Steeds meer kerkgenootschappen vergroenen hun kerkgebouw

Het communicatieorgaan De Kanttekening wijdde op vrijdag 19 jan 2018 een artikel aan de vergroeningscampagne van de eredienstgebouwen van de verschillende geloven in Nederland. De Kanttekening is de voortzetting van de voormalige Gülenkrant Zamen Vandaag. Je krijgt het artikel helaas niet op de website van De Kanttekening gevonden, dus ik kan de link niet geven.

Er bestaat een organisatie Groene Kerken. Daar zitten momenteel 150 kerkgemeenschappen bij van de 4000 entiteiten maar ‘dat aantal groeit explosief’ zegt Atie de Vosde drijven de kracht achter Groene Kerken, in het Kanttekening-artikel ‘afgelopen jaar zijn we van 100 naar 150 gebeds-
huizen gegaan’
. En De Vos weet, zegt hij in het artikel, dat ‘er alleen al in Brabant ongeveer dertig kerken staan die genoeg doen met duurzaamheid om zich aan te sluiten bij Groene Kerken.’.

Hoe je een kerk kunt verduurzamen

Kerken kunnen hun energetisch functioneren vaak op veel manieren verbeteren. Dit voorbeeld komt van de Toolkit-tab van Groene Kerken www.groenekerken.nl/toolkit/ . Daar is ook de nodige aanvullende informatie te vinden.

De eerste stap om te vergroenen heeft vaak een financieel motief’ aldus De Vos ‘De kerk wil de energierekening naar beneden halen. Maar daarnaast worden kerkgemeenschappen gedreven vanuit de zorg voor de schepping”.

Vredeskerk in Oosterhout (PKN). Het is een Rijksmonument uit 1810, opgericht bij de kerkgebouwenpacificatie van Napoleon.
Foto door Dukker voor Dienst voor het Cultureel Erfgoed op Wikipadia

De beweging vindt zijn oorsprong vooral onder de Protestantse Kerken (PKN). ‘Het protestantisme is wat activistischer dan de Katholieke Kerk’ aldus De Vos. “Maar sinds de encycliek Laudato Si van paus Fransiscus melden zich ook steeds meer katholieke kerken aan, sinds die encycliek 20.”

Ook moskeeën doen mee. Die hebben het vaak makkelijker omdat ze vaak nieuwbouw zijn. ‘Een van de criteria bij de bouw was dat het gebouw duurzaam moest zijn’ aldus Yücel Aydemir, voorzitter van het bestuur van de Utrechtse Ulu Moskee. ‘Niet uit zuinigheid, maar vanuit het geloof. Verspillen mag bij ons niet.’ Dus zijn er sensorkranen om waterverspilling bij de rituele wassing tegen te gaan en is de koepel ingericht op maximale daglichttoetreding.
De 146 (Turkse) Diyanet-moskeeën in Nederland tekende in juli 2017, samen met Groene Kerken, een verklaring voor de verduurzaming van gebedshuizen. Dezelfde Aydemir, die ook penningmeester is van Diyanet Nederland ‘Over vijf jaar is meer dan de helft van die moskeeën een groene moskee … Vanuit het geloof gezien is het een schande dat de aandacht hiervoor er niet eerder was. Maar ook moskeebesturen denken vaak met hun portemonnee.

Ulu Moskee Utrecht, lid Groene Kerken.
İhsan Deniz Kılıçoğlu op wikipedia.

Joodse gebedshuizen zijn als regel niet verduurzaamd. Vooral de panden van het traditionele Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap zijn vaak oude panden, waar geen verbouwingen gepland zijn. Bij liberaal-joodse gemeenschappen gebeurt wat meer, mede omdat die relatief vaak in nieuwere panden zitten.

Het zes jaar oude Boeddhistische retraitecentrum Metta Vihara is helemaal energieneutraal gebouwd en wordt zeer duurzaam geëxploiteerd. Dit weer mede vanuit het ideële gedachtengoed. Maar de verspreide Boeddhistische gebouwen in Nederland zitten vaak in oude, gehuurde panden waar deze geloofsexpressie moeilijk uitvoerbaar is.

Zie ook op deze site De acht werken van barmhartigheid .

Werkbezoek bij Woonbedrijf over duurzaamheidsbeleid

De fractie van de SP in Provinciale Staten heeft op 12 januari 2017 een werkbezoek gebracht aan de Eindhovense woningbouwvereniging Woonbedrijf. Voor de corporatie waren aanwezig directeur Vastgoed Paul Terwisscha en bestuurssecretaris Wilbert van Bakel. Het gesprek ging over de duurzaamheidsopvattingen van woonbedrijf in het algemeen, en de toepassing daarvan op energiebesparing en de productie van duurzame energie in het bijzonder.

Ik was als fractieondersteuner bij het gesprek aanwezig. Hierbij een verslag.

Woonbedrijf
Na enkele fusies in het verleden is Woonbedrijf uitgegroeid tot een corporatie met 33000 woningen, de grootste van Eindhoven. Ongeveer een op de vier huizen in die stad is van Woonbedrijf.
De organisatie heeft 400 medewerkers, verdeeld over acht districten. Dat leidt (blijkens een benchmark) tot relatief veel aandacht voor huurders en een relatief hoog personeelsbudget per woning. Woonbedrijf meent zijn huurders een beetje te kennen.

De organisatie heeft enige financiele ruimte voor investeringen.

The Natural Step
Woonbedrijf volgt, zoals wel meer organisaties in het Eindhovense, en zoals wel meer corporaties, de filosofie van The Natural Step (https://thenaturalstep.nl/) . Deze, van oorsprong Zweedse beweging, ziet vier oorzaken voor onduurzaamheid:

  • We halen sneller en meer stoffen uit de aardkorst en brengen die in de biosfeer, dan de natuur kan verwerken;
  • We brengen sneller en meer stoffen – die door de samenleving zijn bedacht – in de biosfeer dan de natuur kan afbreken;
  • We breken de natuur sneller af dan de tijd die nodig is om te herstellen;
  • We beperken mensen bij het vervullen van hun fundamentele behoeften.

Vanuit deze viervoudige probleemstelling streeft Woonbedrijf vier kernpunten na:

  • Een collectief bewustzijn bij relaties (huurders, leveranciers)
  • Gesloten kringlopen
  • Biodiversiteit (zwaluwen, vleermuizen, ontstenen, water ivm hittestress in de stad)
  • Schone energie

Een paar voorbeelden ter illustratie:

  • Woonbedrijf signaleert dat er op besparingsprojecten in het verleden een sterk rebound-effect zat. In het begin bespaarde het project, maar na verloop van tijd kroop het verbruik door laks gedrag weer omhoog richting van of zelfs tot aan het vroegere verbruik (Enexis kan het verbruik registreren per postcode).
    Daarom probeert Woonbedrijf woongedrag te beïnvloeden, bijvoorbeeld bij de nieuwbouw van de Aireywoningen in Gestel (die er overigens nog staan mede als gevolg van een SP-actie). Ze hebben huurders gezocht met een bij het project passende collectieve levensfilosofie, maar daar komt tot nu toe niet helemaal uit wat en zich voorgesteld had.
  • Huurders bepalen of er bij een door de verhuurder geïnitieerd project wel of geen zonnepanelen op het dak gelegd worden. Momenten waarop een woning van bewoners wisselt, worden daardoor soms belangrijk.
  • Woonbedrijf heeft veel aandacht voor de Life Cycle Assessment van hun woningen: niet alleen tijdens de exploitatie, maar ook bij de bouw en de sloop komt CO2 Ook financieel geeft het denken in ketens opmerkelijke resultaten: de corporatie schat in dat er in de bouwmaterialen van hun woningbestand zo’n 750 millioen Euro aan hergebruikswaarde opgeslagen zit.
  • Bij isoleren met PUR-schuim komt vijf keer zoveel CO2 vrij als bij isoleren met Isovlas. Bovendien zit leverancier Isover van Isovlas in Oisterwijk en dat is niet ver weg en dat scheelt transportkosten. Zodoende probeert Woonbedrijf zijn leveranciers te beïnvloeden.
    Er wordt geprobeerd iets van een circulaire economie van de grond te tillen.

Bouwkundig-energetische ambities
Woonbedrijf wil ‘CO2-neutraal’ werken.

Omdat echter bij Woonbedrijf de energetische ambities ingebed zijn in een grotere raamwerk-filosofie, wordt er niet geoptimaliseerd naar energiezuinigheid en duurzame energieproductie als hoofddoel.
Woninglabels worden op logische momenten opgewaardeerd, zoals bij groot onderhoud en renovatie. Er is echter geen beleid om planmatig naar bepaalde labels toe te werken (in de geest van ‘in 2021 gemiddeld B’ – dat is een valkuil volgens Woonbedrijf). De nieuwbouw in de Aireywoningen is A++ en de bestaande bouw (eenvoudige kleine naoorlogse woningen) is tot B gerenoveerd.

Meer informatie over deze wijk op www.woonbedrijf.com/nieuws/nieuwsberichten/duurzame-woningen-aireywijk-opgeleverd .

In 2018 gaat Woonbedrijf 500 woningen renoveren. Men beraadt zich nu wat men energetisch gaat aanbieden en of dat in de vorm zal zijn van een basispakket met pluspakket.
Er moeten bijvoorbeeld, over een aantal jaren samen, 18000 CV-ketels worden vervangen. De vraag is door wat? Door nieuwe CV-ketels? Door warmtepompen? Door stadsverwarming?

Woonbedrijf is geen fan van het Nul Op de Meter-concept (NOM).
Dit mede omdat het per woning (bijvoorbeeld bij de renovatie van de Frans van Mierislaan) 80 mille zou hebben gekost. Het complex van ca 200 woningen wordt nu minder vergaand opgewaardeerd.
Overigens, zegt Woonbedrijf, loopt Stroomversnelling (de organisatie die landelijk de NOM-operatie probeert te trekken) sowieso niet best. Stroomversnelling Brabant ligt al twee jaar plat.

Nul Op de Meter is een verschil-definitie: energievraag min energieaanbod. Daar kan nul uitkomen met veel vraag min veel aanbod, of weinig vraag min weinig aanbod, of iets ertussen in.
De combinatie van wèl CO2-neutraal willen werken en geen systematisch opwaarderingsplan voor de woningvoorraad betekent logischerwijs dat Woonbedrijf ervoor kiest om minder besparing te compenseren met meer zonneparken en windturbines.

Wat kan de politiek doen?

  • CO2 echt beprijzen
  • Verplicht de Natural Step-ideeën bij nieuwbouw
  • Iets doen tegen de oververhitting van de woningmarkt
  • Geef duidelijkheid over een transitieplan. Waarmee moeten wij rekenen voor de toekomstige warmte- en stroomvoorziening? All-electric? Biogas? Stadsverwarming?
  • Ruimtelijke ordening
  • Een soort geleide economie, gericht op circulariteit

De meeste van deze taken zitten bij het Rijk en niet bij de provincie (woonbedrijf heeft wel contact met de provincie).

Maar, zoals fractievoorzitter Nico Heijmans zei: de provincie kan financieel wel wat, maar is te afwachtend.

Het gesprek zal bijdragen aan een toekomstige politieke standpuntbepaling van de SP in de provincie.

Warmte op de Energiebeurs

Elk jaar vindt in Den Bosch in oktober de driedaagse Vakbeurs Energie plaats. Ik ga daar altijd een dag naar toe.
Het is een ontzettend grote  beurs, dus je moet selecteren. Ik ga de laatste jaren meestal naar stands en workshops die over warmtelevering  en opslagtechniek gaan.
Nu een keuze uit de vele warmteprojecten.

Itho Daalderop
Arco Knoester gaf een beeld van 20 jaar ervaring met een grillige leercurve.

De Itho Energiewoning 1998
Ventilatie en comfort_Itho Daalderop

Het begon 20 jaar geleden met de Itho Energiewoning op “all electric” basis (boven). Van daaruit is doorontwikkeld tot de kennis van nu (onder).

De afnemers (ruim 10000) zitten in een dbase en daar is nauw contact mee. Over monitoring, onderhoud, over softwareupdates, gebruiksaanwijzingen van het type “zet de thermostaat ’s nachts niet lager, want een warmtepomp wil gelijkmatig draaien.”

Hortus en Hermitage
Technisch bureau Kuijpers vertelde over een bijzonder project, waarin de Hortus Botanicus met 425m lange buizen verbonden werd met de nieuwbouw van de Hermitage Amsterdam. Zie voor een langere
beschrijving https://praktijkvoorbeelden.cultureelerfgoed.nl/praktijkvoorbeelden/hermitage-brengt-hortus-tropische-sferen/hermitage-en-hortus-beeld .

Hermitage Amsterdam

De Amsterdamse Hermitage (een dependance van de Russische Hermitage) is sinds gevestigd in een bejaardenhuis uit de 17de eeuw. Er hangt het nodige van waarde en, zoals alle in musea, geldt er een strenge klimaatbewaking.
Daarbij bleek, zoals in wel meer musea, dat het probleem vooral was dat er teveel warmte was. Het pand moet vooral gekoeld worden en waar laat je die warmte? Die kun je natuurlijk weggooien met een koeltoren, maar dat is ook zonde. Vandaar dat directeur Facilitaire Zaken Lagendaal van de Hermitage op zoek ging naar een afnemer van warmte. Op een infrarood beeld sprong er een naburig complex uit en dat bleek de Hortus Botanicus bij Artis, ook uit de 17de eeuw en grotendeels Rijks-
monument. En glas, en niet isoleerbaar. Daar kwam de restwarmte van pas.

Het project bleek al gauw een oefening bureaucratie en fondsenwerving voor gevorderden, maar slaagde uiteindelijk toch. Sinds 2016 ligt er een dubbele pijp tussen Kunst en Kas, zoals het nu heet.

Gezien de lange afschrijftermijn van dit type investeringen, is er een samenwerkingscontract voor 25 jaar getekend. Die lange termijnen is een van de vaste problemen met warmte-infrastructuur.

Leiding van de Hermitage Amsterdam naar de Hortus Botanicus

De azijnfabriek en het warmtegrid in Heerhugowaard
Er was een meneer van Duratherm, die kwam vertellen over het smart warmtegrid in Heerhugowaard. Zie www.duratherm.nl/nieuws/smart-grid-van-start-in-heerhugowaard .

Een aantal bedrijven hadden samen 250TJ aan warmte per jaar over, waarvan 70TJ/y van de chemische fabriek van de Burg Groep, die in de volksmond De Azijnfabriek schijnt te heten. De warmte van Burg komt o.a. vrij bij de bacteriele processen waarmee men azijn maakt.

Azijnfabriek Burg in Heerhugowaard

250TJ/y is best veel. Als je die warmte all-electric zou willen leveren, had je daar een zonnepark op de grond voor nodig van ongeveer 80 hectare (afhankelijk van de inrichting). Het scheelt 18000 ton CO2/jaar.
De gedachte is juridisch ondergebracht in het Waerdse Energie Circuit .
De gedachte is technisch gerealiseerd door vier bronnen voor Warmte Koude Opslag (WKO) te boren tot 170m diep, die elk 185m3/uur omhoog of omlaag kunnen brengen. Duratherm mocht die bronnen boren en zodoende kwam de meneer op de Energiebeurs terecht.

Er hangen bedrijven, instellingen en 7500 woningen aan het project.
Ik vind het een goed voorbeeld van een zinvolle stadsverwarming.

De plattegrond van het Waerds Energie Circuit (Zie www.waerdse-energie.nl ).

Gaten boren onder je huis
Diezelfde meneer van Duratherm, en ook meneer van Bokhoven van KWA Bedrijfsadviseurs, gingen in op wat er wel en niet kon met Warmte Koude Opslag (WKO) onder bestaande woningen. Hun beweringen samengevat:

  • Ga uit van 1 meter diep boren per 1m2 verwarmd oppervlak, maar in praktijk gaat men meestal niet dieper dan 250 a 300m
  • Blijf 3 meter uit de fundering
  • Er kan onder de woning worden geboord
  • Glycol is overbodig geworden
  • Het kan zonder ventilator (die je anders zou horen)
  • Afgrouten moet verplicht worden gesteld
  • Afstand tussen twee putten minstens 8 m
  • Het kan op diverse schaalniveau’s van zeer klein (één kavel), via midden (bijv. een flat) tot heel groot (een wijk)
  • Een individuele installatie kost ca 10 tot 12 mille.
Warmte Koude Opslag (Mark Johnson op Wikipedia)

Een Comfortpaal
De IJB-groep (die vooral in funderingen zit) had bij zijn kraam een flyer waarvan ik me beperk tot een afbeelding van een heipaal met daarin over de volle lengte een warmtewisselaar in de vorm  van een dubbele lus. Leuk om een plaatje van te zien.

De IJB heipaal met ingebouwde warmtewisselaar

Zie tenslotte op deze site nog een eerder bericht Wat je wel en niet kunt met warmtepompen in woningen (2de update 21 nov 2015)

 

Het Nationaal Actieplan Energieopslag

De Energiebeurs 2017
Ik ga in oktober altijd naar de Energiebeurs in Den Bosch. Ik mag er voor Milieudefensie en de SP voor niets in en deze keer was Joost van Mill van de Eindhovense SP meegegaan.
Je kunt daar met gemak dagen doorbrengen, want het is een hele grote beurs en er gebeurt van alles. Je moet kiezen en de laatste jaren kies ik meestal voor warmteonderwerpen en opslagtechnieken.
Nu een verhaal over energieopslag.

De Big Four bij de beheersing van het elektriciteitsnet

Waarom energieopslag en hoe gaat dat?
Het verhaal gaat eerst over stroom.

Er wordt meer duurzame energie opgewekt en daarvan wisselt het gedrag veel sterker over de dag dan in het vroegere systeem. Ook de vraag van afnemers wisselt over de dag, maar dat gaat vooral nog ouderwets.
Naast de door iedereen altijd aangehaalde problemen als er te weinig wind en zon is, zijn er ook periodes dat er daarvan te veel is. Soms zoveel te veel, dat er duurzame energie wordt weggegooid omdat er geen vraag naar is of omdat het stroomnet het niet aankan. Nederland heeft een goed elektriciteitsnet en tot op zekere hoogte heeft ons dat een remmende voorsprong bezorgd, maar die tijden veranderen. Het stroomnet kan er uit knallen, en niet alleen omdat er een Apache tegen aan vliegt.
Je kunt drie kanten op (al dan niet in combinatie):

  • je kunt de vraag meer aanpassen aan het aanbod (de wasmachine aanzetten als de zon schijnt). Daartoe loopt er in woonwijken een proef in Hoogkerk (Groningen) en Amsterdam-west, en een klein proefje in Breda, en verder nog niet.
  • Je kunt het stroomnet flink verzwaren, maar dat kost een hoop geld
  • Je kunt opslagsystemen ontwikkelen. Mondiaal zijn die tussen 2014 en 2016 vervijfvoudigd. In Nederland niet.
    De mondiale groei van de energie-opslagcapaciteit

    Ecofys heeft uitgerekend (april 2016) wat het aan een gemiddeld huishouden jaarlijks extra kost (extra betekent dat de kosten van het bestaande net er niet in zitten) als je de pieken van de toekomst op gaat vangen met flexibiliteitsopties (waaronder vraagverschuiving en opslag), en als je die gaat opvangen met zwaardere netten. (te vinden via www.ecofys.com/nl/publications/waarde-van-congestiemanagement/ )

Dit voor drie scenario’s in 2050:

  • Die waarbij massaal aanwezige Elektrische Voertuigen (EV) de dominante factor zijn (94% van de huishoudens heeft zo’n ding)
  • Die waarbij warmtepompen dominant zijn (69% heeft zo’n machine)
  • Die waarbij PV-panelen dominant zijn (3,3kWp per huishouden)

Je krijgt dan onderstaand plaatje. Lees: als 94% een Elektrisch Voertuig heeft, kost het €320 extra om het net te verzwaren, en €170 extra om de pieken op een  meer intelligente wijze te ondervangen.

Overigens kan ook Ecofys de toekomst niet voorspellen, en de club houdt slagen om de arm.

Een balanceeract met financiele technieken
Ons stroomnet kent een natuurkundige hierarchie: het hoogspanningsnet (ook wel transmissienet), het middenspanningsnet (van uw kant uit achter het transformatorhuisje), en het laagspanningsnet (van uw kant gezien aan deze kant van het trafohuisje).
In heel Nederland is de overheidsonderneming Tennet de baas over het hoogspanningsnet. Tennet moet de spanning en de frekwentie met  grote precisie constant houden en slaagt daar tot nu toe goed in.
In Brabant gaat Enexis over het midden- en laagspanningsnet.
Sinds de scheiding van netbeheer en opwekking mogen netbeheerders zelf geen energie opwekken of er in handelen.

De diverse elektriciteitsmarkten

Omdat Nederland nog maar weinig opslag heeft en Tennet zelf niet mag opwekken, moet Tennet voortdurend goochelen met bij anderen uitstaande reservecapaciteit, bijvoorbeeld een windpark, een centrale of een grote fabriek. Die krijgen geld als ze onder precies geformuleerde condities leveren of standby staan. Tennet mag niet meer en niet  minder dan voor het hoogspanningsnet nodig is. In bovenstaand plaatje is dat de zwarte rechthoek “Onbalansmarkt”. Tennet was in 2016 een kleine 6cent/kWh kwijt.

OTC (de donkerblauwe rechthoek) betekent dat een producent rechtstreeks aan een afnemer levert (Over The Counter), bijvoorbeeld het zonnepark bij Delfzijl aan Google. Dit blijft buiten het financiele systeem en de rest van de wereld staat daar financieel buiten.

Voor het publiek is de lichtblauwe pijl van belang, want daar kopen Greenchoice en NUON energie en verkoopt uw windmolen. Hier bestaat een hierarchie in de tijd: lang van tevoren via de ENDEX; tot 12.00 uur een dag van tevoren via de APX (Day Ahead); en na 12.00 uur (op de dag zelf, tot vijf minuten van tevoren, de Intra Day). De Day Ahead handelt met blokken van een uur en de Intraday in Nederland ook, maar in Duitsland met al blokken van een kwartier.
De APX zit momenteel ergens rond de 3 tot 5 cent/kWh en de Intraday kan wildwest zijn (op 31 juli 2016 tussen de -8 en +35 cent/kWh).
En als men nou denkt “maar ik betaal veel meer”: dat klopt. Daar leeft uw stroomboer van en nog veel meer de Staat der Nederlanden.

Als  huishouden of groep huishoudens besparen of verdienen met flexibele technieken
Ik zeg hier bewust één keer, maar niet de hele tijd “in principe”. Anders blijf ik bezig.

Als je als huishouden je stroom per uur of zelfs per kwartier zou kunnen betalen, zou je je wasmachine aan kunnen zetten als de stroom weinig kost en in principe zelfs (sorry) als de prijs negatief is. Idem de koelkast, want een goede koelkast staat meestal niet aan en kan zijn momenten kiezen. Het is alleen een beetje lastig als je er de hele tijd met je mobiel naast moet staan voor de elektriciteitsprijzen, dus dat moet automatisch.
Over dat soort dingen gaan de proeven in Amsterdam-West en Hoogkerk.

Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen in Etten-Leur

Verder kun je als huishouden (realistischer is als groep huishoudens of als energiecoöperatie) kunnen gaan inkopen als de stroom goedkoop is, en verkopen als hij duur is. Jullie verdienen daarmee en Enexis en Tennet zijn er een klein beetje beter mee. Er moet het een en ander gecoördineerd worden en daar zit werkgelegenheid.
Het gemiddelde verschil tussen inkoop en verkoop was in 2015 2,2 cent/kWh.
Dit is de experimenteeropslag van Enexis in De Keen in Etten-Leur. In opgeladen toestand zit daar 232kWh in. Het is dan ook vooral een technische proef. Zie Stroomopslagexperimenten Enexis worden uitgebreid .

De sociale aspecten zitten soms op andere plaatsen dan de politiek vermoedt.

Boer De Jong uit Odoorn bijvoorbeeld heeft fors zonnepanelen en slaat de elektriciteit op in een zeecontainer. Men moet daar maar eens aan denken inhet flankerend beleid voor de Brabantse landbouw.

Steen en been
De branche (bestaande uit bedrijven in de elektrotechnische hoek) is in deze verenigd in Energy Storage NL, met ex-VVD Kamerlid Ineke Dezentjé als baas. Ze hebben het Nationaal Actieplan Energieopslag uitgebracht (okt. 2016) en dat werd op de beurs in Den Bosch uitgedeeld. Het duurde even, maar ik ben er nu dan toch aan toe gekomen.

Men kan het hier vinden: www.energystoragenl.nl/wp-content/uploads/2016/10/ESNL_Nationaal-Actieplan-Energieopslag_20161019.pdf .

De branche klaagt steen en been. Er zijn ruim 30 knelpunten en daar moet wat aan gedaan worden. Het zijn allemaal kapitalisten, maar soms hebben ze een punt (en soms niet). Ik zal de kritiek in Italic weergeven.

  • Je betaalt zowel bij het opladen als bij het ontladen belasting, en bij het inkopen meer. Verder is er ander juridisch, fiscaal en betaaltechnisch gedoe.
    Hebben ze op zich een punt, maar de VVD (en anderen) hebben het zelf zo ingewikkeld gemaakt door netbeheer en energielevering te scheiden. Het huisje in Etten-Leur is van Enexis, maar Enexis mag niet zelf in- en verkopen.
  • Kleinverbruikers hebben steeds dezelfde stroomprijs en hebben er daarom geen belang bij om de wasmachine op een gunstig moment aan te zetten.
    Klopt op zich en dat moet er van gaan komen. Maar ik zou als consument wel even naar de kleine lettertjes kijken.
  • Weg met de salderingsregeling want die is zo goed dat de mensen hun overtollige stroom gratis op het net dumpen! Kunnen wij naar fluiten.
    Zit iets in, maar nog niet nu. De regeling is overzichtelijk en geeft heel hard nodige stimulansen in den breedte. De meeste mensen houden toch niet heel veel over en dat betekent, dat je allerlei collectieve toestanden uit moet halen om al die kleine beetjes bij elkaar te schrapen. Daar is de tijd niet rijp voor.
    Maar in Duitsland staan al >25000 home storage systems van gemiddeld 7kWh per stuk (ca 18 uur in een gemiddeld Nederlands huishouden). Met een beetje mazzel overbrug je daar een etmaal mee, maar niet met genoeg zekerheid om je te laten  afsluiten. (Is trouwens sowieso een romantisch anarchistisch idee dat nergens op slaat.)
    Maar elke subsidie moet ooit beëindigd worden.
  • Gebrek aan kennis bij installateurs en netbeheerders; schrik bij investeerders; veel te veel kleinschalig gepeuter waardoor geen schaal- en leereffecten; geen grootste visie; standaardisatie.

Klopt op zich, maar dat is precies waarom de overheid, die zo nodig van de VVD en CDA en PvdA en D66 moest terugtreden, nu faalt. Dat moet de markt doen en die verrekt het uit schijterigheid. De overheid is de grootste uitvinder en laat die dan uitvinden.
Ik ben dus voor een krachtige industriepolitiek zijdens de overheid, maar dan ook de baas!

Andere soorten energieopslag
Die komen in het Nationaal Actieplan Energieopslag wel aan de orde, maar de aanpak van het elektriciteitsnetwerk krijgt de meeste aandacht (bij mij ook, trouwens).
Dat is niet onlogisch, want daar is het probleem het grootste en het meest acuut. Elektriciteit is zonder aparte voorzieningen niet op te slaan en bijvoorbeeld warmte veel makkelijker. En over de opslag van warmte heb ik in deze kolommen al vaker geschreven, dus deze keer kan dat wel minder (zie Warmte in Brabant en het Mijnwaterproject en Energy Day TU/e bespreekt Ecovat-systeem en TNO ontwikkelt warmtebatterij op basis van het hydrateren van zouten  of voor alles Inhoudsopgave van alle warmteartikelen .

Maar voor de volledigheid hieronder het volledige overzicht van alle soorten opslag uit de Actieagenda.

ABP, stop beleggingen in kerncentrale Tihange

De wrakke kerncentrales in Tihange en Doel zijn nog steeds niet dicht en het ABP belegt nog steeds in exploitant Engie. Daarom ging er op 23 december 2017 een demonstratie naar het hoofdkantoor van het ABP in Heerlen. Er liepen zo’n 400 mensen in mee, waaronder ook uit Belgie.De organisatie zat bij de SP in samenwerking met enkele andere politieke partijen.
Ron Meyer interviewde vertegenwoordigers van Groen Links, de PvdA, de Partij voor de Dieren, en zijn eigen SP. Er sprak ook iemand namens de FNV.

De mevrouw, die voor het ABP het ongenoegen in ontvangst nam, hield een beetje de boot af. Ze begreep een en ander, maar zolang er geld in Engie zat was er een gesprek en Engie deed ook in duurzame energie.
De mevrouw en de demonstranten werden het niet helemaal eens. Maar, “we komen sterker terug” aldus Sandra Beckerman die voor de SP in de Tweede Kamer zit.

Wat zelfgemaakte foto’s.

De kop van de demonstratie (Heerlen 23 december 2017)
Bij het kantoor van de directie van het ABP (Heerlen, 23 dec 2017)
Ron Meyer in gesprek met een woordvoerster van het ABP (Heerlen, 23 dec 2017)

Inmiddels heeft de Omroep Limburg aandacht besteed aan de rpotestmars. Zie https://l1.nl/l1nws-protestmars-in-heerlen-tegen-beleggingen-van-abp-in-kerncentrales-134328/ .

Brainport Development NV: overheid de grootste uitvinder!

 Ik zit altijd te schelden dat de regio Eindhoven-Helmond op energiegebied een van de achterlijkste van Nederland is. Brainport is vooral industriepolitiek voor de aangesloten ondernemingen. De regio houdt niet op om met de duimen onder de oksel de eigen voortreffelijkheid te declameren, maar ondertussen gebeurt er in de breedte op duurzame energiegebied bijna helemaal niks. De bevolking ziet geen fuck van al die duurzame energie-technieken. Het provinciale geld bijvoorbeeld gaat op aan de komst van TNO, de opbouw van Solliance en aan laadpalen, niet aan energieneutrale huizen.
Voor de duidelijkheid: ik heb er niets op tegen dat Brainport aan industriepolitiek doet. Ik heb er iets op tegen dat Brainport alléén maar aan industriepolitiek doet en dat elk duurzaamheidsbesef bij het Brainport-bedrijfsleven ontbreekt of op zijn minst niet opvalt. Geen beter klimaat dan het vestigingsklimaat!

Brainport kwam langs
Dus toen was op 14 december 2017 de Kerngroep van de SP over het nieuwe gemeenteraadsprogramma, en had de SP-voorzitter twee mensen uitgenodigd, adjunct-directeur Joep Brouwers van Brainport Development en secretaris Ton van de Kerkhof, secretaris van die club.
Brainport Development NV is een economische ontwikkelingsmaatschappij, de Stichting Brainport is als het ware de interface met de omgeving. Bij Development wordt gewerkt en bij de Stichting vergaderd.

Brouwers begon zijn presentatie en binnen de sociale en economische context was dat geen slecht verhaal. De precieze wederwaardigheden volg ik niet, dus ontbreekt bij mij verder recht van spreken over geld, producten en arbeidsplaatsen en MKB-perikelen.
Maar het woord “milieu” stond niet in de presentatie en het woord “energie” maar één onopvallend keertje, namelijk

  • Brainport Ontwikkelt oplossingen voor sociaal maatschappelijke vraagstukken
    • (o.a. gezondheidszorg (e-health), energie, mobiliteit, voedsel, veiligheid)

En toen was Brouwers klaar en dacht ik “ik ga er maar eens ouderwets op loshakken”. Dus:

  • hoe het kon dat wij wel energieoplossingen bedachten, maar dat die hier niet geplaatst werden? Hoe het bijvoorbeeld kon dat de TUE allerlei slims bedacht op PV-gebied, terwijl de gemeente Helmond van alle Brabantse gemeentes het minste Watt-piek aan zonnepanelen per inwoner op zijn dak had liggen, en Eindhoven het één na minste. Zie het onderzoek van Natuur en Milieu van juli 2015, waarin Helmond van de 393 toenmalige gemeenten op plaats 346 stond en Eindhoven op plaats 340, en alle grote Brabantse steden een stuk hoger?
  • Hoe dat kon dat de TUE nauw betrokken is bij proeven om de consumentenvraag naar stroom over de dag te verschuiven (zodat je de wasmachine automatisch aangaat als de zon schijnt en de stroom goedkoop is), maar zegt TUE-professor Harwig bij een Energy Day dat hij naar Hoogkerk in Groningen moet of naar Amsterdam-West voor een grootschalige consumentenproef? In Brabant alleen een scharrelproefje in Breda.
  • En dat Helmond op de Klimaatmonitor 2,0% duurzaam scoort en Eindhoven 3,3%, ver onder het Brabantse gemiddelde? Het gemiddelde in onze regio wordt gered door Nuenen en Oirschot en Eersel.
  • Waarom zie je nou nooit dat Brainport iets zegt over energiebesparing in de aangesloten industrie? Of over cyclische omgang van materiaal? Restwarmte-hergebruik?
  • En waarom Brainport wel clandestien een passage liet opnemen in de Brainport Nationale Agenda over een grotere geluidsruimte van het vliegveld, maar nog nooit interesse getoond had of de mierenzuur-techniek van de TUE geschikt was om de brandstofcellen in hybride elektrische vliegtuigen mee te voeden?
  • Waarom geen bijdrage van Brainport aan de grote verduurzamingstaken van de regio, zoals bijvoorbeeld de verduurzaming van de bestaande bouw? Waarom geen breed maatschappelijk akkoord?

Goed, dat luchtte op en ik zette me schrap.

De overheid als uitvinder
Maar het liep enigszins anders dan gedacht, want de Brainportmensen bleken het geheel met mij eens. “Ook wij ergeren ons voortdurend aan die lakse overheid hier” klonk het. “je zou bijvoorbeeld willen dat de overheid hier nu eens een stabiele launching customer werd”. Geklaagd werd over een gebrek aan stabiliteit bij de overheid, inderdaad zo ongeveer de eerste en meest vaste klacht in alle situaties waarin energiepolitiek aan de orde komt (en dat niet alleen in onze regio).

En het is simpel zat” aldus Brouwers “wij hebben als Brainport-organisatie geen eigen geld. Al ons geld krijgen wij van de overheid. Die kan zo tegen ons zeggen wat wij daarvoor moeten doen.” Het klonk alsof hij het niet eens erg zou vinden.
U kent toch die theorie” besloot hij “wie de grootste uitvinder is? Dat is de overheid.” Maar rond Eindhoven en Helmond leek die rol nog een beetje vacant.
Nou mogen die bedrijven zichzelf natuurlijk ook wel vaker maatschappijgerichte opgaven geven, maar het signaal is duidelijk.

Mariana Mazzucato (zie https://marianamazzucato.com/ )

De theorie dat de overheid de grootste uitvinder is, is van Mariana Mazzucato. Er stond een heel stuk in De Correspondent ( https://decorrespondent.nl/2496/maak-kennis-met-de-grootste-uitvinder-aller-tijden/274115679552-c3316a6e ). In The Entrepreneurial State stelt ze dat uitvindingen in eerste instantie niet gedaan worden door Steve Jobs. Elk onderdeel van de IPhone is in eerste instantie bedacht door mensen op de loonlijst van de overheid. “Van de trein tot de ruimtevaart, van nanotechnologie tot biotechnologie – keer op keer komen de echte doorbraken bij de staat vandaan.” Het Internet is bijvoorbeeld uitgevonden bij de CERN.
“De grootste durfkapitalist ter wereld” zegt Mazzucato “is de Amerikaanse overheid”. Silicon Valley begon als een regelrecht subsidieparadijs. De Amerikaanse overheid nam al in de jaren zestig en zeventig de risico’s die private investeerders niet durfden te nemen, simpelweg omdat het te lang duurde voordat de investeringen werden terugverdiend. ‘Het echte geheim van het succes van Silicon Valley, of van de biotech- en nanotechsector,’ merkt Mazzucato in de NRC op, ‘is dat durfinvesteerders mee surfden op een grote golf van overheidsinvesteringen.’

Het is merkwaardig, en zelfs veelzeggend, dat uitgerekend Brainport vindt dat de regionale overheid de rol niet oppikt die ze van Mazzucato zou moeten hebben.

Er zijn een heleboel mitsen en maren van financiele aard, maar misschien moeten ze in deze regio eens echt gaan nadenken en niet alleen maar doen alsof ze nadenken?

De regionale zonnepanelencampagne
Dat wierp men mij tegen: maar de gemeente Eindhoven is met een campagne begonnen om 15 miljoen aan renteloze leningen te verstrekken (met een looptijd van 15 jaar) om op ca 3000 huizen voor €5000 panelen per huis aan PV-panelen neer te leggen. Volgens mij moet je dan aan zo’n 15 a 20 panelen per huis kunnen komen – benieuwd of de daken groot genoeg zijn.
Het scheelt de bewoners per saldo, beweert men, €135 per jaar (zal wel netto zijn, besparing – terugbetaling).
Andere regiogemeenten hebben een vergelijkbaar programma.

Ik vind inderdaad dat dit een goede aanpak is, zij het te weinig en te laat. Vernieuwend is het inmiddels niet meer, want reeds velen gingen de gemeente Eindhoven voor en er bestaan al veel grotere dakprojecten.
Dit gezegd zijnde, moet ook gezegd worden dat men nu voor het eerst echt meters maakt en met een groot project komt waar de burger wat aan heeft.

Warme bits – opnieuw geüpdate versie

De Bitcoin een ecologische ramp?
Mijn interesse begon met een kop boven een artikel in een Belgische krant De Standaard van 19 oktober 2017 “De bitcoin is een ecologische ramp”.  Er werd betoogd dat voor de winning van bitcoins ontzettend veel rekenkracht nodig was, dat dat inherent in competitie plaatsvond, dat je er goed mee kon verdienen en dat daarom computers in zeer korte tijd werden afgeschreven (en nieuwe aangeschaft). Het klonk een beetje als de goudwinning in Klondike en het proces heet van ook niet voor
niets “mining”.
De journalist zei een beetje slordig dat het stroomverbruik voor de bitcoin de helft was van het totale stroomverbruik van Vlaanderen, waardoor het net leek (voor mensen die gewend zijn om gelijksoortige grootheden te vergelijken) alsof half Vlaanderen niks anders deed als bitcoins mijnen, maar de bedoeling was dat het mondiale stroomverbruik van de bitcoin de helft was van dat van Vlaanderen.
Vervolgens zette de journalist er de verkeerde website bij zodat je het niet kon controleren, en mijn scepsis was groot.

Op 24 oktober deed de NRC een fact check op “Eén bitcointransactie voorziet een huis een maand lang van energie” en beoordeelde dat als ‘grotendeels waar’. Daar stond ING-onderzoeker Teunis Brosens genoemd bij een artikel op de ING-site ( zie ING-Think-why-bitcoin-transactions-are-more-expensive-than-you-think_13okt2017 ) , waarin doorverwijzingen naar de juiste website https://digiconomist.net/bitcoin-energy-consumption ). En zo was het toch nog te controleren.

Energievraag bitcoin versus Visa

Een bitcoin vreet stroom en andere betaalwijzen zeer veel minder. Het mondiale vermogen, dat het bitcoinsysteem vraagt, is genoeg om iets meer dan 2 miljoen huishoudens in de VS van stroom te voorzien. Het mondiale VISA-systeem wikkelt zeer veel meer transacties af en vraagt daarvoor 40* minder vermogen.

In absolute getallen kost één bitcointransactie (volgens Brosens) 200kWh.

Maar. Het bitcoinsysteem groeit als een idioot.

Groei van het stroomverbruik van de bitcoin

De verticale eenheid TWh/jaar is een beetje moeizaam bij een dergelijk groeitempo. Maar een jaar is 8760 uur dus de omrekening is gauw gemaakt: 18,0TWh/y = 2050MW en 22,0TWh=2510MW. Ter vergelijking: de kolencentrale op de Maasvlakte is 1070MW . Nogmaals voor de duidelijkheid: de 2510MW is mondiaal en de 1070MW is één Nederlandse centrale.
2510MW zit al een eindje boven het totale energieverbruik van bijv. Azerbeidzjan .

Onrustbarender is het groeitempo. Over de looptijd van bovenstaande grafiek stijgt het benodigde bitcoinvermogen lineair met 0,86% per dag. Gaat dit een jaar door, dan staat er in de linkerkolom in plaats van 18 nu ca 60TWh/jaar. Mogelijk zelfs iets meer, want het gaat in de afgebeelde maand iets harder dan lineair.

Nu vraagt de bitcoin 0,11% van de mondiale stroomproductie. Volgend jaar is het percentage (lineair redenerend) ongeveer 3* zo hoog, enz.

Ik vind het nog geen ecologische ramp, als je naar het stroomverbruik kijkt, maar dat kan het over bijvoorbeeld een decennium wel worden. Gemeten aan het materiaal hangt het er van af hoe men na het afdanken met de computers omgaat.

Men zou kunnen zeggen dat daar waar de ecologische nadelen van de bitcoin aantoonbaar zijn, en de voordelen van de bitcoin voor niet-criminelen en niet-speculanten afwezig, de kosten-baten analyse van het systeem per definitie negatief is.

Je leest in de krant soms reacties, waarin mensen uitspreken dat kritiek op de bitcoin ingegeven is door banken, die hun monopoliepositie bedreigd zien.
Zonder sympathie te willen uitspreken voor de banken, moet ik toch zeggen dat het bericht waarschijnlijk op complotdenken neerkomt. Ook onafhankelijke onderzoekers komen op vergelijkbare getallen uit.
Harald Vranken, universitair hoofddocent informatica bij de Faculteit Management, Science & Technology van de Open Universiteit, haalde met het onderwerp bitcoin mining en duurzaamheid de laatste weken een aantal malen de internationale pers. Het laatste artikel is te vinden op de website van de Open Universiteit op www.ou.nl/-/bitcoin-mining-en-duurzaamheid-ou-wetenschapper-internationaal-in-de-belangstelling .

Vranken zegt daarin dat hij in een eerder artikel dd mei 2017 (wat achter de betaalmuur zit) nog opgeschreven had dat het mondiale gemiddelde vermogen, dat aan bitcoins besteed werd, op 100 tot 500MW inschatte. Dat vond hij toen nog wel meevallen. Goud smelten en bewerken vraagt ook heel wat energie, voegde hij als voorbeeld toe.
In bovenstaand persbericht dd december 2017 zegt hij, dat tussen zijn eerste artikel en dit persbericht (dus tussen begin en eind 2017) het stroomverbruik van de bitcoin ruim vervijfvoudigd is. In het recente artikel spreekt hij nu van “een serieus probleem”.
De wereld verbruikt gemiddeld aan stroom ca 2,5 a 3 TW, de bitcoin ongeveer 0,1% daarvan (dat is al een klein land).

In het december-artikel van Vranken wordt doorgelinkt naar enkele andere publicaties. Deze zijn vanuit het artikel op de OU-site vrij toegankelijk. In een artikel op spectrum.ieee.org (de IEEE is een soort mondiale organisatie van elektrotechnisch ingenieurs) wordt beschreven hoe een gezelschap van 11000 Venezolanen samen bitcoins aan het mijnen was (ongetwijfeld aangemoedigd door de wanhopige positie van hun land), tot de politie er een eind aan maakte. Door de illegale stroomaftap ontstonden er problemen op het net.

Datacentra en hun afvalwarmte in Nederland

(Ik heb de schatting van het winbare aantal PJ in Brabant bijgesteld van 3,5PJ naar 2,0PJ. In 3,5PJ zitten ook activiteiten waarvan de restwarmte moeilijk te oogsten lijkt, bijv. omdat ze decentraal zijn. De 2,0PJ zijn een wat betrouwbaarder schatting van de grote, centrale machines waarvan de restwarmte in praktijk mogelijk te oogsten valt.)

Toen het toch over computers en energie ging, het ik eens zitten kijken naar de energetische aspecten van de reguliere ICT-sector, waar ze ook nog wel eens dingen uitrekenen die voor de gewone mens wel nut hebben, bijvoorbeeld mijn pensioen. Die sector als geheel groeit ook sterk wat betreft de verwerkte bits (datacentra met zo’n 17,5% per jaar), maar omdat daar veel energiebesparende maatregelen genomen zijn, is het energiegebruik veel minder hard gegroeid en soms gedaald. De vraag is hoe het na, zeg maar, 2020 verder gaat. Het laaghangend fruit raakt gaandeweg geplukt.

Je hebt vier categorieën die voor de levering van restwarmte van belang zijn:

  • I)    de commerciele datacenters, voor wie dataopslag en -beheer de hoofdactiviteit vormen
  • II)   Telecommunicatiebedrijven
  • III)  (Semi)publieke rekencentra (bijv. van de universiteiten)
  • IV)  Commerciele ondernemingen met een groot datacentrum dat dienstig is aan een ander hoofddoel van de onderneming (bijv. de Rabobank)
(Uit het MJA-sectorrapport 2014)

De 37 grootste bedrijven uit categorie I en II vallen onder de industriele MJA-regeling en moeten 2% per jaar energiebesparen (en dat deden ze over de rapportageperiode, zo blijkt uit een controlestudie MJA3-Sectorrapport ICT-sector 2014 waaruit bovenstaande tabel). Vanaf 2011 tot 2014 kon je (alle bedrijven opgeteld) de volumegroei ongeveer wegstrepen tegen de besparingen. Zo zit deze groep ondernemingen al enkele jaren op 16,2PJ/jaar over al hun activiteiten. Een deel van deze activiteiten is van belang voor hun restwarmte.

De hele categorie I (alle datacenters samen, dus ook de niet-MJA) is goed voor 1247MW. Die dingen draaien non -stop en als dat op vollast zou zijn, zou dat 39PJ/jaar opleveren. In praktijk draaien ze geen vollast, maar grofweg 45% (zegt CE Delft). Zie Energiegebruik Nederlandse commerciële datacenters 2014-2017_CE Delft .
CE Delft kent aan de commerciele datacentra in 2017 ca 5,8PJ toe, welk aantal na 2014 weer is gaan groeien (met 23% per jaar).

(CE Delft Energiegebruik Nederlandse commerciele datacenters 2014-2017)

Van categorie III en IV afzonderlijk heb ik geen expliciete totaal-statistiek kunnen vinden.
Wel is er een studie, ook van CE Delft, Trends ICT en Energie 2013-2030 (dd feb 2016), die deze categorieën in ander verband onderbrengt en kwantificeert. Te vinden op www.ce.nl/publicatie/trends_ict_en_energie_2013-2030 .

Het blijft natte vingerwerk, maar om de gedachten te bepalen: in 2020 is er in Nederland grofweg 15PJ stroom-input waarvan men in theorie de restwarmte zou kunnen oogsten. Als die gelijkmatig over het land verdeeld zou zijn, zou 1/7de  daarvan, dus ca 2,0PJ, in Brabant te vinden zijn.

Energetisch gezien is een datacentrum/telecommunicatie/enz bedrijf iets waar stroom ingaat en ongeveer evenveel afvalwarmte uitkomt. Het in de sector veelvuldig gebruikte begrip “groen” kan dan ook drie dingen betekenen: dat er niet meer stroom ingaat dan nodig, dat die stroom groen is, en dat de afvalwarmte zinvol gebruikt wordt.
Het eerste gebeurt standaard (want dat bespaart geld), het tweede soms (niet te achterhalen valt wat precies ‘soms’ en ‘groen’ is), en het derde heel af en toe. Binnen de sector zelf is warmtelevering aan de buren regelmatig in discussie.
KPN levert bijvoorbeeld afvalwarmte aan de warmtering op de Eindhovense Hightech-campus (zie voor een artikel www.emerce.nl/nieuws/kpn-opent-eerste-tier-iv-datacenter-nederland ) en de TU/e heeft een befaamde Warmte-Koude opslag (WKO) (zie TU/e: Hoofdgebouw wordt uitzonderlijk duurzaam gerenoveerd en het lange termijn-duurzaamheidsbeleid )

Het datacenter van de Rabobank in Boxtel
Datacenter KPN Hightech campus Eindhoven

Het datacenter van de Rabobank in Boxtel
Een case study is het datacenter van de Rabobank in Boxtel.
Dat trekt bij vol vermogen ongeveer 20MW stroom naar de computers, en ongeveer 25MW naar het complex als geheel – welke 25MW er dus ook weer uitkomt als warmte. Dat volgt uit de publiek bekende ontwerpspecificaties. Het belastingspercentage is onbekend.

25MW een jaar lang zou betekenen 0,79PJ aan afvalwarmte. Als je de 45% van CE Delft zou gebruiken, produceert het complex ongeveer 0,35PJ aan warmte. Dat zou op papier genoeg zijn om alle woningen in Boxtel te verwarmen als die goed geïsoleerd waren.
Binnen de gemeente Boxtel is hier al eens over gesproken.
In de projectbeschrijving (zie Datacenter Rabobank art TVVL 2011-1 ) wordt zelfs met zoveel woorden gewag gemaakt van de mogelijkheid om het nabij gelegen bedrijventerrein te verwarmen.

In praktijk vraagt dit om buizen, organisatie, en geld, dus er is op dit vlak nog niets gerealiseerd.
De Boxtelse SP liet mij weten, dat de gemeente Boxtel in zijn woningbouwopgave probeert de restwarmte van bovenstaand datacenter, en van de RWZI, mee te nemen. Daarbij wordt samengewerkt met oa engie, Enexis, Alliander, Heijmans, Brabant Water en het Waterschap. Het benodigde warmtenet wordt in eerste instantie ingezet om een nieuwbouwwijk van 600 woningen van warmte te voorzien. Men wil later een groter deel van Boxtel gaan verzorgen.
Ik heb de Boxtelse SP aangeraden wel goed de rechtspositie van de nieuwe bewoners in de gaten te houden. In het verleden is daar nog wel eens wat fout gegaan (zie bijv. De Warmtewet moet anders!
of de verhalen op deze site over de stadsverwarming in Meerhoven.

Na het schrijven van dit artikel heb ik een ander artikel geschreven over Ecovat en het integreren van elektrische en warmtenetwerken. Dat kan in dit verband ook nuttige kennis zijn. Zie Energy Day TU/e bespreekt Ecovat-systeem .

ICT-bedrijven en Warmte in Brabant
De 2,0PJ warmte, waarvan hierboven sprake is, is in Brabantse verhoudingen een niet onaanzienlijk getal.
Ter vergelijking: in het Brabants Warmteplan, dat kort voor de zomervakantie in PS besproken is, (zie Het Brabantse warmteplan nader geanalyseerd ), staat bijvoorbeeld dat men gebruik wil maken van de 2 tot 5PJ afvalwarmte van het industrieterrein Moerdijk. De gezamenlijke warmteproductie door de Brabantse ICT-bedrijven ligt aan de onderkant van deze range.
Of: de totale geothermieverwachting ligt rond de 1,3PJ.
De Moerdijk en de geothermie staan wel in het Brabantse Warmteplan.
Zo men een andere vergelijking wil: 2,0PJ is genoeg om ca 100000 goed-geisoleerde huizen te verwarmen, zijnde ongeveer 1/10de deel van de Brabantse woningvoorraad.
Of: het is de helft van de opbrengst van het totaal Brabantse windenergieprogramma na voltooiing.
Maar in het Brabants Warmteplan zie je de ICT-bedrijven als potentiele bron van afvalwarmte niet terug. Dat is een gemis.

Nu zitten er tussen droom en daad in warmtezaken nogal wat wetten in de weg en praktische bezwaren. Er zouden buizen gelegd moeten worden en contracten getekend met een looptijd van decennia, en subsidies verstrekt. Die problemen zijn niet gering.

Toch zou het interessant kunnen zijn om op zijn minst in Brabant op korte termijn een inventarisatie van de warmte-leverende mogelijkheden van de ICT-sector in kaart te brengen.

Uit de Statenmededeling Warmte 2017

 

Minnesma noemt NOM-prijzen die ze niet waar kan maken

Brabant in 2030 energieneutraal als je het alleen maar wilt?
Op 28 september 2017 zette Marjan Minnesma van Urgenda een enthousiasmerend opinieartikel in het Eindhovens Dagblad “Brabant kan snel energieneutraal zijn”.
Dat was de verbijzondering van het missiedocument van Urgenda “Nederland op 100% duurzame energie in 2030. Het kan als je het wil!”. In elk geval deze verbijzondering blijkt teveel te berusten op zichzelf overschreeuwende bluf. Naar het missiedocument zelf kijk ik een andere keer wel.

Minnesma stelt dat de Brabantse steden de massale overstap naar elektrisch rijden makkelijk te verwezenlijken is door diesel- en benzineauto’s vanaf 2025 de toegang tot de stad te verbieden “net als Utrecht doet”.
Nu doet Utrecht dat niet. Utrecht (zie www.utrecht.nl/wonen-en-leven/milieu/luchtkwaliteit/milieuzone-utrecht/ ) verbiedt momenteel aan diesels van voor 2001 de toegang tot een deel van de stad. Minnesma is hier veel te slordig.

Minnesma stelt ook dat je een woning standaard voor €35000 Nul Op de Meter kunt maken, en voert daartoe een klein aannemertje Thuisbaas in Amsterdam op die dat nu voor elkaar zou krijgen. Je hoefde dit alleen maar een beetje op te schalen.
Ik  ga nu verder op dit woning-verhaal in.

Thuisbaas
Ik naar de website van Thuisbaas ( www.thuisbaas.nl ). Het bedoelde project (dat €35800 blijkt te kosten, dus afgerond 36 mille) springt meteen in het oog als het ‘huis van Rik en Milda’. De website toont acht ervaringen van individuele huizen. Tot schaalgrootte is Thuisbaas niet in staat.

Wat documentatie van de website.
——————

Meer zonnepanelen
Het huis van Rik en Milda is uitgebreid met een dakkapel en een aanbouw en ook voorzien van isolatie. In 2013 zijn de eerste 12 zonnepanelen geplaatst, waar 4 zonnepanelen aan zijn toegevoegd en 10 speciale panelen die voor elektriciteit en warmte zorgen.

In het boilervat in de schuur wordt warm water opgeslagen dat na verwarmd wordt met een instant heater. De HR-gasketel is vervangen door een lucht/water warmtepomp en de woonkamer wordt verwarmd via een lage temperatuur radiator.

‘Oude huizen zijn juist geschikt.’

“Bij het isoleren van ons huis kwamen we erachter dat de investeringskosten wel meevielen, ons wooncomfort verhoogd zou worden en de energiekosten direct terugliepen. Met de eerste set zonnepanelen zagen we ook dat we meer energie opwekten dan we gebruikten en dus geld terug aan het verdienen waren. We kookten al op inductie, maar gebruikten nog wel gas voor de verwarming en het warme water. Als je dan de berichten over de aardbevingen in Groningen hoort, dan heb je wel plaatsvervangende schaamte en denk je: als ik langer douche, dan staat hun huis langer te schudden.”
——————

In het getoonde prijsoverzicht (en uit een hier niet afgebeeld deel van de website) valt op

  • Thuisbaas werkt alleen voor koopwoningen
  • In dit geval is er sprake van een vrijstaande woning
  • Isolatie ontbreekt (klopt, die zat er al in, de kwaliteit is niet benoemd)
  • De 12 panelen ontbreken die al vóór het proces aanwezig waren
  • De inductieplaat was al aanwezig
  • Er zit één lage T-radiator in, dus blijkbaar wordt alleen de benedenverdieping structureel verwarmd

Thuisbaas doet alleen aan installatietechniek (althans, in het modelvoorbeeld en ook in de andere voorbeelden).

Het bestaat dus niet dat deze situatie maatstafgevend kan zijn voor een gemiddelde stadswoning in een Brabantse stad. Momenteel kost het Nul Op de Meter maken van een gemiddelde woning veel meer dan de €35000, die Minnesma noemt.
Een actiegroep mag van mij een beetje overdrijven en simplificeren. Maar deze  financiele overdrijving gaat zo ver, dat ze de grenzen van de geloofwaardigheid ruim overschrijdt. De calculatieafdeling van een woningbouwvereniging gaat er niet serieus naar kijken.

Bovendien zegt Minnesma met zoveel woorden “Een stad als Tilburg of Eindhoven heeft vele miljoenen m2 die geschikt zijn om zonnepanelen op te plaatsen. Bij dit project worden woningen niet voorzien van een extra, en daardoor kostbaarder, schil zoals die bij de tot nu toe ontwikkelde NOM-woningen.”
Om precies te zijn heeft volgens de Zonatlas in Eindhoven 9,4 miljoen m2 geschikt dak op woningen, publieke gebouwen en bedrijven (zie Zonatlas_persbericht_5juni2015 en deel evenredig naar het aantal woningen af), waarvan in praktijk een deel gebruikt kan worden. Dit kan als theoretische bovengrens opleveren zo’n 3PetaJoule, maar in praktijk minder.

Labels in Nederland (totaal aantal huizen is ca 7,1 miljoen)

Het maatstafgevend maken van een bedrijfsmodel dat geen aandacht besteedt aan isolatie betekent dat Minnesma genoegen neemt met het bestaande isolatieniveau van woningen (80% is label C of slechter). Dit nu is een uitermate schadelijk standpunt en het is te hopen dat de stadsplanners deze aanbeveling van Minnesma niet opvolgen.
Een gemiddelde woning op dit moment vraagt ongeveer 12GJ stroom en 48GJ gas. In de aanpak van Minnesma en Thuisbaas wordt dezelfde, soms tochtige woning omgebouwd tot all electric en zal dan rond de 25GJ stroom per jaar vragen. Er zijn ruim 106700 woningen in Eindhoven, ergo gaat dan bovenstaande 3PJ bijna helemaal op aan de energievoorziening van de dan nog steeds slecht geïsoleerde woningvoorraad.
Daarnaast heeft Eindhoven ook elektrische auto’s, scholen, fabrieken, ziekenhuizen enzovoort, en die krijgen dan geen stroom. Althans niet van Eindhovense zonnepanelen.

Het NOM-beginsel is in essentie een aftreksom: de energievraag – de energieopwekking. Zelfs een labelG – doortochtwoning krijg je wel Nul Op de Meter als je er honderd zonnepanelen op gooit. Maar het  NOM maken van een woning is geen doel in zich, maar onderdeel van een groter geheel. Als er honderd panelen op een woning  zouden kunnen, zouden die bij een label A-woning een fors overschot leveren dat aan de maatschappelijke omgeving ten goede zou komen.

Wat kost een NOM-woning in de praktijk wel?
Ik heb wat zitten zoeken op Internet. Dat vervangt niet dat er een grondiger onderzoek nodig is, maar als eerste indicatie geeft het wel een beeld.

Het loopt uiteen, maar het deskundigenstandpunt dat een Nul Op de Meter-renovatie in standaardsituaties op rond de €65000 uitkomt (incl. BTW), lijkt een goede keuze.

NOM-gemaakte jaren ’70 tussenwoning in de Bilt

De Stroomversnellingsbrochure (zie hieronder) meldt dat woningbouwverenigingen voorzichtig zijn en graag een tussenstap zetten, bijvoorbeeld eerst een Label B – overgang. Dat kost in standaardsituaties rond de €40000 (zegt de brochure). De auteur is daarna van mening dat dit niet veel minder geld is dan een NOM-renovatie voor wel veel minder resultaat, en dat de woningbouwvereniging beter af is met in één keer de stap te zetten naar Nul Op de Meter.
Van deze bewering kan ik op dit moment de waarde niet inschatten.
Kijk op http://stroomversnelling.nl/publicatie/ en kies “Business Case an financiering …”.

Deskundigen menen dat voor een woningbouwvereniging de business case voor een NOM-renovatie sluit als een bus. Het kost wat, maar de woning kan weer 40 jaar mee en is beter dan hij ooit was.
En de huurders gaan er netto in de voorbeelden tot nu toe niet op achteruit of soms vooruit.

Afgezet tegen beide strategieën is de strategie van Minnesma en haar organisatie Urgenda stom en bovendien minstens in veel gevallen overbodig stom.
Ik deel haar inzet op een spoedige verduurzaming van de bestaande woningbouw in Brabant, maar de gekozen koers om daar te komen is prutswerk.

De situatie schreeuwt om een langdurig volgehouden, systematische voorfinanciering zijdens het Rijk. Stel dat je aan €65k per woning uitgeeft aan de 4,5 miljoen woningen, die in de Stroomversnellingsbrochure genoemd worden, dan ben je een kleine 300 miljard kwijt. Spreid dat over 2018 – 2050, schiet het Rijk een dikke 9 miljard per jaar voor die het op termijn  weer terugkrijgt. Valt mee. Pensioenfondsen zouden ook interesse kunnen hebben.

 

Eigen Haard A’dam renoveert 157 portiekflats tot Nul Op de Meter

Inleiding
Omdat er in Brabant, ondanks alle blufpraat vanuit het Provinciehuis, nog steeds geen fuck terecht komt van het planmatig Nul Op de Meter (NOM) maken van forse aantallen bestaande woningen, verzamel ik NOM-projecten van elders in den lande om alvast enig inzicht te krijgen in mogelijkheden en moeilijkheden van zulke projecten, en wat ze betekenen voor de bewoners en voor de woningvoorraad.

Gisteren aan mijn verzameling toegevoegd het eerste grootschalige NOM-project in Amsterdam.

De flats in oude toestand

Wat beoogt het project?
De Amsterdamse Woningstichting Eigen Haard heeft 157 portiekflats in de Wegener Sleeswijkbuurt in de wijk Geuzenveld-Zuid. De flats zijn gebouwd eind jaren ’50 van de vorige eeuw.
Tien jaar geleden stonden de flats op de nominatie om gesloopt te worden. Door de economische crisis zijn die plannen toen niet uitgevoerd, maar de reden waarom men ze had willen slopen zijn niet verdwenen.
Er wordt nu eerder aan renovatie gedacht. Die renovatie is nu gekoppeld aan het NOM-programma. Het resultaat is dat de flats weer 40 jaar meekunnen, aldus Niek Schaap van de woningstichting.
Zie www.eigenhaard.nl/eigen-haard/nieuws/2017/157-portiekflatwoningen-naar-nul-op-de-meter .

De renovatie wordt uitgevoerd door Dura Vermeer, welke onderneming zich speciaal op dit type woningen heeft toegelegd.
Dura Vermeer is pas begonnen en eind 2018 moet het klaar zijn.
Zie www.duravermeer.nl/nieuws/157-portiekflatwoningen-nulopdemeter-in-amsterdam .

De flats worden voorzien van een volledig nieuwe buitenschil. Er komen zonnepanelen op het dak en er komt een nieuwe luifel, waarop ook weer panelen. Ze krijgen een nieuw balkon. Waar nodig worden badkamers, keukens en sanitair vernieuwd. De keuken wordt groter.
De CV-installatie wordt vervangen door een luchtwarmtepomp, het gas gaat weg en koken gaat op inductieplaten (vond niet iedereen leuk).
Per slot van rekening kan een woning, bij een gemiddeld bewonersgedrag, zichzelf energetisch bedruipen.

De kale huur gaat omhoog, de servicekosten veranderen, maar de energierekening gaat omlaag. Beloofd is dat de woonlasten op zijn minst niet toenemen. Het is voor de huurders 18 dagen afzien (ze krijgen een wisselwoning), maar daarna krijgen ze voor minder of even veel geld als vroeger een beter huis.
In het eerste blok is de 70% – deelnamegrens al gehaald.

Kosten
Eigen Haard geeft zelf op hun website geen financiele cijfers.
Deskundigen die het project volgen, zoals het bureau NUL20, zeggen dat het project ca €100.000 per woning kost, all-in, en na aftrek van verworven Amsterdamse en Europese subsidies ( zie www.nul20.nl/dossiers/portiekflats-naar-nul-op-meter ).
Ook  bouw-adviesbureau Hengeveld wijdt er op Internet aandacht aan. Dit bureau spreekt van een aanneemsom (all-in) van ca 25 miljoen. (zie www.bouw-adviesbureau-hengeveld.nl/12-projecten-in-uitvoering/54-wegener-sleeswijkbuurt-te-amsterdam-geuzenveld-zuid/ )
De combinatie van het een met het ander betekent dus dat er fors gesubsidieerd moet zijn.

De flats in nieuwe toestand

Over Jacobsons duurzame energie-modellen en zijn rechtszaak

Inleiding
Mark Z. Jacobson is een hoogleraar aan Stanford University. Hij is verbonden aan een onderzoeksgroep op energiegebied die zich al jaren bezig houdt met het ontwikkelen van modellen, die moeten bewijzen dat het mogelijk is de hele aarde in of kort na 2050 op duurzame energie te laten draaien. Jacobson heeft zelf vooral verstand van modellering op de computer en verschijnt in publicaties vaak als lead author.

Jacobson (en zijn groep, maar kortheidshalve laat ik dat hierna weg) hanteren daarbij een nauwe definitie van “schone energie”.
De primaire winning moet plaatsvinden uit wind, waterkracht of zon, een beetje geothermie en golf- en getijdenenergie (WindWaterSolar afgekort tot WWS).
Het wisselende karakter van het aanbod wordt beheerst met Warmte-Koude Opslag (WKO), Phase Change Materials (PCM) in combinatie met Concentrated Solar Power (CSP), de productie van waterstof, en het openzetten van de kraan bij stuwdammen, al dan niet in combinatie  met oppompen. Verder kan het gunstig zijn (in die zin dat het minder kost) om de vraag naar stroom af te stemmen op het aanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt).

Het schema van Jacobson

Jacobsons ambities gaan verder dan alleen energieneutraliteit. Hij ziet zijn project als iets dat ook schade en doden door luchtverontreiniging tegengaat, netto banen oplevert, en op termijn minder kost. Hij levert dus een soort totaalpakket.
Dat is gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) van december 2015. Zie www.pnas.org/content/112/49/15060 .

Jacobson presenteert dit pakket voor de wereld als geheel, en ook voor 139 landen in het bijzonder. (Ik heb hierover eerder op deze site geschreven onder Hoe 139 landen in 2050 volledig van duurzame energie kunnen leven ).
In het hierna volgende zal ik het voorstel van Jacobson voor Nederland bespreken. Eerst echter de VS.

Jacobson in de VS en het proces.
De VS-versie van Jacobson leidde in de sterk gepolitiseerde VS tot heftige debatten.

Het pakket viel in de smaak bij mensen als Bernie Sanders, diverse filmische grootheden en andere naamsbekende personen, en allerlei milieugroepen. In hoeverre hun mening gedeeld wordt door de samenleving in de VS als geheel, kan ik niet beoordelen. Dat kon wel eens een flink deel zijn.

Het riep ook veel verzet op, ook onder deskundigen en andersgelovige politici, waarvan vooral de meningen van deskundigen in de vakpers terecht kwamen (voor zover ik die gelezen heb).
Dat leidde tot een artikel dd 27 juni 2017, ook in PNAS, “Evaluation of a proposal for reliable low-cost grid power with 100% wind, water, and solar” met als lead author Christopher T.M. Clack (en daarna 20 andere namen, waaronder, naar men zegt, nogal wat beroemdheden). Het is te vinden op www.pnas.org/content/114/26/6722.full . Dit tweede artikel (uitvoerig peer reviewed) hakte in stevige, maar binnen de grenzen van de wetenschappelijke betamelijkheid blijvende, bewoordingen in op het eerste artikel.


De beer was los. Beer Jacobson stapte naar de rechter en eiste ruim 10 miljoen dollar schadevergoeding voor reputatieschade, te betalen door PNAS en door de lead author Clack (de andere 20 werden niet voor de rechter gedaagd). Met name de passage over “modeling errors” bij een professor die daar nu juist zijn brood mee verdiende stampte op de zere teen. Het proces loopt.

Je hebt wetenschappelijke vragen, politieke vragen en juridische vragen.
Zowel het eerste stuk van Jacobson als het tweede van Clack vallen in het wetenschappelijke domein. Ze gaan er over wat er natuurkundig kan, onder welke voorwaarden, en met welke economische kosten en baten. Binnen het wetenschappelijke domein gelden, ook voor linkse professoren die het beste met de wereld voor hebben, de wetenschappelijke regels en dat is in dit geval gewoon een verder doorgevoerde discussie in PNAS.
Vragen over wat wenselijk is, en welk doel hoeveel mag kosten, en wat de prioriteiten horen te zijn horen in het politieke domein thuis. Helaas is het politieke klimaat sterk verziekt en zit er een president (met aanhangende kliek) aan wie dit soort subtiliteiten ook niet besteed is.
Juridische vragen gaan pas spelen als er concrete mensen of rechtspersonen concreet geschaad worden door acties in het politieke domein.
Ik vind het een idiote actie van Jacobson.

Header van het proces van Jakobson

Ik ken de situatie in de VS te slecht om diep op de VS-versie van Jacobson en zijn critici in te gaan. Een minieme steekproef uit de Amerikaanse pers lijkt op te leveren:

  • de Trumpisten hebben er geen zin in en gebruiken bijvoorbeeld het elektriciteitsnet als argument (dat in de VS een stuk beroerder is dan in Europa)
  • op papier vindt de wetenschap het scenario van Jacobson uitvoerbaar
  • de zeer smalle focus van Jacobson op WWS is schadelijk en overbodig, welke bewering vanuit uiteenlopende belangen uitgesproken wordt ‘kernenergie’ ‘CCS’ ‘biomassa’
  • Jacobson veronderstelt technieken die er nog niet of nauwelijks zijn en/of trekt deze technieken veel verder door dan gerechtvaardigd is
  • Sommige dingen kunnen  gewoon niet (een vertienvoudiging van de stuwdamcapaciteit)
  • Het kost teveel
  • Het is veel realistischer om in 2050 80% van de dan nodige energie uit hernieuwbare bronnen te halen, aldus een door velen aangehaalde NREL-studie

Ik kom er op terug in de paragraaf over Nederland.

Jacobson in de geanalyseerde 139 landen samen

Jacobsons energietransitieschema

Wat uitleg bij deze figuur, die dus over de 139 landen samen gaat.

De ‘TW’ die er staan zijn jaargemiddelde Terawatten (Tera = 1012  = 1000miljard). Dus als je dit *8760 uur per jaar doet en *3600 sec/uur, geeft het de geproduceerde energie in een jaar.

Voor Jacobson is 2012 het basisjaar. In dat jaar verbruikten de geanalyseerde 139 landen samen 11953TW vermogen (jaargemiddeld).

Dat is ‘bruto’ omdat er fossiele brandstof deel van uitmaakt.
De binnenkomende (deels fossiele) energie gaat richting drie bestemmingen:

  • Een deel wordt kracht of beweging of bedoelde warmte
  • Een deel gaat in materie zitten (bijv. in plastic of kunstmest). Hiervan telt Jacobson 10% mee.
  • Een deel wordt ongebruikte afvalwarmte.

Als je uit de fossiele brandstof stapt, wordt er geen afvalwarmte meer gemaakt. Dat scheelt uiteraard en die besparing staat in bovenstaand plaatje als bovenste (lichtstgrijze) driehoek.
Verder hoef je geen kolen en olie meer uit de grond te halen en rond te sjouwen en dat scheelt ook (de onderste grijze driehoek).
Tenslotte bespaart Jacobson een beetje als gevolg van menselijk beleid en gedrag. Mondiaal is dat 6,9% in 38 jaar.

In de grafiek betekent ‘BAU’ ‘Business As Usual’. Met andere woorden: men blijft op basis van ongewijzigd beleid fossiele brandstof gebruiken. De BAU-term is dus bruto (dus inclusief de drie grijze driehoeken).
De WWS-term is als alle energie rechtstreeks als elektriciteit wordt opgewekt of rechtstreeks als bedoelde warmte. De omweg via fossiele brandstof vervalt en de WWS-term is dus netto. Dat is het gekleurde deel van de grafiek. In 2050 is dus bruto = netto  geworden.

Al met al komt het mondiaal op neer dat Jacobson de groei, die anders plaatsgevonden zou hebben, wegvangt door het fossiele deel eruit te
snijden. Per saldo is bij hem het energiegebruik in 2012 (bruto) nagenoeg gelijk aan dat in 2050 (bruto = netto).

Jacobson in Nederland
(Eerst even een punt van aandacht. Let wel dat in Nederland bij zon en wind andere ‘Watt-en’ in omloop zijn.
Bij zon in Nederland geeft men de kiloWatt-piek en het aantal kWpiek * 950 heeft het aantal kWh , en dat * 3,6 miljoen het aantal Joule.
Bij wind in Nederland geeft men het nominale vermogen (dat boven een bepaalde windsnelheid niet meer toeneemt) en doet dat * ca 2200 uur op het land en * ca 4000 uur op zee, waarna verder als boven.
Dit systeem komt bij Jacobson ook voor en het kan tot verwarring leiden, dus let er even op.)

De mondiale cijfers (grafiek boven) worden door Jacobson omgezet in nationale cijfers (tabel onder). Hierin die voor Nederland en voor enkele andere landen ter vergelijking.

Vermogenstabel van enkele landen

Je moet dit dus lezen als:
In Nederland zou het BAU-scenario in 2050 leiden tot een jaargemiddeld vermogen van 114,7GW, en het WWS-scenario tot 63,3GW. Het laatste cijfer is 44,84% lager dan het eerste cijfer (laatste kolom).

Het probleem met deze tabel is dat het vermogen in het basisjaar 2012 niet vermeld wordt. Met andere woorden: als Jacobson apart voor Nederland een gekleurde grafiek getekend had als boven, had je wel het rechtereindpunt van de rode en de stippellijn geweten, maar niet het linkereindpunt van beide samen.

Nu hebben wij een CBS en dat zegt dat Nederland in 2012 een jaargemiddeld vermogen had van 103,3GW (bruto), waarvan 61,4GW netto. Het systeem echter van het CBS is niet precies hetzelfde als dat van Jacobson, maar voor de grote lijn van de redenering maakt dat niet heel veel uit. In een gekleurde grafiek voor Nederland apart zou de rode lijn fors omlaag lopen: zo’n 40% in 38 jaar, dus een besparing van 1% per jaar. De huidige praktijk is dat de stippellijn de laatste jaren grofweg om een horizontale lijn wappert. Misschien dat je een beetje daling ziet als je goed kijkt en een beetje optimistisch doet.

Hoe dan ook, als Jacobson zijn zin krijgt, hebben wij in 2050 te verdelen 63,3GW, geheel in de vorm van emissieloze technieken.
De wereld wordt er trouwens een stuk schoner door. Jacobson denkt dat er in Nederland per jaar 6600 mensen minder vervroegd sterven aan Fijn stof (PM2.5) en ozon.

Jacobson stelt voor om de 63,3GW volgens de onderstaande percentages te verdelen (maar verschuivingen binnen dezelfde totaalsom zijn mogelijk). De percentages tellen op tot 100% en dat is die 63,3GW vermogen (over een jaar ca 2000PJ aan energie).

percentages vormen van duurzame energie (Jacobson)

Een voorbeeld.
Wind op het land zou goed zijn voor 5,73% van 63,3GW = 3,63GW.
Let wel: dat is jaargemiddeld. Jacobson voorziet dus 3,63GW * 8760 * 3600 = 114,5PJ.
Het Nederlandse beleid voor wind op het land wil naar 6,00GW, maar dat is nominaal.
Het  Nederlandse beleid voorziet 6,00 * 2200 *3600= 47,5PJ.

Op basis van onderlinge afstand tussen de turbines komt Jacobson tot een energiedichtheid van 7,1W/m2 voor windenergie, te land en ter zee.
Jacobson hanteert voor zonnepanelen op het dak 201W/m2 en op de grond 0,30PJ/km2 .

Het is mij een raadsel hoe je in Nederland CSP wil doen, want die installaties staan tot nu toe alleen maar in hete woestijnen, maar laat ik eens aannamen dat Jacobson weet wat hij zegt. Hij gebruikt deze techniek ook als energieopslag.
Ik neem dan de gegevens van Gemasolar bij Sevilla.

Gemasolar bij Sevilla (0,40PJ op 185 hectare) (recente CSP-inrichting)

Dit alles geeft de volgende overzichtstabel:


Van de 2000PJ moet dus ca 1170PJ op het land opgewekt worden (rest wind op zee).
Deze site focust op Brabant, en dat is indicatief ca 1/7de deel van Nederland, dus een kleine 170PJ voor Brabant.

Mijn mening
Dit is heftig en de vraag is hoe je dat er politiek doorheen krijgt. Ik ga dit in een aantal statements afwerken.

  • Het doel is dat Nederland zijn bijdrage levert aan het Akkoord van Parijs. Daartoe moet de CO2 – concentratie (en die van andere broeikasgassen) niet veel meer stijgen. Dit doel moet bereikt worden.
    Overgaan op duurzame energie is voor het klimaat een middel. Als je van Poetin en meneer Saoedi af wil, is het een doel.
  • Men zou kunnen proberen meer te besparen, zodat we in 2050 nog lager dan 63GW uitkomen.
  • Het WWS-puritanisme van Jacobson leidt in een dichtbevolkt land als Nederland tot grote spanningen, gaat te ver en hoeft niet zo extreem doorgevoerd te worden. Sommige milieugroepen in Nederland hanteren een vergelijkbaar puritanisme: wind en zon zijn halal en de rest is haram. Die dichotomie geeft een lekker gevoel van politieke zuiverheid, maar richt in de praktijk schade aan.
    Men moet niets op principiele gronden bij voorbaat verbieden en altijd eerst te analyseren hoe dingen in elkaar zitten en of een potentiele energiebron, al dan niet na het oplossen van praktische problemen, niet toch een bijdrage aan een oplossing kan bieden.
    Er is weinig op tegen om het pakket te verbreden met een portie biomassa, een portie CO2-opslag onder de grond, een portie restwarmte van de industrie, een portie zoet-zoutwateropbrengst, en mogelijk een portie kernenergie in een nieuw technisch concept dat de huidige problemen sterk vermindert.
  • Ik ben steeds minder iemand van het grote, zuivere gebaar, maar ik word steeds meer een sprokkelaar. Op  deze site staan artikelen over de potentiële opbrengst van mestvergisting, over de potentiele opbrengst van bossen, over restwarmte van datacenters, enz. Geen van deze posten lost op zichzelf alleen het probleem op. Silver bullets bestaan niet.
    Ik voel bijvoorbeeld voor een kritiek in de VS van Dodge (New York, The Energy Collective, zie Critique of the 100 Percent Renewable Energy for New York Plan_nov2013_Dodge ) dat New York (welke stad plus ommelanden best wel te vergelijken zijn met Nederland als geheel) zich lang niet in die mate leent voor zonneenergie als Jacobson zegt, maar ondertussen wel over grote hoeveelheden vergistbaar afval beschikt waar Jacobson niets mee wenst te doen.
  • Als Jacobsons logica breed ingang zou vinden (het doel van zijn werk), zullen er dunbevolkte landen zijn met veel zon, die meer elektriciteit kunnen opwekken dan ze zelf nodig hebben. Met andere woorden: ze kunnen exporteren, waaronder naar Nederland. Nederland importeert nu ook netto energie en ook zonder verduurzaming zal dat steeds meer worden. Waarom geen duurzame stroom importeren over HVDCkabels uit Griekenland of Marokko?
    Wie weet verbetert dat de financiele onevenwichtigheid tussen Noord- en Zuid-Europa.
  • Jacobsons aannames over de mogelijkheden van zon op daken lijken een lichte onderschatting.
  • Maar hoe men het ook wendt of keert, er is nu al behoefte aan forse oppervlakten zonnepark op de grond.
    Men zou er in Brabant goed aan doen om een beleid te ontwikkelen, dat er op gericht is meerdere voordelen tegelijk te bewerken: naast de energieopbrengst ook een rol als flankerend beleid in de landbouwtransitie, en voor de ontwikkeling van extensief grasland dat een natuurwaarde zou kunnen hebben voor weidevogels en insecten.
Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).