Jaarrapportage Luchtkwaliteit ZO Brabant 2022

Intro
De regio Zuidoost Brabant is bijna klaar met de opbouw van een Regionaal Meetnet ILM2, dat de regio afdekt. TNO beheert het meetnet inhoudelijk en brengt elk jaar verslag uit.
Het eerste verslag ging over 2021, in welk jaar het meetnet nog in opbouw was.
Onlangs verscheen het verslag over 2022. In dat jaar zijn er vier meetstations bijgeplaatst en twee overleden, wat het totale aantal op 47 vaste en twee tijdelijke meetstations (in Nuenen) brengt. Een meetstation heet officieel een CAIRE-box.
De regio wordt verdeeld in drie hoofd-gebieden: de steden Eindhoven en Helmond (met 21 resp. 4 vaste meetstations), het Luchthavengebied (met drie vaste meetstations) en het buitengebied met 19 vaste meetstations.
Alle meetstations meten PM10, PM2.5 en PM1 (fijn stof met het getal als maximum diameter). Dit ging goed: deze categorieën hebben gemeten gedurende 98% van de tijd dat ze hadden kunnen meten.
De drie meetstations bij het vliegveld meten ook ultrafijn stof (UFP, ook wel PM0.1).
Daarnaast meten alle stations ook NO2 , maar dat blijkt lastig en gaat niet altijd goed. Het was enig passen en meten om aar een goed verslag uitte krijgen.

Naast het ILM2-net Er stonden er altijd al drie meetkasten van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) van het RIVM (Eindhoven Genovevalaan en Noord-Brabantlaan, en Veldhoven Europalaan). Deze zijn gebruikt voor controle en ijking, en dat klopt allemaal redelijk.

Welk document is waar te vinden?
Het meetnet wordt organisatorisch beheerd door de OmgevingsDienst ZO Brabant (de ODZOB). Alle Nieuwsbrieven en alle openbare documenten betreffende het meetnet zijn te vinden op https://odzob.nl/meetnet?cookie=1594390759271 . Voor 2022 zijn relevant de Aanbiedingsbrief, de Infograhic en het rapport zelf, alle over 2022.
De Infographic is dynamisch en kan hier niet als zodanig in beeld worden gebracht. Wie hem in actieve vorm wil, kan hem vinden op https://odzob.nl/file-download/download/public/2879 . Hieronder het fijnstof-scherm uit de Infographic.

Ik heb op deze site ook al geschreven over de rapportage 2021. Dit is te vinden op https://www.bjmgerard.nl/over-2021-fijn-stof-meten-in-zo-brabant/ . Kortheidshalve herhaal ik het meeste niet, dat daar al staat.
Dit  artikel linkt door naar eerdere artikelen, waarvan ik aandacht vraag voor https://www.bjmgerard.nl/luchtmeting-door-meetnetten-en-burgergroepen-in-zo-brabant/ .
De site van TNO zelf over het onderwerp is https://ilm2.site.dustmonitoring.nl/ .

Verder is in dit verband vermeldenswaard het afsluitende artikel van Milieudefensie tegen het weghalen van de Knip in de Vestdijk ( https://www.bjmgerard.nl/knip-vestdijk-slag-verloren-uitkomst-oorlog-nog-onduidelijk/ ). De concentratie zat toen (op basis van de juridisch voorgeschreven modelberekening) jaargemiddeld boven de wettelijke grens. Na de, inmiddels voltooide, herinrichting lijkt hij er (op basis van een juridisch niet tellende meting) een eind onder te zitten. Waarschijnlijk heeft de herinrichting geholpen.

De resultaten van alle meetstations in relatie tot de norm
Ik kies er wat thema’s uit. Verder verwijs ik naar 2021.

Eerst gewoon de resultaten per meetstation.


De EU-grenswaarde (die ook in  Nederland wet is) wordt in geen vervuilingscategorie op enig meetpunt overschreden (hoewel de Eindhovense Fellenoord aandacht blijft verdienen).
De WHO-advieswaarde wordt voor PM10 bijna altijd overschreden, en voor PM2.5 en NO2 altijd. Men gelieve er overigens wel rekening mee te houden dat de nauwkeurigheid van een individueel gemiddelde er 20% naast kan zitten en dat er vanwege het weer toevalseffecten bestaan.


De achtergrond
Hierboven het gangbare schema van de herkomst van luchtvervuiling.

TNO definieert de achtergrond als de waarde waaronder 10% van de metingen zit.
De nationale en grensoverschrijdende concentraties samen heten de regionale achtergrond. Die is dus in de hele regio hetzelfde.
In ZO Brabant beslaat de regionale achtergrond voor fijn stof ongeveer 60% (in de zomer) tot 75% (in de winter) van alle fijn stof. Van dat percentage komt grofweg de helft uit  natuurlijke bronnen en de helft uit het buitenland (vooral bij oostelijke windrichtingen).
Deze regionale achtergrond komt tot uiting bij meetstations ver van de bewoonde wereld (bijvoorbeeld ILM47, Oirschot Neereindseweg).

Bovenop de regionale achtergrond komt de stedelijke achtergrond. Dat is het effect van de diverse stedelijke bronnen, als die zichzelf over de nabije omgeving uitgesmeerd hebben. De regionale en de stedelijke achtergrond is wat je meet in de wat grotere Eindhovense stadsparken, zoals bijv. ILM17, Eindhoven Genneperweg.

Bovenop de stedelijke achtergrond komen verkeersintensieve pieken, zoals bijvoorbeeld de Eindhovense Kennedylaan (ILM40).

Tot hier toe dus alleen over fijnstof.

NO2
NO2 is vooral verkeergerelateerd en dus lokaler. Iets minder dan de helft van de NO2 -achtergrond komt van buiten of uit de natuur. De stedelijke achtergrond telt een hoger bedrag bij de regionale achtergrond op dan dat dat bij fijn stof gebeurt.

De verkeersgerelateerdheid blijk2t ook uit het gegeven dat NO2 een etmaalritme heeft waarin de ochtendspits en de avondspits goed herkenbaar zijn (boven). Het verkeer is gemiddeld over alle verkeersintensieve locaties.

De milieuzone
De metingen binnen en op de Eindhovense Ring laten zien (boven) dat de Eindhovense milieuzone (het gebied binnen de Ring) een beperkt, direct meetbaar, gunstig effect heeft. (Daarnaast hebben milieuzones een indirect effect omdat de tot elektrificatie van de logistiek leiden die ook buiten de milieuzone tot uiting komt. Maar dat komt in dit meetrelaas niet aan de orde bg).

Houtstook
Een deel van met name het PM2.5 – signaal komt van huishoudelijk stoken van hout.

De veeteelt
In het buitengebied waren in 2022 19 meetstations actief. Deze zijn geparkeerd met het oog op de veeteelt. Daarbij is de GCN-kaart van het RIVM gebruikt die al bekend was (Grootschalige Concentraties in Nederland, https://www.rivm.nl/gcn-gdn-kaarten ). Tien meetstations (waaronder vier betaald door een gemeente) zijn gezet waar men een laag risico verwachtte (PM10 < 1µg/m3), zes bij een middelrisico (1 – 5µg/m3), en drie bij een hoog risico (PM10 > 5µg/m3).

Het gemeten beeld wisselt. Hierboven zijn meetreeksen op zes stations, opgenomen in april 2022, te zien. Met name de meetpunten 142, 143 en 144 vertonen pieken. In de nabijheid van deze meetstations staan pluimveebedrijven, maar het is nog te vroeg voor harde uitspraken over oorzaak en gevolg.

Het vliegveld
Er staan drie meetpunten bij het vliegveld, die alle, behalve de eerder genoemde stoffen, ook op Ultrafijn Stof meten (UFS).

Door wegwerkzaamheden in de buurt zijn de PM1, -2.5 en -10 gegevens van meetpunt 114 te hoog. Deze kunnen beter niet meegenomen worden.
Om dezelfde reden (minder verkeer) zijn de NO2 – cijfers lager dan normaal.

De UFP-meting ging een tijd lang niet goed, maar dat bleek pas achteraf. Dit is aangepast door de meetperiode te veranderen in juli 2021 t/m juni 2022. Daardoor kwam men toch aan een heel jaar. Bijkomend gelukje is dat deze metingen daardoor niet beïnvloed zijn door de wegwerkzaamheden.

(De UFP-aantallen moeten * 1000)

De UFP-gemiddeldes moet men zien als het gemiddelde van heel veel korte, maar veel hogere pieken.

Op de site van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), https://bvm2.nl is een bewerking van deze passage over het vliegveld verschenen onder https://bvm2.nl/luchtmetingen-op-en-rond-eindhoven-airport-in-2022/ , waarin dieper op de resultaten wordt ingegaan. Tevens zal daar ook een apart UFP-onderzoek besproken worden, dat TNO met gevoeliger meters op het platform van Eindhoven Airport in 2022 uitgevoerd heeft, buiten het hier besproken regionale onderzoek om.

Bij nader inzien stond er in dit tweede artikel zoveel nieuws, dat ik het ook op mijn eigen site gezet heb. Zie het volgende atikel onder www.bjmgerard.nl/luchtmetingen-op-en-rond-eindhoven-airport-in-2022/ .

(Infographic Luchthavengebied)

Europese landen stoppen meer geld in asfalt dan in rails en dat moet anders van Greenpeace

Over de periode 1995-2018 gaven de gezamenlijke Europese landen €1500 miljard uit aan nieuw asfalt, en €930 miljard aan nieuwe spoorlijnen. Dat is 66% meer.
Over de periode 2028-2021 was het verschil in financiering 21%.
Over de periode 1995-2018 gaven de gezamenlijke Europese landen €130 miljard uit aan infrastructuur voor de luchtvaart, waaronder voor twaalf nieuwe vliegvelden.

Waar wat te vinden is
Dat staat in het rapport, dat het Wuppertalinstituut für Klima, Umwelt, Energie gGmbH ( www.wupperinst.org )  en de T3 Transportation Think Tank ( www.t3-forschung.de ) op 19 september 2023 hebben uitgebracht op verzoek van Greenpeace Europa. Met ‘Europa’ wordt bedoeld de EU27, het UK, Noorwegen en Zwitserland.
Het persbericht van Greenpeace is te vinden op https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46794/europe-lost-15000-km-of-rail-built-30000-km-of-motorway-since-1995/ .

De volledige studie is te vinden op https://greenpeace.at/uploads/2023/09/analysis_development-of-transport-infrastructure-in-europe_2023.pdf .
Er is een fact sheet, die men kan lezen als een samenvatting, op https://greenpeace.at/uploads/2023/09/factsheet_key-findings-and-country-data_transport-infrastructure-report_september-2023.pdf .

Meer feiten
Van 1995 tot 2020 is de totale lengte van de snelwegen in de 30 landen gegroeid van 51494km naar 82493km. Dat is met 60% . Dat ligt echter sterk verschillend van land tot land.

Gelijktijdig  is de totale lengte van het spoorwegnet in de EU + UK (passagier + vracht + tram/metro samen) met 6,5% afgenomen van 241.470km naar 225820km. Dit betreft grotendeels regionale lijnen in Duitsland, Polen en Frankrijk. Er staat een minder grote uitbreiding van het HSL-net tegenover.
Ook dit ligt sterk verschillend van land tot land. In Letland is het railnet met 23% gekrompen, in Spanje is het met 14% gegroeid.
Ruim 2500 stations zijn tijdelijk of permanent gesloten.

In Nederland steeg de totale lengte snelweg in de beschouwde periode van 1927km naar 2428km (dat is met 26%). Dat kostte bij elkaar €47 miljard.
Het Nederlandse railnet werd 12,4% langer. Dat kostte bij elkaar €22 miljard. De totale spoorweglengte in Nederland is nu 3200km (CBS). Daarvan is 90km HSL.
Er ging 34km spoor dicht (op drie lijnen), waarbij 17 stations sloten. Twee van de drie lijnen zouden met weinig moeite heropend kunnen worden.
In 2003 ging er een nieuwe baan op Schiphol open (de Polderbaan) a raison van €0,34 miljard.

De opinie van Greenpeace
Greenpeace wijst erop dat een passagier-kilometer met de trein in Europa gemiddeld 77% minder broeikasgassen uitstoot dan een passagier-kilometer auto.
In de beschouwde periode is de uitstoot van broeikasgassen door de transportsector in de EU met 15% gestegen. Deze sector is daarmee de enige sector die zijn broeikasgasemissies niet teruggebracht heeft.

Greenpeace eist dan ook:

Verplaats geldstromen van weg- en luchtvervoer naar spoorvervoer, openbaar vervoer en niet-gemotoriseerde vervoerswijzen:

  • Verhoog de regionale, nationale en Europese overheidsfinanciering voor echt duurzame vervoersoplossingen en bouw een dicht openbaar vervoernetwerk dat niemand achterlaat.  Toekomstige debatten over de EU-begroting moeten leiden tot massale investeringen in de verbetering en modernisering van de bestaande spoorweginfrastructuur om het spoor een toegankelijke optie voor mensen te maken, ook in landelijke en perifere gebieden, en tot aanvullende financieringsbronnen om ontbrekende schakels te sluiten en knelpunten weg te werken voor grensoverschrijdend verkeer in de EU.
  • Overheidsfondsen (incl. cohesiefondsen van de EU, Connecting Europe Facility, leningen van de Europese Investeringsbank, leningen van de Europese Investeringsbank, nationale begrotingen) mogen niet worden verspild aan uitbreiding van snelwegen en luchthavencapaciteit om extra koolstofintensieve vervoerswijzen te voorkomen. Het geld van de belastingbetaler moet uitsluitend gericht zijn op de overgang van een op de auto gericht transportsysteem naar een eerlijk en duurzaam mobiliteitssysteem.
  • Stop alle subsidies voor fossiele brandstoffen aan de transportsector, behalve die welke die rechtstreeks ten goede komen aan minder bevoorrechte mensen (bv. de woon-werkvergoeding voor mensen zonder toegang tot openbaar vervoer). Belastingvrijstellingen voor luchtvervoer alleen al kosten 34 miljard euro per jaar in Europa. Het uitfaseren van subsidies zou nieuwe inkomsten genereren om te investeren in oplossingen zoals het spoor.

    Maak de transportinfrastructuur geschikt voor milieu- en klimaatuitdagingen
  • Stop alle nieuwe snelwegprojecten in Europa (afkondigen van een moratorium) en stop de uitbreiding van bestaande snelwegen. Investeringen in wegen moeten strikt beperkt blijven tot noodzakelijke opknapbeurten en veiligheidsverbeteringen en niet leiden tot een grotere capaciteit.
  • Herontwerp geselecteerde stedelijke snelwegen in multimodale infrastructuur en openbare autovrije en groene ruimten om mensen te helpen over te stappen op schonere vervoerswijzen en te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatcrisis (bijv. hittegolven).
  • Stop alle nieuwe luchthavenprojecten en alle luchthavenuitbreidingen. Investeringen in luchthavens moeten strikt beperkt blijven tot noodzakelijke opknapbeurten en veiligheidsverbeteringen en niet leiden tot een hogere capaciteit.
  • Stop de sluiting van spoorlijnen en treinstations en heropen er zoveel mogelijk, waarbij intermodale diensten en infrastructuur worden aangeboden.

Knegselbijeenkomst dd 18 nov 2023 over militair vliegen op Eindhoven


De presentatie van Lt-Kolonel Linda Lauret
Mevrouw Linda Lauret is Chef Staf en tevens Plaatsvervangend Commandant van het Air Mobility Command. Ze verving de commandant van de vliegbasis, die op het laatste moment verhinderd was.

Mevrouw Lauret beschreef de militaire functies van de vliegbasis, en het toestellenassortiment dat daartoe op de basis aanwezig is, of af en toe langskomt. De inventaris als het ware.

Het vliegveld dient voor strategisch en tactisch luchttransport, waaronder functies vallen als het bevoorraden van oefen- en uitzendgebieden, air-to-air refueling, airdrops (parachutisten, cargo) i.s.m. speciale eenheden van de landmacht, het uitvoeren van humanitaire hulpvluchten/repatriëringen, het afhandeling passagiers en vracht, de openstelling van het vliegveld en Host Nation Support (logistieke verplaatsingen van bondgenoten).

Daarnaast verleent de basis aan civiel medegebruik door Eindhoven Airport en de Eindhovense Aero Club Motorvliegen

De Gulfstream dient voor het Koninklijk Huis en regerings- en militaire staf-functionarissen.
De C130 Hercules is een soort manusje van alles op transportgebied. Het is een al weer wat ouder vliegtuig en staat op de nominatie om in 2027 vervangen te worden door (naar men zegt) zes stuks van de C390, die zuiniger en stiller zou zijn.
De Multi Role Tanker Transport dient voor het bijtanken van straaljagers in de lucht  en voor diverse gewone transportfuncties. Deze A330 is een nieuwe Airbus. Het aantal wordt mogelijk uitgebreid.
De C17 is een heel groot transportvliegtuig dat af en toe langs komt. Ze staan in Hongarije.

Renovatie van de startbaan is te verwachten, waarbij ook het Instrumenteel Landings Systeem (ILS) verbeterd wordt. Daarnaast wil Defensie infrastructurele aanpassingen doorvoeren.

Infrastructuur Vliegbasis eindhoven en aanpassing daarvan

In de discussie werd gevraagd naar de opstelplaats voor het proefdraaien van de motoren. Daar komt een wal omheen en het proefdraaien wordt beperkt tot een uur per dag.
Op een vraag in die richting werd gesteld dat milieu- en klimaateisen meegenomen werden in de aanschaf, maar dat de militaire functie voorop stond.
Nieuwe vliegtuigen zijn stiller (maar het zijn er wel meer). Maar voor nieuwe toestellen bestaan simulatoren om piloten te trainen en die worden steeds meer gebruikt. Maar uiteindelijk blijft fysiek oefenen nodig.

De tekst van de presentatie van mevrouw Lauret is hieronder te vinden .

Majoor Kemperman en majoor De Haas over de luchtverkeersleiding en de routering
Majoor Sam de Haas is Commandant 941 Squadron (luchthavendiensten). Daaronder vallen de Brandweer,  de Luchtverkeersleiding, de Havendienst (Luchthavendienst & Bird Control Unit), het Bureau Militaire Sport en de Host Nation Support.
Majoor Kemperman is Hoofd luchtverkeersleiding. Majoor de Haas is dus zijn baas.

Luchtverkeersleiding is een ingewikkeld vak dat uiteindelijk resulteert in de eenvoudige keuze of de startbaan naar het noordoosten (baan 03) gebruikt wordt, of andersom (baan 21). Belangrijkste overwegingen zijn de veiligheid, de windrichting en de resulterende herrie. Daarnaast spelen uitvoeringsgevens een rol, zoals baangebruik op vliegbasis Volkel, beschikbare landingshulpmiddelen, beschikbaarheid van de landingsverlichting op het vliegveld, het zicht en eventueel de stand van de zon, vogelconcentraties in de directe nabijheid van het landingsterrein of aanvliegroute, en operationele eisen en beschikbaarheid van de luchthaveninfrastructuur.

De ‘geluidssigaar’ in het Luchthavenbesluit is erop gebaseerd dat baan 03 30% van de tijd gebruikt wordt en baan 21 70% (dus 70% van de tijd daalt men of stijgt men op naar het zuidwesten).
Dat is jaargemiddeld. Als dus de eerste vier maand van het jaar 40% noordoost vliegt, moet dat in de rest van het jaar  25% zijn (waarna aan de andere kant het percentage verspringt van 60 naar 75%). Het zijn dit soort effecten die bijdragen aan de recente onrust in Waalre.

De luchtverkeersleiding kan een beetje sturen met de vertrekrichting als het niet hard waait. Mede daardoor haalt de verkeersleiding over een heel jaar de percentages 70-30 met grote precisie.

 Op de macroschaal is het vliegveld een klein stukje van een veel groter geheel, dat voor mensen buiten de luchtverkeersleiding ondoorgrondelijk is.

Op de mesoschaal zijn het de aan- en afvliegroutes die geregeld voor discussie zorgen:

Op de macro- en mesoschaal vliegen toestellen (militair en civiel) langs logische routes van A naar B.

Ook de microschaal zorgt voor veel discussie, maar dat is vooral omdat de militaire vliegtuigen langs zeer onlogische routes vliegen. Dat heet ‘tactische naderingen’ oftewel een soort oefenstunts om de vijand in het echte leven te verrassen.

De belangrijkste naderingswijzen zijn hier aangegeven voor baangebruik 03 (naar het noordoosten). Er bestaat ook zoiets voor baangebruik 21. Men moet zich dan deze tekening gespiegeld om de gele rechte lijn voorstellen.
De kritiek vanuit de bevolking gaat met name over de ‘gele krul’ (en over de gespiegelde versie als de wind andersom staat).
Hieronder eerst het abstracte plaatje en dan het concrete plaatje met een plattegrond van de woonbebouwing eronder.

Bij gebruik van baan 03 zouden de vliegtuigen volgens een Handboek de rode lijn moeten vliegen (dat is dan de gele krul in  het abstracte plaatje) net buiten de bebouwde kom van NW-Veldhoven, maar feitelijk vliegen ze (het gebied tussen de zwarte lijnen) over NW-Veldhoven. (Andersom kans dat ze Meerhoven en Acht schampen.)
Op vragen uit de zaal of er niet gemorreld kon worden aan de layout van de “krul” (kilometer naar links of rechts en schuin aanvliegen), werd teruggezegd dat dit nu eenmaal een oefenstandaard was. Gesuggereerd werd dat die van hogerhand kwam.
Deze tactische naderingen dateren van ergens rond 2019, en de bewoners van de betreffende Veldhovense wijk die daar eerder hun huis gekocht hebben zijn niet blij. Temeer, omdat er al eens een Hercules naar beneden gevallen is vanwege een vlucht vogels – dat werd een nationale kwestie. Gelukkig is de veiligheidssituatie sinds het neerstorten van de Hercules in 1996 een stuk beter geworden, aldus de inleider namens Defensie.
De bewoners hebben een actiegroep opgericht ‘weg met de C130’s over onze wijk’, die inmiddels ondersteunende organisatie van BVM2 geworden is. Zie https://www.facebook.com/groups/465993664654990 .

De discussie gaat mede over de vlieghoogtes die aangehouden moeten worden boven die woonbebouwing.
Een sheet tijdens de Knegselbijeenkomst meldde als minimumhoogtes:

Maar bij doorvragen in Knegsel bleek dat dit richtlijnen waren, en geen wettelijke bepalingen.

Uiteindelijk stelde Defensie dat de bezorgdheid van de bewoners over hun veiligheid inmiddels wel ‘geland’ was, om in vliegveldtermen te blijven.
Mogelijk is het laatste woord hierover nog niet gezegd.

De emissies anders dan geluid kwamen ook in discussie, onder andere n.a.v. het recente Eindhovens Dagblad-artikel over uitlaatgassen van vliegtuigen ( https://bvm2.nl/eindhovens-dagblad-besteedt-aandacht-aan-uitlaatgassen-vliegtuigen/ ). Hiervoor werd verwezen naar de MER, die nodig is voor het nieuwe Luchthavenbesluit (en die inmiddels sterk vertraagd is).
Ook voor veiligheidskwesties wordt naar de MER verwezen..

De presentatie van Kemperman en de Haas is hieronder te vinden.

VLNR Kemperman, De Haas en Lauret

De uitnodiging voor deze sessie is te vinden op https://bvm2.nl/definitieve-uitnodiging-en-programma-knegselbijeenkomst-bvm2-op-18-november-2023/ .

Schiphol experimenteert met maatregelen tegen UFS

UFS-luchtfiltering
Schiphol Newsroom meldde op 13 nov 2023 ( https://nieuws.schiphol.nl/schiphol-test-met-waterdruppels-en-innovatieve-installatie-om-lucht-te-zuiveren/ ) dat Schiphol resultaten kon geven van een test met het inpandig uitfilteren van UltraFijnStof (UFS) in de brandweerkazerne, grenzend aan het operationele gebied van Schiphol.

Hart van de Cirqulair-afzuiging van VWI

De Cirqulair-apparatuur was van Van Wees Innovations, die er op https://vanweesinnovations.com/cirqulair/ een heel verhaal overheeft. De onderneming claimt zeer hoge verwijderingspassages:


Een filmpe van de proef is te zien op https://youtu.be/WyaNsEJLr9k .

Het is oncontroleerbaar in hoeverre de claims waar zijn, en aan welke voorwaarden daartoe voldaan moet zijn, maar er wordt nu even verondersteld dat de beweringen op hoofdlijnen kloppen.
Zie ook https://www.bjmgerard.nl/over-en-naar-aanleiding-van-het-ufp-rapport-van-de-gezondheidsraad/ .

Het verhaal gaat over UFS, maar op de keper beschouwd houdt de Cirqulair gewoon bijna alle fijn stof tegen. Het zou niet logisch zijn om dat niet te doen. Dat is prima, want vooralsnog is er van PM2.5 heel wat meer medische schade bekend als van UFS. Het zou kunnen dat de meerwaarde voor UFS-maatregelen bovenop PM2.5-maatregelen niet heel groot is. Maar dat moet de wetenschap nog uitwijzen. Zie https://www.rivm.nl/nieuws/mogelijke-langetermijneffecten-op-gezondheid-door-ultrafijn-stof-van-vliegtuigen .

De feitelijke meting in de brandweerkazerne komt op een verwijderingsrendement van slechts 75%. Dat komt, wordt er bij verteld, omdat ramen en deuren af en toe open gaan (de proef liep van begin september tot begin november 2023).
Waarmee ook meteen de twee belangrijkste zwaktes duidelijk worden: het filtersysteem werkt alleen in een gesloten ruimte, en ruimtes voor normale mensen zijn zelden geheel gesloten en dat verpest het effect, vooral als de lucht buiten heel vuil is. En dat is hij op het werkplatform van Schiphol.

Neemt niet weg dat het systeem, mits in goede uitvoering georganiseerd, heilzaam kan zijn voor het personeel van Schiphol, voor zover dat in min of meer gesloten ruimtes werkt.  

Proef met een waterscherm tegen UFS op 22 maart 2022 op Schiphol

UFS vangen door verneveling
Bij alle stofproducerende bedrijfsactiviteiten geldt de algemene regel ‘nathouden’.

Het ligt voor de hand om die vuistregel ook bij vliegtuigen in gedachten te houden. Schiphol heeft het in 2022 op eigen grond geprobeerd (samen met het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum NLR en met TNO), maar vooralsnog heeft dat onvoldoende duidelijkheid opgeleverd, noch positief noch negatief.
Vervolgonderzoek vindt plaats op vliegveld Twente. Dit onderzoek wordt gesteund door het TULIPS-programma van de EU.
Zie https://nieuws.schiphol.nl/schiphol-test-met-nevel-om-ultrafijnstof-te-verminderen/ en op die pagina het filmpje https://youtu.be/Qau0tGM5mqI .
UIteraard werkt dit alleen bij statisch motorgebruik.

SP stelt vragen over loodlozingen in de atmosfeer in Budel en krijgt antwoord (Update dd 15 dec 2023)

Persbericht                                                                        17 nov 2023

SP stelt vragen over loodlozingen in de atmosfeer

In een bericht in Pointer over loodlozingen van een bedrijf in Noord-Nederland werd in het voorbijgaan gesteld dat genoemd bedrijf de derde loodlozer in de atmosfeer was, na Nyrstar in Budel en (op de eerste plaats) Tata Steel. De provincie Brabant heeft niets te maken met de andere twee bedrijven, maar is wel bevoegd gezag voor Nyrstar (in de volksmond de zinkfabriek).

Nyrstar_foto bgerard, ook wel de zinkfabriek in Budel

Het bericht kan onjuist zijn, of kan alleen op het papier van de vergunning juist zijn, maar lood en Budel is historisch een beladen combinatie. Daarom wil de SP-fractie in PS graag weten hoe het zit.

Daarnaast loost ook een deel van de kleine vliegtuigjes op Kempen Airport (het Budelse vliegveld) lood in de atmosfeer. Dat heeft de SP al eerder aangekaart. De gemeenten Cranendonck (waarin Budel ligt) en Halderberge (waarin vliegveld Seppe ligt) hebben al contact gehad met de provincie en ook de GGD zou een en ander uitzoeken. De SP-fractie in PS wil weten hoe het er nu aangaande dit onderwerp voorstaat.
Zie ook GS Noord-Brabant willen verbod op loodhoudende vliegtuigbenzine en <strong>Ontwikkelingen m.b.t. loodhoudende vliegtuigbenzine</strong> .

SP-woordvoerster Irma Koopman heeft vragen gesteld. Die zijn hieronder in te zien. Wordt vervolgd.

Update dd 15 dec 2023

Nyrstar loosde in 2022 400kg lood in de atmosfeer

De vragen van SP-woordvoerder Koopman over de atmosferische loodlozingen door Nyrstar  zijn op 12 december 2023 beantwoord.

Grofweg de helft van de emissies is diffuus, de andere helft komt uit puntbronnen.

Het diffuse deel komt voort uit vervoer en overslag van ertsen (inkomend) en restproducten (uitgaand). Mogelijk bestaan hiervoor voorschriften van algemene aard bij stoffend materiaalvervoer, maar het antwoord maakt hiervan geen melding.

De puntbronnen (waarvan Nyrstar er veel heeft) vallen rechtstreeks onder het nationale Activiteitenbesluit. Dat leidt tot een maximaal toegestane concentratie per emissiepunt 0,05mg/m3 . Aan de som van al die emissiepunten is geen maximum gesteld.
Wel moet Nyrstar, net als alle bedrijven die Zeer Zorgwekkende Stoffen uitstoten, elke vijf jaar een minimalisatieplan maken. Het huidige plan heeft geleid tot twee nieuwe scrubbers, waardoor de loodemissie naar de atmosfeer afgenomen is van 1100kg in 2016 naar 400kg in 2022. Er staat niet bij t/m wanneer het huidige minimalisatieplan loopt en wanneer er dus weer een nieuw plan moet komen – en wat dat dan gaat betekenen.

Blijft aandacht verdienen, ook al omdat het Activiteitenbesluit verdwijnt of verandert als de nieuwe Omgevingswet gaat draaien.

Loodlozingen uit vliegtuigbenzine: overheid wacht af

De provincie heeft het onderwerp bij het Rijk neergelegd, en het Rijk weer bij de EU. Minister Harbers heeft er een Kamerstuk aan besteed ( https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31936-1058.html ), waarin de stand van zaken uitgelegd wordt. Eerdere analyses mijnerzijds op deze site worden in de Kamerbrief geheel bevestigd, oa over technische zaken, over de beschikbaarheid van alternatieven, en over de mogelijkheden en de ontwijkroutes in EU-regelgeving. Zie https://www.bjmgerard.nl/loodhoudende-vliegtuigbenzine-snel-weg-ermee/ .

Volgens Harbers wil iedereen van het TetraEthylLood (TEL) af, ook de sector zelf. Geheel benzinedicht zijn de Europese bepalingen niet (zegt ook Harbers), maar het is aannemelijk dat het gebruik vanaf 2025 sterk verminderd. In principe wordt op 01 mei onder de Europese REACH-systematiek de verkoop van onverdunde TEL verboden (tenzij er toch iemand uitstel vraagt), en in principe zal er minder en duurdere verdunde TEL in AVDAS zitten.

In praktijk daalt het verbruik al sterk.

De provincie heeft er genoeg fiducie in en wacht af hoe het gaat lopen. Ik ook, al is een kleine prikactie zo hier en daar nooit weg.

Versnelde verduurzaming Eindhoven Airport is een stap  vooruit – maar die stap is niet groot genoeg en kent veel onzekerheden


Persbericht                                                         08 november 2023

Versnelde verduurzaming Eindhoven Airport is een stap  vooruit – maar die stap is niet groot genoeg en kent veel onzekerheden

Op 07 november 2023 heeft directeur Hellemons van Eindhoven Airport het “Commitment EA 2030” uitgebracht, inhoudend een programma om Eindhoven versneld te verduurzamen richting 2030. Zie https://www.eindhovenairport.nl/nl/nieuws-en-media/eindhoven-airport-versneld-verduurzamen-richting-2030 .  Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) heeft aandachtig kennis genomen van de publicatie en spreekt daarna als oordeel op hoofdlijnen uit dat deze publicatie soms een stap vooruit presenteert, dat die stap niet altijd groot genoeg is, veel onzekerheden kent, en soms tot kritiek uitnodigt.


Geluid
Directeur Hellemons herhaalt de afspraak uit het Van Geel-advies dat de oppervlakte binnen de 35Ke-contour in 2030 70% zal zijn van die in 2019, maar mijdt de vraag of dat 70% is van wat wettelijk mocht of 70% van wat in 2019 werkelijk gevlogen werd (dat was een forse overschrijding daarvan). Deze vraag komt ieder jaar weer terug en is nog steeds niet opgelost. Volgens BVM2 moet van het wettelijk maximum in 2019 worden uitgegaan. Dat leidt tot  een kleinere geluidsruimte in 2030.

Positief is om (eventueel op korte termijn) de startprocedure met de minste geluidshinder voor de omgeving te kiezen, maar er moet veilig worden gesteld dat de opstijgende vliegtuigen deze procedure ook daadwerkelijk vliegen. Handhaving is soms een zwak punt op dit Defensievliegveld.

Eindhoven Airport stimuleert momenteel de vlootvernieuwing met financiële prikkels, en volgt hoe het aandeel nieuwste vliegtuigen oploopt. Dat aandeel neemt toe, maar tot nu toe niet in het vereiste tempo. Hellemons gaat de eindsituatie nu normatief op 100% in 2030 voorschrijven. Dit is een verbetering.
In hoeverre die verbetering op zichzelf leidt tot 30% minder geluid, moet blijken. Dat hangt ook af van het totale aantal vluchten en de verdeling van de vluchten over de dag.

Geluidsreductie via Vlootvernieuwings, projectie tot 2030

Het maximum aantal vliegbewegingen op Eindhoven Airport was op papier 41.500 , maar was in praktijk al 40.500 omdat daarmee de grenzen van het Luchthavenbesluit bereikt werden. Door 1000 fossiele privé-vliegbewegingen te schrappen, brengt Eindhoven Airport de theorie in lijn met de praktijk.
Deze 1000 fossiele privé-vliegbewegingen hadden nauwelijks nut voor de regio. Dat Eindhoven Airport ruimte over laat voor 560 privé-vluchten die wel maatschappelijk nut kunnen hebben, valt te billijken.

BVM2 spreekt op dit moment geen positief of negatief oordeel uit over elektrisch vliegen met kleine vliegtuigen. Er is nog teveel onduidelijk. Bijvoorbeeld hoe klein ‘klein’ is, welk geluid ontwikkeld wordt bij het starten en in hoeverre het maatschappelijk nut het gebruik van (tot 2030) schaarse duurzame stroom rechtvaardigt.
BVM2 kan leven met gedachtenontwikkeling en experimenten. Deze moeten in het LEO (Luchthaven Eindhoven Overleg) besproken worden.

De getalslimiet van 40.500 geldt vooralsnog t/m 2027.
Tot zolang heeft Eindhoven Airport dus een ‘dubbel slot’: èn op aantal èn op geluidscontour.
Vanaf 2028 wil Eindhoven Airport overgaan op alleen de geluidscontour (dus op een enkel slot). Vooralsnog is BVM2 het hier niet mee eens. Er loopt een landelijke discussie (vanuit het ministerie) over welk geluidssysteem de objectieve (berekende) en subjectieve (beleefde) hinder van omwonenden het  beste weergeeft. Daaronder ook varianten met een dubbel slot.
Deze discussie moet in elk geval eerst zijn afgerond. Welk geluidssysteem dan ook, het moet het moet in elk geval zijn betrouwbaarheid in de praktijk hebben bewezen, voordat er sprake kan zijn van het vervallen van een dubbel slot. Directeur Hellemons loopt hier te ver voor de muziek uit.

Klimaat
Enerzijds heeft Eindhoven Airport wel eens een hogere ambitie uitgesproken dan de 30% CO2 – reductie in Commitment EA 2030, namelijk 45% in reactie op een aanschrijving door lokale Milieudefensie-groepen. Dergelijke percentages zijn, volgens de rechter in het Shell-vonnis en volgens Fit for 55, minstens nodig om het klimaat te redden.
En CO2-minderen kan ook door minder te vliegen. Vraag is of vanuit klimaatoverwegingen 40.500 vliegbewegingen op termijn überhaupt nog mogelijk is.


Anderzijds is voor een vliegveld 30% nog  steeds een forse ambitie. Het zou een stap zijn, een te kleine stap maar wel vooruit.
Deze CO2-vermindering vraagt om grofweg 25% a 30% bijmenging van duurzame kerosine (SAF). Dit soort bijmengingspercentages zijn in de luchtvaart nog zeer ongebruikelijk.
BVM2 verwelkomt dan ook dat Eindhoven Airport uit eigen middelen een financiële stimulans  opbouwt om het prijsverschil tussen fossiele en duurzame kerosine voor de luchtvaartmaatschappijen  te verkleinen. In hoeverre de voor 2024 begrote som van een half miljoen Euro zoden aan de dijk zet, moet blijken.

Namens BVM2

Wim Scheffers, voorzitter
Bernard Gerard, secretaris

KiM-studie naar vervanging vliegtuig door trein kent enkele zwakten

Inleiding
Het Kennisinstituut voor de Mobiliteit (KiM0 heeft een studie geproduceerd ‘Substitutiemogelijkheden van luchtvaart naar spoor in 2030 en 2040’, waarin die mogelijkheden als relatief laag worden ingeschat. De samenvatting van de studie, alsmede de downloadlink, zijn te vinden op https://www.kimnet.nl/actueel/nieuws/2023/10/17/gebruik-van-trein-kan-klein-deel-vluchten-vervangen .

Het doel van de exercitie was om een eerdere exercitie, die van Savelberg en De Lange uit 2018 (hierna SDL2018, basisjaar 2017) te updaten. Voor SDL2018 is een computermodel ontwikkeld dat marktaandelen produceert op basis van aantal  inputvariabelen. Het model zelf wordt nu als voldongen feit geaccepteerd en staat niet ter discussie. De bedoeling was immers dat het onderzoek 2023 zoveel mogelijk de methode volgt van 2018.

Het KiM is een serieus onderzoeksbureau en kan ongetwijfeld goed met modellen omgaan, maar, zoals wel vaker, de zwakte zit meestal niet in het model maar in de input. Die input bestaat vooral uit afstanden (13 veelbereisde steden met een station tot ongeveer 700km ver weg), reistijden, aanbodfrequenties, transfergemak (vliegtuig-trein vv) en tarieven.

Het verhaal gaat vooral over Schiphol. Treinsubstitutie zou op Rotterdam – Den Haag Airport goed zijn voor duizend minder vluchten (in Rotterdamse verhoudingen niet helemaal niets), en op Eindhoven Airport zou het te  verwaarlozen zijn (wat kan, omdat Eindhoven geen goede internationale treinverbindingen heeft en nauwelijks over korte afstanden vliegt).

Wat zegt het KiM?
Het KiM doet uitspraken over de periode 2017/18 tot nu; over nu; en over de periodes van nu tot 2030 resp. 2040.


Over de periode 2017-2023 valt vooral op dat vliegen op alle bestemmingen duurder geworden is (gemiddeld 80%). Reistijden zijn bijna onveranderd en op enkele  bestemmingen is de frequentie significant beter of slechter. Er wordt gemiddeld 22% minder op de 13 bestemmingen gevlogen (mede vanwege Corona).
Reistijden per trein zijn in  die periode zijn meestal niet of nauwelijks toegenomen, en op enkele  bestemmingen een stuk verkleind door betere infrastructuur. Frequenties zijn gemiddeld gelijk gebleven of soms iets verbeterd. De prijs is soms (aanzienlijk) verbeterd en soms (aanzienlijk) verslechterd, en gemiddeld 10% lager.


Nu (dus In 2023) zijn treinkaartjes op de 13 onderzochte bestemmingen gemiddeld goedkoper dan vliegtickets, behalve op Groot-Brittanië. Greenpeace beweerde onlangs  het omgekeerde ( https://www.greenpeace.org/nl/klimaatverandering/60832/hoe-jij-wordt-ontmoedigd-de-trein-te-nemen-in-plaats-van-het-vliegtuig-of-de-auto/ ), de Consumentenbond beweerde hetzelfde als het KiM ( https://www.bjmgerard.nl/de-trein-is-allang-niet-meer-altijd-veel-duurder-dan-het-vliegtuig/ ).
Het verschil met Greenpeace zegt niet alles, want je vergelijkt sterk wisselende tarieven met sterk wisselende tarieven bij mogelijk een vroegere of latere reserveringstermijn, en bij verschillende wijzen van middelen. Als ik Greenpeace was, ging ik niet meteen bij het kantoor van het KiM demonstreren.

Hieronder lucht- en spoortabellen die de huidige situatie rond de 13 bestemmingen weergeven:


De verwachte toekomst wordt hieronder visueel samengevat en bevat de door KiM voorspelde aantallen en reducties daarin

Je moet dat als volgt lezen (alle hierna genoemde getallen * 1000).

  • Het aantal vliegreizen van individuele personen tussen Amsterdam en de 13 bestemmingen opgeteld bedroeg in 2023 9704 .
  • Volgens het KiM-model zouden er dat in 2030, bij ongewijzigd beleid, 13781 zijn
  • Toepassing van kortere treinreistijden zou 503 vliegreizen op die 13781 in mindering brengen, verhoging van de frequentie nog eens 343 . Alléén deze twee maatregelen heet ‘conservatief’ en leidt tot 13435
  • Als men ook nog eens voor minder transferbelemmeringen zorgt en 20% van de treintarieven afdoet, gaat er door beide maatregelen samen nog eens 1507 vluchten af en eindigt het aantal vliegbewegingen op 10927 .
  • 503+343+1507= 2353 (de optimistische versie) en dat is 17% van 13781 van het totaal aantal vliegreizen van of naar de 13 bestemmingen
  • Idem in 2040 .
  • Bij 150 mensen per vliegtuig vinden er op Schiphol 2353/150 = 15,7 minder vluchten van of naar de 13 bestemmingen plaats (7,8 heen, 7,8 terug).
    15,7 op de 422 vluchten op Schiphol is bijna 4%

Een en ander wisselt van bestemming tot bestemming. Hieronder een tabel met opsplitsing per bestemming.

(Met 2030SDL2018 wordt bedoeld hoe men in 2018 over dezelfde vraag dacht)

Zwakke plekken
Modelberekeningen hebben altijd risico’s.

Het KiM wil zo goed mogelijk aansluiten op het eerdere onderzoek dd 2017/2018. Mede daarom benoemt enkele zaken wel die niet in het model zijn opgenomen, en noemt enkele zaken niet die  niet in het model zitten (maar er wel in zouden moeten zitten):

  • Het model gaat uit van autonome ontwikkelingen in de luchtvaart, dus Business As Usual (BAU). In het model verandert alleen het spoor.
    Was dat in 2017 nog voorstelbaar, in 2023 niet meer. Het vliegen zal gerantsoeneerd worden (veelvliegers) of zichzelf gaan rantsoeneren van wege de sterk groeiende kosten van belastingen, meerkosten van synthetische kerosine en ETS. Nu zit er wel in het model dat de trein 20% goedkoper wordt, maar niet dat het vliegen bijvoorbeeld 50% duurder zou kunnen worden.
  • Het model benoemt wel de verbetering van transfer (dat betekent van vliegtuig naar trein of omgekeerd), maar niet een betere transfer van trein naar trein. Met andere woorden, een betere overstap en, meer algemeen geformuleerd, betere organisatie van het internationale railverkeer. Mogelijk heeft de moeizaamheid van het reserveren een groter effect dan de prijs.
  • Er worden geen andere modaliteiten beschouwd dan de trein (Flixbus wordt bijvoorbeeld niet meegenomen, is minder luxe maar veel goedkoper dan de trein).
  • De nachttrein is niet meegenomen

Al met al: zó klein is het gesunstitueerde percentage vluchten nou ook weer niet.

Goed bestuursakkoord in Noord-Brabant

Vooraf
Bij de Provinciale Staten-verkiezing 2023 in Noord-Brabant was de BBB met 11 zetels de grote winnaar. Die mocht dus beginnen met formeren met wat getalsmatig en politiek, mede gezien het tumultueuze verloop van de voorafgaande periode, de minst onlogische combinatie was, te weten BBB-VVD-GroenLinks-PvdA (met 11-9-5-4 samen goed voor iets meer dan de helft van de 55 zetels). Dat leek goed te gaan, er lag een onderhandelaarsakkoord, de champagne stond al koud, maar toen kwam de BBB alsnog met een stel aanvullende eisen. Dat leidde tot PLOF.

Waarop de VVD het (naar het leek, niet geheel met tegenzin) het mocht proberen met de daarop volgende minst onlogische combinatie, te weten VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant (met 9-5-4-4-4-2 ook net een meerderheid). Dat liep goed, er zat een vakantie tussen, maar op 01 september 2023 lag er een akkoord – als laatste van de provincies.
Men kan het akkoord vinden op https://www.brabant.nl/bestuur/bestuursakkoord-2023-2027 .

Een enkele keer geef ik persoonlijk commentaar. Dat zet ik er dan bij.

Het bereikte compromis binnen dit bonte gezelschap pakt naar mijn mening wonderlijk goed uit. Ik zal het bespreken voor zover het op mijn terrein ligt: klimaat, energie, milieu, landbouw en natuur. Dat is niet bedoeld als diskwalificatie van de andere onderwerpen, maar mijn mening daarover heeft geen speciale meerwaarde.
Ik moet zo hier en daar selecteren wat ik wel en niet meeneem. Hier en daar blijven onderwerpen op ‘mijn’ gebied onbesproken.

Brede welvaart
Het brede welvaart-thema wordt geopend met de passage “We zien dat grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bijvoorbeeld de krapte op de woningmarkt en de klimaat- en energietransitie, steeds meer de directe leefomgeving en de bestaanszekerheid van de Brabander raken. We lopen tegen de grenzen aan van zowel onze economie als onze omgeving: er is schaarste. Daarmee dringt ook steeds meer en steeds breder het besef door dat we niet kunnen doorgaan op de ingeslagen weg. We moeten nieuwe wegen inslaan voor een gezonde en welvarende toekomst voor Brabant. Het oude vertrouwde verdwijnt en er komt een periode van onzekerheid voor in de plaats.” (blz9)

Waarna volgt was, naar mijn mening, het meest revolutionaire zinnetje, verstopt in een riedel over economie en innovatie, namelijk “Economische groei is geen doel op zich(blz11).

Economisch krijgt dat bijvoorbeeld vorm in een selectiever beleid t.a.v. distributiedozen (blz19) , een selectievere acquisitie van nieuwe bedrijven (blz13), en uitbreiding van het programma Grote Oogst, de provinciale bijdrage aan de verduurzaming en de opschoning van de Brabantse bedrijventerreinen (blz19). Zie voor dat laatste ook https://www.bjmgerard.nl/het-schone-lucht-akkoord-in-brabant/ .

Gezondheid
Het akkoord signaleert een aantal gezondheidsbedreigende trends, zoals hittestress in steden, slechte luchtkwaliteit, en een hoger risico op zoönosen (ziektes die van dier op mens overspringen, zoals de Q-koorts en mogelijk in de toekomst de vogelgriep). Het akkoord spreekt de ambitie uit (blz 14) dat iedere Brabander in 2030 mag genieten van drie extra gezonde levensjaren.

Daarvoor moet het Schone Lucht Akkoord met het Rijk verder in Brabant worden uitgerold (blz39) (zie ook https://www.bjmgerard.nl/schone-lucht-akkoord-een-halfvol-glas/  en eerder genoemde link), wordt onderzoek gedaan naar het terugdringen van ultrafijn stof, en moet er een expertisecentrum komen voor long Covid en long Q-koorts (blz14).

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

De vliegvelden en de internationale treinen
Brabant heeft vier militaire vliegvelden, één groot civiel vliegveld, en twee General Aviation-vliegvelden (Seppe en Budel). Het Akkoord spreekt over economische voordelen en diverse emissies als nadelen. Voor laatstgenoemde twee geldt het Beleidskader Milieu, met Defensie is een voortdurende dialoog gaande, en het Advies-Van Geel voor Eindhoven Airport moet volledig worden uitgevoerd (blz22).
De provincie blijft voortdurend bij Rijk, NS en Prorail aandringen op betere internationale vliegverbindingen, mede als goed alternatief voor het vliegverkeer (blz 23).

Klimaat en energie
We willen in 2030 55% minder CO2-uitstoot in Brabant realiseren ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn (blz28).

Eerste afspraak is dat de vier Regionale Energie Akkoorden (RES) worden uitgevoerd (blz29).

Extra windenergie boven op de RES kan alleen bij lokaal eigendom en voldoende draagvlak in de omgeving (blz29).

Voor zonneparken geldt de zonneladder. Zon op land wordt alleen toegestaan als dat nodig blijkt om de energiedoelstellingen te halen (wat mijns inziens altijd zal blijken). (blz29).

Het Akkoord noemt aardwarmte en bodemenergie als mogelijk, na uitvoerige afweging van de risico’s. De provincie wil risicodragend investeren in de ondersteuning van de warmtetransitie, conform de Wet collectieve warmtevoorziening (die er nog  niet is, bg) (blz29).

Dat laatste is overigens ook een lichtelijk revolutionaire bepaling, waarmee de provincie misschien nog het dichtst in de buurt  komt van een eigen energiebedrijf.
Het Akkoord benoemt de oprichting van ‘Energie Brabant’. “‘Energie Brabant!’ is gericht op zowel het ontwikkelen, stimuleren en bundelen van nieuwe duurzame energievormen als op de huidige provinciale activiteiten. Hiermee stimuleren wij Brabanders om mee te doen waar dat nog niet voldoende gebeurt. Wij scheppen randvoorwaarden om dit mogelijk maken.” (blz28).
Energie Brabant is door dit alles geen eigen energiebedrijf (zoals bijv. de SP wil bg). Er zit geen productiecapaciteit en de instelling gaat niet functioneren als energieleverancier.

(Overigens bestaat er in Midden-Brabant al wel een publieke onderneming met eigen productiecapaciteit, zie Publiek ontwikkelbedrijf REKS  . Dat is een BV waarvan de gemeenten in de RES-regio Midden-Brabant, m.u.v. Waalwijk, aandeelhouder zijn bg).

We verkennen via de Essentgelden en Energie Brabant!  hoe wij als provincie – in aanvulling op rijksregelingen en projecten van gemeenten – kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld grootschalige isolatie van woningen, de warmtetransitie en zonnepanelen. Daarmee kunnen wij energiearmoede tegengaan (blz30).
Om bij het isoleren verlost te zijn van het vleermuis-in-de-spouwmuurprobleem gaat de provincie bij alle gemeenten stimuleren dat er een Soorten Management Plan komt, op basis waarvan verantwoord ontheffing gegeven kan worden van de Wet natuurbeheer (blz 45)

Het Akkoord wil grootschalige opslag van energie en warmte ondersteunen, na inventarisatie van de risico’s. (blz30)

Tenslotte wordt steun aan de energiecoöperaties beloofd (blz30).

MSR
Het akkoord wil de mogelijkheden van gesmolten zout-kernreactoren (MSR) onderzoeken. In deze periode gaat dat nog niet tot besluiten leiden, eventueel wel tot voorbereidingen.
(commentaar bg: men zegt dat als zo’n MSR op thorium draait, hij weinig of geen langlevend afval heeft, en dat het systeem inherent veilig is. Ik sluit niet uit dat beide beweringen waar zijn.
Maar er bestaat nog geen werkend commercieel model en dat kan nog wel 20 jaar duren. Meestal komt de MSR-wens van partijen ter rechterzijde die geen zonneparken en windmolens willen, en zich op een fata morgana richten. Zoals bekend, bestaan fata morgana-oases werkeljk, maar liggen ze zeer veel verder weg dan het lijkt. De verzekering dat er deze periode in Brabant geen besluiten genomen kunnen worden kan dan ook makkelijk worden afgegeven.
Ik vind overigens dat een systeem, dat mogelijk over 20 jaar goed werkt, alleszins de moeite waard om na te streven. Alle klimaatprognoses lopen minstens tot 2050 en vaak tot 2100.  Ik ben dan ook vóór een dergeljk onderzoek. Het ‘komt te laat-argument’ is een drogreden zolang dat onderzoek naast en niet in plaats van hernieuwbare energie plaatsvindt.)


Landbouw, milieu en natuur
De algemene trend in het Akkoord is dat landbouwbedrijven beter moeten worden of moeten stoppen. De transitie zal ingrijpend zijn.
Stoppen moet beter georganiseerd worden en er moet meer geld bij.
Doorgaan betekent innoveren, minder bestrijdingsmiddelen, makkelijker een inkomen verdienen met een combinatie van landbouw, voedselproductie, recreatie, energietransitie, waterberging, het produceren van natuurlijke bouwmaterialen, landschapsbeheer en/of zorg. Onder andere wordt de grondpolitiek ingezet als  middel, en worden de Essentgelden ingezet voor de strategische grondbank. (blz30-31-32).
Verder kunnen vergunningen worden ingetrokken of tijdelijk stopgezet of verleend.(blz46)

Mestbewerking vindt plaats op het eigen erf of op categorie 4 en 5-bedrijventerreinen. Groen gas produceren met monovergisters mag, zolang het niet stinkt, de omgeving niet protesteert en de vergisters zichzelf niet onmisbaar maken.(blz32)

Mestvergister De Princepeel in St Odiliapeel

Stallen die ouder zijn dan 15 of 20 jaar moeten voor de z.g. ‘stallendeadline’ veel minder stikstof gaan uitstoten door of minder dieren, of een natuurinclusieve bedrijfsvoering, of emissiereducerende technieken. Die technieken doen echter vaak niet wat ze beloven en halen het niet bij de rechter. Daardoor zit heel Brabant vast (varkens verhinderen de vooruitgang bg).
Het Akkoord stelt de stallendeadline voor melkvee uit tot 01 jan 2026, en houdt hem voor ander vee op 01 juli 2024. Men wil zo snel mogelijk meetsystemen op bedrijfsniveau. (blz42)

Het Akkoord wil de Kader Richtlijn Water in 2027 gehaald hebben, mits het Rijk bijlapt. (blz37)
Het infiltreren van regenwater in de grond wordt bevorderd, het onttrekken wordt afgeremd met een hogere grondwaterheffing (blz37), en minder grondwaterverbruik wordt nagestreefd met nieuwe technieken (blz38).

Per Natura2000-gebied wordt er een juridisch houdbaar plan tot herstel opgesteld, waardoor vergunningverlening ex de Wet natuurbeheer makkelijker wordt.(blz41)
Het Natuur Netwerk Brabant wordt conform afspraken uitgevoerd, eerstens rond Natura2000-gebieden en in overgangszones (blz35).

Het loont om dit Bestuursakkoord te bestuderen!

BVM2 moderniseert Manifest

Hal van Eindhoven Airport

Het Beraad Vlieghinder Moet  Minder (BVM2) is een Beraad dat onderschreven wordt door (momenteel) 30 organisaties en een kleine 2000 individuele ondersteuners. Ik ben er secretaris van.

Concreet onderschrijven die organisaties en personen een Manifest met een inleiding en 12 eisen. Verdere eisen zijn er niet, behalve dan dat BVM2 van de ondersteunende organisaties graag contactgegevens heeft.

Men is het er in de regio breed over eens dat het advies-Van Geel over het civiele vliegen moet worden uitgevoerd.
Het meest in het oog springende onderdeel van dat advies is dat de oppervlakte binnen de 35Ke-geluidscontour met 30% moet afnemen. Verder zijn er adviezen op het gebied van luchtvervuiling, klimaat en bestuur. Zie https://bvm2.nl/samenvatting-eindrapport-proefcasus-eindhoven-airport/ .

Het is echter geen vanzelfsprekende zaak dat het advies-Van Geel volledig uitgevoerd wordt, zoals het er ligt. De regering heeft het nooit zonder voorbehoud omarmd. Veeleer doet de regering aan ‘cherry-picking’: men neemt over wat uitkomt en probeert de rest te verzwakken. Bij de geluidszone bijvoorbeeld proberen de regering en de luchtvaartsector een overschrijding van de geluidscontour te legaliseren en daar zo weinig mogelijk af te doen.

Dit leidt tot voortdurend touwtrekken binnen het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO), een organisatieonderdeel  van het Van Geel-advies dat de regering wel overgenomen heeft. Het is een taaie strijd die nog steeds doorgaat en die van de kant van BVM2 met grote inzet gevoerd wordt.

Behalve over geluid, zijn er binnen LEO werkgroepen op o.a. gezondheid (wat te maken heeft met luchtvervuiling en ook weer geluid) en klimaat (er zou volgens de Luchtvaartnota 2020-2050 een CO2 – plafond per regionale luchthaven komen, maar die nota is nog niet in de Tweede Kamer besproken). Ook deze onderwerpen zouden wel eens beperkend kunnen werken op het aantal en de kenmerken van de vliegbewegingen.
Ook hier heeft BVM2 een grote invloed.

De strijd voor een betere toekomst van de omgeving van het vliegveld is dus bepaald nog geen gelopen race! Word dus ondersteuner!

Het Manifest waarmee BVM2 startte als opvolger van De 10 Geboden voor Eindhoven Airport (en waar de huidige ondersteunende mensen en organisaties zich achter geschaard hebben) dateert alweer van 2017. Sindsdien is er nogal wat gebeurd, met uiteraard als belangrijkste gebeurtenis het verschijnen van het Van Geel-advies in 2019. Maar ook op andere terreinen, zoals op klimaatgebied, is er veel gebeurd.

Zoveel, dat er een bijgewerkt Manifest nodig was. Het Manifest van 2023 ademt dezelfde geest als dat van 2017, maar is aangepast aan de huidige stand van zaken.
Dit nieuwe Manifest is te vinden op https://bvm2.nl/wat-willen-we/ .

Zoals gezegd, de strijd is niet voorbij. We willen als BVM2 graag zo sterk mogelijk staan en roepen iedereen op dit nieuwe manifest te ondersteunen.
Individuele personen kunnen ondersteuner worden door wat contactgegevens in te vullen op https://bvm2.nl/supporter/ .
Organisaties kunnen ondersteuner worden met een mail aan bestuur@bvm2.nl of beraadvlieghindermoetminder@gmail.com .

Ondersteuner worden is gratis. Maar een vrijwillige financiele ondersteuning mag wel, en dan op NL18 INGB 0003 6190 57 ten name van Dhr BJM Gerard

Kankerkans door formaldehyde nog hoger ingeschat

EPA versterkt kankervermoeden rond formaldehyde en wordt voor de rechter gesleept
De Environment Protection Agency (EPA) in de VS is te vergelijken met het RIVM bij ons.

De EPA heeft als een van zijn taken om de veiligheid van chemische stoffen te beoordelen (wat in Europa op het niveau van de EU gebeurt).

In 1991 kreeg formaldehyde van de EPA de aanduiding B1 (Probable human carcinogen – based on limited evidence of carcinogenicity in humans).
Een tijd is de EPA aan een nieuwe beoordeling van formaldehyde begonnen. Dat werd een slepend proces, mede vanwege de Trump-jaren (Trump moest niets van de EPA hebben). Zo’n beoordeling is een meertrapsproces, waarin de EPA in 2022 met een ontwerp kwam voor een nieuwe beoordeling. De ‘limited evidence’ is een stuk minder ‘limited’ geworden, maar het ontwerp noemt nog geen nieuwe formele aanduiding.
Het ontwerp noemt verschillende kankersoorten, waaronder myeloide leukemie en kanker van de neus, mondholte, keel en long

De National Academies in de VS kregen als taak om de werkwijze van de EPA te beoordelen. Die evaluatie kwam in 2023 uit en gaf de EPA inhoudelijk gelijk (en mopperde over de manier waarop het opgeschreven was).

Dit alles was in het geheel  niet naar de zin van de American Chemistry Council (ACC, de brancheorganisatie van de grote chemische bedrijven), die gelobbied had tegen de studie en die, toen de studie toch met meer bewijskracht de kankerverwekkendheid vaststelde, meteen maar de EPA en de National Academies luid briesend voor de rechter sleepte. Wat daar uitkomt, moet nog blijken.

Wie wil, kan het nalezen (en toegang tot de documenten vinden) op https://www.chemistryworld.com/news/dispute-over-formaldehyde-toxicity-assessment-escalates/4017887.article .
De regels voor formaldehyde in de EU zijn te vinden op https://rvszoeksysteem.rivm.nl/stof/detail/756 . De stof valt onder de Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en het lijstje met voorschriften is lang.

De  relevantie voor de luchtvaart
Formaldehyde is de meest voorkomende ZZS-stof in uitlaatgassen van vliegtuigen.
In bovenstaand schema de top-10 van de emissies, voorzover deze herleid kunnen worden op afzonderlijke bedrijven.
Schiphol is het grootste bedrijf met een pre-Corona jaar’productie’ van rond de 40.000 kg. Vliegveld Eindhoven staat (2019, pre-Corona) op ca 1130kg en staat op deze lijst (in 2019) 13de .

Veruit de grootste bron van formaldehyde is overigens het wegverkeer (in 2019 1,2 miljoen kg). Maar dat is een diffuse bron en over heel Nederland opgeteld. Een vliegveld is een puntbron met een lokale werking.
De luchtvaart als geheel was in 2019 goed voor ca 49000 kg (waarvan het grootste deel dus voor rekening van Schiphol).

Tot geluk  van de woonomgeving verwaait het gasvormige formaldehyde en is de blootstelling vooral relevant voor wie langdurig (bijvoorbeeld voor zijn werk) nabij het vliegveld blootgesteld wordt. Aan de andere kant komt er ook een heleboel formaldehyde af van het systeem A2/N2 .
Het zou goed zijn om voor  gebieden als Wintelre, Meerhoven en Noord-Veldhoven een berekening te maken met een verspreidingsmodel, en om formaldehyde in het regionale luchtmeetnet op te nemen.

En het zou goed zijn om zo snel mogelijk te stoppen  met het verbranden van fossiele brandstoffen, niet alleen vanwege het klimaat, maar ook vanwege de luchtkwaliteit.