Windturbines op zee steeds imposanter

Inleiding
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft op 03 april 2017 een publieksbijeenkomst georganiseerd over de Toekomst van windenergie. In praktijk ging het voornamelijk over wind op zee, want daar ligt de toekomst. Ik was erbij in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.

Ik heb na afloop even met een van de sprekers gepraat, Dirk Sijmons. Dat is de auctor intellectualis (althans, een van de ..) van het mooie Energetic Odyssey-plan. Het is aan de ene kant een visionair plan, anderzijds is het perfect uitvoerbaar met grotendeels huidige techniek, mits daar voldoende investering, grootschalige logistiek en voldoende politiek benul aan gekoppeld wordt. Materiaal van zijn hand heb ik al gebruikt als inbreng in het Posad-verhaal over energie in Brabant (zie ZO Brabant als trage supertanker richting energietransitie en de terreinbeheerders in spagaat).

Ook van een andere spreker, Mel Kroon van TenneT, heb ik de inbreng al in deze kolommen verwerkt (zie Het energie-eiland van Tennet).

De constructies
Blijven drie coryfeeën over, waar ik nog niet aan toegekomen was, Gijs van Kuik, Edwin van de Brug en Kees Versteegh.

Gijs van Kuik is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft en als het ware de eminence grise van de Nederlandse windmolen-wetenschap. Hij schetste de ontwikkeling, en de vele researchvragen die er nog lagen. Het opschaaltempo van windturbines op zee is beduidend korter dan de technische levensduur van losse exemplaren, dus dat kan in principe nog verrassingen gaan geven. Bijvoorbeeld, hoe de fundering zich houdt van die machtige constructies, want dat is soms gewoon een paal die diep in de grond steekt.

Balastingsmodel van de zeebodem (via Van Kuik)
(Van Kuik, TUDelft, april 2017)

Onder het kopje “De ontwikkeling van de bladtechnologie van Bonus (1985) tot Siemens (2012)” toont van Kuik in een notedop de technische vooruitgang in de sector. Bonus was het eerste bedrijf dat in 1985 commercieel moderne bladen maakte. Sindsdien zijn ze in essentie qua opzet niet veranderd, maar wel groter en beter geworden.
De clou is dat de rotordiameter *10 is, de rotoroppervlak dus *100, het vermogen * bijna 100, en het rotorgewicht *80 (terwijl men op basis van de normale opschaling *1000 zou verwachten).
Desalniettemin, zegt Van Kuik, beginnen de grenzen gevoeld te worden van het eigen gewicht van de machines en de ontoereikende kennis van de metaalmoeheid.
En er doen zich vragen voor van systeemintegratie. Wie is waarover de baas? Hoe stem je elektriciteitsmarkten af? Hoe verzeker je technische zaken als afstemming en opslag?

(Van Kuik, TU Delft, april 2017)

Eén windturbine, zei van Kuik, is goed bestuurbaar. Hierboven de windsnelheid en daaronder het feitelijk afgeleverde vermogen aan het net, vraaggestuurd. Maar werkt dit ook nog bij een heleboel turbines tegelijk?

Ander interessant punt: hoe kunnen windparken op zee multifunctioneel worden? Boten mogen vanwege de kabels niet tussen de palen vissen, wat enerzijds kost en anderzijds wel eens meer zou kunnen opbrengen omdat er rustplekken voor vis in zee komen. Of er waterstof gaan maken (idee van TenneT-baas Kroon). Of energie-opslag?

Van Kuik, TU Delft, april 2017

Edwin van de Brug is van reiomanager van Van Oord Offshore Wind Projects – mondiaal een van de paar overgebleven spelers die in deze booming business nog mee kan. “De Denen leveren de turbines, de Nederlanders plaatsen ze en wij zorgen voor de broodjes” aldus een jaloers Engels citaat. Men kan zich de vraag stellen of bij een meer consistente Nederlandse energie- en industriepolitiek in het verleden Nederland niet ook turbines had kunnen leveren, maar dit terzijde.
“We zijn nog maar net begonnen” was de veelzeggende titel van de presentatie, die verder een typische mix was van beroepseer, ontzag voor de bijna waanzinnig grote machines en de eisen die aan een onderneming in dit soort situaties gesteld worden.

Een Nacelle (het “huis” boven op de paal waar de wieken aan vast zitten)
Funderingspaal (Van de Brug, Van Oord, april 2017)
Het huidige grootste installatieschip (Van de Brug, Van oord, april 2017)

De hefschepen werden te klein. Op een gegeven moment had iemand het heldere idee om een coaster te kopen, daar vier bedienbare poten onder te zetten, en daarmee het hele schip zichzelf te laten ophijsen. Dat werkte, maar de constructie was al weer snel te klein. Hierboven het jongste en dus grootste hefschip in de vloot.

Kees Versteegh had een adviesbureau VWEC, een bedrijf dat is overgenomen door het Chinese XEMC. Nu gaat hij door het leven als CTO van XEMC-Darwind.
Zijn bijdrage is vooral technisch van aard, maar staat ver van de politiek af. In deze kolommen heb ik een voorkeur voor onderwerpen met een politieke lading en daarom (en uit ruimteoverwegingen) laat ik de bijdrage van Versteegh onbesproken. Maar dat is niet omdat hij niet goed was.

Alle bijdragen, behalve die van Sijmons, (ook die van Kroon en Versteegh) zijn terug te vinden via www.knaw.nl/nl/actueel/agenda/windenergie (tab “sprekers en samenvattingen”).
De ideeën van Sijmons zijn terug te vinden op www.hnsland.nl/nl/projects/2050-energetic-odyssey .

En wat kan dat nou opleveren aan energie? En de gevolgen voor Brabant
De cijfers die voor wind op de Noordzee genoemd worden lopen wat uiteen, maar zitten in dezelfde orde van grootte.

Tennet-baas Kroon spreekt in zijn presentatie van 150GW. Als je uitgaat van 4000 vollasturen, geeft dat grofweg 2160PJ per jaar.
Sijmons heeft het over 25.000 turbines van 10MW gemiddeld, dus over 250GW.  Bij hetzelfde aantal vollasturen geeft dat 3600PJ.
Het blad De Ingenieur noemt bij het plan van Sijmons 4300PJ.

Voor dergelijke nog half-visionaire ideeën voor het jaar 2050 een alleszins acceptabele mate van overeenstemming.

Reken ik verder met Sijmons, dan praat je over 3600PJ voor alle Noordzeelanden samen. Stel eens (leek Sijmons geen gekke schatting) 20% voor Nederland, dan komt er 720PJ stroom deze kant op.
Doe er eens wat verlies af en tel Brabant voor 1/7de deel van Nederland, dan omgerekend 100PJ voor Brabant. Als je erg optimistisch bent over de besparing, is het totale Brabantse energiebudget in 2050 ongeveer het dubbele.
De Noordzee zou dus in een optimistisch scenario in beginsel goed kunnen zijn voor pakweg de helft van de Brabantse energie in 2050. Die andere helft is overigens nog steeds een zware taak. In een meer pessimistisch (en vooralsnog realistischer scenario) is de Noordzee goed voor zo’n 40% van Brabant.
Geforceerde toeren uithalen om de provincie, en elke gemeente binnen de provincie, energieneutraal te laten zijn hoeft niet. Maar ook de resterende taak is zo zwaar, dat het verstandig is om voorlopig te doen alsof je wel energieneutraal moet worden.

Feiten en cijfers – Steenkool_Uniper feb 2016

Wat kost een kWh?
Men kan de PVV geruststellen, die steeds een lachwekkend nummertje maakt over zwaar gesubsidieerde windminaretten (je moet iets kronkeligs verzinnen om bij energiemachines de Islam bij te slepen – de oudst bekende windmolen dateert overigens van 500nChr en stond in Iran): wind op zee is binnenkort goedkoper dan stroom uit kolen (en zeker goedkoper dan stroom uit gas of uit kerncentrales).
Bovenstaand overzicht (gemaakt door Ecofys, 2014) staat in een brochure van Uniper (Uniper is het fossiele sterfhuis van de voormalige reus E.ON). Levelized Costs Of Energy (LCOE) is wat het kost om op de klassieke wijze de kostprijs uit te rekenen als je enerzijds geen subsidie krijgt, en anderzijds indirecte maatschappelijke kosten buiten beschouwing laat). De brochure is binnen te halen via Uniper-brochure over steenkool .
Gemiddeld over de EU kost een kWh uit kolen in Europa 7 tot 8 cent/kWh (en, nog maar eens voor de PVV, atoomstroom kost 10 cent/kWh).
Gemiddeld over Europa kostte een kWh uit wind op zee in 2014 12 a 13 cent/kWh, maar dat is snel gedaald tot 5,5 cent/kWh in de reeds afgesloten contracten Borssele 3 en 4 en 5,0 cent bij Kriegers Flak.

Om dit te plaatsen: de groothandelsprijs voor stroom schommelde in 2016 rond de 3 a 4 cent/kWh .

Er gaat dus nog wat subsidiegeld naar wind op zee, maar er zijn in 2017 al enkele overeenkomsten afgesloten die rond 2024 subsidieloos gaan werken (zie www.wattisduurzaam.nl/9119/featured/nieuw-record-offshore-wind-zakt-zakt-naar-6-cent-per-kwh/ ).
E.ON zag zijn lijk al in de Noordzee drijven en heeft zijn fossiele opwekvermogen niet voor niets in een sterfhuis ondergebracht.

 

Vlieghinderberaad BVM2 bespreekt toekomst met inwoners Meerhoven

Vliegtuigbewegingen op de kaart. Let erop dat Eindhoven grotendeels buiten schot blijft.

Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft op uitnodiging van de bewonersorganisaties in Meerhoven zijn visie gegeven op verleden, heden en toekomst van vliegveld Eindhoven en zijn relatie met de omgeving. Vanaf 2020 zijn er geen afspraken meer over de groei van het vliegen op deze luchthaven. De internationale trend in het vliegen is richting voortgezette explosieve groei. De grootspraakmeningen van de directeur van het vliegveld en de stiekum in de Brainportagenda verstopte, beweerde, noodzaak van verdere groei van de geluidsruimte doen vermoeden dat men in onze Brainportregio niet achter wil blijven.

BVM2 heeft een manifest geschreven waarin de toekomst heel anders wordt voorgesteld. Onder andere (voor de volledige tekst zie Beraad Vlieghinder Moet Minder-manifest )

  • Groei mag geen doel op zich zijn
  • De hinder, behorend bij 43000 vliegbewegingen eind 2019, mag niet toenemen en de bijbehorende geluidsruimte ook niet
  • Als er winst geboekt wordt met schonere en stillere vliegtuigen, wordt die 50-50% verdeeld over het vliegveld en de omgeving
  • Luchtvervuiling en klimaateffecten moeten worden teruggedrongen
    Het publiek bij de informatieavond in Meerhoven op 05 juli 2017

    Daarover gaat BVM2 met zoveel mogelijk mensen en groepen in discussie, zo ook op 5 juli 2017 in Meerhoven, voor zo’n 70 mensen.
    Sprekers namens BVM2:

  • Klaas Kopinga over de geschiedenis, de nu lopende zaken en wat er te verwachten valt tegen 2020
  • Wim Scheffers over het Manifest en BVM2
  • Bernard Gerard over milieu- en klimaataspecten van het vliegen, verbijzonderd naar Meerhoven.
    vlnr Wim Scheffers, Klaas Kopinga en voorzitter Ruben Trieling van Buurtorganisatie Grasrijk

    BOW-voorzitter Klaas Kopinga schetste compact, maar duidelijk de situatie en hoe die ontstaan is. In zijn People-Planet-Profit kende het People-deel plussen en minnen, het Planet-deel alleen maar minnen, en het Profitdeel een paar plussen en veel minnen. Hij gaf ook aan waar de vele acties in het verleden succes gehad hadden:

  • 43000 ipv de eerder voorgestelde 53000 vliegbewegingen
  • Gepland landen tot 23.30 uur ipv het eerder voorgestelde 24.00 uur
  • Handhaving van de boeteregeling op landen na 24.00 uur
  • Jaargemiddeld max. 4 en per dag max. zes vluchten tussen 23.00 en 23.30 uur, ipv de voorgestelde 8
  • een rem op de groei als er teveel na 23.00 uur gevlogen wordt
  • Beperkingen aan het aantal vliegtuigen dat zondagmorgen voor 08.00 uur mag opstijgen
  • Een onafhankelijk onderzoek om de overlast voor de regio verder terug te dringen
  • Een periodiek onderzoek door de GGD naar de hinderbeleving
  • Een evaluatie van vliegroute 1b in januari 2016

Geen Vluchten Na Elven (GVNE) -voorman Wim Scheffers liep de punten van het Manifest door, na eerst uitvoerig aandacht besteed te hebben aan de hinder.
Hij wees er ook nog op hoe de gemeente Eindhoven de overlast afgewenteld had op de randgemeenten. Het grootste deel van de gemeente Eindhoven ligt nu in de “stille driehoek”, terwijl de rest van de regio van de herrie mag genieten.

Bernard Gerard bij de infobijeenkomst Meerhoven 05 juli 2017

Bernard Gerard sprak over geluid en (ultra)fijn stof, specifiek rond de wijk Meerhoven. Hij liet zien hoe in het bestemmingsplan (BP) uit 1997 rekening gehouden is met de geluidscontour van 20Ke, maar op geen enkele manier met de luchtverontreiniging. Wat daarover in het dikke bestemmingsplan staat, past op een bierviltje. Zo ging dat in die dagen.
Maar nou net dat bleek later het hoofdprobleem in Meerhoven. Met ‘gewoon’ fijn stof van de A2 en ultrafijn stof van het vliegveld.
Ook het klimaataspect kwam aan bod, met als uitsmijter dat als de groei van het vliegen zo doorgaat, ergens rond 2020 het vliegveld evenveel broeikasgaseffecten produceert als de hele gemeente Eindhoven bij elkaar. Zie Klimaateffect Eindhoven Airport binnenkort gelijk aan dat van heel Eindhoven .
Er zijn optimistisch stemmende vormen van technische vooruitgang die, al dan niet in combinatie, geluid, luchtvervuiling en klimaatnadelen terug kunnen dringen. Voor al die gebieden moet de 50-50% regel gelden. Bernard Gerard liep er een aantal langs (zie voor een overzicht Overzicht van alle artikelen over vliegen, milieu en duurzaamheid .

De presentatie van Klaas Kopinga is te vinden hier
De presentatie van Wim Scheffers is te vinden hier
De presentatie van Bernard Gerard is te vinden hier

Na afloop bleek het publiek zeer tevreden. Velen gaven zich op als individuele ondersteuner of namen een formulier mee om dat thuis te doen.

Ryanair ziet het niet meer zitten in Nederland

O’Leary, de baas van Ryanair, is weer eens boos. Dat is geen nieuws, want dat is hij bijna altijd als klimaatactivisten, vliegherriehaters, vakbondsmensen en zo zijn pad kruisen. Die deugen geen van alle, “allemaal communisten”, aldus de Ier die het begrippen nuance en  subtiliteit niet uitgevonden heeft. Maar goed, je weet wat je eraan hebt. En op Eindhoven Airport houdt hij zich als regel aan de afspraken. Mogelijk dat de boeteregeling hier preventief werkt.

Maar de groei in Nederland lijkt eruit. ZakenreisNieuws van 06 juli 2017 citeert hem: ““Op Schiphol en Eindhoven kunnen we niet groeien en Lelystad is geen optie. Daarom schrappen we routes”, zegt topman Michael O’Leary. Hij wil ook een klacht indienen bij de NMa. “We worden oneerlijk tegengewerkt.”. O’Leary wil dat Eindhoven en Lelystad onafhankelijk van Schiphol worden, zodat er concurrentie kan ontstaan. Lees, dat hij ze tegen elkaar kan uitspelen.

ZakenreisNieuws meldt dat voor het winterseizoen zes routes op Eindhoven geschrapt worden die opgestart hadden moeten worden. Aarhus, Milaan Malpensa en Trapani gaan niet door, Tanger, Oradea en Rabat worden verplaatst naar Weeze. Daardoor houdt Ryanair nog steeds 38 routes vanaf Eindhoven over. “We krijgen simpelweg geen slots.”

O’Leary

Het standaardverhaaltje is dat Eindhoven Airport nodig is voor de kosmische aspiraties van Brainport. Moet iemand ons eens vertellen voor welke kosmische technologische hoogstandjes iemand naar bovenstaande zes vliegvelden zou willen gaan. Milaan misschien, maar daar kon je zonder Ryanair ook al wel komen.

Overigens vindt O’Leary dat Schiphol (en dus ook Eindhoven Airport) zich niks moet aantrekken van afspraken over geluidsregels. “die zijn niet eens wettelijk bindend“.
En klimaatverandering bestaat ook niet “I don’t accept the connection between carbon consumption and climate change” aldus O’Leary op RTE Radio 1 (zie www.independent.ie/irish-news/ryanairs-oleary-refuses-to-accept-global-warming-is-a-reality).

Ken uw vijanden!

Ook Boeing bezig met hybride-elektrisch vliegen

Een impressie van de Zunum

In zijn weblog “Vincent wil Zon” in het dagblad Trouw doet Vincent Dekker de oproep om van Lelystad “’s werelds eerste e-luchthaven te maken”. Dat is een pleidooi dat vanuit BVM2 ten aanzien van Eindhoven Airport ook al eens naar voren gebracht is.
Zie www.trouw.nl/maak-van-lelystad-s-werelds-eerste-e-luchthaven .

Dekker baseert zich in hoofdzaak op een recente samenwerking tussen Boeing en de start-up Zunum Aero. CEO Kumar van Zunum mikt op een vliegtuig met 10 tot 50 stoelen, bedoeld voor afstanden tot 1000km begin jaren 2020, en vooral gericht op regionale vliegvelden. Het zou een stuk goedkoper zijn dan fossiel vliegen.
In het blad Geek Wire staat een wat langer artikel onder www.geekwire.com/2017/zunum-aero-stealth-hybrid-electric-planes/ . Ter lezing aanbevolen.
Nu is enige kritische zin nooit weg. Zunum bestaat als start-up nog maar vier jaar. De onderneming heeft al wel het patent, maar er in de VS zijn nog geen standaarden voor elektrisch vliegen en de onderneming is te klein om door te kunnen groeien tot een grote jongen. Maar recentelijk hebben Boeing en JetBlue Airways het idee opgepikt.

Ook Airbus en Siemens zijn bezig, en ook de NASA. Hybride elektrisch vliegen, voorlopig als niche “zit in de lucht”, om het zo maar eens aan te duiden, maar het duurt nog even voor ze echt in de lucht zitten.

Het inwendige van de HY4, een vliegtuig met een brandstofcel op waterstof

Zou in beginsel ideaal zijn voor Eindhoven Airport, op de accu naar boven en dan de accu op kruisvermogen onderweg bijladen. Wordt een soort Chevrolet Volt met vleugels en propellers.

NASA X-57 elektrisch testvliegtuig

De X-57 van de NASA, een elektrisch testvliegtuig

Zie ook Bruikbaar hybride-elektrisch vliegen komt dichterbij

Goed gesprek met D66 – vliegwoordvoerder Jetten

Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft op 3 juli 2017 een goed gesprek gehad met de luchtvaartwoordvoerder van D66 in de Tweede Kamer Rob Jetten, en zijn fractiemedewerker Bob van Dijk. Toevallig mede-Brabanders, zo bleek, dus ze kenden de regio.
Det gesprek vond plaats op uitnodiging van D66 aan de enkele organisaties binnen BVM2. Wim Scheffers, Klaas Kopinga en Bernard Gerard hadden de uitnodiging aanvaard.

Rob Jetten, Tweede Kamer D66, 2017

Reden tot deze uitnodiging, aldus D66, was dat ze binnen twee dagen na het aantreden van de Tweede Kamer al een uitnodiging van de grote vliegvelden en vliegtuigmaatschappijen hadden ontvangen. Dat was voldoende reden om ook de andere kant uit te nodigen “om er voorlopig neutraal in te staan”.

Het gesprek waaierde uit over een veelheid aan thema’s, zowel leidend tot analyses als tot emoties. De ervaringen met Alders kwamen aan bod, de gebruikte manipulatieve tactieken (o.a. dat luchtvaartbobo’s en de hen dienende ambtenaren de mission creep probeerden door te drijven van “hinder” naar “hinderbeleving”,  hoe het met de twee ton incidenteel ging die op initiatief van D66 aan het Leefbaarheidsfonds waren toegevoegd, waarna ook bedragen uit andere hoek (oppassen dat het geld inderdaad naar de bevolking gaat en niet naar allerlei onduidelijke tussenlagen); en over de mogelijke ontwikkelingen vanaf 2020.
Maar ook over dat het goed zou zijn om de luchtvaart eens in zijn volle breedte door te denken. Niet alleen meer, meer, meer, maar ook in relatie tot luchtvervuiling, klimaat, andere vervoerswijzen en technieken om aan de verplaatsingsbehoefte tegemoet te komen.

Nieuwtje was dat de Tweede Kamer in september een rondetafel-conferentie gaat houden over een meer selectieve toedeling van middelen en faciliteiten aan de luchtvaart. Dat is in elk geval welkom nieuws.

Ten afscheid zijn er documenten overhandigd en gaf BVM2 aan geïnteresseerd te zijn in verdere initiatieven om over een meer duurzame en schone toekomst van de luchtvaart te spreken. Het voorbeeld van TUI is even aan de orde geweest en bijv. synthetische kerosine en het hybride-elektrisch vliegen ook.

BVM2 volgt hoe het verder gaat.

Controleer je CO-detector!

De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit heeft een onderzoek gedaan naar detectors die een te hoge concentratie koolmonoxide (CO) in woningen zouden moeten registreren.

Zouden moeten, want de praktijk blijkt tegen te vallen. Op 31 mei 2017 meldde mijn Eindhovens Dagblad dat ze alle modellen die nu in Nederland verkocht worden (dat zijn er 29) onderzocht hadden. Tien modellen blijken niet aan te geven dat er teveel CO in de lucht zit en/of dat de meter kapot is. Dat is gevaarlijk als je een slechte geyser of  verwarmingsketel hebt.

Koolmonoxide is een verraderlijk gif. Het is een reukloos en kleurloos gas dat elk jaar 10 a 15 mensen in Nederland het leven kost.

Nu meldde het Eindhovens Dagblad er niet bij om welke typen het ging. Ik heb ook zo’n meter bij mijn CV-ketel hangen (die overigens elk jaar netjes onderhouden wordt), dus ik wou dat wel eens weten.

De test is te vinden op de NVWA-site onder www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2017/05/31/nvwa-helft-onderzochte-koolmonoxide-melders-onveilig .

Onder “Overzicht” staan ze alle 29.

De CO-meter van Alecto, type 22

Nu heb ik een Alecto COA-22 en die stond er niet bij (bij mij met serienummer, beginnend met 0812B-enz ).

Gegoogled op Alecto COA-22 , blijkt dat er a) een terugroepactie is vanaf serienummer 0912-enz en b) dat die van mij waarschijnlijk sowieso over zijn levensduur heen is.
Dit is overigens geen anti-Alecto verhaal, want de Alecto-26 komt er bij de NVWA prima uit.

De moraal: haal toch even je CO-meter van de muur af en google even op de merknaam en de vervangdatum.

Het volledige onderzoek is hier te vinden.

Nul op de Meter – woningen

De aanleiding
Ik had een uitnodiging voor een zitting van het bekende bureau “Ruimtevolk” over de ruimtelijke aspecten van de energietransitie. Ik zag visioenen van zoneringen rond windturbines, zonneparken in bestemmingsplannen en het landschappelijk inbedden van mestvergisters. Daar heb ik Ruimtevolk al eens eerder over bezig gezien, maar dan heel kort.
Mijn verwachting was een beetje fout. Het ging vooral over het opbouwen van psychologisch draagvlak en daar waren, zoals op het eind Maarten Hajer het verwoordde, vooral een paar klassen Groen Linksers op af gekomen die de Stad van de Toekomst met een liedje of een toneelstukje verbeeldden. Niks voor mij. Maar goed, pech gehad, kostte een dagdeel en een retourtje Utrecht en verder niets.
En het leverde toch nog twee stukjes buit op: een nieuwe website http://regionale-energiestrategie.nl/ , en een lezing van Bastiaan Staffhorst, Manager Strategie en Advies van de Utrechtse woningbouw-
vereniging Mitros. Een vliegende kraai vangt altijd wat.

De energiewebsite is nog maar pas in de lucht. Er staan al passages in over West- en Midden-Brabant en, zoals gebruikelijk, doet het MRE-gebied interessant en laat het verder bij nog een nog niet ingevulde webpagina. Ik kom hier op een ander moment op terug.


De Flat met Toekomst van Mitros (zie http://flatmettoekomst.nl/ )
De Camera Obscuraflat in Overvecht zou eigenlijk gesloopt worden, maar hij kreeg een tweede leven als Nul op de Meter-flat. Om precies te zijn: er is een pilot voltooid met acht woningen op één portiek. De bouw begon medio oktober 2016 en was klaar eind november 2016. Alle woningen moesten leeg.
Er kwamen zonnepanelen, drievoudig glas, en een luchtwaterwarmtepomp. De woning is bijna luchtdicht en heeft geen aardgas. Uiteraard zeer degelijke isolatie en verder nieuwe, houten gevelelementen.
De bewoners kregen ook een nieuwe keuken, badkamer en toilet.
Dit alles mocht (vooraf) €65000 kosten. Er staat me overigens bij dat ik Staffhorst bij Ruimtevolk achteraf €75000 heb horen zeggen, maar dat kan aan mijn slechte oren liggen.

Camera Obscuraflet technisch installatieschema. Zie ook www.onb.nl/portfolio/nom-renovatie-48-flatwoningen-camera-obscuradreef-utrecht/

Het goede nieuws is dat het om een standaard-INTERVAM flat gaat, welk systeem vanaf 1959 ontwikkeld is. Daarvan staan er in Nederland zo’n 14000. Als je zo’n flat Nul op de Meter krijgt, moet dat met een heleboel andere flats ook lukken.
Het kost wat, maar een nieuwe keuken, badkamer en WC alleen en “gewoon” hadden ook wat gekost. Het NOM-maken kost niet de volle mep van de €65000 .

Verder is het goede nieuws dat je (althans in deze flat) goedkoper woont.

De Camera Obscuraflat van Mitros

Het bediscussieerbare nieuws is dat wonen in een dergelijke flat om een gedragsverandering vraagt. Alle kamers zijn altijd even warm (dat is voor het systeem het fijnste), en “ik heb maar dertig minuten per dag warm water” aldus een bewoonster in een gesprek met minister Kamp, die het allemaal zo nieuw en interessant vond dat hij persoonlijk op bezoek kwam toen hij toch de Green Deal Aardgasvrije wijken moest tekenen (zie www.greendeals.nl/gd112-aardgasvrije-wijken/ ).
En de ramen kunnen niet open, wat dus geforceerde ventilatie nodig maakt.

Minister Kamp in de Camera Obscuraflat

Het is nadrukkelijk een pilot en die wordt nu geëvalueerd. Er is een meneer van Mitros die met sensoren bijhoudt hoeveel stroom en warm water je gebruikt. Klinkt een beetje Big Brother, maar dat hoort erbij en
duurt maar een jaar.

Brabant
Als je met de bediscussieerbare kenmerken geen probleem hebt, is er nog slecht nieuws en dat is dat genoemde situatie nog een extreme uitzondering is. Niet voor niets kreeg de flat een prijs en kwam Kamp persoonlijk langs.
Nul op de Meter – oplossingen in strikte zin (het renoveren van een bestaande woning tot deze de energierekening nul heeft – waar wel een huurverhoging tegenover staat) zijn zeer zeldzaam. Ik heb op Internet in de provincie Utrecht maar één ander bestaand complex gevonden.

NOM-renovatie van 18 woningen in Tilburg

Ook in de Brabantse provinciale politiek heeft iemand (ik weet niet wie) in een vlaag van onbeheerst optimisme, en niet gehinderd door veel kennis van de realiteit, geroepen dat alle bestaande woningen in Brabant in 2050 Nul op de Meter gemaakt moesten zijn, verbijzonderd tot 40.000 in 2021 en 1000 op 31 december 2017.
Het klinkt alsof er sprake is van een spontane opwelling na het lezen van “100% duurzaam in 2030”van Urgenda gedacht heeft “mooie ambitie voor bij ons”, want daar staat in bijna dezelfde woorden hetzelfde in.

De praktijk  valt tegen. Op 4 april 2017 meldde gedeputeerde Spierings dat er in Brabant 29 NOM-woningen gerealiseerd waren en dat, hoewel er vele schone vergezichten ontwaard konden worden, de 1000 inderdaad niet gehaald zou worden. Ik kwam zelf overigens, aannemende dat het Internet niet liegt, op zo’n 100 NOM-woningen uit die vóór 31 dec 2017 gerenoveerd waren (22 in Tilburg, 76 in Breda en wat los grut elders). Maar inderdaad, ook dat is bijlange na geen 1000. En ook ik zie niet hoe dat gehaald kan worden. In mijn thuisstad Eindhoven is er momenteel niet één woningbouwvereniging die binnen afzienbare tijd een NOM-project aanbiedt. Het enige voorgenomen project, dat van Woonbedrijf in de Frans van Mierislaan, gaat wel door maar niet als NOM-project want het kostte ca 80 a 90 mille per woning en dat geld had zelfs Woonbedrijf niet.

Vier NOM-gerenoveerde woningen aan de Zuringhof in Tilburg

Wat nu?
Als ik Spierings was, zou ik niet meteen in een kramp schieten en met woningbouwverenigingen in overleg gaan. Er zijn veel woningbouw-
verenigingen die verstandige dingen doen. Woonbedrijf gooit zijn woningen bij renovatie twee labels omhoog voor een fractie van het geld. Inderdaad, nog geen NOM maar wel een eind die kant op en voor de toekomst compatibel. Ik zou gaan overleggen (soort conferentie of zo) dat in elk geval de richting van de snelheid de juiste is, en de grootte van de snelheid zo hoog mogelijk. En dan zou ik actief achter echte NOM-projecten aan gaan om de sju erin te houden.

En, als ik Spierings was, zou ik veel actiever naar buiten treden. Het officiele beleid is dat de provincie initiatieven volgt en niet leidt. Plat gezegd, de provincie zit op zijn kont op een zak met geld en wacht af tot de meute met de hoed in de hand komt bedelen. Marktgericht heet dat.
Vervolgens doet zich het ‘onverwachte’ fenomeen voor dat sommige operaties zo groot zijn, dat geen enkele hoed in de hand zich daar nog op eigen kracht aan waagt. De Deltawerken waren er ook niet gekomen als dat met de hoed in de hand gemoeten had.
En dan kijkt iedereen elkaar in den Bosch aan en gaan de politieke mistmachines op volle kracht.

Gedeputeerde Spierings, de boer op!

 

Amsterdam Arena veel duurzamer dan PSV-stadion (Update)

Brainport is vooral industriepolitiek ten behoeve van de deelnemende bedrijven.
Men ronkt er op los over duurzaamheid, maar in praktijk stelt het tot nu toe geen fuck voor.
Dat geldt ook voor regionale iconen als het PSV-stadion. Wie op “PSV-stadion en duurzaamheid” googlet, komt terecht op een pagina waarin eigenlijk alleen de voortreffelijkheid van de eigen LED-verlichting bezongen wordt (ongetwijfeld aangelegd door – tot voor kort – de hoofdsponsor), en daar houdt het wel mee op.

Het PSV-stadion

Doe je hetzelfde op de Amsterdam Arena, dan komt er veel meer uit (zie www.amsterdamarena.nl/organisatie-root/duurzaamheid.htm en www.nuon.nl/grootzakelijk/slim-met-energie/artikelen/amsterdam-arena/ en www.vanzelfsprekendduurzaam.nl/ ).

Het blijkt dat de Amsterdam Arena ook LED-verlichting heeft, maar ook wordt verwarmd met restwarmte en gekoeld uit naburig oppervlaktewater, 4200 zonnepanelen heeft en windenergie gebruikt, en op watergebruik en afval let.

Het nieuwste nieuws is dat de Arena 280 hergebruikte Nissan Leaf-accu’s gaat gebruiken als noodstroomvoorziening.

Een Nissan Leaf accu

040 moet maar eens een voorbeeld aan 020 gaan nemen (en dat niet alleen voor het voetballen).

——————————–

Dit is het verhaal van www.arenapoort.nl/amsterdam-arena-wil-duurzaamste-stadion-ter-wereld-zijn/ :

Amsterdam ArenA wil duurzaamste stadion ter wereld zijn

Het bestuur van de Amsterdam ArenA laat er geen gras over groeien: in 2015 willen ze van de ArenA een klimaatneutraal stadion hebben gemaakt. Daarmee moet het stadion het meest duurzame ter wereld worden.

Amsterdam Arena

Deze ambitie werd al eerder uitgesproken, maar onlangs schreef Henk Markerink, CEO van de Amsterdam ArenA, een opiniestuk op www.sportenstrategie.nl waarin hij zijn wensen voor de komende jaren kenbaar maakte.

“We leveren deze inspanningen niet om sentimentele redenen, we streven naar een gezond businessmodel. Dankzij de multifunctionaliteit van het complex, waar sportwedstrijden, evenementen, concerten en congressen worden georganiseerd, is de ArenA een winstgevende onderneming. Wij worden vanwege onze expertise internationaal gevraagd door organisatoren van grote toernooien en evenementen. Die moeten op een maatschappelijk verantwoorde wijze worden georganiseerd. Volgens mij is duurzaamheid daarbij een onvermijdelijk, bijna ethisch principe. Je bouwt nu eenmaal niet voor eenmalig gebruik. Niemand zit te wachten op white elefants, stadions die na het toernooi leeg komen te staan. Dat is de grootste waste die je kunt bedenken”, aldus Markerink.

Duurzame energie
Om een state-of-the-art stadion te blijven, speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Samen met de partners van ArenA wordt getracht de CO2-uitstoot in 2015 per saldo te reduceren tot nul.

Een van de maatregelen is het gebruik van energiebronnen die enkel duurzaam zijn. Geen fossiele brandstoffen meer, geen verbranding van gas of olie om warmte te creeeren. Twee jaar geleden zijn de verwarmingsketels uit het pand gehaald. Nu maakt de ArenA gebruik van het stadswarmtesysteem. Hetzelfde geldt voor de koeling. Die komt nu uit de Ouderkerkerplas. Daar wordt het water op grote diepte gekoeld, en dat wordt in de ArenA rondgepompt.

Zonnepanelen
Naast het gebruik van duurzame energie, wekt de Amsterdam ArenA dat sinds dit jaar ook zelf op. In mei zijn er namelijk voor 7000 vierkante meter aan zonnepanelen op het dak geïnstalleerd. Die kan op normale dagen de energie opwekken die de ArenA verbruikt. Op wedstrijddagen of tijdens concerten is dit echter te weinig en leveren de zonnepanelen 20 procent op. “De overige 80 procent wordt ingekocht bij Nuon in de vorm van windenergie. Het liefst hadden we een windmolen naast de ArenA gezet maar dat is praktisch helaas niet haalbaar”, vertelt Markerink.

Amsterdam Arena

Veldlampen en afvalbergen
Niet alleen aan de energieopwekking, ook aan het energieverbruik wordt gewerkt. Nieuwe technieken in de veldverlichting moeten het mogelijk maken om de gasontladingslampen die momenteel gebruikt worden, te vervangen voor energiezuinige LED-lampen. “Wij gaan hiervoor op bezoek bij Chelsea FC waar men binnenkort een installatie gaat beproeven. Ik verwacht dat we de grote, traditionele lampen binnen een jaar kunnen vervangen voor LED”, verwacht Henk Markerink.

“Daarnaast blijven we momenteel zitten met een enorme afvalberg die rond evenementen wordt geproduceerd. Een aantal jaar geleden hebben we de berg geanalyseerd; wat zit er nou allemaal in?”, legt Markerink uit. Dit afval bestond uit gft, papier, plastic, bouwafval, chemisch afval etc. Voor een duurzame verwerking gelden drie principes: re-use, to reduce en to recycle. In eerste instantie wordt dus geprobeerd de afvalberg te verkleinen door te kijken naar het verpakkingsmateriaal. Hier is de meeste winst te behalen. Daarnaast kan gedacht worden aan organisch afval, waaruit biogas kan worden ontwikkeld. Dit kan verkocht worden aan energieleveranciers als bruikbare biobrandstof voor hun ovens. Dus: de ArenA wil afval transformeren van kostenpost naar een opbrengstenpost.

ArenA als levend organisme
Het uitgangspunt, de drie p’s – people, planet, profit – gaan hand in hand bij de ArenA. Duurzaamheid wordt vaak als kostenpost gezien, maar wie het goed doet, kan het in de uitvoering vaak ook aanzienlijke bedragen besparen. “Uiteindelijk betekenen de drie p’s dat je ook wat centen overhoudt om als stadion in leven te kunnen blijven. Hier zijn de drie p’s goed in balans: we zijn een winstgevende onderneming. Dankzij onze multifunctionaliteit, door het feit dat er continu nieuwe dingen gebeuren. Een stadion is immers als een levend organisme waarin je permanent moet investeren om state of the art te blijven”, sluit Markerink af.

Het duurzaamheidsverslag van de Amsterdam ArenA is te vinden op vanzelfsprekendduurzaam.nl. Dit verslag geeft inzicht in de prestaties van de Amsterdam ArenA over het afgelopen verslagjaar en biedt een doorkijk naar de acties in 2013-2014.


Timmetjejanssen0009@hotmail.com heeft gereageerd op dit artikel (zie de reactierubriek hieronder).
Een eerste onderzoek wijst uit dat Timmetjejanssen0009@hotmail.com gelijk heeft en ik ook.

De bron, waar Tim naar verwijst, heb ik terug kunnen vinden in een artikel van de Stichting Milieunet (zie onder). Het oorspronkelijke persbericht van PSV heb ik niet kunnen vinden. Ik denk dat onderstaand bericht de situatie goed weergeeft, dus ik laat het maar zo.
Zo beschouwd heeft Tim dus gelijk. Maar …

Zie www.stichtingmilieunet.nl/andersbekekenblog/klimaat-PSV . Tekst in Italic . Het bericht dateert september 2008.

klimaatneutraal_schaal.jpg

PSV is vanaf dit weekeinde de eerste grote club ter wereld die volledig klimaatneutraal is. De club gebruikt groene stroom en gas en de resterende uitstoot van broeikasgassen door autorijden, busvervoer, vliegreizen en papierverbruik wordt volledig gecompenseerd.

Met hulp van energieleverancier E.ON start PSV bovendien een programma om daar waar mogelijk energie te besparen. PSV neemt zo 100% verantwoordelijkheid voor haar aandeel in de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen te compenseren en het energieverbruik te verminderen en te vergroenen. Dat werd voorafgaand aan de wedstrijd tegen Sparta Rotterdam bekendgemaakt op een speciale persconferentie.

Daar kreeg PSV het officiële certificaat uitgereikt ter bevestiging van de CO2-compensatie en het logo van de Nationale Klimaatcampagne HIER. Dit is een samenwerking van ruim veertig maatschappelijke organisaties die Nederland betrekt bij het klimaatprobleem en de oplossingen.

“PSV is zich bewust van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. En de klimaatverandering is een ernstig probleem. Daar kunnen we als betaald voetbalorganisatie niet omheen”, aldus commercieel directeur Marcel van den Bunder van PSV. Het is niet toevallig dat PSV als eerste Nederlandse voetbalclub klimaatneutraal is geworden, vindt hij. “We zijn een innovatieve organisatie. Als topclub willen we onderscheidend zijn. Op het veld, maar ook in alles wat daar omheen gebeurt.”  Om objectief te kunnen zijn, hebben we de Climate Neutral Group erbij gehaald.” Bron: HIER

Zie ook: PSV krijgt nieuwe energiezuinige LED-boarding van Philips – Philips Sustainable Makeover: Hoe heeft Philips PSV geholpen? – PSV Eerste Eredivisie Club in Nederland met LED-verlichting in het Philips Stadion in Eindhoven

 …….. het maakt erg veel uit of je het over de club PSV of over het PSV-stadion hebt. Dat zijn twee heel verschillende zaken.

“De club” bestaat 50 tot 100 mensen, waarvan de activiteiten niet heel veel energie vragen (waarschijnlijk vooral het reizen en het kantoor en het trainingscomplex). Zo staat het hierboven dan ook beschreven.

De echte energie- en grondstofvreters, zoals bijvoorbeeld de lichtmasten, de verwarmingsinstallaties, de schoonmaak en het waterverbruik bij wedstrijden  vallen onder het stadion. Ik had het nadrukkelijk over het stadion.
Je kunt er over twisten welke activiteit je waaraan toeschrijft, maar ik denk dat, hoe dan ook, het overgrote deel van het energieverbruik bij het stadion zit.

Dat stadion is zeer zeker niet energieneutraal. Er liggen geen zonnepanelen, er is geen WKO-installatie, enz. Eigenlijk is er op duurzaam gebied, bij mijn weten, niets behalve LED-lampen die ook goed passen bij het belang van de toenmalige sponsor.

Verder heb ik bedenkingen bij het woord “klimaatneutraal”. Dat betekent iets heel anders dan “energieneutraal”, oftewel geen CO2 meer uitstoten. Dat is wat de Arena ambieert.
Het verschil is dat je bij “klimaatneutraal” door kunt gaan met CO2 lozen, zolang je maar voldoende bomen plant om jouw CO2 op te vangen. Daaraan zitten vele haken en ogen en daarom is het meestal een kutsmoes.
Nu is dit een ingewikkeld verhaal, dat ik op deze site al eens eerder besproken heb. Niet voor PSV, maar voor het vliegverkeer. Kortheidshalve verwijs ik voor dit deel van het verhaal naar Vliegen en klimaat na de recente ICAO-overeenkomst (en Eindhoven Airport) .

Dus ik blijf bij mijn bewering.

 

Overbemesting bedreigt drinkwaterputten

Bij een “rondetafelgesprek mestfraude” op 22 juni 2017 in de Tweede Kamer kwamen diverse aspecten van het mestbeleid aan de orde. Ik focus in dit artikel op één aspect, nl de gevolgen voor de drinkwaterwinning. Op andere aspecten hoop ik later terug te kunnen komen.

Namens de VEWIN (de Vereniging van Waterbedrijven in Nederland) sprak plaatsvervangend directeur Arjen Frentz. Frentz sprak over de, al dan niet legale, vormen van overbemesting en over de gevolgen daarvan en toonde de Kamerleden onderstaand kaartje. Het betreft problemen die te maken hebben met een overdaad aan in de bodem zakkende mest.

Door mest veroorzaakte problemen in grondwaterwingebieden

Zoals op de kaart te zien, zijn er de afgelopen jaren in Nederland 21 waterwinpunten gesloten, waarvan zes in Brabant.
Overigens krijgen de waterwinbedrijven het nitraat wel tot veilige grenzen uit het water, maar het kost steeds meer moeite en geld.

1200 betekent 1200 miljoen m3

Het rondetafelgesprek sorteert voor op de behandeling van het 6de Programma Nitraatrichtlijn. Deze behandeling zal na de vakantie plaatsvinden.

Al eerder had het PBL (Plan Bureau voor de Leefomgeving) een analyse gemaakt van het mestbeleid. Ook hierover hoop ik in deze kolommen een artikel te schrijven.
Het PBL denkt dat de nitraatnorm van 50 mg/liter op de zuidelijke zandgronden niet gehaald zal worden, tenzij er aanvullende maatregelen komen. In dat geval is het denkbaar dat de norm gemiddeld gehaald kan worden, maar niet overal. Meer specifiek, het kan niet gegarandeerd worden dat de norm in de drinkwaterinlaatgebieden gehaald kan worden.
In een ander onderzoek heeft het RIVM de verwachting uitgesproken dat in de jaren 2026-2030 in 40 grondwaterbeschermingsgebieden de nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater over de 40mg/liter heen gaat schieten. De norm voor nitraat in grondwater is 50mg/liter.

Frentz heeft in het rondetafelgesprek dan ook drie eisen gesteld:
* De nitraatnorm van 50 mg/l gemiddeld voor het ondiepe grondwater moet specifiek gelden voor intrekgebieden van grondwaterwinningen voor drinkwaterproductie.
* Neem generieke maatregelen op in het 6e actieprogramma Nitraatrichtlijn gericht op grondwa­terbeschermingsgebieden met als doel:

a) In alle gebieden de KRW doelen te kunnen halen, d.w.z. geen achteruitgang en op termijn verbetering van de waterkwaliteit
b) In de 40 grondwaterbeschermingsgebieden waar nitraat- en KRW normen in het ondiepe grondwater overschreden (dreigen te) worden, de normoverschrijdingen van alle stoffen gerelateerd aan mestgift wegnemen
(de KRW is de Kader Richtlijn Water, de Nederlandse vormgeving van de Europese wetgeving op dit gebied)

Trouw-journalist Emiel Hakkenes heeft op 24 juni 2017 een goed artikel in Trouw gezet over dit onderwerp. Het is te vinden via de site van de VEWIN ( www.vewin.nl/ ) of rechtstreeks op www.trouw.nl/home/waterbedrijven-slaan-alarm-mest-bedreigt-drinkwaterwinning~a1446e04/ .
Hakkenes heeft een kaartje gepubliceerd dat gebaseerd lijkt op de kaart hierboven, maar dan specifiek alleen gefocust op de gesloten putten. Dat ziet er zo uit:

Kaart met 21 vanwege de mest gesloten drinkwaterputten in Nederland

Hier een kleine, door mij bijeengezochte, reader over het onderwerp: Reader mest en drinkwater_VEWIN_juni2017 . De teksten komen van de VEWIN-site.

Voor een eerder artikel op deze site over de nitraatproblematiek en de handhaving van overschrijdingen zie Wat de provincie wel en niet kan bij landbouwvervuiling .