Voor we naar Ierland op vakantie gingen, had ik een tijdje met Tiny Kox gebabbeld, o.a. over Ierland. Hij kent het land ook. Hij zei onder meer dat hij onder de indruk was van het boek “Before the Dawn” van Gerry Adams, de leider van de Sinn Féin. Het boek is in 1996 uitgegeven en heeft een autobiografisch karakter. Ik zei dat ik het zou lezen.
Bij ons rondje West-Ierland heb ik geprobeerd het boek te pakken te krijgen. Dat bleek niet gemakkelijk, terwijl Ierland toch gezegend is met relatief veel boekhandels. Het is een literair volk.

We zaten een week in een Airbnb – appartement in Limerick. Toch een flinke plaats met een flinke boekhandel, maar nee. Men deed niet meer aan de heer Adams.
Ik heb me maar beholpen met een ander boek dat in het appartement lag, Angela’s Ashes. Met als een van de eerste zinnen “Worse than the ordinary miserable childhood is the miserable Irish childhood, and worse yet is the miserable Irish Catholic childhood.” Waarna dit thema, soms van dik hout zaagt men planken, uitgewerkt wordt en toch lezenswaardig blijft. De schrijver eindigde met zijn broer Malachy, zoals zoveel Ieren, in The States.
Willemiek en ik waren een dikke dertig jaar geleden ook in Limerick. Het zag er toen een stuk meer in de geest van Angela uit dan nu, in 2014 . Het is nu een normale, nette stad met veel historie. We zaten dan ook in de Avenue die naar O’Connell genoemd is.
Het is typisch. Je kijkt uit het raam van je appartement en ziet de straten waar de hoofdpersoon gelopen heeft, en je wandelt langs de Shannon, bij McCourt “The river that kills” vanwege het endemisch hoge aantal longziektes in die tijd. Waarbij overigens de sociale ellende meer schuld had dan de Shannon. Maar één ding is onveranderd als oorzaak: je krijgt er buiten de was niet droog.
Pas een eind verder het rondje af, in Galway (waar anders zou je bijna zeggen) was het raak, en wel in de grootste tweedehands boekhandel die ik ooit gezien heb, Charlie Byrne’s. Zo ongeveer de hele wereld literatuur moet je daar in de ramsj terug kunnen vinden, waaronder vele geschriften van Gerry Adams.

We mochten maar 10 kg handbagage mee terug nemen in het vliegtuig, dus het bleef beperkt tot het gezochte doelwit en een latere paperback die de periode van de totstandkoming van het Goede Vrijdag – akkoord beschreef. Naar mijn mening verdient Gerry Adams de Nobelprijs voor de Vrede meer dan vele anderen die hem gekregen hebben – vaak zeer dubieuze karakters die niet eens geleverd hebben waarvoor ze de prijs kregen.
Beide boeken samen beschrijven overigens zeer goed de Britse couterinsurgency – technieken. Het kan geen kwaad om je die bij lezing van het nieuws in de krant af en toe te herinneren.
Ik heb nog staan lezen in de autobiografie van Rory Gallagher, de Ier die heel goed Amerikaanse blues zong en in zijn geboorteplaats Ballyshannon geëerd wordt met een reusachtige muurschildering, maar het boek was teveel kilo voor de handbagage, dus helaas.
Toen we weer thuis waren, heb ik Tiny het laatste boek gedoneerd. Het eerste staat in mijn boekenkast.