In het Eindhovens Dagblad van 24 mei 2023 verleentde redacteur Verrijt uitvoerig het woord aan Rutger van Poppel van het Battery Competence Center (BCC). Zie
Dieze gastopinie is afgedrukt in het Eindhovens Dagblad van 06 juni 2023.
In het Eindhovens Dagblad van 24 mei 2023 verleent redacteur Verrijt uitvoerig het woord aan Rutger van Poppel van het Battery Competence Center (BCC). In het artikel wordt beschreven hoe met €25 miljoen subsidie nu en hopelijk €350 miljoen subsidie straks de Brainportregio kan worden opgestoten tot in de miljardenbusiness der volkeren. Die opstoting zou op drie poten moeten rusten: technologie leveren voor de productie en het gebruik van batterijen elders, de verwerking van afvalstromen en de toepassing van batterijen. De strategie klinkt niet onlogisch en is, binnen zijn beperkingen, mogelijk zelfs juist.
Binnen de beperkingen van deze insteek hier als eerste kanttekening dat het verwerken van afvalstromen vaak tot een forse milieuproblematiek leidt (men denke aan MIREC). Gaarne bij het verwerken van die afvalstromen die forse milieu-eisen inbouwen. En als tweede kanttekening of het BCC zijn ontwerpen wil baseren op modellen waarvoor zo weinig mogelijk mijnbouw nodig is.
Faradion Natrium ion accu (heeft geen lithium nodig)
Het verhaal is echter typisch Brainport. Industriebeleid betekent dat de maatschappij geld, goederen en diensten levert waarmee het bedrijfsleven leuke dingen mag doen, en waarover die maatschappij nadien niets meer te vertellen heeft. Het is ruim gesubsidieerd kapitalisme – de maatschappij als flappentap en verder, hou je mond, Cock.
Nergens in het verhaal komt naar voren dat die maatschappij zelf misschien ook wel leuke dingen terug wil zien van die subsidie, en misschien zelf ook wel iets over het resultaat te vertellen wil hebben. Misschien moest meneer Van Poppel ook maar eens een Maatschappelijk Competentie Centrum (MCC) als afdeling binnen zijn constructie gaan inbouwen. Dan heeft misschien niet alleen de industrie, maar ook de regio iets aan al dat subsidiegeld.
Eindhoven en Helmond willen bijvoorbeeld in 2030 klimaatneutraal zijn, er liggen nog tientallen bedrijfsterreinen te wachten op verduurzaming en de regio wil in de komende jaren tienduizenden nieuwe huizen bouwen. Men kan zich zomaar voorstellen dat die baaierd aan taken makkelijker te behappen wordt als het BCC hier een taak ziet. Nog sterker, men kan zich ook zomaar omgekeerd voorstellen dat het BCC er baat bij heeft dat de overheid hier grootschalige opdrachten geeft. 70.000 nieuwe huizen met een wijkbatterij per honderd huizen, geeft een leuke serie. En dertig bedrijfsterreinen verduurzamen, waar mogelijk volgens een standaardformat, idem. En als bonus dat men meer Coulombs met hetzelfde stroomnet kan verzorgen. Ook nooit weg.
Milieudefensie Eindhoven heeft zoiets op 10 juni 2022 aan Brainport, aan de MRE en aan de gemeentebesturen voorgesteld.
Milieudefensie kiest voor twee speerpunten:
Individuele of collectieve opslag van elektriciteit en warmte in of ten behoeve van woningen bij nieuwbouw of renovatie of complexgewijze verduurzaming van woningen
Energieopslag in elektrische, thermische of chemische vorm op bedrijventerreinen, eventueel aangevuld met onderlinge energielevering binnen het terrein. In sommige gevallen vraagt dit om betere vormen van parkmanagement.
Politiek en bestuurlijk wil Milieudefensie Eindhoven vooroplopende en krachtig aansturende lokale en regionale overheden, die als launching customer optreden. Betaling vindt plaats uit publieke fondsen, maar begunstigde bedrijven betalen ook mee. En gecentraliseerde opslagsystemen worden publiek of coöperatief beheerd.
Het voorstel is in de regio welwillend ontvangen. Er hebben al enkele gesprekken met Brainport Development plaatsgevonden, alsmede met ambtenaren van de MRE en een enkel bedrijf. Misschien moet het Brainport Competence Center de koffie ook eens klaarzetten?
Ik heb een heleboel gratis elektronische nieuwstijdschriften – zoveel dat ik selectief moet lezen. Onder hen de gratis nieuwsbrief van McKinsey. Daar staan best wel vaak goede dingen in.
De cijfers zijn afkomstig van onderzoek onder ruim 20 emissiereductieprojecten bij chemische industrieën uit Belgie, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italie, Nederland, Noorwegen, Spanje en Zweden.
Er staat een klein hoofdstukje over Duitsland. Het reductiedoel voor de Duitse industrie tot 2030 bedraagt 35%. Je kunt erover twisten of dat genoeg is, maar het percentage lijkt niet onhaalbaar.
De grootste bespaarpost zit bij het opwekken van stoom. Daarover onderstaand diagram van de eenmalige en structurele kosten.
Als je er nog meer van wil weten, lees het artikel maar.
Het Emission Trade System (ETS) van de EU geeft zg ‘koolstofrechten’ uit. Als een grote onderneming, die onder het ETS valt, 1 ton CO2 wil lozen moet die in principe zo’n recht kopen voor de dan geldende prijs. Hoe hoger die prijs, hoe groter de kans dat een andere aanpak van de CO2-emissies goedkoper is, zoals herinrichting van het productieproces, onder de zeebodem opslaan of er synthetische brandstof van maken. Het systeem is nog niet waterdicht, omdat sommige grote ondernemingen die voor de wereldmarkt produceren nog ontheffing hebben (bijv. Tata). Maar de schroef wordt steeds verder aangedraaid (bijvoorbeeld ook de luchtvaart gaat er onder vallen). Nu wil de EU een koolstofgrensheffing zodat ondernemingen op de wereldmarkt beschermd worden.
Het aantal CO2-rechten is eindig, dus aftelbaar, steeds minder vaak gratis en dalend. (De prijs is, door de bank genomen, stijgend). Het is dus mogelijk om als particulier een ETS-recht te kopen. Bij WISE kun je via hun Carbonkiller een of meer rechten kopen, waarna die digitaal vernietigd worden. Ik heb dat voor de gein eens gedaan. Het kostte me €122 . UIteraard zet mijn ene recht op de grote aantallen niet meteen zoden aan de dijk, maar ik wou wel eens weten hoe dat systeem werkte. Als beloning krijg je een fraai certificaat, dat ik hieronder heb afgedrukt. Eén koolstofrecht is ongeveer de halve CO2-footprint van mijn huishouden (wij vliegen niet, hebben geen auto en eten matig vlees).
De G7 zijn Canada, Frankrijk, Duitsland, Italie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, de VS, plus de EU. Zijn er volgens mij acht, maar dat mag de pret niet drukken. De G7 doet ertoe, want goed voor ruim de helft van het mondiale Bruto Nationaal Product (BNP), goed voor 28% van de CO2 -emissies uit fossiele brandstoffen en goed voor 13% van de wereldbevolking.
De club komt binnenkort voor de 49ste keer bijeen, deze keer in Hirosjima. Daarom waagt Nature er een strategisch commentaar aan. Dat gaat niet alleen maar over de hier benoemde kosten, maar ook over zaken als een koolstofbelasting. Hier alleen het kostenverhaal.
‘Underpricing’ betekent dat de milieu- en gezondheidskosten van het fossiele brandstofgebruik niet aan de exploitanten wordt toegerekend en dus impliciet blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om klimaateffecten, vervuiling, vastgelopen verkeer en verkeersongelukken, alsmede misgelopen belastinginkomsten.
‘Subsidies’ zijn expliciete bedragen ten gunste van fossiele brandstoffen, zoals prikkels tot een hogere productie, afschrijvingen, belastingvermindering en lagere consumentenprijzen. Subsidie is een ruimer begrip dan alleen maar geld geven.
Onduidelijk is of de $1199 miljard in- of exclusief de $63 miljard is. Veel maakt dat niet uit.
Een VS-billion is wat wij een miljard noemen, en een VS-trillion is wat wij 1000 miljard noemen
Other EU is de EU minus Duitsland, Italië en Frankrijk.
Op Europese wijze uitgedrukt staat er dus dat de G7 jaarlijks $63 miljard expliciet uitgeven aan subsidie, en jaarlijks impliciet $1199 miljard kwijt zijn aan milieu- en gezondheidskosten die niet aan de veroorzakers van deze kosten in rekening worden gebracht. De belastingbetaler draait ervoor op of je gaat gewoon dood. Het Niet-G7 deel van de wereld is $4658 kwijt. De G7 is dus goed voor 20% van de mondiale milieu- en gezondheidskosten. Die 20% staat in de ring. Nu bestaat de G7 uit rijke landen. Die $1199 miljard is goed voor 2,8% van het gezamenlijke BNP. De niet-G7 landen zijn veel minder rijk en ongetwijfeld is hun vier maal zoveel goed voor een veel hoger percentage (dan 2,8%) van het gezamenlijke BNP – maar dat is niet uitgerekend.
Het staafdiagram splitst de $1199 op over de deelnemende landen. De VS dus meer dan de rest bij elkaar.
Chemistry World Het publieksvoorlichtende tijdschrift Chemistry World kwam op 20 febr 2023 met het artikel ‘The wonderful wizards of wood’ ( the-wonderful-wizards-of-wood ). Daarin sprak Kit Chapman met enkele geleerden over hun radicaal vernieuwende houtprojecten. Sommige ervan zijn zeer relevant. Ik heb er, naast Chapman, originele literatuur bij gepakt.
Maatschappelijk belang De wereld heeft materialen nodig om plastic en staal en aluminium te vervangen. Hout kan daar, onder voorwaarden, voor dienen. Bovendien kan er milieuproblematiek mee worden teruggedrongen.
Houten satellieten
Vooralsnog is voor mij een curiosum dat professor Takao Doi, die zelf astronaut geweest is, aan de Universiteit van Kyoto een satelliet ontwikkelt die voor een groot deel uit hout bestaat (afbeelding links). Die zou eind 2023 gelanceerd moeten worden. Samenwerkingspartner is Sumitomo Forestry Co. Het is wel een serieus verhaal, maar wat het waard is, moet blijken. Doi is niet de eerste die met dit idee komt. Arctic Astronautics uit Finland werkt aan de WISA Woodsat (WISA is een merk gecoat multiplex). Vooralsnog is het niet meer dan een kubus, met inhoud, van 10cm waarvan alleen gemeld is dat hij getest wordt. Afbeelding rechts, zie https://arcticastronautics.fi/ . Het armpje is voor selfies. Vooralsnog lijkt het speelgoed of educatief materiaal. Of PR voor WISA multiplex.
De conservatieve houtwereld (geschematiseerd) Houtboeren staan in een traditie van eeuwen en gedragen zich daar naar – welk gedrag ik overigens niet minacht, want ik heb grote waardering voor hout als bouwmateriaal. Een gemiddelde houtboer kijkt van buiten naar binnen en ziet een stam met een nerf, die hij in stukken kan zagen om nuttige dingen mee te doen (vooral timmerhout en wat het beste uitkomt voor wat geen timmerhout is – papier, brandhout). De research is hoe je zo goed mogelijk een bos runt (natuur- of productie-). Houtconservering betekent vaak vergif.
Moderne onderzoekers kijken van binnen naar buiten. Ze zien een 3D-biopolymeer composiet met interessante vezels. Dat daar een stam omheen zit, is bijzaak (en als die stam dik is, kan dat zelfs lastig zijn). Ze denken vanuit de moleculaire en de nano-schaal.
De bouw van hout. Lignine is in deze tekening weggelaten
Hoe zit hout in elkaar? De drie hoofdbestanddelen van hout zijn cellulose, hemicellulose en lignine. Cellulose (het meest voorkomende organische polymeer op aarde) bestaat uit lange, rechte, onvertakte fibers die hout zijn stevigheid geeft. Hemicellulose (ook een biopolymeer) werkt zo ongeveer als koppelelementen die binnen de celwand de cellulosevezels onderling verbindt. Hemicellulosevezels kunnen vertakt zijn. Lignine is een amorfe massa die alles bij elkaar houdt. Een oppervlakkige vergelijking zegt dat lignine zoiets als het beton is en cellulose de bewapening.
Cellulosevezels stapelen zichzelf op tot microfibrillen, en die zijn zoiets als de structurele basiseenheid. Daaruit ontstaan hogere organisatievormen, zoals het vatensysteem. Hoe dat allemaal werkt is een vak op zich, en dat voert hier te ver.
Hieronder een doorsnee van ‘basswood’, een Amerikaanse versie van de linde (uit Structure of wood, Society of Wood Science and Technology (SWST), Teaching Unit nr1)
Basswood (lindenhout)
De traditionele houtverwerkende industrie gebruikt de scheikunde in beperkte mate, bijvoorbeeld de bulkproductie van papier. Daarvoor wil men schone (hemi)cellulose. Dus moet de lignine uit het hout gehaald worden, want anders verkleurt het papier en wordt het minder sterk. Lignine uit hout halen gaat goed met overzichtelijke methoden. Er zit ook nog wat traditionele houtchemie in bijvoorbeeld de productie van terpentijn, maar door de bank genomen zijn dit bestaande procedé’s en was er weinig chemische vooruitgang.
De onderzoekers in het artikel van Chemistry World brengen recente chemische vooruitgang in beeld.
Rowell van de Universiteit van Wisconsin – Madison ( https://scholar.google.com/citations?user=DpqNFHkAAAAJ&hl=en ) heeft een imposant oeuvre op zijn naam staan. Het recentste, veel geciteerde, werk gaat over de ‘Acetylation of wood’. Daarmee haalde hij Chemistry World. Dat is een houtconserveringstechniek, die al langer onderzocht wordt, en die geen gebruik maakt van gif. In plaats daarvan wordt azijnanhydride gebruikt. Deze stof bestaat uit twee aan elkaar gekoppelde moleculen van azijnzuur. Dat wordt ingebracht met bijvoorbeeld vacuümtechniek en verwarming met microgolven. Het ene azijnmolecuul koppelt zichzelf aan zijn wederhelft in een houtvezel, het andere molecuul vertrekt. Bij een Zweedse proef bleef hout over 20 jaar beter dan bij gebruik van het vanwege zijn giftigheid inmiddels verboden wolmanzout. Het systeem beschermt goed tegen schimmels en ook termieten happen minder snel weg (de beesten overleven het probleemloos). Het hout wordt droger, iets volumineuzer en iets sterker, beter bestand tegen verwering, en werkt minder. Als je zin hebt om er meer van te weten, zie hieronder. De moeilijkheidsgraad valt mee.
Heb je bij Rowell nog het idee dat hij nog vooral in balken en planken en spaanplaat denkt, bij Liangbing Hu (Universiteit van Maryland) is het uitvinden doel in zich en als dat tot betere planken leidt, is dat meegenomen.
Professor Hu met zijn superhout (foto Universiteit Maryland)
Hu is afgestudeerd op koolstof-nanovezels en vond daarna uit dat nanofibers in hout daar erg veel van weg hebben. Boomstammen zijn niet interessant (veel te ingewikkeld), houtvezels in de boomstammen wel. Vooral nano. Zijn spin-off InventWood ( https://inventwood.com/ ) mag er geld mee verdienen. Een lezenswaardig artikel (naast dat waarmee dit verhaal begon) staat in het blad van de American Chemical Society (ACS) op Liangbing-Hu-makes-wood-stronger-than-steel . Zie ook super-wood-could-replace-steel .
(van de site van Inventwood)
Uitgaande van een stuk reëel bestaand hout kun je twee kanten op: je kunt de natuurlijke porositeit minder maken (dan druk je het dicht) of je kunt die porositeit juist gebruiken en eventueel versterken.
Om het dichter te maken, sloop je de hemicellulose en de lignine gedeeltelijk uit het hout (niet te veel, niet te weinig). Dat gaat met zeven uur natronloog en natriumsulfiet en waterstofperoxide(een proces bekend uit de papierindustrie), en dan een dag samenpersen bij 100°C. De cellulosevezels gaan parallel liggen en knoesten worden platgedrukt. Er blijft eenvijfde van het oorspronkelijke volume over en dat hout is sterker dan staal, maar zes maal lichter. Er is een filmpje dat een kogel in gelaagd superhout blijft steken ( https://youtu.be/LVbczXDFe1Q ). Het pantser is niet zo goed als kevlar, maar wel zeer veel goedkoper. Het Amerikaanse Ministerie van Defensie heeft belangstelling. Op deze manier kan zacht hout als grenen of balsa, dat snel groeit en het leefmilieu niet bijzonder belast, opgewaardeerd worden tot hardhout.
Verdicht hout vliegt een stuk moeilijker in brand als normaal hout. Anderzijds kan het heel goed tegen vocht. Bij een vijfdaagse proef in extreem natte omstandigheden zwelt het nauwelijks en, na het aanbrengen van een laag verf, helemaal niet.
En waar bij de productie van 1 kg staal 1,85kg CO2 vrijkomt, wordt bij de productie van 1 kg van dit hout 1,8kg CO2 opgenomen – voor een nog onbepaald lange tijd, vooral als je houten constructiedelen standaardiseert voor hergebruik.
Ook begint hout op de gewenste wijze vervormbaar te worden (op waterbasis, na verwijdering van lignine). Het kan dan in sommige toepassing kunststof vervangen. Zie moldable-wood-from-water . De spin-off noemt op zijn website houten isolatiemateriaal dat ongeveer de rol over zou nemen van piepschuim.
Het is me nog niet duidelijk in hoeverre is al deze gevallen sprake is van oplossingen, op zoek naar een probleem. De spin-off is er goed voor. Transparant glas in tuinbouwkassen? Pingpongbalhout als schokdemper?
Wat zinvol en uitvoerbaar oogt, en niet met andere methodes bereikbaar, is thermische isolatie die in verschillende richtingen verschillend werkt. In Science Advances van 09 maart 2018 ( https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.aar3724 ) schetsen Lianbing Hu e.a. hoe men met nano-cellulosefibers thermische isolatie zou kunnen maken die dwars op de vezelrichting sterker isoleert dan in de vezelrichting. Simpel gezegd: wat er van boven op valt en niet teruggekaatst wordt, komt er opzij uit. Natuurkundig gezegd formuleert Hu het als volgt: het materiaal is van boven thermisch wit (neemt nauwelijks zonlicht op) en opzij thermisch zwart (straalt in het infrarood alles uit). Ik denk dat het effect bestaat, maar dat de bewering van Hu wat te sterk aangezet is. De spin-off biedt het nog niet aan op zijn website.
Een andere interessante gedachte is dat je met hout water zou kunnen ontzouten. Je laat een dunne plak hout (bijvoorbeeld lindenhout), waarvan je de bovenkant door even verkolen zwart gemaakt hebt, in zout water drijven waardoor het hout doet wat bomen altijd doen, namelij water naar boven pompen. Onder fel licht zou de temperatuur dan zo hoog worden dat het water in de houtvaten gaat koken en als stoom ontwijkt. Die kan dan worden opgevangen en gecondenseerd (waar overigens dan ook weer ergens koude vandaan gehaald moet worden).
Normaliter degraderen die vaten snel omdat het zout zich op de wand af zet. Hu stelt dat dat bij bomen niet gebeurt omdat die eraan gewend zijn, en omdat er aanvullende maatregelen mogelijk zijn. Je zou graag willen dat het waar was, maar het artikel in kwestie ( solar-evaporator-offers-a-fresh-route-to-fresh-water ) is al weer van april 2019 en ik heb nog geen vervolg gezien. De spin-off biedt nog niet wat aan.
3D-printen met hout Nog even terug naar het artikel in Chemistry World.
Doron Kam van de Hebreeuwse Universiteit van Jerusalem kan allerlei objecten 3D-printen met cellulose nanovezels, zaagsel en een bepaald soort hemicellulose als dispersie in water. Tevreden is hij er nog niet mee. Het uitgangsmateriaal is te heterogeen van grootte en de objecten zijn te watergevoelig.
En waar laat je de lignine? Hu zegt dat ze in de papierindustrie zeggen ‘you canmake everything out of ligni except money’. Meestal wordt het verbrand voor warmte. Vooralsnog noemt Hu geen betere bestemming, maar hij suggereert dat hij bezig is.
Onderzoekers in Zweden zijn er in geslaagd uit hout batterijen en transistoren te maken. Zie https://pubs.acs.org/doi/epdf/10.1021/acscentsci.3c00949 . Wat lignine verwijderen, zorgen dat het klets nat is, en toeslagstoffen. Het staat nog oin de kinderschoenen en het is ongetwijfeld te weinig om een elektrische auto mee aan te drijven, maar in de rimboe en voor toepassingen die niet veel vragen, wordt het misschien wat. En je hebt er in principe weinig of geen zelfzame elementen voor nodig.
De landelijke organisatie Milieudefensie heeft 29 grote, in Nederland opererende bedrijven aangeschreven met de eis dat deze een klimaatplan maken, waarin de uitstoot van CO2 in 2030 met 45% verminderd is t.o.v. 2019.
Een van deze 29 bedrijven is de RABO-bank.
Naast de klimaateis wil Milieudefensie dat RABO meehelpt de stikstofcrisis op te lossen, niet investeert in bedrijven zonder klimaatplan, naar een portefeuille met 25% biologisch toewerkt en geen leningen meer verstrekt aan de intensieve veehouderij.
Actie bij landelijke vergadering van certificaathoudersRABObaank Als onderdeel van de strategie bezoekt Milieudefensie Algemene Aandeelhoudersvergaderingen (bij de RABO-bank heet dat certificaathouders) om in die vergadering kritische vragen te stellen. Deze actie wordt ook gesteund door Greenpeace en XR Landbouw.
De Algemene vergadering van certificaathouders van de RABObank vond plaats op dinsdag 16 mei, bij het hoofdkantoor van de RABO-bank, in Utrecht.
Er zullen iets van 300 mensen geweest zijn (valt helemaal niks tegen), waarvan er een kleine honderd richting de certificaathoudersvergadering gingen.
Naast het binnenprogramma, dat uit het stellen van kritische vragen bestond, was er ook een mooi buitenprogramma met muziek van Utrecht aan Zeemanskoor, De Tegenwind en Bovenste Knoopje Open. Ook actrive Carice van Houten was er en sprak de mensen binnen en buiten toe. Daarnaast spraken er bij elkaar een zevental sprekers.
Carice van Houten bij de demonstratie bij het Utrechtse kantoor van de RABObank op 16 mei 2023
Het Utrecht aan Zeemanskoor (demo RABObank, Utrecht, 16 mei 2023)
Voorafgaande Eindhovense actie bij RABO-bank Om zelfstandig ook in Brabant druk uit te ofenen (waar de RABObank de grootste financier was van het verzieken van het platteland), organiseerde Milieudefensie (de lokale afdeling en de pas ontstane Operatie Klimaat-groep) op donderdag 11 mei een korte demonstratie bij het oude hoofdkantoor van de Rabobank aan de Fellenoord (het pand huisvest overigens nog steeds RABO-activiteiten, maar nu is het een bijkantoor). Ook hier steun van XR en enkele politieke partijen (Partij voor de Dieren, SP, GroenLinks).
Demonstratie op 11 mei 2023 bij het oude hoofdkantoor van de RABObank aan de Eindhovense Fellenoord in de actieweek, voorafgaande aan de landelijke demonstratie (zie hieronder)
Er waren ongeveer de verwachte 25 mensen en voor deze korte flitsactie was dat mooi. Er had ook nog een metersgroot rose opblaasvarken moeten staan, maar dat ging door autopech op het laatste moment de mist in. Vonden sommige medewerkers van de RABObank eigenlijk wel jammer (even mee gepraat, sfeer was gemoedelijk). En er stond een mooi stuk in het Eindhovens Dagblad
Ik heb voor Milieudefensie nog een kort verhaal afgestoken. Wie dat wil lezen, kan het vinden op
Publiek-private samenwerking in Denemarken is er in geslaagd een methode te ontwikkelen die afgedankte bladen van windturbines geheel te recyclen. In bovenstaand schema (van de website van de Deense windmolenbouwer Vestas) staan de deelnemende organisaties genoemd. De publicatie in Nature ( https://www.nature.com/articles/s41586-023-05944-6 , Open access) is geschreven door onderzoekers van de Universiteit van Aarhus en van het Deens Technologisch Instituut (zoiets als het Deense TNO).
Bladen van windturbines moeten licht, taai en sterk zijn, want er werken grote krachten op en ze gaan decennia mee. Ze zijn daarom gemaakt van epoxyhars, versterkt met glas- of koolstofvezel. Tot nu toe kon je daar eigenlijk in het afvalstadium niks mee. Bladen eindigden in praktijk op de stort. De Vestas-website citeert WindEurope, dat beweert dat er vanaf 2025 jaarlijks 25000 ton turbineblad afgedankt gaat worden. Er bestaan al pogingen tot recycling, aar die zijn lomp, en slagen er op zijn gunstigst in om alleen de vezels terug te winnen.
Een procedé om zowel de vezels als de hars terug te winnen met een zuiverheid die hergebruik toestaat, is dus uiterst welkom. En dat is precies wat nu bedacht is.
De scheikunde is voer voor specialisten en ik raad lezing voor alle andere mensen af, maar bovenstaand plaatje geeft de essentie. De vezels (glas of koolstof) zitten in een epoxymatrix en die wordt op beheerste wijze weggevreten, waardoor alles weer in zuivere vorm beschikbaar komt en hergebruikt kan worden. De techniek werkt met bestaande bladen, hetzij nog actief, hetzij al op de stort.
Er moeten twee spoilers worden uitgesproken.
De ene is dat de in Nature beschreven techniek nog op laboratoriumschaal is. Daar werkt het. Maar het moet dus opgeschaald worden tot grootschalige proporties.
De andere is dat de in Nature beschreven techniek om een katalysator vraagt op basis van het metaal ruthenium en dat spul is duur. Op zich wordt een katalysator zelf niet opgebruikt in de reactie, maar er is nogal wat ruthenium nodig. Daar zou iets beters voor gevonden moeten worden.
V100 2.0MW South Plains, Texas, foto website Vestas
Zie ook in de MIT Technology Review van 02 mei 2023 MIT TR over recycling windturbinebladen . Dit artikel is dus al weer drie maand recenter dan de Vestas-aankondiging en vermeldt het bestaan van de tweede methode.
De Eindhovense Milieudefensiegroep heeft op 1 maart 2023 een gesprek gehad met de Van der Leegte (VDL) Groep. Aanleiding was het door beide partijen gevoelde belang van de verduurzaming van de industrie en de rol van productie en opslag van hernieuwbare energie binnen dat proces.
Hoofdkantoor VDL Groep
Namens VDL Groep waren aanwezig Guustaaf Savenije (lid hoofddirectie); Bart Rooijmans (directeur VDL Participatie); Marius Ponten (Directeur VDL Special Projects & Innovation) en Michiel Dorrepaal (Senior System Designer Mechatronics). Voor Milieudefensie waren aanwezig Andreas Thurau, Paul Teeuwen, Wen Spelbrink, Tom Edelbroek en Bernard Gerard.
De gedachtenwisseling liep erg goed.
De VDL Groep ontplooit veel technische en innovatieve activiteiten, waarvan een deel een rol heeft binnen het grotere geheel van de regionale maakindustrie. Het gesprek ging over de opslag en productie van energie, waarbij eigen productiebedrijven soms als ‘case study’ fungeren.
De toekomstige productie van energie vindt in hun visie vooral plaats uit wind en zon. Bij energie-opslag kwam warmte-opslag aan de orde (bij verschillende temperaturen en tijdschalen), elektrische opslag in accu’s, en chemische opslag in de vorm van waterstof en daarvan afgeleide stoffen als methanol.
In de getoonde ‘case study’ van VDL Parree in Sevenum kreeg men met een combinatie van wind, zon (op het eigen dak) en opslag de toekomstige energiebehoefte van de vestiging grotendeels op bijna elke afzonderlijke dag afgedekt, op een kleine tien dagen na zonder wind en zon. Aansluiting op het elektriciteitsnet blijft nodig.
VDL Parree
Ook VDL Groep richt zijn jaarrapportage op het gebied van ESG en duurzaamheid (impact op mens en klimaat) in conform Europese richtlijnen
Beide partijen benadrukten dat de energieproblematiek in grotere kaders gezien moet worden. Regionale werkgelegenheid is zo’n groter kader. Er is een relatie met het regionale woningbouwprogramma, wat voor Milieudefensie een prioritair belang is. Alle sprekers benoemden het Life Cycle-argument: het gaat niet alleen om de energie(opslag) sec, maar ook over het voortraject in de vorm van beschikbaarheid en betaalbaarheid van materialen en het natraject in de vorm van recycling. Oplossingen gebaseerd op niet-schaarse materialen hebben de voorkeur. Zo kijkt VDL bijvoorbeeld naar Natrium-ion accu’s die niet afhankelijk zijn van Lithium.
Er bestaat geen verschil van inzicht dat op termijn de regionale schaal te klein is. Zonne-energie, of van zonne-energie afgeleide producten, kunnen op termijn vaak beter elders in de wereld gemaakt worden. In ruwe termen ligt het omslagpunt rond 2030: tot die tijd vooral regionaal, daarna vaker internationaal. Samenwerkingsverbanden op bedrijventerreinen zijn zeer gewenst, maar dat loopt nog tegen diverse wettelijke problemen op zoals de privacy- en de Elektriciteitswet. Het Kempisch Bedrijvenpark heeft hier een voorbeeldfunctie.
Een, vooralsnog, lastig discussiepunt in een in een regionaal netwerk functionerende onderneming als VDL Groep betreft de scope 2- en -3-emissies. Vaak zitten die bij andere ondernemingen, waaronder veel MKB -bedrijven. Dit vraagt nadere aandacht binnen Brainport.
Tenslotte is afgesproken in contact te blijven en over een jaar nog eens met elkaar om tafel te gaan zitten om te bezien welke voortgang er op dit gebied is geboekt.
Milieudefensie Eindhoven heeft de klimaatdemonstratie van Extinction Rebellion (XR) bij Eindhoven Airport, op 25 maart 2023, gesteund door mee te helpen met de bekendmaking. Ik heb daaraan ook als persoon meegewerkt.
De demonstratie bestond in praktijk uit een aangekondigd deel met een podium en een programma, en een niet-aangekondigd deel dat à la XR het hek doorknipte en bij de privévliegtuigen ging zitten.
De luchtvaart staat volgens XR bekend vanwege de uitstoot van CO2. In de regio veroorzaakt Eindhoven Airport luchtvervuiling, geluidsoverlast, en wordt er gezondheidsschade aangericht. Bovendien heeft Eindhoven Airport, net als Schiphol, de natuurvergunning voor de burgerluchtvaart niet op orde. Dit kan zo niet langer. We bevinden ons in een klimaatcrisis en ook Eindhoven Airport moet mee gaan doen.
XR nodigde alle omwonenden van harte uit deel te nemen aan deze manifestatie, waarin voor een afwisselend programma werd gezorgd met sprekers van bijvoorbeeld Fridays For Future en de Partij voor de Dieren, comedy, en muziek van Huskey en Rythms of Resistance. Klimaatactivisten van Christian Climate Action verzorgden een gebedsviering.
XR is een wereldwijde burgerbeweging die zich inzet om het leven op aarde te behouden. Rebellen van XR zetten druk op overheden en grote bedrijven – met vreedzame, creatieve en ontregelende acties – om te zorgen dat deze in actie komen tegen de klimaat- en ecologische crisis.
Hieronder enkele foto’s.
Spandoek op de parkeergarage van Eindhoven AirportJulia van Fridays for Future aan het woordOptreden van de Red RebelsHet publiek bij het aangekondigde deel van de demonstratieAchter het hek. Hoop politie en marechaussee op de been.
Solutionslab Eindhovense vervolgsessie Evoluon 13 maart 2023. Tweede van links minister Jetten.Solutionslab Eindhovense vervolgsessie Evoluon 13 maart 2023.
De Europese Commissie heeft in april 2022 honderd Europese steden aangewezen als ‘Climate-Neutral and Smart Cities’. Daarvan zeven steden in Nederland, en daarvan Eindhoven en Helmond in combinatie. De bedoeling is dat die steden in 2030 klimaatneutraal zijn. Het besluit dat er een dergelijk programma komt, is eerder genomen. De Europese Commissie heeft in december 2019 vijf ‘moonshot-programma’s’ gedefinieerd, waarvan dit Cities-project er één is. Voor 100 steden binnen de EU en 12 steden buiten de EU ligt samen 360 miljoen op de Europese plank. De gemeentes zitten permanent op zwart zaad en dat Eindhoven en Helmond een paar miljoen hopen te vangen uit Brussel is alleszins te begrijpen.
De aanpak moet niet alleen technologisch zijn. In het Stedelijk Klimaat Contract voor Eindhoven dd sept. 2020 (zie hierboven) wordt de aanpak als volgt omschreven “Belangrijk is de verschuiving in het denken die heeft plaatsgevonden van een missie die zich richtte puur op het vinden van (technologische) oplossingen voor klimaatverandering, naar een missie die de noodzakelijke systemische transformatie van onze maatschappij centraal stelt. Met andere woorden, ‘business as usual’ gaat ons er niet brengen en we moeten een heel ander paradigma vinden en dus, onder andere, de rol en positie van de overheid en overheidsorganisatie in vraag durven stellen en ook het businessmodel achter de klimaat transitie moeten heruitvinden. Daarnaast komt ook sterk naar voren dat de burger en zijn leefwereld centraal moeten staan. De gedachte hierachter is dat de missie enkel resultaat zal opleveren als ze gedragen wordt door de burger, en de burger zal de visie, doelstellingen en acties enkel actief steunen als die van hem/haarzelf uitgaan. Het is wel cruciaal om in dit proces de overkoepelende missie ambitie van klimaat neutraliteit niet uit het oog te verliezen.” Gegeven de recente uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen 2023 op zich geen absurde gedachte.
Publiekssessie dd 09 sept 2020 in het Klokgebouw (in Coronatijd)
Als buitenstaander zie je van het Cities-project alleen wervend bedoelde publiekssessies. De eerste was in 2020 (in Coronatijd). Zie https://www.bjmgerard.nl/de-klimaatneutrale-stad-eindhoven-en-het-eindhovens-klimaatnetwerk/ . De laatste, die van 13 maart jl, was drukker en charmanter opgezet. Minister Jetten mocht even iets zeggen, de kunstenaar-filosoof Van Mensvoort mocht op prikkelende wijze verwoorden wat voor ingevoerde leken niets nieuws was, en een kleine 30 werkgroepen mochten verwoorden wat volgens die werkgroep de oplossing was voor zelfbenoemde problemen en die mochten ze op een kubus schrijven. En van die kubussen werd dan de muur opgebouwd die achter het panel te zien is.
Het is allemaal best wel leuk en professioneel opgezet, maar je ziet in de sessies geen echte vooruitgang. Het is en blijft een beetje oude jongens/meisjes/anderszins progressief krentenbrood. Je zou verwachten dat de sprekers, naast wervende teksten, ook serieuze verhalen gingen vertellen wat men gedaan had met de ideeënopbrengst van eerdere sessies, en welke strategie zich aan het ontwikkelen was. Maar het blijft bij herformuleringen van de uitdagingen en bij algemeenheden in de geest van ‘vitale binnenstad’, ‘robuuste regio’, ‘leefbare wijken’ en bestendige bedrijventerreinen’. Zaken waar niemand tegen kan zijn, maar die ook niet erg informatief zijn.
De Europese Commissie heeft vast niet bedoeld dat het geheel verboden was om, tussen de draagvlakoperaties door, ook over technologische oplossingen te praten.
Nu kent de gemeente Eindhoven, niet geheel achterlijk zijnde, uiteraard wel andere documenten die dieper op de feiten ingaan. Het beste planningsinstrument is de Klimaatbegroting 2023 (te vinden op https://raadsinformatie.eindhoven.nl/zoeken?keywords=klimaatbegroting+2023&limit=10&document_type=&search=send ). Ook daarin is de gemeente nog sterk zoekende. De teneur wordt weergegeven in bovenstaande samenvattingstabel. ‘Klimaatdoel 2030’ is de gangbare Europese Fit for 55-ambitie (55% minder in 2030 dan in 1990), Missie Europa is die welke bij het Climate Neutral Cities-project hoort dat hier besproken wordt. (Uitleg: de dalende trend die nu feitelijk bestaat moet 1,2* sneller om Fit for 55 te voldoen, en 2,3* sneller om aan het Cities-project te voldoen. Indirecte CO2-uitstoot komt vrij tijdens het produceren en vervoeren van producten die door Eindhovenaren gekocht en gebruikt worden, maar ergens anders zijn gemaakt.) Hieronder die trends van de directe en indirecte en totale Eindhovense CO2 (uit genoemde Klimaatbegroting 2023, in absolute cijfers), en daaronder de trend voor de directe Eindhovense CO2 (zelfde bron, relatieve cijfers, 1990 = 100%, met doorgetrokken trendlijnen zoals ze zijn en zoals ze zouden moeten zijn, Klimaatverordening = Fit for 55).
Een echte strategie biedt de Klimaatbegroting 2023 niet. De trend om in 2030 op 0 uit te komen is een gedachtenconstructie hoe het zou moeten, er ligt geen verhaal onder. Het verhaal blijft beperkt tot lopende zaken en de korte termijn voor de toekomst.
Ook een open vraag is in hoeverre het mogelijk is een grote stad op een klein oppervlak als Eindhoven überhaupt klimaatneutraal te krijgen. Nederland als geheel wordt (als het goed is) klimaatneutraal is met steun van de Noordzee. Je moet je afvragen of Eindhoven niet ook een stuk windpark op de Noordzee moet afhuren (zoals bijvoorbeeld ook ASML doet).
Je zou willen dat dit soort politieke dilemma’s duidelijker in de presentaties naar voren kwamen, niet in het minst omdat minister Jetten erbij zat. En bovendien om kritiek uit te spreken op de eigen gemeente, zoals op dat Helmond, ondanks de mooie verhalen, een zonnepark op een oude vuilstort van Solarcentury geweigerd heeft ( https://www.bjmgerard.nl/solarcentury/ ).
Men zou in een dergelijke publieksbijeenkomst kritischer naar de eigen praktijk moeten kijken, en niet alleen mooi weer-presentaties geven.
Vervolgbijeenkomst op 3 april 2023 in Dynamo
Op 03 april 2023 vond in het Eindhovense jongerencentrum Dynamo een vervolgbijeenkomst plaats. Er waren ca 200 mensen en de kubussen en de post-it borden stonden er weer.Eindhoven hangt de wisselwerking met het publiek op aan enkele thema’s:
Het was een beetje hetzelfde liedje: er wordt druk gestreefd naar draagvlak en dat is terecht, maar het blijft om het probleem heencirkelen. Mogelijk gebeurt er van alles achter de schermen, maar voor de schermen merk je daar nog weinig van. Ik hoorde onder andere van een ambtenaar terzake, waar ik een goed gesprek mee gehad heb, dat de gemeente Eindhoven bezig was met een grote formatie-uitbreiding op klimaat- en energiegebied. Het gesprek ging ook over andere energie- en klimaatzaken. Wordt mogelijk vervolgd.