Zonnepanelen op 80ha afgedankt bedrijventerrein? – updates

Drie updates zie onderaan dit artikel.

Het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) wil 80ha bedrijventerrein wegens overbodigheid zeker afdanken en 192ha misschien. Het SGE omvat de gemeenten en Helmond en zeven gemeenten daar rondom heen.

Milieudefensie heeft het SGE per brief gevraagd om die 80ha “vol te gooien” met zonnepanelen.
Een eerder artikel op deze site, met daarin de brief, is te vinden op https://www.bjmgerard.nl/?p=3626  (de afbeeldingen in het artikel stonden niet in de brief).
duurzame-energiegetallen-sge-gebied-over-2014-kleur

Samen wekten de negen gemeenten in 2014 slechts 3,45% van hun energie duurzaam op. Ondanks de torenhoge Brainport-pretenties in de regio is dat nog beduidend onder het Nederlandse gemiddelde van Nederland van 5,6% en van Brabant van 7,0%.
Met 80ha PV-paneel zou de duurzame opwekking groeien tot iets meer dan 4%. Houdt nog steeds niet over, maar in elk geval een stap.
Bovendien is dit een gunstige tijd om te investeren (lage rente, beschikbare subsidies).

Het antwoord
Milieudefensie ontving op 27 okt een antwoord van portefeuillehouder Hoekman-Sulman (wethouder van Geldrop-Mierlo) namens het SGE.
Mevrouw Hoekman-Sulman noemde het idee “goed en positief”, maar zei erbij dat er ook andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld het Groenfonds van de provincie. De gebieden zijn nog niet bebouwd en soms staat er bos of andere natuur op.
Soms ook staan er bijvoorbeeld kassen op. De grond is niet altijd al in eigendom bij de gemeenten.
Bij de herinvulling van de gronden zullen alle alternatieven worden meegenomen.

De volledige tekst van het antwoord is hier te vinden.

Commentaar op het antwoord
De toonzetting van het antwoord is positief en het voorbehoud is niet onredelijk. Aan de andere kant hadden deze bezwaren ook niet geteld als het bedrijventerrein wèl ontwikkeld was geweest. Dan waren de kassen ook opgekocht geweest en de bomen ook gekapt.

Het is overigens een interessante discussie wat duurzamer is: zonnepanelen op een lap grond of een eventueel laagwaardig en reeds volwassen productiebos. Karel Knip schrijft er (deels uit zijn nek) in de NRC hele verhalen over. De uitkomst van deze afweging staat voor mij niet vast.
Het is ook een interessante discussie of je onder een veld zonnepanelen een goede nieuwe ecologische functie kunt definieren, al dan niet gecombineerd met schaap. En vervolgens, of die functie beter of slechter is dan laagwaardig volwassen productiebos.
Ik weet van dit onderwerp zelf te weinig af. Het lijkt me een leuke vraag voor de BMF en de regionale of de provinciale natuurambtenaren.

Daarnaast: Milieudefensie heeft het nog niet gehad over de 192 ha in de misschien-categorie. Daarvan zou misschien ook wel een deel met zonnepanelen kunnen worden vol gezet. Als een stad als Eindhoven in 2045 energieneutraal wil zijn, zal men toch iets moeten.

Inmiddels begint het idee in een stroomversnelling te geraken.
De Eindhovense SP kondigde een motie voor de begrotingsbehandeling aan in de Begrotingscommissie van 01 nov 2016. Het Eindhovens Dagblad van 02 nov 2016 noemde het een ‘proefballonnetje’ , maar dat doet de voorgeschiedenis zijdens Milieudefensie onrecht. Zie hier de motie –>  motie-zonnepark-op-vrijvallende-industrieterreinen
Wethouder Staf Depla (PvdA): “U komt hiermee op het juiste moment. De provincie heeft de regiogemeentes  gevraagd om een deel van de geplande bedrijventerreinen te schrappen, omdat er anders teveel komen. ….. Een zonnepark is één van de opties.

geschrapte-bedrijfsterreinen-sgegebied_ed_03nov2016
Een dag later stond in het ED een kaartje  met de bedrijventerreinen, die bij de deal betrokken waren. De negen gemeenten in het SGE-gebied hebben op 2 nov bij elkaar gezeten voor de finale besluitvorming. Ze maken een financiele pot, waarin de plussen en de minnen gaan, en spreken af, dat ze elkaar blijven vasthouden wat betreft de grondprijzen van de industrietereinen, die met enige opslag nog wel uitgegeven worden.
De definitief te schrappen hoeveelheid bedrijfsterrein blijkt inmiddels gegroeid tot ca 150ha.

Over de invulling van de geschrapte terreinen wil de provincie gaan meedenken met de gemeenten. Gedeputeerde Van Merrienboer in het ED (3 nov 2016) ziet kansen “met windmolens kun  je veel geld verdienen en ook zonnepanelen zijn interessant“. “Met tijdelijke ‘energieweiden’ kunnen gemeenten hun verlies op energiegrond extra compenseren.”

Dat woordje ‘tijdelijk’ is trouwens typisch. Als het om de grote misschien – categorie gaat (ca 165 hectare) valt dit te volgen. Als het om de afgeschreven categorie gaat, valt niet goed in te zien waarom dit ‘tij-
delijk’ zou moeten zijn – behalve als die tijdelijkheid uit de vergankelijk-
heid van alle technische dingen voortvloeit.

Tweede update: bij de Eindhovense begrotingsbehandeling hebben B&W de SP-motie overgenomen. De inhoud is dus zonder stemming tot beleid verklaard.

Derde update:
een motie van gelijke strekking heeft het in de provincie niet gehaald omdat de Gedeputeerde zei dat ze het beoogde al deed.
Een week later (18 nov 2016) is er wel een motie breed aangenomen waarin gesteld werd dat er “in de Verordening Ruimte voorstellen moesten komen, waarin stond onder welke voorwaarden ruimte kan wordne geboden aan bottom up-initiatieven, zodat ook zonnevelden in de onbebouwde ruimte mogelijk gemaakt kunnen worden.” De Verordening Ruimte is een van de belangrijkste wapens van de provincie.
De tekst zie –> motie_18nov2016_zonnepanelen-in-verordening-ruimte

 

Ontwerpbeschikking TRI Jansen Recycling

Ontwerp-beschikking en zienswijze
Er is in deze kolommen al veel geschreven over het recyclingbedrijf Jansen Recycling aan de Kanaaldijk-Zuid in Son, tegenover de destructor. Zie Vergunning Thermische Reiniger Jansen Recycling ter inzage  voor het laatste artikel. Dat artikel geeft een goed overzicht van de geschiedenis. Ik eindig daar met de belofte dat ik de ontwerp-beschikking zou gaan inzien, en dat heb ik gedaan.
Ik heb mijn bevindingen neergelegd in een stuk voor het Leefbaarheidsteam Achtse Barrier (de aangrenzende Eindhovense wijk), Werkgroep Geluid en Milieu, en dat heeft geleid tot een zienswijze.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)
Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). Het TAG is de grijze berg die er ligt.

De belangrijkste punten in het kort:

  • Gezien de voorgeschiedenis mag Jansen pas weer TAG (Teerhoudend Asfalt Granulaat) innemen als de Thermische Reinigings Installatie (TRI) feitelijk werkt
  • door ingrepen in de layout en in het productieproces kan de geluidsbelasting op de meest Noordelijke woningen in de Achtse Barrier ongeveer 3dB omlaag (die liggen op ruim 700m afstand). Slechts financiele overwegingen verzetten zich hiertegen.
    Met name het pieklawaai (‘s nachts bijv. 60dB(A)) van deze continu doordraaiende inrichting is te soepel gereguleerd
  • de afgasbehandeling voldoet aan wat de wet de Best Beschikbare Technieken vindt, maar het kan beter (een extra voorziening bovenop de twee die zijn voorgeschreven). Per slot van rekening gaat het feitelijk om een gespecialiseerde vuilverbrander, die ook vervuilde grond mee kan laten lopen. Daar kunnen chloorhoudende verbindingen in zitten en die kunnen dioxinen en furanen veroorzaken, als de installatie slecht gerund wordt.
  • de Werkgroep zag graag extra zekerheid tegen geuroverlast door storingen
  • Gezien de voorgeschiedenis is een stringente handhaving nodig.

De volledige tekst is te vinden op zienswijze-jansen-recycling-13nov2016-1 .

Jansen doet weer raar
De Ontwerp-beschikking voor de TRI is een normaal document en in zijn soort niet slecht, hoewel het altijd beter kan (vandaar de zienswijze).

Maar op gezette tijden doet Jansen uitspraken die de vraag oproepen wat hij nou eigenlijk wil en of de installatie bij hem in goede handen is.
Zo schreef het ED op 15 oktober dat Jansen “maandag 17 oktober met het wegwerken van de grote berg TAG begint met een verwerkingsmethode die het bedrijf geheim wil houden.” ?????
Het is ook de provincie NBrabant (het bevoegd gezag) een raadsel wat Jansen bedoelt. Mij ook. Nu juist de TRI, waarvoor op dat moment de Ontwerp-beschikking ter inzage lag, is het apparaat wat voor het wegwerken bedoeld is, en daar is niets geheims aan.
Advokate Bier van Jansen zei (in het ED) dat “het vier jaar kan duren voordat de vergunning van kracht is“. Misschien, maar die termijn lijkt me aan de lange kant.

Ik blijf het niet helemaal vertrouwen.

Mijn jaarafrekeningen door de jaren heen – update 1

Voor de update-1 één jaar (okt 2015-okt 2016) later zie onderaan dit artikel.

Ik kreeg onlangs (eind okt 2015) van Greenchoice mijn jaarafrekening van oktober 2014 t/m 2015, zowel de heen- als de teruglevering. Ik vind dat een geschikt moment om mijn eigen energiesituatie te schetsen.

Verstandig om even mijn morele positie te benoemen. Ik ben voor
duurzame energie en ik wil daar ook persoonlijk een bijdrage aan
leveren, zolang het financieel enigszins binnen de grenzen van het redelijke blijft. Ik zit er dus primair voor het milieu in met een knipoog naar het geld en niet omgekeerd.

Wat is “rendabel”?
Verstandig om hier ook even het begrip ‘rendement’ te definieren.
Bij een elektriciteits-groothandelsprijs onder de 5 cent/kWh is momen-
teel geen enkele duurzame energievorm qua zuivere kostprijs rendabel. De kolen worden momenteel voor zo’n weggeefprijs aan de man gebracht, dat daar niets tegen op kan concurreren. Zie ook mijn artikel over de SDE-regeling ( Voorbeelden van de SDE+ regeling voor duurzame energie )
Omdat aan de zuivere kostprijs een veelvoud aan opslagen wordt toegevoegd, kunnen staat en energieleverancier spelen met die opslagen. Voor mij als burger is daardoor een economische rentabiliteit haalbaar. Bij gewenst gedrag rekent men mij minder opslag en dat levert al gauw meer op dan mijn spaarrekening mij levert. Ik gebruik in het hierna volgende deze definitie.

Mijn huis en mijn gezinssituatie
Ik woon in een standaard rijtjeshuis in de Eindhovense wijk Woensel dat rond 1970 gebouwd is. Het heeft een bruikbare vloeroppervlakte van 143m2 over drie reële woonlagen en een opbergzolder. Er is in 2000 een Nefit Ecomline HRC30 2000 ingezet, die jaarlijks onderhouden wordt. Het huis heeft geen kruipruimte.

nefit ecomline HRC 30 2000
nefit ecomline HRC 30 2000

We hebben een doorsnee gezinssituatie, waarvan de wisselingen geen grote invloed op de hierna weergegeven cijfers gehad hebben.
Ik ben een uitgesproken nachtmens, hetgeen energetisch niet gunstig is. Door de jaren heen verbruikten wij met ons huishouden aan elektriciteit zo’n 15kWh/dag. Dit getal daalt autonoom wat nu de kinderen het huis uit zijn.

De energie-operaties
In aug. 2008 hebben we alle kozijnen vervangen door kunststof, en tevens alle glas door HR++ thermopane. De kosten daarvan reken ik grotendeels als  onderhoudskosten van de woning. Daarna had mijn woning energielabel D.
In april en mei 2011 heb ik (met technische ondersteuning van buiten) het dak en de muren geïsoleerd, een zonneboiler geplaatst en twee fatsoenlijke zolderdakramen. Toen had mijn huis het B-label.
Het is arbitrair welk deel van de kozijnenoperatie ik aan energiebesparing toereken en welk deel aan regulier onderhoud, dat ook nodig was. Met de kletsnatte vinger heeft het energie-geheel ons 10 mille gekost en dat resulteert in een besparing (bij de huidige gasprijs) van €455 per jaar. De terugverdientijd is dus zo’n 22 jaar. Daarnaast is het huis aangenamer geworden om in te wonen en meer waard.

In maart 2014 hebben we drie standaard zonnepanelen laten plaatsen door ons reguliere installatiebedrijf. Dat kostte (na BTW-teruggave) €1970 en levert ca 600kWh/y op. Bij Greenchoice is 1 kWh 23 cent waard, dus deze investering levert ca €138/y op. De terugverdientijd is dus ca 14 jaar. De technische levensduur wordt meestal op zo’n 20 jaar geschat.
Ik ben nu 68 jaar, dus benieuwd of ik dat nog in mijn eigen huis meemaak.

De Blauwe Reiger
De Blauwe Reiger

Op 1 mei 2014 heb ik drie winddelen in de windmolen De Blauwe Reiger gekocht in Noord-Holland. Dat kostte €645 en het ding levert mij ergens rond de 1800kWh/y op, goed voor ruim 7 cent/kWh, dus ergens rond de €140/y. Dat wordt in mindering gebracht op mijn elektriciteitsrekening.
Daar moest een kleine €80 onderhoudskosten van af, dus de terug-
verdientijd zit ergens rond de elf jaar. De technische levensduur van windturbines wordt op 15 a 20 jaar geschat.

Benadrukt moet worden dat terugverdientijden breuken zijn met zowel in de teller als de noemer forse onzekerheden. Vast staat dat ik op mijn spaarrekening minder vang.

Al met al halen zon en wind pakweg 40 a 50% van mijn bruto elektrisch verbruik af.

Nul op de meter
De provincie wil ervoor zorgen dat in 2050 800.000 huizen in Brabant Nul op de meter worden. Ik ben benieuwd hoe dat met mijn huis en mijn leefwijze moet.

Oktober 2015 – okt 2016
Ons huishouden was gedurende de vorige periode kleiner geworden. In deze periode is de huishoudelijke situatie ongewijzigd gebleven. Het verbruik over deze periode is dan ook, vergeleken met de vorige periode, flink gedaald.

Mijn zonnepanelen zijn goed voor ongeveer 600kWh per jaar, waarvan iets meer dan 200kWh zichtbaar als teruglevering. Bij de huidige elektriciteitsprijs, die kleinverbruikers betalen (bij Greenchoice 20,23 cent/kWh), levert mij dat op €121. De aanschaf van deze drie panelen kostte toen nog (na BTW-teruggave) €1970 en exploitatielasten zijn er niet. De panelen leveren mij bij de huidige consumenten-stroomprijs 6,1% van de aanschafsom op. Andersom uitgedrukt, een terugverdientijd van 16 jaar als men de restwaarde van de panelen nadien op 0 stelt. Dat is waarschijnlijk te pessimistisch, maar daar valt geen getal aan te verbinden.
Kortom, het geheel levert mij meer op dan op dit moment een bankrekening doet. Ik ben tevreden en ik help het milieu.Mijn PV-panelen zijn gelegd voor de grote prijsdaling begon, en het zijn er maar drie (dus een relatief ongunstige overhead). Wie tegenwoordig zonnepanelen legt, is financieel beter af.

Mijn Blauwe Reiger draait in  Noord-Holland. Drie winddelen hebben mij eenmalig €645 gekocht. Die staan in de verslagperiode voor 1515kWh waarvoor Greenchoice mij 6,87 cent/kWh kwijtscheldt, goed voor €104.
De exploitatiekosten in deze periode bedroegen €84, zodat ik netto €20 wijzer wordt van het bezit. Dat bezit wordt in principe niet minder waard, want ik kan ze weer verkopen. De winddelen leveren mij dus 3,1% van de aanschafsom op.

Overigens was de groothandelsprijs voor elektrische energie in deze periode rond de 4 cent/kWh. 

Fietskennis in de versnelling

“Infrastructuur, gedrag en kennis/innovatie” is de trits die onder het provinciale Fiets in de Versnelling – programma ligt. Verkeer-gedeputeerde Cristophe van der Maat (VVD) opende daarmee de wervende informatiebijeenkomst over het  programma Fiets in de Versnelling, 10 november 2016, in Breda. Ik was erbij voor Milieudefensie en als medewerker van de SP-fractie in Provinciale Staten (PS).
Een plenair deel en een handvol workshops, waaruit je er twee kon kiezen. Ik heb de meer technisch/wetenschappelijke gekozen.

Plenair sprak Paul van de Coevering. Dat is de man die vanaf juni 2016 vier jaar lang Lector Urban Intelligence is aan de Nationale Hogeschool voor Toerisme en Verkeer (NHTV), tegenwoordig als University of Applied Science opgestoten in de vaart der volkeren. De NHTV is het brandpunt van (o.a.) verkeerskennis in Nederland en is, behalve HBO, op dit gebied ook WO.

Het wemelt bij de provincie en de grote steden van de goede bedoelingen t.a.v. het fietsen en dat bedoel ik niet sarcastisch. Maar tussen een goede bedoeling en goed beleid zitten enkele stappen, waarvan kennisopbouw er één is. Vandaar de NHTV, een soort spin in een samenwerkingsweb met ook Europese InterReg-programma’s als vlieg.

Bikeprint
Het is sinds kort mogelijk om fietsverkeer feitelijk te volgen. Tot de opkomst van de smart phone kon dat eigenlijk niet en wisten beleids-
makers bij benadering niet hoeveel mensen er in de ochtendspits feitelijk van Eindhoven naar Oirschot fietsten. Zoiets was alleen van auto’s bekend – daarin was de interesse ook groter.
Op enkele manieren is in dit manco voorzien, met de GSM en andere GPS-apparaten als belangrijkste vernieuwing. Dus nu ook fiets – big data. Vreselijk privacygevoelig zijn die niet, maar er zit toch bescherming op zoals het weglaten van het eerste en laatste punt van de reis. En je kunt alleen met je medewerking geregistreerd worden, dus het is een onderschatting van de aantallen.
Op de home page van www.bikeprint.nl (wat voor een lange afkorting staat), staat om te beginnen al een snoezig filmpje waarin je fietsers in de ochtendspits als rupsen over de kaart van Brabant ziet kruipen naar werk of school of elders.

Bikeprint is een schatje, met heel veel mooie plaatjes.

Drukte op de weg Eindhoven-Den Bosch (op dat moment 106 geregistreerde fietsers die gemiddeld 24km/uur fietsen)
Drukte op de weg Eindhoven-Den Bosch (op dat moment 106 geregistreerde fietsers die gemiddeld 24km/uur fietsen)
Isochronen rond het centrum van Tilburg (bleekblauwe vlekken bevolkingsconcentraties).
Isochronen rond het centrum van Tilburg (bleekblauwe vlekken bevolkingsconcentraties).

De cirkels geven aan hoe veel tijd het ongeveer zou kosten om naar het centrum van Tilburg te fietsen als je alsmaar rechtdoor kon zonder ergens last van te hebben.
De buitenste drie kwartier-cirkel heeft bij nameten een straal van 18 km en het plaatje hoort dus bij een snelheid van 24km/uur (maar dat staat er niet bij). De e-bike is referentie.
Vroeger haalde ik dat niet-elektrisch ook nog wel en ook nu nog haalt zeker niet iedereen dat, dus wat korreltjes zout rond Tilburg zijn op zijn plaats.
Maar in praktijk liggen tussen droom en daad stoplichten in de weg en andere blokkades, en daarom is dezelfde drie kwartier-analyse per wegvak gemaakt. Daar kun je ook weer op klikken, enz.

Dit is een kaartje met welke snelheden men haalt op de fiets (gegevens linksboven voor Eindhoven-Oirschot)
Dit is een kaartje met welke snelheden men haalt op de fiets (gegevens linksboven voor Eindhoven-Oirschot)

Met dit type kennis kunnen beleidsmakers stedelijke ontwerpen maken die toegeschreven zijn naar de fiets (Bicycle Oriented Development). Strategie kan beter worden vertaald in tactiek.

CHIPS
Een ander samenwerkingsverband is dat met Shaping Society. Dat gaat over innovatie aan snelfietsroutes. Dat deed Joost de Kruijf van de NHTV, helaas in raffeltempo omdat zijn voorgangster een deel van zijn tijd opgebruikt had.

Shaping Society gaat over een heleboel dingen die hip en geavanceerd zijn op uiteenlopende gebieden. Relevant voor dit artikel is https://www.shapingsociety.nl/follow-us—cycle-spaces-project-.html . Een klik op een tab en er verschijnt een .pdf – file die te groot is voor deze site, en waarvan blz 24/32 het hoofdonderwerp van de bijdrage van De Kruijf was. Die ging over de Life Cycle Highway (men weet het allemaal mooi te brengen, maar ondanks dat is het toch mooi) Tilburg – Waalwijk. Een van de medewerkende instanties is het Tweesteden Ziekenhuis, dat een vestiging heeft in Tilburg en Waalwijk – vandaar. Tilburg-Waalwijk is centrum-centrum zo’n 14km , en met het ontwerp van deze snelfietsroute had men van de fietsreistijd 5 a 10 minuten af weten te krijgen.
De betreffende pagina als afbeelding afdrukken werkt het snelst.

De Life Cycle Highway Tilburg-Waalwijk
De Life Cycle Highway Tilburg-Waalwijk

Het CycleRAP – programma van de ANWB
De ANWB (die doen blijkbaar ook wat voor fietsers) had Roxy Tacq gestuurd om over CycleRAP te vertellen. Dat zit zo.

De ANWB zit in het Europese verband EuroRAP (RAP staat voor Road Assessment Program). Daarin is een uniforme methode ontwikkeld voor automobilisten en voetgangers.
De toepassing daarvan op auto’s lag ten grondslag aan de ANWB-rating van het gevaar van Brabantse provinciale wegen uit 2014 (zie http://www.anwb.nl/belangenbehartiging/verkeer/verkeersveiligheid/eurorap-onderzoek-in-elke-provincie ). Dat was een goed werkstuk.

De ANWB is nu bezig om dit in Nederland te vertalen naar de fietsinfrastructuur. Dat heet dan CycleRAP. Dat project is nog in de ontwikkelfase (de β-versie zei Tacq) en wordt getest in pilot. Het project kan geadresseerd worden via www.anwb.nl/veiligefietspaden . Daarop informatie, o.a. een tab naar een goede fact sheet .
De ANWB werkt hier samen met de SWOV (de Stichting Wetenschappelijk onderzoek voor een veiliger verkeer)

Een straatbeeld tbv CycleRAP
Een straatbeeld tbv CycleRAP. Van stip tot stip is 5 m.

Tacq vertelde dat het proces uit vijf stappen bestond:
– beelden (hierboven)
-scoren van 32 wegkenmerken (hieronder)
– verkeersintensiteit toevoegen
– berekening van een score
– analyse en rapportage.

De CycleRAP - kenmerken matrix
De CycleRAP – kenmerken matrix

Het vastleggen van de kenmerken gebeurde nu nog met studenten en dat was arbeidsintensief, maar het zou mogelijk moeten zijn om dat op zijn minst voor een deel te automatiseren. Geïnteresseerde bedrijven konden zich melden voor een licentie.

De registratie van fietsongevallen in Nederland is naar algemene mening van de aanwezigen belazerd. Er wordt alleen geregistreerd als de politie er bij komt en dat is slechts zelden. De ANWB is bezig met een app waarmee een fietser een ongeval kan melden. Dat is vrijwillig en dient slechts het algemeen belang, de uitkomst moet dus nog blijken, maar het kan onmogelijk slechter.
De metingen bij een eerste pilot in Amsterdam (die o.a. op ambulancegegevens gebaseerd waren) leken het systeem te valideren.
Verder werk is nodig.

Er gaat een project komen voor de drie noordelijke provincies.

Er kwamen vragen namens wegbeheerders uit het publiek of het vastleggen van de kenmerken kon samengaan met de reguliere inspecties, die een wegbeheerder toch al moest uitvoeren. Dat was een interessante vraag, zei Tacq, maar dat kon in  elk geval nu nog niet.

Zwitserse kerncentrales te koop voor een euro

Kerncentrale Leibstadt Zwitserland

Dit bericht heb ik overgenomen van WISE (07 nov 2016) (WISE = World Information Service on Energy).

Ik ben het overigens niet altijd met WISE eens. Ik ben niet a priori tegen kerncentrales, maar ik ben in praktijk niet erg blij met de bestaande modellen. WISE staat daar bijna fundamentalistisch in en ik niet.

Verder onderschat WISE het probleem van een elektriciteitsprijs van 3 cent/kWh. Men kan er triomfalistisch over doen dat kerncentrales en gascentrales daardoor in de min komen, waarschijnlijk zelfs ook kolencentrales, maar evengoed alle vormen van duurzame energie in Europa komen in de problemen. Alleen wordt dat meestal met subsidie aangevuld in de verwachting dat deze subsidie een tijdelijke overbrugging is naar een toekomst waarin de duurzame energie-kostprijs onder de stroomprijs ligt.
Het leven zou een stuk eenvoudiger zijn bij een kWh-prijs van bijvoorbeeld 8 cent per kWh.

Maar goed, ik vond dit een leuk bericht van WISE. Mocht u zichzelf de trotse eigenaar van een kerncentrale willen gaan noemen, dan weet u waar u terecht moet. Ik begin er niet aan.
——————

Zwitserse kerncentrales lijden verlies van omgerekend 600 miljoen Euro per jaar. Daarom wil de directeur van het elektriciteitsbedrijf Alpiq zijn kerncentrales Gösgen en Leibstadt voor het symbolische bedrag van 1 Zwitserse Franc (omgerekend 1 Euro) verkopen aan de overheid.

Kerncentrale Beznau Zwitserland
Kerncentrale Beznau Zwitserland

De directeur, Alder, heeft eerst geprobeerd de kerncentrales aan buitenlandse ondernemingen zoals het Franse EDF te verkopen, maar dat is niet gelukt. Niemand wil die kerncentrales hebben.[i] [ii] De verkoop voor een symbolisch bedrag komt op een belangrijk moment: op 27 november is er een referendum om de kerncentrales eerder stil te leggen dan aanvankelijk gepland. Ze waren oorspronkelijk gebouwd voor een levensduur van 60 jaar. Als de bevolking instemt met de vervroegde sluiting gaan de kerncentrales Mühleberg, Beznau I en Beznau II eind 2017 dicht. Voor Gösgen valt dan het doek in 2024 en voor Leibstadt in 2029.[iii]
Update: in het referendum hebben de Zwitsers de vervroegde sluiting afgewezen (55% tegen vervroegde sluiting).

Op de Zwitserse elektriciteitsmarkt bedraagt de prijs die een afnemer betaald voor een kilowattuur (kWh) stroom op dit moment omgerekend 3 eurocent. Daar staat tegenover dat de gemiddelde totale onderhouds- en reparatiekosten voor genoemde kerncentrales in de periode 2010 tot 2016 al opliepen tot ongeveer 4 cent per kWh. Er van uitgaande dat er aan die omstandigheden (zowel aan de kosten- als aan de opbrengstenkant) niet veel veranderd is in de afgelopen maanden, is er nu door het Zwitserse consultancy bureau Re-solution.ch uitgerekend dat er alleen al in 2016 een verlies zal worden geleden van 637 miljoen Zwitserse Franc (ruim 600 miljoen Euro).[iv] [v] Blijkbaar verwacht de directeur van Alpiq niet dat de marktprijs voor elektriciteit de komende jaren zal stijgen, want anders zou hij zijn kerncentrales niet voor 1 Franc (Euro) te koop aanbieden.

Ideetje voor Borssele ?

Kerncentrale Leibstadt Zwitserland
Kerncentrale Leibstadt Zwitserland
Naam kerncentrale Vermogen (Megawatt) In bedrijf sinds Sluitings-
datum
Referendum vraagt om sluiting in
Mühleberg 390 1971 2031 2017
Beznau I 380 1969 2029 2017
Beznau II 380 1971 2031 2017
Gösgen 1060 1979 2039 2024
Leibstadt 1275 1984 2044 2029

[i] http://www.tagesanzeiger.ch/sonntagszeitung/alpiq-will-akw-verschenken/story/26004081, 5 november 2016.

Openbare TTIP-avond in Geldrop

Openbare avond TTIP Geldrop 17 okt 2016
Openbare avond TTIP Geldrop 17 okt 2016

Op 17 okt 2016 hebben Milieudefensie Geldrop en Eindhoven, en het FNV, een openbare informatieavond georganiseerd in ‘t Kruispunt in Geldrop over TTIP, CETA en TiSA. Er waren (buiten de sprekers) ca 35 mensen.
Voor Milieudefensie sprak Freek Bersch, voor het FNV Lot van Baaren.

Freek concentreerde zich vooral op het milieudeel, op de procedure, en op het arbitragesysteem met als voorbeeld de Hamburgse kolencentrale.
Lot besprak vooral het arbeidsrechterlijke deel, met een speciaal accent op TiSA, het Trade in Services Agreement waardoor in feite de publieke en semi-publieke sector vermarkt wordt.

Een verslag van de avond is hier te vinden.

Openbare TTIP-avond Geldrop 17 okt 2016. Staand Freek Bersch (MlDef) en Lot van Baaren (FNV)
Openbare TTIP-avond Geldrop 17 okt 2016. Staand Freek Bersch (MlDef, links) en Lot van Baaren (FNV, midden). Rechts staand Wen Spelbrink, voorzitter MilDef Eindhoven.

 

ANWB-inventarisatie levert voor Brabant weinig nieuws op

Aantal deelnemers
De ANWB heeft zijn leden gevraagd om aan te geven waar naar hun meningen knelpunten in het wegennet bestonden. Tussen mei en september 2016 hebben een niet genoemd aantal leden 3188 unieke ‘pins’ op een wegenkaart van Nederland gezet. Uit dat assortiment zijn er 976 ge-like-t.

Het rapport is te vinden via http://www.anwb.nl/belangenbehartiging/mobiliteit/oponthoud .

Omdat mensen meerdere pins mochten zetten, moet dus het aantal personen dat een pin gezet heeft kleiner zijn dan deze aantallen. Ik vind dat aantal voor een vereniging van 3,4 miljoen leden eigenlijk weinig. De resultaten moeten dan ook m.i. hooguit indicatief worden opgevat.
oponthoud-op-de-weg_anwb_nov2016

Van de 3188 unieke pins (in heel Nederland) hadden er 1372 betrekking op de snelweg, 1020 op N-wegen (van Rijk en provincie samen), en 796 op stedelijke wegen.
Op zich is dat al opmerkelijk: de meeste knelpunten in Nederland zitten dus niet op de snelweg, maar lager in de hierarchie.

Oorzaken oponthoud

Oorzaken oponthoud ANWB-inventarisatie nov 2016
Oorzaken oponthoud ANWB-inventarisatie nov 2016

De problematiek op wegen landsbreed wordt slechts in zeer beperkte mate door capaciteitstekort veroorzaakt (25% bij snelwegen en 13% bij N-wegen). De knelpunten komen vooral voort uit lokale situaties.
Die worden vaak bij naam genoemd en dat is een zinvolle uitkomst. De ANWB doet aanbevelingen over bijvoorbeeld verkeerslichten (regiefunctie, vaker groene golf, check het functioneren elke drie jaar); vermindering van het aantal rijstroken (‘voorkom wegversmallingen’); brug-
openingen (oa niet te lang in de spits en meer communicatie); en snel-
wegaansluiting/doseermaatregel (die vaak gepraktiseerd worden omdat veel steden met een overbelaste ringweg zitten ).

De ANWB stelt dat met een relatief klein budget juist bij N-wegen relatief veel bereikt kan worden. Verder beveelt de ANWB beter overleg tussen verschillende wegbeheerders aan (bijvoorbeeld Rijkswaterstaat ener-
zijds en provincie of gemeente anderzijds) voor verkeer dat van het ene systeem in het andere moet.

Publiek versus ministerie
Het ministerie en het publiek vinden lang niet altijd hetzelfde punt een knelpunt. De objectieve rangorde valt lang niet altijd samen met de irritatie-rangorde. De A58 tussen Tilburg  en Eindhoven staat 3de in de irritatievolgorde en slechts 20ste bij het Ministerie. De A2 tussen Eindhoven en Weert staat 2de in de irritatielijst en komt in de top-50 van I&M zelfs niet voor.

Brabant
De ‘pins’ hebben tot een top-100 geleid, die bijna de helft van de knelpunten afdekt. Die zijn per provincie uitgesplitst en het Brabantse deel van die top ziet er als volgt uit (Brabant was goed voor ongeveer 1/6 van het aantal reacties).

Het Brabantse deel van de Top-100 van de ANWB-inventarisatie 2016
Het Brabantse deel van de Top-100 van de ANWB-inventarisatie 2016

Op de keper beschouwd zit hier weinig nieuws in. De A58, de A2, de A67, de N65 en Hooipolder zijn al in procedure.
Ook van belang is wat er niet staat. Noch de objectieve noch de subjectieve lijst melden problemen rond Eindhoven anders van de genoemde snelwegtrajecten. Ook achteraf lijkt de analyse van Stuit de Ruit, dat het meer zin had om de A58 en de A67 te verbeteren dan om de Ruit aan te leggen, nog steeds juist.

De vergadering van de Commissie I&M
De ANWB heeft zijn onderzoek op 1 november 2016 aan de Commissie I&M van de Tweede Kamer aangeboden. Daar was de begroting aan de orde. Geld voor infrastructuur, altijd spannend.
Als ik het IPO (de vereniging van provincies) moet geloven (ik ben er zelf niet bij geweest), was het vooral een strijd tussen de asfaltisten (uiteraard de VVD) en de ontschotters, die op een meer integrale manier bereikbaarheidsvraagstukken willen oplossen.
Het Bereikbaarheidsakkoord ZO Brabant heeft ook in den Haag school gemaakt. Een compliment.

 

Klimaateffecten in Brabant 9 – de Woenselse waterstaatwerken

Wateropvang bij het Eindhovense Catharinaziekenhuis
Wateropvang bij het Eindhovense Catharinaziekenhuis

“Geen regenbui kan Woensel nu nog deren” kopte het ED op 3 nov 2016. Dat klinkt een beetje als de godvervloekende kapitein van het spookschip De Vliegende Hollander en is wellicht iets te blufferig.

Maar zeer waarschijnlijk wordt wateroverlast in Woensel-Noord door de steeds vaker voorkomende zware regenbuien veel minder vaak een probleem door deze waterstaatkundige werken ten Noorden van het Eindhovense Catharinaziekenhuis.

De zwarte streep geeft ongeveer de constructie aan
De zwarte streep geeft ongeveer de constructie aan

Het is het begin van een grotere constructie, die zich eerst verder naar het westen gaat uitstrekken, en na de wijk waarvan links op de tekening nog een deel te zien is, dan haaks afbuigt naar het Noordwesten en dan nog een eind verder doorloopt langs de wijk Prinsejagt en tussen de sportvelden door, tot de Marathonloop (buiten deze schets).
De berging moet enkele tientallen hectare afwateren in een gebied, waar vaak al een gescheiden rioolstelsel ligt. Uiteindelijk is een gemaal nodig dat het water op het beekje de Grote Beek loost.
Binnen 48 uur na een grote bui moet het systeem leeg zijn voor de volgende grote bui. Komt die tweede bui te vroeg, dan vaart alsnog de Vliegende Hollander langs.

De keuze voor dit gebied is niet geheel toevallig.
Er lopen enkele beeksystemen door Eindhoven (Dommel, Gender, Tongelreep), waaromheen van oudsher drassige gebieden lagen. Namen als de Gestelse Ontginning, Vonderkwartier, Genderdal en Genderbeemd, en de Jan van Eijkgracht herinneren daar nog aan.
Toen de industrie groot werd in Eindhoven, ging die op grote schaal grondwater oppompen. Daardoor daalde de grondwaterspiegel fors en kon er gebouwd worden in de tot dan toe drassige gebieden. Dat gebeurde op grote schaal. Meestal ging het goed, maar Eindhoven kende regelmatig aan overstromingen grenzende wateroverlast, zoals in de Stellenboschstraat (1977) of dat men met de kano door het Genderdal voer. De onder water staande tunnels onder het hoogspoor waren al een traditie geworden (het Stationsgebied ligt een halve meter lager dan de omgeving).

De tunnels onder het Eindhovense hoogspoor in 1978 (bron Eindhoven in Beeld)
De tunnels onder het Eindhovense hoogspoor in 1978 (bron Eindhoven in Beeld)
Wateroverlast in de St Jozefstraat in Eindhoven (jaartal onbekend)
Wateroverlast in de St Jozefstraat in Eindhoven bij de Stellenboschstraat om de hoek (jaartal onbekend, bron Eindhoven in Beeld)

Het probleem werd acuut toen de provincie het grondwaterbeleid
wijzigde om provinciebreed de verdroging van landelijk gebied tegen te gaan (de trits verdroging, vermesting, verzuring). Brabant-gemiddeld was dat goed beleid, maar in Eindhoven werkte het zeer vervelend. De grondwaterspiegel veerde terug en vooral gebieden, waar ze nooit hadden moeten bouwen als de Karpendonk en Gijzenrooi dreigden naar hun oude moerasstatus terug te keren. Ik ben zelf bij iemand in Gijzenrooi geweest met het mooiste uitzicht van de stad, maar die vis kon kweken in zijn kruipruimte.
Een indruk uit die tijd kan men vinden op www.neerslag-magazine.nl/magazine/artikel/338/ .

Uiteindelijk is er een grootschalig programma op gezet zo ergens tussen 1995 en 2005, o.a. met het rioleringsplan als werktuig, bergingskelders bij het station, en civiele werkzaamheden op kritieke plaatsen. Bovendien werden bepaalde grondwateronttrekkingen bewust niet stopgezet: als men in het voormalige Philipscomplex Vredeoord gestopt zou zijn met pompen, zou een paar kilometer verderop, in de Achtse Barrier, de grondwaterspiegel zo’n halve meter (het getal even uit mijn hoofd) omhoog geveerd zijn.
Dat besluit regeert als het ware over zijn graf heen en maakt nu weer deel uit van een recente klimaatadaptatie, het Deltaplan Hoge zandgronden (Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden .

Genoemde civiele werken hebben ook plaatsgevonden in de wijk links op het kaartje boven, Prinsejagt, die anders ook problemen zou hebben gekregen. De werken liggen in de groenstrook op het kaartje. Die maken dus straks deel uit van het grotere geheel dat nu in aanleg is.

Schets van een gescheiden rioolstelsel uit een onderzoek van Rigo Research en advies BV
Schets van een gescheiden rioolstelsel uit een onderzoek van Rigo Research en advies BV

Uit een rapport van RIGO Research en Advies BV uit 2002 bijvoorbeeld:

Prinsejagt in Eindhoven
In Prinsejagt is naar aanleiding van grondwateroverlast besloten over te gaan op benutting van regenwater. De bewoners trokken vanwege deze wateroverlast bij de gemeente aan de bel. Er is een commissie wateroverlast opgericht die namens de bewoners gesprekspartner voor de gemeente was. Gelijktijdig met de benutting van regenwater wordt de wijk herbestraat en van nieuwe verlichting voorzien.
Het dakoppervlak van de voorkant van de woning of een deel ervan is afgekoppeld (één regenpijp per woning). Dit is gedaan door regenpijpen aan te sluiten op aparte drainagebuizen. In de tuinen zijn zandpilaren en drainagebuizen aangelegd. De drainagebuizen liggen in een zandbed dat water moet doorlaten. De zandpilaar zou ervoor moeten zorgen dat het water door de leemlaag heen geloodst wordt. De achterzijde van de woning is niet afgekoppeld, omdat dit problemen zou kunnen opleveren voor het vuilwaterriool. Dit riool (gresbuizen) heeft een zekere doorspoeling nodig. Bij ongeveer 10% van de woningen wordt het regenwater niet benut.
Het regenwater in de openbare ruimte wordt voor een groot deel benut door afwatering op sloten en een groenstrook. Ook hier zijn zandpilaren aangebracht.
De commissie wateroverlast verzorgde samen met de vereniging van huis- en grondeigenaren veel van de informatie richting de bewoners. De bewoners kregen regelmatig een nieuwsbrief en er zijn verschillende informatie-
bijeenkomsten gehouden. Een evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden, omdat het project nog niet geheel is afgerond.

De groenstrook, waarvan hier sprake is, is het groene gebied op de kaart.

In zekere zin is Eindhoven door zijn specifieke voorgeschiedenis enerzijds kwetsbaarder en anderzijds minder kwetsbaar voor de klimaatverandering dan een gemiddelde grote stad.

dscf3348-rrIk vind het overigens een mooi ontwerp – bijna een soort landschapsarchitectuur. En de bewoners van de flat in de Maurits Lijnslagerstraat hebben er een mooi uitzicht en een strandje bij. Met kunstwerk.

 

 

Elektrische auto’s gaan vooruit!

De range wordt groter en goedkoper, en er ontwikkelt zich een techniek die in de toekomst misschien gaat leiden tot kortere oplaadtijden.

De actieradius van accu’s
De range van elektrische auto’s wordt op een economische manier steeds beter. In de gratis digitale nieuwsbrief Duurzaam Bedrijfsleven (die ik aan iedereen aanbeveel) stond op 07 oktober 2016, als nasleep van de Paris Motor Show, een artikel van de hand van Hidde Middelweerd “De infographic die je accu-angst wegneemt” (zie http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/mobiliteit/18141/infographic-die-je-accu-angst-wegneemt ).
Daarin het volgende plaatje:

Bereik van de huidige Tesla en toekomstige andere types elektrische auto's in km per €1000 aanschafkosten
Bereik van de huidige Tesla en toekomstige andere types elektrische auto’s in km per €1000 aanschafkosten

Het geeft de actieradius weer van huidige en toekomstige elektrische auto’s in km per €1000 aanschafprijs. De Tesla Model S bestaat nu (en is heel duur), maar de andere vier zijn toekomstig en beloven dus op economischer wijze een goede actieradius.

Supercondensatoren
De nieuwste trend is dat elektrische auto’s straks misschien (ik moet het eerst zelf nog zien) überhaupt geen accu’s meer hebben, maar supercondensatoren. Dat is een gebied dat snel in opkomst is.

Leidse fles in Museum Boerhave
Leidse fles in Museum Boerhave

Condensatoren bestaan al sinds de Leidse fles uit 1746. In 1752 ving Benjamin Franklin er voor het eerst de energie uit de bliksem in op.
De op- en ontlaadtijd van condensatoren kan men instellen met een aanhangend elektronisch circuit en kan klein zijn. In stroomvretende toepassingen als een elektrische auto zijn ze in no time leeg.
Het voordeel van een condensator is dat er geen trage chemische reacties in plaats hoeven vinden. Ladingen worden alleen maar verplaatst en dat gaat veel sneller.

De zoektocht naar condensatoren, die een forse hoeveelheid energie konden opslaan en die over bruikbare tijden weer konden afgeven, besloeg vele etapppes. Daarbij werden de prestaties steeds beter.

family tree of supercapacitor types
family tree of supercapacitor types

De afbeelding komt uit een goed Wikipedia-artikel https://en.wikipedia.org/wiki/Supercapacitor . Daarin ook een plaatje van een tussenvorm die als station inmiddels gepasseerd is, maar wel een goed idee geeft van de werking. Het idee maakt inmiddels deel uit van een ingewikkelder hybride constructie.

Werking van een dubbellaag-supercondensator
Werking van een dubbellaag-supercondensator

Het is een double layer-supercondensator (in de family tree het paarse hokje).

De capaciteit van een condensator wordt groter als de oppervlakte groter wordt en de tussenlaag tussen de + en de – kleiner (in het rechtse plaatje de twee pijltjes-lagen waar de rode pijlen naar toe wijzen. Een van de belangrijkste jachtterreinen is om manieren te vinden om de oppervlakte steeds groter te maken zonder dat volume en gewicht toenemen. Daarvoor zijn er poreuze materialen ontwikkeld, gedrenkt in een oplossing van ionen in water, met als een van de eerste actieve koolstof (denk aan het bekende Norit-tabletje dat een interne oppervlakte heeft ongeveer 1000m2/gram).
In deze lopende traditie zette de UCLA (Univ, California Los Angeles) de volgende stap door als materiaal de nieuwe stof grafeen te kiezen (overigens familie van de Norit). Dat bleek zelfs met relatief eenvoudige middelen te kunnen. Zie http://newsroom.ucla.edu/releases/ucla-scientists-create-quick-charging-hybrid-supercapacitors .

Kleine nieuwe hybride supercondensator, door UCLA ontwikkeld
Kleine nieuwe hybride supercondensator, door UCLA ontwikkeld

De eerste naam in de rij auteurs is die van El-Kady, die gestudeerd heeft aan de Universiteit van Cairo en nu postdoc is op UCLA.
De condensator kan in beginsel in seconden worden opgeladen en gaat minstens vele duizenden oplaadcycli mee.
Het nieuwe ontwerp hoort in de ‘family tree’ thuis in of naast de groene hokjes onderaan, ik denk het linkse.

Het in Estland gevestigde bedrijf Skeleton Technologies (mooie naam voor een high tech-bedrijf….) heeft het grafeen-idee vervolgens opgepikt en doorontwikkeld tot concept waarop elektrische auto’s kunnen rijden. Naar eigen zeggen halen hun condensatorpakketten in de maximum configuratie 4500F en 350V, wat ze een energie zou geven van 276MJ (77kWh) (ter vergelijking: een Tesla Model S heeft een accu van 60kWh).

Ook de van oorsprong Deense ontwerper Fisker, nu in de VS, wil de grafeen condensator gebruiken als basis voor een nieuwe elektrische auto. Eerdere pogingen faalden op brandende accu’s en de orkaan Sandy. Zie http://www.duurzaambedrijfsleven.nl/mobiliteit/18407/fisker-maakt-comeback-met-elektrische-auto-en-superbatterij .

Wetenschap en techniek zijn internationaal!

De oplaadtijd en toch heb ik reserves bij het Skeleton pakket

Business insider geeft indicatief de volgende tabel (zie https://www.businessinsider.nl/elektrisch-opladen-een-praktische-gids-430607/ )

Capaciteit 230V 400V Laadtijd (20kWh) 1-fase Laadtijd (20kWh) 3-fase
13A 3,0kW 9,0kW 6 3/4 uur 2 1/4 uur
16A 3,7kW 11,0kW 5 3/4 uur 1 3/4 uur
20A 4,6kW 13,8kW 4 1/2 uur 1 3/4 uur
32A 7,4kW 22,0kW 2 3/4 uur 1 uur
63A 14,5kW 43,5kW 1 1/2 uur 3/4 uur

Het laden gaat in het begin verreweg het snelst. Na ongeveer de helft van de laadtijd is de accu al voor 80 procent vol. De batterij kan ook tussentijds opgeladen worden. Het loont dus om elke keer dat je de auto parkeert, de accu op te laden.

Het laden met Chademo-aansluitingen gaat aanzienlijk sneller. Deze opladers laden op gelijkstroom met maximaal 20 kW of 50 kW. Daarmee is je accu in een half uur weer helemaal vol.

Neem je het grofste geschut  (50kW en 400V), dan is de stroomsterkte 125A ( = 0,125kA), welke gedurende grofweg een half uur geleverd wordt.

Snellaadpaal van de ANWB
Snellaadpaal van de ANWB

Neem je de maximum configuratie van Skeleton Technologies, dan zit er bij 4500F en 350Volt 1,6 miljoen Coulomb lading in het pakket. Als dat er (bijvoorbeeld) inderdaad in enkele seconden ingestopt zou worden, geeft dat absurd hoge stroomsterktes. Stel bijvoorbeeld 4 sec, dan vraagt dat zowat 400000A, 400kA.
(Ter vergelijking: bliksems zijn 0,1 tot 60kA (en duren als regel enkele tiende seconde). Daarop is de gangbare bliksemafleider gedimensioneerd.)
(Ter vergelijking: Een supergeleidende spoel bij de CERN kwam tot 21kA.)

Met andere woorden, ik zie niet meteen hoe het voordeel van een oplaadtijd van seconden langs de snelweg in de reëel bestaande infra-
structuur gerealiseerd kan worden. In theorie kun je natuurlijk een hele grote supercondensator in een huisje langs de snelweg zetten, en die met héle dikke koperdraden verbinden met de stekkerdoos langs de weg, maar pas als dit duizenden keren gerealiseerd is, ligt er een netwerk waar je op kunt bouwen.
Zelfs als men 4 minuten als laadtijd ook nog wel aanvaardbaar vindt (waarom niet eigenlijk?), dan nog is de piekstroom 6,5kA.
Het wordt hetzelfde soort kip-of-ei-verhaal als bij rijden op waterstof.

Het probleem van de laadtijd ligt niet zozeer bij de auto als wel bij het netwerk. Misschien beginnen als een niche-techniek in een besloten omgeving als een busremise of een stedelijke distributiebedrijf met heel veel elektrische busjes?

Andere voordelen
Toch zijn er ook nu al tastbare voordelen.

De grafeen-condensator bestaat hoofdzakelijk uit niet-schaarse materialen als koolstof en MnO2 (bruinsteen), en er zijn geen heftige en energievretende processen nodig om ze te maken.
De grafeen-condensator heeft dus ook geen lithium nodig, een grondstof over de controle waarvan (volgens mensen die beweren dat ze het weten kunnen) een machtsstrijd tussen de financiele bovenbazen zou bestaan. Die willen allemaal de baas zijn over de lithiumvoorraden op aarde.

Verder kan een veel kleinere supercondensator, in aanvulling op een accu, zinvol zijn, bijvoorbeeld als je heel even een piekbelasting moet hebben voor een inhaalmanoeuvre. Je laadt het ding dan onderweg op, eventueel met bij het remmen teruggewonnen kinetische energie.
Een kleine supercondensator in mobiele telefoons en zo is natuurlijk een ander verhaal. Daar is het Ampère-piekje niet rampzalig.

Het is mooie techniek in ik zal proberen te volgen wat er gebeurt.

En nog een laatste observatie: 10 jaar geleden was grafeen nog een speeltje van een noncomformistische Rus met grafiet en plakband als voornaamste wapens. Hij won er de Nobelprijs mee voor fundamenteel onderzoek. Geen hond wist of je er ooit wat aan zou hebben.
Nu worden er condensatoren mee gemaakt voor elektrische auto’s.