Werkgeversvoorman Eric van Schagen verwacht minder vliegen

Eric van Schagen is topman van het Veldhovense ICT-bedrijf Simac (een typisch Brainportbedrijf) en voorzitter van de werkgeversorganistie VNO-NCW in Noord-Brabant en Zeeland (zeg maar van alles wat 25 man of meer in dienst heeft).
In een interview over drie pagina’s in het Eindhovens Dagblad van 30 mei 2020 geeft hij een brede beschouwing over de Coronacrisis en hoe het verder moet met de wereld. Het is een lezenswaardig verhaal. Het staat op www.ed.nl/eindhoven/afkicken-van-onze-verslavingen-wat-we-moeten-leren-van-de-coronacrisis~a62f0fc8/ (als u er aan kunt, want het is premium).

Eric van Schagen, CEO Simac (Veldhoven)

Voor een actiegroep als het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), waarvan ik secretaris ben, is dat deel van het verhaal relevant dat over het vliegen gaat. Hieronder de drie alinea’s waarin dat aan de orde komt.

Corona heeft bij u blijkbaar de alarmbellen doen rinkelen. Wat moet er veranderen?
,,Veel bedrijven moeten op een andere manier waarde gaan creëren, zich op andere sectoren concentreren. Zorg, voeding, duurzaamheid, sociale sectoren hebben veel minder last van de coronacrisis dan andere vluchtige sectoren. Van heel veel zaken kun je je afvragen of die moeten blijven zoals ze waren. Neem de luchtvaart: die moeten nadenken of ze gewoon blijven vliegen. Stappen we straks nog in de auto naar het werk nu we uitstekend blijken te functioneren met videobellen? De werkgelegenheid gaat structureel veranderen. Veel mensen die nu in sectoren zoals de luchtvaart, toerisme en automotive werken zullen de omschakeling moeten maken naar duurzaamheid of zorg.”

Zelf deed hij het ook, met de auto rijden naar een afspraak op de vestiging in pakweg Oosterhout. Kostte alles bij elkaar gauw een uur of drie. Hij pakte regelmatig het vliegtuig om ergens in de wereld een opera te bezoeken en vloog daarnaast vier keer per jaar naar Praag voor besprekingen op zijn bedrijf, zonder zich daarbij te realiseren voor hoeveel vliegkilometers je als bedrijf dan verantwoordelijk bent. Eens in de drie weken een videobel-gesprek met Praag levert een beter contact op, heeft de coronacrisis hem geleerd. 

Van Schagen heeft de opgave van de leasemaatschappij voor het wagenpark van Simac voor de maand april in zijn geheugen gegrift. ,,We hebben 600.000 kilometer minder gereden, in Nederland alleen al. Daarmee hebben we 10.000 uren bespaard, en 70.000 euro aan brandstofkosten. Kijk wat dat scheelt aan CO2-uitstoot.” Simac is al bezig om reistijden voor medewerkers te bekorten door op verschillende locaties kleine kantoren te huren. Het zijn eerste voorbeelden van structurele veranderingen die zichtbaar zullen worden, denkt de ondernemer.

Door Corona is het vliegverkeer op Eindhoven Airport dramatisch ingezakt.
De regering gaat er in de recente Luchtvaartnota van uit dat Corona op de lange termijn niet meer dan een dip is, en dat de luchtvaart vroeg of laat terugkeert naar Business as Usual. Mogelijk is de wens bij deze VVD-minister de vader van de gedachte.

In diezelfde Luchtvaartnota zegt de minister ook, dat regionale luchthavens er op de eerste plaats zijn voor hun eigen regio. (In hoeverre ze dat meent, is een tweede.)
Nu geeft de voorzitter van de VNO-NCW in Brabant en Zeeland (welke provincies het grootste deel van het voedingsgebied van Eindhoven Airport bedekken) expliciet aan dat de luchtvaart moet gaan nadenken of ze gewoon blijven vliegen, dat eens in de drie weken een videogesprek met Praag een beter contact oplevert dan vier keer per jaar op en neer, en dat je met kleine kantoortjes op verschillende locaties beter af bent.

Als Eindhoven Airport het vliegveld van de Brainportregio wil zijn, en als een belangrijk man met een voorbeeldfunctie als Van Schagen expliciet aangeeft minder vaak te willen vliegen, zou men in het kantoor op de Luchthavenweg, en ten burele van de aandeelhouders Schiphol, de gemeente Eindhoven en provincie kunnen gaan nadenken over een beperkter bedrijfsmodel van het vliegveld.

Immers, ook aan het toerisme heeft onze regio geen snars. Ruim 90%  is uitgaand toerisme waar de regionale horeca alleen maar verlies door ondervindt. En het inkomend toerisme reist per omgaande door naar Amsterdam, waar ze al tot hun nek toe in de toeristen zitten.

Misschien is 30.000 vliegbewegingen per jaar als eindsituatie helemaal zo’n gek getal nog niet.

Kantoor van Simac (Veldhoven)

Voorkom overbodig vliegverkeer bij herstel van Schiphol

De Werkgroep Toekomst Luchtvaart (WTL) en de Bewoners Omgeving Schiphol (BOS) hebben een grondige analyse uitgevoerd van waar nu eigenlijk de onmisbare economische functie zit. Ze hebben alle 327 bestemmingen bekeken en langs het criterium gelegd hoeveek miljoen Euro’s handel bij elke bestemming hoort. Bij 30% van de bestemmingen bljkt er nauwelijks of geen handel te zijn. Het gaat om overstapbestemmingen (waar Nederland dus zelf niets aan heeft) of goedkoop massatoerisme.
Zo rekenend komen de WTL en BOS tot de opvatting dat inclusief een aantal ‘normale’ toeristische vluchten en inclusief een aantal vrachtvluchten op Schiphol toe zou kunnen met 385.000 vliegbewegingen, in plaats van de 500.000 van vóór Corona.
Hieronder een persbericht van de twee organisaties, met op het eind een link naar het uitgebreide rapport en een samenvatting ervan.

Het zou nuttig zijn om een dergelijke exercitie ook op Eindhoven Airport uit te voeren. We zullen er als BVM2 eens over nadenken.

Schiphol


PERSBERICHT

Hoofddorp – 14 mei 2020. De gecontroleerde groei van Schiphol na de coronacrisis wordt door de luchtvaartsector voorgesteld als groen en goed voor hinderbeperking, maar brengt Nederland geleidelijk toch weer terug naar de enorme vlieghinder en CO2-uitstoot bij 500.000 vliegtuigbewegingen. En daarna nog meer. Terwijl dit absoluut niet nodig is voor de samenleving. De Werkgroep Toekomst Luchtvaart (WTL) en de Bewoners Omgeving Schiphol pleiten voor een lager plafond op Schiphol met echt noodzakelijke vluchten, zonder de 115.000 vluchten die voor Nederland aantoonbaar geen toegevoegde waarde hebben en dus overbodig zijn. Dat biedt veel betere kansen voor duurzaamheid en hinderbeperking. Zij roepen kabinet en Tweede Kamer op in het corona-herstelplan een nieuw plafond van 385.000 vliegtuigbewegingen vast te leggen en te bepalen dat overbodige vluchten niet meer op Schiphol mogen terugkomen.

Niet noodzakelijk: 115.000 vluchten

De WTL heeft alle 327 bestemmingen in het te herstellen Schiphol-netwerk onderworpen aan de vraag of ze wel of niet noodzakelijk zijn. Het kabinet ziet de luchtvaart als noodzakelijk middel voor mondiale bereikbaarheid van internationaal handelende organisaties. Die noodzaak blijkt uit de miljoenen euro’s handel per bestemming. Conclusie: met 30% van de bestemmingsregio’s wordt geen of zeer weinig handel gedreven. Ze worden door overstappers gebruikt en zijn dus niet noodzakelijk. Ook leveren goedkope vluchten met bovenmatig Europees massatoerisme Nederland ook weinig op (behalve hinder in Amsterdam) en zijn dus evenmin noodzakelijk.  Per saldo blijken maar liefst 115.000 vluchten overbodig te zijn voor de Nederlandse economie en samenleving.

Een lager plafond voor echt noodzakelijke vluchten

Het nieuwe plafond waar Schiphol naar toe kan groeien zou zonder enige economische en maatschappelijke schade vastgesteld kunnen worden op 385.000 vliegtuigbewegingen. Namelijk 330.000 vluchten in een robuust netwerk ten behoeve van zowel zakelijke als toeristische passagiers van de thuismarkt, 40.000 maatschappelijk nuttige vakantievluchten naar de Middellandse Zee en 15.000 vrachtvluchten zonder passagiers.

Minder hinder en CO2

Dit selectieve herstel is niet alleen goed voor het internationaal concurrerende Nederland, maar biedt vanwege het beperkte vliegverkeer ook mooie kansen om nu de geluidhinder echt te verkleinen met onder andere volledige nachtsluiting. De CO2-uitstoot kan in 2030 tot de helft teruggebracht zijn van die in 2019. Dat is volgens het akkoord van Parijs pas echt groen.  Schiphol komt dan ook in aanmerking voor een natuurvergunning die past bij de landelijke stikstofaanpak. Bovendien zijn geen dure investeringen nodig om de kritieke veiligheid op Schiphol onder controle te houden.

De samenvatting van het onderzoek, en daarna het volledige onderzoek, is hieronder te vinden.

Over de steun aan de KLM

Er is veel te doen geweest over de steun van de regering aan de KLM, en ongetwijfeld was dit niet het laatste woord. Een kort overzicht in vragen en antwoorden vanuit het perspectief van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), waarvan ik secretaris ben. Dit artikel is overgenomen van de BVM2-site.

Moest/moet de KLM überhaupt gesteund worden en zo ja, hoe zit het met Air France?
Niet iedereen vindt staatssteun vanzelfsprekend.

Follow the Money toont aan dat een groot deel van de steun aan de KLM doorgeschoven wordt naar maatschappijen die vliegtuigen aan KLM-Air France leasen en die gevestigd zijn in het belastingparadijs Ierland, en naar oliehandelaren waar het consortium opties en futures heeft uitstaan die gebaseerd zijn op een veel hogere olieprijs dan die nu bestaat.

Consultant Van Ravels wil van de holding af via een faillissement, en dan de relatie op een meer afstandelijke basis van samenwerking weer opbouwen. Bij het ontstaan van Air France-KLM holding in 2003 kon de KLM zo’n lossere en meer gelijkwaardige relatie niet afdwingen, omdat de KLM (toen ook al) nagenoeg failliet was. Air France was toen de enige helpende hand die voortgezet gebruik van de naam ‘KLM’ toestond.
Andere opiniemakers pleiten juist voor een veel verdergaande samenwerking.

Het blijft een hybride verhaal: een kapitalistisch bedrijf als er verdiend wordt, en een socialistisch bedrijf als de Staat weer eens bij moet springen. En aangezien de luchtvaart in een permanente race tot the bottom verkeert, staat het financiele infuus permanent klaar.
Het nationalistische gevoel giert door de keel . Maar Kopenhagen, Brussel en Wenen beschikken niet meer over een grote home carrier en daar zijn geen rampen gebeurd.

Ook superinvesteerder Warren Buffett laat de luchtvaart vallen. Hij investeert niet in bedrijven die zijn geld in no time opbranden en de wereld is door Corona veranderd (zie Warren Buffett doet al zijn luchtvaartaandelen van de hand ).

Warren Buffett tijdens de virtuele jaarvergadering van Berkshire Hathaway op 02 mei 2020

Specifiek op Eindhoven Airport vliegt alleen KLM-dochter Transavia. Waar het macroverhaal van de KLM voor de toekomst onzeker is, is het microverhaal van Transavia binnen het macroverhaal dat nog eens te meer.
Zo ook hoe de toekomstige onderlinge verhouding tussen Transavia en de andere low cost-carriers als Wizzair en Ryanair zal zijn.

BVM2 probeert te volgen wat er allemaal gezegd en gedaan wordt, maar doet als organisatie geen uitspraak over het principe van staatssteun aan de KLM als zodanig.

Indien steun, op welke positie binnen het grotere transport-geheel moet je dan mikken?
De Werkgroep Toekomst Luchtvaart (WTL), waarmee BVM2 in de landelijke koepel LBBL zit, heeft voor Schiphol het “Internationaal Openbaar Vervoer – plan” ontwikkeld (zie Maak Schiphol en KLM sterker met slim internationaal vervoer ). De kern van de gedachte is dat we af moeten van de goedkope vakantievluchten, en dat de overstap (“hub-“) functie van Schiphol sterk in belang moet afnemen tot uiteindelijk Schiphol, bij een veel lager aantal vliegbewegingen (ca 400.000), vooral de Nederlandse markt bedient. De WTL rekent voor dat het internationale netwerk, voor zover dat een nationaal economisch belang heeft, grotendeels kan blijven bestaan.
Net als het gangbare openbaar vervoer verzorgen dan Schiphol en de KLM de Nederlandse verplaatsingsbehoefte. Groei is niet, zoals tot nu toe altijd, een doel op zich.

Hoewel er grote verschillen bestaan tussen dochteronderneming Eindhoven Airport en moederonderneming Schiphol, moet ook Eindhoven Airport, sinds Van Geel, een functie krijgen die vooral ten behoeve van het economisch functioneren van de thuisregio Brainport is. Minstens op papier is dat in de regio erkend.
Ook in Eindhoven kan die functie bereikt worden met veel minder vliegbewegingen. Van Geel spreekt over een 30% kleinere geluidscontour van 35Ke. Gezien de consequenties van de huidige economische ravage is het niet te verwachten dat de luchtvaartmaatschappijen in de nabije toekomst op grote schaal nieuwere en stillere vliegtuigen krijgen, dus 30% minder geluid betekent in praktijk 30% minder vliegen. Overigens probeert men vanuit het ministerie wel om aan dat uitgangspunt te duwen en te trekken.

BVM2 houdt onverkort vast aan de 30% geluidsreductie.

Grondpersoneel lvan de KLM

Indien steun, onder welke klimaat- en milieuvoorwaarden?
Natuur & Milieu, Natuur en Milieufederatie Noord-Holland, Milieudefensie en Greenpeace vinden dat de impact van de luchtvaart op de planeet zo groot is, dat er nu ook direct afspraken met KLM moeten worden gemaakt om die impact te verlagen ( zie www.natuurenmilieu.nl/nieuwsberichten/milieuorganisaties-helpende-hand-aan-klm-kan-niet-zonder-voorwaarden/ ).
De stelling: KLM doet nu een flink beroep op steun van onze overheid. Dat terwijl de luchtvaartmaatschappij geen belasting betaalt over kerosine en ook geen BTW betaalt over vliegtickets. De luchtvaartsector valt ook al buiten het klimaatbeleid. Nu de overheid KLM en haar werknemers wil helpen in deze onzekere periode, is het tijd om concrete afspraken te maken met het luchtvaartbedrijf.
Niet alleen moet het vaststaan dat werknemers hun baan behouden, KLM moet voor minder lawaai en luchtvervuiling zorgen en haar CO2-uitstoot omlaag brengen. De luchtvaartmaatschappij kan hierna niet terugkeren naar het oude en moet onderzoeken hoe een nieuw pad in te slaan met minder vluchten. Het is aan de overheid om zo snel mogelijk beleid te maken dat ervoor zorgt dat de hele sector gaat verduurzamen. Zo voorkomen we dat de luchtvaartsector en onze maatschappij van de ene crisis in de andere crisis rolt
.”

Dit is nader uitgewerkt in een verklaring op www.natuurenmilieu.nl/nieuwsberichten/opinie-klm-krijgt-steun-maar-de-vraag-is-waarom-en-waarvoor/ . Een deel van deze tekst:
“Wat kan er vervolgens met KLM worden afgesproken? Naast goed werkgeverschap, en onthouding van dividend en bonussen betreft dat duurzaamheid. KLM moet een plan maken voor vlootvernieuwing, voor investeringen in duurzame kerosine, ze moet stoppen met verzet tegen eerlijk beprijzen en deze plannen gaan steunen, en afspraken maken over het uitfaseren van korte afstand-vluchten en over samenwerking met rail-bedrijven. Ook moet KLM in het kader van ‘fly responsibly’ haar frequent flyer programma afschaffen.

Dit is het uitgelezen moment om in Europa afspraken te maken over voorwaarden aan de luchtvaart voor steun, en over het verbinden van deze voorwaarden aan de Europese Green Deal en de klimaatdoelen. Overleg met Frankrijk over voorwaarden spreekt voor zich voor KLM-Air France, maar ook andere landen, waaronder Oostenrijk, lijken hier voor in. Door Europese richtlijnen te benoemen kunnen alle luchtvaartmaatschappijen op dezelfde wijze worden behandeld. Ook kan dit meteen worden verbonden aan investeringen in het Europese railnet, aan betere snelle railverbindingen en hoogwaardiger dienstverlening voor Europese treinreizigers.

Een reset van de luchtvaart is hard nodig: het huidige model is gebaseerd op continue groei om kosten te blijven drukken en dit is niet vol te houden. Daarnaast haalt dit alle ruimte weg voor verbeteringen voor het klimaat en de leefomgeving. Het kan ook, maar daar is wel politieke moed voor nodig: een omslag naar een kleinere luchtvaart die niet afhankelijk is van transfers, waar generieke normen gelden, normaal belasting wordt geïnd en een eerlijke prijs wordt berekend naar mate van vervuiling. Zowel vakbonden als NGO’s moeten hierbij worden betrokken. Nederland zou met Europese landen afspraken moeten maken: bilaterale verdragen over accijns, afstemming van netwerken en onderlinge verbondenheid met HSL en gezamenlijk investeren in oplossingen als schone brandstof.”

BVM2 steunt deze gedachte. Omdat het, vanwege het ontbreken van een directe relatie, niet voor de hand ligt dat BVM2 zich in de KLM-discussie mengt, geeft BVM2 deze steun vorm via onze koepel LBBL (Landelijk Burger Beraad Luchtvaart).

Ongetwijfeld gaan deze thema’s terugkomen in de discussies over de komende Luchtvaartnota.

Wat is er in de Tweede Kamer van terecht gekomen?
OP 7 mei heeft de Tweede Kamer zes uur over de steun aan de KLM gesproken. Dat resulteerde uiteindelijk in 19 moties, waarvan er tien zijn aangenomen (zie www.tweedekamer.nl/kamerstukken/stemmingsuitslagen/detail?id=2020P06375 ).

Grofweg kunnen de moties in drie groepen verdeeld worden: betreffende het personeel van de KLM (hoog en laag); betreffende de zeggenschap binnen de onderneming; en betreffende milieu en klimaat. Een korte behandeling met de nadruk op wat ook op Eindhoven Airport relevant is.

Wat betreft het personeel.
Er worden geen bonussen en dividenden betaald.
Over de flexcontracten en de laagste inkomens:  overwegende dat doel van de steun aan Air France-KLM behoud van werkgelegenheid is; overwegende dat de eerste besluiten van de top ertoe leidden dat de ellende van de coronacrisis juist op de medewerkers met flexcontracten en de laagste inkomens werd afgewenteld; verzoekt het kabinet, als voorwaarde te stellen aan steunverlening dat de werknemers met de meest kwetsbare contracten en laagste inkomens zo veel mogelijk worden ontzien …. Nijboer (PvdA),  Alkaya (SP), Snels (GrL), Van Raan (PvdD)
De eis van een ‘goed sociaal plan richting andere sectoren’ (PvdD) en de geldigheid van de Wet Normering Topinkomens (SP, PvdD) haalden het niet.

Wat betreft de zeggenschap vond de Kamer unaniem dat leasemaatschappijen en oliehandelaren enz ook moesten meebetalen (GrL, PvdA, SP, PvdD), dat vergroting van de invloed binnen de holding bespreekbaar was maar volledige, tijdelijke, nationalisatie niet.

Milieu en klimaat leidden tot wisselende signalen.

Enerzijds werd er een blokkerende motie aangenomen van CDA en VVD aangenomen: “verzoekt de regering zich … te laten leiden door het belang van een sterke, concurrerende KLM en de werkgelegenheid die daarbij past;  … en tevens aanvullende voorwaarden alleen op te nemen als die passen in dit doel en geen afbreuk doen aan het toekomstige verdienvermogen van het bedrijf”.

Anderzijds werden voor klimaat en milieu gunstige moties aangenomen als die niet meteen iets concreets eisten zoals

  • een motie van D66 en de SGP om een en ander in Europees verband onder te brengen “constaterende dat de luchtvaartsector op een internationaal niveau opereert in een vrije Europese markt; constaterende dat de luchtvaartsector buiten het Klimaatakkoord is gebleven en een groot deel van de uitstootrechten onder het emissiehandelssysteem van de EU (ETS) gratis krijgt toebedeeld; van mening dat de huidige toestand in de luchtvaartsector en de maatregelen die worden genomen om deze toestand te verzachten, zoals het bieden van staatssteun en opschorting van (slot)regels kansen bieden om de luchtvaartsector blijvend te vergroenen; overwegende dat de Kamer zich eerder heeft uitgesproken voor invoering van accijns op kerosine en ingroei naar een bijmengverplichting van alternatieve schonere brandstoffen; verzoekt de regering, zich Europees in te zetten voor een groene heropbouw van de sector door onder andere de toekenning van gratis EU ETS-rechten op te schorten en de Europese slotverordening te herzien zodat duurzaamheid een criterium voor slotallocatie kan worden ….
  • een motie van D66 “verzoekt de regering, als voorwaarde voor steun te streven naar afspraken op het gebied van duurzaamheid, waaronder een rapportageplicht voor CO2-emissies, reductie van emissies voor korteafstandsvluchten die vervangbaar zijn door verbindingen per trein, het realiseren van een biokerosinefabriek in Groningen en concrete doelen voor bijmenging van schone brandstoffen …
  • Een motie van 50+ en de PvdD haalde zowaar met 77 stemmen net een meerderheid:
    “constaterende dat vanwege het luchtvaartverdrag uit 1944 geen belasting wordt geheven op vliegtuigbrandstof; overwegende dat, mede vanwege de internationale klimaatdoelstellingen, het belasten van vliegtuigbrandstof van belang is; overwegende dat het herstarten van het vliegverkeer na de coronacrisis een ultiem moment is om het luchtvaartverdrag uit 1944 te wijzigen of een nieuw verdrag af te sluiten met het doel internationale afspraken te maken over het belasten van vliegtuigbrandstof; verzoekt de regering, het wijzigen van het huidige luchtvaartverdrag of het afsluiten van een nieuw verdrag internationaal te agenderen, …”

Maar een motie van GrL, die om afrekenbare klimaatdoelen vroeg, en van de PvdDieren dat om “een bindend CO2-budget vast te stellen voor de luchtvaartsector dat naar rato past binnen de doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C” haalden het niet.

Overigens kreeg Air France door de Franse regering wel tastbare, strengere milieu- en klimaatdoelen opgelegd. Binnenlandse vluchten van minder dan 2,5 uur mogen alleen nog als er een hubfunctie aan vast zit (en anders de TGV). De CO2-uitstoot vanAir France moest in 2030 al gehalveerd zijn, en daar komt nu bij dat dat voor de binnenlandse vluchten al in 2024 moet.
De Franse regering eist een versnelde modernisering van de luchtvloot en 2% van de brandstof moet in 2025 uit biobrandstof bestaan.

Opstijgend vliegtuig aan de ZW-kant van vliegveld Eindhoven

BVM2 schaart zich achter de motie die flexwerkers en lage inkomens wil beschermen, voor zover dit op Eindhoven Airport van toepassing is.
Over de financiele en zeggenschapsverhoudingen binnen de KLM neemt BVM2 geen formeel standpunt in omdat BVM2 geen directe relatie met de KLM heeft.
BVM2 stemt in met de moties die een verbetering van milieu en klimaat bepleiten, ook met die welke het niet gehaald hebben. De strekking van deze moties reikt immers verder dan de KLM, en is ook relevant voor het Eindhovense vliegveld.

Warren Buffett doet al zijn luchtvaartaandelen van de hand

Warren Buffett tijdens de virtuele jaarvergadering van Berkshire Hathaway op 2 mei 2020

De Amerikaanse miljardair Warren Buffett is zo succesvol geweest met zijn investeringen, dat het dat de bijnaam “Het orakel van Omaha” heeft bezorgd. De jaarvergadering van zijn financiële instrument Berkshire Hathaway trekt investeerders zoals de Sint Pieter pelgrims.

Tijdens de virtuele en per live-stream uitgezonden jaarvergadering van 02 mei 2020 kondigde Buffett aan, dat hij zijn aandelen in de vier grote VS-luchtvaartmaatschappijen met fors verlies van de hand gedaan had. Yahoo Finance, dat de live-stream verzorgde, beweerde dat het om ongeveer 4 miljard dollar ging.

Hij gaf niet anderen de schuld, maar erkende dat het verlies zijn eigen schuld was. “Men moet zijn vergissingen erkennen”.

Zijn algemene uitspraak was “We stoppen geen geld in bedrijven waarvan we denken dat ze alle kapitaal binnen de kortste tijd zullen opbranden”. Verbijzonderd voor de luchtvaart zei hij “We hebben ons geld uit de luchtvaart weggehaald met aanzienlijke verliezen. Voor de luchtvaartmaatschappijen – misschien vergis ik me en dat hoop ik – is de business fundamenteel veranderd. Hun toekomst is veel minder helder voor mij”.

Buffett ging verder met de uitspraak dat hij niet wist wat de consumenten gingen doen als de COVID-19 epidemie was gaan liggen, maar dat elke daling in het vliegverkeer de luchtvaartmaatschappijen opzadelt met meer vaste lasten dan bij hun positie past.

De onzekerheid zal doorschuiven naar vliegtuigfabrikanten als Boeing en Airbus. Geen mens weet hoeveel nieuwe vliegtuigen er in de toekomst nodig zullen zijn.

Zie www.theguardian.com/world/2020/may/03/warren-buffett-dumps-us-airline-stocks-saying-world-has-changed-after-covid-19 en hieronder.

Het gestolen licht

De documentaire van Peter Bosman
Peter Bosman had een documentaire gemaakt over de schade (nauwkeurig gezegd één van de schadevormen) die het vliegen veroorzaakt. Die was bedoeld voor documentairefestivals, maar die gingen vanwege Corona niet door.
De documentaire gaat over strepen (contrails) en de daaruit voortkomende (induced-)cirrusbewolking. Door corona wordt er zeer veel minder gevlogen en dat zie inderdaad in de lucht.
Daarom heeft Bosman besloten om de documentaire kosteloos online te zetten. De nederlandstalige versie is te vinden op https://youtu.be/RAFZU-beDa0 . De afbeeldingen hierna zijn stills uit de documentaire.

Contrails zijn wel eens aanleiding voor wilde complotverhalen over duistere Illuminati die allerlei enge dingen met de mensheid zouden willlen, maar daar gaat deze documentaire niet over. Die bevat goede natuurkunde en scheikunde en laat relevante deskundigen aan het woord, waaronder Paul Peeters en weerman Reinier van den Berg.

Het KNMI houdt de boot af over contrails en cirrus. Het kent alleen ‘hoge sluierbewolking’ zonder een oorzaak te benoemen. Men zou dit een versluierend taalgebruik kunnen noemen.

De hemel tijdens en na de Eyjafjallajökull-uitbarsting

Contrails ontstaan bij specifieke combinaties van druk, temperatuur en relatieve luchtvochtigheid. Dit wordt beschreven in het Schmidt-Appleman criterium uit 1940. Militairen kennen dit criterium uiteraard en kunnen, als ze niet vanaf de grond gezien willen worden, proberen om, onder of over gebieden heen te vliegen waar die strepen kunnen ontstaan.


Het Schmidt-Applemancriterium

In de documentaire komt ook Vincent Dekker aan te woord, die wetenschapsjournalist was bij trouw en die zeer gedreven net zijn zonnepanelen bezig is. Het viel hem op dat als er veel strepen in de lucht zijn, hem dat wel een kwart kon schelen in de opbrengst van zijn zonnepanelen. Op 15 februari 2020 kwam hij zonder contrails aan 6,78kWh en bij hetzelfde weertype, op 16 februari, op 5,12kWh.
10% verlies op een kwaaie dag is een gangbaar getal.
Over alle PV-panelen in Nederland kan dat per dag oplopen tot €600.000 waarde van verminderde opbrengst.

Nu is dat een piek-effect. Gemiddeld is het uiteraard minder. Een geïnterviewde Oostenrijkse professor heeft er onderzoek naar gedaan en noemt een jaargemiddeld lichtverlies van 0,5 tot 1% verlies reëel, en daarmee tot 0,5 tot 1% gewasopbrengst, wat resulteert in €2500 tot €5000 per bedrijf per jaar.
Volgens Harald van der Meulen van Wageningen tikt dat over heel Europa aan tot ruwweg € 1 miljard per jaar opbrengstderving in de landbouw.

Klimaateffecten van contrails en induced cirrus
Bosman spreekt in zijn documentaire in het voorbijgaan over een opwarmend effect van contrails en cirrus, maar legt dat niet echt uit omdat het hoofdthema over verlies van zichtbaar licht op de grond gaat.

Hierna een toevoeging door mijzelf .
Het weerkaatsen van zichtbaar licht door contrails en cirrus (dus overdag) heeft op zich een koelend effect op de aarde. Toch is het netto effect van contrails en cirrus opwarmend, omdat ook de uitgaande infraroodstraling (IR) weerkaatst wordt (en dat gebeurt overdag en ’s nachts). Niet voor niets vriest het ’s winters het hardst in heldere nachten: de IR-straling vliegt ongehinderd door wolken de ruimte in.

Alle effecten samen leiden tot een specifiek klimaatpatroon. Dat o.a.uitgelegd staat in IMPACT OF AVIATION ON CLIMATE (Brasseur, 2016), waaruit de volgende afbeeldingen afkomstig zijn.  

(RF is een wetenschappelijke afkorting die in praktijk ongeveer evenredig is met een temperatuurverandering
NH = Northern Hemisphere, BC – Black Carbon (roet) – bedoeld wordt het directe effect, LC = Linear Contrail)

Ook vanuit klimaatperspectief is het van belang om contrails en cirrus mee te nemen.

Zweden denkt aan nachttrein tussen Malmö en Brussel (update dd 24 juli 2020)

Lange afstands-treinen (bij voorkeur HSL) worden genoemd als alternatief voor het vliegen op de korte en de middellange afstand. Af en toe zijn er ontwikkelingen op dit gebied. Zo is in januari 2020 er weer een nachttrein van Brussel naar Wenen gaan rijden, de Nightjet van de ÖBB.
Zweden overweegt nu ook een internationale lange afstandstrein van Malmö naar Brussel. Zie hieronder.

STOCKHOLM – België krijgt uiterlijk in augustus 2022 een directe nachttreinverbinding met Zweden, zo heeft de Zweedse regering besloten. De trein gaat tussen Malmö en Brussel rijden en doet daar acht uur over. Het is nog onduidelijk wat het exacte traject wordt.

Update dd 24 juli 2020, Zakennieuws:

STOCKHOLM – België krijgt uiterlijk in augustus 2022 een directe nachttrein-verbinding met Zweden, zo heeft de Zweedse regering besloten. De trein gaat tussen Malmö en Brussel rijden en doet daar acht uur over. Het is nog onduidelijk wat het exacte traject wordt.
Naast Malmö-Brussel komt er ook een nachttrein tussen Stockholm en Hamburg. De Zweedse regering hoopt dat er zo een aantrekkelijk en milieuvriendelijk alternatief voor het vliegtuig ontstaat. Daarom wordt er bijna 40 miljoen euro subsidie voor uitgetrokken (400 miljoen kronen).

Het persbericht van de Zweedse regering is te vinden op https://www.government.se/press-releases/2020/07/night-trains-to-europe-will-now-be-procured/ .


De Standaard 30 april 2020 door Belga, red

De Zweedse regering wil meer nachttreinen in Europa. Een eerste project zou een verbinding tussen Malmö en Brussel kunnen zijn, zegt het Zweedse verkeersagentschap in een studie. Er zijn wel nog obstakels.

Zweden is het land van klimaatactiviste Greta Thunberg en van ‘flygskam’ of vliegschaamte. De linkse regering liet onderzoeken of meer nachttreinen vanuit het land mogelijk zijn. Dat onderzoek is nu klaar en het verkeersagentschap ziet een trein tussen Malmö via Keulen naar Brussel als een goede start.

Zo’n treindienst zou wel maar ten vroegste in 2023 volledig van start kunnen gaan, en er liggen nog heel wat obstakels op het spoor. Zo zouden akkoorden moeten worden gesloten met de landen waar de trein door rijdt. In Duitsland dreigen alvast problemen.

De Nightnet Brussel-Wenen

Bovendien kan de verbinding bij de start niet winstgevend zijn. De studie heeft het over een geschat verlies van 50 miljoen kronen (4,7 miljoen euro) per jaar.

Toch wil minister van Infrastructuur Tomas Eneroth er verder werk van maken, zegt hij aan het Zweedse nieuwsagentschap TT. De minister denkt immers niet dat de overheid voor altijd zal moeten blijven instaan voor het treinverkeer. Hij verwacht dat er ook commerciële spelers met nachttreinen zullen starten.

Begin dit jaar werd ook een nachttrein tussen Brussel en Wenen gelanceerd, met stops in onder meer de Duitse steden München, Nürnberg en Passau, en in Oostenrijk in Innsbruck, Linz en Wenen. Met succes, want de Österreichische Bundesbahnen (ÖBB) zei na enkele weken al dat er gekeken werd om de frequentie van de Nightjet op te trekken. Dat was uiteraard voor de uitbraak van het nieuwe coronavirus.

Zie ook  https://weekend.knack.be/lifestyle/reizen/zweden-plant-nachttrein-naar-verschillende-europese-steden/article-news-1557019.

Het nightjet-netwerk van de ÖBB

‘Voorwaarden aan staatssteun luchtvaart’

Persbericht

AMSTERDAM, 6 APRIL 2020 – Bijna 100 burgerorganisaties in en buiten Europa roepen vandaag hun regeringen op om strikte voorwaarden te stellen aan de staatssteun voor luchtvaartbedrijven. In Nederland zijn dit onder meer Bewoners Omgeving Schiphol, SchipholWatch, Landelijk Burgerberaad Luchtvaart en Werkgroep Toekomst Luchtvaart.

De vliegindustrie kampt plots met een diepe crisis als gevolg van de corona-pandemie.

Met het motto ‘Save people, not planes’ roepen zij overheden op de medewerkers in deze branche ruimhartig te ondersteunen, maar eisen te stellen aan de directies en aandeelhouders van luchtvaartbedrijven op het gebied van woonomgeving, klimaat en milieu.

Bied ook opleidingen aan
In ons land worden medewerkers al financieel opgevangen door de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid. Die opvang dient te worden uitgebreid met het aanbieden van opleidingstrajecten zodat deze medewerkers zich kunnen voorbereiden op een baan in duurzame sectoren als de energietransitie, het onderwijs of de zorg.

De luchtvaartbedrijven mogen niet zonder voorwaarden worden ondersteund met geld van de belastingbetaler. Zij dienen in ruil voor steun onverkort bij te dragen aan de wereldwijde klimaatdoelstellingen, zoals het beperken van de opwarming van de aarde met maximaal anderhalve graad.

Minder vliegen enige optie
Dit betekent onverwijld vermindering van het vliegverkeer. Immers zijn op dit moment geen haalbare alternatieven voorhanden om de klimaatimpact van de luchtvaart te verminderen. Compensatie van CO2-uitstoot, de inzet van biobrandstof of elektrisch vliegen zijn geen van alle haalbare methoden om de uitstoot te verminderen.

De bewonersorganisaties eisen bovendien dat een einde wordt gemaakt aan de oneerlijke en onterechte belastingvrijstellingen van de luchtvaartindustrie. “Geen belasting betalen? Dan ook geen staatssteun!”

De luchtvaart geniet op dit moment vele belastingvrijstellingen, die het vliegen onnodig goedkoop maken en de sector belangrijke concurrentievoordelen bieden ten opzichte van duurzamere vormen van transport, zoals de trein.

Aan al deze vrijstellingen (brandstofaccijnzen, ticketbelasting, nultarief btw, CO2-belasting) moet een einde komen voordat sprake kan zijn van steun aan de vliegindustrie.

De open brief is verzonden naar de ministers van Financiën en Infrastructuur& Waterstaat en naar de leden van de Kamercommissies Financiën en Infrastructuur &Waterstaat.
De open brief is hier te lezen:

De originele versie van de open brief met vertalingen is door het netwerk Stay Grounded van 150 aangesloten organisaties in en buiten Europa gepubliceerd op deze website: https://stay-grounded.org/.

Uitstel Lelystad Airport – Corona en stikstof

Uitstel Lelystad Airport
Minister van Nieuwenhuizen van I&W liet op 31 maart 2020 weten, dat de opening van Lelystad Airport weer wordt uitgesteld, nu naar november 2021. De brief met een stikstofstudie als bijlage is te vinden op www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/03/31/besluitvorming-over-lelystad-airport .

De minister geeft in haar brief aan de Tweede Kamer een dubbele argumentatie.

Enerzijds zegt ze dat de luchtvaart nu zo druk bezig is met overleven – dat ze überhaupt nog kunnen vliegen – dat het hoofd op de korte termijn niet naar Lelystad Airport staat. De luchtvaart is een marginale sector die heel weinig reserves heeft en veel vaste lasten. Zie Luchtvaartsector als eerste aan het Corona-geldinfuus .
Het gebruikelijke kanongebulder van Schiphol en de KLM blijft deze keer uit.
Men kan moeilijk ontkennen dat de minister hier een punt heeft.

Vliegveld Lelystad

Anderzijds heeft de minister een fors probleem met stikstof, specifiek op Lelystad, maar ook algemeen op de andere luchthavens. De minister wil nog steeds dat Lelystad open gaat en schrijft over de oplosbaarheid van het stikstofprobleem in optimistische termen, maar dat kon wel eens tegenvallen. In elk geval geeft ze de aanleiding van de stikstofdiscussie, het advies van de Commissie MER, slechts weer voor zover dat over Lelystad gaat. Maar het advies gaat indirect ook over andere luchthavens.

Zie voor het vervolg ook Stikstofadvies Remkes bemoeilijkt groei luchtvaart – geen onmiddellijke consequenties voor Eindhoven .

Het stikstofadvies van de Commissie MER wb Lelystad
In zijn strijd tegen de opening van Lelystad Airport heeft de omwonendenorganisatie SATL (Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen), bij monde van Leon Adegeest, eigen berekeningen opgesteld over het effect van vlieg- en autobewegingen van en naar Lelystad Airport. SATL meent dat de berekeningen in de laatste Lelystad-MER (die van 2018) een te laag beeld geven. Specifiek noemde SATL drie punten van kritiek:

  • Er is alleen gerekend met emissies onder de 3000 voet (914m), de Landing and Take Off – fase (LTO)
  • De berekeningen waren ten onrechte niet uitgevoerd met de warmte-inhoud van de uitstromende gassen nul
  • Het deel van het wegennet rond de luchthaven, dat in de MER meegenomen was, was te klein.

SATL kreeg zoveel bijval, dat de minister de Commissie MER (een gerespecteerde, onafhankelijke commissie die normaliter kanttekeningen maakt bij Milieu Effect Rapporten) vroeg om terug te kijken op de stikstofberekeningen rond Lelystad, en om vooruit te kijken naar toekomstige stikstofberekeningen t.b.v. andere MER-ren betreffende de luchtvaart.

Wat betreft het eerste kritiekpunt krijgt SATL ongelijk. De Cie MER meent dat er inderdaad wel veel meer stikstof boven de 914m wordt uitgestoten dan eronder, maar dat de depositie binnen Nederland van boven de 914m hooguit 10% is van die onder de 914m. Bovendien moet voor een MER er een causaal verband aan te tonen zijn tussen een specifieke oorzaak en de depositie op een specifiek Natura2000 – gebied. Boven de LTO-fase bestaat hiervoor geen methode.
De stikstofoxiden van boven de LTO-fase komen vroeg of laat wel weer aan de grond, maar zijn inmiddels uitgedijd tot een ongedifferentieerde wolk waarmee geen specifieke oorzaak-gevolg relatie meer geconstrueerd kan worden.
De Cie-MER geeft hier de minister gelijk.

Wat betreft het tweede kritiekpunt.
Het ‘warmte-inhoud’ verhaal is nogal technisch. Een poging tot uitleg.
Het stikstofmodel Aerius maakt gebruik van een module OPS. Dit verspreidingsmodel is eigenlijk ontwikkeld voor stationaire bronnen (bijvoorbeeld een schoorsteen). Vaak komt er warme lucht uit die schoorsteen die, vanwege zijn temperatuur, opstijgt tot een grotere hoogte dan de schoorsteen (pluimstijging – tot de hoogte waarbij de pluim is afgekoeld tot de omgevingstemperatuur ter plekke). Hoe hoger die pluim komt, hoe verder hij wegwaait en hoe minder de nabije omgeving er van mee krijgt.
Een vliegtuig is zoiets als een horizontale schoorsteen die met grote snelheid beweegt. De straal beweegt naar achteren (en schuin omlaag bij het stijgen en dalen – vanwege de flappen). Bij een vliegend vliegtuig is er geen pluimstijging. Je kunt dit gegeven via een technische omweg in Aerius/OPS ingebouwd krijgen door in te vullen dat de warmteinhoud van de uitlaatgassen nul is – contra-intuïtief, maar het werkt wel. Het gevolg is dat de stikstofoxiden niet doorstijgen naar grotere hoogte, maar blijven hangen op vlieghoogte. Daardoor komen ze dichter bij de grond neer. De concentraties dichtbij het vliegveld nemen toe in vergelijking met gangbare schoorsteenachtige berekeningen, en ver weg relatief af.
Nu blijkt dit een merkwaardig rommeltje. TNO en RIVM adviseren om met een warmteinhoud nul te werken, maar dat staat nergens formeel voorgeschreven. De opsteller van een MER mag zelf kiezen wat hij doet en bij Lelystad koos men meestal, en in de MER 2018, voor een warmteinhoud van 43MW (een kenmerkende waarde voor een vliegtuigmotor).

Stikstofdepositie door Lelystad Airport, op de correcte wijze uitgerekend

In praktijk betekende dat bijvoorbeeld dat op de nabije Veluwe met warmte-inhoud nul 1,18 Mol N /ha*y terecht komt en met warmte-inhoud 43MW de eerder berekende 0,59 Mol N/ha*y. Toen de PAS nog gold, betekende de overschrijding van de waarde 1 dat er een vergunning ex de Wet Natuurbeheer (Wnb) nodig werd.
Hoewel de eigen berekeningen van SATL niet juist waren, legden ze de vinger op de juiste plek.

Wat betreft het derde kritiekpunt: de begrenzing van het wegennet.
Onomstreden is dat bij de effecten van een vliegveld ook de effecten van het wegverkeer van en naar het vliegveld moeten worden meegeteld. De vraag is alleen hoe dat moet.
De PAS gebruikt(e)  het criterium ‘opgaan in het heersend verkeersbeeld’. Als het verkeer met vliegveld er niet wezenlijk anders uitziet dan met vliegveld, telt het niet meer mee. Het studiegebied was hierbij de Flevopolder. Dit was het gebruikte criterium.
De Aeriushandleiding biedt veel ruimte tot interpretatie. SATL voerde aan (en krijgt daar van de Cie MER gelijk in) dat op sommige wegen buiten de Flevopolder het verkeer t.b.v. het vliegveld zodanig was, dat daardoor in eigen recht stikstofdeposities ontstonden in de Natura2000-gebieden Veluwe en Naardermeer van boven de 1 Mol N/ha*y – die dus zelf in de PAS weer vergunningplichtig waren.

Vliegveld Lelystad

Gevolgen van de inzichten van de Cie MER voor Lelystad Airport
De PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) is van kracht geweest van 1 juli 2015 tot 29 mei 2019. De MER2018 viel dus binnen de PAS-periode, de kritiek van SATL was van na de periode.

Als de PAS nu nog bestaan had, zou de kritiek van SATL geen praktische gevolgen gehad hebben. Lelystad Airport, en het verkeer van en naar, waren als ‘prioritair project’ gereserveerd en wel zo ruim, dat ook de hogere waardes waar de Commissie MER op uitkomt, er nog binnen gepast zouden hebben. De Cie MER zou dus de MER2018 niet afgekeurd hebben.

Nu de PAS niet meer bestaat, komt de uitbreiding van Lelystad Airport terecht in hetzelfde ‘uncharted territory’ als alle andere stikstofproducerende projecten van nu.
Overigens zegt de Europese wetgeving, waarvan de Nederlandse Natura2000-wetgeving afgeleid is, slechts dat de staat van deze gebieden niet achteruit mag gaan en dat er zicht moet blijven op vooruitgang. Stikstofdepositie is slechts één van de factoren die deze ‘staat’ bepalen. In theorie had men in de PAS een beheersplan kunnen maken om (bij wijze van spreken) elke drie jaar de hele Veluwe af te plaggen. Interessante vraag is wie dat zou moeten betalen.
Dat ‘uncharted territory’ bestaat voort, omdat onze regering (mede vanwege met tractoren opgesierde boerendreigementen) er alsmaar niet in slaagt een goed stikstofbeleid te maken. Daardoor heeft de nul-limiet op dit moment de kracht van wet gekregen als allesblokkeerder.

Feitelijk is een vliegveld verhoudingsgewijze een kleine bron van stikstofdepositie (ergens rond een procent of zo van alle stikstofdepositie), maar omdat er door het wanbeleid niets kan, is zelfs dat kleine beetje extra teveel.

Standaardisatie
De wijze waarop stikstofdepositie van vliegtuigen berekend moet worden, en ook hoe wegen rond vliegvelden daarin meegenomen worden, is dus niet gestandaardiseerd en dat leidt tot een rommeltje. In de tabel hieronder, met commentaar overgenomen uit het CieMER-rapport, geeft vijf uitkomsten aan voor dezelfde stikstofemissies in ton per jaar op Lelystad Airport.
De rare uitschieter in 2014 krijg je,als je met Boeings 737 gaat vliegen alsof het sportvliegtuigjes zijn. Zelfs dan is het nog moeilijk te snappen.

De Cie MER vindt dat eraan elke berekenigswijze wel iets niet deugt en heeft er zelf een controleberekening tegen aan gegooid. Die komt, alleen voor vliegtuigen, uit op 416 ton per jaar. Gegeven de onzekerheden in dit soort berekeningen past dit goed bij de laatste kolom (die incl. verkeer is).

Tekstvak:

Dat de minister de wens heeft om vooruitblikkend tot standaardisatie van de stikstofberekeningen rond luchthavens te komen, valt te begrijpen. De Cie MER doet hiertoe een aanbeveling (in paragraaf 4.2), die in lijn ligt met het antwoord van de Cie MER op de kritiek van SATL.

Gevolgen van de inzichten van de Cie MER voor Eindhoven Airport
Het advies van de Cie MER bevat passages, die een wijdere strekking hebben dan alleen Lelystad. Naast de voorgestelde standaardisatie betreft dat ook het ontbreken van een vergunning ex de Wet Natuurbeheer (Wnb) bij alle grote Nederlandse vliegvelden – dus ook bij Eindhoven Airport.

De Cie MER neemt in zijn paragraaf 4.4 over de ‘referentie-situatie’ hier dezelfde positie in als Johan Vollenbroek in zijn handhavingsverzoek aan de minister. Voor projecten die gerealiseerd of gewijzigd zijn na de Europese referentiedata, en die nu nog geen Wnb-vergunning hebben, geldt wat ten tijde van die referentiedatum vergund was.
De referentiedatum voor de Habitatrichtlijn is (in principe) 07 december 2004 en voor de Vogelrichtlijn (in principe) 10 juni 1994. In 2004 ging het om 13488 feitelijke civiele vliegbewegingen binnen een vergunde ruimte van 18000 vliegbewegingen.

Als er na die data regelgeving gepasseerd is die tot lagere vergunde emissies leidde, tellen die lagere emissies.
In 2009 beperkte de Raad van State de geluidszones tot die van 2007 met een opslag van 12,5% voor het civiele verkeer en ook een opslag voor het militaire verkeer. In 2007 ging het om 16774 feitelijke vliegbewegingen binnen een toegestane 18000.  
Onduidelijk is in welke mate een aanwijzing, die gebaseerd is op de geluidszones, ook gevolgen heeft voor de vergunde emissies – waarschijnlijk bleef het die, horend bij 18000 vliegbewegingen.

De grote groei van Eindhoven Airport begon pas na de Alderstafel in 2010 en werd uiteindelijk neergelegd in een MER dd juni 2013 als onderdeel van een Luchthavenbesluit dat in 2014 van kracht werd. Voor deze MER was de uitspraak van de Raad van State 2009 de referentie ten opzichte waarvan de groei werd bepaald.


In de MER staan berekeningen over de stikstofdepositie. Men moet bovenstaande twee tabellen als volgt lezen:
In de referentiesituatie (zijnde de aanwijzing van de Raad van State dd 2009) zouden ongeveer 18000 vliegbewegingen en de bijbehorende autobewegingen  op het Grootmeer in Kempenland-West (op 2,3km afstand het dichtstbijzijnde object) maximaal 18,4 molN/ha*y dumpen. Omdat het landelijke anti-stikstofbeleid geacht werd een succes te worden, zou ditzelfde pakket in 2024 9,7 mol N/ha*y dumpen. Dus een autonome daling.
Tegelijk zou het dumpen van stikstof groeien vanwege de toename van het aantal vliegbewegingen van 18000 naar (toen nog) 43000  in 2019 (planscenario D).
De som van beide tegengestelde effecten zou per saldo leiden tot een lichte toename. Het Grootmeer in Kempenland West (code 135) zou per saldo besprenkeld worden met 0,515molN/ha*y extra t.o.v. de referentiesituatie.

Kleinmeer tussen Wintelre en Vessem
Display

Hierbij lijdt de MER aan hetzelfde euvel als de PAS, namelijk dat zekere ontwikkelingen in de nabije toekomst worden weggestreept tegen veronderstelde en nog niet gerealiseerde stikstofdalingen in de toekomst.

De opstellers van de MER vonden effecten van deze orde van grootte t.o.v. de totale depositie (voor Kempenland-West in de orde van grootte van 2000 mol N/ha*y zo gering, dat men het in goede staat voortbestaan van Kempenland-West als vanzelfsprekend beschouwde, en dat men de toegenomen depositie zonder verdere maatregelen aanvaardbaar vond.
Tot zover de destijds gemaakte passende beoordeling. In het huidige stikstofbewustzijn zou dat nu niet meer kunnen.

Men kan zich voorstellen dat het kabinet meer redenen heeft om een stikstofdiscussie uit te stellen als alleen Corona.
Overigens roept ook het handhavingsverzoek van Vollenbroek vragen op die ik aan Vollenbroek gesteld heb, maar waarop nooit een bevredigend antwoord is gekomen.:

  • Het was alleen gericht aan de minister van LNV en I&W, en niet aan Defensie (vliegbasis Eindhoven is een militaire basis met civiel medegebruik). Had dat ook niet gemoeten?
  • Wie moet precies een Nbw-vergunning krijgen?
    Defensie voert kerosine aan met een brandstofleiding en pompt die van daaruit in vliegtuigen. Je zou dus denken dat in elk geval Defensie een Nbw-verguning zou moeten hebben. Dat had Vollenbroek niet geëist.
    Bij het civiele vliegen moet er ergens een Nbw-vergunning terecht komen, maar niet meteen duidelijk is bij wie. Eindhoven Airport is niet meer dan een pand met een bedrijfshal en een middelgroot kantoor. De levering van brandstof aan verkeersvliegtuigen vindt vanuit tankauto’s plaats in rechtstreekse transacties tussen Shell en Total enerzijds en de luchtvaartmaatschappijen anderzijds. Eindhoven Airport zit daar niet tussen en heeft er dan ook weinig of geen zeggenschap over.
    Wie moet dan de Nbw-vergunning hebben? Eindhoven Airport vanwege een soort abstracte eindverantwoordelijkheid? Shell en Total als brandstofleverancier? Wizzair en Transavia etc als feitelijke verbranders? Het is niet meteen duidelijk.

Laatste nieuws
Terwijl dit artikel geschreven werd (03 april 2020), publiceerde het Eindhovens Dagblad een antwoord namens het kabinet op het handhavingsverzoek van Vollenbroek (MOB). Minister Schouten van LNV (die over de Wet Natuurbeheer gaat) zei dat Eindhoven Airport inderdaad geen natuurvergunning heeft en die wel moet aanvragen, vóór 1 oktober. De minister hanteert 2007 als vertekpunten 41.500 vliegbewegingen als eindpunt. Ze wil dat Eindhoven Airport in kaart brengt wat het stikstofverschil is tussen begin- en eindpunt.
Ondertussen hoeft Eindhoven Airport niet te stoppen met vliegen.
Vollenbroek/MOB heeft stante pede bezwaar aangekondigd.

De insteek van de Cie MER bij Lelystad roept bij Eindhoven Airport de vraag op of de getallen van  destijds op de wijze berekend zijn die TNO en RIVM, en ook de Cie MER, adviseren. Dat vraagt enig zoekwerk naar waar de gehanteerde methodiek staat, maar uiteindelijk is die te vinden in de bijlage  NLR-CR-2013-044 “Luchtkwaliteit rond de luchthaven Eindhoven”, en dan weer in de bijlage Appendix B. Zoiets als een bijlage bij een bijlage bij een bijlage.

Gebruikt wordt het algemene verspreidingsmodel KEMA STACKS (versie 2012.2), dat ontwikkeld is vanuit de luchtvervuiling door industrie en wegen, en dat toen een luchtvaartmodule had die nog niet wetenschappelijk geborgd was maar al wel in praktijk goedgekeurd.
In dit model wordt de warmte-inhoud van uitlaatgassen van vliegtuigen genoemd bij vliegtuigen die taxiën en die op de startbaan versnellen. In die situatie gaat het model van pluimstijging uit. Als het vliegtuig eenmaal in de lucht is (en dus een snelheid heeft groter dan de startsnelheid), maakt het STACKS-model geen gewag meer van pluimstijging.
Als de bijlage  NLR-CR-2013-044 “Luchtkwaliteit rond de luchthaven Eindhoven” het model juist en volledig weergeeft, is, doet STACKS hetzelfde wat TNO adviseert en wat de Cie MER doet. Er is dus geen reden om aan te nemen dat de verdeling van de stikstofdepositie over de regio wezenlijk anders is dan de Eindhovense MER uit 2013 zegt.

Luchtvaartsector als eerste aan het Corona-geldinfuus

“Nog voor de scholen en de kroegen dicht moesten” aldus Follow The Money op 21 maart “vroeg de KLM bij minister Cora van Nieuwenhuizen om overheidssteun”. Waarna de onderneming meteen 1500 tot 2000 mensen op straat zette (www.nrc.nl/nieuws/2020/03/13/klm-schrapt-1-500-tot-2000-banen-vanwege-coronacrisis-a3993770 )
Schiphol vroeg enkele dagen later om steun.
De IATA (International Air Transport Association) wil mondiaal 150 tot 200 miljard dollar voor de sector.

Update dd 07 april 2020
DEN HAAG – KLM-CEO Pieter Elbers heeft in een gesprek met leden van de Nederlandse regering aangegeven dat KLM de regels van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) zal naleven. Dat houdt in dat KLM geen bedrijfseconomisch ontslag aanvraagt voor personeel.

Dat schreven de ministers Koolmees en Hoekstra maandag in een brief aan de kamer.

Follow the Money analyseert dat de gebreken van de sector structureel zijn en legt in zes pijnpunten uit hoe dat komt.

Luchtfoto van Schiphol (Fyodor Borisov op Wikipedia)

De luchtvaart is niet crisisbestendig
Ook na de aanslagen op het WTC (2001), tijdens de economische crisis (2008) en na de Ijslandse vulkaan (Eyjafjallajökull, 2010) ging het handje van de sector in de bedelstand bij de belastingbetaler. Vliegtuigen zijn duur en de vaste lasten lopen door. De sector is niet verzekerd en bouwt ook geen reserves op die doorberekend worden in de ticketprijs.

De hyperconcurrerende markt heeft een prijs
De liberalisering van de Europese vliegmarkt (waarop de EU heel trots is) heeft alle concurrentieremmen losgegooid. De concurrentie middels de dynamische beprijzing met algorithmes leiden tot een permanente race to the bottom. De overgrote meerderheid van de luchtvaartmaatschappijen maakt nauwelijks winst of zelfs verlies. Volgens de IATA maakten in 2019 slechts 30 maatschappijen winst.
Omdat Schiphol inmiddels de goedkoopste luchthaven van Europa is, is de KLM relatief goed af. De vermeden uitgaven worden gebruikt om de tickets goedkoper te maken.

Luchtvaartmaatschappijen kochten eigen aandelen op
Amerikaanse maatschappijen hebben (volgens Bloomberg) over de periode 2010-2019 96% van hun winst gestoken in het terugkopen van eigen aandelen. Ergens staan dus magnaten lachend met luchtvaartwinst in hun zakken, terwijl het aandelenbezit van de maatschappijen eerst meer waard werd, maar nu, door Corona, veel minder.
Anders was dat geld reservekapitaal geweest.

De mentaliteit is dat luchtvaartmaatschappijen risico’s nemen. Levert dat winst op, dan is die voor hen, levert het verlies op, dan is dat voor de belastingbetaler.

Werknemers incasseren de eerste klappen
Dat de KLM op stel en sprong zoveel mensen op straat kan zetten, bewijst dat er een enorme flexibele schil omheen zit. Die wordt slecht betaald en draagt voor het minste geld de meeste risico’s.

Ook de belastingbetaler draagt complexe risico’s
Die vangt de klappen op. Inmiddels betaalt de Nederlandse Staat het leeuwendeel van wat er nog aan salariskosten over is bij de KLM.

Maar ook in “normale” tijden betaalt de sector geen BTW en accijns, draait de belastingbetaler op voor het grootste deel van de kosten om Schiphol veilig en bereikbaar te houden, subsidieren  regionale overheden vliegvelden als Eelde en Maastricht, betaalt Europa voor de inrichting van het luchtruim en vangen vliegtuigbouwers honderden miljoenen aan staatssteun.

En de Staat heeft voor 750 miljoen 14% van de aandelen Air France-KLM gekocht. Die zijn nu nog maar een derde van dat bedrag waard.

De geldstroom gaat van niet-vliegers naar vliegers en van arm naar rijk
Vliegen is inkomensgebonden. 8% van de bevolking vliegt 40% van de kilometers en die 8% is rijk. Via de belastingconnectie betekent dat statistisch een geldverplaatsing van arm naar rijk.

Die verplaatsing komt voor een groot deel buiten Nederland terecht. Ruim tweederde van de passagiers van de KLM zijn transferreizigers die helemaal niet in Nederland hoeven te zijn, maar via Schiphol vliegen omdat Schiphol goedkoop gehouden wordt.

Hoe nu verder?
Follow The Money vindt dat de overheid de luchtvaartmaatschappijen moet dwingen grotere reservebuffers op te bouwen. Dat kan bijvoorbeeld door

  • Een sectorbreed gebod om zich te verzekeren
  • Cashreserves of andere liquide middelen zoals staatsobligaties
  • Een heffing per vliegticket om een ‘oorlogskas’ te creëren bij de overheid zelf

Uiteraard staat Air France – KLM te jammeren dat het omgekeerde moet. Die marginale ticketbelasting van€7 moet worden utgesteld.

De luchtvaartsector moet de verantwoordelijkheid voor haar voortbestaan op eigen kracht nemen. Als dat niet gebeurt, moet de overheid dat afdwingen.


Er staat een petitie online die de regering verzoekt om voorwaarden te stellen aan de staatssteun die de luchtvaartsector binnenkort gaat ontvangen. De overheid moet strenge eisen stellen aan die steun. Krimp van de zeer vervuilende en sterk overlastgevende luchtvaart is keiharde noodzaak voor mens, dier en klimaat.
Het initiatief is gisteren door SchipholWatch genomen. 

De petitie is te vinden en te ondertekenen op https://petities.nl/petitions/stel-voorwaarden-aan-staatssteun-luchtvaart/