Brainport Development NV: overheid de grootste uitvinder!

 Ik zit altijd te schelden dat de regio Eindhoven-Helmond op energiegebied een van de achterlijkste van Nederland is. Brainport is vooral industriepolitiek voor de aangesloten ondernemingen. De regio houdt niet op om met de duimen onder de oksel de eigen voortreffelijkheid te declameren, maar ondertussen gebeurt er in de breedte op duurzame energiegebied bijna helemaal niks. De bevolking ziet geen fuck van al die duurzame energie-technieken. Het provinciale geld bijvoorbeeld gaat op aan de komst van TNO, de opbouw van Solliance en aan laadpalen, niet aan energieneutrale huizen.
Voor de duidelijkheid: ik heb er niets op tegen dat Brainport aan industriepolitiek doet. Ik heb er iets op tegen dat Brainport alléén maar aan industriepolitiek doet en dat elk duurzaamheidsbesef bij het Brainport-bedrijfsleven ontbreekt of op zijn minst niet opvalt. Geen beter klimaat dan het vestigingsklimaat!

Brainport kwam langs
Dus toen was op 14 december 2017 de Kerngroep van de SP over het nieuwe gemeenteraadsprogramma, en had de SP-voorzitter twee mensen uitgenodigd, adjunct-directeur Joep Brouwers van Brainport Development en secretaris Ton van de Kerkhof, secretaris van die club.
Brainport Development NV is een economische ontwikkelingsmaatschappij, de Stichting Brainport is als het ware de interface met de omgeving. Bij Development wordt gewerkt en bij de Stichting vergaderd.

Brouwers begon zijn presentatie en binnen de sociale en economische context was dat geen slecht verhaal. De precieze wederwaardigheden volg ik niet, dus ontbreekt bij mij verder recht van spreken over geld, producten en arbeidsplaatsen en MKB-perikelen.
Maar het woord “milieu” stond niet in de presentatie en het woord “energie” maar één onopvallend keertje, namelijk

  • Brainport Ontwikkelt oplossingen voor sociaal maatschappelijke vraagstukken
    • (o.a. gezondheidszorg (e-health), energie, mobiliteit, voedsel, veiligheid)

En toen was Brouwers klaar en dacht ik “ik ga er maar eens ouderwets op loshakken”. Dus:

  • hoe het kon dat wij wel energieoplossingen bedachten, maar dat die hier niet geplaatst werden? Hoe het bijvoorbeeld kon dat de TUE allerlei slims bedacht op PV-gebied, terwijl de gemeente Helmond van alle Brabantse gemeentes het minste Watt-piek aan zonnepanelen per inwoner op zijn dak had liggen, en Eindhoven het één na minste. Zie het onderzoek van Natuur en Milieu van juli 2015, waarin Helmond van de 393 toenmalige gemeenten op plaats 346 stond en Eindhoven op plaats 340, en alle grote Brabantse steden een stuk hoger?
  • Hoe dat kon dat de TUE nauw betrokken is bij proeven om de consumentenvraag naar stroom over de dag te verschuiven (zodat je de wasmachine automatisch aangaat als de zon schijnt en de stroom goedkoop is), maar zegt TUE-professor Harwig bij een Energy Day dat hij naar Hoogkerk in Groningen moet of naar Amsterdam-West voor een grootschalige consumentenproef? In Brabant alleen een scharrelproefje in Breda.
  • En dat Helmond op de Klimaatmonitor 2,0% duurzaam scoort en Eindhoven 3,3%, ver onder het Brabantse gemiddelde? Het gemiddelde in onze regio wordt gered door Nuenen en Oirschot en Eersel.
  • Waarom zie je nou nooit dat Brainport iets zegt over energiebesparing in de aangesloten industrie? Of over cyclische omgang van materiaal? Restwarmte-hergebruik?
  • En waarom Brainport wel clandestien een passage liet opnemen in de Brainport Nationale Agenda over een grotere geluidsruimte van het vliegveld, maar nog nooit interesse getoond had of de mierenzuur-techniek van de TUE geschikt was om de brandstofcellen in hybride elektrische vliegtuigen mee te voeden?
  • Waarom geen bijdrage van Brainport aan de grote verduurzamingstaken van de regio, zoals bijvoorbeeld de verduurzaming van de bestaande bouw? Waarom geen breed maatschappelijk akkoord?

Goed, dat luchtte op en ik zette me schrap.

De overheid als uitvinder
Maar het liep enigszins anders dan gedacht, want de Brainportmensen bleken het geheel met mij eens. “Ook wij ergeren ons voortdurend aan die lakse overheid hier” klonk het. “je zou bijvoorbeeld willen dat de overheid hier nu eens een stabiele launching customer werd”. Geklaagd werd over een gebrek aan stabiliteit bij de overheid, inderdaad zo ongeveer de eerste en meest vaste klacht in alle situaties waarin energiepolitiek aan de orde komt (en dat niet alleen in onze regio).

En het is simpel zat” aldus Brouwers “wij hebben als Brainport-organisatie geen eigen geld. Al ons geld krijgen wij van de overheid. Die kan zo tegen ons zeggen wat wij daarvoor moeten doen.” Het klonk alsof hij het niet eens erg zou vinden.
U kent toch die theorie” besloot hij “wie de grootste uitvinder is? Dat is de overheid.” Maar rond Eindhoven en Helmond leek die rol nog een beetje vacant.
Nou mogen die bedrijven zichzelf natuurlijk ook wel vaker maatschappijgerichte opgaven geven, maar het signaal is duidelijk.

Mariana Mazzucato (zie https://marianamazzucato.com/ )

De theorie dat de overheid de grootste uitvinder is, is van Mariana Mazzucato. Er stond een heel stuk in De Correspondent ( https://decorrespondent.nl/2496/maak-kennis-met-de-grootste-uitvinder-aller-tijden/274115679552-c3316a6e ). In The Entrepreneurial State stelt ze dat uitvindingen in eerste instantie niet gedaan worden door Steve Jobs. Elk onderdeel van de IPhone is in eerste instantie bedacht door mensen op de loonlijst van de overheid. “Van de trein tot de ruimtevaart, van nanotechnologie tot biotechnologie – keer op keer komen de echte doorbraken bij de staat vandaan.” Het Internet is bijvoorbeeld uitgevonden bij de CERN.
“De grootste durfkapitalist ter wereld” zegt Mazzucato “is de Amerikaanse overheid”. Silicon Valley begon als een regelrecht subsidieparadijs. De Amerikaanse overheid nam al in de jaren zestig en zeventig de risico’s die private investeerders niet durfden te nemen, simpelweg omdat het te lang duurde voordat de investeringen werden terugverdiend. ‘Het echte geheim van het succes van Silicon Valley, of van de biotech- en nanotechsector,’ merkt Mazzucato in de NRC op, ‘is dat durfinvesteerders mee surfden op een grote golf van overheidsinvesteringen.’

Het is merkwaardig, en zelfs veelzeggend, dat uitgerekend Brainport vindt dat de regionale overheid de rol niet oppikt die ze van Mazzucato zou moeten hebben.

Er zijn een heleboel mitsen en maren van financiele aard, maar misschien moeten ze in deze regio eens echt gaan nadenken en niet alleen maar doen alsof ze nadenken?

De regionale zonnepanelencampagne
Dat wierp men mij tegen: maar de gemeente Eindhoven is met een campagne begonnen om 15 miljoen aan renteloze leningen te verstrekken (met een looptijd van 15 jaar) om op ca 3000 huizen voor €5000 panelen per huis aan PV-panelen neer te leggen. Volgens mij moet je dan aan zo’n 15 a 20 panelen per huis kunnen komen – benieuwd of de daken groot genoeg zijn.
Het scheelt de bewoners per saldo, beweert men, €135 per jaar (zal wel netto zijn, besparing – terugbetaling).
Andere regiogemeenten hebben een vergelijkbaar programma.

Ik vind inderdaad dat dit een goede aanpak is, zij het te weinig en te laat. Vernieuwend is het inmiddels niet meer, want reeds velen gingen de gemeente Eindhoven voor en er bestaan al veel grotere dakprojecten.
Dit gezegd zijnde, moet ook gezegd worden dat men nu voor het eerst echt meters maakt en met een groot project komt waar de burger wat aan heeft.

Wethouder Schreurs: 10% luchtvervuiling door vliegtuigen

In het Eindhovens Dagblad van 12 december 2017 stelde de Eindhovense wethouder Schreurs (D66) in een artikel “Stadslucht kost mensenlevens“, dat “De invloed van de luchthaven op de stad betrekkelijk gering is: zo’n 10% van de vervuiling komt van de vliegtuigen. En de gemeente heeft er geen directe invloed op.”.

Wethouder Schreurs

Zoals wel vaker bij wethouder Schreurs, blijft het een beetje schimmig wat ze precies bedoelt.

Zoals het er staat, spreekt wethouder Schreurs over de vervuilingsconcentraties. Dan is 10% erg veel. Het is niet gepast hierover badinerend te spreken.
Voor fijn stof is dat ongeveer het verschil tussen het Henri Dunantpark en het fietspad pal langs de Kennedylaan.
Of: het is ongeveer het effect van een paar jaar luchtkwaliteitsbeleid.
Of: het is 10% van gemiddeld twee jaar korter leven.

Mogelijk echter doelt wethouder Schreurs op 10% van de emissies binnen de gemeentegrenzen. Dan is het nog steeds veel.
Als er één onderneming in Eindhoven met slechts één activiteit verantwoordelijk zou zijn voor 10% van de lokale luchtvervuiling, zou Eindhoven te klein zijn vanwege alle ophef.
Blijkbaar worden vliegvelden anders behandeld dan andere ondernemingen.

Overigens heeft de gemeente Eindhoven, anders dan wethouder Schreurs stelt, wel degelijk veel invloed op het vliegveld.
De gemeente is aandeelhouder en heeft invloed op en via Brainport (de SP denkt hier even terug aan het opstellen van de Brainport Nationale Actieagenda en de passage over de groei van de geluidsruimte daarbinnen).
Bovendien is de gemeente Eindhoven in de Werkgroep Monitoring van de Uitvoeringstafel verantwoordelijk voor de onderwerpen Leefbaarheid en Hinderbeperking en voor Onderzoek en monitoring Luchtkwaliteit.
Hier is toch minstens sprake van uitgebreide mogelijkheden tot beleidsbeïnvloeding.
En toen de gemeente Eindhoven ten tijde van Alders een hartstochtelijk voorstander was van de verdere groei van het vliegveld, werd het argument van een slechts indirecte zeggenschap ook niet gebruikt.

BVM2 wil eigenlijk wel graag weten waar het getal “10% van de vervuiling” vandaan komt en wat er precies mee bedoeld wordt. Daarom is BVM2 met de Eindhovense SP overeengekomen dat deze gebruik maakt van het instrument van de ‘technische vraag’.

Namens de SP heeft Lydia van Oostenbrugge onderstaande technische vragen aan B&W ingediend.

In het Eindhovens Dagblad van 12 december 2017 stelde wethouder Schreurs in (een artikel), dat “De invloed van de luchthaven op de stad betrekkelijk gering is: zo’n 10% van de vervuiling komt van de vliegtuigen. En de gemeente heeft er geen directe invloed op.”. 

De SP zou graag de achtergronden willen weten van het door wethouder Schreurs genoemde getal. Waarop is dat getal eigenlijk gebaseerd?

1) Betreft het hier een jaargemiddelde cijfer, zoals gebruikelijk bij luchtkwaliteitsberekeningen?

2) Voor welk jaar geldt dit cijfer?

3) Betreft het “10% van de concentraties” of “10% van de emissies” binnen de gemeentegrenzen?

4) Aangenomen dat het om concentraties gaat: betreft het een gemiddelde over de hele gemeente Eindhoven, of betreft het een slechts de nabije omgeving van het vliegveld? 
Zo het een gemiddelde over de hele gemeente betreft, hoe is dat bepaald? 
Zo het om de nabije omgeving gaat, welke nabije omgeving?

5) Is dit cijfer gebaseerd op metingen of op modelberekeningen, of op een combinatie?

6) Voor welke categorieën luchtvervuiling geldt het cijfer 10%? PM10? PM2.5? Ultrafijn stof? Roet? NO2 ? Is het mogelijk de percentages per stof te geven?
Of betreft het een gewogen gemiddelde van meerdere vervuilende stoffen en zo ja, hoe is dat gemiddelde bepaald?

7) Mocht het aantal  vliegbewegingen ten opzichte van nu gaan verdubbelen, zoals de directeur van het vliegveld wil, verdubbelt dan ook het door wethouder Schreurs genoemde percentage?

Cassini bij Saturnus

De satelliet Cassini, met in het begin bij zich de Huygens-sonde, heeft van 2004 tot 15 september 2017 rond Saturnus en zijn manen gevlogen. De machine heeft al die tijd vlekkeloos gewerkt en op het eind, bij zijn 293ste rondje, toen de brandstof bijna op was, heeft men de satelliet gecontroleerd op Saturnus laten storten. Zelfs toen bleef hij nog onverwacht lang werken.

De geleerden zijn lyrisch over de revolutionaire ontdekkingen. Een van de projectleiders, Carolyn Porco, schreef er een heel enthousiast artikel over in de Scientific American van oktober 2017. Maar dat was zeker niet het enige enthousiaste artikel.

De site www.nasa.gov/mission_pages/cassini/main/index.html levert prachtig beeldmateriaal op.

De Cassini was een samenwerkingsverband van de NASA en de European Space agency (ESA).

Een farewell-blik: twee dagen na deze foto stortte de Cassini in het gefotografeerde object. Deze tint gebruikt men als men een zo natuurgetrouwe kleur weer wil geven.

Saturnus staat op 1,43 miljard kilometer van de zon, dat is tien keer verder dan de aarde van de zon staat.
De dag op Saturnus duurt minder dan de helft van die op aarde, dus de planeet roteert snel.
Een Saturnusjaar duurt 29,46 aardjaren. De Cassini heeft er dus bijna een half Saturnusjaar opzitten:
De planeet is 95* zo zwaar als de aarde. Het is er gemiddeld 180°C onder nul.
Er hoort een complete kudde grote en kleine manen bij. De draaiing van de vier grootste manen uit deze kudde om Saturnus is al door Galilei waargenomen en vormde een van de vroegste bewijzen voor de structuur van het zonnestelsel. Toen Galilei dit ging toepassen op de aarde rond de zon, en dat bovendien in de volkstaal ging rondvertellen, kreeg hij een probleem met de kerk.

De foto van het ringstelsel met de hoogste resolutie ooit. Van de linkerrand tot de rechterrand van de foto is van 98,600 tot 105,500 kilometers.

Saturnus zelf
Saturnus is, vooral vanwege zijn ringsysteem, een fotogenieke planeet. Elke mooie opname van de ringen is bijna vanzelf kunst. De ringen bestaan vooral uit waterijs en wat steengruis.
De basale structuur van de platte schijf komt van de zwaartekracht van Saturnus op de omgeving. De fijnere structuur binnen de ringen komt door de zwaartekracht-wisselwerking tussen de vele manen en maantjes enerzijds en het ringmateriaal anderzijds.

Het zwaartekrachtveld is echter niet het enige veld. Saturnus heeft ook een magnetisch veld en geladen deeltjes, en daarom heeft de planeet iets wat wij hier het poollicht noemen. Dat was nog niet eerder gefotografeerd.

Het Noorderlicht (in het ultraviolet gefotografeerd). Je kijkt van bovenaf op de Noordpool in het midden. De dagzijde is aan de onderkant.

Titan
Zie bijvoorbeeld https://nl.wikipedia.org/wiki/Titan_(maan) .
Titan is de grootste maan van Saturnus. In feite heeft de maan planeet-afmetingen: hij is groter dan Mercurius en niet veel kleiner dan de aarde. Het is de enige maan in het zonnestelsel met een dichte atmosfeer. Daar hangt permanent een soort dikke mist in, en met kijkers zie je daarom niks van wat daar onder zit. Daar waren de geleerden heel nieuwsgierig naar.

Beeld op basis van radar

De Cassini kon behoorlijk nauwkeurig met radar en infrarood door de mist heen kijken, maar het echte werk is gedaan door op 14 januari 2015 de Huygens-sonde te laten neerdalen (Huygens is de Nederlandse ontdekker van Titan). De afdaling leverde 2,5 uur beeld op en het filmpje kan op de NASA-site worden afgespeeld: zie www.nasa.gov/feature/jpl/huygens-ground-truth-from-an-alien-moon .

Door de Huygens-sonde gemaakte beelden

Het is een absurde wereld. Het lijkt op de aarde, met grote duingebieden rond de evenaar, grote meren in de poolgebieden en veel relief met duidelijke oevers. Maar het geheel is gemiddeld 180°C onder nul en de meren bestaan uit vloeibaar aardgas en vloeibare ethaan. Het regent er vloeibaar gas, dat stroomt als een rivier en heeft dalen uitgesleten. Een groot aardgasmeer is Lacus Ontario genoemd.

Het is geheel in strijd met wat wij tot nu toe weten dat er op Titan leven is.

Enceladus
Zie bijvoorbeeld https://nl.wikipedia.org/wiki/Enceladus_(maan) .

Het is de zesde-grootste maan van Saturnus, maar qua gedrag en structuur veruit de interessantste. Dat vond in elk geval Carolyn Porco in het SciAm-artikel, en daar staat ze vast niet alleen in.

“Geysirs” op de Zuidpool van Enceladus

Enceladus wordt voortdurend gekneed door de getijdenwerking.
Op aarde werkt die getijdenwerking (veroorzaakt door zon en maan) alleen maar zichtbaar op de oceaan en de zee. Die getijdegolf reist over de aarde en verliest uiteindelijk zijn energie door wrijving aan de zeebodem. Daardoor wordt de zee warmer, maar dat is weinig om op te vallen. De getijdenwerking werkt ook op de continenten op aarde, maar daar merken wij nog veel minder van.
Het getijdeneffect is rond een grote planeet als Saturnus veel sterker. Enceladus wordt zo sterk gemasseerd dat de maan fors veel warmer is dan hij anders zou zijn. Dat zie je niet aan de buitenkant, want dat is een kilometers dikke witte ijs- en sneeuwkorst die zelfs nog wat kouder is dan 180°C onder nul.
Maar binnenin is de planeet een stuk warmer, zo warm dat er onder de ijskorst een diepe oceaan aan vloeibaar water zit. Op de bodem van die oceaan is zelfs hydrothermale activiteit, zoals ook bij spreidingsruggen zoals diep in de oceanen op aarde, maar dan door een andere warmtebron gedreven.
Net als op aarde maakt het hydrothermale systeem stoffen los uit de onder de zee liggende rotsen. Die stijgen met verwarmde water op, dat smelt door de ijslaag heen en treedt naar buiten, het vacuum van de ruimte in, als spuitende pluim. Het meeste valt terug (daarom is de maan zo wit), maar een deel komt in het ringsysteem van Saturnus terecht.
De Cassini is vele malen vlak langs Encelados gevlogen en is op een gegeven moment, op slechts 25km hoogte, dwars door zo’n pluim heen gecrosst. Daardoor kon de samenstelling worden gemeten en die bestond uit bijna 98% waterdamp, 1% waterstof, en de rest uit een mengsel met o.a. CO2, methaan en ammoniak.
Er is dus materiaal dat de basis kan vormen voor chemische reacties en er is vloeibaar water bij gematigde temperaturen. In theorie zou er primitief leven kunnen zijn, maar de Cassini was er niet op ingericht om dat te detecteren.

Het Enceladus-model

Het was een mooi stuk fundamenteel onderzoek!. Men kan nog een hele tijd met de resultaten van de missie vooruit.

Minister houdt de boot af op Kamervragen van PvdD over vliegen en klimaat

De Partij voor de Dieren heeft vragen in de Tweede Kamer gesteld over het promotie-onderzoek van Paul Peeters (verbonden aan de NHTV) over de klimaataspecten van het toerisme en het bijbehorende vliegen. Deze zijn volgens Peeters zeer heftig en niet anders oplosbaar dan door het aantal vluchten fors te rantsoeneren.

NASA X-57 elektrisch testvliegtuig

Op 18 december 2017 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat in Rutte-III, Cora van Nieuwenhuizen, de vragen beantwoord.

Ze houdt daarbij diverse boten af. Ze herhaalt wat de internationale afspraken zijn (zie Vliegen en klimaat na de recente ICAO-overeenkomst (en Eindhoven Airport)  en Klimaatmaatregelen gaan ook de luchtvaart beïnvloeden ) .
Internationaal is het beste, maar er komt een nieuwe Luchtvaartnota waarin ook de duurzaamheid van het vliegen meegenomen wordt.
Verder komt er een onderzoek of een heffing op lawaaiige en vervuilende vliegtuigen mogelijk is en zo nee, dan wordt er in 2021 een vliegbelasting ingevoerd (als dit kabinet vertrekt, dus het is de vraag wat het kabinet doet wat hierna komt).

Hoe heftig de door Peeters beweerde effecten zijn is nog onzeker, en in het Regeerakkoord staan slimme dingen, dus we komen er later op terug.

Maar “de luchtvaart zal moeten bijdragen aan de reductiedoelstellingen van Parijs en duurzaamheid zal nadrukkelijk een integraal onderdeel vormen van iedere beslissing met betrekking tot de luchtvaart in Nederland.” aldus de minister. We zullen zien.

De volledige tekst is te vinden op I&W antw vragen PvdD over klimaatimpact nav PPeeters .

NVWA neemt tonnen illegaal gewasbeschermingsmiddel in beslag (en wat achtergrondinformatie))

December 2017
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft donderdag 7 en vrijdag 8 december in totaal 64.000 liter illegaal gewasbeschermingsmiddel in beslag genomen. Dat gebeurde tijdens een actie op verschillende plekken in Nederland. De actie is onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek dat zich richt op een bedrijf dat wordt verdacht van het importeren en op de markt brengen van een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel. Het onderzoek staat onder leiding van het Functioneel Parket.

Bij de verdachte importeur is 25 ton van het gewasbeschermingsmiddel in beslaggenomen. Inspecteurs en rechercheurs namen bij distributeurs op 4 locaties in Nederland nog eens 39 ton van het middel in beslag. De NVWA maakt proces-verbaal op tegen de betrokken bedrijven. De NVWA doet nog nader onderzoek.

Het volledige persbericht dd 15 dec 2017, waarop het bovenstaande is overgenomen, is te vinden op www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2017/12/15/nvwa-neemt-64-ton-illegaal-gewasbeschermingsmiddel-in-beslag .

Juli 2017
Een eerder persbericht van de NVWA meldde op 06 juli 2017 dat
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft in samenwerking met politie en douane 44.000 kg vermoedelijk illegale gewasberschermingsmiddelen in beslag genomen. Dat gebeurde in februari en maart tijdens Operation Silver Axe 2. Dat is een door Europol gecoördineerde internationale actie gericht op de import, productie en verkoop van illegale en namaak gewasbeschermingsmiddelen in de Europese Unie. Autoriteiten in 16 deelnemende landen namen in totaal 122.000 kilo illegale en namaak gewasbeschermingsmiddelen in beslag. 
In Nederland heeft de NVWA in samenwerking met de politie verschillende verkeerscontroles gehouden. Verder selecteerden NVWA-inspecteurs in de Nederlandse douanesystemen zendingen die mogelijk gewasbeschermingsmiddelen bevatten en van buiten de Europese Unie onderweg waren naar Nederland. Daarbij is ook gekeken naar zendingen die bestemd waren voor doorvoer naar een andere lidstaat. Tijdens Operation Silver Axe 2 heeft de NVWA in totaal 44.000 kg gewasbeschermingsmiddel als illegaal aangemerkt. Tegen overtreders wordt proces-verbaal opgemaakt.
(Zie www.nvwa.nl/nieuws-en-media/nieuws/2017/07/06/nvwa-neemt-ruim-40-ton-illegale-gewasbeschermingsmiddelen-in-beslag )

Interpolvangst 122 ton illegale bestrijdingsmiddelen en wat je daarmee kunt.

Silver Axe is een Interpol-project, dat zich in eerste instantie keert tegen schendingen van intellectueel eigendom. De risico’s van illegale middelen komen op de tweede plaats.
Uit de beschrijving blijkt dat het om drie soorten delicten ging: namaak van toegestane middelen, productie van niet-toegestane middelen, en valse transportverklaringen.
Uit het Interpol-persbericht blijkt verder dat de Europese 122 ton-vangst geleid heeft tot 48 zaken die verder onderzocht worden. Waarschijnlijk is dus de decembervondst een gevolg van de eerdere voorjaarsvondst.
Zie www.europol.europa.eu/newsroom/news/122-tons-of-illegal-or-counterfeit-pesticides-seized-during-operation-silver-axe-ii .

Nefyto
De branche-organisatie Nefyto waarschuwt het publiek tegen aankoop van middelen bij niet bij de bij haar aangesloten leveranciers. Zie www.nefyto.nl/Thema’s/Illegale-middelen .
Op deze website worden verdere links aangeboden, oa naar een EU-rapport over de pesticidenmarkt. Zie pesticides_illegal-study_ECPA .

Illegaal bestrijdingsmiddel, verpakt in een fles voor plantaardige olie (foto NVWA)

Illegale pesticide gevonden in Brabant, bijen dood
De Omroep Brabant meldde op 29 sept 2016 (bij monde van Jan de Vries)
Bijen dood: Brabants bedrijf verdacht van gebruik illegaal bestrijdingsmiddel
EINDHOVEN – De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft doorzoekingen gedaan bij een kwekerij van sierplanten en een woning in Brabant. Het bedrijf wordt verdacht van het gebruik van een illegaal bestrijdingsmiddel, waardoor in de omgeving een groot aantal bijen is gestorven.
Bij de doorzoeking zijn onder meer administratie en een hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in beslag genomen. Eind augustus meldde een aantal imkers uit de regio een plotselinge massale sterfte onder hun bijen.
De NVWA trof in de bijen de stof fipronil aan. Deze stof is schadelijk voor onder meer bijen en er gelden strenge beperkingen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met deze stof. Het mag niet gebruikt worden bij sierplanten.
Onder leiding van het Functioneel Parket is een strafrechtelijk onderzoek gestart.”
Zie www.omroepbrabant.nl/Bijen+dood+Brabants+bedrijf+verdacht+van++gebruik+illegaal+bestrijdingsmiddel

Afzet naar categorie van bestrijdingsmiddelen in Nederland over 2011-2015. De totaalsom van het diagram is ca 10,3 miljoen kg.
Het cijfer komt uit de CBS-publicatie
www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/14/minder-middelen-voor-gewasbescherming-verkocht

Is dat  veel?
Uiteraard is elke illegale kg er een te veel.

Maar om de twee NVWA-vondsten te plaatsen: in 2015 is er in Nederland 10,0 miljoen kg bestrijdingsmiddelen afgezet, en over de vijf jaar 2011 t/m 2015 schommelde dat tussen de 10 en de 11 miljoen kg.
10,0 miljoen kg is 10.000 ton . De NVWA-vangsten van 44 en 64 ton moeten hiertegen worden afgezet.
Een steekproef van twee metingen, samen goed voor ca 1% van de markt, is op zich te weinig om verdergaande conclusies te trekken dan dat er een illegale scene bestaat.

De ECPA-studie (hierboven genoemd) echter schat in dat EU-breed ongeveer 10% van de markt in bestrijdingsmiddelen illegaal is.

Met het fipronilgebeuren nog in het achterhoofd, lijkt het zeer verstandig om  op deze economische activiteit scherp toe te zien. Hoeveel ton fipronil de fipronilknoeiers in omloop gebracht hebben, is niet te achterhalen.

Warme bits – opnieuw geüpdate versie

De Bitcoin een ecologische ramp?
Mijn interesse begon met een kop boven een artikel in een Belgische krant De Standaard van 19 oktober 2017 “De bitcoin is een ecologische ramp”.  Er werd betoogd dat voor de winning van bitcoins ontzettend veel rekenkracht nodig was, dat dat inherent in competitie plaatsvond, dat je er goed mee kon verdienen en dat daarom computers in zeer korte tijd werden afgeschreven (en nieuwe aangeschaft). Het klonk een beetje als de goudwinning in Klondike en het proces heet van ook niet voor
niets “mining”.
De journalist zei een beetje slordig dat het stroomverbruik voor de bitcoin de helft was van het totale stroomverbruik van Vlaanderen, waardoor het net leek (voor mensen die gewend zijn om gelijksoortige grootheden te vergelijken) alsof half Vlaanderen niks anders deed als bitcoins mijnen, maar de bedoeling was dat het mondiale stroomverbruik van de bitcoin de helft was van dat van Vlaanderen.
Vervolgens zette de journalist er de verkeerde website bij zodat je het niet kon controleren, en mijn scepsis was groot.

Op 24 oktober deed de NRC een fact check op “Eén bitcointransactie voorziet een huis een maand lang van energie” en beoordeelde dat als ‘grotendeels waar’. Daar stond ING-onderzoeker Teunis Brosens genoemd bij een artikel op de ING-site ( zie ING-Think-why-bitcoin-transactions-are-more-expensive-than-you-think_13okt2017 ) , waarin doorverwijzingen naar de juiste website https://digiconomist.net/bitcoin-energy-consumption ). En zo was het toch nog te controleren.

Energievraag bitcoin versus Visa

Een bitcoin vreet stroom en andere betaalwijzen zeer veel minder. Het mondiale vermogen, dat het bitcoinsysteem vraagt, is genoeg om iets meer dan 2 miljoen huishoudens in de VS van stroom te voorzien. Het mondiale VISA-systeem wikkelt zeer veel meer transacties af en vraagt daarvoor 40* minder vermogen.

In absolute getallen kost één bitcointransactie (volgens Brosens) 200kWh.

Maar. Het bitcoinsysteem groeit als een idioot.

Groei van het stroomverbruik van de bitcoin

De verticale eenheid TWh/jaar is een beetje moeizaam bij een dergelijk groeitempo. Maar een jaar is 8760 uur dus de omrekening is gauw gemaakt: 18,0TWh/y = 2050MW en 22,0TWh=2510MW. Ter vergelijking: de kolencentrale op de Maasvlakte is 1070MW . Nogmaals voor de duidelijkheid: de 2510MW is mondiaal en de 1070MW is één Nederlandse centrale.
2510MW zit al een eindje boven het totale energieverbruik van bijv. Azerbeidzjan .

Onrustbarender is het groeitempo. Over de looptijd van bovenstaande grafiek stijgt het benodigde bitcoinvermogen lineair met 0,86% per dag. Gaat dit een jaar door, dan staat er in de linkerkolom in plaats van 18 nu ca 60TWh/jaar. Mogelijk zelfs iets meer, want het gaat in de afgebeelde maand iets harder dan lineair.

Nu vraagt de bitcoin 0,11% van de mondiale stroomproductie. Volgend jaar is het percentage (lineair redenerend) ongeveer 3* zo hoog, enz.

Ik vind het nog geen ecologische ramp, als je naar het stroomverbruik kijkt, maar dat kan het over bijvoorbeeld een decennium wel worden. Gemeten aan het materiaal hangt het er van af hoe men na het afdanken met de computers omgaat.

Men zou kunnen zeggen dat daar waar de ecologische nadelen van de bitcoin aantoonbaar zijn, en de voordelen van de bitcoin voor niet-criminelen en niet-speculanten afwezig, de kosten-baten analyse van het systeem per definitie negatief is.

Je leest in de krant soms reacties, waarin mensen uitspreken dat kritiek op de bitcoin ingegeven is door banken, die hun monopoliepositie bedreigd zien.
Zonder sympathie te willen uitspreken voor de banken, moet ik toch zeggen dat het bericht waarschijnlijk op complotdenken neerkomt. Ook onafhankelijke onderzoekers komen op vergelijkbare getallen uit.
Harald Vranken, universitair hoofddocent informatica bij de Faculteit Management, Science & Technology van de Open Universiteit, haalde met het onderwerp bitcoin mining en duurzaamheid de laatste weken een aantal malen de internationale pers. Het laatste artikel is te vinden op de website van de Open Universiteit op www.ou.nl/-/bitcoin-mining-en-duurzaamheid-ou-wetenschapper-internationaal-in-de-belangstelling .

Vranken zegt daarin dat hij in een eerder artikel dd mei 2017 (wat achter de betaalmuur zit) nog opgeschreven had dat het mondiale gemiddelde vermogen, dat aan bitcoins besteed werd, op 100 tot 500MW inschatte. Dat vond hij toen nog wel meevallen. Goud smelten en bewerken vraagt ook heel wat energie, voegde hij als voorbeeld toe.
In bovenstaand persbericht dd december 2017 zegt hij, dat tussen zijn eerste artikel en dit persbericht (dus tussen begin en eind 2017) het stroomverbruik van de bitcoin ruim vervijfvoudigd is. In het recente artikel spreekt hij nu van “een serieus probleem”.
De wereld verbruikt gemiddeld aan stroom ca 2,5 a 3 TW, de bitcoin ongeveer 0,1% daarvan (dat is al een klein land).

In het december-artikel van Vranken wordt doorgelinkt naar enkele andere publicaties. Deze zijn vanuit het artikel op de OU-site vrij toegankelijk. In een artikel op spectrum.ieee.org (de IEEE is een soort mondiale organisatie van elektrotechnisch ingenieurs) wordt beschreven hoe een gezelschap van 11000 Venezolanen samen bitcoins aan het mijnen was (ongetwijfeld aangemoedigd door de wanhopige positie van hun land), tot de politie er een eind aan maakte. Door de illegale stroomaftap ontstonden er problemen op het net.

Datacentra en hun afvalwarmte in Nederland

(Ik heb de schatting van het winbare aantal PJ in Brabant bijgesteld van 3,5PJ naar 2,0PJ. In 3,5PJ zitten ook activiteiten waarvan de restwarmte moeilijk te oogsten lijkt, bijv. omdat ze decentraal zijn. De 2,0PJ zijn een wat betrouwbaarder schatting van de grote, centrale machines waarvan de restwarmte in praktijk mogelijk te oogsten valt.)

Toen het toch over computers en energie ging, het ik eens zitten kijken naar de energetische aspecten van de reguliere ICT-sector, waar ze ook nog wel eens dingen uitrekenen die voor de gewone mens wel nut hebben, bijvoorbeeld mijn pensioen. Die sector als geheel groeit ook sterk wat betreft de verwerkte bits (datacentra met zo’n 17,5% per jaar), maar omdat daar veel energiebesparende maatregelen genomen zijn, is het energiegebruik veel minder hard gegroeid en soms gedaald. De vraag is hoe het na, zeg maar, 2020 verder gaat. Het laaghangend fruit raakt gaandeweg geplukt.

Je hebt vier categorieën die voor de levering van restwarmte van belang zijn:

  • I)    de commerciele datacenters, voor wie dataopslag en -beheer de hoofdactiviteit vormen
  • II)   Telecommunicatiebedrijven
  • III)  (Semi)publieke rekencentra (bijv. van de universiteiten)
  • IV)  Commerciele ondernemingen met een groot datacentrum dat dienstig is aan een ander hoofddoel van de onderneming (bijv. de Rabobank)
(Uit het MJA-sectorrapport 2014)

De 37 grootste bedrijven uit categorie I en II vallen onder de industriele MJA-regeling en moeten 2% per jaar energiebesparen (en dat deden ze over de rapportageperiode, zo blijkt uit een controlestudie MJA3-Sectorrapport ICT-sector 2014 waaruit bovenstaande tabel). Vanaf 2011 tot 2014 kon je (alle bedrijven opgeteld) de volumegroei ongeveer wegstrepen tegen de besparingen. Zo zit deze groep ondernemingen al enkele jaren op 16,2PJ/jaar over al hun activiteiten. Een deel van deze activiteiten is van belang voor hun restwarmte.

De hele categorie I (alle datacenters samen, dus ook de niet-MJA) is goed voor 1247MW. Die dingen draaien non -stop en als dat op vollast zou zijn, zou dat 39PJ/jaar opleveren. In praktijk draaien ze geen vollast, maar grofweg 45% (zegt CE Delft). Zie Energiegebruik Nederlandse commerciële datacenters 2014-2017_CE Delft .
CE Delft kent aan de commerciele datacentra in 2017 ca 5,8PJ toe, welk aantal na 2014 weer is gaan groeien (met 23% per jaar).

(CE Delft Energiegebruik Nederlandse commerciele datacenters 2014-2017)

Van categorie III en IV afzonderlijk heb ik geen expliciete totaal-statistiek kunnen vinden.
Wel is er een studie, ook van CE Delft, Trends ICT en Energie 2013-2030 (dd feb 2016), die deze categorieën in ander verband onderbrengt en kwantificeert. Te vinden op www.ce.nl/publicatie/trends_ict_en_energie_2013-2030 .

Het blijft natte vingerwerk, maar om de gedachten te bepalen: in 2020 is er in Nederland grofweg 15PJ stroom-input waarvan men in theorie de restwarmte zou kunnen oogsten. Als die gelijkmatig over het land verdeeld zou zijn, zou 1/7de  daarvan, dus ca 2,0PJ, in Brabant te vinden zijn.

Energetisch gezien is een datacentrum/telecommunicatie/enz bedrijf iets waar stroom ingaat en ongeveer evenveel afvalwarmte uitkomt. Het in de sector veelvuldig gebruikte begrip “groen” kan dan ook drie dingen betekenen: dat er niet meer stroom ingaat dan nodig, dat die stroom groen is, en dat de afvalwarmte zinvol gebruikt wordt.
Het eerste gebeurt standaard (want dat bespaart geld), het tweede soms (niet te achterhalen valt wat precies ‘soms’ en ‘groen’ is), en het derde heel af en toe. Binnen de sector zelf is warmtelevering aan de buren regelmatig in discussie.
KPN levert bijvoorbeeld afvalwarmte aan de warmtering op de Eindhovense Hightech-campus (zie voor een artikel www.emerce.nl/nieuws/kpn-opent-eerste-tier-iv-datacenter-nederland ) en de TU/e heeft een befaamde Warmte-Koude opslag (WKO) (zie TU/e: Hoofdgebouw wordt uitzonderlijk duurzaam gerenoveerd en het lange termijn-duurzaamheidsbeleid )

Het datacenter van de Rabobank in Boxtel
Datacenter KPN Hightech campus Eindhoven

Het datacenter van de Rabobank in Boxtel
Een case study is het datacenter van de Rabobank in Boxtel.
Dat trekt bij vol vermogen ongeveer 20MW stroom naar de computers, en ongeveer 25MW naar het complex als geheel – welke 25MW er dus ook weer uitkomt als warmte. Dat volgt uit de publiek bekende ontwerpspecificaties. Het belastingspercentage is onbekend.

25MW een jaar lang zou betekenen 0,79PJ aan afvalwarmte. Als je de 45% van CE Delft zou gebruiken, produceert het complex ongeveer 0,35PJ aan warmte. Dat zou op papier genoeg zijn om alle woningen in Boxtel te verwarmen als die goed geïsoleerd waren.
Binnen de gemeente Boxtel is hier al eens over gesproken.
In de projectbeschrijving (zie Datacenter Rabobank art TVVL 2011-1 ) wordt zelfs met zoveel woorden gewag gemaakt van de mogelijkheid om het nabij gelegen bedrijventerrein te verwarmen.

In praktijk vraagt dit om buizen, organisatie, en geld, dus er is op dit vlak nog niets gerealiseerd.
De Boxtelse SP liet mij weten, dat de gemeente Boxtel in zijn woningbouwopgave probeert de restwarmte van bovenstaand datacenter, en van de RWZI, mee te nemen. Daarbij wordt samengewerkt met oa engie, Enexis, Alliander, Heijmans, Brabant Water en het Waterschap. Het benodigde warmtenet wordt in eerste instantie ingezet om een nieuwbouwwijk van 600 woningen van warmte te voorzien. Men wil later een groter deel van Boxtel gaan verzorgen.
Ik heb de Boxtelse SP aangeraden wel goed de rechtspositie van de nieuwe bewoners in de gaten te houden. In het verleden is daar nog wel eens wat fout gegaan (zie bijv. De Warmtewet moet anders!
of de verhalen op deze site over de stadsverwarming in Meerhoven.

Na het schrijven van dit artikel heb ik een ander artikel geschreven over Ecovat en het integreren van elektrische en warmtenetwerken. Dat kan in dit verband ook nuttige kennis zijn. Zie Energy Day TU/e bespreekt Ecovat-systeem .

ICT-bedrijven en Warmte in Brabant
De 2,0PJ warmte, waarvan hierboven sprake is, is in Brabantse verhoudingen een niet onaanzienlijk getal.
Ter vergelijking: in het Brabants Warmteplan, dat kort voor de zomervakantie in PS besproken is, (zie Het Brabantse warmteplan nader geanalyseerd ), staat bijvoorbeeld dat men gebruik wil maken van de 2 tot 5PJ afvalwarmte van het industrieterrein Moerdijk. De gezamenlijke warmteproductie door de Brabantse ICT-bedrijven ligt aan de onderkant van deze range.
Of: de totale geothermieverwachting ligt rond de 1,3PJ.
De Moerdijk en de geothermie staan wel in het Brabantse Warmteplan.
Zo men een andere vergelijking wil: 2,0PJ is genoeg om ca 100000 goed-geisoleerde huizen te verwarmen, zijnde ongeveer 1/10de deel van de Brabantse woningvoorraad.
Of: het is de helft van de opbrengst van het totaal Brabantse windenergieprogramma na voltooiing.
Maar in het Brabants Warmteplan zie je de ICT-bedrijven als potentiele bron van afvalwarmte niet terug. Dat is een gemis.

Nu zitten er tussen droom en daad in warmtezaken nogal wat wetten in de weg en praktische bezwaren. Er zouden buizen gelegd moeten worden en contracten getekend met een looptijd van decennia, en subsidies verstrekt. Die problemen zijn niet gering.

Toch zou het interessant kunnen zijn om op zijn minst in Brabant op korte termijn een inventarisatie van de warmte-leverende mogelijkheden van de ICT-sector in kaart te brengen.

Uit de Statenmededeling Warmte 2017

 

Ryanair diep door de knieën en praat met de vakbond

De staart kwispelt met de hond, Wilders is gek op Marokkanen, de duivel zwemt in wijwater en O’Leary van Ryanair gaat met de vakbond praten.
Een massale pilotenstaking rond de Kerst (nadat er al veel weggelopen zijn) is zelfs voor Ryanair een te groot schrikbeeld. Hij heeft nog wel spatjes en stelt eisen aan wie er met hem mag onderhandelen.

Dat die piloten hem maar een flinke poot uitdraaien! Wordt het vliegen iets duurder en dat is uitstekend.

Aldi en Albert Heijn gaan mee in duurzame melk – actie Milieudefensie

Na de Jumbo hebben nu ook Albert Heijn en de Aldi de Duurzame Melk–eisen van Milieudefensie overgenomen. Dat is een heel mooi succes.

In een persbericht dd 11 december 2017 (zie www.aldi.nl/aldi_aldi_zet_in_op_verduurzaming_zuivel_12111.html ) meldde de Aldi dat het concern in gesprek zou gaan met melkveehouders en leveranciers over het verder verduurzamen van zuivelproducten. Het zal gaan over Milieudefensiethema’s als weidegang, lokaal veevoer, grondgebonden veehouderij en weidevogelbeheer.
Verder noemde de Aldi nog een aantal eerdere verduurzamingsstappen.

In een persbericht dd 11 december (zie https://nieuws.ah.nl/albert-heijn-en-royal-a-ware-verduurzamen-kaas–en-zuivelschap/ ) doen Albert Heijn en Royal A-Ware vergelijkbare toezeggingen. (Royal A-Ware is een familiebedrijf dat melk verwerkt tot kaas, room en dagverse zuivelproducten).
Ze gaan werken aan een verdere optimalisering van de weidegang, een kruidenrijk grasland op een bodem waarin koolstof wordt opgeslagen, groene stroom bij boeren en met kalveren die niet meer de halve wereld worden rondgesjouwd.
Melkveehouders, die op deze basis melk willen leveren, kunnen zich aanmelden. Ze krijgen een premie bovenop de normale prijs.

Het melkpak (aangeboden bij het hoofdkantoor van de Jumbo) in platgeslagen toestand

Milieudefensie is erg tevreden over de uitkomst. In 2018 wordt bekeken of de andere supermarkten zich ook melden en hoe de actie verder gaat.
De eerlijke melk-actie van Milieudefensie is te vinden op https://eerlijke-melk.nl/ .

Een artikel over de eerdere actie bij het hoofdkantoor van de Jumbo is te vinden op Met Milieudefensie op bezoek bij de Jumbo en over de reactie van de Jumbo op Jumbo zet grote stap vooruit bij duurzame melk .

YouTube-filmpjes over de gevolgen van de klimaatverandering

Er wordt op YouTube een mooie animatie van Carbon Brief aan geboden, die per land laat zien hoeveel de gemiddelde temperatuur door de klimaatverandering gestegen is sinds 1900. De visualisatie is gemaakt door Antti Lipponen van het Fins Meteorologisch Instituut.
Zie www.youtube.com/watch?v=-yIHxOui9nQ .

Er zijn meer mooie filmpjes, bijv. die waarop A. Sinan Unur de mondiale temperatuurafwijkingen over 127 jaar weergeeft (dd 2012). Zie www.youtube.com/watch?v=4Z7-gJ5W-kc .
Onder het plaatje waar je meer informatie kunt krijgen of meer filmpjes kunt zien. Om het de lezer makkelijk te maken: http://climate.unur.com/ en www.youtube.com/view_play_list?p=A9288DB433D94F9B .

En kijk ook eens op www.youtube.com/watch?v=pIxRVfCpA64 , waaruit onderstaand plaatje als alle gletschers zouden smelten. De zeespiegel stijgt dan 68m. Dat kan, volgens het filmpje, over 5000 jaar gebeurd zijn.

Een tweede filmpje dat hetzelfde doet (ook 68m) is te vinden op www.youtube.com/watch?v=VbiRNT_gWUQ . Daaruit onderstaande still.

Ga maar eens verder rondzoeken op YouTube.

Onafhankelijk onderzoek naar voorstellen om vliegoverlast terug te dringen moet dringend worden uitgevoerd!!

Wim Scheffers en ik hebben namens het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) een opinieartikel aan het Eindhovens Dagblad aangeboden. Dat is begin december 2017 geplaatst. Zie www.ed.nl/eindhoven/hoog-tijd-voor-onderzoek .

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Hierbij de tekst.
—————-

In haar brief van 19 oktober 2015 heeft de toenmalige staatssecretaris Mansveld het regeringsstandpunt over  het Aldersadvies voor de ontwikkeling van Eindhoven Airport tot 2020 uiteengezet aan de Tweede Kamer.  Om de omwonenden van de luchthaven (die niet met dit advies konden instemmen) enigszins tegemoet te komen, was de regering bereid tot een aantal additionele hinderbeperkende maatregelen bovenop het Aldersadvies.

(Ex-)staatssecretaris Mansveld

Een daarvan was letterlijk : “Het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar flankerende voorstellen om overlast in de regio verder terug te dringen”.

2 jaar later wordt nu de discussie rondom de ontwikkeling van Eindhoven Airport na 2020 langzaam opgestart.

Kaderstellend daarvoor is het zojuist bereikte regeringakkoord. Daarin zijn passages opgenomen die ook voor de toekomst van Eindhoven Airport  richtinggevend, zo niet bepalend zijn.

Als algemeen kernpunt wordt genoemd:

  • We pakken de uitdaging van de klimaatverandering aan. Nederland wordt duurzaam.

Dit werkt ook door in het hoofdstuk  Luchtvaart. De belangrijkste relevante passages daaruit zijn:

  • Het kabinet maakt een nieuwe Luchtvaartnota (2020-2040). Slim en duurzaam zijn de kernbegrippen. Door de focus te leggen op hinderbeperking in plaats van het aantal vliegbewegingen werken we aan een betere leefomgeving en luchtkwaliteit, terwijl de sector met slimmere en schonere vliegtuigen ruimte kan creëren voor groei van het aantal vluchten. Een veilige afhandeling van het vliegverkeer staat daarbij op één.
  • Het selectiviteitsbeleid moet beter. Op Schiphol geven we voorrang aan vluchten die het (inter)continentale netwerk versterken. Eindhoven Airport en Lelystad Airport zijn de belangrijkste luchthavens voor vakantievluchten.
  • De door de sector behaalde milieuwinst sinds het ingaan van het Aldersakkoord mag, conform de afspraken aan de Alderstafel, voor 50% worden benut voor groei van vliegverkeer. De overige 50% van de milieuwinst wordt gebruikt voor vermindering van de overlast voor omwonenden.

Allereerst is de inzet op Eindhoven Airport als vakantieluchthaven duidelijk, en moet dus de discussie rondom de ontwikkeling na 2020 in dat perspectief worden gevoerd.

Maar veel belangrijker is de conclusie dat de focus verschuift van sturing op aantal vliegbewegingen naar sturing op hinderbeperking, gericht op een betere leefomgeving en luchtkwaliteit. In combinatie met de daarna  geformuleerde 50 /50 regeling voor de verdeling van milieuwinst betekent dit ten eerste dat verdere groei na 2020 eigenlijk niet mogelijk is als dat nog meer hinder of overlast geeft.  En het betekent ook dat Eindhoven Airport zijn eigen groeiruimte moet verdienen door eerst de hinder en overlast terug te dringen, waarvan dan de helft  ten goede komt aan de omgeving en de andere helft in extra vliegbewegingen mag worden omgezet.

In dit licht krijgt het door Mansveld toegezegde onderzoek  “naar flankerende voorstellen om overlast in de regio verder terug te dringen” extra betekenis. Het is sowieso verbazingwekkend dat er na 2 jaar zelfs nog geen aanzet tot invulling van deze toezegging aan de tweede Kamer (en via hen aan de omwonenden van de luchthaven) is gegeven. Los daarvan is het dringend noodzakelijk dat  alsnog zo snel mogelijk duidelijk wordt welke mogelijkheden er zijn om overlast terug te dringen. Zodat zo snel mogelijk duidelijk wordt hoe een einde kan worden gemaakt aan de voor omwonenden nog steeds toenemende geluidshinder en voor ons aller kinderen en kleinkinderen aan de nog steeds toenemende milieuschade.  Maar ook zodat inzichtelijk wordt welke mogelijkheden er voor Eindhoven Airport zijn om haar verdere ontwikkelingsruimte  na 2020 door hinderbeperking te verdienen.

Daardoor wordt, in combinatie met de vaak genoemde brede maatschappelijke kosten-baten analyse (een brede inventarisatie en afweging van alle voor- en nadelen op de aspecten people-planet-profit),  een afgewogen besluit over de ontwikkeling van Eindhoven Airport  na 2020 mogelijk, en de randvoorwaarden waarbinnen deze ontwikkeling kan plaatsvinden.

Het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) zal de Minister en de Tweede Kamer fracties dan ook vragen  om  dit  onderzoek met spoed alsnog uit te voeren. Objectief en onafhankelijk zijn sleutelbegrippen bij de uitvoering ervan, omdat zonder deze elk onderzoek bij voorbaat zijn waarde verliest.

Het Beraad roept ook de betrokken bestuurders van provincie, omringende gemeenten en Eindhoven Airport op om aan te dringen op het alsnog uitvoeren van dit onderzoek.

Het is vooral in het belang van de leefbaarheid van onze Brainport regio.  Maar het kan ook de basis zijn voor het ontwikkelen van een nieuwe sterkte van Brainport: innovatief denken en handelen in de natuurlijke spanning tussen economie en duurzaamheid bij de verdere ontwikkeling van de luchtvaart in Nederland.

 

Beraad Vlieghinder Moet Minder

www.bvm2.nl

Bernard Gerard

Wim Scheffers