Aanpassingen aan Brabantroute zijn een verbetering maar……..

Maatregelen op de Brabantroute_overeenkomst okt2016
Maatregelen op de Brabantroute_overeenkomst okt2016

Er zijn nogal wat problemen op de Brabant-route, de spoorlijn die door de volle lengte van Brabant loopt (en aan de westkant door naar de Rijnmond, en aan de oostkant via Venlo naar Duitsland).

Het betreft uiteenlopende zaken.

Eerstens zijn er de omgevingsproblemen waaraan alle treinen bijdragen. De bewoners van de Eindhovense Hofstraat worden gek van de trillingen en de piepende herrie, die de treinen maken als ze net bij hun huizen de bocht om gaan.
Het spoor veroorzaakt trillingen via de bodem.
Er zijn irritant tijdrovende en gevaarlijke overwegen.
Ook heeft het spoor een beperkende uitstraling op de ontwikkelingsmogelijkheden in nabij gelegen dorps- en stadscentra, met name op de bouw van nieuwe woningen en andere gevoelige bestemmingen.

Daarnaast zijn er de specifieke problemen die voortvloeien uit het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de wetgeving t.b.v. dat vervoer  is een basis gelegd door Europese wetgeving, en die is aangevuld met de specifiek Nederlandse wetgeving “Basisnet”. Die boven-Europese afspraken zijn voor andere landen (met name Duitsland) niet bindend.
Basisnet gaat zowel over vervoer over de weg, het water en het spoor. De verdeling heet de “modal split gevaarlijke stoffen” (zie figuur). In totaal gaat het om 70 tot 80 miljoen ton gevaarlijke stoffen, die jaarlijks van, in en naar Nederland vervoerd worden (waarvan dus 5% met de trein).
Overigens is de trein een zeer veilige transportwijze, maar het kan altijd nog veiliger.

Modal split vervoer gevaarlijke stoffen 2015
Modal split vervoer gevaarlijke stoffen 2015

Wie letters wil vreten over het vervoer van gevaarlijks stoffen kan terecht op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gevaarlijke-stoffen/inhoud/vervoer-van-gevaarlijke-stoffen-over-het-spoor/basisnet-aanvullende-eisen-vervoer-gevaarlijke-stoffen . Idem over de spoor-component op https://relevant.nl/display/DOC/Eindrapport+Basisnet+spoor .

De gedachte achter het Basisnet is dat er veiligheidsplafonds worden vastgesteld (via de Plaatsgebonden Risico – systematiek). Zolang de veiligheid onder die norm blijft, mogen er meer treinen rijden.
Het voordeel daarvan is dat vervoerders er baat bij hebben om veiliger te worden.
Het nadeel is dat van elke norm: zolang men er onder blijft, is het goed. Er is geen stimulans om het beter te doen dan de norm, en geen sancties op overtredingen.

Toetsing overschrijding risicoplafonds 2915
Toetsing overschrijding risicoplafonds 2915

Maar het probleem was dat de norm overschreden werd. Dat veroorzaakte veel onrust en was een drijvende kracht achter het overleg tussen staatssecretaris Dijksma en de lagere overheden in Brabant. Een overleg waarin ook de “gewone” problemen meegenomen werden.

Dat overleg resulteerde op 3 okt 2016 in een akkoord. Dijksma had voor het hele land 110 miljoen vrijgemaakt (er zijn ook in andere provincies spoorlijnen met een probleem). Die 110 miljoen bestaan overigens vooral uit reeds bestaand budget, dat voor de gelegenheid naar voren gehaald is. Ook de provincie Brabant en enkele gemeenten hadden er eigen geld ingestopt, waardoor in Brabant een budget van 80 miljoen ontstond.
Daarmee worden o.a. overwegen aangepakt in Deurne, Helmond, Eindhoven, Oisterwijk en Gilze-Rijen.
Er komen integrale plannen voor de stationsomgeving in Gilze-Rijen en Tilburg.
De situatie in de Eindhovense Hofstraat wordt versneld aangepakt.
Langs de hele lijn worden op (nog nader te bepalen plaatsen) versneld raildempers aangelegd, die goed zijn voor -3dB.

raildemper
raildemper

De ATB (Automatische Trein Beïnvloeding), die standaard niet werkt onder de 40km/uur en daarom op emplacementen afwezig is, wordt versneld opgewaardeerd tot de ATBvv – versie (vv = verbeterde versie).
Er worden twee treinen per week van Geleen naar Frankrijk omgerou-
teerd via Maastricht-Luik.
Als de boog van Meteren er is, kunnen treinen de Betuweroute gebruiken in plaats van Breda-Tilburg. Maar daarna komen ze in den Bosch alsnog op het Oostelijk deel van Brabantspoor.
En, de laatste chloortransporten gaan van het spoor.

Een deel van de overschrijding gaat zichzelf oplossen, want is van tijde-
lijke aard omdat er in Duitsland aan het vervolg van de Betuwelijn ge-
werkt wordt.

De volledige lijst met maatregelen is te vinden op maatregelenpakket-terugdringen-overschrijdingen-basisnet-spoor-bijlage-maatregelen-03okt2016_dijksma
De Kamerbrief van Dijksma is te vinden op maatregelenpakket-terugdringen-overschrijdingen-basisnet-spoor-en-aanbieding-verslag-basisnet-03okt2016_dijksma

…. maar die verbetering lost niet alles op

Het akkoord leidt tot een duidelijke verbetering, maar er blijft veel te wensen over. Dat geeft bijgaand staatje aan (opgeschreven door Ecorys):

prognose-vgs-2025_ecorys
De betekenis van de gevaaraanduidingen is:

categorie-aanduiding-gevaarlijke-stoffen
Het vervoer van gevaarlijks stoffen per spoor zal dus blijven groeien, waarbij overigens een troost is dat eerdere prognoses (uit 2007) een veel grotere groei voorspeld hadden. Dit hoort bij de VGS 2025-prognose in het hoge WLO-scenario van het PlanBureau voor de Leefomgeving voor categorie A-stoffen, als de boog van Meteren er ligt:

Prognose A-cat. stoffen in 2025 na voltooiing van de boog van Meteren
Prognose A-cat. stoffen in 2025 na voltooiing van de boog van Meteren

Verder betekent een “aanpak” van overwegen meestal dat het gevaar kleiner wordt, maar niet nul. Verbeterde spoorbomen en een andere inrichting tellen ook als aanpak. De “aanpak” leidt dus niet per definitie tot een ongelijkvloerse kruising. SP-Statenlid Willemieke Arts vindt dat als een grote spoorlijn als de Brabantlijn voor treinen moet worden wat de autosnelweg voor auto’s is, dat dan ook alle kruisingen ongelijkvloers moeten worden. Maar vooralsnog is dat dus nog niet zo.

Al met al is het bereikte akkoord vooral een tussenresultaat. Het is op zichzelf een verbetering en veel mensen zijn er blij mee, maar het staat vast dat de problematiek van de Brabantroute niet blijvend van tafel is.

Vraag is dan welke stip je op de horizon wilt zetten. Ik vind zelf dat als de Brabant-route in praktijk als serieuze vervanging van of aanvulling op de Betuweroute moet gaan functioneren, het na te streven veiligheidsniveau gelijk moet zijn aan dat van de Betuweroute. Die heeft ook geen gelijkvloerse overwegen. En ERTMS (European Rail Traffic Management System) op de Brabantroute invoeren.
Maar daar moeten echte deskundigen maar naar kijken. Daar hoor ik niet bij.

Ligging van de belangrijkste industriele complexen
Ligging van de belangrijkste industriele complexen

De Brainport-ceo’s – ingezonden brief ED

In het Eindhovens Dagblad van 19 oktober verschijnt een parade aan Brainport-bobo’s die georkestreerd verklaren dat er veel geld bij moet: bij de voorzieningen, bij het woongenot in algemene zin, bij een aantrekkelijke leefomgeving, enz. Overheidsbudgetten als verlengstuk van het personeelsbudget.
Nu kan men daar van alles van vinden. Ik ben niet tegen industriepolitiek, maar ik vind ik algemene zin dat als de overheid meer betaalt, zij ook meer moet bepalen. Verder laat ik het hierbij, want deze blog gaat niet over de volle breedte van de politiek.

Wat mij in deze blog interesseert, zijn die aspecten van de voorzieningen en de leefomgeving, die met natuur, mobiliteit en milieu in ruime zin te maken hebben. Vandaar dat daarover ik een ingezonden brief aan het ED gestuurd heb. Deze is op vrijdag 21 okt geplaatst.

Ik elk geval wordt hij hieronder geplaatst!

————————————

De Brainport-ceo’s

Gilles Holst werd de eerste directeur van het NatLab omdat je bij Philips leuk kon verdienen, en omdat je rond Eindhoven zo mooi kon fietsen.

Gilles Holst
Gilles Holst

Dat was mijn eerste reflex toen de Brainport-CEO’s in deze krant (*) meer geld eisten voor de regionale ambiance. Het zou ze sieren als ze daar zelf meer aan zouden meebetalen, maar dit terzijde.

Nu werden sinds Holst de fietspaden beter, maar de natuur eromheen dramatisch slechter. Maar de basisbehoefte is bij veel kenniswerkers onveranderd aanwezig. Nog steeds is het summum van fietsgeluk een met natuur gevulde leegte met een fietspad er door heen.

De CEO’s laten in het midden wat de door hen gewenste aantrekkelijke leefomgeving precies inhoudt, maar Gilles Holst wist het wel. Daar hoort de natuur ook bij.

Wim van der Leegte
Wim van der Leegte

Heer van de Leegte pruilt dat “door allerlei redenen de Ruit om Eindhoven er niet gekomen is”.  Een soort bevlogenheid in de geest van “Every landscape must get stoned”, om de Nobelprijs voor de literatuur maar eens te parafraseren.
Ik was een van die redenen en ik leg het graag nog eens uit.
Het gebied rond het Wilhelminakanaal is zo’n met prachtige natuur gevulde leegte met een fietspad er door heen. Vanuit human resources-standpunt een wervingsargument!
Die nieuwe weg erlangs, voor zowat een miljard, zou niet veel hebben uitgehaald omdat 90% van het verkeer rond Eindhoven in Eindhoven zelf moet zijn. De weg had die verkeersstromen vooral verplaatst, nauwelijks opgelost.
De toekomst van de mobiliteit zit in een betere technische en sociale organisatie. De Automotive kan zich beter druk maken om die toekomst dan om het asfaltverleden.

Nog één ding trof mij aangenaam: geen van de CEO’s noemde een groter vliegveld als essentieel voor de vooruitgang. Misschien kunnen we het eens worden over een cap op het aantal vliegbewegingen?

Bernard Gerard

  (*): 19 oktober 2016

TU/e: Hoofdgebouw wordt uitzonderlijk duurzaam gerenoveerd en het lange termijn-duurzaamheidsbeleid

De renovatie van het hoofdgebouw
Het hoofdgebouw van de TU/e wordt binnenkort gerenoveerd tot een icoon van duurzaam bouwen. Na de oplevering (gepland voor juni 2018, start van de bouw in november 2016) zal het gebouw (vanaf dan Atlas geheten), naar eigen zeggen, het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld zijn, en komt het in de top-5 van alle duurzame gebouwen in Nederland.
Dit soort gebouwen wordt gemeten naar de BREEAM-norm. Het toekomstige Atlas-gebouw komt aan 93,86% van de te halen punten.
De TUe heeft een naam hoog te houden op energiegebied. In zekere zin is het ontwerp dan ook een soort Living Lab in eigen huis.

TU/e hoofdgebouw
TU/e hoofdgebouw

Het voert hier te ver om op de vele technische details in te gaan. Een uitgebreide projectbeschrijving is te vinden op https://www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/tue-science-park/de-compacte-campus/de-uitvoering/project-3/atlas-duurzaamheid-breeam-outstanding/ .

Ik beperk mij hier tot enkele highlights:

  • het gebouw gaat geheel van het gas af
  • het wordt verwarmd met een campusbrede Warmte Koude Opslag (WKO)
  • het pand krijgt een zeer intelligente vliesgevel, maar werknemers kunnen toch hun eigen raam openzetten
  • op het dak van de naburige gebouwen Spectrum en Studentensportcentrum komt t.b.v. Atlas 4300m2 zonnepaneel te liggen, goed voor 500MWh per jaar (1,8TJ).
  • er is een zeer goede daglichttoetreding, waardoor relatief weinig kunstlicht nodig is. Dat wordt geleverd door LED-lampen.
  • de combinatie van alle maatregelen (waaronder hier niet genoemde) leidt ertoe dat het pand 80% minder CO2 uitstoot, terwijl het aantal bewoners meer dan verdubbelt
  • Het wordt mooi
Interieur hoofdgebouw TU/e (foto Project RSVP)
Interieur hoofdgebouw TU/e (foto Project RSVP)

Het projectoverzicht vermeldt niet wat het proces kost, maar suggereert door zijn toonzetting dat dat meer is dan een minder vergaande ambitie gekost zou hebben. Daar staat lagere exploitatiekosten tegenover. De TUe en het bouwteam vinden de meerkosten de moeite waard, o.a. vanwege de voorbeeldfunctie van de TU/e.

De lange termijn-planning van de TU/e
De TU/e heeft zijn duurzaamheidsambities neergelegd in een langlopend beleidsplan. Het uiteindelijke doel is dat de TU/e – campus in 2030 voor 50% energie-neutraal is. Aan dit plan wordt systematisch vastgehouden.
Het hoofdgebouw is straks het vierde TU/e – gebouw dat van het gas af is.
Sinds 2002 is het gasverbruik van de TU/e meer dan gehalveerd. Als alles af is, zal de besparing driekwart zijn. De CO2 – uitstoot door het resterende gasverbruik wordt gecompenseerd met o.a. bosaanplant en de TU/e koopt alleen groene stroom in.

De WKO van de TU/e is (naar eigen zeggen) een van de grootste van Europa. 70% van het gebouwde oppervlak is er straks op aangesloten. Als het systeem volledig uitgebouwd zal zijn, zal het 3*8 koude- en 3*8 warmtebronnen hebben, goed voor 3000m3/uur en goed voor een koelcapaciteit van 25MW. Dat zal ca 2 miljoen kWh aan stroom besparen (ruim 7TJ), en 300.000m3gas (ca 10TJ).

Uit het You Tube - filmpje van de WKO van de TU/e
Uit het You Tube – filmpje van de WKO van de TU/e

Een filmpje van hoe de WKO werkt is te vinden op www.youtube.com/watch?v=1nTzHK-YoDY&feature=youtu.be .
De gegevens van de WKO zijn te vinden op www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/duurzaamheid/campus-en-bedrijfsvoering/energie/warmte-koude-opslag/ .

Voorbeeldfunctie
De systematische aanpak van de TU/e zou de overheid, niet in het minst Brainport en de gemeente Eindhoven, tot voorbeeld moeten strekken!

Eerste vlucht met praktisch bruikbaar waterstofvliegtuig

Het Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt (DLR) heeft het HY4 – vliegtuig ontwikkeld. Die heeft op 29 september 2016 voor het eerst gevlogen.
Voor het persbericht zie www.dlr.de/dlr/en/desktopdefault.aspx/tabid-10081/151_read-19469/#/gallery/24480 .

Het waterstofvliegtuig HY4 (DLR)
Het waterstofvliegtuig HY4 (DLR)

Kenmerken
De HY4 vliegt op waterstof. Het gas wordt toegevoerd aan een brandstofcel, die er elektrische energie mee opwekt waarop de propeller draait. Verder bevat het aandrijfsysteem een Lithiumbatterij, die de piekbelasting bij het stijgen en landen levert, en uiteraard een gastank. Het is dus een hybride systeem.

Het vliegtuig weegt maximaal 1500kg. De 80kW – motor geeft het vliegtuig een kruissnelheid van 145km/uur en een topsnelheid van 200km/uur. Afhankelijk van de omstandigheden heeft de machine een vliegbereik van 750 tot 1500 km.
Het ding ziet er een beetje uit als twee aan elkaar gemonteerde zweefvliegtuigen. Dat is niet onbegrijpelijk, omdat veel van dit soort research start met zweefvliegtuigen als uitgangpunt. In elk van de twee rompen kunnen twee passagiers zitten.
Het persbericht vermeldt niet op welke wijze de waterstof wordt op-
geslagen. In de gegeven omstandigheden is het het meest logisch, dat dat in een sterk samengeperste gasvorm is (een paar honderd atmosfeer), net als in auto’s.

Het inwendige van de HY4
Het inwendige van de HY4

Voordelen en beperkingen van die voordelen
De techniek heeft één overduidelijk en een potentieel milieuvoordeel.
Overduidelijk is dat het vliegtuig bijna muisstil is. Het stijgt op met een elektromotor op een batterij.
Potentieel kan de techniek zero emission en duurzaam zijn, als de waterstof uit de elektrolyse van water komt, en als die elektrolyse plaats vindt met wind- of zonnestroom. Het is niet ondenkbaar dat het ooit zo ver komt.

Het is ook verstandig, zoals meestal in duurzame energiezaken, om je niet meteen rijk te rekenen. Iedereen rekent aan zijn eigen toko (de vliegsector is daar ijzersterk in), maar het probleem komt als alle toko’s bij elkaar worden opgeteld.
Een eenvoudige beschouwing ziet er als volgt uit. Het netto vermogen (op topsnelheid) van de HY4  is 80kW, de efficiency van de motor en de brandstofcel samen ca 40%, dus gaat er 200kW uit de waterstoftank de brandstofcel in. Het comprimeren heeft 6% verlies gekost, dus je moet rekenen alsof het vliegveld 212kW levert.
Het rendement van de elektrolyse is ca 80%, dus moet er 265kW stroom de elektrolyse ingaan en bij het gangbare rendement van zonnepanelen is daar 1500m2 zonnepaneel voor nodig waar de zon in ideale omstandigheden recht op schijnt. Omdat dat in werkelijkheid niet zo is, heb je grofweg 10* zoveel nodig.
Dus: als de vlucht bijvoorbeeld 5 uur duurt, moet de gemiddelde opbrengst van anderhalve hectare zonnepaneel gedurende 5 uur er aan worden toegerekend.
Dat kan wat minder worden als het rendement van zonnepanelen toeneemt, maar duidelijk is dat  de energievraag van de luchtvaart niet meteen opgelost is.

Voor welk economisch model geschikt?
Het persbericht van DLR noemt als mogelijke toepassing de inzet als elektrische luchttaxi. Een blik op de kaart met Duitse vliegvelden leert, dat dat op zich technisch niet zo raar gedacht is.
Financieel kan het ongetwijfeld nog niet uit, maar dat is eigenlijk nog de minste zorg.

Duitse vliegvelden
Duitse vliegvelden

Tegelijk leert deze blik ook dat dit een niche is. Ook de DLR verwacht in zijn persbericht, dat de gangbare wijze van vliegen die met straalverkeersvliegtuigen blijft. Maar voor de omgeving van drukke vliegvelden kan het geluids- en emissievrij maken van de kleine luchtvaart enige verlichting in de ellende brengen.

Parachutisten springen op Texel
En nog een niche: het parachutisten vliegen en rondvluchten op Texel. Ik ben daar eens op vakantie geweest en ik heb me kapot geërgerd aan die bromvlieg die de hele dag in de lucht hing.
Dat lijkt me een mooie niche om zo snel mogelijk te vervangen door een waterstofvliegtuig.

Zie verder:
Nieuwe elektromotor van Siemens voor vliegtuigen kansrijk?

Siemens-vliegtuig vliegt hybride elektrisch – update

Het elektrische vliegtuig van ir. Gologan (en van anderen)

Is Montana Snowcenter duurzaam?

Montana Snowcenter is een onderdeel van de Kempervennen in Westerhoven, en dat valt weer onder Centerparcs. Het is een inrichting waar je het hele jaar indoor kunt skien.
In totaal zijn er zeven skihallen in Nederland.

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

Een skihal slurpt energie. Deze hal heeft per jaar 1,5 miljoen kWh nodig (5,4TJ).

De exploitant van de skihal, Theo van Lierop, stond trots in het Eindhovens Dagblad  (08 okt 2016) omdat hij 3340 zonnepanelen op zijn dak had liggen, samen volgens hem goed voor 0,80 miljoen kWh (2,9TJ) per jaar (als ik het trouwens nareken, kom ik op 0,70 miljoen kWh uit, maar goed. Moeten wel heel erg rendabele panelen zijn).
De panelen zijn aangeschaft met SDE+ subsidie

Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven

En nu worstel ik met de vraag of je dit geheel duurzaam moet noemen.

Midden in de zomer kunnen skien in een steeds warmer wordend land vind ik net zoiets als het WK voetbal in Quatar of het warm stoken van een horecaterras in de winter of het willen openhouden van de Eindhovense ijsbaan in juli – lichtelijk absurd. Moet je zoiets in Nederland nu willen?

3340 zonnepanelen (een halve hectare) zonnepanelen aanleggen is op zich goed. Dat meneer Van Lierop er trots op is dat zijn hal de enige van de zeven is, die zoiets heeft, en die zodoende de schade beperkt, kan ik mij ook voorstellen.

Maar ik zou het nog beter vinden als Nederland alleen skihallen had die in de wintermaanden open gingen – of helemaal geen skihallen.

Een tijd na dit artikel heb ik voor Milieudefensie een Open Brief naar Montana Snowcenter en de Kempervennen gestuurd om een warmteplan te maken voor hergebruik van de afvalwarmte. Deze kan men vinden op Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!

Medicijnenresten in het grond- en oppervlaktewater en onderzoek naar mengseleffecten

In de “Brede screening bestrijdingsmiddelen en nieuwe stoffen Maasstroomgebied 2011-1012” en in de bijbehorende bronnenanalyse is al eerder zorg uitgesproken over allerlei nieuwe stoffen in grond- en oppervlaktewater. De vracht aan bestrijdingsmiddelen daalt, maar die aan medicijnen, contrastmiddelen, weekmakers, vlamvertragers stijgt. De links naar de publicaties, waar dat in staat, zijn op deze site te vinden op www.bjmgerard.nl/?p=1608 .

Voorpagina Brede Screening Maasstroomgebied
Voorpagina Brede Screening Maasstroomgebied

Een herbicide als Roundup claimt een hoop energie van de milieubeweging en dat is in Brabant ten onrechte. Daar staat tegenover dat veel relevantere ontwikkelingen te weinig aandacht krijgen.
Recentelijk zijn er twee studies verschenen naar medicijnresten in het oppervlaktewater, een deelgebied van deze grotere groep nieuwe stoffen. De ene is van het RIVM, de andere van in Science Advances van de AAAS.
Omdat vanwege het klimaat de waterafvoer van de Maas vaker langdurig laag zal zijn, en omdat de bevolking vergrijst, zullen de concentraties in de Maas toenemen.

RIVM “Geneesmiddelen en waterkwaliteit” (okt. 2016)
Het RIVM heeft in oktober 2016 een rapport uitgebracht “Geneesmiddelen en waterkwaliteit”. Daarbij hoort een publieksbrochure. Beide zijn te vinden op www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Wetenschappelijk/Rapporten/2016/oktober/Geneesmiddelen_en_waterkwaliteit .

De mensheid gebruikt in Nederland ca 3500 ton geneesmiddelen per jaar, verdeeld over ruim 2000 aktieve stoffen. Een deel daarvan komt, al dan niet chemisch veranderd, in het riool. Het scheidingsrendement van rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI) voor dit soort stoffen is beperkt en varieert sterk. Uiteindelijk komt, volgens het RIVM, jaarlijks minstens ongeveer 140 ton werkzame stof in de riolering. Dat is een voorzichtige schatting.
De Nederlandse veeteelt gebruikt ca 200 ton geneesmiddelen per jaar, grotendeels antibiotica. Die komen na uitscheiding via uiteenlopende routes ook in het grond- of oppervlaktewater. Het RIVM neemt deze post niet mee in het rapport.
(Ter vergelijking: de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater is ongeveer 17 ton/jaar en van overige industriele chemicalien ongeveer 1600 ton/jaar.)

In het oppervlaktewater zit (wijd verbreid) rond de 1µgr/liter, met uitschieters naar 10 µgr/liter.
In het grondwater zitten de concentraties in de range van 0,01 – 0,1 µgr/liter.

Drinkwaterbedrijven krijgen de medicijnen niet volledig weggezuiverd, maar dringen ze meestal terug tot onder de 0,05 µgr/liter . In die concentraties zijn ze voor de mens niet gevaarlijk. Een mens kan niet zoveel water drinken dat het zoden aan de dijk zet.

De vlokreeft Gammarus
De vlokreeft Gammarus

In het waterecosysteem echter zijn de concentraties 20 tot 200 maal zo groot als in het drinkwater. Voor het waterecosysteem gelden ook maxima. De vlokreeft Gammarus bijvoorbeeld heeft last van antidepressiva.
Van de ruim 2000 actieve stoffen wordt slechts een klein deel gemonitord, en van dat kleine aantal leiden er vijf tot een normoverschrijding.
Carbamazepine is een anti-epilepticum en de andere vier zijn antibiotica.

Ecologische risicocoefficienten van geneesmiddelen in het oppervlaktewater (>1 is overschrijding)
Ecologische risicocoefficienten van geneesmiddelen in het oppervlaktewater (>1 is overschrijding)

Tot nu toe zijn de verschillende wetten rond geneesmiddelen slecht op elkaar afgestemd.

Het RIVM noemt het woord “mengseltoxiciteit”. Een combinatie van stoffen kan anders werken dan verwacht.

 

Science Advances (AAAS) over pharmaceutical pollutant mixtures
Een publicatie in Science Advances (07 sept 2016) gaat verder waar de RIVM-brochure stopt. Zie http://advances.sciencemag.org/content/2/9/e1601272.full voor de volledige tekst van het artikel. Het is mooi, Spaans onderzoek dat gebruik maakt van pas ontwikkelde techniek.

Cyanobacterie Anabaena spiroides
Cyanobacterie Anabaena spiroides

De gedachte is: neem 16 verschillende actieve stoffen, neem per stof drie relevante concentraties, belicht die met twee lichtsterktes en kijk hoe een proeforganisme daarop reageert. Dat proeforganisme is een cyanobacterie (in de volksmond ten onrechte een blauwalg geheten), die genetisch gemodificeerd is dat hij licht geeft als een vuurvliegje. Hoe meer licht, hoe meer senang het wezentje zich voelt (tot een maximum, senanger dan senang kan niet).

De lichtsterkte wordt eerst geregistreerd per afzonderlijke stof. Dat geeft een dosis-effectrelatie (eigenlijk alleen voor de drie belangrijkste stoffen). Dat ziet er ongeveer zo uit:

Dosis-effectrelatie voor drie stoffen
Dosis-effectrelatie voor drie stoffen

C10 is het antibioticum erythromycine. Als je daarvan veel in zijn kweekbakje stopt, vindt de cyanobacterie dat niet leuk.
Op deze manier is een controlegroep gemaakt.

Vervolgens maakten de onderzoekers mengsels. Met de genoemde uitgangspunten kun je heel veel mengsels maken, maar ze beperkten zich tot 180 chemische mengsels, die alle met twee lichtsterktes belicht werden. Dit schema:
gsa-qhts_fig1

Dit zou een hels pokkewerk zijn dat normaliter jaren geduurd zou hebben, maar tegenwoordig kan dat geautomatiseerd. Je hebt platen met kleine putjes erin (bijv. 192), en een robot doet daarop de verschillende bewerkingen.

QHTS-platen (zo hete de techniek officieel)
QHTS-platen (zo heet de techniek officieel)

Tot nu toe wordt het effect van een medicijnmengsel bij de zeer lage concentraties, die in het oppervlaktewater voorkomen, geschat door alles op te tellen en dan evenredig af te delen vanaf hoge doses, waar de effecten min of meer bekend zijn. Het geheel is dan gelijk aan de som der delen.
Het vermoeden bestaat al langer dat het zo niet werkt. In het Spaanse onderzoek wordt bewust de grijze zone van de zeer lage concentraties opgezocht, waar de evenredige afdeling twijfelachtig is, en wordt bewust geprobeerd interacties te laten plaatsvinden waardoor het geheel niet gelijk is aan de som der delen. Het uiteindelijke meetresultaat is dit:
gsa-qhts_fig3-plaatje_meetresultaat
Elk verticaal streepje is een van de 180 mengsels. De lengte van het streepje geeft de 95% betrouwbaarheidsgrens aan (waarvoor dus heel veel metingen gedaan moeten zijn!). De rode balk is de controlegroep, die op 1,0 gezet is (dan zou het geheel gelijk zijn aan de som der delen).

Bijna altijd wijkt het geheel af van de som der delen, en bij 67 van de 180 gebeurt dat statistisch significant (het verticale streepje schiet dan niet over de 1,0 heen).
Bij enkele mengsels doet de bacterie het een beetje beter, maar bij het overgrote deel doet de bacterie het in het mengsel slechter als wanneer de componenten ieder voor zich gewerkt zouden hebben. Anders gezegd, de gangbare methode onderschat de effecten van mengsels op de microbiologie van het oppervlaktewater (althans, op deze cyanobacterie).

De onderzoekers hebben nog geprobeerd wat er gebeurde als je mengsel 16 (waar de bacterie zich het rottigst bij voelt) in enkele varianten losliet op vrij in de natuur voorkomende micro-organismen (uit de naburige, onvervuilde LLemenárivier bij Girona. Dat leidde inderdaad tot meetbare stresseffecten van die natuurlijke bacterien. Het laboratoriumresultaat lijkt dus (op zijn minst enige) relevantie te hebben voor het echte leven.
De vier, voor de bacterie, hinderlijkste componenten bleken in deze proef het anti-epilepsiemiddel carbamazepine, de diuretica furosemide en hydrochlorothiazide, en het antibioticum erythromycine.

Monsters nemen uit de Llemenárivier en analyseren op stressfactoren
Monsters nemen uit de Llemenárivier en analyseren op stressfactoren

De kwaliteit van het oppervlaktewater wordt door meer bepaald dan door alleen bestrijdingsmiddelen.

De acht werken van barmhartigheid

Ik heb niks met godsdienst of met welke bovennatuur of metafysica dan ook, maar ik heb een zwak voor deze paus. Na Churchill zijn er niet meer zoveel goede oneliners rondgestrooid.

Paus Franciscus
Paus Franciscus

Franciscus riep op tot samenwerking tegen de achteruitgang van het milieu en de verandering van het klimaat en deed daarbij een felle aanval op het consumentisme en financiële hebzucht. “God gaf ons een prachtige tuin” aldus Franciscus “maar die hebben wij veranderd in een troosteloze woestenij van afval en vuil”. Hij kan het mooi zeggen en hij heeft groot gelijk.
Het citaat komt uit een document, dat uitgebracht is op de mondiale Dag van het Gebed voor de zorg voor de Schepping. Die ws op 1 september 2016. “Economie en politiek, cultuur en maatschappij moeten niet gedomineerd worden door alleen maar op de korte termijn te denken en door onmiddellijke financiele of electorale overwegingen.” Het miljard rooms-katholieken op aarde moet een groene agenda gaan omhelzen, hoe klein de mogelijkheden ook zijn.
In het Evangelie staan zes werken van barmhartigheid:

  De hongerigen spijzen

  De dorstigen laven

  De naakten kleden

  De vreemdelingen herbergen

  De zieken verzorgen

  De gevangenen bezoeken

Paus Innocentius III voegde daar in 1207 aan toe “De doden begraven”, hetgeen ten tijde van de pestepidemieën inderdaad geen vanzelfsprekende zaak was.

Die werken werden een begrip. Er is zelfs een suske en Wiske op gebaseerd (De zeven snaren).

Blijkbaar is een paus gerechtigd om werken van barmhartigheid aan de lijst toe te voegen en Franciscus heeft dat gedaan door de zorg voor de omgeving tot achtste uit te roepen.

Groen geworden kerkgebouw
Groen geworden kerkgebouw

Franciscus begint gehoor te krijgen bij zijn kerkvolk.
The Guardian van diezelfde 1 september had een verhaal over dat inmiddels 3500 kerken in het Verenigd Koninkrijk hun elektriciteit uit hernieuwbare bron gaan halen of al gehaald hebben, waarvan 2000 katholieke en de rest van het Leger des Heils en de Quakers (die procentueel al verder zijn). Er zijn 50.000 christelijke kerken in het UK.
Het is niet altijd eenvoudig, want het kost geld, het zijn soms monumenten en het vreet warmte om een kerk warm te stoken, maar toch. Desnoods groene inkoop.

Het zou goed zijn als bij de kerken in Nederland ook een dergelijke beweging op gang kwam. Ik heb nog nooit een kerk of een moskee met zonnepanelen gezien.

 

Plaatjes van de Philae en de Rosetta – update

Zoals gepland, is de Rosetta op 30 sept 2016 neergestort. De machine bleef tot zijn finale stervensmoment foto’s maken. Dit is de laatste:

Rosetta's last image of comet 67P/Churyumov–Gerasimenko, at an altitude of around 20 metres above the surface. The image is 0.96 metres across
Rosetta’s last image of comet 67P/Churyumov–Gerasimenko, at an altitude of around 20 metres above the surface. The image is 0.96 metres across

——————–

De Rosetta-missie van de ESA (European Space Agency) naar de komeet 67P/Tsoerjoemov-Gerasimenko vertrok op 2 maart 2004. Na 10 jaar door ons planetenstelsel gedwaald te hebben kwam de Rosetta in augustus 2014 in een baan rond de komeet, een stuk ruimterots dat een beetje op een misvormde aardappel lijkt. Daar draait hij nog steeds rond op zo’n 200 km hoogte. In september 2016 laat men hem te pletter storten.

De dwaaltocht van de Rosetta
De dwaaltocht van de Rosetta

De Rosetta heeft op 12 november 2014 een lander op de komeet neergelaten, de Philae. Die landing ging niet helemaal goed. Hij had op zijn eerste touchdown (TD1) moeten blijven staan door ingebouwde dempingsmechanismes, maar die hebben niet goed gewerkt. Daardoor kwam hij in een soort zweefstuit, waarbij hij onderweg ook nog eens een kraterrand schampte. Na de derde landing stond hij stil.

Opname door de CIVA-camera aan boord van de Philae
Opname door de CIVA-camera aan boord van de Philae

Het wetenschappelijke tijdschrift Science publiceerde op 27 juli 2015 een themanummer over de mechanische kenmerken van de landing van de Philae en van het oppervlak van de komeet. Die publicatie is de actualiteit voor plaatsing op deze website. Voor wie toegang heeft tot Science: http://www.sciencemag.org/content/349/6247/aaa9816.full .
Op 13 augustus 2015 was de komeet (met aanhang) in zijn perihelion (het baanpunt dat het dichtste bij de zon ligt).

Komeet op 14 juli 2015 vanuit de Rosetta
Komeet op 14 juli 2015 vanuit de Rosetta

Elk nadeel heeft zijn voordeel en twee keer stuiten ook, want nu is er ervaring op drie plekken op de komeet. De komeet blijkt onverwacht hard, maar op TD1 ligt op die harde laag een zachtere, korrelige laag van een paar decimeter dik. De Philae kwam neer met een kinetische energie van 49,5J, waarvan minstens de helft in het gruis achterbleef en een deel in de dempingsmechanismes van de Philae, die uiteindelijk met ca 5,0J energie weer omhoog stuitte.

Ik ben ook diep onder de indruk van de precisie. Uiteindelijk landde de Philae (robotisch, vanwege een afstand van grofweg 800 miljoen km tot de aarde) bij TD1 op 112 m en 51 sec t.o.v. de beoogde plaats en tijd en nagenoeg loodrecht ten opzichte de gemiddelde aardappelvorm, waarbij het oppervlak op locatie 11,5 graad helde.

Ik hecht grote politieke waarde aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en ik vind het persoonlijk ook erg interessant. Daarnaast heeft het een aantal mooie plaatjes opgeleverd, waarvan ik er hier graag een paar laat zien. Ze komen van http://www.esa.int/Our_Activities/Space_Science/Rosetta .

Close-up van de komeet
Close-up van de komeet

Ook Wikipedia geeft goed informatie (zie https://en.wikipedia.org/wiki/Rosetta_%28spacecraft%29 ). De ruimte ontbreekt in deze kolommen om uitvoerig op informatie in te gaan.

Alleen iets over de zonnepanelen van de Rosetta. Op 800 miljoen km van de zon levert die 48W/m2. De Rosetta heeft 64m2, dus vangt hij 3044W. Dat leidt tot een intern vermogen van 400W, dus het rendement van de panelen is 13%. Er bestaan hogere rendementen, maar de vraag is of die bruikbaar zijn voor een dergelijk type reis.

Tussenuitspraak Raad van State over Marcogas

De gemeente Gemert-Bakel heeft toegestaan dat in het open veld, grenzend aan een bos en tamelijk dicht bij een wijk met woningen en maatschappelijke voorzieningen, een inrichting ontstaan is die grote
hoeveelheden propaan, butaan en andere industriele gassen op- en overslaat. Deze inrichting is al zo groot dat het een BRZO-inrichting is (Besluit Rampen en Zware Ongevallen), en wil fors uitbreiden. Er mag dan 180 ton gas liggen, onder andere in twee ondergrondse propaantanks.
Dit alles tot diep verdriet van omwonenden.

Ruimtegebruik rond Marcogas in Bakel
Ruimtegebruik rond Marcogas in Bakel

Het ruimtelijke traject (bestemmingsplan) is al doorlopen. Bij de start van de procedure in januari 2010 was de gemeente nog bevoegd gezag. Omdat dat doorloopt, is zij dat in deze procedure nog steeds.
In mei 2015 heeft het College van B&W van Gemert de milieuvergunning afgegeven. Daartegen zijn een aantal omwonenden bij de Raad van State in Beroep gegaan. Die procedure loopt nu.

Daarin heet de Raad van State op 14 september 2016 een tussenuitspraak gedaan. De Raad vindt dat de gemeente Gemert-Bakel op zes punten haar huiswerk niet goed genoeg gedaan heeft (en op veel meer punten overigens wel). Omdat de gebreken niet a priori onoplosbaar lijken, heeft de Raad de gemeente 12 weken de tijd gegeven het huiswerk alsnog te doen.

Een bord met maatschappelijke instellingen pal naast de ingang
Een bord met maatschappelijke instellingen pal naast de ingang

Twee van de zes punten hebben betrekking op hetzelfde, namelijk dat er in de verleende vergunning geen rekening is gehouden met evenementen. Daarvan zijn er twaalf per jaar en die kunnen tot 1000 mensen bezoek trekken, vaak kinderen. Het terrein heeft echter niet de officiele status ‘evenementenlocatie’ en daarom had de gemeente de evenementen niet meegenomen.  Vanwege die omissie, vindt de Raad, klopt de berekening van het z.g. ‘groepsrisico’ niet.
Bij twee andere punten gaat het om technische gebreken (op één punt ’s nachts mogelijk teveel herrie en het niet afdoende geformuleerd zijn van de bliksemafleiding), die oplosbaar lijken.
Een punt betreft een administratief manco.
Het laatste punt is de constatering dat volgens de Nederlandse wet geen MER-procedure nodig is, maar dat er Europese jurisprudentie ligt waardoor er mogelijk vanwege Brussel wel zo’n procedure nodig is.
De gemeente moet op deze zes punten dus een bevredigend antwoord geven.

Ik acht het niet uitgesloten dat dat kan. Terecht zegt een van de advocaten van de buurt dat ‘het nog alle kanten op kan’ .
De eisen, waaraan een groepsrisico moet voldoen, zijn zo ruim geformuleerd dat ze slechts zelden beperkend werken. Drie andere punten
lijken eenvoudig.
Het enige, dat mogelijk nog roet in het eten kan gooien, is als uit de Europese jurisprudentie blijkt dat toch een MER nodig is. Dan treedt er een flinke vertraging op, want die moet nog gemaakt worden.

(de huidige inrichting, door mij gefotografeerd vanuit het onmiddellijk aangrenzende bos)
(de huidige inrichting, door mij gefotografeerd vanuit het onmiddellijk aangrenzende bos)

Ik ben sceptisch over de kansen, die de buurt heeft om deze strijd te winnen. Dat neemt niet weg dat ik vind dat ze groot gelijk hebben.
Alleen, het grote probleem is dat de gemeente Gemert-Bakel achterlijke ruimtelijke ordening bedreven heeft. Je moet een gaatje in je hoofd hebben om in deze woon- en voorzieningenomgeving, aan een bosrand (waar al eens een bosbrand aangestoken is), met smalle weggetjes, een BRZO-onderneming met vloeibaar gas en af- en aanrijdende vrachtauto’s  toe te staan. Een BRZO-onderneming hoort op een daartoe geoutilleerd bedrijventerrein te staan. Maar, het eerste is niet verboden en het tweede is niet verplicht. En inmiddels is het ruimtelijke traject definitief doorlopen.
Nu wordt geprobeerd om voor een gevaarlijke ontwikkeling op een achterlijke locatie een niet-achterlijke milieuvergunning te schrijven. De kans dat dat gaat lukken lijkt me reëel aanwezig. Ik heb er gemengde gevoelens over.
Geen milieuvergunning betekent voortzetting van de bestaande situatie die ook niet ideaal is, wel een milieuvergunning betekent een forse uitbreiding bij mogelijk een modernere inrichting.

Het lijkt mij de kogel of de strop.

Zie verder MarcoGas: een BRZO-bedrijf in een Bakels weiland  en  Bosbrand in bos naast Marco Gas – update 09 febr 2016

Vergunning Thermische Reiniger Jansen Recycling ter inzage

De Provincie Noord-Brabant heeft op 30 september 2016 besloten de WABO-ontwerpbeschikking ten behoeve van de oprichting van de thermische TAG-reiniger door Jansen Recycling op het Sonse industrieterrein Ekkersrijt ter inzage te leggen. Van 3 oktober t/m 14 november kan men de stukken doorlezen in het gemeentehuis van Son en Breugel.

Ruimtelijke ordening in het verleden misgelopen

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)
Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)

Het probleem is ooit in de wereld geholpen doordat de gemeente Son een gezoneerd bedrijventerrein t.b.v. recyclingbedrijven bestemd heeft naast een door zandwinning ontstane kuil, die later tot een (inmiddels druk bezocht) recreatiegebied Aquabest omgevormd is.
Het recreatiegebied ligt in de gemeente Best en de gemeentegrens tussen Son en Best moet dus ongeveer tussen de bomen langs de oever lopen.
Deze layout leidt onvermijdelijk tot een spanningsveld tussen de exploitant Van Pelt  van Aquabest enerzijds en de exploitant van het recyclingbedrijf, Jansen Recycling, anderzijds (Jansen Recycling is een werkmaatschappij van de holding A.Jansen BV).

Daarnaast houdt de op 700m afstand gelegen woonwijk Achtse Barrier de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Juridische wirwar
Het spanningsveld heeft geleid tot een wirwar aan juridische procedures, die hier niet volledig uit te leggen is. Ik verwijs naar eerdere artikelen op deze site.

De steen des aanstoots is de grijze berg midden op de foto. Dat is TAG (Teerhoudend Asfalt Granulaat). Dat is verbrokkeld oud asfalt uit de tijd dat daarvoor nog koolteer gebruikt werd. Dat staat stijf van de PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). Die kunnen behoorlijk kankerverwekkend zijn als ze vrijkomen – wat echter niet makkelijk gebeurt.
Het materiaal komt naar boven als oude wegen gerenoveerd worden.
Jansen Recycling heeft inmiddels 600.000 ton TAG in ontvangst genomen, die met zo’n €32 per ton subsidie door wegbeheerders ter vernietiging aangeboden zijn. aangeboden zijn.

Alleen had Jansen Recycling daar geen apparaat voor, een thermische vernietiger (= in praktijk verbranden). En heeft die nog steeds niet. Er is voor dat doel een tweedehands grondreiniger aangeschaft in Engeland, maar die ligt nog, deels gedemonteerd, op het terrein. Wel aanvoer en geen verwerking leidt noodzakelijk tot een steeds grotere berg en die werd na drie jaar (en dat is al lang geleden) geruisloos van ‘werkvoorraad’ (wat wel mag) tot ‘stort’ (wat daar niet mag). Maar het bevoegd gezag, de provincie, deed al die tijd niks. Nu is de berg te hoog en voldoet deze niet aan de afvalvoorschriften.

De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) - over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen
De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) – over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen

De zaak ging rollen toen Jansen Recycling een revisievergunning voor het hele terrein aanvroeg, inclusief de berg (het eerste spoor). Van Pelt, niet ten onrechte, boos want de berg kwam boven de bomen uit en zou zijn zwemvijver kunnen gaan vervuilen. Een hoop gedoe, de berg moest lager en moest uiteindelijk in zijn geheel worden afgevoerd. Of toch weer niet? De Rechtbank en de Raad van State waren er druk mee. Het is mij nog steeds niet duidelijk.
Wel duidelijk dat Jansen Recycling op Ekkersrijt geen nieuw TAG meer mag innemen.

Ondertussen had Jansen Recycling in nov. 2014 (vele jaren later dan het begin van de inzameling) een aparte vergunningsaanvraag  (inclusief MER) ingediend voor de thermische vernietiger – het tweede spoor. Het College van GS had die terzijde gelegd omdat er op het eerste spoor zoveel juridisch gedoe was. (Het ED-artikel van 30 sept zegt ten onrechte dat de Rechtbank en de Raad van State al een uitspraak gedaan hebben over de thermische vernietiger).
Nu de achterhoedegevechten op het eerste spoor voorbij lijken te zijn, komt de trein op het tweede spoor ook weer op gang. Het College van GS heeft de vergunningaanvraag uit 2014 in behandeling genomen en een ontwerpbeschikking ter inzage gelegd.

Mijn positie
Mijn positie is tweevoudig.

Als politiek persoon deel ik het SP-standpunt dat TAG (dat voor een belangrijk deel chemisch afval is), niet geëxporteerd moet worden, maar in Nederland vernietigd. Anders komt het weer in het milieu. Omdat het heel wat autokilometers bespaart, is het een voordeel als de verwerking in ZO Brabant plaatsvindt, maar dat voordeel is niet oneindig groot. Er zijn elders in Nederland ook inrichtingen.
Als adviseur van het Leefbaarheidsteam in de Achtse Barrier wil ik, dat het TAG geen problemen in de wijk gaat maken.
De twee posities zijn niet strijdig, omdat ik inschat dat de wijk minder te vrezen heeft van een oordeelkundige bewerking dan van een eindeloze opslag die tot stuiven of lekken zou kunnen gaan leiden. Ook de tienduizenden vrachtauto’s, die met veel stuivend gegraaf gevuld zouden moeten worden als het materiaal inderdaad naar elders zou moeten worden afgevoerd, lijken mij niet in het belang van de omwonenden.

Ik kan mij het ongenoegen van Van Pelt overigens goed voorstellen. Geen enkel scenario is in zijn belang.

Maar in voorgaande zin zitten impliciet twee aannames verwerkt:
a)  dat er überhaupt een bewerking komt
b)  dat die oordeelkundig is

Ad a): Jansen Recycling traineert de voortgang al vele jaren. Er moet inmiddels voor ca 15 a 20 miljoen aan subsidie geïncasseerd zijn, tot nu toe zonder enige tegenprestatie. Het lijkt er soms op dat Jansen Recycling er niet zoveel bezwaar tegen heeft dat deze toestand nog geruime tijd voortduurt. Wie er dirty thoughts in een dirty mind op los laat, zou zich zelfs kunnen voorstellen dat een faillissement aantrekkelijker is dan de tegenprestatie. Na welk faillissement er 15 a 20 miljoen overheidsgeld zoek zou zijn, en er alsnog op overheidskosten 600.000 ton chemisch afval naar de Moerdijk gebracht moet worden.

Ad b):  of de bewerking op papier oordeelkundig is, moet blijken uit de tekst van de aanvraag. De Commissie MER ziet in een advies dd januari 2016 geen grote problemen. Er zijn wat duurzaamheidsvragen (biomassabijstook en rookgasrecirculatie) en de installatie kan over de grens van het ETS heen schieten (het Emission Trade System van de EU). Men denkt dat het vermogen in praktijk 18MW thermisch zal zijn, terwijl de ETS-grens op 20MWth ligt.
Ik ga in elk geval proberen om de ontwerp-vergunning zelf ook in te zien.
Of de bewerking in praktijk ook oordeelkundig is, moet blijken. Jansen Recycling had problemen met de BIBOP-procedure en “geniet” een redelijk straf handhavingsregime.

Het is zeer wel denkbaar dat dit verhaal nog niet afgelopen is. Waak-
zaamheid blijft geboden.

Zie Provincie gaf Jansen Recycling ten onrechte omgevingsvergunning voor TAG -update   en het TAG voor de rechter