De toename van geluidshinder rond vliegveld Eindhoven aan de Noordoost-kant (precisering)

De aanleiding
Er groeit in Acht, de Achtse Barrier en Best spontaan een beweging van mensen die zich tegen de sterk groeiende geluidshinder door vliegtuigen keren. In mijn hoedanigheid als secretaris van het Platform de 10 Geboden voor Eindhoven Airport (de naam gaat over een tijdje over in Beraad Vlieghinder Moet Minder), heb ik met enkele van die mensen gesproken. Je kon er op zitten gaan wachten dat een dergelijke beweging ontstond en ik vind het een prima ontwikkeling.
Tegelijk blijkt dat de nieuwe actievoerders niet altijd precies weten hoe dingen in het verleden gelopen zijn. Dat geldt onder andere voor de verdeling van het geluid tussen Noordoost en Zuidwest van de startbaan. Daarover bestaan veel misverstanden. Ik wil graag uitleggen hoe dat zit, omdat anders een bijzaak teveel aandacht krijgt ten opzichte van de hoofdzaak.
Aan deze uitleg heb ik op 29 juli 2017 en 5 juli 2018 een precisering toegevoegd.

Geluidscontouren in 2020_civ+mil_Luchthavenbesluit

De huidige normen
Hierboven enkele geluidscontouren uit de MER. De MER is een bijlage van het Luchthavenbesluit en maakt daar onverbrekelijk deel van uit. Deze geluidscontouren gelden op 1 jan 2020 en zijn voor civiel en militair samen.  De vierde contour van buitenaf (de getrokken lijn van 35Ke) heeft juridische kracht. De oppervlakte binnen deze contour mag op 1 jan 2020 niet groter zijn dan 10,8km2 . Deze regeling geldt voor onbepaalde tijd.
Binnen het Luchthavenbesluit is een Gebruiksvergunning gedefinieerd, die verder inperkt en waarin o.a. het aantal van 43000 genoemd wordt. Deze Gebruiksvergunning geldt tot 1 januari 2020! Over daarna wordt door de bevolking het ergste gevreesd en dat niet zonder reden, maar officieel houden de bobo’s diep geheim wat er dan gebeurt.
De Ke-gemiddelden worden op jaarbasis berekend.

Wat zijn aan de Noordoost-kant van de startbaan de problemen?
Rond het hele vliegveld bestaat een permanent hoofdprobleem, namelijk dat het totale vliegverkeer met gemiddeld 8,5% per jaar stijgt. Ik noem dit het volumeprobleem.
Daarnaast bestaat aan beide kanten een nevenprobleem welke kant op de vliegtuigen starten en landen. Ik noem dat het verdelingsprobleem.

De geluidscontouren zijn vastgelegd op basis van de windrichting. Vliegtuigen starten en landen het liefste tegen de wind in. Die wind is het vaakste zuidwest. Daarom is de MER gebaseerd op een startbaan die 70% van de tijd gebruikt wordt voor starts over Eersel (ZW) en 30% over Best(NO) (landing andersom). Dus een 70-30 verdeling.

Opstijgend vliegtuig aan de ZW-kant

De terminal van Eindhoven Airport ligt aan de Noordoostkant van de baan. Daarom zouden de luchtvaartmaatschappijen het liefste alle bewegingen over Eersel uitvoeren, want dan hoeven ze niet te taxien. Het vliegtuig kan bij wijze van spreken de vertrekhal binnen rijden. Hun gedroomde verdeling is 100-0 .
Ze hebben druk uitgeoefend en omdat het vliegveld, en de aandeelhouders provincie en de gemeente Eindhoven het liefste de kont zouden likken van de luchtvaart (om van baas Schiphol maar te zwijgen), heeft die druk tot en met in 2015 geresulteerd in een verdeling 80-20. Het is maar goed voor Eersel e.o. dat de wind niet onder commando van Schiphol cs staat!

Deze 80-20 move kon een tijd goed gaan zolang het aantal vliegbewegingen nog niet tot een kritisch aantal gegroeid was, maar loopt liep  ergens halverwege 2016 door de groei tegen het probleem aan dat de MER-contour op 70-30 gebaseerd is. Daarom begon ergens in 2016 een overschrijding te dreigen van de wettelijke limiet aan de ZW-kant. Die mag niet plaatsvinden want dan heeft het vliegveld een juridisch probleem.
Om binnen de wet te blijven, moet men weer terugkeren naar de jaargemiddelde 70-30 verdeling. Maar omdat er in 2015 de eerste helft van 2016 al teveel 80-20 is gevlogen, werd er in de tweede helft van 2016  tijdelijk overgecompenseerd tot een 60-40 verdeling.
Technisch kan dat, omdat een vliegtuig ook wel met de wind mee kan opstijgen, zolang de tailwind niet te sterk is. Omdat het vooral aan de randen van de dag minder hard waait, doet de 60-40 verdeling zich dan het meeste voelen.

De details over de routering naar het zuiden (rechtdoor over de Elsik-route of met een bocht), of een verondersteld gesloten Belgisch  luchtruim (wat anders ligt dan gedacht wordt) spelen aan de NO-kant geen rol (zie een later bericht Routering en verkeersleiding op vliegbasis Eindhoven en de Masterclass ).

Vanuit het perspectief geredeneerd van bewoners in Acht en Best eo ging tot  halverwege 2016 20% van de startende en dus lawaaiige vliegtuigen over hun hoofd en daarna 40%. Deze snelle groei heeft waarschijnlijk de toegenomen onrust in Best en Noordwest Eindhoven veroorzaakt.

Wat betreft 2017 zag de verkeersleiding het probleem van tevoren aankomen en daardoor is het aantal vliegtuigen in dat jaar wel 70-30 verdeeld. In relatieve zin heeft dus de NO-kant het in 2017 weer beter dan in de tweede helft van 2016.
Omdat echter inmiddels het aantal vliegtuigen verder gegroeid is, zullen de bewoners aan de NO-kant in absolute zin niet veel verbetering gemerkt hebben.

Na 2020 en waarom het volumeprobleem veel belangrijker is dan het verdelingsprobleem
Omdat de gemeente Eindhoven en de provincie en het vliegveld en het Rijk krampachtig proberen elke discussie over na 2020 te smoren, zijn omwonenden gedwongen om hun eigen oordeel te vormen.
Uit niets blijkt dat de luchtvaart in het algemeen, en die op Eindhoven Airport in het bijzonder, voornemens zijn om hun groeitempo te verlagen. In 2010 was het aantal vliegbewegingen 18600 en in 2020 zal dat 43000 zijn (op te vatten als 21500 start en idem landingen). Dat is een factor 2,3 in 10 jaar, omgerekend een groei van 8,5% per jaar – zowat een record in Europa. Als je dat tempo gewoon doortrekt, komt er weer een factor 2,3 bij tussen 2020 en 2030.
Je krijgt dan ongeveer een dergelijk plaatje (de rode lijn het aantal vliegbewegingen en de blauwe lijn die van de CO2 – uitstoot (het klimaat wordt een toenemend probleem voor de vliegsector):

Aantal vliegbewegingen op EhvA na 2020 bij ongewijgde groei

Nu even rekenen:
in 2020 krijgt Best-Acht-Achtse Barrier bij een 80-20 verdeling 20% van 43000 vliegbewegingen over zich heen, zijnde 8600. Bij een 70-30 verdeling zouden er dat 12600 zijn. Het verdelingsverschil is 4300.
In 2030 krijgt Best-Acht-Achtse Barrier bij een 80-20 verdeling 20% van 97000 vliegbewegingen over zich heen, zijnde 19400 . Bij een 70-30 verdeling zouden er dat 29100 zijn. Het verdelingsverschil is 9700.

Het volumeverschil in Best echter (70-30 in 2020 versus 70-30 in 2030) is dus 16.500 vliegbewegingen.

Met andere woorden: het gemeenschappelijke belang van de NO-kant en de ZW-kant om de groei als zodanig samen tegen te houden of te verzwakken is veel groter dan het belang om vliegtuigen van de ene kant af te schuiven op de andere kant.

Het ultrafijn stof
Ultrafijn stof (UFS) kan vanaf de startbaan alle kanten op waaien en trekt zich dus veel minder aan van menselijke verdelingsdiscussies. Voor zover het een voorkeursrichting heeft, is die met de zuidwestelijke wind mee richting Best-Acht-Achtse Barrier. De buitenste grens van de ‘blob’ is waar het aantal UFS-deeltjes per cm3 twee maal de lokale achtergrond is (pakweg 2* 8000 a 10000). Zie ook UFS-onderzoek rond Schiphol vertaald naar Eindhoven en  Noorden van Waterrijk in risicogebied UFS en de mogelijke gevolgen voor de woningverkoop

UFS-schatting gemeente Eindhoven, 2016, incl snelweg

Schonere vliegtuigen bestaan niet (de zwavel in de kerosine is het hoofdprobleem).

Dus bij twee keer zoveel vliegen verdubbelen de vuilconcentraties en komt grofweg de huidige grens tussen licht- en middel-oranje op de plek te liggen waar nu de buitengrens van de ‘blob’ ligt  (2 wordt 4).  Die buitengrens schuift navenant op.

Ook een goede reden om aan het volumeprobleem voorrang te geven boven het verdelingsprobleem!

Het klimaat
Tussen 2020 en 2030 zullen, op basis van het ICA)-akkoord, klimaatsparende maatregelen doorgevoerd worden, maar die zullen zeker bij lange na niet genoeg zijn om de groei volledig op te vangen.
En die klimaateffecten zijn al helemaal onafhankelijk van de opstijgrichting!

Nog een goede reden om aan het volumeprobleem voorrang te geven boven het verdelingsprobleem!

Methaanconcentraties in de atmosfeer schieten omhoog

Het grootste deel van ons aardgas bestaat uit methaan (CH4 ). Methaan komt vrij als organisch materiaal wegrot in zuurstofloze omstandigheden. Dat kunnen zowel natuurlijke als door de mens gemaakte omstandigheden zijn (antropogene). Voorbeelden: moerassen (moerasgas!), vuilnisbelten, ontdooiende permafrost, de bodem van de Waddenzee (de grootste bron van Nederland), maar ook bij het verbranden van brandstof, de gaswinning, rijstvelden en niet te vergeten de veeteelt.

Methaan is een broeikasgas dat ongeveer 25* zo sterk is als koolstofdioxide (CO2 ) dat meestal genoemd wordt in relatie tot de klimaatverandering. Gelukkig verblijft methaan veel korter in de atmosfeer dan CO2 .

In Environmental Research Letters van 12 dec 2016 worden atmosferische methaanmetingen en modellen om die te verklaren besproken. Zie http://iopscience.iop.org/article/10.1088/1748-9326/11/12/120207 .

Figure 1. Top: projections of atmospheric methane concentrations (left, ppb) and carbon dioxide concentrations (right, ppm) for the four Representative Concentration Pathway (RCP) scenarios and observed globally averaged atmospheric abundance at marine boundary layer sites from the NOAA network (black, Dlugockenky 2016). Tropospheric concentrations from RCP models have been scaled to fit surface observations. Bottom: emissions of methane (left) and carbon dioxide (right) from anthropogenic sources. For methane, four harmonized RCP scenarios are plotted together with the EDGARv4.2FT2012, USEPA and GAINS-ECLIPSE5a inventories. For carbon dioxide, four harmonized RCP scenarios are plotted together with the recent EDGARv4.3FT2014, and CDIAC estimates for fossil and cement-production emissions. RCP concentration data are from Meinshausen et al (2011). Concentrations and emissions from RCP4.5 are above those of RCP6 before 2030.

In de linkerkolom methaan, rechts CO2 , in de bovenste rij de concnetraties (als het ware het gevolg) en in de onderste de emissies (als het ware de oorzaak).
De zwarte lijn met stipjes (waar obs bij staat) geeft de metingen weer.
Van methaanemissies is veel nog onbekend. Daarom staat er links onder geen zwarte lijn.
De RCP-lijnen komen uit het vijfde rapport van het IPCC en geven scenario’s weer die elk leiden tot een bepaalde temperatuurstijging op aarde. Om de stijging onder de 2°C te houden, zou RCP 2.5 gevolgd moeten worden.

Bij methaan is er dus een versnelde groei in  de concentratie, en dat kan niet anders dan een nog sterker groeiende emissie betekenen.
Met het nodige voorbehoud geven geleerden drie redenen op waarom de emissies sinds  2007 versneld toenemen.
1)  de landbouw
2)  gas dat vrijkomt uit fossiele brandstof
3)  er wordt minder biomassa verbrand
De schaliegaswinning lijkt geen grote rol te spelen.

Figure 2. Annual methane emissions (in Tg yr−1 for the 2003–2012 decade) for fourteen continental regions and five emission categories. Estimations are the average of an ensemble of top-down inversion models described in Saunois et al (2016).

Het artikel bespreekt ook middelen om iets te doen aan de emissies.

  1. Zuig methaan in kolenmijnen af en fakkel dat af
  2. Breng alle gaslekkages in kaart en beeindig die, van bron tot klant
  3. Dek alle afvalstorten af en win er stortgas uit
  4. Zet biomassavergisters bij boerderijen
  5. (misschien) pas het dieet van herkauwers aan (maar dat kan elders nadelen hebben)
  6. Verbeter de natte rijstcultuur

Wat er niet in staat, maar wel vaak door anderen gezegd wordt, is minder vee op aarde. Waarschijnlijk hebben de auteurs van het artikel zichzelf de begrenzing opgelegd dat alle overige omstandigheden, anders dan die waar zij veranderingen voorstellen, hetzelfde blijven.

Voor een door mijzelf gemaakt schetsmatig overzicht van methaanbronnen in Nederland zie –> methaanbalans nederland  (gemaakt ten tijde van de schaliegasdiscussie).
Voor het vóór komen van methaan in de Nederlandse bodem zie hieronder:

Methaan concentraties in de Nederlandse ondergrond

Belgische kerncentrales moeten tijdelijk dicht

Over dit onderwerp is al zoveel geschreven in Nederland, dat het weinig meerwaarde heeft als ik dat nog eens dunnetjes over ga doen. Ik beperk mij tot een organisatieschets, een chronologisch overzicht, een aanvullingen over de arbeidsomstandigheden en enkele links naar bronnenmateriaal.

Voor een eerdere publicatie op deze site zie Belgische nucleaire prof tegen heropstart van Doel3 en Tihange2

Gebied waar jodiumtabletten verstrekt worden aan mensen onder de 40 jaar, na een ernstig incident met een kerncentrale

Bedrijfsstructuur van het beheer van en de controle over de centrales:

ENGIE ( http://www.engie.com/en/ . Franse multinational, voorheen GDF/SUEZ. CEO is Isabelle Kocher .

Electrabel is een 100% dochteronderneming van ENGIE ( www.engie-electrabel.be/nl ). CEO is Philippe Van Troeye .

Electrabel beheert onder meer de zeven Belgische kerncentrales (naast andere activiteiten.

De FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) is de Belgische toezichthoudende instantie. ( http://www.fanc.fgov.be ). Directeur-generaal is Jan Bens.

 

Hier de brief van 1 juli 2016.

Hier  de brief van 2 sept 2016

Het standpunt van Van Troeye, zoals opgetekend op de Electrabelsite op 9 dec 2016

De “gespannen arbeidsverhoudingen”.
De Belgische krant De Standaard schrijft goed over de Belgische kerncentrales. OP 26 november 2016 kopte de krant “In Tihange kun je de angst ruiken”. Voor de duidelijkheid: niet voor de reactorkern, maar voor de directie. De sfeer is om te snijden. De directie straft er nu op los, al dan niet terecht. Niet voor niets is er sinds begin 2014 zes keer gestaakt. Zie voor de volledige tekst zie www.standaard.be/cnt/dmf20161125_02593038 (je kunt een week gratis abonnee worden en dan het artikel lezen).

Tihange
Tihange

De parkeergarage als longen van de stad?

Het Eindhovens Dagblad (ED) van 29 oktober 2016 kopte “Parking als long van de stad werkt”. Het blad Cursor van de TU/e vermeldde twee dagen eerder een vergelijkbaar juichverhaal. De grote lijn was dat het afvangen van fijn stof in parkeergarages de lucht daar en stuk schoner kan maken. En, blijkt uit het artikel, ook in de omge-
ving van de garage.

Nu is het de bedoeling dat mijn longen zo weinig mogelijk stof vangen, dus ik vind de gebruikte beeldspraak weinig gelukkig, maar dit terzijde.
Is de bewering, afgezien van de metafoor, waar? Ik heb er het originele onderzoek van Bert Blocken bij te pakken (en van student Rob Vervoort en universitair docent Twan van Hoof), alle van de afdeling Bouwkunde van de TUE.
Het onderzoek is te vinden op http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0167610516304536 (open access).

Samenwerking met het bedrijfsleven
De hoofdvraag is of het filteren van afgezogen lucht in de Eindhovense parkeergarages ertoe bijdraagt dat in en rond die garages de lucht schoner wordt. In het onderzoek is samengewerkt met ENS Technologie uit Cuijk ( http://enstechnology.nl/ ). Het onderzoek baseert zich specifiek op de (beweerde) kenmerken van de Aufero van deze firma. Ik zeg overigens geen negatief woord over de ionisatiefilters van ENS. Mijn kennis schiet te kort om een grondig oordeel uit te kunnen spreken, maar meer dan een geïnteresseerde leek zijnde, krijg ik er geen slecht gevoel bij.
Deze samenwerking wordt expliciet in het artikel vermeld en daar, waar de universiteiten tegenwoordig gedwongen worden voor hun onderzoek geld te zoeken bij het bedrijfsleven en dus ook te laten opbrengen, wil ik daar niet bij voorbaat over vallen. Als het onderzoek goed gebeurt, en daar heb ik wat bedenkingen. Er staat niet voor niets een ? in de kop.

Ook de provincie is financier.

 Relevant voor de gezondheid
De vraagstelling is en blijft relevant. De meeste soorten fijn stof zijn gevaarlijk. Auto’s produceren fijn stof uit hun uitlaat, maar ook door slijtage van remmen, banden en asfalt. Als alle auto’s elektrisch zijn, wordt er nog steeds fijn stof geproduceerd, zij het wel een stuk minder.

(Overigens, maar dit tussendoor: er is een heleboel emotionele drukte over tot korrels van ca 2000µm gemalen autobanden op kunstgrasvelden. Die bevatten inderdaad PAK’s en roet, maar ik zie geen logische blootstellingsroute die gedurende 1 a 2 uur per week schade aanricht. Niet voetballen is gevaarlijker dan op kunstgras voetballen.
Als diezelfde autobanden zichzelf tot korrels van 2
µm malen en in de lucht gaan zweven, is die blootstellingsroute er wel.
Het zou de volksgezondheid dienen als de emotie omgekeerd evenredig was met de diameter van de korrels.)

Opzet en uitkomsten van het onderzoek
Het onderzoek bestaat uit CFD-berekeningen (Computational Fluid Dynamics), een gangbare techniek.
Er zijn twee fasen.

Eerst worden er berekeningen losgelaten op schematische wijken met een schaakbordpatroon en drie soorten straten (breedte 2*, gelijk of 0,5* hoogte), waarin een gas producerende puntbron. Die schaakbordwijk wordt in een windtunnel gezet. Je speelt wat met de omstandigheden en kijkt bij welke  aerodynamische kengetallen de berekeningen het beste bij de windtunnelmetingen passen. Die kengetallen neem je mee naar de tweede fase.
In de eerste fase ontstaan soms forse onzekerheidsmarges, die meegenomen worden naar de tweede fase.

In de tweede fase wordt een fijnmazig grid opgezet en daar worden de feitelijk bestaande Eindhovense gebouwen en straten virtueel in gemodelleerd. De kwantitatieve verkeersstromen in al die straten worden toegevoegd (cijfers van de gemeente). De studie gaat uit van normaal stadsverkeer (15 tot 30 km/uur en twee stops per km).
Op die verkeersbewegingen worden standaard emissie-kengetallen losgelaten. De berekening beperkt zich tot PM10 (korreltjes met een diameter onder de 10µm).
De parkeergarages worden ingetekend (de vlaggetjes in het eerste plaatje, in garage M staan alleen fietsen). Op die garages worden NEN-normen losgelaten en realistisch ogende kengetallen voor de autobewegingen.
Vervolgens laat men op dit systeem een Zuidoostenwind los die op 10m hoogte 1 m/sec is.
Als achtergrondconcentratie wordt gekozen die van het RIVM-meetstation in een woonwijk in Veldhoven, zijnde 17,3µgr/m3 . De filtersystemen vissen ook in die achtergrondvervuiling.
Naast bovenstaand nulscenario worden twee andere scenario’s gedefinieerd, nl 99 Aufero’s (goed voor één filter op 65 parkeerplaatsen) en 594 units (zes op elke 65 parkeerplaatsen)
Aan de Aufero’s wordt een filterrendement van 70% en een debiet van 9000m3 /uur toebedeeld

Tenslotte worden een flink aantal vereenvoudigingen aangebracht. Dat kan niet anders. Niet voor niets noemt Blocken zijn onderzoek “preliminary”. Dat is het inderdaad. Onder andere:
*     de rekenwijze is alleen geschikt voor bronnen dicht bij de grond. Schoorstenen doen niet mee.
*     het aantal voertuigbewegingen per etmaal wordt geacht gelijkmatig over 10 uur verspreid te zijn en er wordt alleen bij die 10 uur gerekend. Er is dus niet aan een piek gerekend.
*     Alleen de voertuigbewegingen binnen de getekende twaalfhoek tellen mee, niet die windopwaarts in Stratum buiten het gebied (o.a. de Rondweg in dat gebied)
*     het model is redelijk geschikt voor PM10 en PM2.5 en misschien roet, maar rekent alleen aan PM10, en is ongeschikt voor ultrafijn stof en NO2.
*     nog een aantal technische vereenvoudigingen die hier te ver voeren.

Auto-aantallen per doordeweeks etmaal in het Eindhovense centrum

Het resultaat van dit alles zijn plaatjes die voor de gekozen set van uitgangspunten de verdeling van PM10 in en rond parkeergarages in kaart brengen. Je krijgt dan dit soort plaatjes voor de PM10-verdeling op neushoogte:

PM10-concentraties nabij Boschdijktunnel met en zonder luchtzuivering

Links is het nulscenario, rechts is met 594 filters in werking. Het betreft het gebied rond de Boschdijktunnel. Opgemerkt moet nog worden dat het kleurenspectrum bij 40 ophoudt, maar dat de concentraties tot 50µgr/m3  kunnen doorlopen. Dat blijft dan hetzelfde rood.
Als je hetzelfde plaatje niet in absolute getallen tekent, maar in verschilpercentages, verandert het bovenstaande rechterplaatje in onderstaande twee rechterplaatjes. Die zijn identiek, maar zijn met een meer resp. minder felle kleurschakering ingetekend.

Daling PM10-concentraties in procenten

Bij al deze plaatjes moet bedacht worden dat er grote onzekerheidsmarges aanhangen. Maar de hoofdvraag was of de luchtzuiveringsapparatuur van Ens werkt, en het antwoord daarop is tot op zekere hoogte “ja”. Je mag redelijkerwijs aannemen dat in de breuk
(concentratiesmet/concentratieszonder) de onzekerheden in teller en noemer ongeveer dezelfde kant op werken.

En toch…
En toch staan me een paar dingen niet aan. Dan bedoel ik niet de (technische) vereenvoudigingen, die aangebracht zijn. Die zijn bij een eerste onderzoek onontkoombaar en kunnen desgewenst met vervolgonderzoek verbeterd worden.
Ik vind wel dat de plaatjes een grotere precisie suggereren dan waargemaakt kan worden. Maar ook dat is verder niet schokkend.

Wat mij  op de eerste plaats en vooral niet aanstaat zijn de keuzes. Zoals voor een zeldzaam weertype als vertrekpunt. Het is niet vaak Zuidoosten wind (dus droog), en 1m/sec op 10m hoogte is bijna windstil.
Als het je doel is om de samenleving te dienen, kies je een representatief weertype (bijvoorbeeld zuidwestenwind, windkracht 3 dus ca 5 m/sec). Als het je doel is een verhaal te vertellen dat maximaal contrast levert ten behoeve van de luchtzuiveringsapparatuur van de firma Ens, moet je de gekozen set uitgangspunten kiezen. Ens opent zijn website dan ook heel blij met de resultaten van het TU/e – onderzoek.
Ik denk dat er bij een huilende Noordwesterstorm nog maar weinig contrast tussen de concentraties met en zonder luchtzuiveringsapparatuur zit.

Ten tweede vind ik dat Blocken een te lage achtergrondwaarde hanteert, en dat hij ten onrechte het gebied windopwaarts van de centrale twaalfhoek weglaat. Het laatste komt tot uiting in het eerste.
Het RIVM geeft in zijn grootschalige achtergrondkaart (GCN, zie http://geodata.rivm.nl/gcn/ ) voor het gebied ten Zuidoosten van het Eindhovense centrum voor 2015 waardes van 20 a 21µgr/m3  op een gridcel van 1*1km.
Omdat de gevonden absolute outputwaarden waarschijnlijk ongeveer evenredig zijn met de inputwaarden, zijn dus alle absolute waarden volgens mij ongeveer 1/6 deel hoger als aangegeven.

Detailopname van de virtuele Eindhovense maquette

Het derde kritiekpunt sluit aan op de eerste twee. Wat kun je bestuurlijk met dit onderzoek?
Als privé-persoon verdient het aanbeveling om bij zwakke Zuidoostenwind niet langdurig aan de lijkant van de parkeergarage naast het Beursgebouw te gaan staan (met of zonder luchtzuivering).
De wetgeving t.a.v. PM10 echter gaat uit van jaargemiddeldes over de hele stad. Daarin komen allerlei soorten weertypes voor, maar nou net zeer zwakke Zuidoostenwind het minste van alle. De PM10-concentratie kan op micro-schaal en etmaalgemiddeld spectaculair op en neer schie-
ten met het weer, maar jaargemiddeld zijn de variaties veel  kleiner.
Het Eindhovense centrum (1*1km-pixel) zat in de GCN-kaart jaargemiddeld over 2015 op 23,8µgr/m3 , de Strabrechtse Heide op ongeveer 18,9µgr/m3 . Daarmee heb je de ongeveer de achtergrondextremen in de regio.
In het Eindhovense centrum moet daar vanwege het lokale verkeer ongetwijfeld nog wat bijgeteld worden, maar uit het onderzoek van Blocken kan niet afgeleid worden hoeveel.
De Atlas van de Leefomgeving ( www.atlasleefomgeving.nl/kijken )  gaf over 2013 op sommige plekken langs de Vestdijk piekwaarden van 25 tot 26µgr/m3 , en bij bijvoorbeeld de Boschdijktunnel rond de 24µgr/m3 . De officiele norm is 40µgr/m3.
Het dilemma van een gemeentebestuur is dat bij PM10 dure inspanningen (wat kosten 594 filters?) jaargemiddeld slechts tot een beperkt resultaat leiden en dan vooral in gebieden dicht op een uitlaat van een parkeergarage, terwijl de gemeente ook zonder die dure maatregelen ver onder de norm zit. Het zou wat anders zijn als de norm het WHO-advies zou  volgen, dat voor PM10 op 20µgr/m3 zit. Dan werd het weer sport.
Blocken heeft er met zijn keuze voor luchtzuivering in parkeergarages eigenlijk voor gekozen om onderzoek te doen aan de vervuilingsvorm waar het verkeer er relatief het minste toe doet.

Herkomst van stof in de Nederlandse atmosfeer, gemiddeld over lange tijd en heel Nederland
Herkomst PM2.5 en roet in Nederland en Eindhoven

Onderzoek naar ultrafijn stof en roet zou zinvoller geweest zijn. Medisch zijn die vervuilingssoorten belangrijker en de contrasten binnen de regio zijn groter.

Eindconclusie
Misschien is het zinvol om exploitanten van parkeergarages op termijn te verplichten om hun uitlaatgassen te filteren, maar het onderzoek van Blocken is geen adequate basis voor een zinvolle kosten-baten analyse. Daarvoor is meer nodig.
Het onderzoek bewijst wel dat ionisatiefilters van Ens een technisch effect hebben, maar toont slechts kortstondig en voor betrekkelijk zeldzame weersoorten aan dat het effect zich significant over een groter gebied uitstrekt.

Warmte in Brabant en het Mijnwaterproject

Het Brabantse Warmteplan
Ik heb op deze site al een tijd geleden gepleit voor een Brabantse Warmteplan (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=843 ) , en nu is de provincie zo vriendelijk dat op 25 nov 2016 geleverd te hebben. Althans, een eerste aanzet tot zo’n plan.
Zie voor het persbericht http://www.brabant.nl/actueel/nieuws/2016/november/brabants-warmteplan.aspx .

Warmtenetten in Tilburg en Breda (bron: Warmteatlas)
Warmtenetten in Tilburg en Breda (bron: Warmteatlas)

Het persbericht bevat geen link naar een achterliggend document. Je kunt de beweringen dus met het persbericht alleen niet narekenen. Gelukkig is er meer literatuur, o.a. een ECN-warmte studie die (enigszins misplaatst) als basis voor de provinciale Uitvoeringsagenda Energie gebruikt is.

Ik loop de zes projecten in het persbericht langs. Tussen haakjes zet ik wat mijn eigen schatting was in het artikel op deze site Opwekking
duurzame energie in Brabant (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=1934 .) Ik heb mij niet gewaagd aan besparingsschattingen, want daarvoor heb ik te weinig informatie. Bij alle besparingsvoorstellen staat dus van mij 0,0PJ .

  • EnergyWeb XL wil 2 tot 5PJ restwarmte van de industrie op bedrijventerrein Moerdijk leveren aan de omgeving, zoals de glastuinbouw. Klinkt uitvoerbaar. (2PJ)
  • Geothermie moet ongeveer 1,3PJ gaan opleveren. Daartoe wordt Geothermie BV opgericht door Hydreco en het Energiefonds van de provincie. (2PJ)
    Hydreco is een dochteronderneming van Brabant Water ( zie www.brabantwater.nl/zakelijk/Paginas/Water-en-energie.aspx ) en een gevestigde naam op dit gebied
  • Verduurzaming van het Stadsverwarmingsnet van de Amercentrale. (0,0PJ want duurzaam wordt duurzaam)
    De provincie wil via de tussenstap van een duurzamer bron (moet wel gas zijn) naar verduurzaming middels restwarmte, geothermie of power to heat. Bij power-to-heat wordt er warmte geproduceerd met tijdelijke overschotten aan hernieuwbare elektriciteit. Als de windmolens een
    tijdje harder draaien dan nodig, wordt de stroom gebruikt om water in een opslagvat te verwarmen. Dat is inmiddels standaardtechniek. CE heeft er aan gerekend (zie http://www.ce.nl/publicatie/potential_for_power-to-heat_in_the_netherlands/1730 ).

    Power to heat - installatie van Klöpper Thermisch
    Power to heat – installatie van Klöpper Thermisch

    Met de natte vinger aannemend dat 33% van de bijstook in het stadsverwarmingsnet terecht komt, moet de biomassabijstook (ongeveer 4,8PJ per jaar) in de Amercentrale jaargemiddeld goed zijn voor een warmte-
    vermogen van ergens rond de 50MW. Jaargemiddeld heb je daar ongeveer 4 km² zonnepaneel voor nodig, die alleen voor de stadsverwarming werkt. Of ca 80 standaardwindturbines van 3MW.
    Zonthermie heeft voor het opwekken van warmte een hoger rendement dan zonnepanelen. Het vervangen van Power to Heat-zonnepanelen door vlakke plaat-boilers kan dus tot minder benodigd oppervlak leiden.
    Ook de getallen in de CE-studie, afgedeeld naar Brabant, wekken de indruk dat de taakstelling om het Amer-stadsverwarmingsnet te verduur-
    zamen, in principe te halen zijn, zij het met de nodige moeite.
    All-in echter moet het verduurzamen van de Amer-stadsverwarming op 0,0 gezet worden, want er gaat evenveel duurzame energie af (de biomassa-bijstook) als er bij komt.

  • Het gemiddeld goed afstellen van de apparatuur in de utiliteitsbouw moet 23% schelen (bij mij 0,0PJ want besparing). Wat de provincie daarvoor inboekt, staat er niet bij in het persbericht, maar een ECN-studie, die gebruikt is voor de Uitvoeringsagenda Energie, noemt hier 2,3PJ .
  • Strengere controle op energieplannen bij bedrijven (bij mij 0,0PJ want besparing)
    Genoemde ECN-studie verwacht dat de provincie hier niet veel zal binnenhalen.
Huis met warmtebuffer op oliestook en zonneboiler
Huis met warmtebuffer op oliestook en zonneboiler
  • Het Nul op de Meter-programma zou op papier in 2020 40.000 bestaande woningen gerenoveerd moeten hebben. De provincie werkt met 40GJ warmte per bestaande woning per jaar (kan). Gesteld dat het Nul op de Meter-programma in 2020 zijn doel bereikt heeft (vooralsnog loopt het niet hard, zie https://www.bjmgerard.nl/?p=3941 ), dan zou dat 1,6PJ besparen.

Als ik naar eer en geweten optel, kom ik op 2 a 5 + 1,3 + 4,8 – 4,8 + 2,3 + 0,0 + 1,6 = 7 a 10PJ, waar de provincie op onachterhaalbare wijze aan 8 a 11,5PJ komt.
Gegeven de onzekerheden en de zeer vele aannames kan ik me over het verschil niet erg opwinden.

Overigens bevestigt de gang van zaken dat de provincie pas echt tot getallen komt, die ertoe doen, als ze zelf leiding geeft aan de ontwikkelingen en niet afwacht tot mensen met de hoed in de hand komen bedelen of alsjeblief….

 

Eijdems en het Mijnwaterproject en de rol van warmteopslag
Ik ben op 4 okt 2016, zoals elk jaar, naar de Energiebeurs in den Bosch geweest en ben daar aanwezig geweest bij een workshop van de Open Universiteit “De rol van thermische opslag voor systeemintegratie en voor stedelijke energievoorziening” van Herman Eijdems. Hoe ziet een CO2 -loze stad eruit, welke infrastructuur hoort daarbij en hoe betalen we de ombouw van de bestaande woningvoorraad?

De Trias Energetica volgens Mijnwater
De Trias Energetica volgens Mijnwater

De Open Universiteit zit in Heerlen en dat Eijdems het Mijnwater-project als vertrekpunt neemt, is dan ook niet vreemd.
Het basisplaatje is een balans:

Schema van warmte in de stad
Schema van warmte in de stad

De balans wordt sluitend gemaakt door jaargemiddeld 6kWh/m2 op te slaan. De behoefte is 20kWh/m2*y  en het aanbod aan zon wappert omgerekend tussen de 26 en de 14 – even zeer kort door de bocht uitgelegd.
De rekensom met de 100 miljoen m3 water = 1 miljoen GJ klopt als de temperatuurstijging onder de grond 2,4°C is geweest en een woning op 30GJ warmte/y wordt getaxeerd.

Hoe kun je energie opslaan, aldus Eijdems? Je kunt dat bijvoorbeeld met een Tesla Power Wall doen.
Maar sla je, zoals Eijdems betoogt, voor de winter 1522kWh wilt opslaan en in 10kWh-Power Wall units, dan heb je er daar 153 van nodig. De Power Wall helpt je wel door de nacht heen, maar niet door de seizoenen.
Daar staat tegenover dat Heerlen 8 miljoen m3 mijnwater heeft. Dat komt overeen met 1,4 miljoen Tesla’s, nu ineens geen Power Wall’s meer maar auto’s (die stonden op het plaatje). De gedachtensprongen volgden soms snel op elkaar. Zouden dat S85-Tesla’s geweest zijn, dan is de accucapaciteit 85kWh en gaat er in 1,4 miljoen accu’s 0,43PJ. Als die waarde in 8 miljoen m3 mijnwater zit, moet dat ongeveer 12,5°C warmer geworden zijn.
Er zit daar water van 28°C in de buizen vanuit de grond naar de verwarmingsinstallatie.

De distributie van collectief opgeslagen warmte naar individuele huishoudens vraagt per definitie om een stadsverwarming. Het interessantste deel van het verhaal ging over de steeds modernere versies van zo’n inrichting.

Dit is het schema van de bekende traditionele stadsverwarming:

Schema van een traditionele stadsverwarming
Schema van een traditionele stadsverwarming

Dat kan beter. Inmiddels is de Heerlense stadsverwarming enkele generaties verder. Het water wordt centraal op 40°C gebracht, en decentraal op 60°C. Delen van het systeem worden bidirectioneel en er wordt intelligentie ingebouwd. In feite ontstaat er een smart grid voor warmte. Het nieuwe plaatje ziet er zo uit:

De eerste aanzet tot een thermisch Smart Grid in Heerlen
De eerste aanzet tot een thermisch Smart Grid in Heerlen

Volgens Eijdems ziet het er financieel, als heel Nederland gasloos gemaakt zou worden, financieel als volgt uit:

Business Case van het Mijnwater-verdienmodel na landelijke opschaling
Business Case van het Mijnwater-verdienmodel na landelijke opschaling

Lees dit als volgt: Nederland volledig gasloos maken zou 310PJ aan aardgas besparen. Bij de veronderstelde gasprijs van €0,67/m3 bespaart dat €5,9 miljard per jaar. Via een gangbare Netto Contante Waarde-berekening over 30 jaar valt dat te vertalen in een eenmalige som van €100 miljard. Dat gedeeld door de ongeveer 7 miljoen woningen in Nederland levert het genoemde getal van €14.500 per woning + de kosten van de bespaarde CV-ketel.
Dit bedrag is als het ware als investeringsbedrag beschikbaar per woning.
Een gangbare Nul op de Meter – renovatie kost nu ongeveer €60.000 . Door bovenstaand investeringsbedrag in te brengen, worden de kosten gedrukt tot bijvoorbeeld €45.000, en dat is (volgens Eijdems) terug te verdienen.

Nu heeft niet iedere gemeente mijnwater onder zijn huizen staan. Maar ook met gewone grote opslagvaten lukt het. Eijdems meent dat Nederland met 6000 Ecovaten toe zou kunnen.
Raadplegen van http://www.ecovat.eu/ geeft dat het grootste vat een opslagcapaciteit van 0,016PJ, dus 6000 van die dingen (die je in de grond ingraaft) komt op 97PJ.
Zou inderdaad kunnen dat dat als buffer op gemiddeld 310PJ aardgasstook per jaar voldoende is.

Het zou mooi zijn als de high tech-pretenties van Brabant tot uiting kwamen in verbeterde stadsverwarmingssystemen in de provincie.

Breed akkoord Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater

De Intentieverklaring
Overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten hebben op 16 november 2016 een Intentieverklaring getekend over de verbetering van de waterkwaliteit. De Intentieverklaring is de eerste stap op weg naar een nieuw Bestuurs Akkoord Water. Men hoopt dat eind 2017, onder het nieuwe kabinet, te kunnen sluiten. Naast beschrijvingen van diverse deelproblemen bevat het ook een actietabel.
geneesmiddelen-en-waterkwaliteit_rivm_omslag
De Intentieverklaring is een lezenswaardig document dat ik iedereen met interesse in waterkwaliteitszaken ter lezing aanbeveel. Men kan het vinden op intentieverklaring-delta-aanpak-waterkwaliteit-en-zoetwater.pdf .

De bijbehorende brief van de minister aan de Tweede Kamer dd 7 nov 2016 is te vinden op www.tweedekamer.nl/wateronderwerpen 07 nov 2016.pdf .
Naar een brief van de minister aan de Kamer dd 8 juni 2016 wordt in de Intentieverklaring verwezen, zie www.rijksoverheid.nl/kamerstukken/2016/06/08/waterbeleid .

Onder de ondertekenaars o.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg, uiteraard namens hun achterban.

De actietabel is opgebouwd rond veertien prioriteiten:
–  Programma Delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwaterbeheer. Dat gaat vooral over de bestuurlijke coördinatie
–  Mest en nutriënten
–  Gewasbeschermingsmiddelen
–  Medicijnresten
–  Grote wateren
–  Bescherming bronnen voor drinkwater
–  Kennisimpuls
–  Stroomgebiedbeheerplannen (waaronder de Maas en de Schelde)
–  Deltaprogramma’s zoetwater (waaronder dat van de Hoge Zandgronden Zuid en de Zuidwestelijke Delta en het Rivierengebied)
–  Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer (een initiatief van de Land- en Tuinbouw Organisatie LTO)
–  Microplastics
–  Duurzame Financiering Waterbeheer
–  Circulaire Economie
–  Waterkwaliteit breed

Het is dus een heel breed document, te breed voor deze weblog. De prioriteiten zijn dat niet voor niets, maar ik pik er nu Gewasbeschermingsmiddelen en Medicijnresten uit, met bijbehorende passages uit de Kennisimpuls. En dat, waar zinvol, met een focus op Brabant.
“Mest en Nutriënten” komt elders in deze weblog al ruimschoots aan de orde, en ook het Deltaprogramma Hoge Zandgronden is al besproken (zie Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden ).

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Gewasbeschermingsmiddelen
Enige waarnemingen uit de praktijk:
–  in zeker de helft van de meetpunten in kleine oppervlaktewateren komen overschrijdingen voor, met name in glastuinbouwgebieden (zie het verhaal over het dimethoaat in de Afgedamde Maas, Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open )
–  in 80% van de winningen van drinkwater uit oppervlaktewater worden de normen voor een of meer gewasbeschermingsmiddelen overschreden

Uit de 'Brede screening', zie
Uit de ‘Brede screening’, zie https://www.bjmgerard.nl/?p=1608

–  bij ca 50 drinkwaterwinningen uit grondwater (dat is ongeveer een kwart van alle) bestaat een probleem of een dreigend probleem)

De prioriteit Gewasbeschermingsmiddelen telt 20 actiepunten, waaronder nadenken en onderzoek (o.a. het up to date houden van de Bestrijdingsmiddelenatlas).
Daarnaast veel actiepunten richting de landbouw, zowel educatieve als stimulerende als controlerende. Het Brabantse programma “Schoon Water” wordt als voorbeeld genoemd (wat terecht is).
Glyfosaat (Roundup) speelt in dit verhaal een zeer bescheiden rol (alleen vegetatiebeheer door Rijkswaterstaat op strekdammen).

Medicijnresten
Naar schatting wordt in Nederland per jaar minstens 140 ton geneesmiddelresten via de rioolwaterzuivering op het oppervlaktewater geloosd. Dit zijn biologisch actieve stoffen. In Nederland wordt de veilige concentratie in oppervlaktewater voor een aantal geneesmiddelen overschreden. Naar verwachting groeit het probleem van medicijnresten in water in de toekomst door vergrijzing en klimaatverandering (er zit zomers minder water in de Maas). De bronaanpak blijft belangrijk in de aanpak van medicijnresten uit water, maar ook zuivering zal een onderdeel van de aanpak zijn .

Deze prioriteit telt 18 actiepunten, waaronder weer nadenken en onderzoek (oa beter afbreekbare geneesmiddelen, meer en openbaar gedeelde kennis over de effecten in water, ook van de nog slecht onderzochte diergeneesmiddelen).
Daarnaast bronmaatregelen in verpleeg- en ziekenhuizen als plaszakjes, medicijninzameling of minder milieubelastende medicijnen voorschrijven (ibuprofen is beter afbreekbaar dan diclofenac, dat in 2008 99,9% van alle gieren in India uitgeroeid heeft, met onvoorziene ecologische gevolgen).
Tenslotte wordt gestudeerd op methoden om medicijnresten in Riool Water Zuiverings Installaties (RWZI’s) uit rioolwater te halen.

RWZI De Groote Luchte Vlaardingen
RWZI De Groote Luchte Vlaardingen

Bubbelen met ozon
Een van die methodes wordt uitgeprobeerd in een pilot bij RWZI De Groote Lucht bij Vlaardingen van het Hoogheemraadschap Delfland, genaamd de Zoetwaterfabriek. De Zoetwaterfabriek is een innovatie waarin Delfland een nieuwe manier van afvalwater zuiveren test. Zo wordt onderzocht hoe medicijnresten, bestrijdingsmiddelen, hormoonverstorende stoffen en andere verontreinigingen effectief uit afvalwater kunnen worden gehaald. Dat probeert men in eerste instantie te doen met een combinatie van ozonisatie en een zandfilter (ozonisatie is dat er ozon doorheen bubbelt, een techniek die ook in zwembaden gebruikt kan worden ter vervanging van chloor. Het is alleen wat duurder.). Ozon kan geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en micro-organismen kapot oxideren.
Om de potentie van de combinatie ozon-zandfiltratie te testen zal een demonstratie installatie gerealiseerd worden op AWZI De Groote Lucht. Hierin zal gedurende ca. 2 jaar onderzoek gedaan worden.
Een goede beschrijving van het proces is te vinden op http://www.stowa.nl/projecten/Waterfabriek_de_Groote_Lucht (de STOWA is het wetenschappelijk bureau van de waterleidingbedrijven).

Het verband met het Deltaplan Hoge Zandgronden
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft in de winter teveel water en in de zomer te weinig water (dat moet dan worden ingelaten uit het Brielse meer).
In feite is het in Brabant, ondanks de grote verschillen in bodemopbouw, niet anders. Het Programma Hoge zandgronden gaat in essentie dan ook over “peek shaving” en anti-verspilling van zoetwatervoorraden: overschotten ’s winters ergens opslaan ten behoeve van droge zomers.
In zo’n context kan grondig gezuiverd rioolwater een belangrijk verschil maken, als men bijvoorbeeld weet dat bij een typische zomerafvoer van de Maas de bijdrage van RWZI effluent aan de afvoer

bij Luik reeds 13% in een normaal jaar is, en tot 32% in een zeer droog jaar. De vervuilende concentraties stijgen navenant. In bepaalde klimaatscenario’s komt de Maas ‘s zomers nog lager te staan dan nu.
Nu laten de Waterschappen in een droge zomer Maaswater binnen. Als ze dan extreem gezuiverd rioolwater binnen kunnen laten, kan dat een grote vooruitgang zijn.

Misschien een idee om ook in de Brabantse omstandigheden een ozon-pilot te doen?

 

 

Raad van State gelast verwijdering TAG van Jansen Recycling

De Raad van State heeft zich over het Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG) van Jansen BV in Son en Breugel gebogen. Op het terrein van werkmaatschappij Jansen Recycling BV aan de Kanaaldijk-Zuid in Son en Breugel ligt een enorme berg met dat spul, veel meer dan de vergunning voor dat terrein toestaat.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)
Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). De grijze berg is het TAG.

TAG bestaat uit verbrokkelde restanten van wegen, die vroeger met (kool)teer houdend asfalt aangelegd zijn. Die wegen worden vroeg of laat gerenoveerd en dan komt het spul weer vrij. Maar inmiddels kan het, afhankelijk van de samenstelling, chemisch afval zijn geworden omdat het materiaal stijf staat van de PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). Wegbeheerders kunnen dat a raison van bijbetaling van ca €32 per ton aanleveren bij erkende verwerkers. Jansen is in 2007 met inzamelen gestart en inmiddels ligt er bij Jansen Recycling 600.000 ton.
Maar het terrein dient voor overslag en niet voor eindopslag en daarom mag het TAG er maar een jaar liggen (drie jaar als het nuttig verwerkt wordt). De oudste brokken liggen er echter al negen jaar.

Veel te laat is de provincie (bevoegd gezag) gaan handhaven, eigenlijk pas toen Johan van der Hout gedeputeerde werd in 2011. Dat zijn slepende procedures. Op een gegeven moment ging de provincie dwangsommen opleggen en de kern van de Raad van State-uitspraak van 23 nov 2016 is dat dat mocht.
Dat betekent dat Jansen voor 1 april 2017 200.000 ton afgevoerd moet hebben, voor 1 okt 2017 400.000 ton (incl het eerdere tonnage), en voor 1 april 2018 alles wat er langer dan drie jaar ligt.

Inmiddels heeft Jansen BV op 3 nov 2014, dus nog veel later te laat, een vergunning aangevraagd voor de machine die de vernietiging van het TAG moest uitvoeren (de Thermische Reinigingsinstallatie TRI). De Raad van State oordeelde, in lijn met de provincie, dat Jansen met zijn TRI onvoldoende zekerheid bood voor een tijdige afwikkeling van het illegaal liggende TAG.

De ontwerp-beschikking voor de TRI lag van 3 okt t/m 14 nov 2016 ter inzage. Ik heb voor de Werkgroep Geluid en Milieu van het Leefbaarheidsteam van de Achtse Barrier een zienswijze opgesteld, welke meegaat in de officiele procedure. Zie Ontwerpbeschikking TRI Jansen Recycling . De bewoners hebben geen principieel bezwaar tegen de TRI, maar willen een optimale bescherming van hun (op ca 800 m afstand gelegen) leefmilieu.

Het is nu de brandende vraag hoe het verder gaat. De uitvoering van het vonnis gaat Jansen heel veel geld kosten, met de natte vinger ergens rond de 20 miljoen. Ik ben benieuwd of ze dat hebben. plaatje_jansen

Ded volledige uitspraak van de Rada van State is te vinden op  https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=89509&summary_only=&q=asfalt .

 

Veel meer vluchten op Eindhoven Airport na 2020?

Het Platform de 10 Geboden voor Eindhoven Airport heeft zijn, inmiddels zesde, Knegselbijeenkomst achter de rug. Uitgenodigd waren gemeenteraadsleden en wethouders van de gemeenten rond het vliegveld, en leden van Provinciale Staten en GS. Die waren in redelijke getale op komen draven.

Er waren op 19 november 2016 drie sprekers.

Hans Buurma sprak namens de Werkgroep Toekomst Luchtvaart (WTL) over de scenario’s rond Schiphol en Eindhoven Airport, en over hoe dat met het klimaat te maken heeft. De WTL is een soort denktank ten be-
hoeve van bewonersorganisaties, die overeind proberen te blijven tegen de druk van Schiphol in.
De vliegerij heeft lak aan het klimaat. Iedereen in de ontwikkelde wereld moet op termijn ver terug, maar de vliegerij wil nog steeds ver vooruit. De beperkte resultaten van de recente ICAO-afspraken gaan verzuipen in de exponentiele groei.
Drie schetsen op een rij:

Aantal vliegbewegingen op EhvA na 2020 bij ongewijgde groei
Aantal vliegbewegingen (rood) en klimaateffecten (blauw) op EhvA na 2020 bij ongewijzigde groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij gemiddelde EU-groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij gemiddelde EU-groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij cap in 2020
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij cap in 2020

Niemand weet er met het aantal vliegbewegingen gaat gebeuren na 2020, het jaar waarin het beleid afloopt dat op de Aldersafspraken gebaseerd is. En als het aan de autoriteiten en Schiphol ligt, blijft dat zorgvuldig buiten discussie tot het te laat is.
Daarom bracht Buurma prognoses op basis van drie mogelijke aannames. De rode lijn is een schets van het aantal vliegbewegingen, de blauwe van de opwarming die daarvan het gevolg is (met 2010 als 100%). Een vliegbeweging is of een start of een landing – twee vliegbewegingen = één vlucht.

De eerste prognose is gebaseerd op wat Eindhoven Airport tussen 2010 en 2020 werkelijk gaat doen, namelijk groeien van 18600 naar 43000 vliegbewegingen. Omgerekend is dat een groei van 8,7% per jaar.
De tweede prognose is wat er gaat gebeuren als Eindhoven Airport het Europese groeigemiddelde van 2009 tot 2015 volgt.
Het derde scenario is wat Buurma aanraadt, nl een ‘cap’ op het aantal vliegbewegingen in 2020. Vanaf dat jaar blijft dat aantal 43000. De blauwe lijn duikt dan, maar 70% is eigenlijk nog niet ver genoeg. Dit scenario genoot veel sympathie bij de aanwezigen.

Klaas Kopinga (voorzitter Belangenvereniging Omwonenden Welschap BOW) ging vooral in op de lopende zaken rond de zogenaamde Uitvoeringstafel. Die staat virtueel in het Provinciehuis en gaat alleen over de praktische uitvoering van de afspraken tot 2020. Althans, als het aan de meerderheid van de daar pratenden ligt. De BOW houdt enige afstand tot deze tafel, omdat ze zich niet gecommitteerd heeft aan de grondslag ervan.

Eén punt lichtte Kopinga eruit: het Leefbaarheidsfonds. Daar zit grofweg ruim een miljoen in en is eigenlijk bedoeld voor urgente milieusituaties die rechtstreeks met het vliegen te maken hebben. Maar er worden pogingen gedaan om het geld te slijten aan nodeloze tussenlagen als ombudslieden met bijbehorend ambtelijk apparaat. Dat kon niet de bedoeling zijn, meende Kopinga.
De gedachte aan de besteding van het Groningse aardgasschade-geld drong zich op.

Verder probeert ‘men’ om geruisloos het woord “hinder” te laten evolueren tot ‘hinderbeleving’. Een subtiel, maar belangrijk verschil. “Ze willen stillere burgers en geen stillere vliegtuigen” formuleerde ikzelf als conclusie. Deze analyse kreeg veel steun.

Wim Scheffers (van Geen Vluchten Na Elven) leidde de discussie aan de hand van zeven stellingen en gaf aan dat het Platform zich ‘wilde resetten”: een bredere thematiek, beter gestructureerd contact met de achterban, updaten van de website, en een gemoderniseerd manifest. De resultaten van de discussie over de zeven stellingen worden meegenomen bij het opstellen van dat manifest.

Discussiestellingen voor de bijeenkomst in Knegsel op 19 nov 2016

  • Verdere kwantitatieve groei heeft geen nut voor de regio
  • Vlieg selectief. Gebruik het beperkte aantal slots eerst voor zakelijk en sociaal-maatschappelijk verkeer, en dan pas voor vakantieverkeer. Schakel als vervanging andere vervoerwijzen in, o.a. de trein
  • Er mag geen sprake zijn van gezondheidsschade door geluidshinder, slaapverstoring en (ultra)fijn stof
  • De modernste technieken worden verplicht gesteld om deze problemen te minimaliseren
  • Er mogen geen nachtvluchten komen. Vluchten aan de randen van de dag moeten worden teruggedrongen.
  • Waardeverlies van vastgoed moet worden gecompenseerd
  • De opwarming van de aarde staat niet toe dat het aantal vliegbewegingen ongeremd kan blijven stijgen, ook niet op Eindhoven Airport

Vliegbewegingen rond Eindhoven

Dat manifest gaat in het voorjaar van 2017 uitkomen en wordt de basis voor gesprekken met de lokale politiek, die tegen die tijd begint met het opstellen van de programma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.

Het ultieme doel is dat straks de randgemeenten, Eindhoven en de provincie met één mond spreken als de toekomst na 2020 aan de orde komt.

De nieuwe naam van de organisatie wordt Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2). Bij dat nieuwe Beraad kan straks elk individu en elke organisatie zich aansluiten.

De presentaties van de sprekers zijn hier te vinden:

presentatie-buurma-knegsel-191116-1

knegsel-19-11-2016-presentatie-klaas-kopinga

knegsel-19-11-2016-presentatie-wim-scheffers

Zie ook

Klimaateffect Eindhoven Airport binnenkort gelijk aan dat van heel Eindhoven

Het klimaat is een wild beest dat alle kanten op kan vliegen, maar tienduizend jaar heeft geslapen (Maarten Scheffer)

Ik ben op het symposium geweest van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) over “Kantelpunten in het klimaat” (11 nov 2016).

Scheffer en wat een kantelpunt is
Een “kantelpunt” kan men definieren als “a situation where a small impact can cause a runaway change”. Dit citaat uit het boek van Gladwell “The tipping point” gebruikte de Wageningse bioloog Maarten Scheffer als eerste spreker op het symposium om zijn eigen werk te definieren.

Maarten Scheffer (WUR)
Maarten Scheffer (WUR)

Scheffer is begonnen om als aquatisch bioloog meertjes op de Veluwe te bestuderen. Die horen helder te zijn, met watervlooien die de blauwalg wegvreten, een onaangeroerde boden en zonlicht dat tot op de grond komt, waardoor waterplanten kunnen groeien. En eventueel snoek erin. Maar als de verstoring door de landbouw en (toen nog) de wasverzachters maar intens genoeg is en lang genoeg duurt, wordt de blauwalg steeds sterker. Een storm of een ongelukje met mest of zo kan het beslissende zetje geven waardoor het meertje in ene staat schiet van troebel water, blauwalg, geen planten meer en brasem die de bodem omwoelt waardoor de troebelheid in stand blijft. En dat is een toestand waar je het meertje verrot moeilijk weer uit krijgt.
Het meertje kan in twee stabiele toestanden verkeren.

Het precieze moment van de omslag is niet te voorspellen, maar er zijn soms wel indicaties dat je in de buurt komt. De slingeringen worden groter en duren langer en daar kun je naar op zoek gaan. Het “systeem verliest zijn veerkracht”.
Onder deze antropocentrische term schuilt wiskunde waarvan de details ook voor mij te ver voeren. On een idee te krijgen, kijk https://nl.wikipedia.org/wiki/Attractor of het filmje http://simplex.ucsd.edu/Movie_Sall.mov .

Scheffer heeft deze gedachte steeds verder veralgemeniseerd en is daar beroemd mee geworden, o.a. met enkele publicaties in Nature. Hij wordt geïnterviewd (in okt nog in de NRC ( www.nrc.nl/nieuws/2016/10/28/de-voortekenen-van-een-omslag-4588339-a1529048 ). Er komt van alles voorbij: het armoedebeleid, de Arabische lente, en het klimaat.
Scheffer noemde de verkiezing van Trump niet als kantelpunt, maar dagvoorzitter Dijkstra hintte er overduidelijk op.

Eigenlijk komt het concept mij heel vertrouwd voor. In mijn linkse studententijd ben ik politiek opgevoed met het dialectisch materialisme en de Hegeliaanse “omslag van de kwantiteit in de kwaliteit” lijkt verrassend veel op een kantelpunt.

Kantelpunten in het klimaat
De titel boven dit artikel komt ook van Scheffer en dateert uit 2009, in welk jaar hij de Spinozaprijs won. De aarde heeft de afgelopen 10000 jaar een mild klimaat gehad, wat mede het ontstaan van de beschaving mogelijk gemaakt heeft.
Dat milde klimaat is bepaald niet vanzelfsprekend. De aarde heeft periodes gekend zonder ijs en met bijna alleen maar ijs, en alles daar wapperend tussen in.
Dit –> http://www.wur.nl/nl/nieuws/Directe-aanwijzing-voor-positieve-terugkoppeling-klimaatopwarming.htm is er een wagenings persbericht over.

Diepzeetemperatuur en mondiale aanwezigheid van ijs
Diepzeetemperatuur en mondiale aanwezigheid van ijs

Dat kwam duidelijk naar voren in het relaas van Anna von der Heydt, waraaan bovenstaand plaatje ontleend is. De vertikale schaal is naar onderen toe kouder.
Von der Heydt liet o.a. zien dat de oceaanstromen rond Antarctica tussen twee standen heen en weer kunnen springen (mogelijk als oorzaak van de sprong 34 miljoen jaar geleden).

Dolman van de VU besprak zichzelf versterkende en zichzelf dempende terugkoppelingen tussen de vegetatie en het klimaat, voor het Amazonegebied en voor de toendra. De natuur kan tegenstribbelen, het is geen mechanische race naar de afgrond.
Dolman racete langs een wiskunde die te moeilijk was om zo maar even te volgen (al dit soort verhalen worden gemodelleerd) , en ik weet te weinig van deze discipline af. Als ik het goed begrepen heb, kan de toendra ontdooien en als versterkende terugkoppeling een heleboel methaan uitstoten, maar gaat het niet zo snel als de meest pessimistische modellen denken.
En kan het Amazonegebied in principe in twee stabiele toestanden bestaan, namelijk tropisch nat (nu) en tropisch droog (savanne). De overgang in principe plaatsvinden, maar er zijn nog te weinig gegevens om dat met zekerheid te zeggen. Maar als hij plaats zal vinden, is er geen early warming. De verandering gaat sneller dan de slingering.

Voor mij het beste te volgen was het verhaal van Van den Broeke over de ijskappen. Een ijskap kaatst zonlicht terug en beschermt dus tegen opwarming, en een verdwijnende ijskap is dus een zichzelf versterkende terugkoppeling.
antarctische-ijskappenarctische-ijskappen
In beeld de twee poolkappen en het aantal meter zeespiegelstijging dat hoort bij volledig smelten. Als de mondiale temperatuurstijging onder de 2οC blijft, zouden de Groenlandse en Oost-Antarctische ijskap het grotendeels houden. Gezien de bijbehorende getallen zou dat een aangenaam idee zijn.

De opbouw van een ice cap
De opbouw van een ice cap

Van den Broeke bracht de grote ijskappen in een soort samenhangend beeld.
Een sheet ligt op land en is > 50.000 km2 , een cap ligt ook op land en is < 50.000 km2 en ligt vaak hoog, en een shelf ligt op zee. Ik vond een uitleg op https://nsidc.org/cryosphere/glaciers/questions/types.html .
Wat de Groenland ice sheet is snap ik (dat is dat hele grote ding), maar wat de Groenland ice cap is, is mij niet duidelijk. Het lijkt een wat kleiner stuk aan de rand, maar ?
Firn is het overgangsstadium tussen sneeuw en ijs. De sneeuw is gecompacteerd, maar er zitten nog poriën is.

Vijf etappes in de smelt van een ice sheet
Vijf etappes in de smelt van een ice sheet

five-stages-ice-sheet-melt_ingevuld-met-ijskappen

Lijkt me zeer relevant onderzoek voor Nederland en een uitstekende reden om onder de 2°C te blijven!

Later toegevoegd een plaatje uit The Economist van 22 nov 2016:

Smeltend zeeijs. mkm sq betekent miljoen km2.  (Economist 22 nov 2016)
Smeltend zeeijs. mkm sq betekent miljoen km2. (Economist 22 nov 2016)

De laatste spreker, die nog genoemd moet worden, is Appy Sluijs, hoogleraar paleoceanografie . Die vertelde over zijn educatieve project voor de bovenbouw van de middelbare school, o.a. met lesmateriaal en de website www.tippingpointahead.nl en een prijsvraag. Een goed initiatief, lezing aanbevolen.

Over Trump en hoe het Amerikaanse leger probeert het klimaatverdrag te redden

trump-1
Trump en Wilders en maatschappelijke problemen
Het is een vreemde tijd.

Ik heb op deze site nog niet wat gezegd over de verkiezing van Trump. Bewust, want ik wilde eerst nadenken. En ik heb meerdere werelden waarin ik een zekere loyaliteit heb uitstaan.

Ik lees hoe mijn lijfblad, de Scientific American, op 17 nov de ene na de andere geleerde aan het woord laat hoe erg het is. Richard Dawkins, een van de beroemdste biologen ter wereld, schrijft een open brief aan Nieuw-Zeeland of dat land niet het staatsburgerschap wil aanbieden aan alles wat maar enige naam heeft op wetenschappelijk gebied in Engeland en de VS. Ik vind het onzin.
Ik heb geen idolen, maar voor zover ik mij zou kunnen voorstellen dat ik er een had, zou dat Michael Shermer zijn van Skeptic magazine, die verwacht dat de continuiteit groter zal blijken dan het verschil en iedereen oproept om kalm te blijven.
Ik voel een loyaliteit aan de wetenschappelijke wereld, waarin ik zelf een onbeduidend speler ben, en ik voel een loyaliteit aan het internationalisme dat daarbij hoort.
Ik voel een loyaliteit aan milieu en klimaat, en voor al die dingen heb ik dus van Trump weinig heil te verwachten.

Aan de andere kant ben ik socialist (SP-lid) en heb ik een mening over de maatschappij. De core business van het socialisme is het analyseren van machtsongelijkheid en de systeemfouten, die daarvan oorzaak en gevolg zijn, en de effecten daarvan die velen in onze samenleving diep treffen. En in de VS nog veel dieper. Ik heb de openingsfoto van dit artikel niet voor niets gekozen.

Ik heb geen enkele loyaliteit met welke godsdienst dan ook. Ik vind het een raar, onbegrijpelijk fenomeen. Ik haat de godsdienst ook niet, ook de Islam niet. Ik heb in deze kolommen al vaker geschreven over de grote betekenis die de Islam voor de Europese wetenschap gehad heeft. Ons woord cijfer, (al)chemie. Aldebaran, zelfs alcohol, en het Alhambra (het mooiste gebouw van Europa, tenminste bij mooi weer) zijn islamitisch en ons woord algorithme komt van een vrome islamitische Pers die woonde in wat nu Oezbekistan is. Ibn Sina (Avicanna) was eeuwen lang de medische standaard. En een tijd lang (inderdaad wel erg lang geleden) waren de islamitische steden Sevilla en Cordoba de hoofdsteden van de Europese cultuur.
Er bestaan op dit moment problemen, die voor een groot deel eerder tot het culturele erfgoed van islamitische landen horen die geteisterd worden door droogte, achterlijkheid, oorlog waaraan ze lang niet zelf als enige schuldig zijn. Welke problemen verergerd worden door zichzelf versterkende haatmechanismes in onze samenleving.
Ik heb niets tegen Islamitische mensen, en ook daarom heb ik niets met Trump en ook niets met Wilders. Maar ik vind elke godsdienst onzin.

De lont en het kruitvat
Als de lont het kruit heeft doen exploderen, is het meestal verstandiger te reconstrueren waar het kruit vandaan komt dan wat de herkomst van de lont is. Liefst zelfs voorafgaand aan de ontploffing, maar dat is in de VS mislukt. In Nederland is het misschien nog niet te laat.

De uitslag van de presidentsverkiezingen op county-niveau
De uitslag van de presidentsverkiezingen op county-niveau

Ik ben geen Amerika-deskundige, maar wel Amerika-geïnteresseerd en probeer artikelen te begrijpen waarvan ik denk dat ze het lezen waard zijn. Zodoende kwam ik via de Correspondent op het artikel How Half Of America Lost Its F**king Mind (uit Crack http://www.cracked.com/blog/6-reasons-trumps-rise-that-no-one-talks-about/ ) van (pseudoniem) David Wong. Ik raad lezing aan.

Hierboven een verkiezingsuitslag, ingekleurd niet op state-niveau, maar op county-niveau (dus kleinschaliger). Wong beweert dat hier perfect de steden blauw zijn en het platteland (waarvan hij zelf afkomstig is voor hij in de stad ging werken) rood. Hij geeft uitgebreide culturele beschouwingen die op mij als leek overkomen als ‘could be true’, maar die moet iedereen zelf maar lezen. Wong beschrijft de plattelandsopvattingen empatisch, steunt ze soms, soms niet, maar verzet zich consequent tegen het denigrerende en eenzijdige karakter van de berichtgeving. Men krijgt tot op zekere hoogte sympatie voor de doelgroep.
De orkaan Katrina, geeft hij als voorbeeld, richtte een ramp aan in de stad New Orleans (wereldwijde coverage), maar daarna rolde hij over het platteland van Mississippi, waar hij 238 mensen doodde en voor 125 miljard schade aanrichtte – in essentie verwaarloosd in de media, zegt Wong.

Presidentsverkiezing 2016 Illinois op coutyniveau
Presidentsverkiezing 2016 Illinois op coutyniveau

Wong komt zelf uit de “blauwe’ staat Illinois, maar uit een van de ‘rode’ counties.
Het platteland, zegt hij, is economisch verwoest. De gemeenschappen waren vaak afhankelijk van één kolenmijn of één metaalfabriek, en als die weg is, is het schluss. De hopeloosheid vreet je op.

Waar 2010-2014 het herstel plaatsvond
Waar 2010-2014 het herstel plaatsvond

Er is wel economisch herstel, maar dat is in de steden, zie boven. De helft van het herstel vond plaats in 20 counties met daarin 17% van de bevolking. Wong “Cities can make up for the loss of manufacturing jobs with service jobs — small towns cannot. That model doesn’t work below a certain population density“.

Tegelijk staat er om de steden een “30 meter hoge muur die kosten van levensonderhoud” heet. Een appartementje van 60m2 kost $1200 per maand, tenzij je in de slums gaat wonen.

Maar, denk ik als socialist, het  probleem bestaat, maar de keuze voor Trump helpt niet. Wat te verwachten was gebeurt nu al: hij omringt zich vanaf de dag na zijn verkiezing met bankiers en verwant volk uit welke kringen hij zelf komt. Eigenlijk is een van de weinige onomstreden programmapunten dat de infrastructuur van de VS gerepareerd moet worden. Je kunt dat natuurlijk ook cru formuleren door te zeggen dat Hitler Autobahnen aanlegde, en dat Trump ze repareert. Er zit een dubbelzinnige waarheid in dit verhaal.
Net als Wilders die groot werd met de belofte van handhaving van de AOW-leeftijd en die een dag na de verkiezingen al liet vallen. Het zou wel eens kunnen dat de plattelandsbevolking zich over vier jaar zeer teleurgesteld voelt.

Trump en het leger en het klimaat
Trump beweert dat hij $500 miljard gaat uitgeven aan het leger, maar de militaire leiders reageren niet jodelend. Integendeel, ze doen moeite om Trump van zijn plan af te brengen om het Klimaatverdrag op te blazen. In het leger lopen niet alleen idioten rond en er zijn er heel wat, die in het veranderende klimaat een serieus militair gevaar zien. Beter dan de kortzichtige domheid van Trump en zijn vrienden.   Zie bijvoorbeeld Climate Wire op 15 november (www.scientificamerican.com/article/military-leaders-urge-trump-to-see-climate-as-a-security-threat/?WT.mc_id=SA_ENGYSUS_20161117 ), met een foto van de Norfolk Naval Station in Virginia, die bedreigd wordt door de stijgende zeespiegel.

Norfolk Naval Station Virginia
Norfolk Naval Station Virginia

En het Amerikaanse leger heeft al vaker in officiele rapporten aangegeven dat de veranderende klimaatpatronen, met bijbehorende overstromingen en droogtes, tot migratiebewegingen leiden die een ernstige ‘threat multiplier’ zijn (zie VS-krijgsmacht bereidt zich voor op klimaatoorlogen ).
Kon wel eens zo uitpakken dat de bijbehorende onkosten hoger uitvallen dan die 500miljard incidentele baten.

Het zijn ironische tijden, als straks blijkt dat het Amerikaanse leger het klimaatverdrag gered heeft.

Overigens zei Middeldorp, de hoogste militaire baas van Nederland, op 20 nov 2016 precies hetzelfde als het Pentagon. Zie middendorp-spreekt-zich-uit-voor-aanpak-klimaatverandering .