Een klimaatfonds opbouwen door  met Garantie van Oorsprong-certificaten te stoppen?

Het Klimaatverbond
Het Klimaatverbond Nederland ( https://klimaatverbond.nl/ ) is een vereniging van decentrale overheden die is opgericht in 1992. De vereniging telt op dit moment 175  leden bestaande uit gemeenten, provincies en waterschappen.
Het verbond houdt zich bezig met klimaatadaptatie en klimaatmitigatie en is voor de aanhang een kennis- en service-instituut en een lobbynetwerk.

Niets mis mee.

Project Meikade ede (foto valleiEnergy)

Maar het Klimaatverbond timmert aan de weg met een plan om op gemeentelijk niveau een Klimaatfonds op te bouwen en ik vraag me af of dat plan werkt. Ik heb er op 22 april 2022 een webinar over bijgewoond, dat vooral rustte op de trekkers van het plan, de gemeenten Wageningen, Ede en Barneveld (in de volksmond de WEB-gemeenten), en dat webinar heeft mij niet helemaal overtuigd.
Op de site is de beschrijving van het plan te vinden op https://klimaatverbond.nl/ons-werk/klimaatfonds/ .
Medewerkers van het Klimaatverbond zijn op afroep bereid om tegen een redelijk uurtarief vooronderzoek te doen bij aangesloten lagere overheden.

Garanties van oorsprong
Om het plan te snappen, moet je weten wat een Garantie van Oorsprong (GvO) is. Ik heb dat op deze site al eens een keer uitgelegd, maar dat is al weer een tijd geleden. Zie https://www.bjmgerard.nl/brabantse-gemeenten-en-duurzame-elektriciteitsinkoop/ . Dus nog maar eens.
Wie echt wil weten hoe het zit, moet voor dit onderwerp op de site van WISE gaan kijken en dan de zoekterm Garantie van Oorsprong intypen ( https://WISEnederland.nl/?s=garantie+van+oorsprong ).

Stel, je bent de baas van een kolencentrale en je verkoopt 1kWh aan, aldus opgewekte ‘grijze’ stroom. Dat levert je op dit moment op de spot market bijvoorbeeld 45 cent op.
Stel  nu, je bent de baas van een windturbine en je produceert dezelfde 1kWh. Dat levert je in principe diezelfde 45 cent op maar omdat jouw stroom ‘groen’ is, mag je die verklaring “deze 1kWh is groen’ apart verkopen voor bijvoorbeeld 1 cent extra.
Normale mensen zeggen dan dat de windstroom 46 cent/kWh oplevert, maar het is niet zo normaal. Die ‘verklaring’ van 1 cent per kWh mag ook los verkocht worden en dan heet het een Garantie van Oorsprong. De fysieke stroom en de juridische verklaring zijn dan ontkoppeld.

Overigens was de elektriciteitsprijs op de stroombeurs nog niet zo heel lang geleden rond de 4 cent/kWh. In die tijd maakte die extra cent/kWh dus in verhouding veel meer uit.

Nu doen zich situaties voor dat stroom sowieso groen geproduceerd wordt, omdat dat gewoon de meest logische optie is. Bijvoorbeeld bij Noorse of Ijslandse waterkracht. De Noren kunnen hun juridische verklaringen los aan Nederland verkopen. Weliswaar is dan hun waterkrachtstroom juridisch grijs, maar dat zal ze een zorg zijn want het is gewoon dezelfde waterkracht.
Vervolgens kan een in Nederland opererende elektriciteitsmaatschappij tegen zijn klanten zeggen “jij hebt de groene energie die je wilt, want er staat in Noorwegen en waterkrachtturbine te draaien”. Zonder die juridische verklaring zou die turbine ook draaien, dus in dit concrete geval voegt de verklaring à 1 cent/kWh niets toe. Naar Ijsland loopt niet eens een kabel.
WISE noemt dat sjoemelstroom. Het mag naar de letter van de wet, maar is  niet bedoeld als de geest van de wet.

Op deze wijze kon Amazon certificaten opkopen, horend bij de halve productie van het windpark Hollandse Kust  Noord van Shell en Eneco, terwijl Amazon niet eens gebouwen in  Nederland heeft staan. Maar Amazon kan wel de pretentie uitspreken dat het in 2025 energieneutraal wil zijn (zie voor een NOS-bericht https://nos.nl/artikel/2367804-amazon-koopt-halve-stroomproductie-nederlands-windpark ).
Dit is overigens het halve verhaal. Het hele verhaal is bij WISE na te lezen op https://wisenederland.nl/amazon-shell-en-eneco-hoe-zit-dat/ .

(Uit Quickscan duurzaamheid Nederlandse gemeenten, Natuur en Milieu, feb 2018).

Voor-  en nadelen van stoppen met GvO’s
Gemeenten zijn een flinke energiegebruiker en dat de WEB-gemeenten proberen dat in invloed op het verduurzamingstempo in te zetten, is logisch.

De gedachte is dat de gemeenten stoppen met het betalen van 1 cent/kWh en dat geld oppotten in een Klimaatfonds. Vervolgens worden er met dat Klimaatfonds leuke dingen gedaan die anders om financiële redenen niet gedaan hadden kunnen worden. Eis is minstens 50% lokaal eigendom.
Daarbij kunnen de gemeenten ook een bijdrage doen aan de Sustainable Development Goals van de VN in de derde wereld. Dat is het voordeel.

Ik zie ook nadelen.

  • Niet alle GvO’s zijn sjoemel-GvO’s. Door met alle inkoop van GvO’s te stoppen, stopt men ook met de inkoop van GvO’s van bonafide producenten. Mogelijk kunnen die hun GvO’s elders kwijt, maar dat veronderstelt dan weer dat het WEB-systeem nooit universeel ingevoerd kan worden.
  • Verder veronderstelt het systeem impliciet dat financiële overwegingen de enige drempel zijn die maakt dat een project in eigen omgeving niet gerealiseerd kan worden. Maar sommige projecten gaan niet door omdat er geen geschikte  plek voor is (ruimtelijke beperkingen), of omdat de bevolking er niet aan wil. Je kunt dus als gemeente niet altijd doen wat je het liefste zou doen en ondertussen staat er een zak geld bij vaak berooide gemeenten die op dit moment met een grote sociale problematiek te kampen hebben, mede vanwege sterk gestegen energieprijzen.
    WISE becommentarieert het WEB-initiatief als ‘interessant’, maar wijst erop dat het systeem alleen maar positief werkt als de gemeenteraadslenen nauwgezet controleren hoe het geld uit het Klimaatfonds besteed wordt. Zie https://WISEnederland.nl/milieuorganisatie-WISE-wijst-raadsleden-op-hun-controlerende-rol-in-de-energietransitie/ .
  • In feite levert het idee niet vreselijk veel geld op, omdat het afschaffen van GvO’s in de opzet van de WEB-gemeenten maar 1 cent/kWh oplevert. Zodoende komen drie middelgrote gemeenten als Wageningen, Ede en Barneveld samen aan €150.000 per jaar. Heel  veel is dat niet. De bouw van gemiddelde windturbine kost ruim een miljoen per MW, plus vaste lasten naderhand ( https://www.nwea.nl/kb/kosten-en-opbrengsten-bij-wind-op-land/ )
    Uiteraard zijn vreemd vermogen en cofinanciering denkbaar ( https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/realisatiefonds-helpt-gemeente-ede ).
  • In praktijk is het de vraag of men aan die ene cent per kWh komt.
    De GvO-wereld is lichtelijk schimmig, o.a. van wege een levendige tussenhandel. Daarom zijn werkelijke tarieven niet eenvoudig te achterhalen. WISE doet zijn best, maar erkent de praktische problemen. WISE komt ( https://WISEnederland.nl/artikel/prijzen-gvos/ ) tot bovenstaande tabel. Als je Corona wegdenkt, stijgen de tarieven. De eenheid is €/Mwh. Omrekenen betekent dat €4,2/MWh = 0,42 cent/kWh.
    Waarschijnlijk is het ene politieke keuze dat er 1 cent/kWh in het fonds gestopt wordt, ook al kosten GvO’s in werkelijkheid momenteel minder dan 1 cent/kWh.

Ik spreek hier nu geen eindoordeel uit. Hoe het systeem in praktijk werkt, lijkt me typisch iets voor een goed Rekenkameronderzoek.

Deze afbeelding komt van https://wisenederland.nl/campagne/gemeentes-op-groen/ en is gedateerd 22 juni 2020 . De kleur ‘lichtrood’ staat niet bij de legenda, maar zal logischerwijs wel 25% betekenen.

Eindhoven
Ik probeer te snappen hoe het systeem in mijn woonplaats Eindhoven zou werken, een gemeente die ( https://klimaatmonitor.databank.nl/dashboard/dashboard ) in 2019 1,40 miljoen MWh stroom verbruikte (waarvan 0,08 miljoen MWh hernieuwbaar opgewekt) en die (naar MWh omgerekend) 2,28 miljoen MWh warmte nodig heeft, waarvan 0,28 miljoen MWh hernieuwbaar opgewekt. Als je het simpel houdt, koopt Eindhoven dus orde van grootte 3.3 miljoen MWh in en bij 1 cent/KWh = €10/MWh zou dat per jaar op papier €33 miljoen opleveren. Inderdaad geen onaardige som.
Ware het niet dat volgens bovenstaand overzicht van WISE dd juni 2020 Eindhoven geen geld uitgeeft aan Garanties van Oorsprong. Die (versimpeld geschatte) 33 miljoen per jaar zit dus al in de reguliere gemeentebegroting.

Het is me onduidelijk hoe het kan dat in februari 2016 Eindhoven, volgens Natuur en Milieu, wel groene stroom inkocht bij een duurzame leverancier (inclusief certificaten), en bij WISE in juni 2020 niet meer.

Bij de WISE-actie Gemeenten op Groen hoort een korte brochure, zie

Moderne warmtenetten

5G-leidingen

Inleiding
Uiteindelijk moet de Nederlandse gebouwde omgeving van het aardgas af. Voor een deel van die gebouwde omgeving kan een warmtenet de oplossing zijn.

Warmtenetten worden wisselend gewaardeerd.
Op microniveau wisselt de kwaliteit en de prijsstelling van net tot net, en daarmee de waardering.
Op macroniveau zijn de reëel bestaande warmtenetten in praktijk meestal door de Authoriteit Consument en Markt gecontroleerde monopolies, wat vragen oproept en individualistische kritiek. Warmtenetten kunnen fors de uitstoot van broeikasgassen terugdringen, maar in hoeverre dat werkelijk gebeurt, is van net tot net verschillend.

Anderzijds zijn warmtenetten, met name in dichtbebouwde wijken, een belangrijk hulpmiddel. Zaken als geothermie, aquathermie, restwarmtebenutting en seizoenopslag van warmte zijn alleen in combinatie met een warmtenet mogelijk.

Binnen Nederland wordt veel onderzoek naar betere warmtenetten gedaan in wisselwerking met TKI Urban Energy. TKI Urban Energy is een aparte afdeling binnen de grotere eenheid Topsector Energie ( https://www.topsectorenergie.nl/ ), en dat is weer een samenwerkingsverband van overheden, kennisinstituten (bijv. universiteiten en TNO en NWO) en bedrijven. Zeg maar ‘toegepast onderzoek in de polder’. Het is een publieke rechtspersoon.

Ik heb er al eens eerder over geschreven, bijvoorbeeld op https://www.bjmgerard.nl/handleiding-warmtenetten-ontrafeld-van-tki-urban-energy/ .

Afbeelding uit Lund, H., Werner, S., Wiltshire, R., et al. (2014) 4th Generation District Heating (4GDH): Integrating Smart Thermal Grids into Future Sustainable Energy Systems. Energy, 68, 1-11. https://doi.org/10.1016/j.energy.2014.02.089

Eerdere generaties warmtenetten
Wie op zichzelf interessante deelterreinen als bij voorbeeld restwarmte, aquathermie en dergelijke achter zich laat en naar de architectuur van het grotere geheel abstraheert, kan de ruim een eeuw oude geschiedenis van de warmtenetten indelen in generaties. Zie bovenstaande afbeelding die erg kleine lettertjes heeft, dus enige uitleg.

  • De 1ste generatie draaide op kolenafval en stuurde hete stoom via betonnen pijpen uit  en nam heet water terug. De warmteopslag is voor korte periodes.
  • De 2de generatie stookte kolen of olie, al dan niet via Combined Heat and Power (CHP). De P staat voor stroom en de Heat gaat als water onder druk (>100°C) naar buiten en als heet water terug. De warmteopslag is voor korte periodes.
  • De 3de generatie bouwt voort op de 2de en voegt biomassa, restwarmte en zonthermie (systemen die zonnewarmte oogsten) toe. Het water gaat onder de 100°C naar buiten en hoeft dus niet meer onder druk. Het komt met een middentemperatuur terug. De warmteopslag is voor korte periodes.
    De meeste Nederlandse netten zijn ongeveer generatie-3.
    Een standaard CV-installatie in een huis is een tot op het bot uitgeklede generatie-3 inrichting die op gas draait en een district ter grootte van één huis heeft.
  • De 4de generatie voegt aan de derde weer meer toe: invoer van overtollige stroom (via  het waterkokersysteem), restwarmte van datacenters, geothermie, een begin van tweerichtingverkeer (warmte de supermarkt in voor de ruimteverwarming, en warmte de supermarkt uit uit de koelvakken – uitgaande warmte heet het aanbieding van koeling).
    Uitgaande warmte is ca 50 a 60°C en retourwarmte rond de 25°C
    Naast een warmteopslag voor korte periodes is er een seizoenopslag.

Nederlandse warmtenetten zijn als regel nog niet aan generatie-4 toe. Daarom bespreek ik dat nu  niet in detail, omdat dit verhaal over de opvolger gaat (generatie 5) en daar toch hetzelfde moet worden uitgelegd. De meeste bestaande Nederlandse warmtenetten gaan van 3 naar 5 springen (is de bedoeling).

Generatie-5 – netten
De research van TKI Urban Energy gaat over deze 5G-netten. In het Engels heet ‘stadsverwarming’ ‘District Heating’ en daarom wordt in het volgende als jargon de afkorting 5GDH gebruikt. Als er een C bij staat (dus 5GDHC) staat die voor ‘Cooling’. Dat is eigenlijk dubbelop, want een 5G-netwerk gaat per definitie al over koeling.

Thermodynamisch kun je overigens geen koeling leveren (dat is speektaal), maar alleen warmte onttrekken. Een losse airco levert dus geen koeling aan de woning, maar onttrekt warmte uit de woning en dumpt die in de lucht in de straat waardoor alle mensen die geen airco hebben het warmer krijgen.  Airco’s in de zomer versterken het Heat Island-effect.
Ongereguleerde plaatsing van airco’s is anti-sociaal, maar dat is een ander verhaal.

Een blauwe pijl de ene kant op is dus eigenlijk een rode pijl de andere kant op.

TKI Urban Energy heeft webinars gegeven over 5G-warmtenetten, en wel op 11 november 2020 en op 05 oktober 2021.
Het webinar van 11 nov 2020, met downloadbaar de daar gegeven presentaties, is te vinden op https://www.topsectorenergie.nl/tki-urban-energy/kennisbank/kennis-duurzame-warmte-en-koude/seminar-vijfde-generatie-warmtenetten .
Het webinar van 05 oktober 2021, met downloadbaar de daar gegeven presentaties, is te vinden op https://www.topsectorenergie.nl/tki-urban-energy/kennisbank/kennis-duurzame-warmte-en-koude/bestaande-warmtenetten-de-vijfde

De afbeeldingen in deze tekst zijn uit deze presentaties, tenzij anders vermeld (die  van Lund is door-geciteerd).
De afbeeldingen zijn geschematiseerd, bijvoorbeeld bovenstaande. Je kunt niet onder een douche met lage T-warmte (bijvoorbeeld 25°C) en je hebt ook nog zoiets als Legionella. In alle pijlen horen machines als centrale of decentrale warmtepompen.
Het voordeel van lage T-warmte is dat die warmtepompen op een hogere begin-T kunnen starten en daardoor efficiënter werken.

Een deel van de research kreeg concreet vorm in het project D2Grids (Demand Driven Grids). Dat project loopt van 2018 – 2023 en wordt gefinancierd met Europese Interreg-gelden. Er zijn vijf demonstratielocaties, waarvan Brunssum/Heerlen er een is (i.s.m. de Open Universiteit). Limburg heeft de leiding over het project.
De eigen website van D2Grids (met een onpraktisch lange link) schakelt door naar de website https://5gdhc.eu/ van het onderwerp op Interreg, en binnen die site is de doorkliklink https://5gdhc.eu/5gdhc-in-short/ de meest praktische.

De ‘in short’ link geeft de vijf principes uit bovenstaand schema met meer uitleg en achtergrond weer. Ik plaats als voorbeeld wat de vertaalmachine van de tekst van principe 4 maakt op de ‘in short’ – website.

Een geïntegreerde aanpak van energiestromen
Veel energiesystemen bevatten gesplitste stimulansen, wat betekent dat ze niet optimaliseren op de integrale behoefte over systemen en sectoren heen. Integratie is niet alleen belangrijk om energie te besparen, maar ook om minder te investeren in capaciteiten, zoals het beheer van piekbelastingen. Het doel van dit principe is een 5GDHC-systeem te ontwikkelen dat geïntegreerd is met alle andere energiestromen in een bepaald gebied (elektriciteitsnet, vervoer, industrie, landbouw, enz.) om de optimale efficiëntie van energielevering en -gebruik te maximaliseren.

De volledige, uitgebreidere tekst van de vijf principes is  hieronder te vinden.

Wetten en praktische bezwaren
5GDHC is een ingewikkeld onderwerp dat op veel beleidsterreinen dingen overhoop haalt. Vragen of het juridisch kan en of het financieel uit kan en of bijvoorbeeld gemeenten de taak aankunnen en of je het personeel ervoor wel kunt vinden zijn terecht. Dat soort onderwerpen  kwam uitvoerig in de webinars aan de orde.

 Prof. Dr. Saskia Lavrijssen, professor Economic Regulation and Market Governance, Tilburg had in 2020 een bestuurlijk en juridisch verhaal. O.a. over de ontwikkelingen in de Warmtewet. Ik voeg haar presentatie hieronder toe.

Ook in 2020 een presentatie van een medewerker van financieel adviesbureau Asper, dat liet zien dat een 5GDHC-netwerk tot een meer gespreide financiering leidt dan een conventioneel warmtenetwerk, dat zijn investeringen vooral vooraan heeft zitten.
Per saldo scheelt het bij bij hem niet veel met de traditionele netwerken, en dan moeten de schaal- en leereffecten nog komen.

De stippellijn is het aantal deelnemers in een niet-aangeduide maat. De blokjes zijn investeringen in een bepaald jaar. De kaatr is slechte indicatief.
Energyhub Aalsmeer

Het webinar van 2020 geeft een presentatie over de Energyhub Aalsmeer. Di beginnende systeem voldoet aan de meeste 5G-principes met een datacenter als hoofdwarmtebron. Men kreeg het betaalbaar met een terugverdientijd van 7 – 11 jaar, afhankelijk van de deelnemer.  De financiele overzichten ogen niet dramatisch en het geheel bespaart 380 tonCO2 per jaar.

Afsluitend
Het is een veelbelovende researchrichting die tot projecten leidt die niet bij voorbaat onuitvoerbaar en onbetaalbaar lijken, maar waar goede, en sterk situatiegebonden, busines-plannen voor gemaakt moeten worden.

Klimaat- en milieuparagraaf in Eindhovens bestuursakkoord intentie redelijk tot goed, uitwerking soms onduidelijk

De  aanleiding
De Eindhovense lokale omroep Studio040 vroeg mij om namens Milieudefensie te reageren op het bestuursakkoord onder het nieuwe Eindhovense College van B&W. Dit voor zover het op ons gebied klimaat-energie-milieu lag.
Ik ben niet meer in de gelegenheid geweest om de inhoud van mijn reactie met Milieudefensie Eindhoven af te stemmen. Onderstaande tekst is op persoonlijke titel.

Het nieuwe akkoord is te vinden op https://www.eindhoven.nl/bestuur-en-beleid/bestuur/college-van-burgemeester-en-wethouders . Daar staan ook de nieuwe wethouders. Groen Links is de sterkste partij.

Het moest op de TV en dan maar op locatie, en een goede locatie voor dit werkgebied is het grote industrieterrein De Hurk. Afgesproken op de kanaalbrug in de Dillenburgstraat, met de betoncentrale Mebin pontificaal op de achtergrond (en de asfaltcentrale verderop).

Het Eindhovense industrieterrein De Hurk

De Hurk
Eerst  maar even De Hurk zelf eruit gelicht (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Hurk/Croy) . De Hurk is een groot bedrijventerrein voor zware industrie, waarop enkele gevaarlijke of overlastgevende bedrijven met woonwijken er dicht op. De toekomst van De Hurk was een belangrijk item in de gemeenteraadsverkiezingen en met name Groen Links tamboreerde erop los met dat De Hurk geheel of gedeeltelijk weg moest, ten gunste van een woonbestemming. Ik heb dat nooit zien zitten, omdat dat honderden miljoenen aan uitkoopkosten zou betekenen en het terrein onmisbaar is.
Mijns inziens moest men zich beperken tot aangescherpte vergunningen voor enkele, met name te noemen, overlast gevende bedrijven en was daarvoor technisch veel ruimte.

Precies dat is er nu uitgekomen. De Hurk blijft gewoon bestaan, er wordt gekeken naar een betere omgevingskwaliteit en de vijf meest overlastgevende bedrijven gaat het nieuwe College in gesprek: de diervoederbedrijven Sonac en ABZ Diervoeding, en de asfaltcentrale van KWS Infra, de elektronicarecycler Mirec en de metalenrecycler HKS. Zie elders op deze site voor nadere informatie.

Ik zou het ook zo gedaan hebben.

Goede intenties
Het nieuwe bestuursakkoord heeft een aantal goede intenties waarin Milieudefensie Eindhoven regelmatig eerdere standpunten herkent. Puntsgewijs de belangrijkste met wat commentaar erbij

  • Als Europese Climate Smart City wil Eindhoven in 2030 klimaatneutraal zijn.
    Tegelijk figureert de meer traditionele doelstelling van 55% minder broeikasgassen  in 2030 en 95% minder in 2050.
    Hoe deze doelstellingen zich onderling verhouden, wordt niet goed uitgelegd.
  • De regio moet een kraamkamer zijn van innovatie. Dat is op zich waar, hoewle het argument zo vaak gebruikt is dat het inmiddels een soort rituele bezwering geworden is
  • Men heeft oog voor energiearmoede
  • Er is een ambitieus warmteprogramma met een gebiedsgerichte wijze van werken in woongebieden
  • De organisatie van het verkeer (inclusief de distributie van goederen)van, naar en binnen het gebied binnen de Ring is in principe goed.
  • Er is een goede fietsparagraaf
  • Het standpunt m.b.t. Eindhoven Airport lijkt goed, maar is zo omzichtig geformuleerd dat er ruimte voor interpretatie is
  • Er is goede aandacht voor luchtkwaliteit
  • Met een sloopregeling voor  tweetakt brommers
  • En een plan om voor elke nieuwe inwoner een nieuwe boom te planten

Onduidelijke onderwerpen
Het akkoord heeft nogal wat passages met open eindjes. Weer puntsgewijs;

  • De toekomst van de grootschalige bouwplannen bij het station, en vervolgens de effecten daarvan, zijn nog zo onzeker dat Mileudefensie zich niet aan een uitspraak waagt.
  • De passage over het verkeer aan de Noordoostkant van Eindhoven is cryptisch. Enerzijds is er te weinig  draagvlak voor de Ruit om Eindhoven zoals vroeger beoogd (en dat is mooi – en bovendien is het geld ervoor inmiddels anders besteed). Anderzijds is er sprake van nieuwe infrastructuur op, rond of onder bestaande tracé’s met ook voor natuurwaarden.
    Waakzaamheid lijkt op zijn plaats.
Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)
  • De gemeente wil onderzoeken of het warmtebedrijf doorontwikkeld kan worden tot een (regionaal) energiebedrijf.
    Vooropgesteld  zij dat ik ideologisch vind dat de energievoorziening in overheidshanden hoort, want strategisch onmisbaar.
    Praktisch, maar ook ideologisch, zie ik nogal wat haken en ogen, bijvoorbeeld vanwege de positie van Ennatuurlijk. Ennatuurlijk is voor 80% van pensioenfonds PGGM (en voor 20% van Veolia), zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ , Men kan een ideologische discussie opzetten in hoeverre men een pensioenfonds publiek vindt, en vervolgens een praktische discussie hoe Ennatuurlijk en een eventueel gemeentelijk warmtebedrijf zich verhouden. “Is this town big enough for both of us to stay?” om met een Western te spreken. Gaan beide concurreren, gaan ze elkaars deskundigen wegkopen (een warmtebedrijf vraagt nogal wat specifieke deskundigheid), sluiten ze een overeenkomst en zo ja, wat voor een?
    En waarom wil de gemeente zo graag een eigen warmtebedrijf en niet bijvoorbeeld een eigen opwekkingsbedrijf, zoals in de regio Tilburg? ( https://www.bjmgerard.nl/regio-hart-van-brabant-werkt-aan-regionaal-publiek-ontwikkelbedrijf-voor-wind-en-zonneparken/ ).
    En hoe moet het financieel?
    Als ik de gemeente Eindhoven was, zou ik een en ander goed overwegen en eerst een betrouwbaar businessplan maken, bij voorkeur in overleg met Ennatuurlijk.
  • Zaken als geothermie en aquathermie komen amper respectievelijk niet aan de orde
Buffervaten van de biomassacentrale van Ennatuurlijk op Strijp S
  • Volgens mij is er beperkt ruimte voor het stoken van afvalhout met een aanvaardbare herkomst en hoeft dit niet uitgefaseerd te worden. Ik deel hier de gangbare meningen niet. Als de politieke verhoudingen (die er tot nu toe niet in geslaagd zijn aan te geven waar de warmte dan wel vandaan moet komen) desalniettemin een dergelijke uitfasering dicteren, dan met een lange overgangstermijn.
    Het is mij geheel onduidelijk hoe men de uitfasering van biomassa in Eindhoven denkt op te vangen.
  • Het is afwachten hoe de intentie om klimaatdeals te sluiten met bedrijven, of eventueel het afdwingen van wettelijke eisen, vorm gaat krijgen.
  • Het is een goede zaak om afspraken te maken over energie en circulariteit op bedrijventerreinen, maar ook daar bestaan vele uitvoeringsvragen. Gaat bijvoorbeeld de gemeente het bestuur van bedrijventerreinen zelf uitvoeren, of krijgt het parkmanagement meer rechten en plichten? En wat als er een onrendabele top op zit?
  • Er staat in het bestuursakkoord niets over het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Voor de klimaatadaptatie van Eindhoven is omgang met heftige regenval essentieel. Bekend is dat er te weinig geld in het GRP zit. Komen er in de komende periode aanpassingen aan het GRP?

Onvoldoende
Een paar zaken staan onvoldoende in het Bestuursakkoord. Weer puntsgewijs.

  • De opwekking van hernieuwbare elektriciteit uit wind en zon wordt in het Bestuursakkoord al bij voorbaat aan veel te beperkte banden gelegd. Uit allerlei berekeningen blijkt (o.a. in de eigen nota Zonneparken en windturbines in Eindhoven, maar ook uit de recente potentieelstudie naar zonne-energie) dat men met alleen maar zon op daken en ‘rommelgronden’, zoals het Bestuursakkoord wil, niet in de buurt komt van wat nodig is.  Je kunt niet met droge ogen zeggen dat je in 2030 klimaatneutraal wilt zijn en tegelijk de maatregelen verbieden die daarvoor nodig zijn.
    Zie https://www.bjmgerard.nl/zon-en-wind-in-eindhoven-het-valt-zwaar-tegen/ en https://www.bjmgerard.nl/waarom-je-met-alleen-zonnepanelen-op-het-dak-niet-genoeg-kunt-en-waarom-je-ook-wind-en-zonneparken-nodig-hebt/ .
  • Het elektriciteitsnet in Eindhoven komt onvoldoende  aan  de orde
  • De passage over circulaire economie en afval is te vaag en te inhoudsloos, waarbij ter verontschuldiging van de gemeente gezegd moet worden dat het landelijke beleid niet beter is
  • Meer specifiek vind ik het een gemiste kans dat het Akkoord geen waardering uitspreekt voor recyclingbedrijven. Overigens staat Eindhoven daar niet alleen in.
    Recyclingbedrijven (specifiek die op De Hurk) zijn in het Akkoord vooral een bron van ellende. Nu is dat gevoel niet geheel zonder reden, maar een Akkoord dat circulariteit wil, zou mogen uitspreken dat recyclingbedrijven een strategisch onmisbare sector zijn.
Aan het werk bij Mirec

Voorstellen
Ik doe het College enkele voorstellen aan de hand die niet in het Bestuursakkoord staan, maar er wel een goede invulling van zouden zijn.

  • Start een publiek aangestuurde campagne voor energieopslag in het Brainportgebied die zo groot is, dat hij schaal- en leervoordelen krijgt en mogelijk ene begin van standaardisering.
    Als Eindhoven (bijvoorbeeld) tot 2040 40.000 nieuwe woningen krijgt, zie dat dan als een kans om 40.000 accu’s voor statische toepassingen weg te zetten en een heleboel warmteopslageenheden op wijkniveau. Treed daadwerkelijk als launching customer op, zoals het Bestuursakkoord meldt. Zie https://www.bjmgerard.nl/voorstel-tot-campagne-energieopslag-in-mre-gebied/ . Maak dit tot basis van industriepolitiek in Brainport.
  • Voer het plan-Rovers uit (18hectare PV-paneel en 18 hectare nieuwe natuur aan weerszijden van de Kleine Dommel). Zie https://www.bjmgerard.nl/combiplan-nieuwe-natuur-en-zonneveld-in-eindhoven-en-nuenen/ .
  • Vergroen de installaties, de bedrijfsvoering en de catering het FC Eindhoven-stadion en wend de gemeentelijke invloed aan om bij PSV hetzelfde te bereiken
  • Kom met een strategisch en toekomstgericht plan voor de verbreding en verbetering van de recyclingsector in de regio, o.a. ten behoeve van nieuwe apparaten als windturbines en zonnepanelen. Zie Recycling van zonnepanelen op komst .
  • Kijk eens opnieuw in hoeverre het Gemeentelijk Riolerings Plan nog voldoende is.
Schets van zonnevelden in het Plan-Rovers

Combiplan nieuwe natuur en zonneveld in Eindhoven en Nuenen

De familie Rovers bezit al ruim 350 jaar grond in het gebied rond de Kleine Dommel.
Een deel ligt aan de Eindhovense (west-)kant van de Kleine Dommel, aan weerszijden van de Loostraat. Een deel van dat deel grenst aan de Eindhovense woonwijk ’t Hofke (met een afstand ertussen), en aan de spoorlijn Eindhoven-Helmond.
Het tweede deel ligt aan de Nuenense (oost-)kant van het riviertje, tussen het riviertje en de straat Mulakkers.  Een beperkt deel daarvan grenst aan een kleine Nuenense wijk (waarbij ook weer afstand in te bouwen is).
In beide delen betreft het vooral landbouwgrond.
Net buiten het gebied ligt het hoogspanningsverdeelstation aan de Daalakkersweg. Door het Eindhovense gebied lopen hoogspanningsleidingen waaronder in praktijk geen PV-panelen aangelegd kunnen worden.

Een en ander is na te lezen op de projectwebsite https://groenparkdekleinedommel.nl/ .

Uitzicht vanaf de Nuenense Mulakkersweg. Achter de bomen de Kleine Dommel (foto www.bjmgerard.nl )


De familie wil enerzijds rendement van de grond, maar anderzijds niet het onderste uit de kan en heeft daarom aanbiedingen van projectontwikkelaars afgewezen, die er alleen maar zoveel mogelijk panelen wilden dumpen. In plaats daarvan is gekozen voor een opzet met 18 hectare nieuwe natuur en 18 hectare zonnepark. Men kon op met dit uitgangspunt op pachtbasis tot overeenstemming komen met Vattenfall. De Nuenense energiecoöperatie Morgen Groene Energie (MGE) is gevraagd voor het participatiedeel.

De Kleine Dommel bij de Collseweg (foto www.bjmgerard.nl )


Tegen het plan ontstond meteen aan beide kanten een handtekeningenactie en dat in een gemeente die nog geen beleid heeft (Nuenen) of geen enthousiast beleid (Eindhoven).

Het leek mij zonde dat een dergelijk plan geen reële kans zou krijgen.
Maar op dat moment was het plan alleen nog via de pers bekend, en het verdient geen aanbeveling om alleen op basis van artikelen uit de tweede hand een oordeel  klaar te hebben.

Vandaar dat ik een kennismakingsgesprek aangevraagd heeft om mij nader te laten informeren.
Het gesprek met Vattenfall heeft inmiddels plaatsgevonden tussen twee mensen van Vattenfall enerzijds, Linda van Driel van Trefpunt Groen Eindhoven (TGE) en mij anderzijds.
Op het moment dat dit artikel geschreven wordt heeft het gesprek met Morgen Groene Energie nog niet plaatsgevonden (afspraak staat op de rol).
Evenmin ligt er ten tijde van dit artikel al een eindoordeel.
Ook Vattenfall zelf is nog met de omgeving in gesprek. Er is een klankbordgroep gevormd (met best veel aanmeldingen en in den beginne Coronaproblemen en nu twee keer geraadpleegd), er is een eerste opzet van het visiedocument, maar het loopt allemaal nog. Dat geldt ook voor het participatietraject.
Wat in elk geval vaststaat is dat de aansluiting op het middenspanningsnet in het nabijgelegen verdeelstation geregeld is.

Dus nog geen ronkende steunverklaringen, maar vooralsnog ter informatie twee schetsen uit de eerste versie van het plan (zie de website).


Ligging van de zonnevelden

Update dd 02 december 2022

De stand van zaken dd december 2022 is dat voor de gemeente Eindhoven het plan bespreekbaar lijkt (zonder dat er al vastigheid is), en dat de gemeente Nuenen in zijn coalitieprogramma de oprichting van grondgebonden zonneparken in deze coalitieperiode afwijst.
Het Nuenense coalitieprogramma bevat echter ook wat kapstokhaakjes, waardoor het mogelijk lijkt dit specifieke plan als uitzondering op de politieke agenda te zetten. Het betreft bijvoorbeeld omgang met een gestopte landbouwfunctie, en ene verwijzing naar nieuw provinciale en landelijk beleid dat van kracht geworden is na het opstellen van het huidige coalitieakkoord (zoals het provinciale Beleidskader Natuur 2030 en de recente Water en Bodem sturend-brief van de regering.

Ik heb daarom een brief gestuurd aan B&W en de gemeenteraadsleden van Nuenen met een argumentatie waarom het Kleine Dommelplan een serieuze kans verdient in de Nuenense gemeentepolitiek.
Deze brief is te vinden op

Gebiedsblik aan de Eindhovense kant, met in de verte het verdeelstation aan de Daalakkersweg, waarop al een middenspanningsaansluiting voor het plan gereserveerd is (foto www.bjmgerard.nl )

Kan de zomer-Maas nog genoeg drinkwater leveren? (Update dd 19 juli 2022)

Kort na elkaar stonden er in  de pers twee met elkaar botsende artikelen.

In de NRC stond op 24 juni 2022 een artikel dat de bestuurders van RIWA-Maas hun zorgen uitspraken over het zomervolume van de Maas ( www.nrc.nl/nieuws/2022/06/23/tekort-drinkwater-uit-maas-dreigt-a4134542 ). Onder dit samenwerkingsverband valt ook het drinkwaterbedrijf Evides, dat drink- en industriewater levert in  West-Brabant, en dat voor 80% afhankelijk is van Maaswater. De zorgen betreffen het volume zelf, en in indirecte zin de verouderde lozingsvergunningen, die niet aangepast aan de lagere afvoeren van de Maas. Daardoor nemen vervuilingsconcentraties toe tot boven de waarde dat er nog mee te werken valt.
Zie ook Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open .

Vier dagen later stond in het Eindhovens Dagblad dat Rijkswaterstaat en de waterschappen in Oost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg een Waterakkoord hadden afgesloten waarin de inlaat van Maaswater werd verhoogd van 3,8 naar 5,8m3/sec. Dit om het Natura2000-gebied De Peel nat te houden en aangrenzende boerderijen te beregenen.
Dat de twee berichten op gespannen voet staan met elkaar, was overigens de heren van het Waterschap Aa en Maas ook al opgevallen. We zien wel en in geval van nood wint het drinkwater.

De Maas is van oudsher een grillige regenrivier en het klimaat maakt die grilligheid naar boven en naar beneden steeds extremer. Dat zeggen alle modellen van het KNMI. De laagtes kunnen makkelijk een eind onder de 50m3/sec duiken, zegt het op de KNMI-gegevens gebaseerde Maasmodel van Deltares ( www.deltares.nl/nieuws/klimaatverandering-raakt-ook-drinkwaterproductie-maas ).
Dan is een inlaat van 5, 8m3/sec bepaald geen verwaarloosbare hoeveelheid meer.

De boeren in ZO-Brabant hebben meer problemen dan alleen hun stikstof die door de lucht vliegt. Beregenen wordt ook een dingetje…

De overstroming in Valkenburg van juli 2021 staat overigens net niet meer in het Deltares-model.
Zie ook Waarom de Limburgse over-stroming een klimaatcomponent had en hoe dat werkt .

Sentinelbeeld van de overstroming langs de Maas op 15 juli 2021

Ik heb voor de SP in de provincie heeft vragen opgesteld over de gang van zaken, de achterliggende bestuurlijke verhoudingen, de drinkwaterverzorging en de lozingsvergunningen. De vragen zijn ingediend door woordvoerder Irma Koopman. De tekst van de vragen is hier vinden

Update dd 19 juli 2022

Op 19 juli 2022 heeft GS de vragen beantwoord. Daaruit blijkt dat, anders dan gedacht, heel Brabant voor zijn drinkwater afhankelijk is van grondwater, dus ook West-Brabant. De geschetste Maas-problematiek is relevant, maar voor Zeeland en Zuid-Holland. Het Maaswater dat Evides met steeds meer moeite wint, gaat via de spaarbekkens in de Biesbosch naar deze provincies.
Daarna houdt de provincie alle vragen over kwaliteit en hoeveelheid van het Maaswater af. IN het genoemde Waterakkoord tussen Waterschap Aa en Maas en Rijkswaterstaat is de provincie geen partij.
Voor de beantwoording zie

EBN en Energie Samen onderzoeken geothermie voor burgerinitiatieven

Ter inleiding
Energie Beheer Nederland (EBN BV) is een 100% staatsbedrijf dat als agent de belangen van de Staat der Nederlanden bij energiewinning op eigen grondgebied helpt uitvoeren. Tot voor kort betekende dat gas en olie (dus EBN BV was de feitelijke zakenpartner van de NAM in Groningen).
EBN diversifieert en is de laatste jaren aan het schuiven richting klimaatbeschermende activiteiten, voor zover daarbij energie en materie de grond in en uit gaan (bijvoorbeeld CO2 – opslag en geothermie). Voor een Wikipedia-artikel zie https://nl.wikipedia.org/wiki/EBN  en voor EBN zelf zie https://www.ebn.nl/ .

Energie Samen is de landelijke koepel en belangenorganisatie van energiecoöperaties en andere collectieve energie-initiatieven ( https://energiesamen.nu/ ).

Beide samen gaan onderzoek doen naar de mogelijkheden om geothermie (aardwarmte) voor bewonersinitiatieven te onderzoeken. De website van EnergieSamen heeft dit gepubliceerd op https://energiesamen.nu/nieuws/2301/ebn-en-energie-samen-onderzoeken-geothermie-voor-burgerinitiatieven .

Ik geef hieronder eerst het persbericht, en daarna voeg ik er nog wat eigen commentaar aan toe.

SCAN seismisch onderzoek naar geothermie_lijn 46 Bergen(L) – Deurne

EBN en Energie Samen onderzoeken geothermie voor burgerinitiatieven

Energie Samen gaat samenwerken met Energie Beheer Nederland (EBN) om de mogelijkheden van geothermie (aardwarmte) voor bewonersinitiatieven te onderzoeken.

EBN en andere geothermiebedrijven willen meer samenwerken met partners aan de vraagkant om het gebruik van geothermie in de gebouwde omgeving te kunnen versnellen. Door samen te werken met Energie Samen wil EBN onderzoeken of en hoe geothermie via bewonerscollectieven ontwikkeld zou kunnen worden.

De Energie Samen dienst Buurtwarmte is opgezet om bewonerscollectieven in de warmtetransitie in staat te stellen een volwaardige rol te spelen in de ontwikkeling en exploitatie van de warmtevoorziening. Energie Samen is geïnteresseerd in alle beschikbare (duurzame) technologische oplossingen of technologiemixen, dus ook in geothermie.

Het doel van het samenwerkingsproject is kennis en ondersteuning bieden voor samenwerking op het gebied van geothermie voor verwarming van de woningen. Natuurlijk is zeggenschap en delen in de opbrengsten van bewoners hierbij op een goede manier geregeld en in balans gebracht met de financiële inbreng, draagkracht, capaciteiten en risico’s.

Energie Samen en EBN gaan eerst een gezamenlijke visie ontwikkelen over geothermie als warmtebron en de rol van bewonerscollectieven in deze warmteketen. Deze visie moet antwoord bieden op vragen als:

  • hebben bewoners een belang bij zeggenschap in de warmteketen in het algemeen en in de warmtebron in het bijzonder, en wat is dat belang?
  • welke governance-modellen zijn mogelijk die bewoners medezeggenschap bieden?
  • welke kennisniveau is gewenst bij bewonersinitiatieven?
  • welke vorm van professionele ondersteuning is nodig?
  • welke financieringsmechanismen zijn nodig om toegang tot de geothermiemarkt te krijgen?

Het toekomstperspectief dat EBN en Energie Samen samen opstellen wordt getoetst bij de branchevereniging Geothermie Nederland, en de achterban van Energie Samen. Vervolgens worden ook andere samenwerkingspartners betrokken, zoals warmtebedrijven en gemeenten. Energie Samen heeft vorig jaar een Werkgroep Geothermie opgestart, deze werkgroep werkt mee aan de uitvoering van het project. Het toekomstperspectief wordt straks via webinars met de leden van Energie Samen gedeeld.

Lees ook de notitie Geothermie voor lokale warmte-initiatieven


Potentiele geothermiegebieden in Brabant

Commentaar:

De slaagkans van geothermie is zowel onder als boven de grond geen uitgemaakte zaak.

Ondergronds
Er wordt in Noord-Brabant al jaren nagedacht over geothermie. Het heeft een plek in de provinciale beleidsdocumenten en er is al indicatief onderzoek gedaan, zie bovenstaande afbeelding. Zie https://www.bjmgerard.nl/%ef%bb%bfgeothermie-in-brabant/ .
Het onderzoek  is zelfs zeer indicatief. Het geeft alleen p[ macroschaal aan waar men op basis van geologische kenmerken in principe aardwarmte zou kunnen verwachten (men herkent duidelijk de geologische contour van de Brabantse slenk). Maar tussen droom en winning ligt de fase van het gedetailleerde onderzoek, want van grote delen van de Nederlandse ondergrond bestaat weinig detailkennis. Dat wordt nu ondervangen met het nationale SCAN-onderzoek ( https://scanaardwarmte.nl/ ). De openingsafbeelding geeft de resultaten weer van systematisch seismisch onderzoek langs de lijn Bergen(L) – Deurne.
Zelfs met deze detailkennis ontkomt men niet aan proefboringen.

Naast kansen brengt geothermie ook risico’s met zich mee, zo stelde bijvoorbeeld het Staatstoezicht Op De Mijnen (SODM). Die zijn bij oordeelkundige bedrijfsvoering wel oplosbaar, maar er liepen dd het advies in 2017 teveel enthousiaste amateurs rond.
Je moet bijvoorbeeld uit de buurt van geologische breuken blijven, en daarvan zijn er in Brabant en Limburg nogal wat.
In NBrabant werkt één glastuinbouwbedrijf met aardwarmte, namelijk in Zevenbergen.
Een ambitieus project in Deurne is in een sof geëindigd, ook vanwege de bankencrisis en de stikstof, maar vooral omdat het te dicht op de Peelrandbreuk en een zijbreuk daarvan lag.
Twee locaties bij Venlo zijn vanwege een lichte aardbeving (tijdelijk?) stilgelegd door SODM.

Het valt allemaal wel te ondervangen met protocollen en veiligheidsmaatregelen, maar dan moeten die wel genomen en nageleefd worden.

Bovengronds
De in het persbericht genoemde “notitie Geothermie voor lokale warmte-initiatieven” beschrijft dat het erg meevalt bij de glastuinbouw en erg tegenvalt in de gebouwde omgeving.

Aardwarmte pomp paprikakwekerij Zwinkels Wervershoof (NHolland)

Het succes in de glastuinbouw is eenvoudig te verklaren: één of enkele grote bronnen, één grote afnemer of hooguit enkele grote geselecteerde medeafnemers, beperkte transportproblemen, weinig onzekerheid, een en ander in één hand en verder geen gezeur.

In de gebouwde omgeving ligt het geheel anders.
Volgens de eerder genoemde brochure notitie Geothermie voor lokale warmte-initiatieven zijn er ruim honderd groepen in Nederland die iets met warmte willen (aldus onderzoekster Schwencke), waarvan er 14 een rechtspersoon zijn, en van welke ruim 100 er mogelijk een handvol  misschien iets met geothermie gaan doen (Ypenburg bij Den Haag, Berkum bij Zwolle, het Traais Energie Collectief ( www.bjmgerard.nl/tec-wil-energieneutraal-terheijden-wat-betekent-dat/ ) en Bolsward. Dat is binnen het bereik van de bevolkings-energiecoöperaties van Energie Samen.

Op https://geothermie.nl/geothermie/locaties-in-nederland/ zijn alle lopende projecten te vinden. Die zijn buiten het domein van EnergieSamen. Ook daar bestaan coöperaties, maar dan zijn dat bedrijvencoöperaties (bijvoorbeeld van tuinders).
Als men de lijst achter deze link afloopt op wat er nu al draait of met grote zekerheid binnenkort gaat draaien, levert dat de volgende lijst van projecten die combi zijn (glastuinbouw en woonwijken) of alleen aan woonwijken leveren:

  • Ammerlaan TGI aan 24 kassen, meerdere bedrijven, een middelbare school, een zwembad en bijna 600 woningen;
  • Aardwarmte Vogelaer in Poeldijk die nu aan de glastuinbouw levert, maar straks aan 424 woningen in Monster;
  • aardwarmte-installatie Haagse Aardwarmte Leyweg (HAL) aan ca 2000 woningen (uitbreidbaar);
  • het Mijnwaterproject Heerlen dat warmte levert aan een heleboel woningen en andere gebouwen (zie https://mijnwater.com/ en https://www.bjmgerard.nl/warmte-in-brabant/ )
  • Trias Westland 2 levert aan glastuinbouw en 345 woningen in Naaldwijk;
  • Warmte van Leeuwarden, een initiatief van Bouwgroep Dijkstra Draisma, Ennatuurlijk, EBN en Shell moet vanaf december 2022 warmte gaan leveren aan heel veel woningen en is nu in het teststadium;
  • Geothermie Plukmade BV t.b.v. de kassen en de voeding van het Amernet;
Aardwarmteinstallatie glastuinbouwproject Vierpolders

Het gebrek aan succes in de gebouwde omgeving is even eenvoudig te verklaren als het negatief van de glastuinbouw: kilometers distributienet, piekbelastingen versus gemiddelde belastingen, noodzaak tot opslag en vele duizenden kleine afnemers, wet- en regelgeving, geld en negatieve gevoelens. Op dit moment vertillen bevolkings-energiecoöperaties zich daaraan.

Er moet politiek het nodige gebeuren. Het “Adviesrapport Geothermie in de Gebouwde Omgeving” van de Geothermiesector (april 2021) stelt het als volgt “Als we de potentie van geothermie in de gebouwde omgeving willen ontsluiten dan zal, naast de noodzakelijke verdere professionalisering, innovatie en kennisdeling waar de sector zelf al aan werkt, het ontwikkeltraject voor geothermie korter, planbaarder, voorspelbaarder en met meer (financiële) zekerheden moeten worden omgeven. Daarnaast moet de ontwikkeling van geothermie optimaal worden ingepast in de ontwikkeling van de gehele warmteketen.
Alleen dan ontstaat er een haal- en betaalbaar ontwikkeltraject.” .

Mogelijk helpt het dat de grote jongen EBN de vele kleine jongens van Energie Samen gaat helpen. Die samenwerking blijft, blijkens het persbericht, beperkt tot de bovengrondse problematiek. Onder de grond blijven vooralsnog de grote jongens de baas.
Maar we zullen zien wat er uitkomt. Misschien verzint men wel wat creatiefs.

Het Heerlense centrumproject Maankwartier draait geheel op het Mijnwaterproject

Energieopslag in ijzerpoeder – open dag Metalot

zuiver ijzerpoeder

De TU/e, het studententeam en Metalot
Er is  dringende behoefte aan methodes om hernieuwbaar, dus op gasloze wijze, hoge temperaturen te kunnen bereiken, en dat vereist opslagmethoden.

Een techniek wordt ontwikkeld op o.a. de TU Eindhoven in het studententeam Solid ( https://teamsolid.org/ ).
Bij het project hoort een Visiedocument Iron Power ecosystem, die te vinden is op https://www.metalot.nl/kennisportal/ . Daar staat ook een haalbaarheidsstudie van TNO die voor enkele scenario’s inschat wat het kost per kWh.
Enkele afbeeldingen en beweringen in dit artikel komen uit dit visiedocument.

De concretisering wordt verder aangejaagd door het kenniscentrum Metalot, een samenwerkingsverband van de TU/e, de zinkfabriek Nyrstar, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Cranendonck.

Op 21 mei 2022 hield Metalot een Open Dag in zijn pand in Budel. Mijn vrouw en ik hebben er een dagje elektrisch fietsen tegenaan gegooid om daar te gaan kijken. Enkele foto’s komen van die open dag.

Het beginsel
De techniek zit in principe simpel in elkaar.

Zoals alle opslagprocessen, heeft dit proces een voorkant waar de gebruiker zit, en een achterkant die regenereert.

Aan de voorkant van de cyclus gaat fijnverdeeld zuiver ijzer een verbrandingsreactie aan met zuurstof uit de lucht. Het is in feite de alledaagse roestreactie, maar dan extreem versneld omdat het ijzer erg fijn verdeeld is.
De nettoreactie is 4Fe + 3O2 geeft 2Fe2O3 . Volgens de tabellenboeken zou dat op basis van zuiver ijzer 14,7MJ/kg opbrengen, maar omdat ijzerpoeder een mengsel van lucht en ijzer is, brengt de reactie in praktijk 7,2MJ per kg ijzerpoeder op. Ter vergelijking: de verbranding van vloeibare waterstof levert per kg 13,3MJ op en van ammoniak 15,7MJ.
De verbranding haalt desgewenst met gemak het smeltpunt van ijzer (1535°C – het ijzer is tijdens het verbrandingsproces vloeibaar). In praktijk hoeft de op te warmen materie zelden warmer te worden dan 1000°C.
Ter vergelijking: de universele gasbrander van de GAMMA haalt volgens de advertentie maximaal 1300°C, een acetyleenbrander om te lassen haalt 3100°C en een gasoven 280°C.

Aan de achterkant moet het ijzeroxide weer omgevormd worden tot zuiver ijzer. Dat gebeurt met waterstof (waarmee dit opslagsysteem dus een van de vele claims op duurzame waterstof is). Er bestaan hiervoor in praktijk drie systemen, waarvan de bespreking hier te ver voert.
Alle opslagsystemen kennen verliezen. Je moet aan de regeneratiekant meer energie toevoeren dan er aan de gebruikskant vrijkomt. In dit geval bij elke 100MJ uit ongeveer 125 tot 140MJ in.

Benchmarktabel met andere opslagmechanismes

Voor- en nadelen en klimaat en milieu en waar de waterstof gemaakt wordt
Het systeem heeft eigenlijk weinig nadelen

  • het systeem legt een claim op hernieuwbare waterstof
  • het systeem heeft omzettingsverliezen zoals alle opslagsystemen
  • Het voornaamste fysieke nadeel is dat ijzerpoeder zwaar is (pakweg 3kg/liter) en vast is (wat moeilijk te verenigen is met subtiele kleppensystemen), en dat het systeem groot is. Je moet er geen vliegtuig op willen laten vliegen.
    Het systeem is vooral geschikt voor statische en drijvende toepassingen, zoals een stoomketel (zie het eerdere verhaal over een experiment bij Bavaria op https://www.bjmgerard.nl/roestbier/ ), of bijvoorbeeld voor de backup van een stadsverwarming, of op een boot.
  • Het ijzerpoeder is fijn stof in de grootte-categorie van 20 – 50µm (grof stof), maar het is bedoeld als gesloten systeem. Voor de zekerheid zit er ook een HEPA-filter op, maar het is de bedoeling dat dat niet nodig is (o.a. omdat het in een mum van tijd vol zit als het wel nodig is).

Moeilijk in te schatten, maar mogelijk om en nabij neutraal, is de prijs per MWh.
Mede op gezag van TNO noemt het Visiedocument voor hete stoom uit ijzer dat geregenereerd is in Saoedi-Arabië, verscheept naar Rotterdam en verder, en toegepast op industrieterrein Moerdijk, all-in op ca 9 cent/kWh. Waterstof met de pijplijn uit Saoedi_Arabië of waterstof uit de Noordzee (waarna in beide gevallen regeneratie in Nederland) komen ook op ongeveer dat bedrag.
Het Visiedocument meent dat het ETS de aardgasprijs ook zal opjagen tot ongeveer 9 cent/kWh.
Maar in de politieke omstandigheden van dit moment is elke prijsaanname van aardgas een slag in de lucht.

Tijdens de Open dag sprak inleider Managing Director Langereis van Metalot over transport naar en vanuit Australië. Dat om praktische redenen: Australië heeft een hoop woestijn waar je waterstof kunt maken, en heeft al een ertsoverslagstructuur (en geen geopolitieke problemen). Maar Spanje of Griekenland (als men in de EU zelfvoorzienend wil zijn) of Marokko zou in principe ook kunnen.

De mondiale waterstofprijs volgens het IEA, op basis van zon en wind op het land, op de lange termijn


Voordeel is

  • dat het systeem simpel werkt (o.a. omdat het bij normale luchtdruk werkt),
  • simpel transporteert. Het is een stuk eenvoudiger om het roestpoeder naar de waterstof te brengen dan andersom.
  • De grondstof is ongevaarlijk, ruim beschikbaar en gaat in beginsel onbeperkt lang mee
  • De eigenlijke kern van het systeem is per definitie klimaatneutraal als de waterstof met duurzame stroom wordt vervaardigd.
  • Om de eigenlijke kern heen zitten voorzieningen (met een modieuze term ‘ecosysteem’ genoemd) die (nog) niet klimaatneutraal zijn. Bulkcarriers verbruiken verrassend weinig energie, maar wat ze gebruiken is nog fossiel.
    Een lading ijzerpoeder moet eerst geprepareerd worden, en dat gaat ook nog via fossiel.
    Al met al brengt een GJ via de ijzerpoederroute, all-in, momenteel 11kg CO2 de lucht in (waarvan het meeste voor rekening van de boot). Voor aardgas is dat 56kg.
    In theorie kunnen de aanpalende voorzieningen teruggebracht worden tot bijna 0kg CO2 .
  • De verbranding loost geen zwaveloxide (zit niet in de brandstof)
  • De verbranding produceert ultra-weinig stikstofoxiden (onder andere omdat het bij atmosferische druk is). De emissiefactor is 10gr NOx/GJ (een Euro6-diesel op een gewone buitenweg zit ergens rond de 330gr/GJ

De Open Dag
Inhoudelijk is hierboven alles al wel verteld. Nog wat foto’s.

Proefinstallatie voor verbranding bij Open Dag Metalot dd 21 mei 2022 in Budel. In het midden het verbrandingsvat met aan- en afvoerpijpen, het groene blok links bevat een HEPA-filter.
Deze demonstratiemachine moet 0,5 tot 1,0 MWthermisch kunnen gaan leveren.
Managing director Metalot Erik Langereis

Provincie ontwerpt TVW-viewer

Ik heb, al weer een tijd geleden, op deze site een artikel geplaatst over het Brabants Warmtebronnenregister. Dat is waar je overal restwarmte, biomassawarmte en andere bronnen kon vinden. Zie https://www.bjmgerard.nl/update-warmtebronnenregister-dankzij-brabantse-bedrijven/ .

Nu schrijft Niek Brinkman, onder dankzegging voor mijn eerdere artikel, dat hij voor de provincie een viewer gemaakt die de Transitie Visie Warmte (TVW) in Brabant in kaart gebracht heeft. Ik heb dit maar als een reactie op mijn site opgevat en heb het bijgevoegde artikel grotendeels hieronder afgedrukt.
Het oude warmtebronnenregister is er meteen geüpdated.

De viewer is rechtstreeks te vinden op

https://noord-brabant.maps.arcgis.com/apps/MapSeries/index.html?appid=10292284d5024bea9e3e9e594d110eb3


Vanaf vandaag is de ‘TVW-viewer’ toegevoegd aan het Brabantse Warmtebronnenregister. De TVW-viewer is een handige tool waarmee gemeenten, provincie en andere professionele stakeholders inzicht krijgen in de door Brabantse gemeenten opgestelde Transitievisie Warmte (TVW). “Zie het als een middel om met elkaar in gesprek te gaan over de kansen en knelpunten voor een regionale samenwerking”,  aldus Niek Brinkhof, projectleider ‘TVW-viewer’ bij het Expertiseteam Warmte Noord-Brabant (ETW).

De warmtetransitie gaat richting een uitvoeringsfase nu bijna alle Brabantse gemeenten een Transitievisie Warmte hebben opgesteld. Nu de visies af zijn, is het nu tijd om ze uit te voeren. ‘De Brabantse ‘RES-regio’s’ gaan de komende periode de viewer intensief gebruiken in het onderzoek naar samenwerking en haalbaarheid bij het toepassen van alternatieve warmtebronnen,’ voorspelt Brinkhof. De viewer geeft de mogelijkheid om te gluren bij de buren.

Gluren bij de buren
Wat doet de buurgemeente met hun warmtetransitievraagstuk? Denken zij gebruik te gaan maken van aquathermie of geothermie? Zitten we elkaar in de weg? Of kunnen we juist samen optrekken? Kortom: het biedt een mogelijkheid om lokaal samen te werken bij het onderzoeken van mogelijke inzet en uitvoeren van alternatieve warmtebronnen. “De viewer geeft een goed overzicht van wat gemeenten hebben gezegd over lokale ambities, alternatieve warmtebronnen en uitvoeringsgerichtheid”, aldus Brinkhof.

Brabantse Warmtebronnenregister

De TVW-viewer maakt onderdeel uit van het Brabantse Warmtebronnenregister. Deze geeft een geografisch overzicht van huidige en potentiële warmtebronnen in Brabant. In samenwerking met de Brabantse ‘RES-regio’s’ (Regionale Energiestrategie) is het Brabantse Warmtebronnenregister nu dus uitgebreid met de ‘TVW-viewer’.

Zo helpt de TVW-viewer in de praktijk
Door vier samenwerkingsbijeenkomsten met de RES-regio’s West-Brabant, Hart van Brabant, Noord-Oost Brabant en Metropoolregio Eindhoven, is inzicht en overzicht gecreëerd van waar Brabantse gemeenten en hun warmtetransitievraagstuk. In de bijeenkomsten spraken zij over lokale ambities, alternatieve warmtebronnen en uitvoeringsgerichtheid. Volgens Niek wierp het direct zijn vruchten af. “Met behulp van de ‘TVW-viewer’ hebben we in deze regionale sessies vastgesteld dat er volop kansen zijn om gezamenlijk de potentie van verschillende warmtebronnen te onderzoeken. Maar ook dat er behoefte is om inzicht te krijgen in mogelijkheden en knelpunten voor regionale elektriciteit en warmte infrastructuur”.

Test de TVW-viewer

Meer informatie op de Linkedinpagina van het ETW

De TVW-viewer is ontwikkeld door het Expertiseteam Brabant in opdracht van de Provincie Noord-Brabant. Het geeft inzicht en overzicht van wat Brabantse gemeenten in hun TVW hebben opgeschreven over hun ambities en de inzet van mogelijke alternatieve warmtebronnen. Ook krijgen we een beeld in welke 157 Start- en Verkenningswijken, gemeenten aan de slag gaan.

Houd de LinkedInpagina van het ETW in de gaten. De komende tijd worden daar demovideo’s over de viewer gedeeld. Direct contact over de ‘TVW-viewer’? Neem contact op met Niek Brinkhof (NBrinkhof@brabant.nl) of neem een kijkje op Energiewerkplaats Brabant.

Fotosessie op 12 juni 2022 voor klimaat in Eindhoven

Op zondag 12 juni, van 13.30 tot 13.50 uur, vond op het bordes van de Catharinakerk in Eindhoven een korte manifestatie plaats ter voorbereiding van de Klimaatmars in Rotterdam een week later.

De Rotterdamse Klimaatmars vindt plaats:
op zondag 19 juni
om 13.00 uur
vanaf de Binnenrotte in Rotterdam

Hieronder wat foto’s van de actie bij de Catharinakerk.

Organisator Inge Kouw aan het woord (foto a. Thurau)
Foto Berry de Jong
Foto Berry de Jong
Wethouder Rik Thijs (GrL) aan de megafoon (foto Marta Resink)
Ik in gesprek met een agent die een flyer wilde en nog van niks wist

Zie verder https://fb.me/e/1vpvcYhnr

Voorstel tot campagne energieopslag in MRE-gebied (enkele updates 06 aug)

Ik heb als woordvoerder van Milieudefensie Eindhoven aan het bestuur van de Metropoolregio Eindhoven, aan de gemeenteraden en Colleges van B&W in de 21 MRE-gemeenten, en aan de Stichting Brainport en de uitvoeringsorganisatie Brainport Development NV een voorstel gedaan om in het MRE-gebied te komen tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen, onder publiek of coöperatief beheer, met als speerpunt de belangen van huishoudens en de energieopslag op bedrijventerreinen.

Net in die tijd kwam, voor velen als een verrassing, de boodschap dat Tennet, de exploitant van het hoogspanningsnet, aan zijn limiet zat en voorlopig geen groot-aansluiting meer kon doen.

Kort ervoor kwam ook een memo uit van Gedeputeerde Spiering van GS NBrabant over energieopslag, zie

Het geeft aan hoe hot het item is.
Het tekent echter ook de situatie dat dit memo alleen maar mogelijke technieken beschrijft (dat doet het memo overigens op zich goed), maar dat het geen woord wijdt aan bestuurlike inspanningen om van al die ideetjes één grote georkestreerde werkelijkheid te maken. Uit niets blijkt dat de overheid hier een leidende sleuteltaak voor de overheid zelf ziet. De markt zal het wel moeten doen.

Er bestaat ook al een Nationaal Actieplan Energieopslag en Conversie (2020), https://www.fme.nl/nationaal-actieplan-energieopslag-en-conversie , maar dat is van de industriewerkgeversorganisatie FME en dus moet de markt het doen.

UIt alles blijkt dat waar het meeste behoefte aan is, goed overheidsoptreden is waarvan de kosten voor een deel publiek zijn,en de baten ook. De huidige situatie vraagt meer om een politieke dan om een technische revolutie.

Hieronder de integrale tekst van de brief (de afbeeldingen horen niet bij de brief).

Verdeelstation aan de Eindhovense Daalakkersweg

Betreft: voorstel tot campagne energieopslag in MRE-gebied

                                                                                                                                                             Eindhoven, 10 juni 2022

Aan de (aanstaande) Colleges van B&W en de gemeenteraden in het MRE-gebied
Aan de MRE
cc aan de Stichting Brainport en Brainport Development

Geachte volksvertegenwoordigers, geachte bestuurders

Er komt vanwege het klimaat en de energietransitie veel op Nederland af, en daarbinnen ook op onze regio. Uw komende zittingsperiode wordt cruciaal.

De algemene noodzaak wordt vertaald in concrete verplichtingen, die u ongetwijfeld bekend zijn:

  • 55% minder broeikasgas in 2030 (Fit for 55)
  • De in de onlangs gepubliceerde Zonnebrief aangekondigde PV op utiliteitsdaken
  • Vanaf 01 jan 2023 moeten alle kantoren label C of beter zijn
  • Er moeten vele duizenden woningen gebouwd worden, alleen al in Eindhoven
  • Het personenwagenpark verschuift richting elektrisch.
  • Oplossen van de groeiende problematiek van het midden- en hoogspanningsnet
  • De taak om 2TWH wind- en grootschalige zonne-energie op te wekken in het MRE-gebied (en vergelijkbare taken in andere RES-regio’s)
  • De taak om in 2030 ongeveer 20% van de woningen van het gas af te hebben
  • Het verduurzamen van de stadsverwarmingen
Schema van een kleine wijk rond een thermische opslag van Ecovat, zie https://www.bjmgerard.nl/energy-day-tue-bespreekt-ecovat-systeem/

Tegen deze achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven voor om in het MRE-gebied over te gaan tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen.

Uiteraard is het fenomeen energie-opslag in onze Brainportregio bekend. De TU/e houdt zich ermee bezig, en zijn bedrijven die op dit gebied diensten aanbieden en de Regionale Energie Strategie (RES) in het MRE-gebied houdt zich er mee bezig. Het betreft echter steeds losse pilots en projecten, zonder veel interne onderlinge samenhang en vaak van tijdelijke aard. Men maakt op deze wijze geen meters, bereikt geen schaal- en leervoordelen en komt niet tot standaardisatie.

Milieudefensie Eindhoven stelt voor om dat campagnegewijs wel te gaan doen. Regiobreed, georganiseerd onder publieke aansturing en met inachtname van wat in Brainportverband mogelijk is (en dat is in principe veel).

Vanuit zijn achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven het klimaat en het belang van de huishoudens als duidelijke prioriteiten. Het is denkbaar dat een campagne, zoals hier geschetst, ook tot industriepolitieke voordelen voor de regio leidt, maar die staan voor Milieudefensie niet voorop. Voor industriepolitiek zijn andere organisaties beter toegerust.
De Brainportregio moet zich met een dergelijke campagne gunstig kunnen profileren.

Een systeem om niet het stroomaanbod de vraagpiek te laten volgen, maar de vraagpiek het stroomaanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt) zou materieel hetzelfde doen als een opslagsysteem, maar Milieudefensie Eindhoven ziet op dit moment niet in hoe dat campagnegewijze georganiseerd kan worden. Experimenten hiermee zijn nuttig, vooropgesteld dat het eenvoudig is en huishoudens er financieel baat bij hebben.

Het klimaat en de huishoudens kunnen veel baat hebben bij een goed regionaal opslagsysteem:

  • Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat er meer hernieuwbare energie in een sneller tempo kan worden aangesloten. De omvormers in woningen slaan minder vaak af, de grote PV-systemen op bedrijfsdaken kunnen eindelijk ingeschakeld worden, en nieuwe wind- en zonneparken hoeven minder lang te wachten
  • Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat de levering van stroom ten behoeve van het steeds grotere aantal warmtepompen, elektrische auto’s, inductieplaten en industriële inrichtingen tot minder problemen leidt
  • Huishoudens en instellingen kunnen zich financieel verbeteren, omdat er minder stroom van het elektriciteitsnet gevraagd wordt. De energie-armoede wordt er minder door. Dit geldt des te meer als de salderingsregeling afgeschaft wordt, zoals vroeg of laat zal gebeuren.
Vliegwielopslag van S4 Energy in Almelo, zie https://www.bjmgerard.nl/leclanche-en-s4-energy-installeren-hybride-energieopslag-voor-netstabilisatie/ .

Milieudefensie Eindhoven kiest twee speerpunten:

  • Individuele of collectieve opslag van elektriciteit en warmte in of ten behoeve van woningen bij nieuwbouw of renovatie of complexgewijze verduurzaming van woningen
  • Energieopslag in elektrische, thermische of chemische vorm op bedrijventerreinen, eventueel aangevuld met onderlinge energielevering binnen het terrein. In sommige gevallen vraagt dit om betere vormen van parkmanagement.

Ter financiële dekking denkt Milieudefensie Eindhoven aan o.a. het nationale Klimaatfonds en Europese fondsen, bijvoorbeeld zoals die ter beschikking gesteld worden via het Climate Neutral Cities-project.
Ook moeten de te verwachten industriepolitieke voordelen in de regio leiden tot financiële bijdragen door begunstigde bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van gunstige aanbiedingen of in de vorm van bedrijfsinvesteringen uit eigen middelen.

Politiek en bestuurlijk wil Milieudefensie Eindhoven vooroplopende en krachtig aansturende lokale en regionale overheden, die als launching customer optreden.
De schaal van de vraag is eigenlijk die van de MRE, maar gezien de bestuurlijke verhoudingen is het wellicht het beste om de uitvoering bij de gemeente Eindhoven neer te leggen, in overleg met Brainport en een goed extern bureau.
Eventuele gecentraliseerde opslagsystemen worden publiek of op coöperatieve wijze beheerd.

Namens Milieudefensie Eindhoven,

Bernard Gerard, secretaris
bjmgerard@gmail.com
https://eindhoven.milieudefensie.nl/

Hoogspanningsleiding in het Dommeldal bij Eindhoven

Update 1

Op 05 augustus 2022 heeft het Eerselse gemeenteraadslid Jeanne Adriaans (Kernbeleid) vragen gesteld naar aanleiding van bovenstaand voorstel. Het zijn goede vragen. De vragen zijn hieronder te vinden

Update 2

Op donderdag 21 juli heeft er een videogesprek plaatsgevonden tussen enerzijds mij en iemand anders va de Eindhovense Milieudefensiegroep, en anderzijds ambtelijke beleidsmedewerkers en procesbegeleiders van de MRE en de aangesloten gemeenten. Dat gesprek liep goed.
Men is aan die kant in het geheel niet verbaasd over het voorstel. Reacties gana eerder over de organisatiewijze en de timing.

Update 3

Ik heb een gastopinie aan het Eindhovens Dagblad aangeboden over het onderwerp. Die is op 29 juli 2022 geplaatst, Zie hieronder.