Drie (naar eigen zeggen) ‘kritische CDA-leden’ mochten in het Eindhovens Dagblad een gastopinie plaatsen “Weinig mensen weten wat natuurbeleid beoogt”. Het gaat om Els Stravens uit Steensel, Quinten Pluymaekers uit Boxtel, en Maarten van de Tillaart uit Tilburg. De eerste twee zijn lid van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel. Ze betogen (soms in omfloerste termen) dat het ecologische natuurbeheer tegenover het natuurgevoel van het volk staat, dat Natura2000 eigenlijk onzin is, dat er geen bomen gekapt moeten worden in bijvoorbeeld De Peel, want bomen vinden stikstof lekker.
Kortom, ze willen eigenlijk van de Natura2000 af (of minstens minder) en dat komt goed uit, want dan hebben de boeren meer vrijheid en de stikstof kost veel geld. Dat is ongeveer de logica. Wie het na wil lezen kan terecht op www.ed.nl/opinie/weinig-mensen-weten-wat-natuurbeleid-beoogt~a949ca8e/ .
Ik heb een ingezonden brief naar het Eindhovens Dagblad gestuurd om op het verhaal van de drie CDA-ers te reageren. Die staat hieronder (met steunkleur) afgedrukt. Ik weet niet of de brief geplaatst wordt.
Dode zomereik
Kritische
CDA-ers kletsen uit hun nek
In het Eindhovens Dagblad van 21 februari jl staken de
‘kritische CDA-leden’ Stravens, van den Tillaart en Pluymaekers een betoog af
over hun opvatting van natuurbeleid. Die komt er op neer dat er tot een soort
gezond volksgevoel tegen Natura2000 gebieden wordt opgeroepen, als zijnde
natuur die u en wij niet als zodanig aanvoelen.
Bomen, dat is het, want die houden van stikstof, dat is fijn voor de boeren en
de Strabrechtse Hei mag gerust dichtgroeien want alleen bos is natuur. Zo
voelen wij dat, althans het CDA.
Maar er zitten een paar fouten in de redenering.
Op de eerste plaats heeft Nederland de Natura2000-gebieden
Europees vastgelegd en is nu juridisch gebonden aan minstens instandhouding.
Op de tweede plaats heeft elke plant meer voedingsstoffen
nodig dan alleen maar stikstof. Als die andere voedingsstoffen er niet zijn,
leidt meer stikstof niet tot meer groei. Alleen een paar soorten planten als
brandnetel en braam hebben geluk.
Maar daar blijft het niet bij.
De stikstofoxides en nog veel meer de ammoniak, die de landbouw uitstoot,
worden in de lucht of in de bodem geoxideerd, met als eindproduct salpeterzuur.
Het is de oude zure regen-problematiek van het Waldsterben in een nieuw jasje.
Het zuur loogt de bodem uit, waardoor essentiële stoffen als calcium, kalium en
magnesium oplossen en de diepte induiken. Die voedingsstoffen zijn er dus
steeds minder, met name op droge zandgrond.
Daar tegen over staat dat het in die context schadelijke aluminium vrijkomt.
De stikstof, meer in het bijzonder de ammoniak van de
boeren, vermoordt de bodem.
Bomen zijn meestal helemaal niet blij met stikstof.
Integendeel, de zomereiken op droge zandgronden als de Maasduinen en de Veluwe gaan er massaal de
pijp door uit (zie de NRC van 07 april).
Stravens en Pluymaekers zitten in het Algemeen Bestuur van het Waterschap. Ze zouden beter moeten weten.
Bernard Gerard
Dode eik in Gelderland
Nu is de echte paradox, dat de drie CDA-ers tot op zekere hoogte gelijk hebben, maar dan op een andere manier dan ze zelf bedoelen. En op de manier die ze bedoelen, hebben ze geen gelijk.
Linkse en milieumensen weten inderdaad vaak niet wat natuurbeleid beoogt, maar dan vanuit een heel andere optiek dan bovenstaande dienstbaarheid aan boeren. Er komen in deze tijd meerdere spanningsvelden bij elkaar.
energieopwekking zonder of met weinig CO2
klimaat
biodiversiteit
landschap[ en natuur, zowel objectief als subjectief
grondwater
eindigheid van materialen
vervuiling en gebiedsaantasting
en maatschappelijke problemen die zeer reëel zijn, maar die ik hier niet behandel (bijvoorbeeld armoede)
Het probleem is dat een oplossing voor het ene spanningsveld soms in strijd is met die voor het andere spanningsveld. Bossen zijn hiervan een goed voorbeeld. Binnen zekere grenzen kun je met een bos energie opwekken, binnen zekere grenzen kun je met een bos koolstof opslaan, en met hout kun je binnen zekere grenzen prima de eindigheid van sommige materialen bestrijden. Maar een bos kan slecht zijn voor de grondwaterstand (zoals in de Peel), en kan slecht zijn voor de biodiversiteit (bijv. als het een oude, monotone dennenplantage is).
Veel linkse en milieumensen zitten in praktijk op één van deze sporen en vinden dat hun spoor de leiding moet hebben over de andere sporen. Een veel voorkomende denkreflex is bijvoorbeeld dat bos = natuur= waardevol = biodivers = klimaat = niet kappen, terwijl je bij elk van die =tekens een relativerend verhaal kunt vertellen. De drie CDA-ers hebben de denklijn natuur = bos = stikstofsink = waardevol voor de boeren; en niet-bos = niet-natuur = kan niet tegen stikstof = lastig voor de boeren.
Er is hier veel gebrek aan kennis.
Er is dringend behoefte aan een Gesamt-verhaal dat de verschillende spanningsvelden in een groter geheel onderbrengt, waarmee in afzonderlijke gevallen maatwerk geleverd kan worden. Hier moet nog veel over nagedacht worden.
Mede door de zure regen gestorven sparren in het Ertsgebergte (1998). Von bdk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1331377
Elke keer schrijf ik na weer 1000 bezoekers een verhaal over wat niet direct de core business van deze weblog is. Ik was, al weer enige tijd geleden, de 22000 bezoekers gepasseerd. Vandaar een afwijkend verhaal over een vakantie-ervaring die overigens toch niet helemaal buiten de core business ligt.
De Ems en Papenburg We fietsten in de zomer van 2019 van Münster naar de Ems en van daar af de Ems Radweg af, bijna van de bron tot Emden. Dat is een expeditie die aangeraden kan worden. De Ems is een mooie, meanderende rivier van 345 km lang, waarvan 212 km Natura2000-gebied is. Dat is verdeeld over 33 locaties met een gezamenlijke oppervlakte van 362km2.
De Ems ten Noorden van Meppen
Als je
alsmaar doorfietst, kom je vanzelf in Papenburg. Dat is een echte veenkolonie. Er
lopen overal sloten met hoog grondwater, huizen staan op grote kavels, bijna
niks is er oud en er is geen flat te bekennen. Maar de toeristische sector
heeft van de nood een deugd gemaakt en zo heeft het dorp toch wel sfeer
gekregen. Er ligt een toeristische bark
en andere oude boten in de grote gracht, en met een hoop bloembakken erbij is
het best aangenaam. Een dag of wat kun je er wel zinvol doorbrengen.
De grote gracht van Papenburg
Meyer Werft Maar de belangrijkste toeristische attractie van Papenburg is Meyer Werft. Voor de duidelijkheid: Meyer Werft is een grote naam in de scheepsbouw en allesbehalve een kneuterige toeristenindustrie. Maar het bedrijf heeft een goed PR-beleid en organiseert betaalde excursies naar de werf die massaal bezocht worden (brengen en halen met de bus vanaf de toeristische bark). Het is een geoliede propagandamachine. En in alle eerlijkheid moet gezegd worden, dat het inderdaad de moeite waard is. Je ziet nog eens wat en je leert nog eens wat.
Meyer Werft
is in 1795 opgericht en nog steeds een familiebedrijf. Van de 20 scheepswerven,
die in 1920 in Papenburg bestonden, is het de enige die overgebleven is.
Geheel of gedeeltelijk vallen ook de Neptun Werft in Rostock en Meyer Turku in
Finland onder Meyer. In Finland is de Finse Staat een grote mede-aandeelhouder –
de Finnen zijn tenminste zo slim om in strategische industrieën belangrijke
zeggenschap te houden.
Meyer heeft
ca 3000 werknemers. De werf is in Papenburg zo ongeveer wat Philips was in
Eindhoven.
Meyer heeft zich op de eerste plaats toegelegd op cruiseschepen en op gastankers. En in slappe tijden ook op containerschepen. Ze maken (ook wel eens aardig om op te merken) geen oorlogsschepen.
Maar zijn
roem dankt het bedrijf aan de cruiseschepen. Dat zijn achterlijk grote monsters
die zo groot zijn, dat ze in twee helften gebouwd worden – die daarna op een
fractie van een millimeter aan elkaar passen. Het is werkelijk imponerend.
Een varende flat…Een hospitaalschip in aanbouwHet leidingennetwerk in een cruise schip
Het enige dat niet groot is aan de werf, is de Ems waarover die grote joekels afgevoerd moeten worden. Papenburg ligt een kilometer of 40 stroomopwaarts van de monding van de Ems bij Emden, en dat is inmiddels niet zo handig meer. Meyer heeft wel eens geprobeerd zich in Emden te vestigen maar (zei men bij de rondleiding) dat zat op twee zaken vast: concurrentieangst bij andere werven, en dat Meyer katholiek is en Emden protestant. Onder andere daarom zit Meyer nu ook in Turku (in Finland aan de open zee). Het is niet anders en de grote joekels moeten, hoe dan ook, een of twee keer per jaar de Ems af. Dat is een toeristische attractie op zichzelf, smeuiig weergegeven in filmpjes bij de rondleiding.
Cruise schip bij het Emssperrwerk
De Ems bij de Friesenbrücke bij Weener, gebouwd kort na de oorlog. De voorganger van deze spoorbrug verzorgde de snelste verbinding van Amsterdam naar Hamburg, en over deze brug reed een boemeltje van Arriva van Groningen naar Leer. Tot de brug onherstelbaar kapot geramd werd door een boot. Er wordt al jaren lang gesoebat tussen Nederland en Duitsland om er een moderne dubbelsporige brug terug neer te leggen, om een grote verbinding tussen Groningen en Bremen mogelijk te maken. Het schiet nog niet op. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Friesenbr%C3%BCcke .
Het past sowieso al moeilijk op die kleine Ems, maar er boten
moeten ook nog eens obstakels passeren zoals de Friesenbrücke (een drijvende kraan
tilt er voor de gelegenheid een stuk uit) , de Jann-Berghaus-Brücke (die op dit
soort expedities gebouwd is, zijn we overheen gefietst op en neer naar het
mooie dorp Leer), en het Emsperrwerk bij Emden (gaat krapjes).
Milieuzaken Een grote onderneming die afhankelijk is van een kleine rivier, dat moet min of meer wel tot milieuproblemen leiden.
Natura2000 geeft af en toe merkwaardige effecten. Zo liep de vraag of de gemeente Papenburg (zie verderop) de Bundesregierung mocht verbieden om Natura2000 – gebieden langs de Ems stroomafwaarts aan te wijzen, door tot het Europees Hof van Justitie. Zie http://ec.europa.eu/environment/nature/natura2000/management/docs/IWT_BHD_Guidelines.pdf en dan blz 28 ev. De Ems wordt namelijk sinds 1994 stroomafwaarts van de grote scheepswerf voortdurend uitgebaggerd zodat schepen met een diepgang van 7,3m van de scheepswerf (die zeer grote schepen maakt, zie verderop) de Noordzee kunnen bereiken. De vrees was dat de Natura2000-aanwijzing dat baggeren onmogelijk zou maken. Als ik het juridische jargon goed begrijp, mag het baggeren doorgaan op basis van verworven rechten en zolang er geen drastische veranderingen plaatsvinden die de Natura2000-gebieden schaden. In dat geval moet er toch een passende beoordeling gemaakt worden. Bij voorkeur moet er zo gebaggerd worden dat de Natura 2000-gebieden er baat bij hebben.
Men hoorde
op grote afstand de zuchten van opluchting ten stadhuize.
Maar dan nog. De Ems is al uitgebaggerd tot een diepgang van 7,3m , maar dat is niet genoeg. Als er een boot naar buiten moet, wordt het Emssperrwerk bij Emden even dichtgezet om de Ems ruim een meter op te stuwen (zie https://de.wikipedia.org/wiki/Emssperrwerk ), de spoorbrug wordt dus even gedemonteerd, en dan komen de sleepboten. Dat gebeurt maar een paar keer per jaar. Omdat de uiterwaarden bij het stuwen onderlopen en de nesten verdrinken, botste ook het opstuwen op de Vogelrichtlijn. Daarover is conclict geweest met de milieuorganisaties (zoals het WWF), maar uiteindelijk is het in een compromis geëindigd. In en kort na het broedseizoen moet het stuwen korter en minder hoog (de link geeft de details).
Milieudefensie Eindhoven heeft eerder een brief gestuurd aan de Metropool Regio Eindhoven (MRE), en aan alle gemeenten binnen de MRE, om naar aanleiding van het Nationaal Bomenplan van Groen Links en de SP in het MRE-gebied één nieuwe boom per inwoner te planten (dat zouden er dan op een nog niet vastgelegde termijn ruim driekwart miljoen moeten worden).
Aanplant van een groep nieuwe bomen in het Leenderbos door Staatsbosbeheer
De MRE heeft het plan doorverwezen naar de gemeenten. Inmiddels heeft de gemeente Eindhoven ingestemd. Omdat de gemeente Eindhoven grenst aan andere gemeenten, kan het Eindhovense besluit andere gemeenten beïnvloeden.
Milieudefensie Eindhoven heeft nu aan de gemeenten in het Stedelijk Gebied Eindhoven (dat bestaat uit de MRE-gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen, Oirschot, Son en Breugel, Veldhoven en Waalre) een brief geschreven, waarin gevraagd wordt om de verpachte landbouwgronden en andere percelen in kaart te brengen die mogelijk plaats bieden aan bos of minstens groepen bomen.
De Rechtbank in Den Bosch heeft op 20 december 2019 de Limburgse ondernemer Wim Bruekers strafrechtelijk veroordeeld tot twee jaar cel, waarvan een jaar voorwaardelijk. Daarnaast mag Bruekers zich drie jaar lang niet met afval bezighouden. Verder moet Bruekers (via de Staat) bijna een ton betalen aan het slachtoffer, Matrho Metals. Omdat de rechter ervan uit gaat dat er niets te halen valt, legt hij nu subsidiair al 30 dagen hechtenis op (welke hechtenis de betalingsverplichting niet opheft).
Bruekers had het echt heel bont gemaakt. Hij zamelde overal chemisch afval in om daaruit edelmetalen terug te winnen. Dat moet met agressieve middelen en die worden op hun beurt weer afval. Dit afval kon Bruekers niet of veel te weinig verwerken. Vandaar dat het in IBC-vaten (Intermediate Bulk Containers) op diverse plaatsen werd opgeslagen. Zo ook in een pand naast het bedrijfspand van Matrho Metals aan de Lagedijk in Helmond. Daar stonden 680 vaten.
Diverse IBC-vaten
Maar het opgeslagen spul was zo agressief, dat het zich door de containerwanden en door de scheidingsmuur heengevreten had, en vervolgens als groen vergif bij Matrho Metals onder de muur door naar binnen borrelde. De rechterlijke uitspraak biedt een onthullend inzicht in wat er in Helmond lag: “….. waaronder al dan niet verontreinigd kopersulfaat, al dan niet verontreinigd zoutzuur, zwavelzuur, nikkel/kopersulfaat, chroomzuur, zwavelzuur/fosforzuur mengsel, salpeterzuur, kaliumpermanganaat en/of nikkelstripper….. “.”… De pH was 0…. ” , wat betekent dat het om zeer sterke zuren ging. Overigens is chroomzuur een Chroom-6 verbinding. Het opruimen kostte de gemeente Helmond en de provincie elk ruim drie ton.
Op 20 september 2016 ging Bruekers failliet. Daarmee vervalt ambtshalve zijn vergunning om afval in te zamelen. Desalniettemin bleef Bruekers, dus illegaal, fotofixeervloeistoffen inzamelen. Hij werd eind mei 2019 gearresteerd. Bij verder onderzoek werden ook een illegale revolver en pistool aangetroffen, en patronen voor de FAL-geweer.
De rechtbank heeft in zijn uitspraak in het bijzonder het volgende
in aanmerking genomen.
De rechter achtte het bewezen dat Bruekers in Maasbracht een
illegale inrichting opgezet had, en in
Weert ook waarbij in Weert tevens de bodem opzettelijk verontreinigd is met
metaalhoudende vloeistof.
(archief BrabD)
Verdachte heeft zich tezamen met zijn bedrijf/bedrijven schuldig gemaakt aan een aanzienlijk aantal milieudelicten waarbij sprake was van ernstige gevaarzetting en van vervuiling. Kortgezegd verzamelde verdachte afvalstoffen in om deze vervolgens te verwerken, maar de voorraad ingezameld materiaal stond op enig moment niet meer in verhouding tot zijn verwerkingscapaciteit, met als gevolg dat verdachte een voorraad creëerde van honderden IBC’s met gevaarlijk, zeer toxisch, afval die werden opgeslagen op verschillende locaties binnen en in de buitenlucht. Omdat de bedrijfsvoering niet goed op orde was, verdachte niet beschikte over de benodigde vergunningen dan wel vergunningsvoorschriften overtrad, was er onvoldoende zicht op de concrete hoeveelheden afval, op het type afval en de risico’s van, met name, de menging van stoffen. Als chemicus wist verdachte als geen ander wat de potentiële gevaren hiervan waren. De gevaarzetting heeft zich verwezenlijkt toen agressieve en giftige stoffen door de muur het bedrijf van [naam bedrijf benadeelde partij (= Matrho Metals bg)] binnendrongen. De feiten hebben tot een aanzienlijke schade geleid, niet alleen voor het bedrijf van […..] dat tijdelijk is stilgelegd en moest verhuizen, maar ook voor de Nederlandse samenleving omdat al het afval alsnog door de overheid op een correcte wijze moest worden afgevoerd. Verdachte heeft daarnaast gedurende lange tijd fotofixeervloeistof ingezameld zonder de benodigde papieren. Verdachte, als niet erkende inzamelaar, is hier ook mee doorgegaan tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis. Herhalingsgevaar heeft zich aldus concreet verwezenlijkt. Tot slot was verdachte in het bezit van een geladen revolver, een geladen pistool, veel munitie en een magazijn met kogelpatronen bestemd voor een geweer. Vanwege de risico’s van het ongecontroleerde bezit van wapens moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.
Men moet bedenken dat de rechter het doen en laten van Bruekers alleen beoordeeld heeft voor zover dat onder het strafrecht valt. Bruekers heeft bijvoorbeeld soms de huur niet betaald en anderen opgezadeld met grote opruimkosten. De overheden zijn slachtoffer (en daarmee de belastingbetaler), maar bijvoorbeeld ook de eigenaar van de hal in Maasbracht waar Bruekers ruimte gehuurd had . En de rechter heeft het bijvoorbeeld niet over het gebied Chijnsgoed bij Sterksel (het voormalige Reiling, waar nu Driessen de baas is), waar Bruekers ook een opslag gerealiseerd had en niet betaald. Men kan zich bij genoemde exploitanten van alles afvragen, bijvoorbeeld of ze niet beter hadden moeten opletten.
Pattegrond van de omgeving van het voormalige Reiling
De economische schade loopt in de miljoenen, maar slechts een deel
daarvan leent zich voor het strafrecht. En omdat het geval-Bruekers niet op zichzelf staat, is de
totale schade een veelvoud. Het Inter Provinciaal Overleg (IPO) kwam op ruim 24
miljoen schade over de laatste vijf jaar.
“Een nieuwe boom per inwoner, doen!” antwoordden B&W van de gemeente Eindhoven (18 december 2019) op een uitnodiging van Milieudefensie Eindhoven om per inwoner van de gemeente één nieuwe boom te planten. De gemeente spreekt waardering uit voor het initiatief van Milieudefensie en zegt dat dit aanleiding is om nog eens extra naar de waarde van groen in de breedste zin te kijken.
Milieudefensie Eindhoven spreekt waardering uit voor de steun van B&W van Eindhoven.
Het College van B&W stelt, dat bomen waarde hebben voor de productie, voor energie, voor leefbaarheid, voor de Eindhovense identiteit, maar vooral voor klimaat en milieu. Bomen helpen tegen de hittestress, zuiveren de lucht, vergroten de biodiversiteit, leggen CO2 vast en dragen bij aan recreatie en landschapsbeleving.
Concreet heeft de gemeente met dhr. Teeuwen en Edelbroek van Milieudefensie afgesproken:
De gemeente brengt in beeld waar en op welke termijn vanuit bestaande budgetten bos en houtsingels kunnen worden aangeplant (buitengebied) op kleinschalig niveau
De gemeente overlegt intern, o.a. met programmaleiders, op welke termijn de visie met uitvoeringsprogramma voor het aanplanten van extra groen en bomen, samen met belanghebbenden en -groepen en waar nodig met omliggende gemeenten wordt opgepakt
B&W stellen dat hun steun voor het bomenplan van Milieudefensie aansluit bij bestaande trends. Het huidige groenbeleid, met zijn bestuurlijke en financiele instrumenten, is al gericht op behoud en verbetering van landschappelijke elementen en de vergroening van de binnenstad. De extra aanplant kan gezien worden als een intensivering van dit beleid.
Als bijlage treft u de brieven van Milieudefensie aan de gemeente en van de gemeente aan Milieudefensie aan.
Let wel dat dit artikel uit 2019 is. Het wordt jaren later nog steeds gelezen en daar is niets mis mee, maar er staan op deze site inmiddels recentere artikelen over het onderwerp.
Enige uitleg Het voert te ver om op deze site
alles, wat in de laatste maanden over PFAS geschreven is, te herkauwen.
PFAS is een verzamelnaam voor ruim 6000 poly- of perfluoralkylstoffen. Dat zijn heel handige stofjes omdat ze water-, vet- en vuilafstotend zijn. Ze worden dan ook al minstens vijftig jaar gebruikt in smeermiddelen, voedselverpakkingsmaterialen, blusschuim, anti-aanbaklagen van pannen, kleding, textiel en cosmetica.
Maar weinig mensen maakten zich er druk om wat die stoffen in het milieu deden. Dat veranderde met het schandaal rond Chemours in Dordrecht. Die maken Teflon (de fl staat voor fluor). De bodem was ernstig vervuild en de omwonenden mochten niet meer uit eigen tuin eten. Tot 2010 deed men dat met PFOA (perfluoroctanoic acid). “Octan” slaat op een koolstofketen van acht C-atomen. De schadelijkheid werd allengs bekender en daarom stapte na 2012 Chemours over op een procedé dat GenX heet, en dat met stoffen werkt die aangeduid worden als FRD 902 en FRD903, stoffen met zes C-atomen. Bij het productieproces komen andere producten vrij, soms in de lucht, soms in het water. Zie een eerder artikel op www.bjmgerard.nl/?p=5491 .
FRD903
Omdat de populaire pers panisch is voor artikelen die naar scheikunde ruiken en denkt dat de bevolking dat ook is, dikt men soms de informatie in door te zeggen dat GenX een stof is. Wat dus niet zo is. Je kunt eventueel nog wel zeggen ‘GenX-stoffen’. Het RIVM heeft PFOA, het verwante PFOS en FRD 902 en FRD903 als ‘Zeer Zorgwekkende Stof’ (ZZS) aangeduid. Teflon zelf (dus ook een PFAS-stof) is onschadelijk, maar de ontledingsproducten (boven de 350°C, haal je alleen als een pan op groot vermogen droogkookt), zijn giftig.
De Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) bracht in 2018 een eerste onderzoek uit naar de afvalstromen van Chemours, en in augustus 2019 een vervolgonderzoek. Daarin werd ook het afvalbedrijf Suez in Almelo bezocht, waar GenX-stoffen waren aangetroffen – wat opmerkelijk was, want Suez Almelo had geen enkele relatie met Chemours. Het vervolgonderzoek bracht de ILT tot enkele treurige en harde conclusies:
Nieuwe stoffen komen op de markt zonder voldoende risico-informatie (o.a. in het Europese registratiesysteem REACH)
In de afvalketen wordt pas informatie gedeeld als een stof >0.1% aanwezig is, maar voor stoffen als FRD902 (lozingsnorm 118 ng/liter) is dat een miljard keer te hoog
Marktpartijen in de keten vragen niet door en doen ook anderszins geen moeite
De wetgeving biedt onvoldoende waarborgen voor microcontaminanten als FRD en ZZS-stoffen in het algemeen
De informatie die er wel is, is versnipperd. Niemand overziet de keten als geheel.
De conclusies werden al snel veralgemeniseerd tot de totale groep van PFAS-stoffen, o.a. in een brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer van 08 juli 2019. Maar, zo legde de staatssecretaris uit, er bestaat geen normering voor PFAS-stoffen. Dat verplichtte haar wettelijk om op basis van het voorzorgsbeginsel de detectiegrens ( 0,1µgr/kg droge stof) als vergunninggrens te hanteren. Dan kon eventuele vervuiling zich in elk geval niet verder verspreiden. Vuil zand mag niet gestort worden op schoon zand en als van dat ontvangende zand de concentratie niet bekend is, kan er dus niets. Omdat de bodem in die vijftig jaar op veel plaatsen diffuus vervuild geraakt is tot boven de detectiegrens, en omdat de capaciteit van metende bureau’s zeer beperkt is, kon de grondverzet- en baggersector niet veel kanten op. Dat is sneu, want die sector heeft het probleem niet zelf gecreëerd (anders dan veel boeren die nu stikken in hun eigen stikstof).
Het handelingskader van juli 2019 legde de eerste regel op. Het handelingskader van november 2019 legde de tweede regel op.
Lopende dit eerste handelingskader verrichtte het RIVM onderzoek om tot een tweede (nog steeds tijdelijk) handelingskader te komen. Ten behoeve van grondverzet en baggeren zijn die stoffen genormeerd, die in de bodem immobiel zijn. Sommige PFAS-stoffen (bijv. PFOA) lossen in water op en zijn daardoor mobiel – hetgeen overigens betekent dat ze in het grondwater terecht kunnen komen, ook als dat voor drinkwater bestemd is . In water ten behoeve van de drinkwatervoorziening mag 0,1µgr/liter grondwater zitten. Zo beschouwd is de strenge PFAS-norm niet absurd. Zie https://www.bjmgerard.nl/?p=10339 .
Als de stoffen genormeerd zouden zijn (dus immobiel), zou de bodem verplaatst mogen worden tot het achtergrondniveau in de bodem. Dat ligt inmiddels al een stuk hoger dan de detectienorm. Het RIVM heeft inmiddels de achtergrondconcentraties in de bodem onderzocht, en daarna de aanbeveling gedaan dat de staatssecretaris de norm voor PFOA mag ophogen tot 0,8µgr/kg droge stof, en voor PFOS tot 0,9µgr/kg droge stof . Zie www.rivm.nl/pfas .
Het
RIVM hoopt in 2021 een definitieve (hogere) norm aan te kunnen bieden.
Helmond Het Helmondse bedrijf Custom Powders had poeders gedroogd voor Chemours. Er waren GenX-stoffen via de schoorsteen ontsnapt en in de bodem en het oppervlaktewater terecht gekomen. De gang van zaken dwong Helmond om in de hele stad bodemonderzoek te doen en zodoende wist Helmond, eerder dan andere gemeenten, hoeveel GenX-stoffen en de PFOA en PFOS in de bodem en grondwater aanwezig waren. Dat leverde een set kaarten op. Hieronder de bodemvervuiling door GenX-stoffen. Zo zijn er ook kaarten voor PFOA en voor PFOS. In het omcirkelde gebied ligt Custom Powders. Door het onderzoek kan er in Helmond weer gegraven worden. Buiten het Custom Powders-gebied viel de vervuiling mee. Voor alle documenten, zie www.helmond.nl/documentenpfas .
GenX-stoffenkaart van Helmond
Eindhoven Ook Eindhoven heeft zijn bodemkwaliteitskaart op orde. Er is geen groot probleem, vooral omdat Eindhoven geen PFAS-verwerkende fabriek heeft (voor zover bekend). Het gros van de grond is schoon genoeg om in te graven. Zie www.eindhoven.nl/bouwen/grond-en-vastgoed/bodeminformatie?search=PFAS en dan doorlinken naar ‘aanvulling Bodemkwaliteitskaart PFAS’.
Voor
Eindhoven geef ik een tabel (die is er trouwens in Helmond ook).
Meettabel Eindhoven van diverse PFAS-stoffen, gemiddeld over 40 meetpunten
Men
moet zich voorstellen dat er voor deze tabel 40 meetpunten geweest zijn, waarvan
het gemiddelde en de spreiding daarin in de tabel staan. Voor huis-, tuin- en
keukengebruik is de kolom 13 (waar ‘gem(iddeld)’ boven staat de belangrijkste,
en dan de eerste twee rijden PFOA (som) en PFOS (som); resp 0,46 en 0,77µgr/kg
ds. Gemiddeld voldoet Eindhoven dus aan de nieuwe rijksnorm.
De
tabel geeft tevens waarden voor een heleboel andere PFAS-stoffen dan alleen
PFOA en PFOS. Er is een selectie gemaakt uit de ruim 6000 PFAS-stoffen, die
zijn ook gemeten.
Weinig bekend van veruit de meeste PFAS-stoffen Van de meeste PFAS-stoffen is (zeer) veel minder bekend dan van het riedeltje PFOA, PFOS en GenX-stoffen. Ik wil daartoe uit de Eindhovense tabel de rij ‘perfluorbutaanzuur’ lichten (afgekort PFBA). Die springt er in zijn concentratie, na PFOA en PFOS, als enige uit.
PFBA
is het kleine broertje van de middelgrote broer PFOA. Het enige verschil is dat
PFBA vier koolstofatomen in de keten
heeft en PFOA acht.
Perfluorbutaanzuur
De PubChem vermeldt bij PFOA een waslijst aan toxicologische informatie (zie https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/Perfluorooctanoic-acid ). De PubChem vermeldt bij PFBA nauwelijks toxicologische informatie (zie https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/9777 ). De enige gevaar-informatie is die welke voortvloeit uit het gegeven dat PFBA een sterk zuur is. Toch zijn de twee stoffen nauw familie. Het zou natuurlijk kunnen dat PFBA veel minder vergiftig is, maar waarschijnlijker is dat de toxische en milieueffecten gewoon niet onderzocht zijn. Net als bij het overgrote deel van de andere PFAS-stoffen.
Sweco geeft hierop de volgende toelichting: TOELICHTING ONDERZOEKSMETHODE De signaleringskaart PFAS is een geografische vertaling van een openbare lijst van mogelijke PFAS risicolocaties, die momenteel door alle partijen in het werkveld wordt gebruikt. Deze staat op pagina 8 van dit rapport. We hebben de belangrijkste typen locaties zoals die zijn benoemd op pagina 8 van dit rapport genomen, en daar de concrete locaties in Nederland bij gezocht en via een GIS tool in een signaleringskaart verwerkt.
Op onze signaleringskaart zijn de volgende typen locaties aangegeven: – Producenten van PFOS of PFOA (of andere PFAS) – Producenten van Teflon en andere gefluoreerde polymeren (gebruik PFAS of Gen-X tijdens productie) – Verwerking van Teflon en andere gefluoreerde polymeren – Galvanische industrie – Locaties waar brandblusschuim wordt ingezet zoals vliegvelden, brandweer oefenplaatsen en militaire locaties en bij grote branden – Bedrijven (waar bekend is dat blusschuimmiddelen zijn opgeslagen) – Voormalige stortplaatsen (exclusief de provincies Utrecht en Friesland) – Waterzuiveringsinstallaties – Afvalverbrandingsinstallaties
In de tabel in het rapport werd onderscheid gemaakt tussen beperkt en groot risico. Het risico is afhankelijk van de hoeveelheid PFAS die bij
een activiteit op een locatie is/wordt gebruikt, in combinatie met de kans dat
(een deel van) deze hoeveelheid in de bodem terecht komt/is gekomen. Voor de kaart zijn de scores opgeteld en weergegeven in een
zogenaamde ‘heatmap’ en op de volgende wijze weergegeven:
– Lage verdachtheid (beperkt risico): In de bron een lage score
tot 100 meter uit de bron.
– Hoge verdachtheid (groot risico): In de bron een hoge score
(10 maal de lage score) aflopend tot een lage score op 1 kilometer van de bron.
Sweco heeft een aparte kaart gemaakt voor de regio Eindhoven-Helmond-Weert . Die kan men vinden door door te linken vanaf de eerder genoemd pagina.
Kaart met verdachte PFAS-bronnen volgens weco
Vernietiging van PFAS De koolstof-fluorband (CF-band) is de sterkste band uit de organische scheikunde. Er wordt gestudeerd op methodes om die toch kapot te krijgen.
De
eenvoudigste is lomp geweld met een hele hete draaitrommelovens. Zo doet
Chemours dat.
Er
is een experimentele methode (nog kleinschalig en waarschijnlijk niet geschikt
voor gebruik in situ) om de verbindingen kapot te stralen met ultraviolet licht
Verder zijn er berichten dat sommige bacterien in sommige omstandigheden tot op zekere hoogte de CF-band zouden kunnen aantasten, maar deze studies ogen vooralsnog niet als praktisch bruikbaar.
Iets dat in de natuur niet of nauwelijks kapot kan, en toch blijft vrijkomen, stapelt per definitie dus.
Slotbeschouwing Ik zie niet meteen hoe dit verder
moet.
Vooralsnog
staat de kraan nog steeds wijd open en is er maar een kleine dweil. De aanpassingen
tot nu toe behelzen dat er meer millimeter water op de vloer mag staan.
Het
in producten verwerken van koolstof-fluorbanden (CF-band) zou aan banden gelegd
moeten worden. Dat is uitermate vervelend, want er worden vaak nuttige
producten mee gemaakt. Misschien moeten we stoppen met Tefal pannen ten gunste
van keramische pannen, en iets anders verzinnen voor de coating van Goretex
regenjassen.
En
zolang de CF-band verwerkt mag worden, moeten er strengere eisen gesteld worden
aan de fabriek die dat mag doen.
De
eindigheid van de aarde grijnst je ook in dit dossier aan.
Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).
De zonneladder: constructief of destructief? De natuur- en milieuorganisaties zitten in een spagaat tussen enerzijds de eisen die de energietransitie aan het landgebruik stelt (turbines en PV-opstellingen) en anderzijds hun traditionele kernwaarden natuur en landschap. Dat is niet verrassend en ze zijn niet de enige die met dat probleem kampen.
De organisaties hebben op 10 jan 2019 hun “Constructieve Zonneladder” gepresenteerd. Zie www.nmu.nl/nieuws/wij-presenteren-de-constructieve-zonneladder/ . Het was hun eigen werkstuk en er stonden geen handtekeningen onder van organisaties buiten de natuur- en milieuhoek.
Inmiddels is de zonneladder in het nationale beleid opgenomen.
De centrale kwestie is dat men met enig cijferwerk al gauw tot de conclusie komt dat er zonneparken in het vrije veld nodig zijn. De ‘pijnloze’ oplossingen als daken en restterreinen hebben simpelweg veel te weinig oppervlak om aan de vraag te kunnen voldoen. In de ‘constructieve zonneladder’ wordt een procedure beschreven van pijnloos naar pijnlijk, maar in dergelijke termen dat de aanleg van flinke zonneparken, die er qua opbrengst toe doen, door de toonzetting van het verhaal ontmoedigd wordt. Men wil eerst de daken vol en dan de restterreinen en dan eens gaan nadenken over weilanden. Het staat er niet met zoveel woorden, maar een soort volgtijdelijkheid is wel de teneur. Vooral Natuurmonumenten blijkt met grote regelmaat een tegenstander van duurzame energie.
De Constructieve Zonneladder heeft destructieve elementen, vooral als hij stringent wordt uitgelegd – wat vele tegenstanders van zonneparken graag doen. In stringente vorm is de zonneladder een sabotage-instrument.
De druk om snel
zonneparken in het open veld te bouwen is sterk toegenomen.
Vandaar dat de natuur- en milieuorganisaties het uiteindelijk meegegaan in een uitnodiging van de branchevereniging Holland Solar ( https://hollandsolar.nl/home ). Dat is de ‘Gedragscode zon op land’ geworden, te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2020/03/04/gedragscode-zon-op-land . De denkomslag is van ‘hoe het niet hoort’ naar ‘hoe het wel kan’. Dat is aangenaam. Ik heb op deze site al vaker gezegd dat je niet alleen de vraag moet stellen of je zonneparken moet willen (het antwoord is JA), maar ook hoe je ze moet willen . Zie Zonneparken, natuur en landbouw .
De code
heeft betrekking op zonneparken op de grond (niet drijvend en op gebouwen).
Natuurontwikkeling bij Duitse zonneparken
Er zijn drie
leidende principes:
Bij
elk project komt een op het project afgestemde vorm van participatie
Het
zonneveld moet, per saldo, een verbetering voor de landschappelijke en
natuurwaarde van het gebied betekenen
Als
de grondeigenaar en het bevoegd gezag dat willen, wordt het zonnepark
omkeerbaar aangelegd, zowel beleidsmatig als fysiek
Deze
principes worden vertaald in concrete toezeggingen:
De
gemeente maakt beleid, kijkt eerst naar daken en restgronden, stelt daarna
zoekgebieden voor parken vast, en betrekt de inwoners daarbij
Nationale
parken en Natura2000-gebieden blijven buiten beschouwing
In
Natuurnetwerk-gebieden (de vroegere Ecologische Hoofd Structuur), beschermde
landschappen en weidevogelgebieden mogen enkel zonnevelden komen als het
initiatief goed uitpakt voor relevante lokale natuurwaarden en de
landschappelijke beleving
Tussen
de intentieovereenkomst en de definitieve overeenkomst neemt het bevoegd gezag
een besluit en worden de omgeving geconsulteerd
Er
komt procesparticipatie voor omwonenden, commerciële ontwikkelaars,
energiecoöperaties en andere belanghebbenden
Er
komt financiële participatie, waartoe de overeenkomst twee passages uit het Klimaatakkoord
citeert. Gestreefd wordt naar 50% eigendom op ondernemersbasis (dus mee
investeren en risico lopen). Dit krijgt per project vorm.
Er kan een gebiedsgebonden bijdrage verstrekt worden.
Een
combinatie met agrarisch gebruik (bijvoorbeeld vrije uitloop-schapen of -kippen)
is denkbaar
Projectontwikkelaars
gaan niet met een hagel aan aanbiedingen schieten in de hop dat er één
grondeigenaar meedoet. Dat geeft onrust.
Bij
de aanleg zorgt de ontwikkelaar voor ruimte voor natuurelementen, klein wild en
inheemse kruidenrijke vegetatie die niet vaak
gemaaid wordt. Die kunnen eventueel na beëindiging van het park blijven
bestaan.
Waar schade onvermijdelijk is, moet gecompenseerd worden.
Voor
de inpassing wordt o.a. een landschapsarchitect of een historisch geograaf betrokken
Een
park krijgt in principe minstens 25% onbedekt oppervlak, tenzij er redenen zijn
voor meer of minder. Dat staat toetreding van voldoende licht en water tot de
bodem toe. De grondwaterstand wordt in overleg met het Waterschap vastgesteld
Als
regel worden er geen bestrijdingsmiddelen gebruikt
Indien
een park tijdelijk bedoeld is, wordt de bodem in de oude toestand terug
opgeleverd
Bij
de aanleg en het beheer krijgen (indien mogelijk) bedrijven uit de omgeving
voorrang
Er
is ruimte voor monitoring een bijsturing
Naleving
van de code wordt met diverse juridische technieken afgedwongen. Uitzonderingen
kunnen in overleg worden toegestaan. Niet-naleving kan gemeld worden.
Zonnepark bij Borna ten Zuiden van Leipzig (foto bgerard)
Gesprek Milieudefensie Eindhoven – ASML
Petitie tegen Megaparking in Waalre-Noord succesvol beëindigd
Bereikbaarheidsmaatregelen De Run gepubliceerd
Het voorafgaande Eerder is op deze website aandacht besteed aan een petitie tegen de mogelijke bouw van een megaparking op afstand in het bosgebied tussen Waalre-Noord en de A67. Deze zou, als onderdeel van een groter maatregelenpakket, moeten dienen om een deel van de grote verkeersproblematiek van het Veldhovense industrieterrein De Run op te vangen. De belangrijkste verkeersaantrekker daar is de sterk groeiende onderneming ASML, maar ook het Maxima Medisch Centrum en een aantal andere bedrijven hebben een belang. Milieudefensie Eindhoven oordeelde niet negatief over het maatregelenpakket als geheel (waarvan overigens op dat moment alleen maar indirecte bronnen beschikbaar waren), maar wel over deze specifieke locatie. Die ligt dicht tegen het Dommeldal aan en zou mogelijk pas aangelegde natuurcompensatie van de gemeente Waalre opnieuw onderuit halen.
Op 04 juli 2019 heeft Milieudefensie Eindhoven 1290 handtekeningen aangeboden aan wethouder Uijlenhoet van Waalre. Zie https://www.bjmgerard.nl/?p=9739 . In afwachting van mogelijke verdere ontwikkelingen is de petitie in de zomervakantie open blijven staan, waardoor het aantal opgelopen is tot 1367 .
De Samenwerkingsovereenkomst
(SOK) maatregelenpakket Bereikbaarheid De Run De gemeenten
Veldhoven en Eindhoven, de provincie Noord-Brabant, het ministerie van I&W
en ASML hadden op 17 december 2018 een intentieovereenkomst ondertekend om
samen te investeren in een aanpak van de verkeersproblematiek.
Nadien is de intentie uitgewerkt tot de in de tussenkop genoemde formele Samenwerkingsovereenkomst
(SOK) door er een Maatregelenpakket aan toe te voegen. De SOK is op 06 augustus
2019 (nog als concept) ter informatie aan de gemeenteraad van Veldhoven
aangeboden. De file is te vinden op https://gemeenteraad.veldhoven.nl/documenten/Raadsinformatienota-s/19-wk32-I-Raadsinformatienota-inzake-Samenwerkingsovereenkomst-maatregelenpakket-Bereikbaarheid-De.pdf
. Er hoort een poster met toelichting bij, die te vinden is op www.montefeltro.nl/?p=6064 .
poster van het maatregelenpakket
De
maatregelen zijn voor de korte en middellange termijn (2021-2025), en er wordt
een visie opgesteld voor de periode vanaf 2025.
De
investeringsbedragen vallen uiteen in twee categorieën: die van de gezamenlijke
overheden enerzijds, en die van ASML anderzijds.
Het overheidsdeel bestaat uit een bijdrage van €12,5 miljoen (excl. BTW) van de provincie, €12,5 miljoen (excl. BTW) van de gemeenten Eindhoven en Veldhoven samen, en een bedrag van €12,5 miljoen inclusief BTW (= €10,3 miljoen exclusief) van het Ministerie. Het ministerie blijft organisatorisch op afstand. Samen dus €35,3 miljoen, welk bedrag uitgegeven wordt aan maatregelen in het algemeen belang (zoals verderop in het document opgesomd). Daarbij bijv. fietsmaatregelen, maatregelen aan de weg en een bus vanaf het Eindhovense station naar De Run.
Het ASML-deel
is €12,5 miljoen (excl. BTW) groot en wordt besteed aan parkeren op afstand
(waarvan dus Waalre-Noord een mogelijke invulling was); en aan de
Kempenbaan-Oost, fietsgerelateerde maatregelen en Mobility as a Service –
maatregelen (MaaS).
De gedetailleerde tabel staat op blz 14 van de SOK. Hieronder de visualisatie van de geldstromen.
Gesprek met ASML Milieudefensie werd uitgenodigd voor een gesprek. Zodoende zaten op 12 november Tom Edelbroek en Bernard Gerard voor Milieudefensie, en directeur Vastgoed Wartenbergh en mevrouw Mols van Communicatie, aan tafel. Het werd een goed gesprek. Enkele belangrijke punten:
De
ambities van ASML zijn groot. Men hoopt uiteindelijk jaarlijks 30 miljoen autokilometers van de weg te halen
Mede
door gedragsverandering te pormoten
Het
soort mensen, dat bij ASML werkt, valt voor dit soort ingrepen vaak wel te
porren
ASML
probeert grotere vervoersstromen meer collectief te maken
Waalre-Noord
is ook voor ASML niet ideaal, vooral omdat het te dicht bij ligt. Men zoekt locaties
op grotere afstand, nabij de snelweg, met een afrit en met al een
parkeerbestemming. Er zijn 18 locaties in beeld (waar Waalre-Noord niet bij
hoort)
Dat
zoekproces loopt niet zo vlot als je graag zou willen. Er is af en toe
Nimby-gedrag. Dit stemt lichtelijk tot wanhoop, want er is haast bij het
geheel. De SOK loopt op dit moment t/m 2021, dus is er nog twee jaar de tijd.
In
aanvulling op het SOK is er met een aantal partijen (waaronder Rijkswaterstaat)
een mobiliteitsconvenant ontwikkeld
De
Milieudefensievertegenwoordigers waardeerden de aanpak en gaven het advies om
het doel niet alleen langs de bestuurlijke route na te streven (de ‘binnenwereld’),
maar ook langs politieke kanalen en via de bevolking. Hoewel het om
andersoortige doelen ging, is de wijze waarop politiek en bevolking betrokken
zijn bij bijvoorbeeld de windturbines langs de A16 of bij het Proefcasusproces
rond Eindhoven Airport qua methode een voorbeeld.
Milieudefensie
zal de SOK ondersteunen.
Petitie rond Waalre-noord gestopt Nu de bedreiging verdwenen lijkt, kan de petitie voor behoud van de natuur in Waalre-noord stoppen.
De
ondertekenaars zullen een nette mail krijgen, waarin een en ander wordt
meegedeeld en uitgelegd.
Milieudefensie Eindhoven heeft ingespeeld op een recent voorstel van Groen Links en de SP in de Tweede Kamer. In hun Nationale Bomenplan (goed werkstuk) stellen ze o.a. voor om in Nederland één boom per inwoner te planten. Milieudefensie Eindhoven heeft dit idee opgepikt voor het MRE-gebied (Metropool Regio Eindhoven), een samenwerkingsverband van 21 gemeenten. Hieronder is de tekst van de brief afgedrukt.
Aan de MetropoolRegio Eindhoven Aan de gemeenteraden en Colleges van B&W binnen het MRE-gebied
bomen, al dan niet verenigd in een bos, hebben belangrijke functies in onze samenleving. Ze leveren verblijfswaarde, waardevolle producten en (uit de resten) energie, zuiveren de lucht en zorgen biodiversiteit, klimaatopslag en klimaatmitigatie.
Dat zijn er
dus 17 miljoen. In het plan wordt dit vertaald in 100.000 hectare nieuw bos en
20.000 hectare nieuwe landschapselementen.
Dit idee past in een trend. Al in 2016 is het Actieplan Bos en Hout bestuurlijk goedgekeurd. Daarin wordt voorgesteld om het Nederlandse bosareaal met een kwart uit te breiden. Dat komt neer op ca 90.000 hectare. Van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer is bekend, dat ze hun bosareaal willen uitbreiden. In het Bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant wordt de intentie uitgesproken om tot 2030 13.000 hectare bos aan Brabant toe te voegen, waarvan 2500 hectare in deze bestuursperiode.
De Metropool Regio Eindhoven telt 750.000 inwoners, verspreid over 145.800 hectare. Als men de lijn volgt van het Nationaal Bomenplan, zouden er in het MRE-gebied dus 750.000 bomen bijgeplant moeten worden. Bij de bomendichtheid uit het Nationaal Bomenplan (te weten 140 bomen/hectare , de landschapselementen meegeteld) zou dit neerkomen op ruim 5300 hectare nieuw aan te leggen bos en landschapselementen. Uiteraard komen andere boomdichtheden op een ander aantal hectare uit. De gemiddelde boomdichtheid in Nederland is groter dan de 140 uit het Nationaal Bomenplan.
Milieudefensie
vraagt de gemeenteraden en de bestuurders binnen het MRE-gebied om zich sterk
te maken voor een vergroting van het bosareaal in het MRE-gebied, en daartoe in
onderling overleg beleid en uitvoeringsprogramma ’s te ontwerpen.
Al eerder is
in de provincie besloten om de Ecologische Hoofdstructuur (tegenwoordig Natuur
Netwerk Brabant, NNB) af te maken. Hiervoor is in het Groenontwikkelfonds geld
gereserveerd, zie www.groenontwikkelfondsbrabant.nl .
Die NNB omvat meer natuur dan alleen maar bos. Milieudefensie ziet dit voorstel
om nieuw bos aan te planten als aanvullend op het afmaken van de NNB waar dit
niet over bos gaat, en als implementatie van de NNB waar dit wel over bos gaat.
Ook
gemeenten hebben bestaande ecologische ambities. Hier hanteert Milieudefensie
dezelfde denklijn.
Omdat de ene gemeente zich beter leent voor nieuwe bomen dan de andere gemeente, vraagt Milieudefensie de gemeenten in overleg te gaan en de gevraagde uitbreiding van het bosareaal als een gezamenlijke taak te zien.
Milieudefensie
gaat hierover graag in gesprek met politieke instanties en milieuorganisaties.
Met
vriendelijke groeten,
namens Milieudefensie
Bernard Gerard (secretaris)
Hulstbosakker 21
5625VR Eindhoven
bjmgerard@gmail.com
dat Eindhoven Airport cq Defensie geen Natuurvergunning hebben
dat het vigerende Luchthavenbesluit van 2014 is (en de MER van 2012); na de inwerkingtreding van de Natura2000-wetgeving dd 7 dec 2004, maar vóór de PAS
dat in de MER bij het Luchthavenbesluit een passende Natuurbeoordeling is gemaakt, erop uitdraaiend dat er een beperkte toename van de stikstofdepositie is op Natura2000-gebieden nabij het vliegveld, maar dat dat de instandhoudingsdoelen niet aantast
dat de minister van Landbouw etc over het handhavingsverzoek gaat
Ik waag mij op dit moment niet aan een oordeel, en wacht af hoe de zaken verder lopen.
Hieronder het eerste verhaal over het handhavingsverzoek van Vollenbroek.
De eis De milieuactiegroep Mobilisation for the Environment (MOB) heeft bij het ministerie van I&W en van LNV een verzoek tot handhaving ingediend van overtreding van de stikstofregelgeving. Er was al eerder een verzoek tot handhaving ingediend betreffende Schiphol, maar nu zijn daar de vijf regionale luchthavens aan toegevoegd. De tekst van het handhavingsverzoek is te vinden op http://mobilisation.nl/nl/ .
MOB-voorzitter
Johan Vollenbroek (bekend van de PAS-zaak bij de Raad van State) stelt dat de
luchthavens niet over een vergunning ex de Wet natuurbeheer beschikken en dat
dat wel moet. Daarom eist hij concreet dat het aantal vliegbewegingen op
Eindhoven Airport teruggebracht wordt tot het aantal, zoals dat bestond ten
tijde van de datum die de Raad van State als referentiedatum geeft, namelijk 7
december 2004. Mogelijk zelfs tot de datum 07 juni 1994, maar dat maakt voor
Eindhoven Airport weinig verschil want de grote groei van het aantal civiele
vliegbewegingen op het Eindhovense vliegveld dateert pas van na 2010.
Vollenbroek
baseert zich op de stikstofdepositie, die vliegtuigen op nabijgelegen
Natura2000- gebieden veroorzaken, en die (ongeacht hun omvang) de bestaande
overschrijding nog groter maken. Verder noemt hij de door vliegtuigen
veroorzaakte luchtvervuiling.
Overzichtskaart PAS-gebieden 2017
Reactie BVM2 Bestuursleden van BVM2 hebben contact gehad met Vollenbroek. De genoemde actie echter is een zelfstandig besluit van MOB.
Het bestuur van BVM2 heeft al eerder aandacht besteed aan de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden rond het vliegveld. Dit ten tijde van de MER bij het Luchthavenbesluit 2014 (toen de PAS-regeling nog niet bestond). In deze MER stond een passage over stikstof. En eveneens in 2018, toen BVM2 zich voorbereidde op het aflopen van de Medegebruiksvergunning dd 31 december 2019. Toen bestond de PAS al/nog wel en diende als manusje van alles-antwoord op stikstofvragen. In beide gevallen kon het bestuur van BVM2 er juridisch niets mee afdwingen. BVM2-bestuurder Willemieke Arts heeft er (namens de SP vragen over gesteld in Provinciale Staten. Ook hier leidde het antwoord niet tot een vinger achter het probleem (zie www.bjmgerard.nl/?p=1287 )
BVM2 adviseert
MOB om in elk geval alsnog ook het Ministerie van Defensie aan te schrijven,
want dat is bevoegd gezag op vliegbasis Eindhoven. De vliegbasis Eindhoven is
het vliegveld cq de inrichting, Eindhoven Airport is niet meer dan een civiele
onderneming die diensten verleent aan luchtvaartmaatschappijen.
Vooralsnog lijkt het er op, dat Vollenbroeks in zijn argumentatie, waar hij zich baseert op de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden, op zijn minst een punt heeft als er inderdaad geen vergunning ex de Wet natuurbeheer zou bestaan. De luchtvervuilingsargumenten lijken als juridisch dwingend argument minder sterk, omdat er of geen norm bestaat (ultrafijn stof en roet), of dat een wel bestaande norm niet overschreden wordt.
De eis van
Vollenbroek roept, hoe dan ook, interessante juridische vragen op.
Vollenbroek is van huis uit natuurwetenschapper en een gevreesde jurist. BVM2 zal met interesse het verdere verloop van de gebeurtenissen volgen.
Parkeergarage P5
In een andere rechtsgang dan het handhavingsverzoek van Vollenbroek heeft het bureau ‘Het Groene Schild’ uit Wageningen bezwaar tegen de bouw van de nieuwe parkeergarage P5, die een heel groot gevaarte zou moeten worden voor minstens 4200 auto’s, die in de plaats komt van de huidige onoverdekte P5. (Let wel dat dit niet de ingestorte en heropgebouwde garage is, maar alweer de volgende parkeergarage). Het Groene Schild (bij monde van Ir Ton van Hoof) treedt op namens een aantal clienten, waarvan de BOW en de BMF bij ons bekend zijn, alsmede namens Vollenbroek van MOB, inmiddels ook niet meer onbekend. Voor een ED-artikel zie www.ed.nl/airport/eindhoven-airport-wil-enorme-nieuwe-parkeertoren-met-tien-verdiepingen~a47cd8cb/ .
In een zienswijze verzoekt hij de gemeenteraad van Eindhoven om het bestemmingsplan, dat ten grondslag ligt aan parkeergarage P5, niet vast te stellen.
Van Hoof volgt de redenering van Vollenbroek dat het vliegverkeer, voor zover dat in aantal boven het in dec 2004 bestaande aantal vliegbewegingen uitkomt (ergens rond de 18000), illegaal is. Parkeergarage P5 wordt dus, in zijn visie, beargumenteerd met een noodzaak die uit een illegale grondslag voortvloeit, en zou dus niet in een bestemmingsplan vergund mogen worden. Daarnaast heeft hij bezwaar tegen de ruimtelijke verantwoording van het plan, en tegen het gegeven dat de in de doorrekening van bureau Tauw (niet zijnde een MER) uitgegaan is van 4500 auto’s, welk aantal in het concept-bestemmingsplan niet terug keert.
Evenals Vollenbroek stelt van Hoof, dat het sterk gegroeide aantal vluchten tot een sterk gegroeid stikstofdepositie op Natura2000-gebieden geleid moet hebben. Dit onderbouwt hij niet. De minister zegt dat de depositie niet sterk gegroeid is (dat blijkt inderdaad uit het MER). Het verschil van inzicht wordt voor een (groot?) deel veroorzaakt door wat men meetelt. Vollenbroek (en Van Hoof) gaan uit van alle stikstof, die tijdens de vlucht geëmitteerd wordt, terwijl het gangbare rekenmodel alleen de stikstof meeneemt die onder de 3000 voet (ruim 900m) geëmitteerd wordt.
Merkwaardig genoeg baseert Van Hoof zich niet op de toename van het aantal autobewegingen op de grond als gevolg van P5. Deze toename is een nieuw feit (anders dan de principiële discussie of er in het verleden een Natuurvergunning had moeten zijn). Het is zeer wel denkbaar dat dit groeiende aantal auto’s (welke auto’s nog steeds onder de 900m hoogte rijden) extra stikstof deponeert die reden kan zijn om de stikstofwetgeving van toepassing te verklaren op dezelfde wijze als dat bij talloze andere projecten gebeurt. Bij de vliegbewegingen is deze mogeljkheid niet aanwezig, aangezien Eindhoven Airport voorlopig niet van plan is om te groeien.
De termijn voor het indienen van een zienswijze is inmiddels voorbij.