De Energiedialoog-roadshow

Minister Kamp heeft in januari 2016 zijn Energierapport “Transitie naar duurzaam” uitgebracht (www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/01/18/energierapport-transitie-naar-duurzaam ). Dat is bedoeld voor de jaren na 2023. Tot 2023 geldt het huidige SER-Energieakkoord en het rapport is dus bedoeld voor de jaren erna.
energierapport-transitie-naar-duurzaam-1

Een breed geuite kritiek is dat er nauwelijks iets concreets in staat. Ik deel die kritiek.
In plaats daarvan wil Kamp de dialoog aangaan met de samenleving. Daartoe zijn er op 7 april sessies georganiseerd in Rotterdam, Leeuwarden en Eindhoven. Ik ben bij de laatste geweest vanuit Milieudefensie, bij Radio Royaal op Strijp S.

De ruimte van Radio Royaal
De ruimte van Radio Royaal

Het begon niet echt als een dialoog. Eerst werden de aanwezigen anderhalf uur vergast op een reeks lezingen waarop je niks terug mocht zeggen, aan elkaar geplakt door een blitse mevrouw Judith de Bruin waardoor het vooral op een soort roadshow leek.
De ambtenaren (en ook de meneer van Automotive en van Brainport) brachten het door hun baas gewenste beeld vakkundig naar buiten, daarbij elke politieke controverse mijdend. De verhalen waren zo braaf dat ik mijn van Milieudefensie ontvangen “Bla Bla Bingo”-bordje maar één keer heb opgestoken, en wel bij het interview met Edgar van Leest van Brainport. Dat viel qua clichématigheid en propaganda naar beneden toe helemaal uit de toon (zie hierna). Het bordje hielp niet.

prof. Wim Sinke
prof. Wim Sinke

De lezing die mij nog het meest aanstond was die van professor Wim Sinke (ECN), onze zonne-energiegoeroe. Die verwacht het heil van een dergelijk grootschalige toepassing van zonnepanelen dat de huidige inzet daarbij een vingeroefening is. Ik denk dat hij gelijk heeft.

Na afloop van de roadshow was er een lunch, en daarna werkgroepen. Daar kon je een hoop praat kwijt en terug ontvangen, omzwermd door medewerk(st)ers van EZ die het veld kwamen proeven. Dat was trouwens geen kwaad volk. Ik heb twee werkgroepen gedaan, die over duurzame biobrandstoffen en die van Brainport Development.

Duurzame biobrandstoffen
Daarover had in de roadshow Petrouschka Werther van I&M een aantal algemeenheden gezegd.
Ik hou dit kort, want elders op deze site ben ik al meermalen uitvoerig op het thema ingegaan.
Met mijn kennis van nu vat ik mijn positie als volgt samen.

Je stelt je een schaal van 0 tot 100 voor.
Je zet het primaire gebruik voor  voedsel voor mens of dier, medicijn en vezel voorop.
Op 0 zit de biologische landbouw en sommige milieuverenigingen, die menen dat daarna alles waar koolstof inzit terug de bodem in moet voor bodemonderhoud. Er is dus nul beschikbaar voor groene chemie of biobrandstof. Ik deel deze mening niet, althans niet in Nederland (en meer specifiek Brabant).
Op 100 zit de industrie en de transportwereld, die ongegeneerd graaien in de biomassa alsof dat een ongelimiteerde bron is. Ik ben eens iemand tegengekomen die oprecht boos was dat de overheid  hem verbood de halve Braziliaanse suikeroogst op te kopen om bio-etheen van te maken.
Ik zie het gebruik van biobrandstof als een soort optimalisatieprobleem met een piek die (met de kletsnatte vinger) ergens tussen de 10 en de 20 ligt.
Er kan wel wat, maar dat is al bij voorbaat gelimiteerd en eigenlijk zou er nu al een rantsoenering plaats moeten vinden (met een soort geleide economie) die de schaarse biomassa (na aftrek van bodemonderhoud) stuurt in de richting van die doelen waarvoor hij het meest nodig is, zoals aardolievervanging in de chemie, en brandstof voor vliegtuigen en schepen.

 Bluffend Brainport
Mede omdat ik me geërgerd had aan het kritiekloze blije innovatieverhaal van meneer van Leest van Brainport, en  omdat ik uit Eindhoven kom, was ik in de werkgroep Brainport gaan zitten. Daar zat iemand anders, nl Jan Roggebrand van het Energiecluster van Brainport (zie www.tue.nl/fileadmin/content/onderzoek/Eindhoven_Energy_Institute_EEI/2013_02_04_EventSmartCities/2013_07_05_TKI_BrainportDevelopment_Roggeband.pdf ).
Ik flink van leer getrokken. Brainport lost vooral de problemen van de industrie op, niet van de bevolking.
De TUE zit zwaar in het PV-energieonderzoek, we hebben TNO, Solliance coördineert het dunne film-PV onderzoek en dus zitten in veel zonnepanelen Eindhovense vindingen, maar binnen Brabant is Helmond de plaatst met de minste zonnestroomproductie en Eindhoven de één na minste. Alle grote Brabantse steden doen het beter.
De TUE zit zwaar in het smart-grids onderzoek, maar voor een grootschalige praktijkproef moeten ze uitwijken naar Groningen en Amsterdam (zoals een hoogleraar mij knarsetandend vertelde).
Ik ben in Eindhoven en Helmond nog geen Nul op de Meter-discussies tegengekomen.
Technische innovatie is nooit weg, maar politieke en sociale innovatie is veel harder nodig.

Roggebrand hoorde het aan en bevestigde het verhaal indirect door te zeggen dat ze een tijd geleden een “héle moeilijke” researchopdracht gekregen hadden, nl van de grootste Eindhovense woningbouwcorporatie Woonbedrijf, inhoudend of ze nou niet eens een handvol scenario’s konden bedenken waardoor huurders van bestaande huizen meer keus hadden dan het geijkte all electric – scenario. De opvattingen hadden elkaar gekruist, zogezegd.
Benieuwd of deze zwaluw zomer blijkt.

Het resultaat van de opdracht (december 2015) heet  ‘Zonnebaron in eigen wijk’. Zie http://smartenergyregions.com/20151215%20Brochure%20Zonnebaron%20in%20eigen%20wijk-vijf%20wijkenergieontwerpen.pdf . Aanbevolen.
Overigens geen woord in het boekje over de Brabantse Nul op de Meter-ambities.
zonnebaron in eigen wijk
Nogal wat mensen aan deze tafel waren voor de terugkeer van het publieke nutsbedrijf.

Het zal me benieuwen hoeveel van de in de Werkgroepen geuite commentaren daadwerkelijk tot iets leiden.

Brabantse milieukaarten in Atlas Leefomgeving

Sinds SP-gedeputeerde Johan van de Hout op 31 maart op de knop gedrukt heeft, staan er kaarten van tien milieuthema’s op de site van de Atlas voor de Leefomgeving. Men kan de openingspagina vinden op http://www.atlasleefomgeving.nl/nieuwsbericht?p_p_id=101&p_p_lifecycle=0&p_p_state=normal&p_p_state_rcv=1&p_r_p_564233524_tag=nieuwsbericht-2763827 . Het betreft geluid van industrie, vliegvelden, provinciale en rijkswegen en spoorwegen; geur van industrie en veehouderijen; en luchtkwaliteit NO2, PM10 en PM2.5 . In alle gevallen betreft het de situatie over 2013.

Ik vind dat het loont om een bezoek aan de site te brengen, maat ik vind de gegeven informatie niet altijd even nuttig.

De GES-systematiek
In de kaarten wordt gebruik gemaakt van een door de GGD’s ont-
wikkelde schaal, de GES-systematiek (Gezondheids Effect Screening). De uitgangspunten daarvan zijn neergelegd in het Handboek GES 2012. Men kan dat vinden onder http://www.ggdghorkennisnet.nl/?file=10789&m=1352984265&action=file.download .
De GES-systematiek dient vooral als hulpmiddel voor ruimtelijke planvorming. Hij heeft geen juridische kracht.

In de GES-systematiek wordt feitelijke natuurkundige of chemische informatie omgezet in een oordeel van de GGD op een schaal van 0 t/m 8, van ‘niks aan de hand’ tot ‘zeer onvoldoende’. Een en ander weergegeven met stoplichtkleurtjes.

Ik vind dat dit voor- en nadelen heeft.

Het is een onmiskenbaar voordeel dat hierdoor allerlei moeilijke processen voor de leek een erkende waardering krijgen en dat zeer verschillende processen langs dezelfde schaal gelegd worden. Als je èn onder de herrie en de trillingen  van Gilze-Rijen woont en bovendien ook nog naast een bioindustrie, kan de GES die in  vergelijkbaar oordeel vastleggen.
Bovendien heeft niet iedereen verstand van natuurkunde en zo. Niet iedereen zal gevoel hebben bij ’72 dB Lden raillawaai’, en dan is het handig als de GGD dat ‘ruim onvoldoende’ noemt.

Het nadeel vloeit er voor mij vooral uit voort dat ik geen volledige leek ben. Ik wil de achterliggende natuurkunde etc net wel graag weten, en bovendien is de natuurkunde of scheikunde de taal waarin de wettelijke normen uitgedrukt worden. De terugvertaling van GES naar natuur-
kunde lukt soms wel als je zoekt.
Met een GeluidsProductiePlafond van 63,8dB Lden in een modelpunt langs het spoor en een actuele waarde die 64,1 is, kan ik wat, maar bij de GES zijn ze beide code 3 (geel). Waarmee ik aan het volgende nadeel kom, dat de GES soms hinderlijk grofmazig is en te gauw afkapt. De GES is niet geschikt als juridisch instrument.
Tenslotte is de GES een papieren tijger. Hij is op officiële opgaven gebaseerd en daarvan afgeleid via rekenmodellen. De gemeten werke-
lijkheid zit er niet in.

Militaire vliegvelden in Brabant

Geluidszones rond Brabantse vliegvelden
Geluidszones rond Brabantse vliegvelden

Bij de vier actieve militaire vliegvelden in Brabant kent de GES slechts twee smaken, nl binnen de 35Ke-zone 6 (rood) en binnen de 45Ke-zone 7 (ruim onvoldoende). Maar dat haal je de koekoek: binnen die zones woont al lang bijna niemand meer. De problematiek van heel veel mensen zit daarbuiten. Bij de kleine civiele vliegveldjes Budel en Seppe (ik zie even af van de ronkende namen waarmee vooral de exploitant van Seppe zijn grasbaan een haast kosmisch belang wil geven) staat in de Atlas een geel gebiedje met de 4 van matig. Als men dat ook gedaan had rond de militaire vliegvelden, hadden er forse gele sigaren rond de rode sigaren gelegen.

PM2.5 in Brabant

PM2.5 in Brabant
PM2.5 in Brabant

Dit is de PM2.5 – kaart van Brabant, die slechts twee smaken kent, GES 4 (matig) ruwweg in de westelijke helft va Brabant en GES 5 (zeer matig) in de oostelijke helft. Als je in de kleine lettertjes gaat zoeken, blijkt GES 4 een PM2.5-concentratie van 9,5 – 14,5μgr/m3 en GES 5 idem 14,5 – 19,5 . De Europese norm is jaargemiddeld 25μgr/m3 , het WHO-advies 10.
De grofmazigheid van de schaal maakt bijvoorbeeld dat men in West-Brabant wel de autowegen kan herkennen, maar in Oost-Brabant niet.
Het heeft ook geen zin met de i-knop op een locatie te gaan staan, want het antwoord is simpelweg ‘4’ of ‘5’.

Raillawaai

Raillawaai Eindhoven Hofstraat 2013 AtlasLeefomg
Raillawaai Eindhoven Hofstraat 2013 AtlasLeefomg

Ik vind dit een kaart waarin de GES-systematiek wel werkt. Het betreft de schrijnende situatie in de Eindhovense wijk Oud-Tongelre, met name rond de Hofstraat waar de bewoners al jaren actie voeren. De wijk ligt in de oksel van twee drukke spoorwegen met veel goederenvervoer. Groen is van 54,5 – 59,5dB Lden, geel 59,5 – 64,5, rood van 64,5 – 69,5 , bruin 69,5 – 74,5 en paars boven de 74,5 . Hier werkt het zo goed dat je kunt zien dat (bijvoorbeeld) Hofstraat 87 op of boven de 80dB Lden zit. De mensen worden gillend gek en wachten al jaren op sanering.

Geur van veehouderijen

Geurhinder rond Deurne door veehouderijen (2013, Atlas Leefomgeving)
Geurhinder rond Deurne door veehouderijen (2013, Atlas Leefomgeving)

Het centrum van het dorp Deurne is de groene vlek (GES 1) iets links van het midden.
Een hinderkans van 5% betekent dat 5% van de mensen die daarnaar gevraagd wordt in een hinder-enquête aangeeft dat zij soms of vaak last hebben van geurhinder (citaat van de kaart). Middelgroen (GES 1) betekent dat de hinderkans onder de 5% blijft. Hierna loopt het op via

  3a (Redelijk tot vrij matig)        5 – 12%
  3b (Vrij matig tot matig)          12 – 20%
  4 (Matig)                                      20 – 25%
  6 (Onvoldoende)                        25 – 39%
  7 (Ruim onvoldoende)             >=39%

Zo gepresenteerd inderdaad informatief.

 

Ik raad een bezoek aan de site aan, maar wel met enige kritische zin.

Dubbelzijdige zonnepanelen langs A50 bij Uden en op Brabantse baggerdepots

Er zit nog veel potentieel voor technische vooruitgang in zonnepanelen en dat leidt regelmatig tot nieuwe vindingen.

Drijvende panelen en baggerdepot’s
Energie Centrum Nederland (ECN) heeft panelen bedacht die van twee kanten licht binnenlaten (‘bifacial’). In een persbericht dd 11 april 2016 noemt ECN meteen al twee mogelijkheden: in geluidsschermen langs
Noord-Zuid lopende wegen, en in drijvende installaties.

Artist impression voor drijvende panelen in 't Ij
Artist impression voor drijvende panelen in ‘t Ij

Die drijvende installaties zijn voor het eerst getoond op 14 april 2016 op ’t Ij, tijdens Innovation Expo in Amsterdam. Hierboven een impressie (ten tijde van het schrijven van dit artikel had ik nog geen actuele foto).
De ene kant is op de zon gericht en vangt op de gebruikelijke manier direct en diffuus zonlicht, de andere kant vangt diffuus licht dat via het water weer omhoog kaatst. Bovendien houdt het water de panelen koel (panelen functioneren slechter als ze heet worden). ‘Het kan op jaarbasis enkele tientallen procenten schelen” zegt professor Sinke van ECN.
Rijkswaterstaat (RWS) heeft een vergelijkbare pilot lopen op baggerdepot De Slufter op de Maasvlakte. In totaal heeft RWS ongeveer 500ha baggerdepot in beheer. Idealiter moet dat goed zijn voor ca 2 a 3PJ, een niet te verwaarlozen hoeveelheid.

Baggerdepot Hollandsch Diep bij Moerdijk
Baggerdepot Hollandsch Diep bij Moerdijk

RWS heeft één baggerdepot op Brabants territorium, te weten “baggerspeciedepot Hollandsch Diep’ (hierboven) ten Noorden van de Moerdijk. De provincie is verantwoordelijk voor het inmiddels gesloten  baggerdepot Dintelsas, dat ook onder water ligt.  Deze baggerdepot’s zouden gebruikt kunnen worden volgens de pilot op De Slufter.
Daarnaast is er ruimte op de grote wateren aan Brabantse grenzen. Het is niet mogelijk hier een geschikte oppervlakte te noemen.

Het geluidsscherm langs de A50 bij Uden
RWS heeft op 1 april 2016 op Tendernet een ‘marktconsultatie’ gepubliceerd voor een nieuw op te richten rechtopstaand geluidsscherm langs de A50 bij Uden, waarin over een lengte van 450m en een hoogte van 4m een rij bifaciale zonnepanelen opgenomen wordt. De A50 tussen Sint Oedenrode en knooppunt Paalgraven loopt bijna pal Noord-Zuid.

De A50 bij Uden
De A50 bij Uden

Een marktconsultatie is een raadpleging van ‘de markt’ en dient als voorbereiding op de aanbesteding, die in het voorjaar van 2017 voorzien is.
De gangbare wijze om zonnepanelen aan te leggen op een scherm langs een Noord-Zuidlopende weg is om de schermen de gedaante te geven van een T , met de zonnepanelen horizontaal boven op de T. In praktijk kunnen ze dan slechts 2m breed zijn.
Het geheel van alle kenmerken leidt in een voorlopige schatting tot een opbrengst voor een traditionele T-figuur van ca 0,51TJ (ongeveer 142000kWh), en voor de dubbelzijdige opstelling van ca 1,2TJ (ca 337000kWh).
In 2020 moet Brabant ongeveer 40000TJ aan duurzame energie hebben. Daarvan is een flink deel al voorzien, maar duidelijk is dat er meer nodig is dan alleen maar een futuristisch scherm zo hier en daar.

In Zwitserland worden al langer dubbelzijdige panelen aangebracht, oa langs een spoorlijn bij Münsingen.
In Zwitserland worden al langer dubbelzijdige panelen aangebracht, oa langs een spoorlijn bij Münsingen.

Milieudefensie Eindhoven wil toch aanscherping van de Eindhovense milieuzone

In maart 2014 heeft Milieudefensie Eindhoven een aantal verkeers-
voorstellen aan het toenmalige College van B&W gedaan, gericht op een betere luchtkwaliteit. Dit werd vergezeld van een kleine 3500 handtekeningen.
Een deel van de voorstellen ging over een verdere aanscherping van de milieuzone. Zie hier dit pakket –>Maatregelenpakket voor de periode 2014-2018_vs2-1

Op 1 maart 2016 besloot het College van B&W een door henzelf geformuleerd maatregelenpakket m.b.t. de milieuzone niet door te voeren. B&W menen dat dit pakket te veel geld kost voor te weinig prestatie, en dat milieuzones slechts tijdelijk helpen. De scherpe financiele keuzes, die de gemeente moet maken, spelen hierbij ongetwijfeld een rol. Zie –> http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1475022/Raadsinformatiebrief_Milieuzone_bestel-_en_personenauto_s_brommers_aanpak_luchtkwaliteit.pdf
Het B&W-pakket en het Milieudefensiepakket leken op elkaar, maar waren niet hetzelfde. Het B&W-pakket was groter en duurder.

In een reactie dd 12 april heeft Milieudefensie Eindhoven voorgesteld sommige maatregelen toch door te voeren, met name die welke op korte termijn effect hebben en zich richten tegen het huidige wagenpark. De argumentatie richt zich met name op de volksgezondheid, die te lijden heeft van (ultra)fijn stof en roet.
–           voer een aanvullende milieuzone in voor Euro 1 en 2 bestelauto’s
–           Handhaaf ook in het Tongelrese en Woenselse deel van het gebied binnen de Ring
–           Ga kentekencamera’s gebruiken
–           Knijp het aantal ontheffingen geleidelijk aan af
–           Verban bromfietsen van het fietspad
–           Oefen (net als de gemeente Rotterdam) druk uit op het Rijk om tot scherpere eisen aan brom- en snorfietsen te komen
–           stimuleer het gebruik van elektrische brommers bij speciale doelgroepen
–           Handhaaf de maximum snelheid beter

De reactie van Milieudefensie is naar de raadsleden gestuurd en roept deze op politieke initiatieven te nemen.

De volledige tekst van de brief is als bijlage bijgevoegd –> brief aan GR nav geen milieuzone personen-bestelauto’s_12april2016.

Een eerder artikel over dit onderwerp op deze site is te vinden op –> Effecten van een milieuzone voor bestel- en personenauto’s in Eindhoven

 

 

Brabant loopt achter bij Wind op Land-taakstelling

Het parlement heeft besloten dat er in het jaar 2020 6000MegaWatt (MW) windvermogen op het land moet staan.
(NB: daarmee bedoelt men een maximum vermogen, waarvoor de turbine  bij een range aan windsnelheden ontworpen is. Onder die range haalt de turbine niet zijn maximum vermogen, binnen de range wordt hij afgeregeld op het nominale vermogen, en als het heel hard waait wordt hij afgeschakeld – hier niet getekend. Deze turbine is nominaal 3,00MW. De jaargemiddelde opbrengst van een turbine op het land is voor turbines op het land in Nederland gemiddeld 26% van de theoretisch maximale opbrengst, bij een goede locatie meer, bij een slechte locatie minder).

Power curve windturbine zonder afkap bij hoge windsnelheden
Power curve windturbine zonder afkap bij hoge windsnelheden

Die 6000MW is na onderhandelingen verdeeld over de provincies.

De uitvoering van de taakstelling wordt gemonitord. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft in maart 2016 de monitoring over 2015 uitgebracht. Dat heeft geleid tot korte persberichten waarin vooral stond welke provincies het slecht deden (Utrecht en Limburg) en welke goed (NHolland, Flevoland, Zeeland, Overijssel). Uiteraard was Greenpeace onthutst over wat er niet goed ging, maar liet onvermeld dat het in 2015 veel beter ging dan in 2014.
Omdat ik mij in mijn weblog, waar dat mogelijk en zinvol is, focus op NBrabant, heb ik een staatje gemaakt hoe de provincie Brabant uit de Monitor komt. Dat ziet er zo uit:
staatje monitor2015 NL-Brabant

Minister Kamp zegt dat ‘het glas half vol is’ en dat beschrijft de situatie bijna mathematisch. Half leeg had ook geklopt.

Brabant ligt achter op het Nederlands gemiddelde. Anders dan Greenpeace ben ik niet meteen onthutst, althans niet over NBrabant.
Eerst zakelijk wat de projecten zijn:

Informatie over de Brabantse projecten in 2015.
Informatie over de Brabantse projecten in 2015. (donkergrijs is in 2020 zeker, middelgrijs is aannemelijk, en lichtgrijs is onzeker).

Een meermalen genoemd probleem zijn de vijf  Brabantse vliegvelden. Die schaden de vooruitgang. Ze doen zelf niks aan de opwekking van
duurzame energie maar blokkeren wel windturbines. Gilze-Rijen en Volkel worden genoemd, maar Woensdrecht blokkeerde een tijd lang Kabeljauwbeek en rond vliegveld Eindhoven begint men niet eens over windturbines, waardoor er daar logischerwijs ook geen knelpunt ontstaat.
Kamp besteedt in de bijbehorende Kamerbrief apart aandacht aan vliegvelden (waarvan er dus in Brabant vijf liggen, achterlijk veel!).
Het ene vliegveld-onderwerp betreft de radar, waaraan nog onderzoek gedaan moet worden dat pas in 2017 klaar zou zijn.
Het andere vliegveld-onderwerp betreft de risicozonering. Het is niet de bedoeling dat vliegtuigen tegen hoge uitsteeksels aan  vliegen en daarom ligt er rond vliegvelden een soort virtuele schotel  waar  hoge constructies onder moeten blijven.

Het Brabantse 100MW-plan langs de A16 (van Breda tot het Hollands Diep) zit nog niet in de categorie ‘zeker’.  Anders dan Greenpeace denkt, ligt dat niet aan de lokale overheden want die hebben een akkoord getekend. De Rijks-dwangmaatregel (Coördinatieregeling) hoefde niet eens te worden toegepast.  Het probleem zit in de inpassing op het 150kV – net en in de verdiensten, die Rijkswaterstaat (RWS) wil inboeken op zijn gronden.

RWS wil ook verdienen aan zijn gronden bij de Volkeraksluizen en het besluit over de vergroting van die sluizen valt pas in 2020. Ook is RWS niet enthousiast over het bouwen op waterkeringen. Hierover wordt overlegd, dat er tot nu toe in geresulteerd heeft dat ‘nee’ veranderd is in ‘nee, tenzij’.

Voor een overzicht van de concrete knelpunten en de genomen maat-
regelen verwijs ik naar de volledige tekst van de Monitor 2015. De  volledige tekst en de bijbehorende Kamerbrief van Minister Kamp zijn te vinden op https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2015/02/02/monitor-wind-op-land .

Opbouw vier windturbines langs de A58 tussen Oirschot en Tilburg
Opbouw vier windturbines langs de A58 tussen Oirschot en Tilburg (het Kattenbergplan)

Eigenlijk blijkt bijna nergens dat er een onoplosbaar draagvlakprobleem bij de bevolking en het lokale bestuur is. Greenpeace zou er beter aan doen eerst eens onderzoek te doen, voor het de burgers en de gemeenteraden de schuld geeft.

De Hurk en Eindhovense bedrijventerreinnota

Mijn goede vriend Marcel Lathouwers heeft op de site van de SP (waarvoor hij in de gemeenteraad zit) een interessante beschouwing gezet over de behandeling van de Eindhovense Bedrijventerreinennota (zie https://eindhoven.sp.nl/nieuws/2016/04/sp-zorgt-voor-een-gezond-leefklimaat-op-en-rond-de-hurk ). De reden van de door hem en mij gedeelde interesse is de toekomst van het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk, waarop veel zware en soms gevaarlijke industrie.

Marcel Lathouwers (SP)
Marcel Lathouwers (SP)

Ik heb als lid van (wijlen) de Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer meegewerkt aan een zienswijze op het updaten van het BestemmingsPlan (BP) De Hurk ( Inspraakreactie over het nieuwe BP De Hurk in Eindhoven ). Dat is hoognodig, want het huidige BP dateert nog uit 1988. Het mag helemaal niet zo oud zijn. In onze zienswijze waren wij geen principiële tegenstanders van de zware industrie, maar vonden wij o.a. dat er parkmanagement moest komen, dat dat parkmanagement moest bijdragen aan meer duurzaamheid op het terrein, en uitbreiding van de gangbare veiligheidsaanpak met een meer collectieve component.
Over dit onderwerp heb ik veel met Marcel Lathouwers gesproken.

Het nieuwe BP De Hurk steekt de gemeente al jaren als een graat in de keel. Dat komt o.a. omdat er in de afgelopen decennia te lang ruimtelijke  vrijheid-blijheid heeft geheerst. Dat heeft geleid tot functies die moeilijk te verenigen zijn met een terrein dat eigenlijk vooral opgezet is t.b.v. de zware industrie. Het nieuwe BP is nog steeds niet behandeld.

Ondertussen heeft de gemeente er een kaderstellend stuk aan vooraf laten gaan, de Eindhovense Bedrijventerreinennota, waarin een aantal goede voornemens en veel enerzijds-anderzijds. Ik ga hierover nu geen eindoordeel geven.

Bij de behandeling van deze Bedrijventerreinennota in de Eindhovense Raad (http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1408588/type=pdf/Bijlage_1__Waardevolle_bedrijventerreinen_-_Bedrijventerreinennota_gemeente_Eindhoven.pdf )hebben SP en PvdA een motie ingediend, waarin een Gezondheids Effect Screening (GES) door de GGD gevraagd wordt om de uitstraling van De Hurk op de omringende woongebieden in kaart te brengen (lucht-, geur-, geluidshinder en externe veiligheid), en om de uitkomst mee te nemen in bij de behandeling van het nieuwe BP De Hurk.
In de toelichting wordt ook de uitstraling van de A2/N2 genoemd. Daaraan had, wat mij betreft, ook nog wel de Rondweg en de NBrabantlaan genoemd mogen worden.
Deze motie is door het College van B&W overgenomen en toen niet meer in stemming gebracht.

Ik ben oprecht benieuwd wat hier uit gaat komen. Er is zeker hinder geweest (oa de stank van de asfaltcentrale en een ver weg liggende geluidscontour), maar die is minder geworden. Bovendien leidt niet alle hinder tot kwantificeerbare gezondheidseffecten. We zullen zien.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven
Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

De gemeenteraad heeft de behandeling van de Bedrijventerreinennota gebruikt om maar vast een voorzetje te geven over de zware industrie op De Hurk (milieucategorie 4 en 5). Die mag blijven bestaan, maar dan in het centrale deel (zoals de bedoeling is in het nieuwe concept-BP). De randen mogen ‘verkleuren’ (tot milieucategorie 3 en lager). Dat betekent een soort uitsterfbeleid voor de hogere categorieën buiten het kerngebied. Ook de WNM-zienswijze wilde van de BEVI-inrichtingen in het randgebied af. Als de theorie praktijk wordt, zijn wij blij.

Ik sta minder negatief t.o.v. de zware industrie dan Marcel Lathouwers en (bijvoorbeeld) Groen Links. Ons WNM-standpunt is niet dat de zware industrie van De Hurk moet verdwijnen, maar dat hij beter uitgevoerd en georganiseerd moet worden.

Zware industrie blijft nodig. En het is nog maar de vraag of een door de Eindhovense gemeenteraad genoemd alternatief als logistiek in praktijk tot minder overlast en gevaar leidt als de zware industrie. Bovendien is Brabant inmiddels vergeven van de logistieke terreinen.

Lathouwers pleit namens de SP ook voor parkmanagement als instrument voor een meer collectieve aanpak van veiligheid, opwekking en opslag van energie, en meer hergebruik van afval. Dat is een uitstekend idee. Waaraan ik nog zou willen toevoegen een gezamenlijk verkeers- en vervoersplan.

Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open

Het innamepunt van waterleidingmaatschappij Dunea op de Afgedamde Maas is op 7 april 2017 na bijna drie maand weer in gebruik genomen. De stillegging volgde op een lozing van het insecticide dimethoaat – een gif uit de parathionfamilie en bovendien een hormoonontregelende stof.

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Drie maand is lang. Weliswaar ligt elk drinkwaterpunt in het stroomgebied van Maas en Lek er jaarlijks wel eens uit, maar meestal gaat het dan om enkele dagen tot hooguit een maand. Drie maand is uitzonderlijk.

In het persbericht van Dunea (zie –> Dunea hervat inname uit Afgedamde Maas_07april2016 ) valt verder te lezen dat het onderzoek door het Gelderse Waterschap Rivierenland naar de veroorzaker van de calamiteit afgerond is. Deze heeft op aanwijzingen van het waterschap maatregelen genomen om verdere verontreiniging te voorkomen. Er is een procedure opgestart om de kosten te verhalen. Ook is procesverbaal opgemaakt dat binnenkort naar het Openbaar Ministerie gestuurd wordt.

Wij maken ons niet voor niets sterk voor een duurzame oplossing voor de afvoer van bedrijfsafvalwater uit de glastuinbouw.” aldus De Waal Malefijt, sectormanager Water van Dunea op het eind van het persbericht.
Blijkbaar bestaat die duurzame oplossing nog niet…

Voor het eerdere bericht over dit onderwerp zie Bestrijdingsmiddel in Afgedamde Maas dwong tot innamestop drinkwater  .

Milieudefensie bij kaasproeverij Ekoplaza

Een van de ‘actie-merken’ van Milieudefensie is de actie Allemaal Lokaal. De actie richt zich tegen de import van soja vanaf de andere kant van de wereld, met de bijbehorende natuurverwoesting, monocultures en van het land gejaagde kleine boeren, en voor een landbouw die functioneert op basis van gesloten kringlopen.
Dit standpunt past goed bij de in Brabant alom geuite wens dat het aantal dieren omlaag moet vanwege de mestproblematiek (de achterkant van het proces waarvan de soja-import de voorkant is), dierziektes, stank en stof, etc.
Bij Allemaal Lokaal hoort een petitie.

Er bestaan al praktijkvoorbeelden van producten die op basis van gesloten kringlopen tot stand komen, dus op basis van regionaal veevoer. De lentekaas ‘Aurora’ is daarvan een voorbeeld. De kaas is biologisch (wat wel meer kazen zijn) en daar bovenop regionaal. Niet alle biologische boeren halen hun biologische veevoer uit de nabije omgeving. Dat valt ze niet kwalijk te nemen, want dat is geen eenvoudige taak. Aan soja uit Zuid-Amerika maken ze zich in elk geval niet schuldig.
Zuid-Amerikaanse soja kan vervangen worden door soja uit Nederland of Europa in ruimere zin, maar ook door veldbonen, lupinen en grasklaverweiden.
Aurora lentekaas is een jonge kaas van gepasteuriseerde koemelk naar Gouds recept, verrijkt met paardenbloem, gember, ui en madeliefjes. Het smaakt best lekker.
Hanny en Marlijn_kaasproeverij_09april2016-red

Ekoplaza aan de Stratumsedijk organiseerde een kaasproeverij. Mensen van Milieudefensie hebben daar klaasblokjes aan de klanten gepresenteerd en daarbij over het begin sel van de actie gepraat en om een handtekening voor de petitie verzocht.

De dag eindigde met een kleine 80 handtekeningen.

Zie ook  Milieudefensie op Groenmoesmarkt in Oirschot

Helicon-kinderen in contact gebracht met elektrische fiets

De school Helicon Eindhoven is een school voor VMBO-MBO in de groene sector, in de volksmond de ‘Groenschool’. De leerlingen krijgen er in het eerste jaar, naast de standaard-VMBO vakken ook groen, bloem, dier en voeding, in het tweede jaar daarnaast techniek en outdoor/adventure. Er zitten ruim 400 leerlingen op en er hangt een relaxt sfeertje. Het is een streekschool: er zitten veel leerlingen die van ver komen.

Het Vietnamese Hangbuikzwijn heet Wilma en is volgens de verhalen oud en bijna doof en blind. Ze wordt goed verzorgd.
Het Vietnamese Hangbuikzwijn heet Wilma en is volgens de verhalen oud en bijna doof en blind. Ze wordt goed verzorgd.

Naast de Eindhovense vestiging heeft Helicon Opleidingen ook een VMBO-vestiging in Den Bosch, Nijmegen en Kesteren. Zie verder http://www.heliconvmboeindhoven.nl/ .

De school doet veel aan duurzaamheid en heeft als eerste Brabantse school de ‘Groene vlag’ van de Ecoschools. Daar moest men best wel veel voor doen en ze zijn er best trots op.

De school organiseert elk jaar een milieuweek in de brugklas. Dit jaar hebben in coproductie Milieudefensie en Fietshuis Verdaat (www.verdaat.nl ) in zes klassen van samen ca 120 leerlingen een introductieles gegeven over de elektrische fiets. Verdaat had er een stel beschikbaar gesteld om een rondje op te rijden.
Vroeger deed Verdaat in auto’s, maar dat hebben ze verkocht en ze zijn zich met succes gaan toeleggen op elektrische fietsen.

Links Bernard Gerard, rechts MilDef-voorzitter Wen Spelbrink die de zaak in de gaten houdt
Links Bernard Gerard, rechts MilDef-voorzitter Wen Spelbrink die de zaak in de gaten houdt

Bernard Gerard gaf voor Milieudefensie een korte presentatie over gezondheid, luchtkwaliteit en klimaat (zie helicon_2016 ). Dat zijn
Milieudefensie-speerpunten die in dit verband van belang zijn. Op de foto een kleine demonstratie met een van Milieufensie geleende PM2.5 – meter.
De twee medewerkers van Verdaat legden een stel technische en financiële dingen uit over elektrische fietsen en over de voordelen daarvan. Ze zijn bijvoorbeeld een stuk goedkoper per 100km dan brommers en een stuk gezonder.
De kinderen hadden een hoop vragen en opmerkingen (‘Waarom zit er zo’n gek ventiel op?’ – bedoeld werd een hulpstukje op Spartafietsen dat controleert of de band wel hard genoeg is ; ‘mijn vader heeft een elektrische fiets en die kan heel hard en daar mag ik niet op’ – een verstandig idee).

Medewerkers van Verdaat leggen de bediening uit
Medewerkers van Verdaat leggen de bediening uit

De proef leidde tot groot enthousiasme, een hoop gegiechel en enige
stoerdoenerij. En het was geen les, de leerlingen waren buiten en mochten heen en weer crossen, en het was mooi weer. De stemming zat er goed in.
Ook de uitgenodigde wethouder Bianca van Kaathoven (SP) besteeg het elektrische stalen ros.

Rechts wethouder Van Kaathoven
Rechts wethouder Van Kaathoven

de razende lokale reporter
Ook de lokale omroep Studio040 kwam langs. Voor een mooi verhaal zie http://www.studio040.nl/nieuws/35682-met-de-e-bike-naar-school-op-het-helicon-eindhoven.html .

Op het eind nog een serieus gesprek tussen directeur Wil Laval en wethouder Van Kaathoven.

Links directeur Wil Laval, rechts wethouder Van Kaathoven
Links directeur Wil Laval, rechts wethouder Van Kaathoven

Uiteindelijk dus een actie waarna iedereen om zijn eigen redenen blij is. Beter kan het niet.

Bernard Gerard

De Brabantse Uitvoeringsagenda Energie – het ECN-advies

Ik had beloofd nav de Uitvoeringsagenda Energie een derde artikel te schrijven, dat specifiek inging op de Quick Scan Warmte Noord-Brabant.

Die Quick Scan is een typisch verhaal.
De eerste reden is dat de Quick Scan gebruikt wordt om in het begin (blz9) de Uitvoeringsagenda Energie een wetenschappelijke tint te geven, terwijl de provincie zichzelf op het eind een taak oplegt (uitgedrukt in % van 287PJ). De koppeling tussen beide valt niet te achterhalen. Of die koppeling is goed verstopt, of ECN heeft zijn scan voor Piet Snot gemaakt.

Ontwikkeling bij autonoom beleid als de landelijke maatregelen uit het Energieakkoord uitgevoerd zijn
Ontwikkeling bij autonoom beleid als de landelijke NEV-maatregelen uit het Energieakkoord uitgevoerd zijn

Tweedens: de provincie maakt op blz9 een ernstige fout door hier bij-
stook in de Amercentrale en in de industrie, ter waarde van 6,4PJ, op te nemen. Die 6,4PJ zit al in de maatregelen waarmee ECN, op basis van autonoom beleid en uitvoering van maatregelen uit de Nationale Energie Verkenning (NEV), tot 36,4PJ duurzame opwekking in 2020 komt (zie boven). Dat is niet genoeg want 12,4% (zie mijn eerste artikel over dit onderwerp), en daarom doet ECN een pakket aanbevelingen, die het %
duurzame opwekking iets boven de gewenste 14% tillen. Dat pakket staat correct verwoord op blz 9 (bolletje 1,2,3,4,6). Bolletje 5 (genoemde 6,4PJ) mag daar niet staan, want dubbelop. Consequenties heeft dit niet, want het staatje wordt toch verder niet gebruikt.
Het is bovendien sowieso de vraag of de Amer9 open blijft.
Tenslotte geeft ECN om mij onduidelijke redenen alleen warmteopties als aanvullende maatregelen. Het klopt dat warmte een grote post is, en het is inderdaad verstandig om naar warmtemaatregelen te kijken, en ECN komt ermee tot 14%, maar het is niet logisch om je daartoe te beperken. Waarom niet bijvoorbeeld extra zonne-energie opgevoerd? Per slot van rekening moet er na 2020 verder verduurzaamd worden en zelfs al eerder als het Urgenda-vonnis standhoudt..

Maar de warmtevoorstellen van ECN zijn interessant in eigen recht want er moet sowieso een Brabants warmteplan komen (zie Brabants warmteplan nodig ). Daarom loop ik er doorheen.

De berekening van de opbrengst van de Nul op de Meter-operatie (NodM)
Dit is een ingewikkeld verhaal!  Ik heb er minstens een uur op zitten puzzelen. Ik geef het toch, want er is tot nu toe onverantwoord weinig informatie over dit onderwerp gegeven. Ik weet overigens niet of het verhaal op de natte vinger van ECN berust of op bestuurlijk vastgestelde uitgangspunten. Ik denk het eerste.

Het verhaal heeft drie hoofdmoten: het aantal woningen, de besparing per woning, en de extra eisen die die besparing stelt.
–  Het aantal. In de NEV worden 100.000 NodM-huizen opgevoerd als nationale maatregel. Brabant is 14,4% van Nederland, dus heeft Brabant er 14400 van het Rijk ‘te goed’. Het is me niet duidelijk of dat financieel al afgedekt is.
Brabant wil in 2020 40000 huizen NodM maken. Het verschil met die 14400 wordt opgevoerd als “Brabantse plus”. ECN rekent dus met 25600 woningen.
–  ECN gaat er van uit dat de gemiddelde woning label B is (realistisch?). Die verbruiken elk gemiddeld 14991kWh warmte uit gas (1686m3 – realistisch?).
Als de woning NodM wordt, verbruikt hij in het model van ECN nog 8510kWh. Dat is een besparing van 14991-8510 = 6481kWh = 23,3GJ. Dit bij 25600 huizen –> 0,59PJ besparing.
Die 8510kWh wordt toegevoerd met een warmtepomp met een COP van 2,6. Dat kost 8510/2,6 = 3273kWh aan stroom. Het verschil 8510-3273 = 5237kWh = 18,8GJ wordt opgevoerd als besparing per woning. Over 25600 woningen –> 0,48PJ besparing.
–  Die 3273 kWh stroom moet ergens vandaan komen. Bij NodM-huizen betekent dat extra opwekking door zonnepanelen, over 25600 huizen –> 0,30PJ extra opwekkingstaak .
Bovendien gebruiken de bewoners ook stroom voor het leven van alledag, bij ECN 3000kWh (het huidige gemiddelde). Over 25600 huizen –> 0,28PJ vervangende opwekkingstaak .
ECN gaat ervan uit dat deze 0,58PJ (=0,30+0,28) er inderdaad komt, en boekt het resultaat in als provinciale plus aan duurzame opwekking, zonder die overigens op blz 9, als bolletje 7 te noemen.
Dat betekent 22,6GJ per woning. Bij de huidige standaardpanelen betekent dat 29m2, dus 20 panelen per dak. Kan alleen als een deel van die panelen in de wei komt te staan.

Het zou verstandig zijn om de NodM-operatie eens een keer goed in PS door te praten.

Besparingen anders dan woningen
ECN denkt dat het (als provinciale plus) mogelijk moet zijn om 2,3PJ te besparen door een betere afstelling van utiliteitsgebouwen (overheid, diensten, handel).
Bij de industrie krijgt de provincie geen poot aan de grond, denkt ECN. Daar wordt geen extra besparing als provinciale plus geprogrammeerd.

Geothermie
Geothermie in Brabant is nu afwezig. ECN gaat (op gezag van de provincie) uit van geothermie t.b.v. de Helmondse stadsverwarming (die daartoe eerst wel fors opgekalefaterd moet worden) en van drie industriele projecten, elk goed voor 0,25PJ. Samen dus 1,0PJ opwekking als provinciale plus.

Verduurzaming warmtenet Amer en Eindhoven
ECN gaat ervan uit dat het Amer-warmtenet open blijft en voor de helft gevoed wordt uit biomassa-bijstook of geothermie, en dat Eindhoven geen extra verduurzaming krijgt. Dat resulteert in een totaal van 0,74PJ duurzame opwekking als provinciale plus, welk getal verder nauwe-
lijks gespecificeerd wordt. (1TJ = 0,001PJ, NEV = het autonome beleid inclusief maatregelen Energieakkoord)

(1TJ = 0,001PJ, NEV = het autonome beleid inclusief maatregelen Energieakkoord)

Biogas en mestvergisting
In het autonome beleid (zie tabel) zijn volgens ECN de categorieën rioolwater, covergisting, overige vergisting en groen gas (=idem na zuivering tot aardgaskwaliteit) samen goed voor 2,3PJ in 2015 en 3,6PJ in 2020.
ECN meent dat het (als provinciale plus) redelijk is als aanvullende
duurzame  0,2PJ
in te programmeren voor een GFT-vergister en 0,3PJ voor monovergisting van mest. Voor nog meer covergisting van mest ziet ECN geen ruimte bij gebrek aan voldoende covergistingsmateriaal.

Mestvergister
Mestvergister

Kleinschalige durzame warmte
ECN meent dat in de categorieën zonneboilers, biomassaketels en warmtepompen (anders dan in NodM-woningen) ongeveer 0,5PJ opwekking toegevoegd kan worden aan de ca 4PJ die al in het autonome beleid zit (mits de bijbehorende maatregelen inderdaad uitgevoerd worden).

Biomassa in de (meer grootschalige) industrie
Op basis van ervaringen bij bedrijven en clusters als Moerdijk, Cosun en Bavaria heeft het autonome beleid al ca 4PJ ingeboekt. ECN meent dat het redelijk is om als provinciale plus twee biomassaketels extra te programmeren, samen goed voor 1,6PJ opwekking.

Restwarmte in de industrie
Het theoretische potentieel aan 120⁰C-afvalwarmte in Brabant is ongeveer 12PJ. Tussen droom en daad zitten echter wetten in de weg en veel praktische bezwaren en uiteindelijk maakt ECN dit voor 2020 af op 2PJ.
Merkwaardig genoeg telt hergebruik van afvalwarmte in de landelijke wetgeving niet mee voor de duurzame taakstelling. ECN telt die 2PJ bij de besparing op.
kansen restwarmtebenutting Brabant

Al met al
Al met al meent ECN dat het op warmtegebied als provinciale plus boven op het landelijke beleid mogelijk moet zijn om
–  5,4PJ te besparen (1,1 NodM, 2,3 utiliteitsbouw, 2,0 restwarmte industrie)
–  4,9PJ duurzaam op te wekken (0,74 verduurzaming warmtenetten excl Helmond, 1,0 geothermie incl Helmond, 0,5 biogas, 0,5 kleinschalige warmteprojecten, 1,6 twee nieuwe biomassaketels industrie, 0,58PJ extra PV-opwekking tbv NodM)