In het Eindhovens Dagblad van 15 februari 2022 stond onder een Baudettiaanse kop ‘Rechters bepalen klimaatbeleid” een klaagverhaal van VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen, waarin ze het maar niks vindt dat de onduidelijke wet- en regelgeving op klimaat- en energiegebied in ons land allerlei belanghebbenden beweegt om naar de rechter te stappen. Dat bleef in binnen- en buitenlandse directiekamers allesbehalve onopgemerkt. Het Eindhovens Dagblad baseerde zich op een eerder artikel in het Financieel Dagblad.
Naar aanleiding van dit artikel in het Eindhovens Dagblad heeft Jeanne Adriaans van Operatie Klimaat (ook Milieudefensie) uit Eersel een opinieartikel geschreven. Ik heb me daar namens Milieudefensie Eindhoven bij aangesloten. Zie hieronder.
VNO-NCW en het Nederlandse klimaatbeleid.
Een paar weken geleden heeft Milieudefensie 29 grote bedrijven in Nederland aangeschreven met de oproep aan te tonen dat men een doeltreffend klimaatbeleid heeft dat in lijn is met het internationale klimaatakkoord van Parijs. Een van deze bedrijven is Schiphol met als filiaal onze regionale ‘trots’ Eindhoven Airport. Milieudefensie heeft de oproep niet vrijblijvend gedaan door te stellen dat uiteindelijk een rechtszaak tot de mogelijkheden behoort. Liever ziet Milieudefensie dat het niet zo ver hoeft te komen. Eerder heeft Milieudefensie wel een rechtszaak tegen Shell over dit onderwerp aangespannen en gewonnen.
Blijkbaar worden een aantal bedrijven toch een beetje zenuwachtig. Voorzitter Thijssen van VNO-NCW, zo blijkt uit een artikel in het ED van 15 februari, vindt dat rechters niet op de stoel van de politiek mogen gaan zitten. Zij vindt dat er veel onduidelijkheid in de Nederlandse wetgeving is. Hierdoor zouden belanghebbenden de neiging hebben om naar de rechter te stappen, waardoor bedrijven afgeschrikt worden om in Nederland de broodnodige investeringen te doen.
Dit zijn toch wel enkele kromme redeneringen. Op de eerste plaats gaan rechters nooit op de stoel van de politiek zitten. De politiek, zowel nationaal als internationaal (zoals in de EU) heeft wetten gemaakt en universele grondrechten van mensen. Eenieder, ook een regering of een bedrijf, moet zich daar aan houden. Dat is waar de rechter een uitspraak over doet. Momenteel worden wereldwijd ongeveer 2.000 klimaatrechtszaken gevoerd. De juridische basis hieronder is de universeel geldende norm dat een opwarming van de aarde met meer dan 1,5 graad Celsius een existentieel gevaar is voor de mensheid. Deze norm is vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Een schending van deze mondiale 1,5-graadnorm is daarmee een schending van de universeel geldende mensenrechten. De huidige Nederlandse wetgeving is (nog) niet in overeenstemming met het universele mensenrecht. Daarin heeft Thijssen wel gelijk.
Op de tweede plaats is het vreemd dat bedrijven door uitspraken van de rechter afgeschrikt zouden worden om broodnodige investeringen te doen. Normaal gesproken zijn uitspraken van rechters aansporingen om het goede te doen en het slechte te laten. Je mag toch aannemen dat dat ook voor bedrijven geldt. Het zou Thijssen sieren als ze dat zou uitdragen. Dat ze bedrijven zou stimuleren om een klimaatbeleid te hebben dat de grondrechten van mensen respecteert. Maar nu spoort VNO-NCW eerder aan om, sterk aangezet, onze democratische rechtsstaat te ondermijnen.
Wij zijn bijzonder benieuwd hoe Eindhoven Airport en haar moederbedrijf Schiphol op de brief van Milieudefensie gaan reageren. Laten ze zich leiden door korte termijn economische belangen a la VNO-NCW of door rechtspraak over universele mensenrechten?
Jeanne Adriaans, Klimaatcoalitie (Milieudefensie) de Kempen Bernard Gerard, Milieudefensie Eindhoven
De landelijke Vereniging Milieudefensie heeft bij 29 grote bedrijven in den lande de eis neergelegd dat ze een klimaatplan moeten maken dat binnen de grenzen van de Klimaatovereenkomst van Parijs blijft. Dit initiatief volgt op een eerder initiatief van Milieudefensie tegen de Shell (zie Milieudefensie wint klimaatzaak tegen Shell ) .
Het plan moet tot resultaat hebben dat de broeikasgasemissies in 2030 minstens 45% lager moeten zijn dan in 2019. De plannen worden uiterlijk 15 april 2022 ingewacht en vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan het NewClimate Institute. Zie https://milieudefensie.nl/ .
Een van de 29 ondernemingen betreft de Schiphol Group. Die is eigenaar van 51% van de aandelen van Eindhoven Airport. Daarmee is Eindhoven Airport een filiaal van Schiphol.
De afdelingen van Milieudefensie De Kempen en Eindhoven hebben in een brief aan de directeur van Eindhoven Airport, dhr. Hellemons, de eis neergelegd dat Eindhoven Airport, als onderdeel van de Schiphol Group, in eigen huis dezelfde reductie doorvoert. Dat plan moet dus tot resultaat hebben dat de broeikasgasemissies van alle met het civiele vliegen op Eindhoven verbonden activiteiten in 2030 minstens 45% lager moeten zijn dan in 2019. Het betreft hier dus zowel de grondgebonden activiteiten alsmede de vliegbewegingen.
De provincie Noord-Brabant en de gemeente Eindhoven zijn als mede-aandeelhouder (elk met 24,5% van de aandelen) van de als gevolg van dit plan te verwachten wijziging in de exploitatie op de hoogte gebracht.
Milieudefensie vraagt 29 grote vervuilers in Nederland naar hun klimaatplannen. Het is een vervolg op de Shell-actie ( Milieudefensie wint klimaatzaak tegen Shell ). Milieudefensie wil dat ze voor 15 april in een klimaatplan insturen. Dat plan moet duidelijk aantonen hoe ze hun bijdrage aan gevaarlijke klimaatverandering gaan stoppen. Daarvoor moeten ze hun CO2-uitstoot in 2030 met 45% hebben verminderd, ten opzichte van de uitstoot in 2019. En daarbij gaat het om hun internationale uitstoot, over hun hele handelsketen. Dus niet alleen wat er hier in Nederland uit de schoorsteen van een fabriek komt, maar ook de uitstoot die wordt veroorzaakt door de producten die ze inkopen, en de producten en diensten die ze verkopen. Bij Shell gaat dat bijvoorbeeld over de uitstoot die wordt veroorzaakt door oliewinning in Irak, en de uitstoot uit auto’s die tanken bij een Shell tankstation.
De bedrijven zijn geselecteerd op basis van enkele criteria:
De hoeveelheid CO2 die ze uitstoten;
Verschillende sectoren (banken, industrie, landbouw);
Dat ze internationaal actief zijn;
Eerlijke oplossingen. Klimaatrechtvaardigheid is voor Milieudefensie van groot belang, dus willen we dat mensenrechten en bijvoorbeeld ontbossing ook onderdeel zijn van de klimaatplannen.
Dat heeft geleid tot
ABN Amro
Stichting Pensioenfonds ABP
Aegon
Koninklijke AholdDelhaize
AkzoNobel
Atradius N.V.
Koninklijke BAM Groep
Boskalis Westminster
BP Europa – BP Nederland
Koninklijke DSM
Dow Benelux
ExxonMobil Benelux
Koninklijke FrieslandCampina
ING Groep
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij (KLM)
LyondellBasell Industries
NN
Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn
Rabobank
Royal Schiphol Group
RWE Generation
Stellantis
Tata Steel Nederland
Unilever Nederland
Uniper Benelux
Vion Food Group
Vitol
Koninklijke Vopak
Yara Nederland
Geen van deze bedrijven heeft zijn hoofdvestiging in mijn regio Eindhoven-Helmond. Wel zitten er filialen van banken en Ahold en, niet te vergeten Eindhoven Airport, zijnde een filiaal van Schiphol.
Hal van Eindhoven Airport
De brief aan de CEO’s ging weg op 13 januari. Dd 08 februari produceerde Milieudefensie voor zijn actievoerders een tussenstand.
Hoe de bedrijven reageerden Ten eerste… Er beweegt al heel veel. ABP is overstag gegaan, de nieuwe regering komt met een klimaatfonds met subsidie voor grote bedrijven, Tata Steel is onder druk van de vakbond eerste vergroeningstappen aan het zetten. Binnen deze 30 bedrijven is er steeds meer discussie, en bij veel bedrijven worden eerste stappen gemaakt. En we weten dat de Shell zaak de directies van deze bedrijven zenuwachtig heeft gemaakt. Wat nu nog een vriendelijke brief is, kan zo maar uitmonden in een rechtszaak. En die kan het bedrijf verliezen.
Een kort overzicht van de reacties van bedrijven. Sommige bedrijven reageerden rechtstreeks, anderen alleen in reactie op vragen door journalisten.
De meeste bedrijven geven aan dat ze de brief hebben ontvangen en nog met een uitgebreide reactie komen. Wat opvalt is dat de meeste bedrijven verwachten dat hun plannen voldoende zullen scoren. Ze verwijzen daarbij vaak naar initiatieven zoals het SBTI, het Science Based Targets-initiatief. Veel bedrijven laten zich door dit initiatief beoordelen. Er is vanuit milieuorganisaties veel kritiek op, zo kijkt het vooral naar de eigen uitstoot, maar zegt het te weinig over de uitstoot van de producten die bedrijven produceren.
ABN AMRO liet de NOS weten dat de actie een goede stimulans is. Dat het bedrijf binnen drie maanden met een actieplan moet komen en Milieudefensie anders naar de rechter stapt, is volgens de Bank “een uitdaging”. Maar, de bank is ook blij met de handreiking van Milieudefensie: want er is wel een dreiging van een rechtszaak maar de eerste boodschap is: laten we met elkaar in gesprek blijven. En dat gaan we doen.”
Ahold Delhaize nam de brief in ontvangst uit handen van Milieudefensie-directeur Donald Pols en JMA-voorzitter Neele Boelens. Het bedrijf erkent volgens NRC “dat zijn huidige doel ten aanzien van scope 3 veel lager ligt dan wat Milieudefensie verlangt. Het bedrijf wil juist hierover graag met de organisatie in gesprek: hoe definieer je scope 3 voor een supermarktketen?”
AkzoNobel vertelde NRC dat het voor zijn klimaatdoel uit gaat van emissies in de hele waardeketen. Het bedrijf laat zijn doelen en prestaties doorrekenen door het SBTi (zie hierboven).
DSM laat op LinkedIn weten dat het bedrijf zich al jaren inzet om zijn bedrijfsvoering in lijn te brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. DSM ziet voor zichzelf een rol om ook andere bedrijven te stimuleren tot het verminderen van hun CO2-uitstoot. Met als doel om gezamenlijk klimaatneutraal te worden, uiterlijk in 2050. “Het is niet makkelijk, anders was het allang gedaan”. CEO Dimitri de Vreeze besluit: “I look forward to engaging with Milieudefensie on how we can accelerate achieving a sustainable future together”.
FrieslandCampina laat de NOS weten dat het klimaat niet ter discussie staat. “Waar het Milieudefensie vooral om gaat is de snelheid en het hoe. Wij hebben tijd, geld en kennis nodig zodat de leden van onze coöperatie verder kunnen verduurzamen. Dat gaat niet over een nacht.” Het bedrijf heeft de door Milieudefensie gewonnen Klimaatzaak goed gevolgd: “Ik denk niet dat er een ceo is geweest die dat niet is opgevallen. Het leidt ertoe dat we nog eens kijken of we wel snel genoeg gaan met onze verduurzaming. Dat is de rol van Milieudefensie en dat is alleen maar goed.”
KLM legt volgens NRC ons graag nog een keer uit dat het zijn “technologische oplossingen, waarvan sommige alleen nog in theorie bestaan, wil inzetten om zijn uitstoot te verminderen”. Om de klimaatdoelen te halen, zal de luchtvaart flink moeten krimpen. “KLM zegt die ‘groeidiscussie’ niet uit de weg te gaan, maar heeft niet doorgerekend wat dat voor het bedrijf zou betekenen”.
Rabobank liet NRC weten hun klanten “op weg naar Parijs “ te helpen “door betrokken te blijven , samen te werken en kennis, netwerk en concrete producten aan te bieden”. Onder de klanten van de Rabobank zijn ook veel bedrijven die klimaatschade veroorzaken. Milieudefensie verwacht dat de bank haar verantwoordelijkheid neemt door deze klimaatschade in kaart te brengen. Met een klimaatplan waarin de bank deze klanten ongemoeid laat, kunnen de klimaatdoelen van Parijs niet worden behaald.
De CEO van Tata (Hans van de Berg) reageerde bij BNR: “Noblesse Oblige, adel verplicht. Wij hebben de twijfelachtige eer dat we grootste CO2-uitstoter zijn, dus zou wel heel raar zijn als we geen brief hadden gekregen.” Vorig jaar koos Tata voor een duurzamere richting. Het bedrijf omarmde het voorstel “Groen Staal”. Tata is positief over de uitkomst: “De richting en de plannen die we aan het ontwikkelen zijn, dat die de toets der kritiek zullen gaan doorstaan, daar heb ik vertrouwen in.
Gespikkeld woningbezit verduurzamen Bij het kranten knippen viel mijn oog op een interessant artikel uit het Eindhovens Dagblad van 18 december 2021 over een proefproject om huiseigenaren mee te laten liften met de verduurzaming van corporatiewoningen. ( https://krant.ed.nl/titles/eindhovensdagblad/7156/publications/12541/pages/56 ).
Tilburg heeft overigens wel meer goede duurzame energie-initiatieven, meer dan bijvoorbeeld mijn gemeente Eindhoven die meer opschept over minder inspanning. Dit terzijde,
Dat project speelde zich af bij 78 grondgebonden eengezinswoningen in de Tilburgse Abdijbuurt, waarvan er 70 nog in handen waren van de Tilburgse woningbouwvereniging Tiwos, en waarvan er 8 in de loop van de tijd verkocht waren. Die acht stonden tussen de 70. In het jargon noemt men dat ‘gespikkeld woningbezit’ en het is een bekend probleem als men complexgewijze wijken wil gaan renoveren en/of verduurzamen. De verkoop van sociale huurwoningen is sowieso een slechte zaak en bij renovatiekwesties komt dat nog eens extra duidelijk aan de orde.
(Uit het EVI-magazine over het Gespikkeld woningbezit in Tilburg)
Het moest bij de corporatiewoningen ca €45.000 per huis kosten, een bedrag dat sommige particuliere eigenaren niet konden ophoesten – ook een bekend probleem dat (volgens PON-Telos kenmerkend is voor 7500 Tilburgse arme eigen woning-bezitters). Toch vond de Tilburgse wethouder Dusschooten dat die acht mee moesten doen met hun buurt.
Hij huurde Nicolaas Veltman in als projectleider. Veldman heeft een eigen bureau voor dit soort dingen ( https://www.nicolaasparticipaties.nl/projecten/ en dan even omlaag scrollen tot de kop ‘Gespikkeld bezit Abdijbuurt’). Belangrijkste les van Veltman: je moet achter de voordeur komen. Je moet vreselijk veel lullen – eigenlijk is het gewoon ouderwets opbouwwerk. En je moet wat te bieden hebben. De gemeente Tilburg regelde een bouwtechnische keuring, maakte een schatting van de opbrengst, zorgde voor onafhankelijk financieel advies en zorgde voor (door de provincie betaald) eenmalig geld in de vorm van deels lening (€16 per maand terugbetalen), deels subsidie. En door alleen de belangrijkste isolatiewerkzaamheden uit te voeren werd de prijs gedrukt tot 15 a 20 mille, en zodoende kwam het bij zes van de acht bewoners rond. Eentje verkocht zijn huis terug aan Tiwos en één deed uiteindelijk niet mee, omdat die zijn huis onderverhuurd had. Diens dak ligt zichtbaar lager omdat er geen nieuwe isolatie is aangebracht.
(Voorbeeld van een lager dak. Dit voorbeeld komt uit een andere wijk)
Energie Voor Iedereen en de Stichting Zet Nicolaas Veltman, later geassisteerd door Cindy van den Bremen, konden zich beperken tot het projectleiderschap omdat het project Gespikkeld Woningbezit deel uitmaakte van een groter geheel, namelijk het proefproject Energie Voor Iedereen (EVI).
EVI is een samenwerking tussen de gemeenten Tilburg, Breda, Den Bosch en Bernheze, Enpuls B.V. en de provincie Noord-Brabant., bedoeld om nieuwe manieren te onderzoeken om woningen van huishoudens met een smalle beurs te verduurzamen. Het EVI-project is neergelegd bij de Tilburgse stichting Zet en daar een van de vele projecten ( https://www.wijzijnzet.nl/projecten ). Zet is zoiets als een stichting die modern opbouwwerk doet.
Het project EVI omschrijft zichzelf als (zie de TAB op bovengenoemde webpagina) als
SOCIAL DESIGN ALS AANPAK
We onderzochten het vraagstuk ‘energiearmoede’ in drie lokale pilots samen met verschillende stakeholders. Dat deden we in de gemeenten Breda, Tilburg en Bernheze. Zet begeleidde de social design aanvliegroute en aanpak. Om wie gaat het? Wat zijn wensen en behoeften? We onderzochten waar bewoners, gemeenten, woningcorporaties en andere stakeholders tegenaan lopen. We experimenteerden met mogelijke oplossingen en ontwikkelden tools en methodieken.
We schakelen constant tussen de leefwereld en de systeemwereld. Dit is een kwestie van wederzijds begrip creëren, maar ook van conclusies zodanig vertalen dat stakeholders zoals een corporatie en gemeente waar nodig aan vernieuwende oplossingen kunnen gaan werken. We werken in co-creatie, vanuit verschillende perspectieven aan het vraagstuk.
In elke gemeente een andere aanvliegroute:
Breda: in gesprek met huurders en woningeigenaren groot onderhoud en verduurzamen
Bernheze: het vinden en betrekken van particuliere woningeigenaren bij de energietransitie
Tilburg: particuliere huiseigenaren die tussen huurwoningen van een woningcorporatie wonen (gespikkeld bezit) betrekken bij een wijkrenovatie & verduurzaming
Bij het EVI-project hoort een magazine (https://www.wijzijnzet.nl/publicaties/energie-voor-iedereen-magazine ) dat loopt t/m december 2020. Hoofdstuk 5 gaat over het Tilburgse ‘Gespikkeld bezit’ – project. Met het verschijnen van het magazine worden de EVI-pilotprojecten beëindigd.
Het EVI-project heeft verschillende tools ontwikkeld die zijn blijven voortbestaan ( https://publicaties.brabant.nl/evi/tools/ ). Aan het adres te zien zijn ze intellectueel (mede)eigendom van de provincie geworden.
De tools bevatten procesbeschrijvingen die naar mijn idee veel waarde hebben. In alle gevallen zien ze de verduurzaming van woonwijken als in essentie een “sociaal-maatschappelijk vraagstuk” – de woorden zijn van eerdergenoemde projectleider Veltman. Uiteraard zit er ook een technische kant aan en een financiële, maar die financiële kant is niet eens het grootste probleem meer “Er komt op alle niveau’s zoveel beschikbaar voor deze urgente kwestie: gemeente, provincie, het Rijk, Europa”.
Dus organiseren!
Deze voorlichting over inductief koken is ontwikkeld voor flats in Breda,
Nog even terug Ik meldde in een eerder artikel op deze site over de Handreiking RES 2.0 ( https://www.bjmgerard.nl/handreiking-res-2-0/ ) dat er een extra elektriciteitsvraag van 15 – 45TWh te verwachten was voor de verduurzaming van de industrie en de datacenters. Ik verwees daarvoor naar een werkstuk van Stuurgroep Extra Opgave dd 09 april 2021, opgemaakt voor de toenmalige minister Van ’t Wout. In een later artikel heb ik nog iets gezegd over wat ik van de toekomst van de datacenters vind ( https://www.bjmgerard.nl/een-bitcoinminer-in-woensel-en-de-toekomst-van-de-datacenters/ ).
Naderhand vroeg ik me af waarop eigenlijk die 15 – 45TWh gebaseerd waren.
Ook de bedrijven actie van Milieudefensie maakt het onderwerp actueel. Wat moet je je nou eigenlijk voorstellen bij een verduurzamende industrie?
Men verzeilt dan in een zee van informatie, waarvan de elektrificatie van de industrie zoiets is als een schelp aan het strand die een kind net iets mooier vindt dan de andere (vrij naar Isaac Newton).
Een Mton is een miljoen ton = een miljard kg. Een AVI is een AfvalVerbrandingsInrichting
Het Klimaatakkoord formuleert de taak in termen van broeikasgasreducties. Er zijn ook andere broeikasgassen als CO2 (methaan en lachgas en F-gassen, dat zijn chloorfluorhoudende industriele gassen voor bijvoorbeeld koeldoeleinden en vroeger als drijfgas), welke veel krachtiger zijn maar veel minder voorkomen. Als die andere gassen ook een rol spelen, worden ze omgerekend naar CO2 en heet de uitkomst CO2,eq . Om het te plaatsen: in 1990 loosde de industrie 86,7 Mton CO2,eq , in 2015 was dat 55,1Mton, op basis van het bestaand beleid ten tijde van het Klimaatakkoord moest daar vóór 2030 nog 5,1Mton af, en ten gevolge van het nieuwe beleid in het Klimaatakkoord moet er voor 2030 nog eens 14,3Mton af .
De tabel ordent naar beleidsinstrument. Maar dat beleid moet omgezet worden in technische middelen. Om bijvoorbeeld onder het ETS uit te komen, moet een proces waarbij CO2,eq vrijkomen vervangen worden door een proces waarbij dat niet gebeurt. De asfaltcentrales zijn bijvoorbeeld een ETS-inrichting en die zouden van gas op stroom kunnen overgaan en als die stroom duurzaam tot stand komt, is het doel bereikt. De elektrificatie van de industrie is zodoende een heel belangrijk middel (maar zeker niet het enige) om het doel broeikasgasreductie dichterbij te brengen.
Iemand moest dus de Mton in TWh gaan omzetten, oftewel de TWh van middel tot doel. Daar gingen een paar adviesclubs mee bezig en dat ging onderling een beetje haasje-over, maar uiteindelijk kwam het advies van de Stuurgroep extra Opgave uit op 09 april 2021. Zie https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/publicaties/2021/04/13/stuurgroep-extra-opgave .
Dit vraagt enige uitleg.
‘Scenario hoog’ betekent dat de elektrificatie van de industrie het enige middel is dat ingezet wordt, ‘scenario laag’ betekent dat het een middel is tussen andere middelen zoals meer besparing, groen gas, geothermie en CCS (opslag van CO2 onder de grond). Met andere woorden, onder het lage scenario kom je sowieso niet uit en dat is dus ‘no regret’. Dus de nieuwe datacenters zouden in 2030 15TWh vragen, en die vraag zal ook ingevuld worden, maar dat kan voor een deel zijn met andere middelen dan windmolens en zo.
Bij de vaststelling van de ambitie van 84TWh hernieuwbare wind en grootschalige zon (waarvan 35TWh ten grondslag ligt aan de RES’n) is al voorzien dat dat tot 12TWh extra stroomvraag zou leiden (bijvoorbeeld extra warmtepompen)
Directe elektrificatie betekent dat de opgewekte stroom rechtstreeks door een draad, via via, bij de klant terecht komt. Indirecte elektrificatie betekent dan men ‘groene’ waterstof produceert door elektrolyse. Dat is een vorm van opslag.
De restwarmte van datacenters wordt als verloren beschouwd.
Dit alles aannemende, moet er bovenop het Klimaatakkoord 15 tot 45TWh extra stroom zijn. Daar komt het eerder genoemde getal vandaan.
Een belangrijke voorwaarde die de Stuurgroep stelt, is dat de productie van en de vraag naar hernieuwbare stroom ongeveer gelijk op lopen. Zowel macro met de gemiddelde getallen, als micro vanwege de grilligheid van de productie van wind en zon. Een snel beschikbare bron om snelle wisselingen op te vangen zijn bijvoorbeeld ketels die zowel op gas als op stroom kunnen verhitten.
De Routekaart telt ten opzichte van ‘huidig’, wat ik maar invul als het laatste non-Covidjaar 2019 . Telt dus de taak die er al lag en de taak die er bijkomt samen (5,1+14,3) en komt, met enige afronding, op 20Mton CO2,eq uit die er af moet. In ‘huidig’ verbruikt de industrie, op volle capaciteit, 39TWh stroom, 76TWh lage temperatuur-warmte (laag is <200°C), en 114TWh hoge temperatuur-warmte. Samen 229TWh capaciteit.
Ook weer wat uitleg.
Van het huidige verbruik (bij volle capaciteit) aan stroom en warmte (dus van de 229TWh) wordt momenteel ongeveer 155TWh met fossiele brandstof opgewekt. Dat is de staaf bij 2020 en die staaf moet weg. Het verschil tussen 229 en 155TWh komt bijvoorbeeld uit een beetje al bestaande hernieuwbare energie, of uit hergebruik van proceswarmtewarmte.
Als de fossiele energie met alleen maar elektrificatie bestreden zou worden, en als de vraag naar hernieuwbare elektriciteit ongeveer even groot is als het aanbod, kan van die 155TWh in 2030 ongeveer 80TWh geleverd worden met hernieuwbare stroom. Ongeveer 8TWh wordt ingevuld met besparen en krimp. Die 1% in het onderschrift lijkt dus te optimistisch, en is sowieso te weinig, omdat in het MEE-convenant met de overheid uit 2009 al 2% per jaar beloofd werd. In werkelijkheid was het 1,1% per jaar, dus de 1% is zelfs minder dan feitelijk gerealiseerd is.
Als de fossiele energie-emissies ook met andere middelen bestreden kunnen worden (bijvoorbeeld eerder genoemde groen gas, geothermie en CCS), is er in 2030 in plaats van 80TWh ongeveer 30TWh een hernieuwbare energie nodig.
In 2050 is de ooit fossiele productiecapaciteit en de vraag ter waarde van 155TWh gedaald tot 130TWh, en die wordt geheel hernieuwbaar geleverd.
Naast elektrificatie om bestaand fossiel te vervangen, kan er ook hernieuwbare energie ontwikkeld worden bovenop de vervangingsvraag. Dat is in de grafiek het grijze gebied. Die ‘autonome groei’ zou gebruikt kunnen worden voor datacenters en synthetische brandstof (vindt de Routekaart).
In tabel (zoals in dit hele verhaal gaat ook deze tabel over waarden bovenop het bestaande beleid):
De Noordzee Het is de bedoeling dat de extra hernieuwbare stroom op de Noordzee gepositioneerd wordt.
Op de Noordzee staan al een heleboel windturbines en er zit al een heleboel in de pijplijn. Op basis van bestaand beleid staat er in 2030 11GW opgesteld, goed voor ongeveer 50TWh. De Routekaart stelt nu voor om daaraan toe te voegen 10GW. Dat is goed voor ca 45TWh en daarmee zou de 30TWh uit de tabel en de 15TWh voor de datacenters afgedekt zijn. De windenergie op onderstaande kaart dd 2030 zou dan ongeveer het dubbele zijn van wat er nu ingetekend is.
In 2050 zou er dus van de Routekaart op de Noordzee moeten staan de 11GW van nu, de 10GW die er tot 2030 bij gezet wordt, en de 32 tot 36GW die er na 2030 bij gezet wordt. Samen ongeveer 55GW, ongeveer 5* zoveel als het huidige beleid voor 2030 projecteert.
Bij een kengetal van 3W/m2 voor de opbrengstdichtheid van windenergie op zee (MacKay) zou je voor 55GW wind op zee ongeveer 18000km2 Noordzee nodig hebben. Dat is ruim 40% van de Nederlandse Noordzee, als je de Waddenzee niet meetelt. Daarnaast lopen er drukke scheepvaartroutes, wordt er gevist, liggen er natuurreservaten en oefent Defensie er. Voor een overzicht zie https://www.noordzeeloket.nl/functies-gebruik/ . Het moge duidelijk zijn dat niet alles zomaar kan op de Noordzee.
Synthetische brandstoffen Tot nu toe gaat dit verhaal alleen over de industrie, en niet over het transport. Dat zou er nog bovenop komen.
De verduurzaming daarvan gaat moeilijk. Elektrisch personenvervoer zit al wel min of meer in de planning, maar vrachtvervoer, vooral zwaar en grensoverschrijdend, en de scheep- en luchtvaart is een geheel ander verhaal. De Routekaart noemt op gezag van een andere publicatie een waarde van 51-54TWh, maar er staat niet bij wat dan meegeteld wordt.
TNO heeft al eens gerekend wat verduurzaming via e-fuels van deze categorieën zou betekenen (zie https://www.bjmgerard.nl/tno-onderzoek-naar-e-fuels-technisch-en-politiek-besproken/ ). TNO hanteert voor zwaar vrachtverkeer 327PJ, voor de luchtvaart 168PJ en voor de havens 465PJ (in 2019). Dat is resp. 91, 47 en 129TWh). Output. Voor de stroominput van deze e-fuels rekent TNO op iets meer dan het dubbele (ketenrendement 48%. TNO heeft zich dan ook niet aan de vraag gewaagd waar die stroom vandaan moet komen. Voor vrachtauto’s die direct op waterstof rijden (en dus niet via de omweg van de synthetische diesel) ligt het iets gunstiger.
Dit soort getallen krijg je er in Nederland gewoon niet meer bij. Als je dit zou willen, kan het alleen met import. Nu zou dat op papier kunnen (bijvoorbeeld uit grote woestijngebieden), maar het zou een grote en complexe en zeer dure exercitie zijn, en de vraag is wat je er bijvoorbeeld in 2030 al aan hebt.
De moraal Ik doe mee aan de bedrijven actie van Milieudefensie. Het is een goede actie. Milieudefensie wil dat de 29 aangeschreven bedrijven (en daarnaast de Shell) half april een plan aangeleverd hebben waarin staat hoe ze in 2030, over hun hele keten, minstens 45% broeikasgassen bezuinigd denken te hebben t.o.v. 1990 (de formulering uit het Shellvonnis). De plannen worden beoordeeld door het NewClimate Institute, een gerenommeerd Duits instituut.
Ik ben benieuwd hoe dat uit gaat pakken. Ik probeer me uitkomsten voor te stellen en me op basis daarvan voor te bereiden op wat gaat komen. Wat kan een bedrijf eigenlijk doen? En is dat uitvoerbaar?
Ruwweg zit deze eis per bedrijf in de orde van grootte van de industriële verduurzaming, zoals in dit verhaal geschilderd, tot 2030, hetzij puur elektrisch, hetzij via een mix van duurzaam elektrisch met andere technieken. Dus ruwweg moet het, macro redenerend, voor het geheel aan industriële bedrijven in Nederland mogelijk zijn een verduurzamingsplan te maken zoals Milieudefensie dat eist, binnen Nederland, zolang men zich beperkt tot het bedrijf zelf en zijn energetische toeleveringsketen.
Het is prima dat Milieudefensie deze actie doet, want tussen droom en daad zitten bij bedrijven veel praktische bezwaren in de weg en soms wettelijke. Men mocht eens braver zijn dan de concurrent in binnen- en buitenland, en daardoor duurder. Verder het geld en de aandeelhouders en de winst en de macht der gewoonte en een VVD-kamerlid om de hoek. De actie duwt flink en dat is een goede zaak. Voor zover banken en pensioenfondsen en de detailhandel hun belangen binnen de Nederlandse industrie hebben liggen, zijn ze een hefboom die de algemene realisatie van de Milieudefensie-eis kan versterken. De zwakte van de actie van Milieudefensie is (maar daar is, gegeven de actie-opzet niets aan te doen) is dat de verduurzaming van afzonderlijke bedrijven beoordeeld wordt aan die bedrijven zelf, en dat niet de collectieve effecten van alle bedrijven samen worden afgemeten aan wat er in Nederland als geheel nodig en mogelijk is).
Daarnaast kan men op goede gronden kritiek hebben op de basisaannames van de industriële plannen.
Ze gaan uit van ‘business as usual, met andere woorden de bedrijven streven dezelfde bedrijfsdoelen na als vroeger en maken geheel zelf uit welke dat zijn. Eerst maakte je een miljoen kg kunstmest met gas, en nu hetzelfde miljoen kg kunstmest met stroom. De kunstmest zelf staat niet ter discussie .
De industrie eist van alles en geeft niets.
Terwijl keer op keer gebleken is dat de industrie zichzelf niet reguleren kan, en geen afspraken nakomt. Ook in de genoemde instrumenten wordt geen methode opgevoerd die voor een dwingende handhaving zorgt
Er wordt een uitgebreid subsidiesysteem opgetuigd, zonder dat duidelijk wordt uitgelegd hoe de bedrijfswinsten ingezet worden
En datacenters gaan zitten waar ze willen. De plannen gaan impliciet uit van de afwezigheid van politieke sturing. Maar Nederland zou ook kunnen vinden dat de aanwezigheid van Facebook in Nederland niet van uitzonderlijk groot belang is, en Nederland zou ook kunnen vinden dat een datacenter dat in principe wel gewenst is, zich slechts mag vestigen waar het de overheid uitkomt en waar de restwarmte in de stadsverwarming kan (zoals in Finland). Of eisen dat datacenters zich in meer landen vestigen en dat de rekenoperaties het toevallig aanwezige weer volgen (in Frankrijk rekenen als het daar waait en hier niet).
Datacenter Google Eemshaven
Het voornaamste probleem zit bij de Schipholgroep. Als je vindt dat het een taak voor Nederland is om de (extraterritoriaal geboekte) 47TWh luchtvaartbrandstof (2019, grotendeels Schiphol) te verduurzamen (wat in praktijk vooral synthetische kerosine betekent) , stuit je op het TNO-verhaal dat die verduurzaming grofweg 100TWh zou kosten. En dat leidt tot ongeveer 22GW molens en dat leidt tot nog eens ruim 7000km2 Noordzee.
En dan moet de scheepvaart (2019, 129TWh, vooral de Rotterdamse haven) nog beginnen met verduurzamen.
De grenzen van de eindigheid komen in zicht. Dat is de voornaamste vaststelling.
Het Klimaatnetwerk 040 in Eindhoven organiseert enkele activiteiten die ik hieronder afdruk. Aanbevolen!
9 februari van 19.30-21.00 uur: Online programma Houtbouw en Brabantse aanpak WeekvandeCE De diverse duurzaamheidsnetwerken 040 onder leiding van wethouder Rik Thijs van Eindhoven nodigen jullie graag uit voor het inhoudelijke programma van de gezamenlijke Duurzaamheidsnetwerken tijdens de Nationale Week van de Circulaire Economie. Voor een mooi debat over houtbouw in Eindhoven in relatie tot de Brabantse Aanpak die eind vorig jaar door de Provincie Noord-Brabant geïntroduceerd is en waarmee Eindhoven dit jaar aan de slag gaat. Met o.a. de volgende sprekers: Jifke Sol (lector circulaire transitie bij Fontys), Hanna Lára Pálsdóttir (Projectleider Biobased Bouwen Ministerie van BZK), Rik Thijs (wethouder Gemeente Eindhoven). Wil je erbij zijn meld je dan aan via deze link.
Houtbouwproject in Monnickendam
16 februari 2022 van 18.00-20.00 uur: Eerste live-bijeenkomst over programma KN040 Voor de eerste keer dit jaar komen we graag bij elkaar om de plannen voor 2022, programma en Klimaatfestival, samen in de steigers te zetten. Rik Thijs zal daar ook bij zijn. Dat doen we vanuit de Portiersloge op Strijp-S met een lichte maaltijd en aaneensluitend het programma. Wil je erbij zijn, stuur dan even een mailtje naar post@thenewblock.nl.
De Landelijke Week van de Circulaire Economie De Week van de Circulaire Economie is dé jaarlijkse campagneweek voor de circulaire economie. Van maandag 7 tot en met zaterdag 12 februari 2022 zetten ondernemers, universiteiten, hogescholen, overheden en allerlei andere organisaties hun deuren open om andere professionals mee te nemen in de circulaire economie. Goede voorbeelden krijgen een podium en pioniers ontmoeten elkaar. Succesfactoren en uitdagingen om circulair te ondernemen worden besproken en starters krijgen tips om zelf aan de slag te gaan. Samen vormen de evenementen een groot landelijk bottom-up festival!
Hier vind je het hele programma in de Week van de Circulaire Economie vanuit The New Block. Wil je ergens bij zijn… meld je dan zeker aan!
Oproep analyseren verkiezingsprogramma Daarnaast doen we graag een oproep onder de leden! Wie van jullie zou het leuk vinden om de verkiezingsprogramma’s van de politieke Eindhovense partijen te analyseren op hun plannen voor het klimaat en duurzaamheid in 040 en daar een flitsend kort overzicht van te presenteren op 16 februari? Wil je dat doen? Super! Stuur dan even een mailtje naar kirsti@thenewblock.nl.
Ik was namens Milieudefensie Eindhoven aanwezig bij een gesprek tussen Milieudefensie en Brainport op 21 januari 2022. Hieronder een wederzijds geaccordeerd communiqué.
Op 21 januari 2022 heeft een tweede gesprek plaatsgevonden tussen enerzijds Brainport Development en anderzijds Milieudefensie. Aanwezig waren voor Brainport Development dhr. van Nunen, directeur en mevr. Van Gulik, binnen de afdeling Strategie belast met duurzaamheid. Verder aanwezig dhr. Gerard en Hakvoort, Milieudefensie Eindhoven en dhr. van der Wegen, Milieudefensie Geldrop. Het gesprek duurde vanwege persoonlijke redenen korter dan gepland en duurde nu van 16.00 tot 16.35 uur. Daardoor zijn niet alle onderwerpen in detail besproken.
Namens Brainport Development Dhr. Van Nunen benadrukt nog eens (net als in het eerste gesprek) dat voor de industriële activiteiten van Brainport duurzaamheid in al haar vormen randvoorwaardellijk is. Het Jaarplan 2022 geeft daar blijk van. Hij noemde bijvoorbeeld grote nieuwe projecten als het Battery Competence Center en een heel groot mobiliteitsproject, dat strekt van de grootste ondernemingen binnen Brainport (bijvoorbeeld DAF en Van de Leegte) tot de kleinste, samen 70 partners. Relevant voor dit mobiliteitsproject zijn bijvoorbeeld waterstof en elektrificatie.
Er is echter meer nodig. Met name bij de kleinere bedrijven moeten extra stappen gezet worden, en de goede bedoelingen moet operationeel zichtbaarder gemaakt worden. Bij grote bedrijven als Philips Medical Systems en ASML wordt al gewerkt aan duurzaamheid over de hele keten (nog beginstadium) , maar op veel andere plaatsen moet dat nog beginnen.
Er moeten extra stappen gezet worden.
Mevrouw van Gulik meldt dat de steden Eindhoven en Helmond, namens de Brainportregio, bij de EU op 18 januari 2022 een aanvraag ingediend hebben in het kader van het ‘100 Climate Neutral Cities – plan’. Antwoord zal nog wel even op zich laten wachten.
Namens Milieudefensie Zoals bekend heeft Milieudefensie landelijk 29 bedrijven benaderd (terwijl daarnaast de Shellactie doorloopt) met het verzoek om uiterlijk 15 april een Klimaatplan gemaakt te hebben waardoor de klimaatopwarming onder de 1.5°C blijft. De aangeschreven bedrijven moeten daartoe in 2030 30% minder CO2 uitstoten dan in 2019 (gerekend over hun keten, scope 1,2 en 3).
In de Brainportregio zijn geen bedrijven rechtstreeks aangeschreven. Wel bevinden zich er in de regio filialen van banken en grootwinkelbedrijven waarvan het hoofdkantoor aangeschreven is, en is Eindhoven Airport een filiaal van de aangeschreven Schiphol Group.
Eindhoven Airport vanaf de Spottershill
Uiteraard beperkt de intentie van Milieudefensie zich niet enkel tot de aangeschreven bedrijven, maar strekt zich uit tot het bedrijfsleven als geheel, en dus ook tot dat in Brainport.
Milieudefensie kent de tripartite opzet van Brainport (Overheid, onderwijssector, bedrijfsleven) en begrijpt dat dhr. Van Nunen deze niet zomaar naar zijn hand kan zetten. Er is wel sprake van invloed.
Gezamenlijk
De intenties van de partijen werken dezelfde kant op
Er lopen een aantal losse initiatieven in de regio op het gebied van energie, circulariteit en dergelijke. Geprobeerd wordt deze in kaart te brengen
Er is behoefte aan een totaalplan waarin deze initiatieven ingebracht worden, mede ook ten behoeve van de kleinere bedrijven
Meewerken aan het verduurzamen van de productie valt onder het takenpakket van dhr. Hakvoort bij Philips Medical Systems. Waar dat zinvol is, kan dhr. Hakvoort benaderd worden voor overleg
Het bereiken van de 1.5°C- doelstelling raakt ook de overheids- en onderwijspartners binnen Brainport. Dhr. van Nunen en mevr. Van Gulik willen proberen het initiatief te verbreden tot de gemeentelijke projectmanagers. Er zou bijvoorbeeld een brainstormsessie kunnen volgen waarbij ook Milieudefensie aanwezig zou kunnen zijn.
Er komt een gezamenlijk communiqué, zijnde dit document
Er komt een vervolgvergadering ergens in maart. Het initiatief voor een datum (vrijdagmiddag 16 uur) komt van Brainport Development.
Hoe het ook al weer zat met de Aanvullingsregeling Geluid Het is al vaak uitgesteld, maar het is nog steeds de bedoeling dat de nieuwe Omgevingswet van kracht wordt. Daartoe moeten bestaande milieuwetten in de nieuwe wet ondergebracht worden, zo ook de Wet geluidshinder en de wet Milieubeheer, voor zover die over geluid gaat. Dat gaat via de trits wet – besluit -regeling. De eerste twee stappen zijn geruisloos verlopen en juridisch zou ook de regeling-stap geruisloos kunnen verlopen (de Raad van State had er maar één kantje advies voor nodig), maar toen brak de hel los. Het bleek dat in grote gebieden rond Schiphol geen normale nieuwbouw van woningen meer mogelijk was. 60.000 tot 80.000 woningen zouden met de nieuwe regels te maken krijgen, waarvan grofweg de helft niet met de oude regels te maken gekregen zou hebben.
De Wet luchtvaart blijft bestaan en wordt niet opgenomen in de Omgevingswet. De Wet luchtvaart kent zijn eigen geluidsregime, dat beschreven wordt met geluidscontouren
Voor alle andere geluidsbronnen worden in de nieuwe Omgevingswet rond de bron standaard- en grenswaarden ingesteld voor nieuwe kwetsbare bebouwing. Als voorbeeld worden in dit verhaal gehanteerd Rijks- en provinciale wegen, waar deze standaard- en grenswaarden resp. 50 en 65 dB Lden zijn.
Als een nieuw woningbouwproject langs een provinciale of rijksweg volgens de planning boven de 50 dB Lden uit zal komen, moet een geluidscumulatieberekening gemaakt worden. Strikt genomen moet dat alleen voor dat deel van het nieuwbouwproject dat boven de 50 uit zal komen, maar omdat een plan voor een wijk als geheel gemaakt wordt kan de verplichting ook invloed hebben op de rest van het plan.
Voor die geluidscumulatieberekening telt luchtvaartgeluid ook mee als het plan in kwestie binnen de 48dB Lden– of 20Ke-contour van een luchthaven ligt.
Voor de dosis-effectrelatie luchtvaartgeluid die voor een dergelijke cumulatieregeling gebruikt wordt, wordt een nieuwere versie gebruikt die de bewoners beter beschermt
(rood is de nieuwe, groen de oude dosis-affectrelatie. EH = Ernstig Gehinderd).
Gecumuleerd geluid wordt in klassen ondergebracht in stappen van 5dB Lden . op onderstaande wijze. Deze klassen hebben niet in zichzelf strikte juridische betekenis, maar worden al wel decennia gebruikt in MER-studies en Raad van State-jurisprudentie. Ze dienen een afweging die de lokale overheid moet maken. Naarmate de klasse waarin een gemeente wil bouwen slechter wordt, nemen de juridische gevaren toe en wordt er steeds meer aan motivering en maatregelen gevraagd.
Als over een bouwplan al een eindbesluit genomen is voor de Omgevingswet ingaat (“een hard plan”) , terwijl het plan nog niet gerealiseerd is, ontstaat een overgangssituatie waarin het oude recht nog telt.
Toepassing op vliegveld Eindhoven Het verschijnen van de consultatieversie van de Aanvullingsregeling heeft gemeente- en provinciebestuurders ertoe gebracht om een impactanalyse uit te laten voeren, eerst rond Schiphol (met genoemd pandemonium tot gevolg). Na vervolgoverleg is besloten ook een “beperkte” impactanalyse uit te voeren rond de vliegvelden Lelystad, Rotterdam-Den Haag en Eindhoven. Deze is op 19 januari 2022 gepubliceerd. Hier de resultaten wb Eindhoven. Hij is te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-1014383 .
Het luchtvaartdeel is uitgevoerd door het bureau To70, het woningdeel door ABF Research.
Bij de afbakening van de opdracht zijn een aantal keuzes gemaakt:
Tenzij anders aangegeven, wordt gekeken tot 2030
Harde plannen (met een vastgesteld besluit) vallen niet onder de nieuwe regelgeving, maar ook harde plannen gaan soms toch niet door en worden dan in praktijk vertraagde plannen. Het percentage harde plannen dat dit lot wacht (en dat dan wel onder de nieuwe wet valt) wordt, op basis van ervaring, geschat op ongeveer 30%
Aangenomen wordt dat de geluidscontour uit het Luchthavenbesluit 2014 de juiste is
De gehanteerde geluidsmaat is de Lden . In Eindhoven (militair vliegveld) gelden nog de oude Kosteneenheden (Ke). To70 kijkt naar wat op papier de 48dB Lden en de 52 dB Lden contour zijn. Waarom overigens 52, is een raadsel maar die keuze maakt niet uit. Om wat speling te hebben voert To70 ook een gevoeligheidsanalyse uit in de zone van 3dB Lden buiten de 48 Lden -zone (dat heet “net buiten”. De 48dB Lden zone valt ongeveer samen met, maar is iets groter dan, de 20Ke-zone waarbinnen onze regio bestuurlijk heeft afgesproken geen grootschalige nieuwbouw van woningen te programmeren.
De woningbouwprojecten zijn opgevraagd bij de provincie (indien > 100 woningen) en de gemeenten
Dit leidt tot de volgende resultaten:
Binnen de 52Lden -contour liggen geen relevante objecten.
In totaal worden er binnen de 48dB Lden -contour en op basis van harde plannen tot 2030 400 woningen geprogrammeerd. Hiervan 110 in het winkelcentrum Ardèchelaan in de Eindhovense wijk Achtse Barrier. Het betreft hier vernieuwbouw in bestaand bebouwd gebied. Hiervan de rest in de vorm van kleinere projecten, onder andere in de gemeente Eersel en Meierijstad. Naar verwachting gaan ca 140 van deze 400 woningen (de eerder genoemde ‘ongeveer 30%’ wegens vertraging alsnog onder de nieuwe wet vallen, en niet onder het overgangsrecht.
In de zone ‘net buiten’ de 48dB Lden -contour worden tot 2030 ca 1700 nieuwbouwwoningen geprogrammeerd, waaronder in elk geval twee projecten van tenminste 100 woningen in Veghel. (De vraag is overigens of in Veghel ook de geluidszone van vliegveld Volkel meegerekend moet worden). Aannemende dat hiervoor dezelfde ‘ongeveer 30%’ geldt, gaan ongeveer 500 woningen niet onder het overgangsrecht vallen, maar onder de nieuwe wet.
Over zachte plannen is niets bekend
Over de situatie na 2030 is niets bekend
Bij deze resultaten hoort commentaar van BVM2. Sommige aannames leiden in praktijk tot overschatting, andere tot onderschatting van het aantal woningen waarvoor straks een geluidscumulatieberekening nodig is.
To70 rekent met de 48dB Lden -contour, maar bestuurlijke afspraken gaan tot nu toe over de 20Ke-contour. Die is iets kleiner. Steensel bijvoorbeeld ligt binnen de een en buiten de ander. Eventuele woningbouwprojecten in Steensel zouden dus bij To70 ten onrechte meetellen. Dit leidt tot een lichte overschatting.
De belangrijkste bron van overschatting is dat nieuwbouwprojecten pas onder de nieuwe cumulatiewetgeving vallen als ze, behalve binnen de 48dB Lden -contour, ook boven de standaardwaarde van een andere geluidsbron uitkomen (in Eersel bijvoorbeeld de A67).
Een bron van onderschatting is dat de contour op papier van het Luchthavenbesluit in praktijk in 2019 fors overschreden is. Voor de (kleinere) 35 Ke-contour was de oppervlakte binnen de contour in praktijk 12,7km2 en dat mocht 10,3km2 zijn, grofweg een kwart meer. Als de 20Ke-zone ook een kwart groter is, rijst de vraag hoe de feitelijke zone zich verhoudt tot de ‘net buiten’ zone. Een deel van de woningen in de ‘net buiten’zone ligt in praktijk ‘net binnen’ en moet dus bij de 400 woningen worden geteld.
Een bron van onderschatting is dat, naar eigen zeggen, niet alle bestaande woningbouwplannen bekend zijn bij ABF Research
Een ernstige bron van onderschatting is dat er niets is opgenomen over na 2030
Een ander probleem (resulterend in onderschatting) is dat de regio in 2019 met het kabinet een ‘Woondeal’ heeft afgesloten ter grootte van 27000 nieuwe woningen in 2024. (zie https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/11/wat-heeft-het-woningbouwbeleid-van-ollongren-opgeleverd-a4027097 ). Naar alle waarschijnlijkheid zit van dit aantal nog alles of bijna alles in de ‘zachte’ fase, en is het dus niet in de schattingen meegenomen. Anders uitgedrukt, als de Woondeal-woningen binnen de 20Ke-zone terecht komen (de theoretische of de feitelijke?), en als er een andere geluidsbron is die ze boven de standaardwaarde jaagt (bijvoorbeeld een rijks- of provinciale weg), dan moet er een cumulatieberekening plaatsvinden.
Nog anders uitgedrukt: de aanwezigheid van een vliegveld leidt tot stringente beperkingen op de woningbouwmogelijkheden, en daarmee op de uitvoering van de Woondeal.
Dit aspect zou veel zwaarder moeten meewegen als men de kosten-batenbalans van het vliegveld opmaakt.
Mafkees gaat bitcoins delven in Eindhovense woonwijk
Een inwoner van de Normandiëlaan in de wijk Achtse Barrier in het Eindhovense stadsdeel Woensel is bitcoinboer (of -boerin) geworden. Vroeger had je de goldrush en nu de bitcoinrush.
Probleem is dat je daar enorm zware computers nodig hebt, en enorm veel stroom. De bitcoinboer heeft aan netbeheerder Enexis gevraagd om een zware kabel aan te leggen vanuit het dichtstbijzijnde transformatorhuisje, een paar hoeken om en ruim 250 strekkende meters verder. En zolang de bitcoinboer betaalt en geen onwettige handelingen verricht, heeft Enexis een aansluitplicht.
Voor de bewoners is de ontwikkeling zowel een voordeel als een nadeel. Voordeel is dat de bitcoinboer zijn zaakjes nu deugdelijk regelt, zodat niet de hele tijd in de omgeving lampen aan en uit gaan. Nadeel is dat ze twaalf dagen in de graafellende zitten. Tientallen garages zijn tijdelijk onbereikbaar en voordeuren alleen met oudhollandse bruggetjes.
De Normandiëlaan in de Eindhovense wijk Achtse Barrier tijdens de graafwerkzaamheden
Het Eindhovens Dagblad (20 jan 2022) heeft met het personeel van graafbedrijf Hurkmans gebabbeld en zodoende vernomen (behalve dat van die knipperende lampen) de kabels 600A heen en terug brengen (ter vergelijking: één groep van een normaal woonhuis is goed voor 16A).
De Eindhovense SP heeft vragen gesteld ‘welke belangenafweging gemaakt wordt bij het vergunnen van dit soort werkzaamheden’ en hoe dit past binnen de duurzaamheidsambities van de gemeente. Goede vragen. Waarschijnlijk wordt het antwoord dat daar waar Enexis een aansluitplicht heeft, de gemeente min of meer automatisch verplicht wordt een graafvergunning te geven. En dat de gemeente niets te vertellen heeft over het leveren van stroom en een en ander, eventueel knarsetandend, heeft te accepteren.
De Bretagnehof
Mijn persoonlijke mening is dat computerbezigheden voor het doen functioneren van de blockchaintechnologie (waarvan de bitcoin een toepassing is), slechts onder strikte voorwaarden moet worden toegestaan, en dus aan een vergunning gebonden.
Nou ik het toch over computers en energie heb, in het kort mijn mening over het datacenter van Facebook en, meer algemeen, andere datacenters.
Algemeen vooraf: de verduurzaming van de industrie, waar onder andere Milieudefensie om vraagt, zal tot een algemene ophoging van het stroomverbruik in Nederland leiden. Hoeveel precies, is lastig schatten. Er is onlangs een schatting gemaakt van 15 tot 45TWh extra, maar dat is een hondsbrutaal maar zwak verhaal (ik kom er binnenkort op terug). Zie alvast https://www.bjmgerard.nl/handreiking-res-2-0/ . Nederland moet gaan nadenken over hoe het moet met zijn energiehuishouding (zie https://www.bjmgerard.nl/vier-scenarios-voor-het-energiesysteem-van-de-toekomst/ ). In deze discussie is het data center van Facebook niet meer dan een incident. Door de specifieke politieke omstandigheden was het wel een rode lap-incident. Ook ik was tegen het Facebook-datacenter, omdat ik aan Facebook weinig voordelen zie en veel nadelen. Het rode lap-incident kan zijn nut gehad hebben als het bijdraagt tot het inzicht dat de verduurzaming van de industrie in het algemeen, en datacenters in het bijzonder, problemen met zich meebrengen die moeten worden opgelost.
Maar het ene datacenter is het andere niet en ik zou er met nadruk voor willen pleiten om in mijn linkse kringen geen algemene anti-datacentersstemming te laten ontstaan, evenmin trouwens als een blinde anti-industriestemming.
Google is naast een last ook een lust. Zo ook Microsoft of, om maar eens wat anders te noemen, het datacenter van de Rabobank in Boxtel. Dat betaalt rekeningen en pensioenen. Zonder Teams geen thuiswerk, zonder Google geen scripties en zonder Gmail meer postauto’s.
Er zijn discussies over de te grote politieke macht van de high tech-ondernemingen. Ik volg die op afstand en ik kan me daar iets bij voorstellen, maar het is mijn terrein niet en ik geef er geen beschouwing over buiten mijn core business.
Mijn core business is dat de noodzaak tot explosief groeiende duurzame energie tot financiele behoeften leidt en, wat een veel groter probleem is, tot ruimtelijke ordening-vraagstukken. De politieke en financiele macht leiden tot een soort voorrangsvergroening. De datacenters pikken, bij wijze van spreken de polder in en Tata Steel en Schiphol de Noordzee (dat is niet geheel bij wijze van spreken) , en de rest moet maar zien.
Daar is een soort Grand Design voor nodig onder nadrukkelijke politieke leiding (economische democratie), op basis van serieus onderzoek. De vier energiescenario’s – discussie (zie https://www.bjmgerard.nl/vier-scenarios-voor-het-energiesysteem-van-de-toekomst/ ) gaat die kant op. En misschien ligt de toekomst voor de Nederlandse hernieuwbare energievoorziening wel voor een deel in het buitenland – net zoals nu de fossiele.
De rode lap Facebook als start van het denken is een prima zaak. Het zou slecht zijn als het ook het einde van het denkproces was.
Nu alle Regionale Energie Strategie – regio’s (RES-regio’s) hun eerste opzet RES1.0 af hebben, en de lagere overheden deze goedgekeurd hebben, en alle gemeenten hun Transitie Visie Warmte ingeleverd hebben, gaat het vervolg vorm krijgen. Dat gaat uitlopen in de RES2.0 die op 1 juli 2023 afgerond moet zijn. De Handreiking RES 2.0 (uitgebracht oktober 2021) is een beleidsdocument dat gidsend wil optreden in de periode van 01 januari 2022 tot 01 juli 2023. Beleidsdocument betekent dat het niet zelf juridische kracht heeft. Wel hebben de in de handreiking beschreven bestaande en toekomstige wetten juridische kracht, waarbij uiteraard de nieuwe (en al vaak uitgestelde) Omgevingswet genoemd moet worden. De Handreiking RES 2.0 is te vinden op https://www.regionale-energiestrategie.nl/ondersteuning/handreiking2/2049228.aspx .
Tevens op deze pagina, als toegevoegde bijlagen, een set werkbladen. Deze gaan gedetailleerd op onderwerpen in en worden regelmatig ververst.
Per 1 januari 2025 moeten alle omgevingsvergunningen voor de noodzakelijke windturbines, zonneparken etc rond zijn.
Tijdlijn RES
Wat was ook al weer de bedoeling? In het Klimaatakkoord (juni 2019), dat t.o.v. 1990 49% minder CO2 wil in 2030 en 95% minder in 2050, zijn afspraken gemaakt over projecten ter praktische vormgeving.
Een van die projecten betreft de vorming van dertig regio’s die elk een Regionale Energie Strategie moeten definiëren. Die dertig regio’s moeten in 2030 samen twee hoofddoelen gerealiseerd hebben: de opwekking van 35TWh hernieuwbare elektriciteit en het afkoppelen van 1,5 miljoen woningen van het aardgasnet.
Die 1,5 miljoen woningen vormen ongeveer 20% van de woningvoorraad. De regio’s hebben daartoe elk een Regionale Structuur Warmte opgesteld voor gemeentegrens-overschrijdende warmtezaken, en vervolgens hebben alle gemeenten een Transitie Visie Warmte opgesteld. Mijn verhaal over de Transitie Visie Warmte van de gemeente Eindhoven zit verwerkt in https://www.bjmgerard.nl/de-haasheat-financieringswijze-van-hybride-warmtepompen/
Aan de 35TWh ligt een schema ten grondslag. Het Nederlandse elektriciteitsbudget ten tijde van het Klimaatakkoord bedroeg ongeveer 120TWH (430PJ). (Let wel dat het totale Nederlandse energiebudget ongeveer 7* zo groot is – vaak wordt de fout gemaakt om elektriciteit en energie te verwarren. Als gemeentes zeggen dat ze energieneutraal willen zijn, gaat het over het totale energiebudget). Die 120TWh wordt opgesplitst in drieën:
Een portie van 49TWh komt van wind op zee
Een portie van 35TWh komt van grootschalige wind en zon op het land (grootschalige zon betekent >15kWpiek . Hierover gaat de RES.
Een portie van 36TWh is nog niet verduurzaamd in 2030, of wordt verduurzaamd met projecten die niet voor de RES meetellen (zoals kleinschalige zon op dak, elektriciteit uit biomassa of water, etc).
De Handreiking RES2.0 voegt, wat betreft warmte, geen wezenlijke nieuwe elementen toe aan wat er al ligt. Het verdere verhaal gaat daarom nu over de hernieuwbare elektriciteit.
Elke regio heeft een “bod” uitgebracht (Zuidoost-Brabant 2TWh), met bijbehorende gradaties van waarschijnlijke haalbaarheid. Het PBL heeft al die biedingen opgeteld en komt tot 31 – 46TWh in 2030. Een flink deel van deze projecten bestond al of zal al in de pijplijn. Een ander deel bestaat nog slechts als zoekgebied op het papier. Het is geen gelopen race dat al die projecten het ook inderdaad halen – überhaupt of vertraagd, want ook het elektriciteitsnet is een probleem. Een bepaalde overprogrammering is dus gewenst.
Nieuwe bedoelingen De werkelijkheid staat niet stil en in maart 2021 meldde de daartoe opgerichte ‘Stuurgroep extra opgave’ dat de verduurzaming van de industrie 15 tot 45TWh aan eerdergenoemde 120TWh elektrische energie zal toevoegen. Zie https://www.klimaatakkoord.nl/documenten/publicaties/2021/04/13/stuurgroep-extra-opgave . Dat is een van de consequenties van het “aanpakken van de grote bedrijven”. Voor de verhoging van de te dekken stroomvraag (dus van 120TWh naar 135 a 165TWh) denkt de Stuurgroep aan extra wind op zee. Dat mag van het Klimaatakkoord.
De grootste post overigens wordt nog niet in de Handreiking RES2.0 genoemd, namelijk de productie van synthetische brandstoffen voor het grensoverschrijdende zware vrachtverkeer, en voor de internationale scheepvaart en luchtvaart (de ‘bunkers’). Een theoretische exercitie van TNO, aannemende dat de omvang van dit verkeer niet vermindert en aannemende dat Nederland de bunkers gaat verduurzamen die officieel geen deel uitmaken van het Nederlandse energiebudget, komt ergens rond de 550TWh. Zie https://www.bjmgerard.nl/tno-onderzoek-naar-e-fuels-technisch-en-politiek-besproken/ .
Uitwerkingsvragen De focus ligt in de Handreiking RES2.0 logischerwijs op de uitvoering van wat afgesproken is.
Daarbij hanteert de Handreiking vijf ‘werksporen’:
Borgen van het gezamenlijk uitvoeren in en tussen regio’s in een uitvoeringsagenda;
Bijdragen aan het gezamenlijk programmeren van duurzame energieopwek in samenhang met het regionale energiesysteem;
Verankeren van RES 1.0 en RES 2.0 in het omgevingsbeleid, inclusief lokaal eigendom;
Gedragen besluiten en uitvoering: permanente dialoog in een democratisch proces;
Inzicht in de voortgang en bereikte resultaten via monitoring en verantwoording.
Nationale randvoorwaarden.
Het is bestuurlijk jargon, dat interessanter is dan het lijkt.
Betekent, voor de hand liggend, dat vastgelegd wordt wie wat doet (een Uitvoeringsagenda)
Gaat over de feitelijke programmering, rekening houdend met van alles en nog wat. Het is ruimtelijke ordening die prioriteert tussen de locaties en faseert in de tijd. Zoekgebieden worden concreter, projecten worden gerealiseerd en aangesloten. Er is een afwegingskader om de vele verschillende functies onder te brengen: naast de energiefunctie ook zaken als de woningbouw, de stikstof, de waterberging, natuur en landschap, en liefst ook maatschappelijke acceptatie – waarvoor betaalbaarheid van de energie essentieel is. En dat alles terwijl de doelstelling, uitgedrukt in CO2 , gehaald moet worden. Een van de werkbladen is aan het afwegingskader gewijd.
De uitkomsten van het proces moeten vastgelegd worden in (nu nog) de milieuwetten en de Wet Ruimtelijke Ordening en (straks) in de al vaak uitgestelde Omgevingswet annex Omgevingsvisies. Uiterlijk 01 januari 2025 moet dit rond zijn. Ook moet de uitkomst van het lokale participatieproces wettelijk worden vastgelegd, bijvoorbeeld wat er precies bedoeld wordt met lokaal eigendom .
Er moet veel en gestructureerde aandacht zijn voor het proces. De procesparticipatie moet mede leiden tot een financiele participatie in enigerlei vorm (daarin kunnen keuzes gemaakt worden). Het Klimaatakkoord beveelt 50% lokaal eigendom aan, maar dat is niet wettelijk vastgelegd. Er is hierover een apart werkblad gemaakt, waarover ik verderop iets zal zeggen. Zie ook https://www.bjmgerard.nl/uitwerking-van-de-participatie-afspraken-in-het-klimaatakkoord/ . Het is mogelijk burgerberaden en burgerforums in te zetten (dat zijn twee verschillende dingen).
De verantwoording en de daarvoor nodige monitoring moet geregeld worden. Het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL) speelt daarin een hoofdrol. Dat maakt kwalitatieve en kwantitatieve analyses en helpt mee met het opstellen van een gemeenschappelijke set kernindicatoren en het inrichten van een digitale kaart.
Het Rijk moet zijn zaakjes op orde hebben, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat tussen droom en daad geen wettelijke bezwaren in de weg zitten. Het Rijk is ook in beeld van wege zijn eigen grond en heeft voor hernieuwbare energie op rijksgronden het programma OER lopen. Niet onbelangrijk voor Brabant, met zijn vijf militaire vliegvelden. Daarnaast moet het Rijk voor communicatie, regie en sturing zorgen. Opmerkelijk genoeg staat er niet bij dat het Rijk ervoor moet zorgen dat het elektriciteitsnet afdoende werkt. Die taak legt men bij ‘de netbeheerders’ die gewoon zelfstandig opererende overheden zijn. Zegt iets over politieke concepties.
Werkbladen Zoals gezegd, hoort bij de Handreiking een set werkbladen die regelmatig geactualiseerd wordt. Ik pik er drie uit voor een korte bespreking, het Werkblad Juridische tips voor gemeentelijke regulering van “zon op dak” , het Werkblad participatie en het Werkblad Lokaal Eigendom. Op de website van de Handreiking zijn die te vinden. Let wel dat hier de versie van jan 2022 besproken wordt. Mogelijk komen er nieuwere versies.
Het Werkblad Juridische tips voor gemeentelijke regulering van “zon op dak” Let wel: het werkblad gaat over wat de titel zegt: juridische zaken. Het gaat dus niet over gemeentepolitieke aanpak als goedkope leningen, ontzorgingsconstructies en dergelijke.
In de wet is een Voorkeursvolgorde zon-PV vastgelegd, in de volksmond de ‘zonneladder’. Deze is juridisch zelfbindend voor het Rijk, maar heeft sterke invloed op lagere overheden. In de zonneladder worden natuur- en landbouwgebieden niet volledig worden uitgesloten, maar ligt de voorkeur bij gronden met een andere primaire functie dan landbouw of natuur, zoals waterzuiveringsinstallaties, vuilnisbelten, binnenwateren of areaal in beheer van het Rijk (en provincies), waaronder bijvoorbeeld bermen van spoor- en autowegen. (Later ook zand/-grindputten). De voorkeursvolgorde houdt expliciet geen “volgtijdelijkheid” in. De volgorde is in het denken, niet in het handelen. Wie iets nieuws wil met veel zonnepanelen, moet dus in zijn plannen langs beleidsmatige voorkeurslocaties lopen, maar hoeft met een park op de grond niet te wachten tot elk dak in de wijde omgeving bezet is.
En dat is maar goed ook, want met alleen pijnloze PV haalt men het doel niet.
De beleidsnota ‘Zonneparken en windturbines in Eindhoven’ uit 2020 bijvoorbeeld heeft becijferd dat je met alleen maar zon op dak in de stad Eindhoven idealiter 1,7 PJ kon halen van de huidige vraag ter grootte van 4,7PJ (1TWh = 3,6PJ). Betere techniek zal meer aanbod opleveren, maar de vraag groeit nog veel harder. Meer woningen, elektrisch verwarmde woningen en elektrische auto’s brengen de geraamde vraag naar stroom in 2050 op ca 15PJ (waarin de verduurzaming van de industrie en de productie van waterstof nog niet meegerekend is).
Zon op dak heeft wel zin, maar telt voor de RES pas mee als het om meer dan ca 60 panelen tegelijk gaat (>15kWpiek ). Zon op het dak telt wel mee voor het ruimere doel van de 49% minder CO2 in 2030 . Eindhoven wil 55% minder in 2030 en des te vreemder is het dat Eindhoven, als het puntje bij het paaltje komt, weinig of geen zonneparken op eigen grondgebied wil.
In de huidige wetgeving is de plaatsing van zonnepanelen op een woningdak als regel vergunningvrij, uitzonderingen daargelaten als monumenten etc. Er is uitputtende rijksregelgeving voor woningen en de gemeente kan daar juridisch niet op inbreken, ook niet via bestemmingsplannen. Voor niet-woningdaken, geluidsschermen, stortplaatsen etc geldt de bouwregelgeving niet en kan de gemeente wel ruimtelijk sturen. De nieuwe Omgevingswet biedt meer rechtstechnisch gereedschap, maar uiteindelijk lijkt er voor bestaande situaties weinig te veranderen. Dit is specialistische materie. Wie een juridische vraag op dit vlek heeft, moet zelf het Werkblad gaan lezen.
Het Werkblad participatie Ook dit Werkblad is vooral bestuurlijk en juridisch. Het verhaal gaat vooral over allerlei participatietechnieken in het beleidstraject (beleidsparticipatie) en in het uitvoeringstraject (projectparticipatie). Projectparticipatie kan tot financiële participatie leiden.
Er bestaan risicodragende en risicovrije vormen van financiele participatie. De risicodragende komen in het volgende Werkblad aan de orde. Risicovrije participatie (bijvoorbeeld van belang voor sociale minima die in het betreffende gebied wonen en die geen risico kunnen lopen) zijn bijvoorbeeld de grondvergoedingen, omwonendenregelingen, en het gebiedsfonds.De bulk van de tekst gaat op aan een lijst met participatiemiddelen. Een greep daaruit als voorbeeld. De website https://www.energieparticipatie.nl/aan-de-slag/werkvormen gaat dieper op de technieken in.
Het Werkblad Lokaal Eigendom Het Klimaatakkoord bepleit (maar heeft dat niet juridisch vastgelegd) 50% lokaal eigendom. Bedoeld wordt risicodragend eigendom (je deelt ook mee in de verliezen) door rechtspersonen. Overigens is een combinatie mogelijk van risicodragende en niet-risicodragende participatie.
‘50%’ betekent 50% van het eigen ingebrachte vermogen. Als bijvoorbeeld een windturbine voor 80% met geleend geld gerealiseerd wordt, betalen de lokale eigenaren samen 10% van de investeringskosten(en bijvoorbeeld Raedthuis de andere 10%).
De lokale participatie kan ook 100% zijn, bijvoorbeeld als een groep gemeenten besluit een eigen energiebedrijf op te richten in eigen beheer, of een coöperatie besluit zelf een windpark te ontwikkelen. Dat mag. Zie oa https://www.bjmgerard.nl/een-eigen-energiebedrijf-in-de-meierij/
Windpark De Krammer
Windpark De Krammer bijvoorbeeld is volledig gerealiseerd, en wordt beheerd, door de energiecoöperaties Zeeuwind en Deltawind. Het nominale vermogen is 102MW en de stroom wordt rechtstreeks afgenomen door DSM, Google, Nouryon en Philips. Momenteel zit 60% van de aandelen bij de twee coöperaties en 40% bij de Franse duurzame energieproducent Kallista Energy, waarvan het ABP een van de aandeelhouders is.
Er bestaan allerlei vormen van (deels) maatschappelijk eigendom en dit werkblad geeft een grondig overzicht, met veel voorbeelden, van wat allemaal kan. Hieronder een zoekboom voor lagere overheden die met dergelijke initiatieven te maken krijgen.