Nieuw verhaal nodig rond energietransitie en een prijsvraag

Wetenschappers weten heel goed uit te leggen waarom klimaatverandering een probleem is, en de energietransitie nodig. Daarover geen kwaad woord.

Alleen, op zichzelf helpt dat niet. Het wordt tijd voor verhalen waarin creatieve mensen met een missie verhalen gaan bedenken hoe de energietransitie wel kan.

Binnen mijn zeer geringe mogelijkheden probeer ik dat ook, maar dat blijft teveel wetenschap en bijgeloofbestrijding, en teveel industriële veeteelt en achterlopende overheden. Wat ik maak is in elk geval geen kunst. Helaas.

Maarten Hajer, hoogleraar Urban Futures en oud-directeur van het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL) pakt het grootser aan. In de NRC van 07 jan 2016 stond een groot interview rond twee thema’s (zie www.nrc.nl/nieuws/2017/01/06/er-is-een-nieuw-verhaal-nodig-om-mensen-te-prikkelen ):

  • De toekomst van de Rotterdamse haven als Duitsland straks geen fossiele brandstof meer via Nederland invoer,
  • Een prijsvraag over de postfossiele stad in de toekomst

Hajer in het interview geciteerd:”We zijn in een nieuwe fase van de klimaatpolitiek gekomen. Je hebt een nieuw klimaatverhaal nodig, waarbij iedereen in de samenleving weer perspectief krijgt. Voor zijn bedrijf, voor zijn huishouden, voor zijn benzinestation. Voor die verbeeldingskracht ben je bij de huidige wetenschap aan het verkeerde adres, die doet daar niet aan. De verbeelding is het domein van de kunst, van de creatieven, van de sciencefiction fictionschrijvers.” . De opsomming is niet limitatief bedoeld, eigenlijk mag iedereen.

Het eerste thema, dat van Rotterdam en de Noordzee, heet de Energetic Odyssey. Over enerzijds wegvallende fossiele handel en anderzijds nieuwe activiteiten, die geld en arbeidsplaatsen opleveren. Alle grote jongens doen mee.

– hergebruik van warmte – “De haven bulkt van de warmte, die moet naar de stad toe worden geleid

– De bouw en plaatsing van alle windturbines op zee, waarin het plan voorziet.

2050 – An Energetic Odyssey verbeeldt een systeemsprong die het mogelijk maakt dit gat te dichten door op zeer grote schaal windenergie voor de omringende landen te oogsten op de relatief ondiepe Noordzee.
De website zelf vermeldt overigens niet welk gat precies gedicht wordt. Het simulatiefilmpje doet dat wel, maar dat moet je dan afluisteren.
Dan blijkt dat het Noordzee-plan 90% van de elektriciteitsvraag van de gezamenlijke Noordzeelanden afdekt. Van de totale energiebehoefte (die groter is dan de post elektriciteit) maakt diezelfde hoeveelheid 1/3 deel uit.
Daarnaast worden de landen geacht ongeveer 1/3de deel van hun energieuitgaven te besparen.
Op het eind wordt een link naar een artikel in De Ingenieur aangegeven ( www.elinea.nl/artikel/25-000-windturbines-in-noordzee?t=source&pl=203 ) . Daar gaat het om 90% van de elektriciteitsbehoefte.

Omdat ik in deze kolommen focus op Brabant, ga ik niet meer over dit Noordzee-onderwerp schrijven. Ik weet er te weinig van dan dat mijn geschrijf iets toevoegt. Ik adviseer echter zeker om te gaan kijken op www.hnsland.nl/nl/projects/2050-energetic-odyssey

Ik wil mij voor Brabant focussen op het andere verhaal, de prijsvraag. Zie postfossil.city/  .Dat aanbod geldt overal en voor iedereen, dus ook voor hier. De kernvraag uit het achterliggende manifest:“Hoe wonen, werken en verplaatsen we soms in een stad die niet langer verslaafd is aan olie, gas en kolen?”. Ik hoop dat er ook Brabantse inspiratie is.

In de twintigste eeuw heeft de auto, meer dan welke technologie ook, onze leefomgeving bepaald. Planners en architecten als Cornelis van Eesteren, Robert Moses en Le Corbusier ontwierpen steden die geschikt waren voor autoverkeer, volledig gericht op efficiëntie. Vandaag de dag worden hun plannen grotendeels beschouwd als achterhaalde utopieën, maar tegelijkertijd bepalen ze nog steeds in grote mate hoe we nadenken over stedelijke ontwikkeling. Wat gebeurt er als we (aspecten van) de nieuwe stad in het post-fossiele tijdperk ontwerpen? Is deze stad een utopie, of juist een dystopie?
  • De prijsvraag ligt bij Urban Futures Studies.
  • De termijn is van 11 januari t/m 23 februari
  • De vorm is volledig vrij.
  • De hoofdprijs is €10.000 en er zijn 10 prijzen van €1000

Een ontstoken been en medicijnen in het water

Vanwege een flinke wondroosinfectie lig ik sinds vrijdag 6 januari in het Catharinaziekenhuis. Ik wordt daar doorgeinfuseerd met een antibioticum dat oraal niet werkte (nu wel, zij het nog niet goed genoeg, dank u).

Zelfportret met infuus_CathZiekenh_jan 2017

Ik krijg Flucloxacilline, 4 gram per dag. Dus vrijdag een halve dag, in elk geval zaterdag t/m dinsdag geheel, waarschijnlijk langer. Ongetwijfeld komt een flink deel van die 4gr/dag via het riool, en de RioolWaterZuiverings Installatie (RWZI) in de Dommel terecht. Daar kan ik ook niets aan doen.

Flucloxacilline is een smalbandig antibioticum uit de penicilline-familie.

Mijn poep en plas stinken er  naar, en onder de oksels ruik je het ook. Vanwege die plas dacht ik terug aan een een artikel op deze site over medicijnresten in oppervlaktewater ( Medicijnresten in oppervlaktewater ).

Van wat de specifieke stof  Flucloxacilline in het oppervlaktewater doet, kan in niet wat vinden. Het is een van die 8000 werkzame stoffen die in bovenstaand artikel genoemd worden. Ik raad de lezer aan om het algemene verhaal in het artikel er eens bij te pakken.

Kan het Catharinaziekenhuis (meer algemeen elk ziekenhuis) iets aan bronbeleid doen? Ik ken geen voorbeeld, maar ik zal eens gaan zoeken

 

 

Het Deense en Zweedse model voor de stadsverwarming – update na reactie

Inleiding
Ik volg in deze kolommen het wedervaren van de stadsverwarming.
Enerzijds wijst alles erop dat het streven naar duurzame energie de stadsverwarming een zeer veel grotere rol zal bezorgen dan deze nu heeft. Ik een vorig artikel ( CE rekent klimaatneutrale warmtevoorziening woningen door voor 2050 ) kwam ik, op gezag van CE, op zo’n 80%.
Anderzijds bestaat er in een aantal wijken in Nederland (zoals de Tilburgse Reeshof en de Eindhovense wijk Meerhoven, zie Een informatieavond over de stadsverwarming in Meerhoven ) hardnekkig en fel verzet tegen de concrete stadsverwarming die daar ligt. Ik kan de bevolking, voor zover ik dat beoordelen kan, niet eens helemaal ongelijk geven. Of ze dat gelijk ook krijgen, is een tweede.

Belanghebbenden en hun machtsverdeling

Het is een van de vele voorbeelden waarbij de Nederlandse bevolking in abstracto voor duurzame energie is, maar in concreto tegen. Want, voor alle duidelijkheid: stadsverwarming is een duurzame wijze van energie- en warmteopwekking. De traditionele Warmte-Kracht Koppeling (WKK), die stroom en warmte levert, is al duurzaam vanwege het hoge systeemrendement dat je er bij een goede uitvoering mee kunt bereiken (je verspilt veel minder afvalwarmte). Als de warmtebron in bijv. in de juiste soort biomassa ligt, wordt het systeem nog duurzamer.

De biomassacentrale in Meerhoven

Een tweede reden die aan gewicht zal winnen, is dat het aardgas opraakt. Veel WKK-installaties zijn gasgestookt, en bovendien is in Nederland aardgas de maat der dingen. Er zit een prijscap op de warmtetarieven in de vorm van het Niet Meer Dan Anders-beginsel (NMDA), maar over een tijd bestaat dat anders niet meer (of op zijn minst veel minder).
Door die prijscap draaien stadsverwarmingssystemen, anders dan vaak gedacht wordt, economisch marginaal. Over 2013 scoorden de stadsverwarmingen gemiddeld 7,8%, over 2014 3,1% (aldus de Authoriteit Consument en Markt ACM), en diens voorganger, de Nederlandse Mededingings Authoriteit NMA over 2008 op meestal tiende van % plus of min (alleen de Helmondse zat fors in de plus, mogelijk is er een oorzakelijk verband met dat het nu zo’n wrak is). Zie hier ook ‘Analyse van de Warmtewet door BGerard’.
Wat ik nu denk dat er soms gebeurd is, is dat men met bijkomende kosten als al dan niet verborgen hypotheken en extra vastrecht de cap omzeilt. Het idee van de bewoners, dat men Wel Meer Dan Anders betaalt, zou waar kunnen zijn.

Stadsverwarmingen hebben een lange terugverdientijd

Naarmate ik meer van het probleem zie en lees, ben ik er steeds meer van overtuigd dat er een politieke oplossing voor de gevechten moet komen, een nationale schikking die aan de energiefondsen gehangen wordt en die structurele financiele weeffouten wegneemt, die bij de aanvang van sommige systemen erin geslopen zijn. In Meerhoven bijv. de te hoge onrendabele top en de EPC-problematiek bij de start rond 2000.

Studie TU Delft naar stadsverwarmingen elders
Het komt zo uit dat Alexander Hong Gie Oei in nov 2016 afstudeerde op de thesis “Nieuw marktmodel voor stadsverwarming nodig”. Zie

Het is vooral een bedrijfseconomisch verhaal dat vanzelf politiek wordt als men keuzes moet maken. Voor dat verhaal zocht hij stadsverwarmingen in min of meer met Nederland te vergelijken landen, die het probleem van de centrale warmtelevering op een andere manier opgelost hebben. In aanmerking kwamen Denemarken, Zweden, Finland en Polen. Al die landen hebben al heel lang heel veel stadsverwarming. De soms gehoorde gedachte dat de stadsverwarming in strijd is met het Europese mededingingsrecht is dus onzin.
Door tijdgebrek heeft Oei alleen Denemarken en Zweden onderzocht. De andere twee landen blijven liggen voor een opvolger.

Denemarken en Zweden
Dat zijn beide landen waar aardgas geen of een veel kleinere rol speelt dan in Nederland. In beide landen is de stadsverwarming in vele decennia uitgegroeid van niks naar heel veel. In beide landen is stadsverwarming ene gewaardeerd systeem.
In Zweden zorgt de stadsverwarming voor ongeveer de helft van de warmtevraag in woningen en utiliteitsgebouwen. In 270 van de 290 gemeenten is een vorm van stadsverwarming. 93% van de appartementen en altijd nog 12% van de vrijstaande huizen hangt aam de stadsverwarming.
In Denemarken zat in 2014 63% van de woningen op de stadsverwarming.

De wegen van niks naar veel waren in de twee landen echter zeer verschillend. Als men een complexe werkelijkheid zeer kort door de bocht aansnijdt, heeft Zweden de weg van de liberalisering genomen en Denemarken de weg van de geleide economie. Of, zoals Oei zegt,  ‘private carte blanche’ versus ‘public push’.

Reguleringsverschillen NL-SW-DK

Zweden vertrouwt op concurrentie tussen drie aanbiedingssystemen om de tarieven te drukken: de stadsverwarming, elektrische warmtepompen en houtkachels (er is in Zweden heel veel bos). De concurrentie vindt dus tijdens de exploitatie plaats. Er is een benchmark-cap die in verschillende steden anders kan uitvallen. Zweden kent omvangrijke milieubelastingen. Er is geen aansluitplicht.

Bronnen voor de stadsverwarmingen n Zweden

Ik ga wat uitgebreider op Denemarken in, omdat het verhaal mij politiek meer aanstaat en bovendien ook interessanter is en een bredere strekking heeft. Bovendien vind ik dat in het dichtbevolkte Nederland in stedelijk gebied houtstook bij relatief lage temperatuur door amateurs verboden zou moeten worden vanwege de luchtverontreiniging. Daarmee vervalt een van de concurrentiemechanismes.

Denemarken ontwikkelt de warmtelevering op basis van publieke bottom up-planning, met een sterke rol voor de gemeenten. Warmteproducenten (in Denemarken zijn dat soms coöperaties en de ervaringen daarmee zijn goed) kunnen een plan indienen bij de gemeente, die dat plan moet goedkeuren. Dat gebeurt  na een sociale kosten-baten analyse op basis van centraal vastgestelde knoppen waaraan gedraaid kan worden.
De gemeente ‘zoneert’: kan vaststellen dat een bepaalde warmteleverancier een bepaald gebied krijgt onder uitsluiting van andere technieken. Aansluiting is verplicht, waarbij een ontheffingsperiode van 9 jaar geldt om de bestaande installatie af te schrijven. Verschillende aanbieders kunnen porberen hetzelfde gebied te verwerven, als dat open gaat. De concurrentie vindt dus vóór de exploitatie plaats. Ook Denemarken heeft milieubelastingen tegen fossiele brandstof.

Deense bronnen voor de stadsverwarming

Denemarken denkt in 2030 van zijn kolen af te zijn, en denkt in 2035 al zijn elektriciteit en stadsverwarmingswarmte duurzaam op te wekken.

Ook Denemarken heeft of krijgt zijn problemen. Als het klimaat opwarmt en er steeds beter geïsoleerd wordt, wordt het economisch draagvlak onder de stadsverwarming dunner. Net als in Nederland krijgen de WKK’s het moeilijker, omdat de stroom goedkoop is. De Denen hebben dat allemaal in 2014 uitgeanalyseerd, en de conclusie is dat ook in de toekomst de stadsverwarming zijn relatieve positie grofweg behoudt in een dalende warmtelevering.
Naast problemen komen er namelijk ook kansen via Power to Heat-technieken. Warmtebuffering is een goede en betaalbare manier om windoverschotten op te slaan, en windstroom kan ook direct in warmte worden omgezet.

Bijdrage van diverse Deense opwekkingstechnieken in de toekomst

Uiteindelijk heeft Oei de overeenkomsten en verschillen tussen Nederland, Denemarken en Zweden in één tabel bij elkaar gezet. Het +je achter marktmodel 1 en -2 betekent dat de Deense resp Zweedse situatie naar de Nederlandse verhoudingen vertaald is.
Blauw is als de drie landen elk nu een verschillend insteek heeft, geel is als Denemarken en Zweden onderling gelijk en anders dan Nederland zijn (vooral subsidies en belastingen).
‘Unbundling’ betekent dat de warmteproductie en het netwerk gescheiden zijn, zoals dat moest bij de Nederlandse elektriciteitsmaatschappijen. Bij warmtenetten mag dat wel, maar hoeft het niet.
Congestion is dat het warme water er niet langs kan. Dat gebeurt in praktijk zo zelden dat het niet loont om daar wetgeving voor te maken. Bovendien helpt warmteopslag goed.

Het Deensen en Zweedse marktmodel, vertaald naar Nederland

Oei heeft zich onthouden van een politiek eindoordeel. Dat was niet de bedoeling van zijn scriptie.
Maar verder doorredenerend kom je al wel snel tot een politiek oordeel. Ik ben fan van het Deense systeem.
————————
Ik ben sinds kort actief op Facebook. Het is mijn gewoonte om na elk nieuw artikel op deze site een kort stuk van een of twee alinea’s op Facebook te zetten om het nieuwe artikel bekend te maken. Dat heb ik ook met dit artikel gedaan.
Hieronder eerst mijn oorspronkelijke tekst, daarna een reactie van Peter van den Baar, en mijn reactie erop terug.
Peter van den Baar was tot 1990 wethouder voor de PvdA in Eindhoven.

(Bernard Gerard)
Ik vind dat de strijd tegen de stadsverwarming, die in sommige wijken met grote felheid gevoerd wordt, zou moeten eindigen met een politieke oplossing. Er moet een oplossing komen die met terugwerkende kracht enkele weeffouten herstelt.
Bovendien raakt het aardgas te zijner tijd op, en veel WKK’s draaien daarop.
Het kwam zo uit dat een student in Delft afgestudeerd is op het onderwerp. Ik heb zijn thesis gebruikt voor een nieuw artikel op mijn site over de stadsverwarmingen in Denemarken en Zweden. Zie (deze site) .In beide landen dekt de stadsverwarming de helft of meer van de nationale warmtevraag af. Ze hebben het dan ook anders aangepakt dan in Nederland.
Met name de Deense aanpak is interessant en m.i. goed bruikbaar als basis voor nieuwe wetgeving in Nederland.

Peter van den Baar
Eens, Bernard. De gemeente heeft indertijd de zaak verkocht en had toen de door bewoners al betaalde aanlegkosten in de grondprijs, moeten verrekenen . Dus de ,” koper ” betaalde opnieuw en rekent dat dus door in het tarief..
Ik heb geen enkele verwachtingen dat de gemeente dit zal herstellen.

 

 

Bernard Gerard
Goed dit te weten.
Ik heb er ook niet veel hoop op dat de gemeente Eindhoven dit met terugwerkende kracht zal doen. Maar misschien komt er nog eens een soort landelijke afkoopregeling, bijvoorbeeld in het kader van de SDE of iets in die geest.
Het Rijk zou zich veel ellende besparen, en veel sneller vooruit kunnen, als het dit soort slepende conflicten gewoon af kocht en toekomstige stadsverwarmingsprojecten in het subsidiesysteem meenam.

 

 

De 10 grootste stadsverwarmingen in Nederland

CE rekent klimaatneutrale warmtevoorziening woningen door voor 2050

Inleiding
CE Delft heeft op verzoek van GasTerra (groothandel in gas) en de Gasunie (de leidingen) scenario’s doorgerekend om de warmtevraag van alle Nederlandse woningen in 2050 geheel klimaatneutraal te verzorgen. Er is een hoofdscenario, waaruit ik de resultaten (en de afbeeldingen) put, en er zijn nevenscenario’s waarin steeds één variabele veranderd wordt (waaronder een scenario waarin 2050 in 2040 veranderd wordt). Ik ga niet op deze nevenscenario’s in.
De in juli 2016 gepubliceerde studie is te vinden op http://www.ce.nl/publicatie/een_klimaatneutrale_warmtevoorziening_voor_de_gebouwde_omgeving_%E2%80%93_update_2016/1838 . Het is een uiterst interessant, zij het voor leken niet makkelijk leesbaar, werkstuk.

De studie is gebaseerd op het CEGOIA-model van CE ( http://www.ce.nl/ce/cegoia_-_warmte_gebouwde_omgeving/957 ). Daar valt te lezen dat behalve het openbare rapport, CE ook diensten aanbiedt aan gemeenten, instanties etc. Daarvoor gelden tarieven en dat deel van het verhaal is dus niet openbaar. Maat niet uit, want het zou toch te ver voeren. Een voorbeeld van wat er kan:

Opdracht van GasTerra en Gasunie, is dat wel te vertrouwen?
Ja. Het verzoek is gewoon rechttoe, rechtaan gedaan en staat netjes genoemd. Bovendien is CE Delft een zeer gerespecteerd en op dit terrein een van de meest gerespecteerde bureau’s in Nederland.
Bovendien is er een reden voor het verzoek.

Gasloos of gasarm en zo dat laatste, welk gas?
Elk model wordt per definitie gebaseerd op keuzes.

CE gaat er van uit dat het aardgas in 2050 tot nul is afgebouwd. In 2012 was de warmtevraag van de Nederlandse woningvoorraad 386PJ, waarvan 373PJ uit aardgas (wordt dus 0) en de rest uit de stadsverwarming.
CE gaat er van uit dat er geleidelijk aan alternatief gas komt uit twee bronnen:
– groen gas (methaan) uit biomassa, waarvan ca 51PJ aan woningen ten goede komt en ca 21PJ aan de utiliteitsbouw. Dit kan gewoon in het bestaande gasnet en heet in de diagrammen “gas”.
– hernieuwbaar gas uit overtollige elektrische energie, die bijv in waterstof wordt omgezet. Dit kan niet onbeperkt in het bestaande gasnet en wordt op meer centrale locaties opgestookt tbv collectieve warmtevoorziening. Voor woningen, utilitair en andere behoeften samen wordt ca 180PJ ingeschat, waarvan 41PJ voor woningen. In de diagrammen heet dit “bijstook”.

GasTerra en Gasunie menen dat de toekomst gasarm zal zijn en niet gasloos (waar ze waarschijnlijk gelijk in hebben), en hebben dus belang bij deze studie.

Welke andere gegevens of aannames?

  • de studie moet sturen op de laagste systeemprijs (variabele plus systeemkosten)
  • gegevens van alle 12000 buurten in Nederland
  • data van de aanwezige en toekomstige restwarmte en de verdeling over Nederland (alleen >0,4PJ/y)
  • gegevens van geothermiemogelijkheden
  • data van enkele standaard-hybride en all-electric warmtepompen. Een warmtepomp werkt als een koelkast. Hij produceert weinig warmte, maar verplaatst veel warmte in de gewenste richting. Hij kan bijv. 4GJ binnen afleveren door 1GJ stroom in warmte om te zetten, en 3 GJ warmte uit bodem of atmosfeer of ventilatielucht te halen. Warmtepompen werken op elektriciteit. Een hybride warmtepomp kan bij heel koud weer daarnaast ook gas verstoken en is dus wat flexibeler.
  • groen en hernieuwbaar gas en elektriciteit worden CO2 – loos opgewekt
  • warmtenetten hebben geen hele grote warmtebuffers
  • heel veel technische en financiele gegevens

Waar kom je met dit alles op uit?
De studie bevat een stortvloed aan uitkomsten, maar ik beperk mij tot de hoofdvariant en dan tot die, waarvan het politieke belang het grootste is.
Enkele diagrammen.

Verdeling van het aantal woningen per techniek in 2050

Hierin zijn restwarmte, geothermie en WKO collectieve opties en HR-ketel en warmtepompen individuele opties (WKO = Warmte Koude Opslag).

Warmtevraag en finaal energieverbruik per techniek in 2012 en 2050

Voor de jaren 2012 en 2050 wordt links de warmtevraag weergegeven en rechts energiehoeveelheid, waarmee aan deze vraag tegemoet kan worden gekomen. Zoals gezegd wordt de verwarmingstechniek veel efficienter.
Als het goed is, hoort bij 2050 geen CO2 – emissie meer.

Verloop van de finale energievraag tussen 2016 en 2050

Hierboven het tijdpad van 2016 tot 2050. (Als 2050 2040 wordt, ziet het plaatje er in essentie niet veel anders uit, alleen gaat alles sneller. En moeilijker!)

Conclusies, waaronder politieke

  • De hoofdmoot van de toekomstige warmtevoorziening in Nederland zal gebaseerd zijn op collectieve systemen, dus stadsverwarmingen. 83% van de woningen (goed voor 80% van de warmtevraag) zal gebruik maken van een van de collectieve opties restwarmte, geothermie of WKO. Het is dus van groot belang dat de Warmtewet anders wordt ingericht en dat bewoners betere aansluitvoorwaarden en een betere rechtspositie krijgen. Zie Een informatieavond over de stadsverwarming in Meerhoven en De Warmtewet moet anders!
    Gangbare HR-ketels zijn een uitzondering geworden.
  • In de studie komen geen grote warmtebuffers voor, waarmee bijv, een seizoen overbrugd kan worden (zie Warmte in Brabant ). Het zou een gunstige invloed kunnen hebben om die er, gekoppeld aan een warmtenetwerk, in te brengen in een vervolgstudie.
  • De drijvende kracht achter de studie was de laagste prijs–randvoorwaarde. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de relatief bescheiden daling van de warmtevraag tussen 2012 en 2050. Dat komt omdat isolatie niet altijd de financieel voordeligste techniek is.
    Een andere onderzoeksvraag (bijv. of het sneller kan of dat de besparingen optimaal moeten zijn), zou tot een andere studie geleid hebben.
  • De studie veronderstelt een belangrijke bijdrage van biomassa. In milieukringen bestaat de neiging om op politiek correcte, maar intellectueel losse gronden de neiging om met de grootste argwaan naar biomassa als energiebron te kijken. Dat zie je bijv. als het om mestvergisting gaat.

    Mestvergister

    Biomassa moet zakelijker en met meer goodwill beoordeeld worden.

  • het wordt in de studie allemaal droog opgeschreven, maar de uitvoering van dit project is een gigantische operatie die slechts kan plaatsvinden middels een jaren lang consequent volgehouden overheidsbeleid.
  • De studie vermeldt geen totaal eindbedrag, want dat was niet gevraagd. Maar er worden wel schattingen gedaan van wat het zou kosten om een woning vanuit het D-label Nul op de Meter te maken (€20 mille per grondgebonden woning, €29 mille per gestapelde woning bij huidige prijzen. Dat zou dan (in zeer ruwe schatting) neerkomen op ca €170 miljard voor de totale woningvoorraad.

    Maar er zit een leercurve op, die een gemiddeld over de periode 2016-2050 grofweg op 80% uitkomt, dus zou je voor ergens tussen de €100 miljard en €150 miljard de Nederlandse woningvoorraad energieneutraal moeten kunnen maken. Dat is alleen bouwfysica, exclusief BTW, exclusief algemene kosten en exclusief inflatie. Het programma loopt 34 jaar, dus je komt gemiddeld rond de 4 miljard per jaar uit. Zou moeten kunnen.

Veertien wetenschappelijke inzichten die zeker wèl waar zijn (en het tegendeel is bijgeloof)

In deze tijd wordt de feitelijke waarheid door velen als een irrelevante bijkomstigheid gezien  en probeert men zelfs opzettelijk nepnieuws de status te geven van ‘een mening als alle andere’. Trump kraamt er met het grootste gemak anti-wetenschappelijke nonsens uit en hele volksstammen vinden dat niet meer dan normaal.
Overigens bestaat bijgeloof niet alleen aan de rechterzijde van het politieke spectrum, maar ook aan de linkerzijde – alleen is daar de inhoud anders. De interesse in wat er nou feitelijk waar is, is ook daar soms zwak ontwikkeld.

Ik schrijf deze website niet voor niets vanuit een ‘natuurwetenschappe-
lijke discipline’. Ik ben voor linkse politiek en actie op het gebied van milieu en energie, maar het moet natuurwetenschappelijk kloppen en ik moet het in principe kunnen narekenen.

Het doet mij dan ook deugd dat mijn lijfblad de Scientific American in zijn novembernummer 2016 met de kracht van de rede uitgebreid vijf populaire vormen van bijgeloof aanvalt (en negen andere kort). Het gaat om wetenschappelijke inzichten, die zich al decennia staande houden tegen elke wetenschappelijke uitdaging in en consistent een verklaring bieden voor elk waargenomen feit.
Let wel dat het tegendeel van wat op onderstaand lijstje staat (dus het
bijgeloof) nog steeds door velen verdedigd wordt.

  • De evolutietheorie is de enige theorie, die op een logische manier de verscheidenheid van het leven op aarde kan uitleggen
    Alles klopt: nauwkeurige dateringen, een logisch voorkomen van fossielen, intermediaire ontwikkelingsfasen, anders niet uitlegbare anatomische restanten zoals rudimentaire achterpoten bij slangen en een bekken bij walvissen
  • Homeopathie vindt geen steun in de wetenschap. Ver genoeg verdunde oplossingen bevatten geen actieve stof meer, alleen nog water
  • Mensen die de gedachte dat er een klimaatverandering is en dat die in sterke mate door de mens veroorzaakt wordt, als een samenzwering afdoen zijn gek. Trump bijvoorbeeld zei dat het een samenzwering van China tegen de concurrentiepositie van de VS is.
    De oudste wetenschappelijke theorieën over de temperatuur op aarde dateren al van Fourier kort na 1820, Boltzmann en Kirchhhoff legde midden 19de eeuw de basis voor de theorie van de warmtestraling, Tyndall bracht er eind 18de eeuw het CO2 – aspect in, Arrhenius maakte daar één verhaal van en Syukuro Manebe bracht er de waterdamp-terugkoppeling is.
    Dat de theorie voor niet-insiders zo jong lijkt, komt omdat het de laatste decennia heel hard gaat, en omdat wij nu pas wereldwijd betrouwbare meetgegevens kunnen produceren
  • Van vaccineren krijg je geen autisme.
    Dat is een verhaal dat hardnekkig rondzingt op Internet. Als je maar hard genoeg roept, gaan sommige mensen de echo als bewijs zien. Het aanvankelijke artikel van 20 jaar geleden in The Lancet, waar dat in stond, bleek ondeugdelijk en is al lang ingetrokken. Sindsdien hebben talloze studies het omgekeerde laten zien.
    Het bijgeloof is uiterst schadelijk, omdat teveel mensen hun kinderen niet meer laten inenten waardoor ziektes als mazelen en polio en baarmoederhalskanker een nieuwe kans krijgen of niet afdoende bestreden worden.
    Mensen die dit soort bijgeloof uitdragen, zijn crimineel bezig.
  • Er is geen geloofwaardig bewijs van bezoeken van aliens aan onze planeet. Zou ook een beetje raar zijn, want onze planeet wordt nog maar enkele decennia omgeven door zulke krachtige elektromagnetische straling, dat deze mogelijkerwijs vanaf een andere planeet detecteerbaar is. Zelfs vanaf de dichtstbijzijnde planeet is het vele duizenden jaren reizen voor die veronderstelde aliens bij ons zouden kunnen zijn.
    Overigens hebben deze beweerde alien-bezoekers dan wel een opmerkelijke voorliefde voor de VS.

Naast deze vijf uitgebreid onderbouwde weerleggingen van bijgeloof, noemt het artikel ook nog negen andere vormen van door te prikken bijgeloof, maar doet dit zonder uitgebreide onderbouwing:

  • Het monster van Loch Ness, Bigfoot en andere monsters bestaan niet
  • Ondanks uitvoerig wetenschappelijke controle zijn de nog nooit genetisch gemodificeerde organismen gevonden die gevaar opgeleverd hebben (hetgeen niet betekent dat erop gebaseerde bedrijfsmodellen ook per definitie gevaarloos zijn bg)
  • Wij gebruiken 100% van onze hersenen. De oorsprong van de gedachte dat we maar 10% gebruiken is een raadsel. We kunnen uiteraard wel allerlei nieuwe vaardigheden leren, maar niet omdat een deel van onze hersenen nog leeg zou zijn.
  • Je hoeft geen acht glazen water te drinken om gezond te blijven. Je hoeft alleen maar te drinken om te compenseren wat je verliest, en een deel zit al in voedsel.
  • Tenzij je een speciaal geval bent, zijn vitaminesupplementen een verspilling van tijd en geld
  • De aarde is echt niet plat
  • Het perpetuum mobile (energie uit het niets) bestaat niet. De natuurwetten verbieden het
  • Er worden niet meer misdrijven gepleegd bij volle maan
  • Een kankerbehandeling, die helpt bij knaagdieren, helpt niet perse ook bij mensen

Arbeidsongevallen in Brabant

De Inspectie SZW (zeg maar, de Arbeidsinspectie) houdt bij welke arbeidsongevallen er gebeuren.
De organisatie LocalFocus ( www.localfocus.nl/nl/ ) heeft bij de Inspectie een op postcode geordend overzicht opgevraagd van het aantal arbeidsongevallen in de periode 2010 t/m 2015. Daar bleek de Wet Openbaarheid van bestuur voor nodig. Het Eindhovens Dagblad publiceerde er op 25 nov en 01 dec 2016 een artikel over, toegespitst op de regio Eindhoven-Helmond. Dat geeft dit plaatje:

Detailkaart van de arbeidsongevallen in de regio Eindhoven-Helmond

In dit gebied vonden de meeste arbeidsongevallen plaats op het BZOB-terrein in Helmond (postcode 5705) . Dat waren er in de zes jaar van de studie 24 ongevallen met 29 slachtoffers. Daarvan zijn er twee overleden (bij Xycarb), zijn er 16 in het ziekenhuis opgenomen, waarvan er 11 blijvend letsel hebben. Het ging om 26 mensen in vaste dienst en 3 uitzendkrachten.
Op het Eindhovense terrein De Hurk (postcode 5652) vielen bij 19 ongevallen 21 slachtoffers, geen dodelijk, 12 ziekenhuisopnames waarvan 5 met blijvend letsel. Negen mensen waren in loondienst, zes uitzendkracht.

De afgedrukte kaart is statisch. De echte kaart op de website van LocalFocus is aanklikbaar. De statische kaart voor NBrabant  ziet er als volgt uit:

Arbeidsongevallen in Brabant over 2010 t/m 2015 door LocalFocus

Men kan de dynamische kaart vinden op https://go.localfocus.nl/#/newsmap/0992cb8298806b99800613928391c6129f7552479b68f54252f3d64e6349a203/ .

Als je daarop wat verder kijkt, is de gevaarlijkste postcode van NBrabant 4782, oftewel industrieterrein Moerdijk. Daar waren 61 ongevallen met 62  slachtoffers, twee overleden, 41 in het ziekenhuis, waarvan 14 blijvend letsel, verdeeld als 39 in loondienst en 23 uitzendkracht.

Zo ook postcode 5048 (het Tilburgse industrieterrein Kraaiven): 53 arbeidsongevallen met 53 slachtoffers, waarvan geen dodelijk, 24 ziekenhuisopnames waarvan 17 met blijvend letsel, 38 in loondienst en 15 uitzendkracht.

Het gevaarlijkste postcodegebied van Nederland is 1951 (Velsen-Noord), waar bij 80 ongevallen 99 slachtoffers vielen, gevolgd door de Botlek met 73 ongevallen en 74 slachtoffers. Moerdijk staat derde.

Zo op het oog lijkt het erop dat uitzendkrachten relatief vaak een arbeidsongeval krijgen, maar ik mis het statistisch materiaal om dat hard te kunnen maken.

Afvalcowboy Bruekers en geblokkeerde rekeningen

Recyclen is nodig en er moeten ondernemingen zijn die dat doen, maar ik wantrouw elk recyclingbedrijf uit principe zolang het bona fide karakter niet deugdelijk bewezen is.

De gang van zaken bij Bruekers bevestigt dit vooroordeel nog maar weer eens. Bruekers heeft minstens twee ondernemingen, waarvan er één vestigingen had in Helmond en Maasbracht, terwijl een andere in Weert gevestigd is.

Schoonmaak van het pand van Bruekers (foto ED, 2016)

Maasbracht en Helmond
Bruekers nam in Maasbracht allerlei afvalstoffen aan, waaronder veel gevaarlijk chemisch afval. Degene die dat afgeeft, betaalt daarvoor op zeer korte termijn geld als vergoeding voor de kosten van de verwerking, die soms op de zeer lange termijn plaats vindt. Of helemaal niet – bij Bruekers Maasbracht en Helmond is nergens aangetoond dat er überhaupt verwerkt is. Er is alleen maar opslag aangetoond. In Maasbracht in de panden Hazenloop 6 en 8 boven de vergunning, in het pand Hazenloop 4 zelfs zonder vergunning.
In Helmond bleek het uiteindelijk om 680 vaten te gaan, gevuld met 500.000 liter afval, waarvan een heleboel zoutzuur en salpeterzuur. Een aantal van die vaten waren gaan lekken en de drab had zich door de muur met buurman Matrho gevreten. Daar zagen ze ineens een groene borrelende massa binnenstromen. Matrho is al vanaf 12 augustus gesloten en medewerkers mogen er alleen nog met een gasmasker naar binnen.
Op 20 september ging Bruekers Recycling BV te Maasbracht failliet. Er was financieel nauwelijks wat te halen.
De provincie Limburg was twee ton kwijt aan het opruimen, de provincie Brabant 1 miljoen.

Weert
Wim Bruekers heeft ook een recycle-onderneming in Weert, Metaalhandel Bruekers aan de Moeselpeelweg. Daar werd ‘verwerkt’, wat er in praktijk uit bestond dat het bedrijf oude metalen in nam en opsloeg, kabels en machineonderdelen afbrandde, met het doel edele metalen terug te winnen. Dat gebeurde nabij woonhuizen, aan de rand van een beschermd natuurgebied, jaren achtereen illegaal. De stank en de giftige lozingen moesten de omwonenden maar verdragen. Uiteindelijk werd de illegaliteit opgelost door een vergunning te geven (2012). De inspraakreacties uit de omgeving circuleren nog op het Internet en spreken boekdelen (zie Tekst spreekrecht dhr Bausch_Bruekers_Weert en Tekst spreekrecht dhr Kruitwagen_Weert ). Een redelijke samenvatting van dat verslag is te vinden op www.wijlimburg.nl/nieuws-overzicht/verhuurder-ziet-verkoop-afketsen-waarna-hij-provincie-vraagt-op-te-treden-tegen-bm-recycling-b-v/ .

Het terrein van Bruekers aan de Moeselpeelweg in Weert

Uiteindelijk gelastte de gemeente Weert op 31 oktober 2016 om de illegale opslag binnen twee weken af te voeren. Dat gebeurde niet en toen moest de gemeente Weert het doen. Die is daar dus ook nog eens een mij onbekend bedrag aan kwijt geraakt, waarvoor nog enigszins het beginsel “eigen schuld, dikke bult” geldt. Op 30 november is het terrein verzegeld. Bij het opruimen waren zakken gescheurd, waardoor er allerlei troep in de grond was gelopen.

Er loopt een strafrechtelijk onderzoek tegen Bruekers.

Betalen op een geblokkeerde bankrekening
Zowel de provincies Brabant als Limburg hebben nog de nodige andere akkefietjes gehad, waarbij de provincie voor veel geld rotzooi mocht ruimen. Ook andere provincies hebben zulke toestanden meegemaakt. Ze hebben er genoeg van.
De Brabantse SP-gedeputeerde Johan van de Hout is met staatssecretaris Dijksma van Milieu (PvdA) in overleg gegaan, mede namens de andere provincies. Hij wil dat betalingen ter verwerking van (chemisch) afval op een geblokkeerde rekening gestort worden. Zulke “escrow-rekeningen” zouden wettelijk verplicht moeten worden. Dijksma reageerde begripvol en zou het gaan oppakken. Dat zou een hele goede zaak zijn.

Jansen Recycling
In feite bestaat dezelfde situatie bij Jansen Recycling op Ekkersrijt (Son en Breugel, nabij Eindhoven). Jansen zamelt al sinds 2007 Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG)  a raison van €32 per ton, meteen te betalen, en verwerkt in 2016 ook nog steeds niet. De vergunningaanvraag voor de machine die die verwerking zou moeten doen, loopt nog. Inmiddels ligt er 600.000 ton TAG, veel meer dan de vergunning toe staat. Als dat mis mocht lopen (bijv. omdat Jansen Recycling failliet gaat), zit de provincie met een nog veel duurder probleem opgezadeld.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). De grijze pyramide is de TAG-berg.

Als de voorgangers van Johan van de Hout zo slim waren geweest om in 2007 een escrow-rekening te eisen, was de verhouding tussen provincie en Jansen recycling nu een stuk minder gecompliceerd geweest.

 

Klimaateffecten in Brabant 10 – de hagelstorm van 23 juni 2016

Bak met puin tijdens reparatie (eigen foto 26 juli 2016 Luijksgestel)

Schade
Het Eindhovens Dagblad meldde op 27 december 2016, op gezag van het Verbond van Verzekeraars, dat de verzekerde schade van de ijsballenstorm op 23 juni in onze contreien was opgelopen tot minstens 675 miljoen Euro (500 miljoen particulier en 175 miljoen zakelijk). Dit vooral in Luygsgestel, Someren, Deurne en Asten. Het Verbond verwacht pas over een half jaar de balans finaal op te kunnen maken en verwacht dus, dat de schade nog verder kan oplopen.
De onverzekerde schade zou nog veel groter zijn. De boerenorganisaties gingen al eerder uit van €650 miljoen.

Staatssecretaris Van Dam (PvdA) vond het een lokaal probleem en wilde daarom niet de Wet tegemoetkoming schade bij rampen van de plank halen. Formeel kan hij dat doen, want de boeren hadden zich op papier kunnen verzekeren. Maar veel boeren zijn economisch al lang marginaal bezig en spelen dus russisch roulette met hun oogst.
Ik ben overigens benieuwd hoe men gereageerd zou hebben als de strook der vernieling in de Randstad gelegen zou hebben, bijvoorbeeld over het Westland en Den Haag.

Max. temperatuur op 23 juni 2016 (KNMI)

Klimaat
In een persbericht van 28 juli 2016 (waarin de schadebedragen nog een stuk lager waren) ( zie www.verzekeraars.nl/actueel/nieuwsberichten/Paginas/Schade-hoos–en-hagelbuien-zeker-500-miljoen-euro.aspx ) stelde Leo de Boer, directeur Schade ““De hagelbui van 23 juni, met stenen zo groot als tennisballen, moet een wake-up call zijn. Het klimaat verandert, we gaan dit vaker meemaken” .

Ongebruikte en daarom (nog) niet gerepareerde schuur (eigen foto 28 juli 2016)

Het KNMI heeft een studie gewijd aan de dag van de ijsballenstorm. Zie www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/zware-onweersbuien-op-22-en-23-juni-vol-extremen . In een tab dd 21 juni onder aan de bladzijde “Hoe extreem is deze junimaand?” wordt met zoveel woorden gezegd “De kans op dit soort hevige onweersbuien neemt toe in een warmer wordend Nederland. Warmere lucht bevat meer waterdamp dat de kans op extreme neerslag vergroot. Vergeleken met een eeuw geleden komen dit soort buien nu ongeveer 3 keer zo vaak voor. Vooral de neerslag binnen korte tijd neemt toe: met zo’n 12 procent per graad opwarming.” En toen moest de hagelstorm van 23 juni dus nog komen.

Luyksgestel op 28 juli 2016 (eigen foto)

Reden voor bezorgdheid en dat er nu eindelijk eens een goed energie- en klimaatbeleid voor de regio komt dat nog uitgevoerd wordt ook.

Zie verder ook op deze site over een stortvloed die iets eerder die maand plaatsvond in Brabant https://www.bjmgerard.nl/?p=3128

Milieudefensie in Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!

Ik heb op 27 december 2016 namens Milieudefensie Eindhoven een persbericht weggestuurd naar de directies van de skihal Montana Snowcenter en van de Kempervennen, beide in Westerhoven (gemeente Bergeijk), en van het moederbedrijf van de Kempervennen Center Parcs Netherlands BV. De skihal produceert een grote hoeveelheid afvalwarmte (ik schat in ergens rond de 15TJ, genoeg om 400 a 500 huizen mee te verwarmen of een heleboel attracties op het terrein van de Kempervennen).
Er staat een eerder artikel op deze site onder Is Montana Snowcenter duurzaam?  Daarin meer gegevens.
Hieronder in kleur de tekst van het persbericht.
De volledige tekst van de open brief is Open brief aan Montana Snowcentre en aan Center Parcs De Kempervennen over hergebruik van warmte_19 december 2016 te vinden.
———————————————
Milieudefensie Eindhoven plaatst er vraagtekens bij hoe duurzaam het is om hartje zomer te kunnen skiën in Montana Snowcenter, zoals men ook kan twisten over de gepastheid van de locatie Qatar voor het wereldkampioenschap voetbal.

Wat men daar echter ook van vindt, het is in elk geval een grote stap vooruit dat het forse stroomverbruik van deze hele grote koelkast voor ruim de helft met zonne-energie gedekt wordt.
Milieudefensie Eindhoven vindt echter die stap niet groot genoeg. Een veelvoud van het stroomverbruik komt vrij als afvalwarmte, en daar wordt nu nauwelijks iets mee gedaan. Dat terwijl de Kempervennen als geheel, waarbinnen Montana Snowcenter een onafhankelijke onderneming is, veel objecten heeft waaraan die afvalwarmte geleverd zou kunnen worden.

Montana Snowcenter op het Kempervennenterrein in Westerhoven (Bergeijk)

Milieudefensie Eindhoven heeft daarom een Open Brief aan de directies van Montana Snowcenter en aan de lokale en Nederlandse directie van de Kempervennen en het moederbedrijf daarvan gestuurd, waarin aangedrongen wordt op een warmteplan voor het hele park Kempervennen. De Open Brief is bijgevoegd.

Update:

Het Eindhovens dagblad heeft de Open Brief op vrijdag 6 januari op mooie wijze afgedrukt!

Vogelgriep en varkensgriep

Het RIVM meldde op 14 november en 6 december 2016 dat een patient “ernstige griepklachten” had door de H1N1-stam van het Influenze A-virus. De patient was recent in een stal met varkens geweest. Zie http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2016/Pati_nt_ziek_door_varkensgriep
Het Eindhovens Dagblad van 10 december meldde dat het om een meisje van 9 jaar uit Bakel te gaan. Ze was bijna dood, maar inmiddels weer gezond.

Influenza A H1N1 (Mexicaanse griep)

Tegelijk heerst er in de regio de vogelgriep, de Influenza A H5N8-stam, maar die heeft er niets mee te maken, aldus het RIVM.

Zal concreet nu zo zijn, maar varkens gelden als mengvaten. Die kunnen verschillende soorten griep tegelijk krijgen en die kunnen dan mengen. De Mexicaanse griep was zo’n versgemengd H1N1-virus.

Ik heb er veel te weinig verstand van om iets te kunnen beweren, maar de gedachte aan verschillende soorten griep tegelijk in een regio zo vol met varkens en kippen als de onze staat me niet aan.