Koop een goede afzuigkap en zet die aan!

Fijn stof binnenshuis
De door bronnen binnenshuis veroorzaakte luchtvervuiling komt bovenop de
achtergrond binnenshuis, die ongeveer de buitenshuis bestaande luchtvervuiling  volgt.
Aan de buitenshuis bestaande luchtvervuiling is in deze kolommen al veel aandacht besteed, daarom nu ter aanvulling over luchtvervuiling binnenshuis. Die vooral in gangbare situaties veroorzaakt wordt door het koken.

Rood = binnen, zwart =  buiten. Het gaat over PM2.5 .

Daarover is in negen woningen onderzoek gedaan door Piet Jacobs en Wouter Borsboom van TNO. Zie www.tno.nl/nl/over-tno/nieuws/2017/2/wat-u-moet-weten-over-fijnstof-dat-vrijkomt-bij-het-koken/ . Onderaan deze webpagina wordt doorverwezen naar een meer gedetailleerd .pdf- document, dat eventueel ook te vinden is op www.tno.nl/media/8957/pm2-5_in_dutch_dwelling . De eerste twee afbeeldingen komen uit deze bron.

Behalve de bekende kookgeuren komen er ook hoge concentraties (ultra)fijn stof vrij. Hier moet de kanttekening geplaatst worden dat dat een ruim begrip is en dat daar van alles onder verstaan kan worden wat heel klein is.

De TNO-website: “Ondanks dat de hoogste concentraties zijn gevonden bij bewegen in het verkeer (fietsen en gemotoriseerd) vond ongeveer 90% van de totale blootstelling binnen plaats door de vele tijd die hier doorgebracht werd. Het achtergrond niveau binnen leverde het grootste aandeel aan de totale blootstelling en wordt waarschijnlijk voor het grootste deel veroorzaakt door bronnen buiten, zoals industrie en verkeer. Echter, opvallend was dat een kwart tot een derde van de totale blootstelling aan ultrafijnstof (deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer) plaatsvond in maar enkele procenten van de tijd. Deze pieken vonden binnen met name plaats tijdens en net na het eten en worden waarschijnlijk veroorzaakt door koken. Ook bleek dat pieken binnen veel langer bleven hangen dan pieken buiten, die vooral voorkwamen tijdens de spits.” Aldus TNO.

Vlees braden en groente wokken geeft het meeste fijn stof.
Een inductiekookplaat geeft minder luchtvervuiling dan een gastoestel.

Wat is een goede afzuiging?
Een goede afzuigkap blijkt erg veel verschil te maken (zie de tabel met resultaten boven).
Zonder afzuigkap blijven geur en stof uren hangen, zoals bekend. Je kunt dan wel flink ventileren, maar dat kost je ook een heleboel warmte.
Het is veel beter om de kookdampen meteen, in situ, af te vangen met een afzuigkap.

TNO:

  • Om kookluchtjes en verontreiniging af te zuigen, is een capaciteit van minimaal 300 m3/uur nodig. Indien op de achterste pitten wordt gekookt worden dan vrijwel alle kookdampen afgevangen. Bij koken op de voorste pitten kan de vangstefficiëntie afhankelijk van het type afzuigkap veel lager zijn.
  • De kap moet minimaal even groot zijn als de kookplaat en moet bij voorkeur een randje hebben van ca. 5 cm, zodat de damp eronder blijft.
  • De vetafvangst is voldoende hoog. De vetfilterefficiëntie kan worden afgeleid van het energie-efficiëntielabel van de afzuigkap. De indeling loopt van A tot G. Hoe beter de klasse, hoe meer vet er wordt opgenomen.
  • Bij gebruik van bovenkastjes sluit de afzuigkap hier direct op aan.
  • Kies er een met een motor die rechtstreeks naar buiten loost, geen recirculatiemodel (die doen sowieso niets met NO2 en vangen na enige tijd ook geen stof en vet meer weg).
Met CFD gevisualiseerde luchtstromingen bij 75 (links) en 300 (rechts) m3/uur afzuigcapaciteit. De berekende vangst efficiëntie bedraagt respectievelijk 58% en 95%

(Latere toevoeging)
Mijn Itho dateert al weer uit 1999, maar doet het nog steeds. Hij is al weer uit de catalogus, maar een mailtje naar Itho (tegenwoordig Itho Daalderop) volstaat voor de specificaties van oudere types.

Die van ons voldoet ruim aan de TNO-eisen.
Wel hebben mijn vrouw en ik, toen we het ding aan het inspecteren waren, besloten om twee nieuwe filters te kopen. Die zaten toch wel erg vol met vet, en dat kreeg je er niet meer uit.
De gebruiksaanwijzing raadt aan om de filters elke twee weken te reinigen. Heel eerlijk gezegd hebben wij dat niet gedaan.

Bouwregelgeving aanpassen
De bouwregelgeving eist 75 m3 per uur, maar sommige afzuigkappen halen de 40 m3 per uur nog niet.  TNO wil de bouwregelgeving aanscherpen:
“Daarom pleit TNO er voor om de ontwerpcapaciteiten voor keukenafzuiging in de bouwregelgeving te herzien en/of aanvullende eisen te stellen voor kookafzuiging. Dit is met name van belang voor luchtdichte energiezuinige nieuwbouwwoningen waar het fijnstof urenlang kan blijven hangen. Komend jaar doet TNO onderzoek naar hoe dit het best kan worden uitgevoerd zonder dat dit ten koste gaat van de energiezuinigheid van deze woningen. Oplossingen kunnen zitten in efficiëntere afzuigkappen, meer afzuigcapaciteit door ruimere afvoerbuizen en slimmere systemen die met maatwerk precies naar behoefte afzuigen en zodoende optimaliseren op energieprestatie rekening houdend met gezondheid en comfort.”

Ga je er dood aan, of word je ziek?
Het is verstandig om deze resultaten met enige nuchterheid te beschouwen.

Bij een van de metingen gaf de fluitketel ’s morgens ook een knaap van een piek op de meters, maar dat waren toch echt alleen maar microscopische waterdruppeltjes.
Overigens gaven ook deodorant en hairspray verrassende resultaten.

Fijn stof is vaak een complex mengsel. TNO geeft aan dat er in het algemeen allerlei gevaren verbonden zijn aan (ultra)fijn stof, dat dat afhangt van de druppel- of korrelgrootte en de chemische samenstelling, en dat er minder bekend over de gezondheidseffecten van fijnstof specifiek uit bronnen in het binnenmilieu.

Dus geen paniek, maar zet toch maar de afzuigkap aan als je kookt. Als je een nieuwe koopt, koop die dan niet alleen op design maar ook op functionaliteit.

En als je in de keuken van een restaurant werkt, is het een belangrijke ARBO-factor!

Gesprek Wijkraad Brouwhuis (Helmond) met B&W over stank

Ik heb in het verleden aandacht besteed aan de stank, die het Helmondse BZOB-terrein in de omgeving verspreidt. Toen ging het vooral om Diervoederbedrijf Coppens. Daaraan is gewerkt, mede met een beperkte inzet van mijn kant. Coppens heeft meer gedaan dan wettelijk verplicht is.
Zie Wijkraad Brouwhuis (Helmond) sluit convenant af met Coppens Diervoeding (update 19 feb 2016)  en van daaruit naar oudere links over hetzelfe onderwerp.

Andere bedrijven zijn blijven stinken. Nu gaat de stennis vooral over Den Ouden, maar dat bedrijf staat niet alleen.

Op de Facebookpagina van de Wijkraad Brouwhuis staat een gesprek afgedrukt tussen de Wijkraad en B&W van Helmond. Het gaat over het BZOB-terrein .
Ik mocht dit verhaal, met meegeleverde foto’s door de wijkraad, overnemen.


———————————————

Wijkraad Brouwhuis           05 januari 2018

Interview met burgemeester Blanksma en wethouder Smeulders over stankoverlast in Brouwhuis (Helmond)

Dit interview heeft eind december 2017 plaatsgevonden. Hieronder de vragen met antwoorden.

  1. Als redactie van het wijkblad van Brouwhuis, De Corridor, willen wij u interviewen over de stankoverlast die de industrie al zovele jaren uitstort over de wijk. Neemt u de klachten uit de wijk wel serieus en wat doet u er aan?
    Wij nemen de klachten zeer serieus en doen op dit moment alles wat we kunnen om de geuroverlast voor inwoners te verminderen. Gemeente Helmond wil absoluut dat dit probleem wordt aangepakt. Wij hebben er belang bij dat de inwoners van Brouwhuis van deze stank verlost worden en voelen ons hierbij, college-breed, betrokken. Daarbij is de inzet van de wijkraad voor ons ontzettend belangrijk, zij zijn voor ons aanspreekpunt en met hen, met de Omgevingsdienst en de Provincie werken we intensief samen om de geuroverlast aan te pakken.
  1. Heeft u als Gemeentebestuur ook invloed op individuele bedrijven?
    Wie doet wat?

    De Provincie is de officiële toezichthouder voor Den Ouden, het bedrijf dat op dit moment de meeste overlast veroorzaakt. Dat betekent dat zij de vergunning moeten laten controleren. De uitvoerende dienst is de Omgevingsdienst, zij controleren of Den Ouden voldoet aan de afspraken in de vergunning.

De Omgevingsdienst registreert de meldingen van overlast die door inwoners worden gedaan. Naar aanleiding van die meldingen gaat de Omgevingsdienst op pad om te onderzoeken waar de overlast vandaan komt. Gemeente Helmond brengt partijen bij elkaar, voert gesprekken met inwoners en zoekt naar alle mogelijke manieren om de overlast aan banden te leggen.

Burgemeester Blanksma: ‘Wij zoeken absoluut de grenzen op om de stankoverlast aan te pakken en daarin gaan we, binnen wat wettelijk mogelijk is, ver. Wij komen op voor de belangen van onze inwoners.’

Geurbeleid
De gemeente heeft op verzoek van de wijkraad in het afgelopen jaar een aanvullend geurbeleid voor Helmond opgesteld. Voortaan wordt niet alleen per bedrijf gekeken hoeveel geur ze mogen uitstoten, maar ook van alle bedrijven samen.

Wethouder Smeulders: ‘Deze regelgeving is redelijk uniek in Nederland. Voorheen konden we juridisch gezien de bedrijven niet aanpakken, omdat zij los van elkaar aan hun individuele stankcirkels voldeden. Nieuwe stank verwekkende activiteiten en bedrijven waren lastig tegen te houden. Omdat de huidige situatie het plafond is, kan dit voortaan wel. En als de geuroverlast en daarmee ook de vergunningen minder worden, waarvoor de provincie aan de lat staat, brengen we als gemeente het plafond verder naar beneden. Dan is dat de nieuwe grens met minder stank. Het klinkt ingewikkeld, maar dit is de manier om binnen de wettelijke mogelijkheden als overheden en wijkraad samen te werken naar minder stank.’

Den Ouden in Helmond
  1. Die aanpassing is mooi, maar wat is er het laatste jaar concreet aan de problematiek gedaan?
    Proef met digitale neuzen

    Er is in opdracht van de Provincie een proef gedaan met digitale neuzen die in de schoorsteen van bedrijven (die een geur produceren) worden geplaatst en ook in de buitenlucht. Daaruit blijkt dat Den Ouden een bedrijf is dat vaker verantwoordelijk is voor de geuroverlast. Coppens diervoeding heeft namelijk de afgelopen tijd succesvolle maatregelen genomen om de geuroverlast die zij produceren terug te dringen. Wij hebben samen met de Wijkraad, de Provincie bewogen om de vergunningverlening aan Den Ouden te vernieuwen. Niet langer is de uitstoot van geurstoffen uit de schoorsteen (emissie) bepalend voor ingrijpen maar de mate van stankoverlast zoals die door de Brouwhuizenaren wordt ervaren (immissie). Dit is een fundamenteel andere benadering dan doorgaans in Nederland gevolgd wordt. In de nieuwe ontwerp-vergunning wordt het bedrijf aangezet om steeds verdergaande maatregelen te nemen zolang nog overlast in de wijk ervaren wordt. Zo is de druk op Den Ouden opgevoerd.

Afspraken met Den Ouden
De Provincie heeft kortgeleden mestverwerker Den Ouden met klem verzocht om een plan van aanpak waarmee de geuroverlast wordt verlaagd. Den Ouden heeft aangegeven daaraan mee te werken. Zij zijn op dit moment bezig met het voorbereiden van een vergunningsaanvraag om hun schoorsteen te verhogen. Ook onderzoekt Den Ouden welke mogelijkheden er zijn om het productieproces te verbeteren waardoor de geuruitstoot verder moet verminderen. Dit stemt ons als college zeer positief.

Controles
Op het moment dat inwoners overlast ervaren kunnen zij dit melden bij de Omgevingsdienst. De Provincie heeft de afspraak met de Omgevingsdienst dat zij deze meldingen onderzoeken.

Brief
Om te onderstrepen dat het College dit onderwerp zeer serieus neemt, heeft zij eind december 2017 een brief verzonden aan de Provincie (Gedeputeerde Staten). Daarin is er een verzoek aan hen gedaan om een aantal punten op korte termijn aan te pakken:
• De registratie en –analyse van klachten van inwoners door de Omgevingsdienst moet beter. Wanneer inwoners een melding doen van overlast, moet van deze melding een duidelijke verslaglegging en analyse worden gemaakt.
• Er is ook aandacht gevraagd voor piekmomenten. Wanneer meerdere meldingen binnenkomen moet een handhaver controleren of het bedrijf voldoet aan de vergunning. Het uitvoeren van geurmetingen bij het bedrijf maakt hier onderdeel van uit.
• Daarnaast is verzocht om in het plan van aanpak van Den Ouden een duidelijke tijdplanning te verwerken. Op deze manier hebben inwoners perspectief op welke termijn er maatregelen worden ingevoerd.

Cumulatieve geurcontourenkaart
  1. Wat gaat u in 2018 ondernemen?
    Begin 2018 wordt er een onderzoek gedaan onder de inwoners van de wijk hoe zij graag geïnformeerd willen worden over alle stappen in het proces om geuroverlast in te dammen. Daar geven we waar nodig gevolg aan. Het zou kunnen dat er een informatieavond komt of er wordt een nieuwsbrief in het leven geroepen; dat is aan de inwoners. Daarnaast willen wij met het onderzoek een helder en compleet beeld krijgen van de geurproblematiek in de wijk.

Wij zijn positief over de afspraken die in de afgelopen maanden gemaakt zijn en maken een compliment voor de inzet en betrokkenheid van de wijkraad. We hopen dat het plan van aanpak van Den Ouden snel zijn vruchten afwerpt. Het overleg met de Provincie, Omgevingsdienst, de wijkraad en bedrijven wordt ook in 2018 onverminderd voortgezet, daar zorgen wij voor.

Wij willen als College, net als de inwoners, dat de geuroverlast in de wijk echt wordt aangepakt!

 

Twee onderzoeken naar luchtkwaliteit en gezondheid, en een brief van de longartsen

Het komt zo uit dat er in december 2017 twee onderzoeken gepubliceerd zijn, die allebei een negatief verband aantonen tussen luchtvervuiling en gezondheid.
Overigens zijn dit niet de eerste onderzoeken aan dit verband en het zullen ook niet de laatste zijn. Te hopen valt dat er behalve dat er steeds weer onderzoek plaatsvindt, er ook maatregelen tot verdere aanscherping van het beleid genomen worden. Meten is weten, maar handelen is nog weer iets anders.

Onderzoeken heb je in alle soorten en maten. Deze twee onderzoeken werken in zekere zin complementair.

Dosis-effectrelaties tussen PM2.5-concentraties en het relatieve risico (RR). Deze komen uit een eerdere Lancetpublicatie dd april 2017 . Eindhoven zit op 12 tot 14µgr/cm3 .

Het Harvard-onderzoek
Het Harvard-onderzoek is gepubliceerd in het prestigieuze JAMA (Journal of the American Medical Association), maar zit achter de betaalmuur.
De officiele “abstract” is te vinden op www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/29279932 , maar die is voor gewone mensen moeilijk te lezen.
Een beschrijving in meer alledaagse termen is te vinden op de website van de Harvard T.H. Chan School of Public Health op www.hsph.harvard.edu/news/press-releases/air-pollution-premature-death-u-s-seniors/ .

Het onderzoek baseert zich op de gegevens van Medicare, het Amerikaanse zorgprogramma  voor mensen van 65 jaar en ouder. Daarom zijn er veel medische data bekend. De hele Medicare-doelgroep is meegenomen, verspreid over 39182 postcode-gebieden (dat is 93% van alle postcodegebieden in de VS en exclusief Hawai).

Francesca Dominici, een van de auteurs van de Harvardstudie

Het kijkt mee met de doelgroep over de periode 01 januari 2000 t/m 31 december 2012. Van die doelgroep gingen er in de studieperiode ruim 22,4 miljoen mensen dood. Van die mensen zijn alleen enkele demografische gegevens geregistreerd en op welke dag ze doodgingen, niet waaraan. Het is dus de sterfte aan alle oorzaken samen.
De onderzoekers hebben op een 1*1km-grid gereconstrueerd wat van dag tot dag op allerlei plaatsen de blootstelling aan PM2.5 en ozon was. (PM2.5 is fijn stof met een diameter < 2,5µm).

Omdat zowel van de vervuiling als van de sterfte de datum bekend was, en omdat het zo’n vreselijk groot onderzoek was, kan (bij  mijn weten voor het eerst) statistisch significant vastgesteld worden in hoeverre luchtvervuiling onmiddellijk dodelijk is – onmiddellijk in de zin van de overlijdensdatum en de dag ervoor.

(De medische effecten van langdurige blootstelling aan luchtvervuiling zijn al langer met grote precisie bekend, ook in Europa, zie op deze site bijvoorbeeld Reusachtig Nederlands onderzoek naar luchtvervuiling en sterfte (maar na enig grasduinen vindt u er wel meer). Dezelfde Harvardschool als hierboven heeft in juni 2017 ook een dergelijk lange termijn-onderzoek gepubliceerd).

De effecten van het korte termijn-onderzoek kunnen als volgt samengevat worden:

  • De dosis-effectrelatie is lineair en begint gewoon in het punt (0,0). Er bestaat geen veilige dosis.
  • In de Medicare-doelgroep gaan, over het hele jaar gemiddeld, nu per dag en per miljoen 137,33 mensen dood. Als de PM2.5-concentratie 10µgr/m3 meer zou worden, gingen er per dag 1,05% meer mensen dood, oftewel 1,42 in absolute getallen. Er zouden dan dus 138,75 Medicare-mensen per miljoen per dag doodgaan.
  • In de Medicare-doelgroep gaan, gemiddeld over de maanden april t/m september, nu per dag en per miljoen 129,44 mensen dood. Als de ozon-concentratie 10 ppb meer zou worden, gingen er per dag 0,51% meer mensen dood, oftewel 0,66 in absolute getallen. Er zouden dan dus 130,10 Medicare-mensen per miljoen per dag doodgaan.
  • De nauwkeurigheid in deze cijfers is vanwege de enorme omvang van de studie zo groot, dat deze cijfers statistisch significant zijn.
  • Voor PM2.5 is vastgesteld dat bij wie arm was (gekwantificeerd als in aanmerking komend voor Medicaid), de extra sterfte ongeveer drie keer zo hoog was als genoemde 1,05%.
    Bij vrouwen en niet-blanken was de extra sterfte 25% meer was dan genoemde 1,05% (dus ongeveer 1,3%).

De EPA en de NAAQS
De EPA (Environmental Protection Agency) moet elke  vijf jaar de National Ambient Air Quality Standards (NAAQS) beoordelen (althans, dat moest tot aan Trump, ik weet niet of dat nu nog zo is).

De EPA-norm voor PM2.5 bedraagt nu jaargemiddeld 12 µgr/m3 , en etmaalgemiddeld 35 µgr/m3 .
De EPA-norm voor ozon bestaat jaargemiddeld niet, en is 8 uur-gemiddeld 70ppb = 150 µgr/m3 .

De Nederlandse (= de Europese) norm voor PM2.5 is dat die overal onder de 25 µgr/m3 moet zitten, en in stedelijk gebied liefst onder de 20 µgr/m3 .
De Nederlandse (= de Europese) norm voor ozon is vrijblijvend 120 µgr/m3 , maar men informeert het publiek pas bij 180 µgr/m3 .

De WHO (Wereld Gezondheids Organisatie) adviseert voor PM2.5 een maximum van 10 µgr/m3 .

De EPA is dus strenger dan Europa en iets soepeler dan de WHO. Benieuwd wat de EPA nu gaat doen.

Het onderzoek van Sinharay
Sinharay is een Britse longspecialist.

Hij zette met een stel collega’s een totaal ander onderzoek op, dat in eigen recht ook interessant is. Het is veel kleinschaliger, maar specifieker.
Het artikel is open access op The Lancet gezet (ook een zeer gerenommeerd tijdschrijft) en is te vinden op www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(17)32643-0/fulltext .
Het onderzoek vond plaats van oktober 2012 t/m juni 2014.

Hij selecteerde 40 gezonde vrijwilligers, 40 mensen met COPD en 39 met een ischaemische hartziekte (= vernauwde kransslagaders). De patienten stonden niet op omvallen.
Alle deelnemers moesten 65 jaar of ouder zijn, minstens een jaar niet gerookt hebben en normaal hun medicijnen slikken.

Ze trokken lotjes en moesten, afhankelijk daarvan, twee uur in Oxford Street of in Hyde Park gaan wandelen. Het ene is druk en vier en het andere relatief schoon. Tijdens de wandeling werden de concentraties bepaald.

Alle deelnemers in Hyde Park knapten ervan op. Dat effect hield soms wel een etmaal aan.

De ongelukkige COPD-ers die door het tot een wandeling over Oxford Street veroordeeld waren, knapten er eerder door af. Ze gingen ten opzichte van hun gelukkige collega’s in Hyde Park twee keer meer kuchen, drie keer meer spugen, gingen vier keer zoveel piepen en kregen bijna twee keer zoveel ademnood. De voordelen van het lopen werden ongeveer weggewerkt door de nadelen van de vuile lucht.
Voor hartpatienten gold ongeveer dezelfde logica, met dien verstande dat ze tegen bepaalde negatieve aspecten beschermd werden door hun medicatie.
Ook bij hun gezonde leeftijdgenoten werkte de vuile lucht gedurende de verblijftijd op Oxford Street ongeveer de nuttige effecten van lichaamsbeweging tegen, maar daar bleef het bij.

(FEV = Forced Expiratory Volume in 1ste second, FVC = Forced Vital Capacity)

Sanhiray beveelt iedereen aan zo drukke winkelstraten met veel luchtvervuiling te mijden bij het lopen.

De verslechteringen blijken het beste te corresponderen met roet en ultrafijn stof, en minder met PM2.5 . Dat is in lijn met eerder onderzoek dat de geleerden gedaan hebben aan asthmapatienten.
Op de gekozen locatie zijn roet en ultrafijn stof vooral gelinkt aan dieselauto’s.

Als je voor de lichaamsbeweging een stukje wilt lopen, zoek dan schone lucht uit.
Let wel, zoals velen zeggen, dat een gebrek aan lichaamsbeweging een nog groter medisch probleem als de vuile lucht. Laat je dus niet verleiden tot thuis blijven zitten.

De relevantie voor Brabant cq Eindhoven
Iedereen kan op de Atlas voor de Leefomgeving voor zijn eigen woonplaats opzoeken hoe hoog de PM2.5 – concentraties zijn ( www.atlasleefomgeving.nl/ ). Dat zijn berekende gegevens en ik weet niet wat er precies in meegenomen wordt.

PM2.5 kaart Eindhoven 2015 (Atlas Leefomgeving)

Ik neem nu even mijn woonplaats Eindhoven.  Het gros van Eindhoven zat over 2015 voor PM2.5 op 12 tot 14 µgr/m3 , zeg 13.
Als de 10 µgr/m3 van het WHO-advies voor PM2.5 in Eindhoven de norm zou worden, zou dat dus 3 µgr/m3 schelen.
Als (volgens Harvard) 10µgr/m3 meer leidt tot 5% meer sterfte onder senioren, leidt 3µgr/m3 minder tot 1,5% minder sterfte.
Eindhoven heeft 225000 inwoners, waarvan 1/6de deel boven de 65, dus 37500 .
Neem je de Amerikaanse dagelijkse sterftecijfers over (127 per miljoen per dag) over en voer je dan in evenredigheid voor Eindhoven de berekening uit, dan kom je jaarlijks op een kleine 30 Eindhovense senioren uit, die bij de huidige concentratie PM2.5 van de ene dag op de andere overlijden, en die niet overleden zouden zijn (althans niet op deze wijze) als het WHO-advies leidend zou zijn geweest.
Let wel: dit is een natte vinger-schatting!

Nog iets over roet en ultrafijn stof.
Sanhiray noemt specifiek ultrafijn stof en roet als grootste bedreigingen in drukke winkelstraten. Als je gaat lopen of fietsen, kun je daar maar beter niet te lang rondhangen.
Een ultrafijn stof  kaart van Eindhoven bestaat niet, maar het RIVM heeft wel een roetkaart.

Roetkaart van Eindhoven 2015 (Atlas Leefomgeving)

Het gebied binnen de Ring is meestal flink belast met roet, meestal iets boven de 1 µgr/m3 . Dat haalt het overigens niet bij Oxford Street.
De Eindhovense detailhandel zou er goed aan doen om het advies van Sinhiray tot zich door te laten dringen en niet steeds te mekkeren als men de rol van de auto in de stad wil terugdringen. Voor je het weet ontstaat de reputatie dat het centrum van Eindhoven niet geschikt om te winkelen is voor hart- en longpatienten. Lijkt mij commercieel niet fijn.
Bekend is dat het aanscherpen van de milieuzone met oude bestelauto’s met name voor de hoeveelheid roet een zichtbaar effect zou hebben. Dat is voorgesteld, maar door de gemeente afgewezen. Het idee zou opnieuw overwogen moeten worden.

Verder blijkt uit de begeleidende tekst, dat deze roetkaart alleen gebaseerd is op het wegverkeer. De kaart is dus exclusief roet, dat van het vliegverkeer komt. En is dus een onderschatting (van onbekende omvang) van de situatie.
Ook dat zou de Eindhovense politiek mee moeten nemen bij de beraadslagingen over de toekomst van het vliegveld.

Longartsen en Longfonds sturen brandbrief naar Tweede Kamer
169 longartsen, gesteund door het Longfonds, hebben een brandbrief naar de Tweede Kamer gestuurd om iets te doen aan de luchtvervuiling. Daarover ging op 14 december een debat. Dit is een van de brieven. Ik zal hier te zijner tij een keer over schrijven.

Fijn Stof afvangen op het Eindhovense Stadhuisplein

Het “Glazen huis”

Inleiding
De gemeente Eindhoven, de TU/e, en de firma’s Air Liquide en ENS Technology gaan gedurende het voorjaar van 2018 een proef doen met het verwijderen van fijn stof uit de lucht, die uit de parkeergarage onder het Eindhovense Stadhuisplein. Voor dit alles is het “Glazen Huis” opgericht.
Uit die afgassen wordt zoveel fijn stof weggehaald, dat de bewerkte lucht schoner wordt dan de overige stadslucht (de achtergrond). Die schonere lucht wordt uitgeblazen en verdunt de vervuiling in een gebied buiten de parkeergarage.
Tenminste, dat laatste is de bedoeling want het is een experiment dat zeker vier maand gaat lopen.
Naast genoemde vier instellingen is er een sturingscommissie met externe deskundigen van het IRAS van de Universiteit van Utrecht, en Grimm Aerosol Technology, die meetapparatuur maakt.

De voorgeschiedenis
Dit verhaal is op deze site eerder aan de orde geweest.
Dat was toen er in oktober 2016 een voorstudie gepubliceerd werd van bouwkunde-professor Blocken, universitair docent Twan van Hooff en student Rob Vervoort.

De voorstudie beperkte zich tot een computersimulatie en een maquette voor in de windtunnel. Voor de simulatie werd gekozen voor apparatuur van de firma ENS uit Cuijk (een Aufero-unit), die daar dus nog fictief werd ingezet.
Er werden drie scenario’s tegenover elkaar gezet: 0 units (de nulmeting), 99 units op 65 parkeergarages, en 594 units op diezelfde 65 parkeergarages.
De voorstudie creëerde mooie gekleurde plaatjes, waarin soms forse concentratiedalingen beloofd werden. Hieronder een plaatje van het gebied rond de Boschdijktunnel, links zonder, rechts met 594 Aufero-units. De jaargemiddelde norm voor PM10 (zie de gekleurde schaal links) is 40 µgr/m3 .

PM10-concentraties nabij Boschdijktunnel met en zonder luchtzuivering

Omdat de provincie de voorstudie betaalde, kwam het onderwerp aan de orde in Provinciale Staten. Zodoende heb ik als fractieondersteuner het verhaal beoordeeld voor de SP-fractie. Kort samengevat mijn mening:

  • Men mag verwachten dat de afdeling Bouwkunde de techniek van de computersimulaties en windtunnelmodellen beheerst. Het behoort tot hun core business. Ik heb hierover dan ook geen twijfel uitgesproken.
  • Ik had wel kritiek op de randvoorwaarden:
  • Er is alleen gerekend aan een heel zeldzaam weertype (1m/sec op 10 m hoogte dus eigenlijk windkracht 0,5 , uit het Zuidoosten, geen neerslag).Men mag verwachten dat bij een dergelijk uitgangspunt het optimale contrast bereikt wordt en de mooiste plaatjes ontstaan.
  • Er is alleen gerekend aan PM10
  • Er was een te lage achtergrondconcentratie ingegeven
  • Er was een handvol vereenvoudigingen aangebracht waar je moeilijk onderuit kon, maar die mogelijk wel enige invloed hadden

Ik vond de uitkomsten, vanwege het gekozen niet-representatieve weertype, onbruikbaar om beleid op te baseren. Immers, een lokale overheid wordt afgerekend op jaargemiddelde concentraties en bij een huilende Noordwester zien de contrasten er ongetwijfeld heel anders uit.

De vragen (dd december 2016) echter werden afgepoeierd door GS en het geheel ging richting gemeente Eindhoven voor het vervolg –  dat dus een jaar later, in de vorm van een Glazen huis, op het Stadhuisplein verrees. De voorstudie was een pilot geworden.
Zie De parkeergarage als longen van de stad? en SP-vragen over studie naar luchtzuivering in Eindhovense parkeergarages- update .

Hoe het werkt

Binnen het Glazen Huis
De communicatie van de gemeente Eindhoven naar de bevolking toe is in de bekende Brainport-ronkende stijl, die wethouder Schreurs goed beheerst. Het is allemaal fantastisch.

Er is ook een briefingsdocument voor de gemeenteraad en dat is beter (maar dat moet je dan ook eerst zoeken). Zie GR-info_Bijlage_3_Longen_van_de_stad_Eindhoven_-_Pilot_Project_Stadhuisplein_Plan_B

De begroting van het hele project staat voor 1,29 miljoen incidenteel, waarvan 0,23 miljoen voor rekening van de gemeente Eindhoven. De rest zit bij ENS en bij Air Liquide. De TU/e werkt mee met mens- en rekenkracht.

Een garage als die op het Stadhuisplein zou voor zichzelf maar 6 Aufero-units nodig hebben, maar omdat men in de pilot ook het effect op de omgeving wil onderzoeken, worden er nu 30 neergezet.

Zo’n unit jaagt er 9000 m3 lucht doorheen. Het reinigingsrendement voor PM10 is ca 70%, voor fijner stof en voor roet ergens rond de 40%.
Aufero-units zijn een soort elektrostaatfilters en kunnen daarom toe met een relatief laag vermogen van 415W per stuk (ongeveer een lichte elektrische boor). Staat zo’n ding een heel jaar aan, dan verbruikt het zo’n 3600kWh, ongeveer het stroomverbruik van een gemiddeld Nederlands huishouden.
Men schat in dat één unit 50 tot 100 gr fijn stof per maand vangt. Als je het narekent (9000m3/h * 20 µgr/m3 * 720h/maand * 0,70), kom je op 90 gr/maand, dus dat zou ongeveer kunnen.

PM10-concentraties in de Eindhovense binnenstad (2015, Atlas Leefomgeving)

Er wordt een uitgebreid meetnetwerk ingericht. Dat gaat de concentraties meten van fijn stof (van 0,3 tot 10 µm diameter, dus van PM0.3 tot PM10), roet (Black Carbon), en zaken als de temperatuur, de windrichting en -snelheid, en de luchtvochtigheid.

Mogelijke meetstations

Er wordt eerst 4 weken gemeten als nulmeting, dan vier weken pauze, en dan drie maand een meting met de apparaten aan.  In de tweede helft van 2018 zal er een wetenschappelijke publicatie komen in een open access-artikel in een vooraanstaand wetenschappelijk tijdschrift.
Dat stelt me wel gerust: de politieke en commerciele belangen zijn groot en het zou niet voor het eerst zijn dat een publiek-privaat onderzoek tot uitkomsten leidt die niet openbaar worden gemaakt “uit concurrentieoverwegingen” of zoiets. Ik  ga het volgen.

Critici
Je hebt twee soorten critici: zij die aan het beleid twijfelen en zij die aan de techniek twijfelen (of beide).

Mijn Vereniging Milieudefensie twijfelt (bij  monde van Anne Knol die hoofdverantwoordelijke is voor het onderwerp en zelf onderzoekster bij het RIVM geweest is) dat de principiele gedachte niet deugt.
De heilige milieudrieëenheid wil dat je eerst bronmaatregelen neemt, dan overdrachtsmaatregelen en dan end of pipe-maatregelen. Je kunt er over twisten of dit een overdrachtsmaatregel is of een end of pipe-maatregel, maar het is in elk geval geen bronbeleid.
Bovendien veroorzaken auto’s meer problemen dan alleen roet en fijn stof. Ze lozen ook CO2 (van belang voor de klimaatdoelen) en NO2 (het gas dat nu juist in Eindhoven voor het soort gedoe zorgt als op de Vestdijk). Daartegen doet het elektrostaatfilter van ENS niets.
En auto’s nemen in de stad veel ruimte in en veroorzaken ongelukken.
Kortom, ongeacht of je stof kunt wegvangen of niet, je wilt toch minder auto’s in het centrum.

Een criticus als Michiel van der Molen, universitair docent luchtkwaliteit in Wageningen, bespreekt vooral de getallen. Hij gelooft niet dat de effecten zo groot zijn als verwacht. “Op één km weg langs het Stadhuisplein wordt per dag 600 tot 700 gr fijn stof uitgestoten” zegt hij in de NRC van 22 dec 2017. “Dat haal je bij lange na niet meer uit de lucht”. ( www.nrc.nl/nieuws/2017/12/22/scepsis-over-proef-om-stadslucht-te-zuiveren-a1585932 ). (Dat getal lijkt me overigens aan de hoge kant bg: bij een parkemissiefactor over 2016 van 0,023gr/km (CBS), en bij 16000 auto’s op de Wal per etmaal, kom ik op ongeveer 370gr per km Wal per etmaal, dus op 11000 gr per km Wal per maand).
Maar of men nu mijn 11000 gr per km Wal per maand neemt, of het bijna twee keer zo hoge getal van Van der Molen, in beide gevallen lijkt het erg veel ten opzichte van de 50 a 100gr per maand die de Aufero per stuk per maand uit de lucht haalt.

In diezelfde NRC doet ook het RIVM erg sceptisch. “In het algemeen is het niet efficient om emissies in een stad te faciliteren en die na verspreiding weer uit de lucht te filteren. Vermindering en/of voorkomen van emissies is veel efficienter” aldus een woordvoerder.

Deelnemende instellingen

Mijn conclusie
Vooralsnog stel ik me ten aanzien van het onderzoek an sich neutraal op. Het is een interessant wetenschappelijk experiment dat vooralsnog vooral het karakter van fundamenteel onderzoek heeft op een belangrijk beleidsterrein. Daar kun je niet tegen zijn.
Welk beleid er straks op moet volgen, dat is een ander verhaal.

Als de conclusies bekend zijn gemaakt, kijk ik wel waar het uiteindelijk om draait: een serieuze techniek om een belangrijk probleem flink te verminderen, of vooral verkoopstrategie van de firma ENS.
Ik heb niets tegen industriepolitiek, als daar het belang van de bevolking bij voorop staat.

In tussentijd blijf ik steun verlenen aan de Milieudefensieacties voor minder en schonere auto’s in de stad.

Wethouder Schreurs: 10% luchtvervuiling door vliegtuigen

In het Eindhovens Dagblad van 12 december 2017 stelde de Eindhovense wethouder Schreurs (D66) in een artikel “Stadslucht kost mensenlevens“, dat “De invloed van de luchthaven op de stad betrekkelijk gering is: zo’n 10% van de vervuiling komt van de vliegtuigen. En de gemeente heeft er geen directe invloed op.”.

Wethouder Schreurs

Zoals wel vaker bij wethouder Schreurs, blijft het een beetje schimmig wat ze precies bedoelt.

Zoals het er staat, spreekt wethouder Schreurs over de vervuilingsconcentraties. Dan is 10% erg veel. Het is niet gepast hierover badinerend te spreken.
Voor fijn stof is dat ongeveer het verschil tussen het Henri Dunantpark en het fietspad pal langs de Kennedylaan.
Of: het is ongeveer het effect van een paar jaar luchtkwaliteitsbeleid.
Of: het is 10% van gemiddeld twee jaar korter leven.

Mogelijk echter doelt wethouder Schreurs op 10% van de emissies binnen de gemeentegrenzen. Dan is het nog steeds veel.
Als er één onderneming in Eindhoven met slechts één activiteit verantwoordelijk zou zijn voor 10% van de lokale luchtvervuiling, zou Eindhoven te klein zijn vanwege alle ophef.
Blijkbaar worden vliegvelden anders behandeld dan andere ondernemingen.

Overigens heeft de gemeente Eindhoven, anders dan wethouder Schreurs stelt, wel degelijk veel invloed op het vliegveld.
De gemeente is aandeelhouder en heeft invloed op en via Brainport (de SP denkt hier even terug aan het opstellen van de Brainport Nationale Actieagenda en de passage over de groei van de geluidsruimte daarbinnen).
Bovendien is de gemeente Eindhoven in de Werkgroep Monitoring van de Uitvoeringstafel verantwoordelijk voor de onderwerpen Leefbaarheid en Hinderbeperking en voor Onderzoek en monitoring Luchtkwaliteit.
Hier is toch minstens sprake van uitgebreide mogelijkheden tot beleidsbeïnvloeding.
En toen de gemeente Eindhoven ten tijde van Alders een hartstochtelijk voorstander was van de verdere groei van het vliegveld, werd het argument van een slechts indirecte zeggenschap ook niet gebruikt.

BVM2 wil eigenlijk wel graag weten waar het getal “10% van de vervuiling” vandaan komt en wat er precies mee bedoeld wordt. Daarom is BVM2 met de Eindhovense SP overeengekomen dat deze gebruik maakt van het instrument van de ‘technische vraag’.

Namens de SP heeft Lydia van Oostenbrugge onderstaande technische vragen aan B&W ingediend.

In het Eindhovens Dagblad van 12 december 2017 stelde wethouder Schreurs in (een artikel), dat “De invloed van de luchthaven op de stad betrekkelijk gering is: zo’n 10% van de vervuiling komt van de vliegtuigen. En de gemeente heeft er geen directe invloed op.”. 

De SP zou graag de achtergronden willen weten van het door wethouder Schreurs genoemde getal. Waarop is dat getal eigenlijk gebaseerd?

1) Betreft het hier een jaargemiddelde cijfer, zoals gebruikelijk bij luchtkwaliteitsberekeningen?

2) Voor welk jaar geldt dit cijfer?

3) Betreft het “10% van de concentraties” of “10% van de emissies” binnen de gemeentegrenzen?

4) Aangenomen dat het om concentraties gaat: betreft het een gemiddelde over de hele gemeente Eindhoven, of betreft het een slechts de nabije omgeving van het vliegveld? 
Zo het een gemiddelde over de hele gemeente betreft, hoe is dat bepaald? 
Zo het om de nabije omgeving gaat, welke nabije omgeving?

5) Is dit cijfer gebaseerd op metingen of op modelberekeningen, of op een combinatie?

6) Voor welke categorieën luchtvervuiling geldt het cijfer 10%? PM10? PM2.5? Ultrafijn stof? Roet? NO2 ? Is het mogelijk de percentages per stof te geven?
Of betreft het een gewogen gemiddelde van meerdere vervuilende stoffen en zo ja, hoe is dat gemiddelde bepaald?

7) Mocht het aantal  vliegbewegingen ten opzichte van nu gaan verdubbelen, zoals de directeur van het vliegveld wil, verdubbelt dan ook het door wethouder Schreurs genoemde percentage?

Tropomi-satelliet geeft sensationele eerste foto’s door over luchtverontreiniging

Het was al op het NOS-journaal, maar daar ging het snel en bewegend en klein: de eerste foto’s van de pas gelanceerde Tropomi-satelliet. Ik heb daarover al geschreven op TROPOMI meet de atmosfeer met niet eerder vertoonde kwaliteit .

De eerste resultaten zijn nu binnen gekomen en die overtreffen alles, wat er op dit gebied tot nu toe te bewonderen was.
De publicatie gaat via het KNMI op www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/tropomi-ziet-luchtkwaliteit-scherper-dan-ooit . Klik daarin ‘eerste beelden’ aan.
Hier staat ook het animatiefilmpje dat op het journaal te zien was.

Ik geef er nu drie van de NO2 – concentraties in Nederland.

NO2-concentraties, 07 november 2017, Zuidenwind
NO2-concentraties, 17 november 2017, NW-wind
NO2-concentratie, 22 nov 2017, windrichting niet vermeld (zo op het ook ongeveer windstil)

Bruin-grauw betekent bewolkt en dus geen resultaten.
De beelden zijn nog niet getalsmatig geijkt.
De kleinste afmeting is aan de grond een hok van 13*7 km.

Ik kom er op terug als er meer nieuws is.

Inbreng Milieudefensie Eindhoven over houtrook in GR-programma’s

Ik heb voor Milieudefensie Eindhoven aan de politieke partijen in Eindhoven een bericht gestuurd, waarin het verzoek uitgesproken wordt dat ze in het programma voor de komende gemeenteraadsverkiezingen een passage opnemen over kleinschalige houtstook door particulieren. De rook daarvan verziekt soms de omgeving en schaadt met name longpatienten en andere mensen met een zwakke gezondheid.
Iets afdwingen is moeilijk, omdat de landelijke wetgeving zich daar als regel niet voor leent. Het zal voorlopig vooral een voorlichting- en beïnvloedingstraject worden.

Hieronder de brief.
In de brief is een eerder verzoek van het Longfonds en de Stichting Houtrookvrij als bijlage bijgevoegd.

Voor eerdere berichten op deze site zie ook Longfonds tegen houtrook

Houtpellets

Aan de leden van de gemeenteraad en B&W van Eindhoven
Aan de programmacommissies van Eindhovense politieke partijen

 

Betreft: opstellen programma voor de gemeenteraadsverkiezing 2018

in concreto de toevoeging van een passage ter regulering of ontmoediging van het stoken van hout door particulieren

 

Geachte mevrouw, meneer

            De Vereniging Milieudefensie spant zich al jaren in voor een schonere atmosfeer. Dit agendapunt is hierdoor hoger op de politieke agenda gekomen.

In de stad Eindhoven geldt hetzelfde. In Eindhoven gelden dezelfde wettelijke verplichtingen, en worden er initiatieven genomen om de feitelijke situatie te meten en de gewenste situatie steeds dichter te benaderen. Dit is een goede zaak.

De initiatieven tot nu toe richten zich vooral op het verkeer als oorzaak. Dat is uitstekend, want in het rijtje van binnen de gemeente Eindhoven gelegen oorzaken speelt het verkeer een belangrijke rol.

Het verkeer is echter niet de enige, binnen de gemeente Eindhoven gelegen, oorzaak. Ook het stoken van hout door particulieren in open haarden, allesbranders en dergelijke veroorzaakt nogal wat luchtvervuiling waardoor vooral de omgeving geschaad wordt. De orde van grootte van de luchtvervuiling door al deze kleinschalige houtstook samen is zelfs te vergelijken met die van het verkeer.

Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven

Een en ander kan tot schrijnende situaties aanleiding geven bij bijvoorbeeld longpatienten. Niet voor niets voert dit Longfonds op dit punt actie, en niet voor niets heeft ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zich met dit probleem bezig gehouden. En er ligt ook een GGD-onderzoek uit de drie noordelijke provincies.

Aandeel PM10 dat van houtstook afkomstig is

De landelijke regelgeving (met name het Bouwbesluit 2012) biedt in praktijk op dit moment als regel onvoldoende juridische aanknopingspunten (uitzonderingen daargelaten). Dat komt omdat de uitspraken in het Bouwbesluit vaak onvoldoende kwantificeerbaar zijn , en omdat het Bouwbesluit vooral de eigen woning beschermt en niet die van de buren.
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kan geen regels opleggen die het Bouwbesluit overtreffen.
Om andere redenen lenen de luchtkwaliteitseisen, zoals vastgelegd in de milieuwetgeving, zich in deze situatie ook niet voor handhaving.

Hoe betreurenswaardig ook, in praktijk zijn gemeenten momenteel vooral aangewezen op communicatie en beïnvloeding. Hiertoe bestaan instrumenten, zoals de onlangs in Nijmegen ontwikkelde app www.stookwijzer.nu en de in opdracht van het Ministerie van I&M ontwikkelde Toolkit “ Houtstook door particulieren, hoe voorkom je overlast?” uit 2014 (zie De 10 stooktips uit de Toolkit 2014 in opdracht van Ministerie van I&M ).

Dit alles overwegende, verzoekt Milieudefensie Eindhoven uw partij om in uw programma voor de gemeenteraadsverkiezing 2018 een passage op te nemen over kleinschalige houtstook door particulieren. Wij verzoeken u om daarin (uiteraard in uw eigen woorden) op te nemen:

  • De gemeente Eindhoven steunt pogingen om de landelijke regelgeving inzake het stoken van hout door particulieren aan te scherpen
  • De gemeente ontwikkelt een actief voorlichtingsbeleid, gericht op het grote publiek, waarin primair het kleinschalig stoken van hout door particulieren afgeraden wordt. Secundair, daar waar er toch gestookt wordt, richt het voorlichtingsbeleid zich op verstandig stoken op verstandige momenten.
  • De gemeente treedt in overleg met de vakhandel opdat deze, waar dat nog niet gebeurt, meewerkt aan deze communicatie
  • Daar waar het mogelijk is om regelgevend en handhavend op te treden, krijgt dit prioriteit
  • De gemeente neemt de kleinschalige houtstook door particulieren niet op in haar beleid om op termijn energieneutraal te worden.

Als bijlage sluit Milieudefensie een eerder beroep bij, dat het Longfonds en de Stichting Houtrookvrij op de opstellers van lokale verkiezingsprogramma’s gedaan hebben.

Met vriendelijke groeten, en tot nadere informatie bereid,

Namens Milieudefensie Eindhoven

 

Bernard Gerard, secretaris
040-2454879
bjmgerard@gmail.com
www.bjmgerard.nl

(Bijlage)

 

 Input Longfonds en Stichting Houtrookvrij voor lokale verkiezingsprogramma’s

Pak houtstook door particulieren aan

Amersfoort, 19 juni 2017

Nederland telt een miljoen mensen met een longziekte. Houtrook verergert vaak hun gezondheidsklachten. De rook van houtkachels, open haarden, barbecues en vuurkorven is echter voor niemand gezond. Lokaal kunnen de risico’s hoog oplopen. Het Longfonds en de Stichting Houtrookvrij adviseren mensen om geen hout te stoken. Neemt u in uw verkiezingsprogramma maatregelen op die nodig zijn voor gezonde lucht?

In veel gemeenten leidt het stoken van hout door particulieren tot problemen. Het is een bron van luchtvervuiling, lokaal tot wel 40 procent van de totale luchtvervuiling, overlast, ziekte en burenruzies. In 2016 vroeg de Vereniging Nederlandse Gemeenten in een enquête aan haar leden of er lokaal overlast werd ervaren. Ongeveer een derde (124) van de Nederlandse gemeenten hebben de enquête ingevuld. Meer dan de helft van hen geeft aan dat zij inwoners hebben die houtrook van particulieren als overlast ervaren.

Nederland telde in 2011 bijna een miljoen kachels en open haarden (i) en dit aantal neemt toe vanwege het onterecht duurzame en goedkope imago van houtstook. Het CBS berekende in 2009 dat in Nederland 10 procent van de bevolking hinder ondervindt door houtrook (ii). Sommige gemeenten noteren inmiddels hogere overlastcijfers, zoals Amersfoort waar 28 procent van de mensen regelmatig last heeft van houtrook (iii). Hoe is dat in uw gemeente?

Iedereen loopt een gezondheidsrisico

Luchtvervuiling kan mensen ziek maken. De stoffen die vrijkomen bij het stoken van hout dragen bij aan luchtvervuiling. In de directe omgeving veroorzaakt houtrook gezondheidsklachten door fijn stof. Het RIVMiv neemt aan dat fijnstof uit houtrook en verkeer even schadelijk zijn voor de gezondheid. Ook kankerverwekkende (PAK’s)-en giftige stoffen als VOS en koolmonoxide komen vrij bij de verbranding van hout.

Mensen met een longziekte zijn gevoeliger voor houtrook dan mensen met gezonde longen. Ook ouderen, mensen met een hart- en vaatziekte en gezonde kinderen krijgen eerder gezondheids-klachten door houtrook. Deze ‘gevoelige groepen’ kunnen benauwd worden, moeten veel hoesten of hun longfunctie wordt slechter. Bij hoge blootstellingen kunnen de klachten lang aanhouden, ook als het vuur al uit is. Dit belemmert mensen in hun dagelijkse leven. De gevolgen zijn snel merkbaar. Iedereen loopt een gezondheidsrisico, ook de stoker zelf.

Niemand meer zieke longen door houtrook

Longpatiënten die in de buurt wonen van bijvoorbeeld een houtkachel kunnen zich niet beschermen tegen houtrook. Het is onmogelijk om de eigen woning zo af te sluiten dat de rook niet meer binnendringt. Bovendien is het juist nodig om steeds te ventileren om de luchtkwaliteit binnenshuis gezond te houden.

Het Longfonds wil dat niemand meer zieke longen krijgt door het inademen van lucht. Het Longfonds en de Stichting Houtrookvrij willen de gezondheidsschade van houtrook voorkómen, met name bij gevoelige groepen zoals mensen met een longziekte, kinderen en ouderen. Daarom pleiten wij er voor om niet op hout te stoken. Wij roepen mensen op om te kiezen voor gezondheid en voor (sfeer)verwarming zonder uitstoot van schadelijke stoffen.

Wat kunt u doen

Een eerste stap in de goede richting is een stookverbod bij mist en windstil weer. Vlaanderen geeft het goede voorbeeld: www.vmm.be/lucht/luchtkwaliteit/stookadvies/wanneer-geven-we-stookadvies . U kunt dit ook lokaal toepassen.

Daarnaast is goede voorlichting over de gezondheidsrisico’s van houtstook nodig. Veel mensen zien een houtvuur als gezellig en zijn zich niet bewust van de schadelijkheid voor de gezondheid van henzelf en hun omgeving. Start bijvoorbeeld een lokale voorlichtingscampagne zoals de gemeente Den Haag heeft gedaan of geef informatie bij het gemeentenieuws in lokale media.

Neem mensen die aangeven ziek te worden van de houtrook van hun buren serieus. Onderzoek de klacht, handhaaf waar nodig en stel bemiddeling tussen gehinderde en stoker beschikbaar.

Pak houtstook door particulieren aan. Wij rekenen op u.

 

Voor vragen aan het Longfonds kunt u contact opnemen met Christine Strous, christinestrous@longfonds.nl  of 06 51 49 21 74. Voor vragen aan de Stichting Houtrookvrij kunt u contact opnemen met Vincent van der Heiden, info@houtrookvrij.nl .

 

M.R. Rutgers MSc                 Directeur Longfonds (voorheen Astma Fonds)

Vincent van der Heiden         Bestuurslid Stichting Houtrookvrij

 

i TNO-rapport ‘Emissiemodel Houtkachels’ van 16 februari 2011

ii www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/natuur-milieu/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-2714-wm.htm

iii www.amersfoort.nl/nieuws/28-ervaart-overlast-door-gebruik-open-haard.htm  

iv Gezondheidseffecten van houtrook, een literatuurstudie, RIVM, 2011

TROPOMI meet de atmosfeer met niet eerder vertoonde kwaliteit

De satelliet en het meetinstrument
TROPOMI (Tropospheric Monitoring Instrument) is een meetinstrument dat met eerder vertoonde kwalificaties de samenstelling van de atmosfeer gaat meten. Het instrument is met toebehoren gemonteerd op het platform Sentinel 5-precursor. Het geheel is wat men in de volksmond een ‘kunstmaan’ noemt.

Die kunstmaan is gelanceerd op vrijdag 13 oktober 2017 en nog wel van-
uit Rusland, maar alles ging goed. De satelliet draait in een polaire baan op 824km boven de oppervlakte. Daardoor kan hij in één dag de hele aarde zien.

De ontwikkeling duurde zes jaar en kostte 80 miljoen (valt mee).

Tropomi heeft zijn eigen website www.tropomi.nl/ .

Het Sentinel 5-P platform (links) en het TROPOMI-instrument (rechts)

Tropomi staat in een traditie van eerdere instrumenten (Nederland is sterk in deze tak van sport). De diepblauwe afbeelding in de intro is gemaakt door een voorganger, de OMI (Ozone Monitoring Instrument). Het is het aantal NO2-molekulen in een atmosferische kolom van onder naar boven, links gemiddeld over oktober 2005 en rechts over oktober 2016. Wie daar lol in heeft, kan kaarten voor allerlei stoffen op allerlei
tijden vinden op www.temis.nl/airpollution/no2col/no2regioomimonth_v2.php .

Er vinden nu allerlei voorbereidende bewerkingen plaats. Daarna ziet het instrument elke dag de hele aarde en levert daarbij 20 miljoen waarnemingen per dag  – dat zijn er tien keer zoveel als de voorgangers bij elkaar. Die datavloed moet binnen drie uur verwerkt zijn, bijv. om van invloed te zijn op weerberichten en smogwaarschuwingen.

De pixelgrootte van Tropomi op de grond is 7*7km (ter vergelijking, dat was bij OMI 13*24km). 7*7km op een kaart van Eindhoven ziet er zo uit:

7km bij 7 km – pixel op Eindhoven gelegd

Tropomi kan dus Veldhoven, Eindhoven en Nuenen uit elkaar houden.
De gedachte is dat het bij dit oplossend vermogen mogelijk wordt sommige individuele bronnen te zien.

Het instrument meet en vergelijkt straling, die rechtstreeks van de zon binnen komt, met straling die van de zon, heen en terug door de atmosfeer binnen komt. Die laatste geeft absorptiekenmerken, die het gevolg zijn van de aanwezigheid van geringe concentraties aan allerlei gassen. Die absorbtiekenmerken worden zichtbaar als je een spectrum van het binnenvallende licht maakt en dat gebeurt 300 maal per seconde.
Die absorptie kan op allerlei plaatsen in het spectrum plaatsvinden. Vandaar dat TROPOMI in verschillende gebieden kijkt (OMI, GOME en Sciamachy zijn voorgangers).

Het golflengtebereik van TROPOMI en zijn voorgangers

Sommige gassen zijn vooral van belang omdat ze toxisch zijn (bijv. NO2 en HCOH = formaldehyde en O3 laag in de atmosfeer), sommige omdat ze voor het klimaat van belang zijn (bijv. CO2 en CH4 = methaan), en sommige voor de ozonlaag hoog in de atmosfeer (bijv. sommige chloorverbindingen).
Ze kunnen ook meervoudig van belang zijn (bijv. hoge ozon).
“Fijn stof” zit in het plaatje als “Aerosols”.

Het KNMI heeft een goed verhaal over TROPOMI op www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/tropomi-sensing-the-troposphere-from-space .

Het KNAW-symposium
De Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) had op 25 september 2017 een symposium belegd over Tropomi. Daar spraken bouwers en gebruikers. Ik ben er naar toe geweest.

  • Als belangrijkste bouwer sprak Nick van der Valk van TNO. De man was apetrots op zijn machientje en daar had hij groot gelijk in want er zitten uiterst innovatieve hoogstandjes aan hightech in. Maar dat  gaat te ver voor een algemeen publiek. Ik doe hem onrecht, maar laat het achterwege.
  • Maarten Krol, hoogleraar in Wageningen en met nog een stel andere wetenschappelijke functies, begon met het statement dat zij in Nederland gemiddeld een jaar korter leven vanwege de luchtvervuiling en de gemiddelde Beijing-Chinees drie jaar korter, en gaf daarna puntsgewijs aan waar het wetenschappelijke nut zit:
    –  Wetenschappelijk onderzoek.
    Met verschillende satellieten samen kon men van augustus t/m december 2015 kwantitatief redelijk de bosbranden in Indonesie in kaart brengen door CO (koolmonoxide) te meten.
    –  trends volgen.
    Men kon bijna in real  time de ontwikkeling van het ozongat volgen (dat zich traag herstelt na de aanslag door de CFK’s – het Verdrag van Montreal is een succes, zij het geen snel succes).

    Dit geeft de omvang van het ozongat bij de Zuidpool, per maand en over een aantal jaren.
    (Hoog op de verticale as = een groot gat = slecht).

    Ook een trend is dat het luchtkwaliteitsbeleid van de overheid, althans bij NO2 , een succes blijkt. De concentraties dalen: het introplaatje uit 2005 is een stuk feller gekleurd dan het vergelijkbare plaatje uit 2016.
    (Het probleem is alleen, dat de concentraties op sommige plaatsen en tijden niet genoeg dalen om onder de wettelijke limiet te komen, zie het Milieudefensievonnis. Het dieselgesjoemel speelt hier ook een rol bg).
    – 
    Voorspellen:
    Bijv. ozonconcentraties in Amsterdam bij een zomersmogsituatie.

  • De bijdrage van Pepijn Veefkind overlapte gedeeltelijk die van Krol en zijn bijdrage heb ik al elders in dit verhaal verwerkt. Ik beperk me tot een website, waarop een goed interview met hem staat waarin ook meer in extenso een beeld gegeven wordt waar het in dit veld om draait: www.esa.int/Our_Activities/Observing_the_Earth/Copernicus/Sentinel-5P/Pepijn_Veefkind_KNMI_Senior_Scientist . Het lezen waard.
  • Ilse Aben is bijzonder hoogleraar aan de VU inzake de fysica en de chemie van de aardatmosfeer, met speciale interesse voor de koolstofkringloop. Ze hield zich vooral bezig met methaan.
    Methaan is een zeldzamer, maar veel krachtiger broeikasgas dan CO2 en haalt daarom toch nog 60% van het broeikaseffect van CO2 . Sinds het begin van de industriele revolutie is de methaanconcentratie met 150% gestegen.

Satellietmetingen wijzen bijvoorbeeld uit dat (opgeteld over het hele productieproces) uit de conventionele gaswinning veel meer methaan naar de atmosfeer weglekt dan eerder gedacht.

In Nederland ziet de satelliet niets spannends – “Nederland is saai”. (Overigens was Nederland in 2012 met 0,024% van het mondiale land-
oppervlak goed voor 0,24% van de mondiale, door mensen veroorzaakte, methaanproductie bgerard
)

Onderstaande kaart van de mondiale methaanconcentraties in de atmosfeer is uit andere bron. Bedenk dat methaan een jaar of negen in de atmosfeer blijft en goed mengt. De meeste methaan waait dus weg. Als je dus op de kaart een fors signaal ziet, betekent dat dat er daar nog veel meer in de lucht komt dan er wegwaait.

Mondiale methaanconcentraties in de atmosfeer

Tenslotte
Voor alle meetsystemen geldt dat het goed is dat ze er zijn, maar dat ze op zichzelf niets oplossen. Ze zijn er om een olossing te ondersteunen, niet om die te vervangen. Daarvoor moet er gehandeld worden: minder dieren, betere auto’s, minder fossiele brandstoffen (bgerard)

Milieudefensie, Longfonds en houtstook

Mijn organisatie Milieudefensie besteedt veel aandacht aan het schoon krijgen van de Nederlandse lucht.

Luchtvervuiling heeft meerdere oorzaken, die ten dele in het buitenland liggen. Wat betreft de binnenlandse oorzaken focusseert Milieudefensie zich tot nu toe vooral op het verkeer als bron. In praktijk betekent dat een focus op de grote steden en op de nabijheid van snelwegen.
Milieudefensie krijgt echter regelmatig mails over houtstook door particulieren als bron van luchtvervuiling. Dat valt te begrijpen, omdat onoor-
deelkundige houtstook door particulieren grofweg evenveel luchtvervuiling veroorzaakt als het verkeer (zij het met een andere samenstelling). De schrijvers van die mails vinden de focus van Milieu-
defensie te eng.

Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven

Een probleem is dat beide bronnen onder een geheel ander juridisch regime vallen.
De luchtvervuiling door auto’s wordt aan de bron aangepakt door Europese richtlijnen (hoewel daarop veel kritiek bestaat, men denke aan het Volkswagenschandaal). De nationale en lokale overheden hebben mogelijkheden om iets aan de overdracht te doen, bijv. door een nieuwe weg niet of anders of juist wel aan te leggen, of door milieuzones. Een wet als het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit is van kracht.

Voor de luchtvervuiling door kleine, decentrale stookinrichtingen in een woning bestaat eigenlijk nauwelijks regelgeving. Ze zijn bijvoorbeeld niet vergunningplichtig. Eenieder die dat wenst kan een open haard aanleggen en daarin bij een relatief lage verbrandingstemperatuur geverfd hout en oude schoenen gaan opstoken, ook al zet hij daarmee zijn buren in de stank. Die kunnen dan bijvoorbeeld gaan procederen dat het een onrechtmatige daad is die hun gezondheid schaadt (wat niet eenvoudig te bewijzen is). Een mogelijk alternatief is de bouwregelgeving, zoals het Bouwbesluit (wat vooral gericht is op de eigen woning) of de Algemene Plaatselijke Verordening (die echter weer ondergeschikt is aan landelijke wetgeving).
Aan alle drie de routes blijken in praktijk veel haken en ogen te zitten.
Zie Longfonds tegen houtrook .

Milieudefensie heeft een rechtszaak aangespannen tegen de Staat, omdat deze niet voldoende doet om overal de wettelijk verplichte lucht-
kwaliteitsnormen te halen. Deze procedure loopt nog.
Overigens zijn deze normen slechts beperkt bruikbaar om overlast door houtstook tegen te gaan, bijvoorbeeld omdat ze jaar- of etmaalgemiddeld zijn en niet altijd de stoffen afdekken die vrij komen bij onoordeel-
kundige houtstook.

Houtpellets

In reactie op de mails over houtstook, en ook in reactie uit eigen kring, heeft Milieudefensie in augustus 2017 onderstaand persbericht uitgebracht:


Milieudefensie en houtstook

Op de Algemene Leden Vergadering van Milieudefensie van juni 2017 is er een motie ingediend over het onderwerp houtstook. Het bestuur zal zich op de motie beraden en hier op terugkomen in de ALV van december 2017.

Houtrook is op sommige plekken een substantiële bron van luchtvervuiling en kan de gezondheid schaden. De rechtszaak die Milieudefensie voert op het gebied van luchtvervuiling kan – bij een positieve uitkomst – aanknopingspunten bieden (voor andere partijen of burgers) om meer maatregelen te eisen om houtrook aan te pakken. Zowel vanuit klimaat als vanuit gezondheidsperspectief moet het stoken van hout schoner en minder gebeuren.

In onze campagne voor een gebouwde omgeving met schone lucht geven wij de voorkeur aan duurzame verwarming op basis van elektriciteit, aardwarmte of restwarmte. Houtstook door particulieren, of het grootschalig stimuleren van pelletkachels in huishoudens, als methode om van het gas af te komen wijzen wij af. Zeker in stedelijke gebieden waar mensen dicht op elkaar wonen, is houtstook ook via pelletkachels niet aan te raden.

In december komt het bestuur specifiek terug op de motie over houtstook.

Nu ik toch over dit onderwerp bezig ben: het Longfonds en de Stichting Houtrookvrij hebben in juni 2017 een advies uitgebracht, bedoeld voor de op te stellen verkiezingsprogramma’s voor de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen. Ik citeer hier het feitelijke voorstel uit dit advies


Wat kunt u doen

Een eerste stap in de goede richting is een stookverbod bij mist en windstil weer. Vlaanderen geeft het goede voorbeeld: https://www.vmm.be/lucht/luchtkwaliteit/stookadvies/wanneer-geven-we-stookadvies. U kunt dit ook lokaal toepassen.

Daarnaast is goede voorlichting over de gezondheidsrisico’s van houtstook nodig. Veel mensen zien een houtvuur als gezellig en zijn zich niet bewust van de schadelijkheid voor de gezondheid van henzelf en hun omgeving. Start bijvoorbeeld een lokale voorlichtingscampagne zoals de gemeente Den Haag heeft gedaan of geef informatie bij het gemeentenieuws in lokale media.

Neem mensen die aangeven ziek te worden van de houtrook van hun buren serieus. Onderzoek de klacht, handhaaf waar nodig en stel bemiddeling tussen gehinderde en stoker beschikbaar. 

Het advies zelf is te lang om hier af te drukken. Met kan het hier lezen.

Tot slot nog een afbeelding van een analyse door de denktank IIASA, waarvan voor Nederland NWO lid is.

Productie van roet in Nederland uit diverse bronnen in verleden en toekomst

Toevoeging;
naar aanleiding van dit stuk heeft Hans Roosendaal gereageerd. Zie voor de dialoog hieronder bij de reacties.
Hij wijst op het bestaan van een Nijmeegse stookwijzer. Die is te vinden op www.stookwijzer.nu . Als je als houtstoker van goede wil wilt zijn, heb je er wat aan.

 

Eerste reactie op veeteelt-besluit Provinciale Staten 07 juli 2017

Op vrijdag 7 juli 2017 hebben PS, na een marathonvergadering, besloten om een aantal maatregelen te nemen die beperkingen opleggen aan de veehouderij. Ik ben zeer blij met dit besluit, al moet er nog veel meer gebeuren.

Publieke tribune op 23 juni 2017, landbouwdebat

Ik heb voorafgaand aan 7 juli al een korte samenvatting van het voorstel op deze site gezet. Die kan men nalezen op Behandeling nieuwe maat-
regelen tegen door landbouw veroorzaakte problemen
.

Deze voorstellen zijn als integraal pakket aangenomen. Ik zal daarop binnenkort uitgebreider reageren.
Nu wil ik alvast aandacht vragen voor een reactie van Werkgroep Behoud de Peel. Die zetten in hun recente Nieuwsbrief een aantal verstandige kanttekeningen.

  • Het besluit is niet historisch, want er is in 1995 in midden- en oost Brabant en midden- en noord Limburg een soort standstill-beginsel geweest. Maar dat heeft het maar twee jaar uitgehouden.
  • Dit is een eerste stap richting natuurherstel
  • Met extra staltechnieken schiet je niet veel op als tegelijk het aantal dieren omhoog mag
  • De kosten van het stalderen moeten niet onevenredig bij de uitbreidende boeren gelegd te worden. In het flankerend beleid moet hiernaar gekeken worden.
  • Er is geen reden voor ophef vanwege de mogelijkheden uit te breiden tot een bouwblok van meer dan 1,5 hectare. Er bestonden al uitzonderingsmogelijkheden. Er komt één uitzondering bij, maar twee andere worden strenger. En ook dan moet 100% nieuwe ruimte opgebracht worden met 110% minder ruimte elders (dat heet stalderen).
  • De schaalvergroting wordt met dit besluit niet gestimuleerd, maar juist afgeremd.
  • Stalderen heeft wel degelijk effect voor de burger. Het aantal dieren groeit niet verder en waarschijnlijk komt er een lichte krimp. Meer is binnen de provincie niet te realiseren.
  • Boeren kunnen inderdaad andere boerderijen uitkopen om zo uit te breiden. Daar is niets aan te doen. Maar ook dan doen de nieuwe techniekeisen en de staldering hun werk.
  • Er komt in praktijk weinig of geen nieuwe mestbewerking, want tussen de bestaande en de nieuwe afspraken bestaat in praktijk weinig verschil.

De tekst van de Nieuwsbrief van Werkgroep Behoud de Peel is hier te vinden.

Peel zonder stikstofoverschot
Peel met stikstofoverschot