Langs de A50 bij Uden (die daar bijna pal Noord-Zuid loopt) is een geluidsscherm geplaatst dat uitgevoerd is als dubbelzijdig PV-scherm. Rijkswaterstaat en TNO zijn er trots op.
De eerste metingen wijzen uit dat de opbrengst niet tegenvalt. Het is meer dan gedacht. Gemeld moet wel worden dat de cijfers nog op extrapolatie berusten. De metingen zijn nog niet af.
Om precies te zijn zullen de 1600 m2 netto PV-paneel ongeveer 200MWh/y produceren. Dat is 0,72TJ. De persvoorlichting zegt dat dat genoeg is voor 60 huishoudens (schatting vooraf was 50). Een gemiddeld huishouden zou dan 3300kWh/y stroom verbruiken. Zou kunnen.
Reken je met 900 vollast=uren, dan is de machine als geheel 222kW, en per m2 ongeveer 139W. Reken je per m2 op jaarbasis, dan haalt de machine ongeveer 4,5TJ/hectare*y = 0,45PJ/km2*y. Dat is alleszins redelijk en te vergelijken met een goed scherm op het zuiden.
Een aangenaam resultaat is dat de panelen niet vies blijken te worden. De opbrengst neemt er althans niet zichtbaar door af.
Drie (naar eigen zeggen) ‘kritische CDA-leden’ mochten in het Eindhovens Dagblad een gastopinie plaatsen “Weinig mensen weten wat natuurbeleid beoogt”. Het gaat om Els Stravens uit Steensel, Quinten Pluymaekers uit Boxtel, en Maarten van de Tillaart uit Tilburg. De eerste twee zijn lid van het Algemeen Bestuur van Waterschap De Dommel. Ze betogen (soms in omfloerste termen) dat het ecologische natuurbeheer tegenover het natuurgevoel van het volk staat, dat Natura2000 eigenlijk onzin is, dat er geen bomen gekapt moeten worden in bijvoorbeeld De Peel, want bomen vinden stikstof lekker.
Kortom, ze willen eigenlijk van de Natura2000 af (of minstens minder) en dat komt goed uit, want dan hebben de boeren meer vrijheid en de stikstof kost veel geld. Dat is ongeveer de logica. Wie het na wil lezen kan terecht op www.ed.nl/opinie/weinig-mensen-weten-wat-natuurbeleid-beoogt~a949ca8e/ .
Ik heb een ingezonden brief naar het Eindhovens Dagblad gestuurd om op het verhaal van de drie CDA-ers te reageren. Die staat hieronder (met steunkleur) afgedrukt. Ik weet niet of de brief geplaatst wordt.
Dode zomereik
Kritische
CDA-ers kletsen uit hun nek
In het Eindhovens Dagblad van 21 februari jl staken de
‘kritische CDA-leden’ Stravens, van den Tillaart en Pluymaekers een betoog af
over hun opvatting van natuurbeleid. Die komt er op neer dat er tot een soort
gezond volksgevoel tegen Natura2000 gebieden wordt opgeroepen, als zijnde
natuur die u en wij niet als zodanig aanvoelen.
Bomen, dat is het, want die houden van stikstof, dat is fijn voor de boeren en
de Strabrechtse Hei mag gerust dichtgroeien want alleen bos is natuur. Zo
voelen wij dat, althans het CDA.
Maar er zitten een paar fouten in de redenering.
Op de eerste plaats heeft Nederland de Natura2000-gebieden
Europees vastgelegd en is nu juridisch gebonden aan minstens instandhouding.
Op de tweede plaats heeft elke plant meer voedingsstoffen
nodig dan alleen maar stikstof. Als die andere voedingsstoffen er niet zijn,
leidt meer stikstof niet tot meer groei. Alleen een paar soorten planten als
brandnetel en braam hebben geluk.
Maar daar blijft het niet bij.
De stikstofoxides en nog veel meer de ammoniak, die de landbouw uitstoot,
worden in de lucht of in de bodem geoxideerd, met als eindproduct salpeterzuur.
Het is de oude zure regen-problematiek van het Waldsterben in een nieuw jasje.
Het zuur loogt de bodem uit, waardoor essentiële stoffen als calcium, kalium en
magnesium oplossen en de diepte induiken. Die voedingsstoffen zijn er dus
steeds minder, met name op droge zandgrond.
Daar tegen over staat dat het in die context schadelijke aluminium vrijkomt.
De stikstof, meer in het bijzonder de ammoniak van de
boeren, vermoordt de bodem.
Bomen zijn meestal helemaal niet blij met stikstof.
Integendeel, de zomereiken op droge zandgronden als de Maasduinen en de Veluwe gaan er massaal de
pijp door uit (zie de NRC van 07 april).
Stravens en Pluymaekers zitten in het Algemeen Bestuur van het Waterschap. Ze zouden beter moeten weten.
Bernard Gerard
Dode eik in Gelderland
Nu is de echte paradox, dat de drie CDA-ers tot op zekere hoogte gelijk hebben, maar dan op een andere manier dan ze zelf bedoelen. En op de manier die ze bedoelen, hebben ze geen gelijk.
Linkse en milieumensen weten inderdaad vaak niet wat natuurbeleid beoogt, maar dan vanuit een heel andere optiek dan bovenstaande dienstbaarheid aan boeren. Er komen in deze tijd meerdere spanningsvelden bij elkaar.
energieopwekking zonder of met weinig CO2
klimaat
biodiversiteit
landschap[ en natuur, zowel objectief als subjectief
grondwater
eindigheid van materialen
vervuiling en gebiedsaantasting
en maatschappelijke problemen die zeer reëel zijn, maar die ik hier niet behandel (bijvoorbeeld armoede)
Het probleem is dat een oplossing voor het ene spanningsveld soms in strijd is met die voor het andere spanningsveld. Bossen zijn hiervan een goed voorbeeld. Binnen zekere grenzen kun je met een bos energie opwekken, binnen zekere grenzen kun je met een bos koolstof opslaan, en met hout kun je binnen zekere grenzen prima de eindigheid van sommige materialen bestrijden. Maar een bos kan slecht zijn voor de grondwaterstand (zoals in de Peel), en kan slecht zijn voor de biodiversiteit (bijv. als het een oude, monotone dennenplantage is).
Veel linkse en milieumensen zitten in praktijk op één van deze sporen en vinden dat hun spoor de leiding moet hebben over de andere sporen. Een veel voorkomende denkreflex is bijvoorbeeld dat bos = natuur= waardevol = biodivers = klimaat = niet kappen, terwijl je bij elk van die =tekens een relativerend verhaal kunt vertellen. De drie CDA-ers hebben de denklijn natuur = bos = stikstofsink = waardevol voor de boeren; en niet-bos = niet-natuur = kan niet tegen stikstof = lastig voor de boeren.
Er is hier veel gebrek aan kennis.
Er is dringend behoefte aan een Gesamt-verhaal dat de verschillende spanningsvelden in een groter geheel onderbrengt, waarmee in afzonderlijke gevallen maatwerk geleverd kan worden. Hier moet nog veel over nagedacht worden.
Mede door de zure regen gestorven sparren in het Ertsgebergte (1998). Von bdk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1331377
Boerendemonstratie bij het Provinciehuis in Den Boscvh
Het
Financieel Dagblad (20 feb 2020) heeft in de (openbare) database van RVO (Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland, het officiele agentschap van EZ) opgevraagd wat leiders
van boerenactiegroepen als Farmers For Defence (FDF), Agrifacts en Mesdag in
2018 aan Europese subsidies krijgen. Het blijkt om aanzienlijke bedragen te
gaan.
De databank
in kwestie is te vinden op https://mijn.rvo.nl/openbaarmaking-europese-subsidiegegevens
en vereist het invoeren van de naam en de adresgegevens van de persoon van wie
men de subsidie wil weten, en van de soort subsidie – een zeer lange lijst die
men een voor een kan aflopen.
Een derde van
de subsidies is gericht op milieu- en klimaatvriendelijke landbouwmaatregelen>
Dat is opmerkelijk voor ondernemers die het bestrijden van milieu en klimaat
als hoogste doel zien.
FDF-voorzitter Mark van den Oever €25593
FDF-bestuurder Jeroen van Maanen €42050
FDF-penningmeester Daniëlle Hekman €20922
FDF-vicevoorzitter Jos Ubels €169.102
Jan Cees Vogelaar, directeur van Agrifacts en voorzitter
van het Mesdagfonds €9313
Marc Calon, voorzitter van LTO €16199
Voormalig FDF- en Agractieleider Arjen Schuiling
€24407
Voorzitter Alex Datema van BoerenNatuur €25485
De FDF-leiders zeggen dat het allemaal niet waar is en van
Maanen dreigde met juridische stappen bij publicatie. Wat er dan wel waar is,
blijft onbeantwoord.
Ubels voegt eraan toe dat het bedrag lager is en dat hij op een ander adres
woont. Maar de Kamer van Koophandel en RVO kennen dat adres niet.
Jan Cees Vogelaar laat weten dat het bedrag klopt maar dat
deze informatie irrelevant is, evenals het feit dat hij zijn onderbroeken bij
de HEMA koopt in de maat 3XL.
Schuiling stelt voor om de subsidie af te schaffen, “Brussel
en Den Haag gebruiken die als dwangmiddel.”. eigenlijk de enige verstandige
reactie.
In het ‘Global Climate Report – January 2020’ heeft de NOAA (de National Oceanic and Atmospheric Administration van de VS) gemeld dat januari 2020, globaal gemiddeld, de warmte januarimaand is in de geschiedenis, voor zover er metingen bestaan.
Ik laat het hier bij enkele illustraties uit het veel langere rapport. Wie het precies wil nalezen, moet maar op de site kijken. Waar in de afbeeldingen temperatuurverschillen gegeven worden, zijn die tussen januari temperatuur van 2020, gemiddeld over de tijd en over de wereld, enerzijds en de januaritemperatuur, gemiddeld over de 20ste eeuw en over de wereld.
Intro Na elke duizend bezoekers schrijf ik een artikel, dat buiten de grote lijn van mijn blog valt. Na de 22000ste bezoeker ging het (met flinke vertraging) over de Meyer Werft in Papenburg (een vakantie-ervaring), na de 23000ste bezoeker gaat het (zonder vertraging) over de Cyprustentoonstelling waar Willemieke en ik naar toe geweest zijn (in het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden). Die tentoonstelling is de moeite waard en loopt t/m 15 maart 2020. De perspagina van de expositie is www.rmo.nl/nieuws-pers/persinformatie/nieuwe-tentoonstelling-cyprus/ . Een deel van onderstaande afbeeldingen komt daar vandaan.
Ik hobby wat
in geologie, zonder op dat gebied enige pretenties te hebben. Vandaar ook iets
over de geologische geschiedenis die Cyprus uniek maakt.
Koperwinning Hèt kenmerk, waarmee Cyprus zich onderscheidde van allerlei andere oude gebieden in de regio, is de koperwinning. De naam koper komt van het Latijnse woord Cuprum. Dit woord is afgeleid van “aes cyprium”, hetgeen “erts van Cyprus” betekent. In de oudheid werd namelijk op Cyprus koper gewonnen (aldus Wikipedia). In de Romeinse tijd had Cyprus zo ongeveer het monopolie op de koperproductie.
Vanaf ca 8700 vChr begon de eerste, primitieve ertsbewerking. Vanaf ca 5000 vChr kon men kopererts smelten, o.a. in locaties in Anatolie en het huidige Servie. Zie o.a. www.copper.org/education/history/timeline/timeline.html en https://en.wikipedia.org/wiki/Chalcolithic . Het smelten is dus waarschijnlijk niet op Cyprus uitgevonden. Het Chalcolithicum is de periode toen er al wel koper gebruikt werd, maar men de legering met tin, om brons te krijgen, nog niet ontdekt had. Brons is harder en goed gietbaar. De bronstijd is in het Middellandse Zee-gebied erg belangrijk geweest.
Koperbaren hadden in Cyprus een ‘runderhuid-vorm’, omdat de vorm
daarop leek (maar dat berust op toeval). De ratio is waarschijnlijk dat dan
vier man hem konden dragen (de baren wegen ca 30kg per stuk).
Er werd een bijbehorende God bedacht die de koperwinning
moest beschermen.
Inmiddels zijn de mijnen grotendeels uitgeput en/of
economisch onwinbaar.
Koperbaar
Kopermijn
Een ofioliet De Cypriotische koperwinning berust op een tamelijk zeldzaam geologisch verschijnsel. Cyprus (om precies te zijn het Troödos-gebergte) is een ‘ofioliet’.
De ruimte tussen Europa en Afrika bestaat geologisch uit grotere en kleinere tektonische platen, die steeds in beweging zijn. Lang geleden was de ruimte groot en heette de Tethys Oceaan. Er lag een mid-oceanische rug die hoorde bij het uiteendrijven van Afrika en Europa (net zoals die nu in de Atlantische Oceaan ligt – Europa en de VS drijven uit elkaar , en dat niet alleen politiek).
Hydrothermic vent – systeem op een mid-oceanische rug
Vaak bestaat er bij een mid-oceanische rug een hydrothermal vent – systeem. De zeebodem is verbrokkeld en er ontstaat een soort percolatiesysteem. Op enige afstand van de rug dringt het zeewater de grond in. Het loogt allerlei chemische elementen uit, die bij die temperatuur tot op zekere hoogte in water oplossen. Boven de lavakamer stijgt het hete water weer op tot het opnieuw in zee komt. In het koude zeewater lossen de elementen en hun verbindingen niet meer op, waardoor ze bij de uitstroomopening neerslaan. De uitstroom heet (afhankelijk van het elementenmengsel) een white of black smoker en de uitstroom resulteert in een ‘chimney’, een schoorsteen. Het is als het ware een soort natuurlijk, door temperatuurverschil gedreven, retort. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Hydrothermal_vent . De schoorsteen bevat heel veel metaalverbindingen, meestal in de sulfidevorm .
Black Smoker uit een ‘chimney’
Toen de geologische kansen keerden en Afrika en Europa weer
naar elkaar toe dreven, werd ergens rond 90 miljoen jaar geleden de
oceaanbodem, met alles erop en eraan, omhoog geduwd tot wat nu het
Troödosgebergte is. Omhoog is zeldzaam, omdat oceanische korst zwaarder is dan continentale korst. Normaliter zou de zeebodem de diepte in
gedoken zijn.
Ontwikkeling van Cyprus Cyprus is vanaf ca 8000 vChr permanent bevolkt (vanuit wat nu Turkije heet).
De bewoners zaten dus op een gigantische bodemschat die gaandeweg winbaar werd, en een groot economisch belang ging beteken. Daarnaast is het op de Cypriotische vlakte erg goed boeren.
Minoische handelsroutes in de bronstijd. De minoische beschaving zetelde op Kreta.
Cyprus was dus een rijk land, waar iedereen aan kwam waaien,
hetzij met goede, hetzij met kwade bedoelingen. Soms om te veroveren, zoals Alexander
de Grote of de Perzen en de Romeinen. Soms als vluchtelingen, zoals uit de
ingestorte Myceense beschaving. Er werden op het eiland diverse talen gesproken
en enkele alfabetten gehanteerd.
Voeg er nog aan toe dat de autochtone Cypriotische clans elkaar
de hersens insloegen vanwege hun marktaandeel in de koperwinning, en een
levendige handel overzee, dan moge het duidelijk zijn dat Cyprus een dynamische
geschiedenis heeft gehad (trouwens, nog heeft). “Eiland in beweging” is dan ook
het officiële thema van de tentoonstelling.
Dat weerspiegelt zich in de kunst en de andere archeologische
vondsten. Je ziet Egyptisch aandoende beelden, idem Grieks geïnspireerde –
bijv. van de godin Aphrodite die geacht werd uit Cypriotisch zeeschuim geboren
te zijn en over de liefde en de vruchtbaarheid ging.
Wat plaatjes uit de persmap. Ik ga er geen verhaal bij
vertellen, want kunstgeschiedenis is mijn vak niet. Het is interessant.
De ‘Knip’ voor de rechter In 2017 overschreed de luchtvervuiling op de Eindhovense Vestdijk de wettelijke limiet van 40µgr/m3. Maatregelen waren verplicht. In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) sprak het vorige College van B&W met het ministerie maatregelen af, waaronder de Knip op het kruispunt Vestdijk – Ten Hagestraat – Kanaalstraat. De Knip werd provisorisch aangelegd. Het huidige College van B&W (sinds 2018) haalde de provisorische Knip weer weg. CDA en VVD hadden daarvan een verkiezingsbelofte gemaakt.
Kruispunt zonder Knip
Tegen het wèl aanleggen van de Knip spande o.a. CBRE, de eigenaar van de Heuvelgalerie, een procedure aan vanwege de erin voorziene inrichting van de Ten Hagestraat in relatie tot de parkeergarage in dat complex. Tegen het vervolgens níet aanleggen van de Knip maakten de VvE’s van de Medina, de Hertogflat en het Mignot en De Blockplein, alsmede enkele individuele omwonenden, de Fietsersbond, het Platform Gehandicaptenbeleid Eindhoven (PGE) en Milieudefensie bij de gemeente bezwaar. Milieudefensie vroeg een voorlopige voorziening om de Knip te handhaven, maar dat vond de rechter onvoldoende spoedeisend.
Tijdens de behandeling van de Voorlopige Voorziening had de gemeente uitspraken gedaan over correspondentie met het ministerie die relevant waren en zijn voor het proces. Milieudefensie verzocht daarom, op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur, deze documenten ter beschikking te stellen. De gemeente heeft dat geweigerd met als argument dat het persoonlijke beleidsopvattingen waren en dat er sprake zou zijn van onevenredige bevoordeling of benadeling. Milieudefensie is daartegen in beroep gegaan.
Omdat er meer procedures over hetzelfde liepen en het ingewikkeld werd, trok de rechtbank het probleem als geheel naar zich toe. De zaak staat op woensdag 19 februari 2020, om 09.15 uur, geagendeerd voor de meervoudige kamer van de rechtbank in den Bosch.
Openbare informatieavond over De Knip Tussen Milieudefensie enerzijds en de andere bezwaarmakers anderzijds bestond weinig contact, terwijl zowel Milieudefensie als die andere bezwaarmakers uitgenodigd zijn voor dezelfde rechtszitting. Afstemming was nuttig. Verder was het zo ingewikkeld geworden, dat uitleg nodig was. Tenslotte is de luchtkwaliteit rond de Vestdijk van belang voor meer mensen dan alleen maar die in de bezwaarmakende complexen. Er wonen verrassend veel mensen in de onmiddellijke nabijheid van de Vestdijk en de Hertogstraat.
Om deze drie redenen heeft Milieudefensie een openbare informatieavond
belegd op 12 februari over De Knip. Alle bezwaarmakers zijn uitgenodigd en ook
de omgeving (door een persbericht en 830 uitgedeelde flyers).
Op de openbare avond was de landelijk projectleider Bram van Liere als spreker
aanwezig.
De avond liep goed. Bram van Liere stelde dat De Knip in het gesubsidieerde NSL-pakket zat, en dat die knip daarom niet zomaar na een ambtelijk onderonsje geschrapt kon worden. Daar gaat de minister zelf over. Een onderonsje, waarvan de gemeente overigens dus niet de teksten wilde geven. De Knip, zei van Liere, was veruit de zekerste manier om de concentratie op de Vestdijk onder de 40µgr/m3 te krijgen (op zijn eentje goed voor 4µgr/m3). De Knip maakt deel uit van een pakket andere maatregelen en bovendien worden de auto’s ook vanzelf al schoner, hoopt men. Het pakket zonder Knip zal ook effect hebben, maar het is niet zeker (aldus een TNO-rapport) dat je er in 2021 mee onder de vereiste 40µgr/m3 komt – wat overigens al in 2015 het geval had moeten zijn. Zo niet, dan moet je De Knip alsnog aanleggen. Het is niet duidelijk of het autonoom schoner worden van auto’s inderdaad zal plaatsvinden (men denke even aan het Dieselschandaal), en bovendien wordt de beoogde maximum snelheid van 30km/uur in praktijk niet gecontroleerd.
Er is ook gesproken over het ‘waterbed-effect’, dat inherent is aan het NSL. Automobilisten zoeken alternatieve routes, zoals bijvoorbeeld door de Tramstraat. De Vestdijk wordt schoner, maar de omgeving viezer. Zolang dat laatste onder de 40µgr/m3 blijft, wordt dit geacht geen probleem te zijn. Ook werd de vraag gesteld of de luchtvervuiling straks van invloed gaat zijn op een project zoals de nieuwbouw in het Stationskwartier. Eigenlijk moet het grotere geheel van het autoverkeer in de binnenstad aangepakt worden. De gemeente wil een autoluwe binnenstad, maar dat verloopt allemaal slap en traag. Het proces kon wel wat pressie vanuit de bewoners gebruiken. Hierover is even gefilosofeerd, maar er zijn nog geen afspraken over gemaakt.
Er zijn wel afspraken
gemaakt over aanwezigheid en optreden bij de Rechtbank. Daarover later meer.
Elke keer schrijf ik na weer 1000 bezoekers een verhaal over wat niet direct de core business van deze weblog is. Ik was, al weer enige tijd geleden, de 22000 bezoekers gepasseerd. Vandaar een afwijkend verhaal over een vakantie-ervaring die overigens toch niet helemaal buiten de core business ligt.
De Ems en Papenburg We fietsten in de zomer van 2019 van Münster naar de Ems en van daar af de Ems Radweg af, bijna van de bron tot Emden. Dat is een expeditie die aangeraden kan worden. De Ems is een mooie, meanderende rivier van 345 km lang, waarvan 212 km Natura2000-gebied is. Dat is verdeeld over 33 locaties met een gezamenlijke oppervlakte van 362km2.
De Ems ten Noorden van Meppen
Als je
alsmaar doorfietst, kom je vanzelf in Papenburg. Dat is een echte veenkolonie. Er
lopen overal sloten met hoog grondwater, huizen staan op grote kavels, bijna
niks is er oud en er is geen flat te bekennen. Maar de toeristische sector
heeft van de nood een deugd gemaakt en zo heeft het dorp toch wel sfeer
gekregen. Er ligt een toeristische bark
en andere oude boten in de grote gracht, en met een hoop bloembakken erbij is
het best aangenaam. Een dag of wat kun je er wel zinvol doorbrengen.
De grote gracht van Papenburg
Meyer Werft Maar de belangrijkste toeristische attractie van Papenburg is Meyer Werft. Voor de duidelijkheid: Meyer Werft is een grote naam in de scheepsbouw en allesbehalve een kneuterige toeristenindustrie. Maar het bedrijf heeft een goed PR-beleid en organiseert betaalde excursies naar de werf die massaal bezocht worden (brengen en halen met de bus vanaf de toeristische bark). Het is een geoliede propagandamachine. En in alle eerlijkheid moet gezegd worden, dat het inderdaad de moeite waard is. Je ziet nog eens wat en je leert nog eens wat.
Meyer Werft
is in 1795 opgericht en nog steeds een familiebedrijf. Van de 20 scheepswerven,
die in 1920 in Papenburg bestonden, is het de enige die overgebleven is.
Geheel of gedeeltelijk vallen ook de Neptun Werft in Rostock en Meyer Turku in
Finland onder Meyer. In Finland is de Finse Staat een grote mede-aandeelhouder –
de Finnen zijn tenminste zo slim om in strategische industrieën belangrijke
zeggenschap te houden.
Meyer heeft
ca 3000 werknemers. De werf is in Papenburg zo ongeveer wat Philips was in
Eindhoven.
Meyer heeft zich op de eerste plaats toegelegd op cruiseschepen en op gastankers. En in slappe tijden ook op containerschepen. Ze maken (ook wel eens aardig om op te merken) geen oorlogsschepen.
Maar zijn
roem dankt het bedrijf aan de cruiseschepen. Dat zijn achterlijk grote monsters
die zo groot zijn, dat ze in twee helften gebouwd worden – die daarna op een
fractie van een millimeter aan elkaar passen. Het is werkelijk imponerend.
Een varende flat…Een hospitaalschip in aanbouwHet leidingennetwerk in een cruise schip
Het enige dat niet groot is aan de werf, is de Ems waarover die grote joekels afgevoerd moeten worden. Papenburg ligt een kilometer of 40 stroomopwaarts van de monding van de Ems bij Emden, en dat is inmiddels niet zo handig meer. Meyer heeft wel eens geprobeerd zich in Emden te vestigen maar (zei men bij de rondleiding) dat zat op twee zaken vast: concurrentieangst bij andere werven, en dat Meyer katholiek is en Emden protestant. Onder andere daarom zit Meyer nu ook in Turku (in Finland aan de open zee). Het is niet anders en de grote joekels moeten, hoe dan ook, een of twee keer per jaar de Ems af. Dat is een toeristische attractie op zichzelf, smeuiig weergegeven in filmpjes bij de rondleiding.
Cruise schip bij het Emssperrwerk
De Ems bij de Friesenbrücke bij Weener, gebouwd kort na de oorlog. De voorganger van deze spoorbrug verzorgde de snelste verbinding van Amsterdam naar Hamburg, en over deze brug reed een boemeltje van Arriva van Groningen naar Leer. Tot de brug onherstelbaar kapot geramd werd door een boot. Er wordt al jaren lang gesoebat tussen Nederland en Duitsland om er een moderne dubbelsporige brug terug neer te leggen, om een grote verbinding tussen Groningen en Bremen mogelijk te maken. Het schiet nog niet op. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Friesenbr%C3%BCcke .
Het past sowieso al moeilijk op die kleine Ems, maar er boten
moeten ook nog eens obstakels passeren zoals de Friesenbrücke (een drijvende kraan
tilt er voor de gelegenheid een stuk uit) , de Jann-Berghaus-Brücke (die op dit
soort expedities gebouwd is, zijn we overheen gefietst op en neer naar het
mooie dorp Leer), en het Emsperrwerk bij Emden (gaat krapjes).
Milieuzaken Een grote onderneming die afhankelijk is van een kleine rivier, dat moet min of meer wel tot milieuproblemen leiden.
Natura2000 geeft af en toe merkwaardige effecten. Zo liep de vraag of de gemeente Papenburg (zie verderop) de Bundesregierung mocht verbieden om Natura2000 – gebieden langs de Ems stroomafwaarts aan te wijzen, door tot het Europees Hof van Justitie. Zie http://ec.europa.eu/environment/nature/natura2000/management/docs/IWT_BHD_Guidelines.pdf en dan blz 28 ev. De Ems wordt namelijk sinds 1994 stroomafwaarts van de grote scheepswerf voortdurend uitgebaggerd zodat schepen met een diepgang van 7,3m van de scheepswerf (die zeer grote schepen maakt, zie verderop) de Noordzee kunnen bereiken. De vrees was dat de Natura2000-aanwijzing dat baggeren onmogelijk zou maken. Als ik het juridische jargon goed begrijp, mag het baggeren doorgaan op basis van verworven rechten en zolang er geen drastische veranderingen plaatsvinden die de Natura2000-gebieden schaden. In dat geval moet er toch een passende beoordeling gemaakt worden. Bij voorkeur moet er zo gebaggerd worden dat de Natura 2000-gebieden er baat bij hebben.
Men hoorde
op grote afstand de zuchten van opluchting ten stadhuize.
Maar dan nog. De Ems is al uitgebaggerd tot een diepgang van 7,3m , maar dat is niet genoeg. Als er een boot naar buiten moet, wordt het Emssperrwerk bij Emden even dichtgezet om de Ems ruim een meter op te stuwen (zie https://de.wikipedia.org/wiki/Emssperrwerk ), de spoorbrug wordt dus even gedemonteerd, en dan komen de sleepboten. Dat gebeurt maar een paar keer per jaar. Omdat de uiterwaarden bij het stuwen onderlopen en de nesten verdrinken, botste ook het opstuwen op de Vogelrichtlijn. Daarover is conclict geweest met de milieuorganisaties (zoals het WWF), maar uiteindelijk is het in een compromis geëindigd. In en kort na het broedseizoen moet het stuwen korter en minder hoog (de link geeft de details).
Met het
nieuwe vakantieseizoen in zicht, heeft de ANWB aan zijn Ledenpanel de stelling
voorgelegd: “CO2 – compensatie van vliegreizen is niet genoeg: we moeten
minder vliegen”. Het resultaat
Daarop
reageerden 542 deelnemers. Individueel vonden ze meestal een gedragsverandering
nodig. Velen noemden daarbij de trein.
Kenmerken van en vergunningverlening aan de Amercentrale De Nederlandse elektriciteitscentrales moeten ophouden kolen te stoken. De Hemweg is al dicht, de Amer9 in Geertruidenberg krijgt t/m 2024 de tijd om het zonder kolen te gaan doen, en de andere drie t/m 2029. Vanwege het klimaat is deze sluiting een goede zaak. Zie ook Gevolgen sluiten drie extra kolencentrales – Amercentrale blijft open .
RWE, de exploitant van de Amercentrale, heeft in 2018 40% van de kolen vervangen door biomassa (houtsnippers), wil in 2020 op 80% houtsnippers komen, en eind 2024 dus op 100%. De centrale heeft (anders dan particulieren die hout stoken) een omvangrijke rookgasreiniging, die een groot deel van de toxische stoffen en 80% van de stikstofoxides af vangt.
De locatie van de Amercentrale
Het
voorafgaande proces:
2011: de Amer 8 (uit 1981) en de Amer 9 (uit 1994) draaien beide. Deze draaiden op basis van een vergunning ex de Natuurbeschermingswet 1998, verleend in 2011. Over de juridische details wordt gesteggeld, maar volgens de provincie hoort er bij deze vergunning een maximale NOx – lozing bij van ruim 5500ton/y en een maximale ammoniaklozing van ruim 175 ton/y.
2015: de PAS wordt van kracht.
2015: de Amer8 ging dicht.
december 2017: diverse niet ingrijpende veranderingen, die in de loop van de tijd aan de inrichting waren aangebracht, werden formeel verwerkt in een revisievergunning. Dit is een vooral technische nieuwe vergunning, die tevens een begin maakte met het bijstoken van biomassa. In het kader van deze vergunning is geen nieuwe natuurvergunning opgenomen.
februari 2020: Gedeputeerde Grashoff geeft nadere informatie en verdedigt terecht zijn besluit dat de Natuurvergunning goed is
De Amercentrale als stok van MOB . . . . . . . De actiegroep Mobilisation for the Environment (MOB), bij het publiek beter bekend als Vollenbroek en Wösten, heeft op 25 januari 2020 beroep aangetekend tegen de natuurvergunning. Hun documenten zijn te vinden op https://mobilisation.nl/index.php?id=5 . Wat betreft de stikstofoxides baseren ze zich vooral op de vraag wat de referentie moet zijn: de oorspronkelijke eis uit 2011, of een veel scherpere waarde die na de sluiting van de Amer8 ontstond. Ik treed hier niet in, want het is me te juridisch. Wat betreft niet in de natuurvergunning genoemde stoffen als SO2, HCl en HF baseren ze zich op een eerdere omgevingsvergunning. In elk geval voor HF gebruiken ze een waarde, die in de revisievergunning bij “100% kolen” hoort. Dit is niet juist.
Het is, hoe dan ook, een nieuwe fase in de stikstofstrijd. Tot nu toe bestreed MOB vooral toenames in de stikstofdepositie. Hier bestrijden ze een bestaande emissie (die zelfs sterk afneemt). Ik zie wel wat de rechter ervan vindt.
Ik spreek
als waarde-oordeel uit dat ik het merkwaardig vind dat een nieuwe vergunning,
die over stikstof gaat en die drie-en-een-half keer minder stikstof toe laat
als de vergunning die hij vervangt, aangevallen wordt. Dit terwijl allerlei
verbrandingsprocessen bij andere bedrijven die een nieuwe vergunning nodig
hebben en die hun stikstofhoeveelheid niet reduceren, niet een dergelijke
aandacht krijgen.
Het lijkt op
een stok om de hond te slaan.
… . . . . met de biomassastook als hond MOB heeft een milieumissie waar allerlei onderwerpen binnen vallen. Daaronder ook houtstook, waaronder die in biomassacentrales. MOB is daar erg op gebeten en doet allerlei uitspraken over de omvang van de houtkap en de ecologische schadelijkheid daarvan, zonder daarvoor nader bewijs aan te leveren. Ik ben het hier niet mee eens.
Ik ga eerst laten zien dat de bosbouw in de EU-landen zoals de Scandinavische, waar de pellets volgens MOB vandaan komen, per saldo gunstig is. De negatieve impact is klein en de positieve impact groter. Het bosoppervlak in deze landen neemt jaarlijks toe.
Hoe draait de Scandinavische bosbouw? Deze cijfers vallen te controleren. Ik doe dit voor een typisch voorbeeld als Estland, maar ik heb ook zitten grasduinen in vergelijkbare cijfers van Zweden. Stel dat de pellets, die volgens MOB uit de USA, Canada en de Baltische landen komen, alleen maar uit één Baltisch land zouden komen, te weten Estland (wat uiteraard niet zo is, maar het geeft een bovengrens). Van Estland bestaat goede statistiek op https://estoniantimber.ee/statistics/ .
Estland als geheel omvat 4,5 miljoen hectare, waarvan 2,3 miljoen hectare bos, waarvan 0,3 miljoen hectare zwaar beschermd, 0,3 miljoen hectare economisch beperkend beschermd, en 1,7 miljoen hectare productiebos. Even wat getallen-spielerei op basis van beweringen van MOB:
“De Amercentrale vreet 20.000 voetbalvelden per jaar”. Dat betekent 14000 hectare en dat is dus 0,8% van het economisch exploiteerbare bos.
Op een hectare bos in Estland staat 213 m3 hout en bij niet strict beschermd bos gaat het om 2,0 miljoen ha, dus er staat in Estland 426 miljoen kuub hout in niet strikt beschermd bos. Daarvan wordt jaarlijks 10 miljoen gewonnen, dus ruim 2%.
“De Amercentrale vreet 2,5 miljard kg/y”. Estland kapt momenteel ongeveer 10 miljoen m3/y bij een jaarlijkse nieuwe aanwas van 15 miljoen m3/y. 10 miljoen kuub hout is ongeveer 8 miljard kg, dus de Amercentrale vraagt hooguit 30% van het jaarlijks in Estland gekapte hout. In werkelijkheid is dit percentage veel lager, want er is veel meer hout dan alleen hout uit Estland (bovengrens)
Pellets zijn goed voor minder dan 9% van de waarde van de Estlandse houtverkoop. Het grootste deel van de financiele waarde gaat in langlevend hout zitten.
Elk jaar wordt er netto in 5 miljoen kuub nieuw hout blijvend koolstof vastgelegd
Kortom, ik
zie op kwantitatieve gronden niet meteen een drama.
Er is wel
discussie met de natuurorganisaties in Estland (en ook in Zweden). De drijvende
kracht hierin is vooral de biodiversiteit. Als men tot in het extreme door
abstraheert en alle nuances verwaarloost, blijft over dat sommige (leden
van) natuurorganisaties vinden dat
productiebos behandeld moet worden als natuurbos en dat er dus helemaal niet
gekapt zou mogen worden.
Dit standpunt is niet verdedigbaar
Omdat je dan geen hout meer hebt, wat
een waardevol constructiemateriaal is dat bovendien CO2 – uitspugers
als staal en cement kan vervangen
De Scandinavische landen er hun hoge
duurzaamheidscijfers op klimaatgebied mee halen
Hun economie erop draait
Aan zichzelf overgelaten bos vroeg of
laat geen klimaateffect meer heeft (de opbouw valt na verloop van tijd weg
tegen de afbraak).
Voor zover ik dat vanuit Nederland beoordelen kan, formuleren de Estse natuurorganisaties hun standpunten als compromis. Ze vinden bijvoorbeeld dat er nog meer herbebost moet worden dan al gebeurt, en dat er nog meer land beschermd moet worden. De Zweedse organisaties willen van 4 naar 10% beschermd bos gaan, en willen exta bescherming voor oud bos. Voor een toegankelijk verhaal over het Zweedse bos, zie www.weforum.org/agenda/2018/12/swedens-forests-have-been-growing-for-100-years/ .
Het
compromis is hier een logische stap, omdat er meerdere crises tegelijk spelen.
En het klimaat èn de behoefte aan materialen èn de biodiversiteit èn de
energieproductie. Daarnaast bestaan er ook menselijke behoeften die niet meteen
als crisis aangemerkt kunnen worden.
Kortom, ik
zie ook op kwalitatieve gronden niet meteen een drama.
En daarmee
vervalt de alarmistische basis onder het categoraal afwijzende standpunt van
MOB inzake biomassacentrales.
Bosvolume in Zweden door de jaren heen
Argumenten
voor en tegen het volledig op biomassa overzetten van de Amercentrale Er zijn specifieke argumenten
vóór het volledig op biomassa overzetten van de Amercentrale, en algemene
argumenten die ook zouden gelden bij het op biomassa overzetten van andere
kolencentrales.
Er hangt een grote stadsverwarming aan, waarvan nog allerminst duidelijk is hoe die op duurzame warmte zou moeten overgaan. Vooralsnog zouden die dan op gas moeten gaan draaien. Dit is een specifiek argument voor de Amercentrale, omdat aan de andere kolencentrales geen stadsverwarming hangt
De Amercentrale is al ver op weg naar de omschakeling op biomassa (dat zou in 2020 op 80% moeten zitten). (Specifiek argument)
De Amercentrale geeft regelbaar continu vermogen.
De Amercentrale speelt een forse rol in de duurzame energie-transitie van Noord-Brabant . In orde van grootte redenerend zal het Brabantse energiebudget rond 2030 ongeveer 260 a 280PJ zijn, waarvan de helft duurzaam moet zijn. Dus 130 a 140PJ. De Regionale Energie Strategie moet in NBrabant ongeveer 18PJ/y opbrengen. De Amercentrale is ook goed voor 22PJ/y (18 stroom en 4 warmte). Houtstook in biomassacentrales is bij een juist inkoopbeleid trouwens, gerekend over de levensloop, bijna klimaatneutraal, in weerwil van hardnekkige onzinverhalen die het tegenovergestelde beweren). Daarnaast zijn er nog andere bronnen, maar het voert te ver om die hier allemaal op te voeren. Hoe dan ook ziet het Brabantse duurzame energiebudget er met Amercentrale op biomassa heel anders uit dan zonder Amercentrale op biomassa.
Als de centrale zou wegvallen, en als men dezelfde duurzame productie op jaarbasis zou willen vervangen met zonneparken of windturbines, zou dat een aanvullende, in NBrabant te realiseren taakstelling betekenen van 55 a60km2 zonnepark of ruim 350 windturbines van 7,58MW (kengetallen uit de provinciale POSAD-studie) . Ook dit heeft forse consequenties, o.a. voor het landschap.
De Amercentrale heeft een rol in de sociaal-economische verhoudingen in West-Brabant (specifiek argument)
Biomassa is in praktijk de enige vorm van hernieuwbare energie die geïmporteerd kan worden. Nederland hoeft niet om principiele redenen energie-autarkisch te zijn, dat is het nu ook niet.
Het omzetten van kolen naar biomassa kan sommige schadelijke emissies van de centrale verbeteren. Zie voor een meer uitgebreide onderbouwing hiervan Biomassa kan wel degelijk duurzaam zijn (en is nodig voor de getallen) . Het daar beschreven DNV-rapport werkt met rekenmodellen, waarvan model 2 veel op de huidige Amercentrale lijkt, en model 3 op die met 100% bijstook. Ten opzichte van de bestaande kolen-situatie a) daalt sowieso de uitstoot van kwik, fluorwaterstof, zoutzuur en zwavel tot weinig of nul, omdat die elementen niet of weinig in houtresten zitten (hangt van de toelatingsspecificaties af). b) kan de lozing van fijn stof dalen, omdat het asgehalte van biomassa ongeveer tien maal lager is dan van kolen. Dit voordeel kan echter slechts bereikt worden door de rookgasreiniging van de centrale, die nu waarschijnlijk nog geoptimaliseerd is voor kolen, om te bouwen tot een procedé dat optimaal is voor biomassa (zoals bij de recent gebouwde biomassacentrale in Utrecht) c) De stikstofemissie van een 100% biomassacentrale is nagenoeg identiek aan die van een even grote kolencentrale (dit is een specifiek argument, omdat de andere kolencentrales verder van de bewoonde wereld staan).
Warmtenetten op de Amercentrales
Er zijn ook algemene argumenten tegen het op biomassa overzetten van de Amercentrale (en dus voor sluiting).
Er hangt een fors prijskaartje aan, maar aan het alternatief hangt ook een fors prijskaartje en je kunt niet willekeurig veel duurzame energie naar elders (zee) verschuiven (men is vandaag nog een nieuwe ruimtelijke ordening voor de Noordzee overeengekomen). CE Delft (2016, www.ce.nl/publicaties/1732/alternatieven-voor-biomassameestook-in-kolencentrales ) heeft gerekend aan prijskaartjes voor scenario’s, maar de daar gebruikte algemene scenario’s passen niet naadloos op de Amercentrale. Die is een combinatie van het goedkoopste en duurste scenario en is al voor een eind omgebouwd. Bovendien moeten ook de eventuele kosten van de ombouw van de stadsverwarming in rekening gebracht worden. Dit vraagt nadere studie.
De beschikbaarheid van biomassa is beperkt, zij het niet tot nul zoals tegenstanders willen. Alleen de Amercentrale van pellets voorzien lukt nu al voor een groot deel, aannemelijk is dat de 100% te halen is bij een ruimer duurzaam importbeleid. Op deze wijze alle Nederlandse kolencentrales ombouwen kan een paar bruggen te ver zijn. Bovendien is niet duidelijk dat (bijvoorbeeld) Estland een laagwaardige inzet in de vorm van pellets blijft aanbieden. Er zijn berichten dat Estland hoger op de cascadeladder wil instappen en hoogwaardiger toepassingen wil gaan maken op het gebied van groene chemie. Men zou moeten inzetten op langjarige leveringscontracten (bijv. 15 jaar) om de investeringen eruit te halen.
Een en ander vraagt om een goede handhavingsstructuur
Bovenstaande argumenten m.b.t. schadelijke emissies zijn gebaseerd op een theoretisch model van DNV, dat lijkt op, maar niet identiek is aan de situatie nu en straks van de Amercentrale. Dit vraagt nadere studie van de feitelijk bestaande situatie.
Als het stoken van biomassa afgelast zou worden, staat er alleen nog een gascentrale voor de stadsverwarming. T.o.v. deze situatie zijn de gezamenlijke schadelijke emissies van een Amercentrale (anders dan CO2) op biomassa uiteraard een nadeel.
Het afwegen van voor- en nadelen is een typisch politieke
belangenafweging, die op basis van feiten en niet op basis van demagogie
gevoerd moet worden.
Hermen Vreugdenhil
Hermen Vreugdenhil Hermen Vreugdenhil is een lid van Provinciale Staten voor de ChristenUnie (CU). Die is een woest twitteroffensief begonnen tegen de Amercentrale, met daarin nogal wat, door misleidende beweringen ondersteunde, demagogie. Het systeem in zijn tweets lijkt te zijn dat de Amercentrale dicht moet en dat de stikstofruimte (goed voor 200 a 300 middelgrote melkveehouderijen) aan de landbouw en veeteelt toegekend moet worden. Hoe het met de Brabantse energievoorziening verder moet, en meer speciaal met de hernieuwbare Brabantse energievoorziening, blijft bij Vreugdenhil onvermeld. En dat die veeteelt nog meer milieuproblemen met zich meebrengt dan alleen maar de stikstof, blijft ook onvermeld. Inmiddels heeft ook het boer-lievende en klimaat-hatende Forum voor Democratie zich in het strijdgewoel tegen de Amercentrale gemengd.