen onuitputtelijke bron. Dus hoe zorg je er voor dat ook toekomstige generaties nog van die bron gebruik kunnen maken? Door water bovenstrooms zoveel mogelijk vast te houden waar het valt en het ter plekke te laten ‘inzijgen’.

In deze ‘duurzame zoetwatervoorziening’ spelen natuurgebieden een belangrijke rol. In de natuur kan water worden vastgehouden én gezuiverd. Natuurgebieden kunnen ook worden ingezet om een tijdelijk overschot aan water te bergen, mits het water niet verontreinigd is uiteraard. Zo doet bijvoorbeeld het opvangbekken langs de Beerze dezer dagen goed zijn werk zodat elders geen gebieden overstromen. In het nieuwe klimaat zullen meer van zulke buffers in beekdalen gewenst zijn.

De waterschappen werken hard aan die duurzame zoetwatervoorziening. Zij nemen daarmee verantwoordelijkheid voor een vraagstuk dat veel complexer en genuanceerder is dan in de Volkskrant wordt gesuggereerd met de uitspraak ‘vogels zijn geholpen, maar de aardappelen rotten weg’. Hiermee reduceert men het probleem van wateroverlast ten onrechte tot een keuze tussen landbouw of natuur. Een duurzame zoetwatervoorziening gaat ons allemaal aan. Het gaat namelijk over ons drinkwater, ons viswater, ons vaarwater, de grondstof voor ons bier en onze frisdranken, het water in de koeltorens van onze elektriciteitscentrales enzovoorts.

Bovendien ben ik er van overtuigd dat het versimpelen van de discussie over wateroverlast tot ‘landbouw versus natuur’ niet leidt tot duurzame ingrepen in ons watersysteem. Om Nederland voor te bereiden op meer wateroverlast, maar ook op langduriger perioden van droogte is meer nodig dan extra pompcapaciteit, een ander maaibeleid en het rechttrekken van waterlopen.
vanessa mommers_BMF
Vanessa Mommers
Ruimte en water
vanessa.mommers@brabantsemilieufederatie.nl

 

Scriptie over de klimaat-aspecten van het vliegen

Voor mijn studie Milieukunde aan de Open Universiteit moest ik de module Milieuproblemen en Duurzame Ontwikkeling afsluiten met een scriptie van ongeveer 5000 woorden (inclusief literatuurlijst volgens de APA-regels). Ik heb die laten gaan over een onderwerp waar ik al het nodige van af wist, de klimaataspecten van het vliegen.
De titel is Klimaat  dwingt de vliegtuigsector tot beperking, en de wereld tot keuzes

Het vliegverkeer neemt al decennia toe en zal dat bij ongewijzigd beleid blijven doen. De bijbehorende emissies zullen dan navenant toenemen.

Links het brandstofverbruik per jaar (een Tg is een miljard kg = 1 miljoen ton), rechts het aantal kilometers dat betalende passagiers jaarlijks afleggen (Lee et al.)
Links het brandstofverbruik per jaar (een Tg is een miljard kg = 1 miljoen ton), rechts het aantal kilometers dat betalende passagiers jaarlijks afleggen (Lee et al.)

Op de Klimaatconferentie in Parijs is geeist dat de mondiale tempera-
tuur minder dan 2°C moet stijgen. Dat kan alleen bij dalende emissiescenario’s.

Technische vooruitgang kan de groei van het vliegen tot op zekere hoogte ontkoppelen van de bijbehorende broeikasgasemissies. De vliegsector heeft daartoe een ideaal-scenario opgesteld waarin al een zekere emissiegroei als vooronderstelling verwerkt zit.

Het ATAG-model 2010, waarmee de vliegsector denkt zijn emissies te kunnen beperken. In mijn scriptie heb ik ervoor gekozen dit model normatief te maken. Het moet gehaald worden. Ik denk niet dat dat gaat lukken. Voor zover het niet lukt, moet er minder gevlogen worden.
Het ATAG-model 2010, waarmee de vliegsector denkt zijn emissies te kunnen beperken. In mijn scriptie heb ik ervoor gekozen dit model normatief te maken. Het moet gehaald worden. Ik denk niet dat dat gaat lukken. Voor zover het niet lukt, moet er minder gevlogen worden.

Diverse commentaren echter maken aannemelijk dat technische middelen overschat worden en dat ook dit ideaal-scenario niet bereikt wordt.

Vliegmaatschappijen en luchthavens draaien economisch vaak marginaal draaien en zetten hun economisch belang vaak zwaarder neer dan gerechtvaardigd. Ze behartigen hun belangen agressief.

In deze tekst wordt ervoor gekozen het ideaal-scenario van de vliegsector normatief op te leggen. Luchtvaartgroei is slechts mogelijk als alle bijbehorende broeikasgaseffecten aantoonbaar weggecompenseerd worden tot op het ideaal-scenario. Dat leidt tot minder groei, en  mogelijk tot krimp.

Dat vraagt om een nieuw concept om internationale communicatie en verplaatsingen te blijven faciliteren.
Communicatie moet vaker op afstand plaatsvinden.
Verplaatsingen moeten door alternatieven worden overgenomen, zoals een HSL-net met een goed onderliggend spoorwegnet. Het alternatief moet beduidend minder broeikasgassen produceren dan vliegen.

De volledige tekst van de scriptie is hier te vinden –> Klimaat dwingt de vliegtuigsector tot beperking en wereld tot keuzes-3

VS-krijgsmacht bereidt zich voor op klimaatoorlogen

Politici in de VS steggelen er nog over, maar de krijgsmacht van de VS is er al lang uit: het is nodig om je voor te bereiden op oorlogen, waarvoor het klimaat de “threat multiplier” of de “accelerant of instability” wordt. Niet de enige oorzaak, maar wel een versterkende factor naast slecht en corrupt bestuur, ethnische verdeeldheid en bevolkingsgroei. Nigeria is een voorbeeld: door slecht en corrupt bestuur, ontbossing, overbegrazing en ook door het verschuiven van de regenzones is het noorden van Nigeria van vruchtbaar boerenland veranderd in savanne. Dat heeft de opkomst van Boko Haram ongetwijfeld geholpen.

Bij het voorkomen en bestrijden van de geopolitieke gevolgen hiervan wordt de krijgsmacht van de VS als vanzelf een belangrijke speler op het gebied van de humanitaire hulp. Niet omdat ze ineens softie zijn geworden, maar omdat het belang van de VS ermee gediend is. De leiding in de afzonderlijke militaire districten in de wereld heeft inmiddels in januari 2016 instructies gekregen om plannen te maken.

Hierover schrijft Andrew Holland in de Scientific American van juni 2016.

Klimaatverandering heeft een direct en indirect gevolg.

Direct kan de militaire infrastructuur door de stijging van de zeespiegel onder water lopen. (Het zou tragisch zijn als Guantánamo Bay onderliep? Zeg ik, niet Andrew Holland). Dat is de minste zorg.

Indirect ligt het veel moeilijker. Holland noemt enkele voorbeelden.

In Afrika, waar de grootste problemen verwacht worden, hebben de VS weinig militaire mensen rondlopen. Daar werkt de krijgsmacht van de VS samen met USAID, en werkt hij in eerste instantie min of meer diplomatiek. Holland noemt als positief voorbeeld Burundi. Op basis van wetenschappelijk onderzoek was daar ellende voorspeld en die kwam inderdaad toen de huidige president ongrondwettelijk nog een derde termijn aan de macht wilde blijven. De rellen hebben tot nu toe zo’n 500 mensen het leven gekost, maar de zaak liep in zoverre niet uit de hand dat het (door de VS getrainde leger) leger neutraal bleef (beweert Holland). Met Nigeria hebben de VS tot nu toe weinig bemoeienis gehad.

In Azië noemt Holland de hulpverlening aan de Phillipijnen na de orkaan Haiyan als voorbeeld. De VS-krijgsmacht  kon daar snel en goede hulp bieden. Obama kon zes maand later een nieuw defensieverdrag tekenen. Haiyan is een klimaatvoorbeeld, omdat de oceanen warmer worden, waardoor aantal en heftigheid van de typhoons toeneemt. Zolang een Amerikaanse bondgenoot banger is voor de volgende typhoons als voor de Chinese dreiging, aldus vrij vertaald het militaire standpunt, staat hun hoofd niet naar uitbreiding van hun defensie. Aldus opgetekend door Holland.

Syriers bidden om regen
Syriers bidden om regen

Ook in het Midden-Oosten zijn er veel klimaatproblemen (oa Syrië), maar vooralsnog zijn de Amerikanen daar zo druk aan het vechten dat er geen langere termijn-gedachten op de agenda verschijnen.

Tenslotte besteedt Holland een analyse aan het noordpoolgebied. Dat wordt ijsvrijer (maar het ijs blijft grillig). De Russen hebben er hun machtige Noordelijke vloot, de VS alleen patrouillerende onderzeeërs en geen infrastructuur. Militaire aanwezigheid daar zou de Amerikanen kapitalen kosten. Vooralsnog tekent zich een ijsbrekerwedloop af.

Zie: Burgeroorlog in Syrië mede veroorzaakt door klimaatverandering

Zie: Sanders over terrorisme en klimaatverandering

Zie: Hoe Kemal Ali op Lesbos terecht kwam

climate security report 2012_Foley_Holland-rr
Zie: Catharine Foley en Andrew Holland, American Security Project, 2012
op www.americansecurityproject.org/climate-security-report

2014 climate change adaptation roadmap_US DOD
2014 Climate Change Adaptation Roadmap, US Department of Defense, june 2014
zie 2014 climate change adaptation roadmap_US DOD

Response to Congressional Inquiry on National Security Implications of Climate-Related Risks and a Changing Climate op
http://archive.defense.gov/pubs/150724-congressional-report-on-national-implications-of-climate-change.pdf

 

Aarde wordt inderdaad steeds warmer

Een internationaal rapport van de American Meteorological Society, de State of the Climate, toont aan dat de aarde inderdaad steeds warmer aan het worden is.
state of the climate_titelpagina

De VS-overheidsorganisatie NOAA (de National Oceanic and Atmos-
pheric Adminstration) maakte een samenvatting van het rapport. Enkele highlights:

  •  De langetermijn trend in de klimaatverandering en een van de sterkste El Niño’s ooit zorgden ervoor dat 2015 nog warmer was dan 2014, en daarmee het warmste jaar sinds de metingen begonnen.
    De mondiaal gemiddelde landtemperatuur zat ruim 0,4°C boven het gemiddelde van 1981-2010 (in de klimaatleer werkt men standaard met 30 jaar-perioden bg)
    Het Noordpoolgebied was jaargemiddeld 1,2°C warmer.
  • De broeikasconcentraties van CO2, methaan en N2O waren de hoogste ooit (CO2 jaargemiddeld 399,4ppm, een stijging van 2,2%).
  • De mondiaal geiddelde zeewatertemperatuur zat ongeveer 0,35°C bovengemiddeld, en is eveneens een record
  • De zeespeigel is 70mm gestegen sinds men in staat was die mondiaal te meten, in 1993
  • Er waren in 2015 over de hele aarde 101 tropische cyclonen, terwijl er dat van 1981-2010 jaargemiddeld 82 waren

state of the climate_continents

De NOAA-samenvatting is te vinden op http://www.noaa.gov/international-report-confirms-earth-hot-and-getting-hotter .

In de NOAA-samenvatting wordt doorgelinkt naar het integrale rapport. Let wel, dat is 106MB. Zie www.ametsoc.org/ams/index.cfm/publications/bulletin-of-the-american-meteorological-society-bams/state-of-the-climate/ .

De historici van het Groenlandse ijs

Als de Groenlandse ijskap helemaal zou verdwijnen, zou de zeespiegel meer dan zes meter stijgen. Nu is het niet meteen zover, maar over enkele eeuwen zou het wel kunnen. Tot nu toe zijn de verwachtingen voor 2100 dat het Groenlandse ijs drie decimeter aan de zeespiegel toe-
voegt. Maar veel is nog onbekend en het lijkt uiterst relevant voor
Nederland. Groenland verliest nu 200 miljard ton ijs per jaar.
ice historians-2
Het is daarom interessant dat Nature (Quirin Schiermeier, 28 juli 2016) aandacht besteedt aan Deens academisch onderzoek, met in de hoofdrol Anders Bjørk. Bjørk is een avontuurlijk type, dat gek is op de poolgebieden en met grote regelmaat op Groenland komt. Maar vlak buiten Kopenhagen, in een oud fort, vond hij een researchobject dat minstens zo waardevol was en dat hem even intensief bezig houdt als zijn veld-
werk op Groenland.

Oude luchtfoto’s. Begin jaren ’30 lagen Denemarken en Noorwegen overhoop wie er de baas was op Groenland. Denemarken won dat in 1933 bij het Internationaal Hof in Den Haag. Intussen waren er tienduizenden (ooit geheime) foto’s gemaakt, waarvan de gevoelige negatieven in het Deense fort lagen. De toenmalige expeditie werd geleid door Knud Rasmussen. De foto’s zijn gemaakt vanaf 4000 m hoogte, vanuit een open watervliegtuig, met een roterende camera.
De toenmalige onderzoekers hebben goed werk geleverd. Ook zonder GPS bleek het mogelijk nauwkeurig te navigeren.
Uiteraard kijken de meeste foto’s schuin op het land. Daardoor moeten ze een voor een met de hand omgezet worden naar nette coördinaten. Dat gaat goed, maar kost veel tijd.
ice historians-1
Nu bekend is dat Bjørk zich met dit werk bezig houdt, wordt hem van alle kanten materiaal aangeboden, waardoor zijn bestanden zowel naar voren als naar achteren uitgebreid zijn. Deze kant op tot voorbij de oudste satellietgegevens, die 40 jaar oud zijn, en de andere kant op tot voorbij de uitvinding van het fototoestel, zoals schetsen van Hinrich Rink (1851) van de Jakobshavn gletsjer. Ook dat bleek precisiewerk. Bjørk heeft ook schetsen die Alfred Wegener kort voor zin dood gemaakt heeft op centraal-Groenland (Wegener was de man die voor het eerst de theorie van de ‘plate tectonics’ geopperd heeft – de theorie van de drijvende continenten. Hij werd aanvankelijk voor gek versleten.).
Inmiddels heeft Bjørk 180.000 luchtfoto’s en en ongeveer 600 schetsen en schilderijen.
Ook heeft Bjørk historische metingen van de zeewatertemperatuur, die gelegd kunnen worden naast die van het NASA Oceans Melting Greenland project.

Elk van de 309 rode stippen is een grote gleysjer. Elk blauw lijntje is een vliegtracé.
Elk van de 309 rode stippen is een grote gleysjer. Elk blauw lijntje is een vliegtracé.

Het algemene beeld is dat het ijs zich moeilijk in regels laat vangen.

In Bjørks analyseperiode is het ook door natuurlijke oorzaken warmer en kouder geweest. Eind 19de eeuw was het relatief koud, en begin 20ste eeuw relatief warm. Men ziet dat terug op de foto’s. Gletsjers reageren gevoelig op kleine temperatuurverschillen, maar gletsjers die in zee eindigen reageren sneller dan die op het land liggen. En daarbinnen hebben gletsjers ook nog een individueel gedrag, dat mogelijk wordt beïnvloed door de onderliggende rotsen.

Maar de tekens zijn niet goed. De huidige terugtocht duurt langer en is omvangrijker dan bij eerdere fluctuaties het geval was. Het gemiddelde jaarlijkse ijsverlies tussen 2003 en 2010 was meer dan het dubbele van het gemiddelde in de 20ste eeuw.
groenlandse gletsjer_1932_nu

 

 

Een vliegtuig op zonnepanelen kan, maar is geen oplossing – updat 26 juli 2016

Update: De Solar Impulse is weer terug waar hij begon, in Abu Dhabi. Op 26 juli 2016 zette hij zijn wielen weer aan de grond.

De Solar Impuls 2 is weer terug in Abu Dhabi op 26 juli 2016
De Solar Impuls 2 is weer terug in Abu Dhabi op 26 juli 2016

Op de foto de piloten Piccard en Borschberg.
Ze hebben 40.000 km achter de kiezen in ongeveer 800 uur zuivere vliegtijd. De reis heeft veel langer geduurd (van 9 maart 2015 tot 26 juli 2016), maar dat kwam vanwege storingen en vanwege slecht weer. de Solar Impuls 2 is een extreem mooi weer-vliegtuig.
Piccard meent “I’m sure that within the next 10 years we’ll see electric airplanes carrying 50 passengers on short- to medium-haul flights,”. Ik geloof er niets van, tenzij hij erbij zegt dat hij hybride elektrische vliegtuigen bedoelt. Dan zou hij gelijk kunnen hebben.

Niettemin een geweldige prestatie, die nog meer voor duurzame energie als voor duurzaam vliegen van belang is.

De Scientific American van 9 maart 2015 geeft een mooi verhaal met mooie foto’s over de Solar Impulse 2 die alleen op zonne-energie vliegt. Het vliegtuig is op 8 maart 2015 gestart in Abu Dhabi voor een tocht rond de wereld met als eerste stop Oman, waar het vliegtuig vanwege het weer een paar uur rondjes moest draaien  voor het kon landen.
Het vliegtuig is een prachtig voorbeeld van wat je met zonne-energie kunt (je kùnt ermee vliegen) maar ook wat je er niet mee kunt (namelijk er praktisch mee vliegen).

De Solar Impulse 2 in de hangar
De Solar Impulse 2 in de hangar

Het vliegtuig weegt 2300 kg, waarvan ruim een kwart opgaat aan vier lithium polymeer-batterijen. Het vermogen komt van 17248 monokristallijne ultradunne (135 micrometer) siliciumzonnecellen met een totale oppervlakte van 269,5 m2 en een rendement van 23%, die samen goed zijn voor 340 kWh/dag. De spanwijdte is 72 m, meer dan van een Boeing 747.

Spanwijdte-vergelijking met een Boeing 747
Spanwijdte-vergelijking met een Boeing 747

De topsnelheid is 140 km/uur. Er past één piloot in, die de beschikking heeft over 3,8m3 leefruimte met een geïmproviseerde toiletvoorziening.
Behalve in accu’s, slaat het vliegtuig overdag ook energie op als zwaarte-energie. Het vliegtuig klimt overdag naar 8500 m hoogte (de cockpit is onverwarmd en heeft geen overdruk!) en daalt ‘s nachts als een zweefvliegtuig naar 1500 m.

Wie de tocht om de wereld wil volgen kan naar http://www.solarimpulse.com/ gaan. Wie meer over de techniek wil weten kan het beste kijken op http://globalrevolution.org/en/our-story/#.VQOOtY5qJ7k

De Solar Impulse 2 in Abu Dhabi
De Solar Impulse 2 in Abu Dhabi

Het is prachtige techniek en een prima voorbeeld wat zonne-energie kan. Tegelijk is het een bewijs dat vliegen, hoezeer men dat ook zou wensen, niet duurzaam te krijgen is. Het is niet mogelijk om op deze basis een praktisch vliegtuig te bouwen.
Men kan zich geen vliegtuig voorstellen dat 100 echte mensen, met vracht, in een drukcabine in enkele uren betrouwbaar (en dus niet al te weer-afhankelijk) 3000 km weg brengt zonder gebruik van kerosine – zij het fossiel, zij het duurzaam. Dat is een van de redenen waarom ik er in deze kolommen steeds voor pleit om niet tot een te snelle en absolute afwijzing van biobrandstof te komen.

Hopelijk wordt er in 2050 een stuk selectiever gevlogen. Maar kerosine zal ook dan nodig blijken.

Eerste halfjaar 2016 breekt nieuwe warmterecords

De World Meteorological Organization (WMO) meldde in een persbericht van 21 juli 2016 dat het gemiddelde weer op aarde over het eerste half jaar van 2016 weer vele records gebroken heeft. Het jaar 2016 zou het warmste jaar ooit op aarde kunnen worden sinds het begin van de registratie.
Voor de volledige tekst zie Global climate breaks new records januari-juni 2016 .
De stelling is gebaseerd op een rapport van de US National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) ( http://www.ncdc.noaa.gov/sotc/global/201606 )  en NASA’s Goddard Institute for Space Studies (NASA_GISS) (http://svs.gsfc.nasa.gov/12305 ), beide gezaghebbende instituten.

hottest years global temperature

Another month, another record. And another. And another. Decades-long trends of climate change are reaching new climaxes, fuelled by the strong 2015/2016 El Niño,” said World Meteorological Organization Secretary-General Petteri Taalas.

The El Niño event, which turned up the Earth’s thermostat, has now disappeared. Climate change, caused by heat-trapping greenhouse gases, will not. This means we face more heatwaves, more extreme rainfall and potential for higher impact tropical cyclones,” said Mr Taalas.

De CO2- concentraties zijn over de 400ppm hene geschoten.
De gemiddelde temperatuur op aarde was 1.3°C warmer dan eind 19de eeuw.
De ijskap op Groenland begon ongewoon vroeg te smelten en het Noordpoolijs neemt 40% minder oppervlakte in dan rond 1980.
Het was een stuk droger dan normaal in o.a. Spanje en het westen en midden van de VS, en een stuk natter dan normaal in o.a. Noord- en Centraal Europa.

VN-baas ban Ki Moon heeft de wereldleiders op 21 sept 2016 uitgenodigd om over de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs te praten.

In een ander artikel van dezelfde dag publiceerde de WMO een afbeelding van een hittegolf op 21 juli 2016.

Hittegolf in het Midden-Oosten op 21 juli 2016. In kuweit en Basra was het 54 graad C.
Hittegolf in het Midden-Oosten op 21 juli 2016. In Kuweit en Basra was het 54 graad C.

Zie WMO over temperatuurrecord in Kuweit .
Het was (volgens de WMO) rond de 54°C in Kuweit en Basra, maar ook in grote steden als Riad en een stad als het Perzische Ahvaz (met ruim een miljoen inwoners) moet het zo warm geweest zijn. De WMO stuurt een commissie naar Kuweit om de meting te controleren.
Deze hittegolf besloeg een groter gebied. In het zuiden van Marokko was het tussen de 45 en de 47 °C
Er zijn heel oude metingen die nog iets hoger liggen dan 54°C (1913 Death Valley en 1931 Tunesie), maar die worden niet meer vertrouwd.

Men vraagt zich af in hoeverre deze gebieden nog bewoonbaar blijven. Zie bijv. Hoe Kemal Ali op Lesbos terecht kwam  en Burgeroorlog in Syrie mede veroorzaakt door klimaatverandering  .

 

Klimaateffecten in Brabant 7 – Met je voeten in te veel modder

Het systeem voldoet aan de norm, maar de norm voldoet niet meer. Dat is een notedop de inhoud van de Statenmededeling over wateroverlast in Noord-Brabant (4 juli 2016). nn

Wateroverlast in juni 2016
Wateroverlast in juni 2016

Op basis van een eerder ingediende motie van CU-SGP en CDA had het College van Gedeputeerde Staten (GS) bekeken in hoeverre akkerland en grasbouw nog adequaat beschermd waren tegen overvloedige neerslag. Provinciale Staten gaan daarover.

Wat komt er uit dat ‘bekijken’?
De uitkomst van dat bekijken is een soort drietrapsraket.

De eerste trap is dat de situatie nagenoeg overal voldoet aan de nu geldende wettelijke norm. Die luidt:
beschermingsnormen wateroverlast
(Lees: de spoorwegen mogen gemiddeld maar eens in de 100 jaar onder lopen enzovoort.)

De waterschappen hebben een systeem ontworpen dat nagenoeg overal aan deze norm voldoet, als uitgegaan wordt van het Klimaatscenario van 2006 van het KNMI en de bijbehorende neerslagtabellen.

De tweede trap is dat het KNMI in 2014 een nieuw scenario gemaakt heeft, waarbij door STOWA (dat is zoiets als het wetenschappelijk bureau van de waterschappen) nieuwe neerslagreeksen berekend zijn. De uitkomst in een notedop:
neerslagwaarschijnlijkheden oud en nieuw_STOWA
(Lees: als er in 2006 eens per 10 jaar 80mm regen in vier dagen viel, viel er in 2014 eens per 10 jaar 89mm in vier dagen, enz.)

De volledige STOWA-tekst is te vinden op http://www.stowa.nl/publicaties/publicaties/nieuwe_neerslagstatistieken_voor_het_waterbeheer__extreme_neerslaggebeurtenissen_nemen_toe_en_komen_vaker_voor .

Let wel: deze cijfers zijn gemiddeld over een groter gebied.

De  derde trap is dat er in een klein gebied “boven-normatief veel” regen kan vallen. Bijv. in 2015 in het land va Heusden en Altena viel er lokaal in korte tijd meer dan twee keer zoveel regen als waar het systeem op berekend is.

 

Wat gaan GS nu doen?
In 2018 (dat is een jaar vroeger dan eigenlijk moest) gaan de waterschappen een nieuwe voortgangsrapportage schrijven. Die zal formeel getoetst worden aan het nieuwe klimaatscenario annex de nieuwe STOWA-cijfers. Op verzoek van GS maken de waterschappen een indicatieve tussenrapportage in 2016.

Verder gaan GS met de waterschappen in overleg over maatregelen om de gevolgen van “boven-normatieve” lokale hoosbuien te verlichten. Die krijgen een plaats in de uitvoeringsagenda van het Provinciaal Milieu- en Water Plan. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een eerdere studie van het (Gelderse) waterschap Rivierenland.

Tenslotte gaan GS in overleg met gemeenten over de, soms ernstige, wateroverlast in stedelijk gebied (zie Tilburg en het noodweer van 28 juli 2014)

 

Maar denk ook aan droogte!
De bevolking heeft, niet onbegrijpelijk, de sterke neiging zich het meest bezig te houden met de meest verse ellende. En dat is nu teveel water.
Maar het meer extreme weer, dat het klimaat ons brengt, kan ook betekenen dat er meer extreme droogtes komen. Een boer koopt er weinig voor als voorkomen wordt dat zijn oogst in het ene jaar verzuipt en in het andere jaar verdroogt. Er is dus een totaalplaatje nodig. Daartoe is het Deltaplan Hoge Zandgronden ontworpen ( Het Deltaplan hoge zandgronden)