Leuk dat je mijn site bezoekt! Ik wil op deze site aandacht besteden aan maatschappelijke zaken in het overgangsgebied tussen milieu en duurzaamheid, natuurwetenschappelijke discipline, politiek werk en acties op deze gebieden. Ik heb hierbij voorkeur voor onderwerpen die voor Noord-Brabant van belang zijn. Elders op deze website vind je tot welke concrete lidmaatschappen en maatschappelijke functies dat leidt. Ik verwelkom iedereen op mijn site die hier ook iets mee wil.
Daarnaast staan er ook persoonlijke accenten tussen de boodschappen.
In de artikelen op deze site kun je zien hoe ik over de dingen denk. Je kunt me ook een vraag stellen (zie de tekst onder de foto).
Om artikelen te vinden werkt de “categorie-knop” het gemakkelijkste. Dat is een hierarchische rangschikking op (deel)onderwerp.
Bedenk dat bij elk artikel een datum staat. Na artikelen treden ontwikkelingen op die de inhoud van het artikel kunnen ondergraven. Kijk altijd even of er nog een later artikel is.
En wees sowieso sceptisch als iemand iets beweert, zelfs als ik dat ben.
Voor geen enkel artikel op deze site is ChatGPT gebruikt.
Als u mij een vraag wilt stellen die geen betrekking heeft op een concreet artikel (bijvoorbeeld om iets uit te zoeken waar ik nog niet over geschreven heb), wilt u dat dan doen als commentaar bij deze passage?
Bij de RABO-bankdemonstratie dd 16 mei 2023 met Miss Piggy
Bij het Einsteinmonument in Ulm (Einstein is daar geboren). Ik vind het overigens geen mooi monument, maar ik heb grote bewondering voor Einstein.. 09 juli 2023
(Dit is een ingezonden oproep die ik graag steun. Het is vlak bij Utrecht Centraal en dat is vanuit Eindhoven goed te doen. In de bijlage voor geïnteresseerden een flyer)
Carice van Houten bij de RABObankmanifestatie in mei 2023
Waarom Rabobank?
🌳 Rabobank financiert ontbossing in Brazilië voor veevoer in Nederland. Dat schaadt daar de Amazone en hier de Veluwe. Stap over naar lokale kringlooplandbouw!
🌊 Rabobank heeft nog geen plan om aan het klimaatakkoord van Parijs te voldoen. Daarmee zet de bank onze toekomst op het spel. Bouw je fossiele leningen af!
🐷 Voor de gezondheid van onszelf en van de Aarde moeten we eiwitten vooral uit planten halen. Rabobank, financier geen varkensflats maar biologische akkerbouw!
Het kan anders!
Er zijn meerdere onderzoeken waaruit blijkt dat er alternatieven zijn, zoals Landinzicht van Urgenda. We roepen Rabobank op om een duurzaam landbouw- en voedselsysteem te financieren. Wie anders dan de boerenleenbank moet dat doen?
Doe je mee?
Kom naar de manifestatie!
🗓️ Donderdag 22 mei
🕓 Programma van 16.00 tot 17.15 uur, inloop vanaf 15.45 uur.
Op een eenmans-site als deze is het ten enenmale onmogelijk om op dit gebied de actualiteit bij te houden. Er gebeurt teveel te snel.
Vandaar een eenmalige verklaring die hopelijk een tijdje mee kan.
Let op het jaartal 1988 in dit tijdloos ogende bericht
Het ontstaan van het probleem Er is een macro– en een microverhaal.
Het macroverhaal is dat de landbouw na de oorlog krachtig gestimuleerd is onder het motto ‘nooit meer honger’. Dat was een tijd lang terecht en daarna niet meer. Ergens rond 1970 a 1980 had de omvang van de landbouw gestabiliseerd moeten worden. Maar in plaats daarvan werd de binnenlandse markt bijzaak en de wereldmarkt hoofdzaak. Er ontstond een agrarisch-industrieel complex dat, nauwelijks gehinderd of zelfs aangemoedigd door de grote politieke partijen en door de kleine confessionele partijen, een zodanig krachtige eigen dynamiek kreeg dat dit kleine dichtbevolkte land de tweede agrarisch exporteur ter wereld werd. Het is waanzin.
Steeds opnieuw was het argument dat de techniek het zou oplossen en dat men moest groeien om geld te verdienen om het steeds groter wordende probleem op te lossen. Geld werd er inderdaad verdiend, de sector bleef inderdaad groeien, maar de problemen werden alleen maar groter.
Door calciumgebrek overleden jonge mees (en dat calciumgebrek komt door de verzuring en die komt door de stikstof)
Er is een monster gecreëerd dat de tropische regenwouden leeg vreet, dat ons land onderschijt, dat een zware klimaatfactor is, dat bijna alle Nederlandse oppervlaktewater helpt vergiftigen, alsmede de lucht, dat volksgezondheidsproblemen creeert of vergert, en dat de natuur helpt verruïneren. Dood aan de eik en de mees, leve de brandnetel.
De landbouw is gewoon veel te groot voor Nederland geworden en moet een stuk kleiner.
Dat moest wel ergens vastlopen, en toevallig was de stikstofdepositie op Natura2000-gebieden de eerste juridische hoepel (van Europese huize) die voor de te vet geworden sector onpasseerbaar bleek. De boeren schreeuwen moord en brand en proberen de stikstofregelgeving weg te intimideren, daarbij ondersteund door het aanhangende industriële complex (“Millionen stehen hinter mir” naar de fotocollage van John Heartfield uit 1932).
Boerendemonstratie bij het Provinciehuis in den Bosch op 25 okt 2019
Het heeft alleen geen zin voor de Tweede Kamer om toe te geven, want de volgende juridische hoepel komt eraan: het afschaffen van de derogatie (wat betekent dat Nederlandse boeren minder mest mogen uitrijden). Dat beschermt de bodem, en daarna het grond- en oppervlaktewater, tegen een overdaad aan nitraat en fosfaat. De inperking van het uitrijden van mest is een prima Europese maatregel.
En achter deze hoepel zit alweer de volgende Europese juridische hoepel, namelijk de Kader Richtlijn Water (KRW) waaraan Nederland in 2027 moet voldoen. De nu lopende (en laatste) planperiode is dit jaar van start gegaan. Momenteel voldoet slechts 1% aan de kwaliteitsnorm ‘goed’ en dat moet in 2027 100% zijn. Niet alleen w.b. nitraat en fosfaat, maar ook w.b. bestrijdingsmiddelen en medicijnresten (die ten dele ook van de landbouw komen).
Een andere hoepel is dat Europa, geheel terecht, naar minder bestrijdingsmiddelen wil. Bestrijdingsmiddelen zijn een causale factor voor Parkinson en dat is de snelst groeiende hersenziekte van dit moment, aldus de grootste specialist op dit gebied, hoogleraar Bas Bloem. Boeren zijn overigens zelf de kwetsbaarste risicogroep. Daarna de omwonenden en daarna de consumenten.
Een potentiële hoepel kan worden dat de recentelijk aangescherpte WHO-richtlijnen voor de luchtkwaliteit in Europese wetgeving vertaald gaan worden – wat prima zou zijn.
En dan nog de verdroging. De beregening in Brabant-oost conflicteert in de steeds drogere zomers met de drinkwatervoorziening. De beregening wordt roofbouw op het grond- en oppervlaktewater.
De Strijper Aa op 04 sept 2022 bij de Paaldijk ten Zuiden vna Leende
Laatste factor in het macroverhaal is dat de strijd om de grond scherper wordt. ‘Men wil onze grond voor woningen en bedrijventerreinen’ aldus sommige boeren – waarvoor overigens al decennia boeren geruisloos uitgekocht worden. En klimaat en biodiversiteit eisen nu ook grond voor waterberging, energieproductie en nieuwe natuur. De bestaande waarderingsverhouding tussen agrarisch gebruik van de grond en de nieuwe functies verschuift richting de nieuwe functies. En dat is onontkoombaar.
Het microverhaal is dat het in een halve eeuw dolgedraaide systeem uit mensen bestaat (boeren, hun huishoudens en de werknemers in de agro-industrie) die er vaak ingeluisd zijn door bijvoorbeeld de Rabobank en door al die hotemetoten die predikten dat het allemaal groter en industriëler moest.
Agrarische mensen die nu soms geen kant op kunnen. En waar schulden bestaan, wanhoop heerst en grote sociale problemen bestaan.
Het gaat om allemaal verschillende mensen. Dè boer bestaat niet. Ze zijn rijk of arm, bio of intensief, akker of vee, goed of slecht. Een verzamelaanduiding als “hèt boerenprotest’ is misplaatst.
Het Rijk heeft de landbouw een halve eeuw lang alleen maar behandeld als marktsector. Landbouw was vooral groeien en verkopen. Er is nooit een probleemafdekkend plan-B gemaakt voor de dag waarvan iedereen wist dat die komen ging, de dag dat het systeem keihard tegen zijn grenzen aanloopt. En dat is nu. Maar zo’n plan is er niet. Het enige dat het kabinet weet te doen is de beleidsleegte over de schutting van de provincies gooien.
Het microverhaal is dat er iets voor de mensen gedaan moet worden.
Val schacht 3 Staatsmijn Emma
Wat er moet gebeuren Ik vind de vergelijking met de Limburgse mijnsluiting leerzaam. Zie https://www.bjmgerard.nl/terug-van-weg-geweest/ . Generaties Limburgers waren verknoopt met de mijnen. Maar de wereld veranderde en de mijnen moesten dicht. Dat besluit was onontkoombaar en stond vast. Voor de mijnsluiting was er op Rijksniveau een plan, met veel geld. Den Uyl reisde persoonlijk naar Heerlen om het te brengen. Het plan was niet altijd goed en het werd niet altijd goed uitgevoerd, maar desalniettemin probeerde het Rijk zelf zijn verantwoordelijk te nemen. En gooide het probleem niet bij de provincie Limburg over de schutting in de geest van ‘hier heb je geld en zoek het maar uit’.
Nu een deel van de landbouw gesloten moet worden ligt er wel veel geld, maar geen plan. Dat mogen de provincies oplossen. In hoeverre dat geld vooral de RABO-bank helpt en in hoeverre het de boeren helpt, moet blijken. In hoeverre het kringlooplandbouwmodel houvast gaat bieden, moet ook blijken. Bij het afgelopen landbouwdebat was er veel kritiek op minister Staghouwer. Als ik voor de verandering SGP-Kamerlid Roelof Bisschop eens citeer ‘is er nog geen fractie van duidelijkheid’ over wat kringlooplandbouw is’. Overigens is die kringlooplandbouw niet eens een echte kringlooplandbouw. Het lijkt eerder nog steeds een lineair systeem, nu voorzien van extra lussen.
Maar sommige grote dingen zijn niet door de provincie te regelen. De provincie kan de Rabobank niet tot de orde roepen, kan de detailhandel geen aanwijzingen geven en kan niet met de EU praten. De provincie mag niet eens zelf de nitraatrichtlijn uitvoeren. Provincies kunnen binnen een adequaat geformuleerd raamwerk op goede wijze een eigen bijdrage aan de uitvoering geven. Het is tussenbestuur.
De planloosheid is de oorzaak van heel veel onzekerheid. Voor die onzekerheid kan men begrip hebben, want er ligt inderdaad geen perspectief klaar, zelfs nog geen aanzet ertoe. En dat terwijl de problemen al een halve eeuw alsmaar groeien, mede omdat de agrarische sector oplossingen al een halve eeuw blokkeert.. Voor de manier waarop delen van de agrarische beroepsgroepen op overvalachtige wijze proberen hun tegenstanders kapot te intimideren, kan ik geen begrip hebben.
De regering moet eerst helder uitspreken dat aan verplichtingen zoals de Natura2000-wetgeving, de mestregels en de Kader Richtlijn Water niet te tornen valt, en moet een raamplan maken op Rijksniveau ten gunste van een forse krimp van de landbouw, zodat de provincies een beperktere taak krijgen die vooral op uitvoering is gericht. Tegelijk moet er een werkbaar en aan de moderne tijd aangepast landbouwsysteem gedefinieerd worden. Dat had al veel eerder gebeurd moeten zijn. Waarna de regering er een krachtig en dirigistisch beleid op zet, met oog voor menselijke belangen en voor andere ruimtelijke belangen. Een boer verdient bijvoorbeeld veel meer aan een hectare zonnepark dan aan een hectare mais.
En als Nederland dan niet meer de tweede landbouwexporteur ter wereld is, maar bijvoorbeeld de tiende, het zij zo. Voor een klein land is dat nog steeds indrukwekkend.
In 2023 is het kabinet gevallen en een tijd daarna zijn er rechtse tot zeer rechtse partijen in meerderheid gekozen. Die proberen nu (23 mei 2024) een rechtse regering op poten te krijgen. Dit zal invloed hebben op wat in bovenstaand artikel beschreven wordt. Welke invloed precies beoogd wordt en welke invloed feitelijk gerealiseerd zal worden, moet blijken. Er is geen reden om bovenstaande tekst te veranderen.
Ik heb als woordvoerder van Milieudefensie Eindhoven aan het bestuur van de Metropoolregio Eindhoven, aan de gemeenteraden en Colleges van B&W in de 21 MRE-gemeenten, en aan de Stichting Brainport en de uitvoeringsorganisatie Brainport Development NV een voorstel gedaan om in het MRE-gebied te komen tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen, onder publiek of coöperatief beheer, met als speerpunt de belangen van huishoudens en de energieopslag op bedrijventerreinen.
Net in die tijd kwam, voor velen als een verrassing, de boodschap dat Tennet, de exploitant van het hoogspanningsnet, aan zijn limiet zat en voorlopig geen groot-aansluiting meer kon doen.
Kort ervoor kwam ook een memo uit van Gedeputeerde Spiering van GS NBrabant over energieopslag, zie
Het geeft aan hoe hot het item is. Het tekent echter ook de situatie dat dit memo alleen maar mogelijke technieken beschrijft (dat doet het memo overigens op zich goed), maar dat het geen woord wijdt aan bestuurlike inspanningen om van al die ideetjes één grote georkestreerde werkelijkheid te maken. Uit niets blijkt dat de overheid hier een leidende sleuteltaak voor de overheid zelf ziet. De markt zal het wel moeten doen.
UIt alles blijkt dat waar het meeste behoefte aan is, goed overheidsoptreden is waarvan de kosten voor een deel publiek zijn,en de baten ook. De huidige situatie vraagt meer om een politieke dan om een technische revolutie.
Hieronder de integrale tekst van de brief (de afbeeldingen horen niet bij de brief).
Verdeelstation aan de Eindhovense Daalakkersweg
Betreft: voorstel tot campagne energieopslag in MRE-gebied
Eindhoven, 10 juni 2022
Aan de (aanstaande) Colleges van B&W en de gemeenteraden in het MRE-gebied Aan de MRE cc aan de Stichting Brainport en Brainport Development
Tegen deze achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven voor om in het MRE-gebied over te gaan tot een georganiseerde en langdurig volgehouden campagne om een grootschalig systeem van energie-opslag in diverse vormen (elektrisch, thermisch en chemisch) op te bouwen.
Uiteraard is het fenomeen energie-opslag in onze Brainportregio bekend. De TU/e houdt zich ermee bezig, en zijn bedrijven die op dit gebied diensten aanbieden en de Regionale Energie Strategie (RES) in het MRE-gebied houdt zich er mee bezig. Het betreft echter steeds losse pilots en projecten, zonder veel interne onderlinge samenhang en vaak van tijdelijke aard. Men maakt op deze wijze geen meters, bereikt geen schaal- en leervoordelen en komt niet tot standaardisatie.
Milieudefensie Eindhoven stelt voor om dat campagnegewijs wel te gaan doen. Regiobreed, georganiseerd onder publieke aansturing en met inachtname van wat in Brainportverband mogelijk is (en dat is in principe veel).
Vanuit zijn achtergrond stelt Milieudefensie Eindhoven het klimaat en het belang van de huishoudens als duidelijke prioriteiten. Het is denkbaar dat een campagne, zoals hier geschetst, ook tot industriepolitieke voordelen voor de regio leidt, maar die staan voor Milieudefensie niet voorop. Voor industriepolitiek zijn andere organisaties beter toegerust. De Brainportregio moet zich met een dergelijke campagne gunstig kunnen profileren.
Een systeem om niet het stroomaanbod de vraagpiek te laten volgen, maar de vraagpiek het stroomaanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt) zou materieel hetzelfde doen als een opslagsysteem, maar Milieudefensie Eindhoven ziet op dit moment niet in hoe dat campagnegewijze georganiseerd kan worden. Experimenten hiermee zijn nuttig, vooropgesteld dat het eenvoudig is en huishoudens er financieel baat bij hebben.
Het klimaat en de huishoudens kunnen veel baat hebben bij een goed regionaal opslagsysteem:
Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat er meer hernieuwbare energie in een sneller tempo kan worden aangesloten. De omvormers in woningen slaan minder vaak af, de grote PV-systemen op bedrijfsdaken kunnen eindelijk ingeschakeld worden, en nieuwe wind- en zonneparken hoeven minder lang te wachten
Een goed opslagsysteem verbetert de draagkracht van het elektriciteitsnet, zodat de levering van stroom ten behoeve van het steeds grotere aantal warmtepompen, elektrische auto’s, inductieplaten en industriële inrichtingen tot minder problemen leidt
Huishoudens en instellingen kunnen zich financieel verbeteren, omdat er minder stroom van het elektriciteitsnet gevraagd wordt. De energie-armoede wordt er minder door. Dit geldt des te meer als de salderingsregeling afgeschaft wordt, zoals vroeg of laat zal gebeuren.
Individuele of collectieve opslag van elektriciteit en warmte in of ten behoeve van woningen bij nieuwbouw of renovatie of complexgewijze verduurzaming van woningen
Energieopslag in elektrische, thermische of chemische vorm op bedrijventerreinen, eventueel aangevuld met onderlinge energielevering binnen het terrein. In sommige gevallen vraagt dit om betere vormen van parkmanagement.
Ter financiële dekking denkt Milieudefensie Eindhoven aan o.a. het nationale Klimaatfonds en Europese fondsen, bijvoorbeeld zoals die ter beschikking gesteld worden via het Climate Neutral Cities-project. Ook moeten de te verwachten industriepolitieke voordelen in de regio leiden tot financiële bijdragen door begunstigde bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van gunstige aanbiedingen of in de vorm van bedrijfsinvesteringen uit eigen middelen.
Politiek en bestuurlijk wil Milieudefensie Eindhoven vooroplopende en krachtig aansturende lokale en regionale overheden, die als launching customer optreden. De schaal van de vraag is eigenlijk die van de MRE, maar gezien de bestuurlijke verhoudingen is het wellicht het beste om de uitvoering bij de gemeente Eindhoven neer te leggen, in overleg met Brainport en een goed extern bureau. Eventuele gecentraliseerde opslagsystemen worden publiek of op coöperatieve wijze beheerd.
Hoogspanningsleiding in het Dommeldal bij Eindhoven
Update 1
Op 05 augustus 2022 heeft het Eerselse gemeenteraadslid Jeanne Adriaans (Kernbeleid) vragen gesteld naar aanleiding van bovenstaand voorstel. Het zijn goede vragen. De vragen zijn hieronder te vinden
Op donderdag 21 juli heeft er een videogesprek plaatsgevonden tussen enerzijds mij en iemand anders va de Eindhovense Milieudefensiegroep, en anderzijds ambtelijke beleidsmedewerkers en procesbegeleiders van de MRE en de aangesloten gemeenten. Dat gesprek liep goed. Men is aan die kant in het geheel niet verbaasd over het voorstel. Reacties gana eerder over de organisatiewijze en de timing.
Update 3
Ik heb een gastopinie aan het Eindhovens Dagblad aangeboden over het onderwerp. Die is op 29 juli 2022 geplaatst, Zie hieronder.
Milieudefensie heeft op 26 mei 2021 de klimaatzaak tegen de Shell gewonnen. Hieronder de eerste reactie van Milieudefensie.
Jaaaa! Milieudefensie wint revolutionaire rechtszaak – Shell moet vergroenen
We snakken met zijn allen naar goed nieuws over het klimaat. Naar een doorbraak. Zodat we weten dat het goed komt met de toekomst van onze kinderen. En vandaag is die doorbraak er!
Vandaag schrijven we geschiedenis. Samen met 17.000 mede-eisers. De rechter veroordeelt Shell. De grootste vervuiler van Nederland moet meer doen om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Het is voor het eerst dat een bedrijf zijn beleid in lijn moet brengen met het Klimaatakkoord van Parijs. Dat is een mega-doorbraak die wereldwijd gevolgen gaat hebben.
Wat concludeerde de rechter?
De rechter heeft ons op heel veel punten gelijk gegeven! In het kort: de rechter beveelt Shell in 2030 zijn CO2-uitstoot met netto 45% terug te hebben gebracht (ten opzichte van 2019). Ook moet Shell zich verplicht inspannen om de CO2-uitstoot van de toeleveranciers en afnemers te verminderen met 45% netto (2030). En dat moet Shell doen via het bedrijfsbeleid. Daarvoor moet Shell nieuw beleid schrijven.
Triomfantelijk uit de rechtszaal na het klimaatproces tegen de Shell_26mei2021
Ook stelde de rechter vast dat bedrijven verantwoordelijk zijn voor het beschermen van mensenrechten in de hele keten, door de CO2-uitstoot te beperken, inclusief die van zakelijke relaties en afnemers.
Deze uitspraak gaat de wereld veranderen
Er worden over de hele wereld klimaatzaken gevoerd. Maar deze is uniek, want het ging niet over geld. Het ging erom de plannen van Shell te veranderen, om gevaarlijke opwarming van de aarde te voorkomen.
Roger Cox, de advocaat van Milieudefensie: “Deze uitspraak gaat de wereld veranderen. Wereldwijd staan mensen in de startblokken om oliemaatschappijen in hun eigen land aan te klagen naar ons voorbeeld. En dat niet alleen. Oliemaatschappijen zullen veel terughoudender worden met investeringen in fossiele, vervuilende brandstoffen. Het klimaat heeft vandaag gewonnen.“
Tranen van geluk
Wij verlieten niet alleen juichend de rechtbank, er waren ook tranen van geluk. Donald Pols, directeur van Milieudefensie: ““Dit is echt geweldig nieuws en een gigantische overwinning voor de aarde onze kinderen en voor ons allemaal. De rechter laat er geen twijfel over bestaan: Shell veroorzaakt gevaarlijke klimaatverandering en moet daar nu snel mee stoppen.”
Actie om steun voor het Shell-proces te werven in Eindhoven (2018)
(Dit artikel is vervolg op eerdere artikelen. Wat onder de tussenkopjes “Dagvaarding Shell” en “De brief van Milieudefensie en de zaak tegen de Shell” staat is de oude inhoud. Deze is nog steeds correct.
Dagvaarding Shell
Inmiddels heeft de Shell de hieronder gevraagde medeverantwoordelijkheid afgewezen. Reden voor Milieudefensie om de Shell te dagvaarden. Eind november heeft Shell 272 volgepende kantjes ingeleverd als reactie op de dagvaarding. Ze wijzen de verantwoordelijkheid af.
Dagvaarding Shell 05 april 2019
Dat gebeurde demonstratief op vrijdag 05 april 2019 in Den Haag. Ik kon helaas zelf niet mee, maar enkele andere leden van onze Eindhovense Milieudefensiegroep zijn wel mee geweest
Het proces wordt ondersteund door 17.379 mede-eisers. Ik ben er daar één van.
De brief van Milieudefensie en de zaak tegen de Shell
Milieudefensie landelijk heeft de Shell een brief gestuurd, waarin de Shell medeverantwoordelijk gesteld wordt voor het veroorzaken van een gevaarlijke klimaatverandering. De brief is gedateerd op 04 april 2018 en geeft Shell acht weken de tijd om aan de eisen te voldoen.
Die eisen zijn: Shell brengt zijn beleid en investeringen in lijn met de klimaatdoelen van Parijs;
Shell bouwt zijn olie- en gasproductie af en brengt zijn uitstoot terug naar nul in 2050;
Shell maakt afspraken met Milieudefensie over de invulling, tussendoelen en openbare verantwoording.
Als het tot een rechtszaak komt (wat aannemelijk is), zal Roger Cox hem voeren. Dat is dezelfde advocaat die het succesvolle klimaatproces van Urgenda gevoerd heeft. Cox heeft daar het “Kelderluik-arrest” ingezet, inhoudend dat het veroorzaken van ernstig gevaar voor mensen in zichzelf al verwijtbaar is, zelfs al is de handeling die daaraan ten grondslag ligt op zichzelf niet strafbaar (in het Kelderlijkarrest het open laten staan van een luik in de grond naar een kelder zonder daar beschermende maatregelen omheen te bouwen, waardoor een ernstig ongeval veroorzaakt werd).
Shell kan aansprakelijk gesteld worden, omdat het hoofdkantoor van Shell in Nederland staat en daar het beleid bepaald wordt.
Het was even stil rondom de Klimaatzaak, maar we hebben zeker niet stil gezeten. Hoog tijd dus voor een update.
Sinds de Klimaattop in Glasgow, waar we onze internationale handleiding How we defeated Shell presenteerden, is er veel gebeurd.
Op 13 december zaten we namelijk opnieuw in de rechtbank met Shell. Daar hadden we een belangrijke meeting over de planning en randvoorwaarden van het hoger beroep van de Klimaatzaak.
Kort samengevat ziet de planning er zo uit:
22 maart 2022: grieven Royal Dutch Shell. In de grieven legt Shell uit wat hun bezwaren zijn tegen de uitspraak van de rechter.
18 oktober 2022: memorie van antwoord Milieudefensie. Hierin geven wij onze reactie op de bezwaren.
voorjaar 2023 of begin 2024: hoorzittingen van het hoger beroep. De uitspraak vindt ongeveer 5 maanden later plaats.
Leuk detail: de rechter heeft aangegeven dat, hoewel ze er tot nu toe erg van heeft genoten, ze het fijn zou vinden als beide partijen hun schrijfsels korter kunnen houden dan 250 pagina’s. Een uitdaging ?.
Milieudefensie-directeur Pols tijdens het hoger beroep in april 2024
Update dd 25 juli 2024
Op 2, 3, 4 en 12 april 2024 waren de zittingsdagen van het hoger beroep in de Klimaatzaak tegen Shell. Tijdens deze zittingsdagen werden de standpunten van beide partijen aan de rechter gepresenteerd. Het scijnt (zegt de NRC op 03 mei 2024) ) dat er 16.500 pagina’s uitgediscussieerd worden. Beide partijen hebben zich heel goed voorbereid.
Het hoger beroep heeft nationaal en mondiaal een gigantische publiciteit opgeleverd.
Men kan de bijbehorende uitleg en documenten, die vooraf gingen aan de zittingsdagen, vinden via
Het zit erop! 4 lange en spannende zittingsdagen van het hoger beroep in de Shell Klimaatzaak. Verrassingen in Shell’s argumenten waren er niet. Gevoel voor drama had het bedrijf wel. Dit zijn de 5 meest opvallende momenten tijdens het hoger beroep.
1: Shell denkt roetzwarte uitstoot wel groen te kunnen praten
Shell kleurde een groen plaatje, op de eerste zittingsdag. Zo zou het bedrijf het meeste geld van Nederland uitgeven aan “duurzame energie”. Nou, echt duurzaam is het niet, want ze hebben er bijvoorbeeld ook gas tussen gezet. Ondertussen weten wij wel beter: Shell steekt jaarlijks gigantische bedragen in olie en gas. Die paar euro’s die Shell in groene energie steekt stellen niks voor.
Sterker nog, Shell besteedt steeds minder aan zon en windenergie! En ze hebben meer dan 800 nieuwe olie- en gasprojecten gepland. Shell gaf tijdens de tweede zittingsdag ook nog eens toe dat hun plannen ook kunnen leiden tot meer (in plaats van minder) CO2-uitstoot. Best brutaal, toch?
2: Shell verstopt zich achter de overheid
Shell vindt dat juist de overheid haar best moet doen voor het klimaat en niet Shell. Maar de overheid kan het bedrijf niet controleren. En Shell gaat niet uit zichzelf minder olie en gas verkopen. Dus vinden wij dat de rechter wél moet ingrijpen. Ander blijft Shell zich achter de overheid verstoppen. Het bedrijf ontwijkt zijn verantwoordelijkheid voor het verergeren van de klimaatcrisis, en de mensenlevens die het daarmee bedreigt.
3: Shell verstopt zich achter de klant
Wij zijn erachter gekomen dat de CO2-uitstoot van Shell 8 keer groter is dan dat van alle huishoudens in Nederland samen. Er werd in de rechtbank veel gesproken over die CO2-uitstoot. Maar hoe zit dat nou eigenlijk? De uitstoot van Shell kan je in 3 categorieën verdelen. Scope 1, scope 2, en scope 3. Scope 1 en 2 zijn de eigen uitstoot van het bedrijf. Dus de CO2 die vrij komt wanneer Shell nieuwe producten maakt.
Denk bijvoorbeeld aan alle broeikasgassen die vrijkomen wanneer Shell een boorplatform bouwt én in gebruik neemt. Scope 3 is de uitstoot van de klanten van Shell. Dus alle benzine, kerosine, diesel en aardgas die mensen van Shell kopen, en daarmee ook uitstoten.
En die uitstoot van klanten, daar kunnen wij echt niets aan doen, vindt Shell. Dat moeten deze mensen zelf maar doen. Makkelijk gezegd, vinden wij. Want maar liefst 95% van Shell’s CO2-uitstoot zit in scope 3.
4: Klimaatakkoord van Parijs geldt voor iedereen (ook voor Shell dus!)
Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen moeten alle vervuilende bedrijven zich houden aan de het klimaatakkoord van Parijs. En dat betekent dat ook Shell zijn uitstoot met 45% moet verminderen. De totale uitstoot, dus met scope 3 meegeteld, zoals hierboven uitgelegd. Een goed klimaatplan moet eerlijk en duidelijk zijn. We gaan gevaarlijke klimaatverandering niet voorkomen als Shell de verantwoordelijkheid van zijn CO2-uitstoot bij anderen neerlegt.
5: Zwitserse klimaatouderen winnen
Halverwege de zittingsdagen was de uitspraak van ‘die andere’ historische Klimaatzaak. De Zwitserse Klimaatouderen wonnen. De hoogste rechters van Europa stelden de Zwitserse Klimaatouderen in het gelijk: de klimaatcrisis brengt mensenrechten in gevaar. Dit is ook wat wij zeggen in de Klimaatzaak tegen Shell.
Hittegolven bedreigen de gezondheid van ouderen. En daarmee houdt de Zwitserse overheid zich niet aan het beschermen van mensenrechten, vinden de klimaatouderen. Goed punt!
Rechters hebben een belangrijke rol in het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering, zeiden de Europese rechters. De klimaatcrisis is het meest dringende probleem van onze tijd.
Uitspraak op 12 november
Op 12 november horen we de uitspraak. Dan laat de rechter ons weten of het vonnis van 2021 blijft staan, of niet. Dit is wat onze advocaat Roger Cox erover zegt:
“Wij hebben de afgelopen 4 dagen laten zien dat er ontzettend veel bewijs is om het vonnis uit 2021 te bekrachtigen. We hebben er vertrouwen in dat rechters die afweging goed kunnen maken, omdat onze feitenbasis alleen maar sterker is geworden sinds het vonnis in eerste aanleg.”
Update dd 05 december 2024
De uitspraak in hoger beroep is verlies op het eerste gezicht en winst op het tweede gezicht. De concrete 45%-eis is afgewezen, maar de onderliggende argumentatie biedt vervolgkansen. Hetzij in deze zaak (dan cassatie, maar dat moet dd dit artikel nog blijken), hetzij in nieuwe zaken.
Met een groep van vier mensen hebben we, ter afsluiting van onze studie Milieukunde aan de Open Universiteit, een literatuurscriptie geschreven over synthetische kerosine. Naast mijzelf waren de auteurs Barbara Herbschleb, Remco Kistemaker en Remo Snijder.
Elk van deze vier mensen heeft eerst een literatuurscriptie geschreven over een deelonderwerp. Bij mij was dat biokerosine, iemand anders deed Power to Liquid-brandstof (ook wel Electrofuels), weer iemand anders deed Gas To Liquid en Coal To Liquid, en de vierde fossiele kerosine en alle overkoepelende zaken. Daarna werden de vier deelstudies in elkaar geschoven tot een eindresultaat van de groep als geheel. In de studie wordt alle kerosine ‘synthetisch’ genoemd die niet via raffinage uit ruwe olie afkomstig is.
Stroomschema t.b.v. productie van Gas To Liquid-brandstof . Met dit Fischer-Tropsch-procedé kan uit elk koolstofhoudend materiaal brandstof gemaakt worden. De eerste stap (linksboven) verschilt per grondstof, maar vanan het woord ‘syngas’ is het procedé voor alle soorten grondstof hetzelfde. Het eindproduct is zwavelvrij en bevat geen aromatische verbindingen, waardoor het eindproduct met veel minder luchtvervuiling verbrandt.
Opdrachtgever voor de afstudeerscriptie was het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2), in persoon van prof. Kopinga.
De studie bevestigde het vermoeden dat gangbare synthetische kerosine veel schoner verbrandt, dat biokerosine en Power To Liquid-kerosine goed voor het klimaat zijn, maar dat de synthetische kerosine nog slechts in kleine hoeveelheden aanwezig is. Synthetische kerosine is een van de onderwerpen die in het kader van de Proefcasus Eindhoven Airport aan de orde komen.
Overzicht van alle routes die vanuit organisch materiaal eindigen als brandstof. De rood omcirkelde routes zijn inmiddels goedgekeurd door het Anerikaanse certificeringsinstituut.
Biokerosine is een gevarieerd onderwerp. Ruwweg valt het te verdelen in biokerosine met afgewerkte oliën en vetten als grondstof, en met houtachtig materiaal als uitgangspunt (bijv. populier, wilg, miscanthus, switchgrass). Biokerosine bestaat geheel uit ‘tweede generatie’- materiaal , stoffen die niet concurreren met voedsel. Daar zit een goede controle op, o.a. via een onafhankelijk certificeringsbedrijf. In biokerosine zit dus geen palmolie. In biodiesel (nog) wel, maar dat wordt uitgefaseerd. Biodiesel en biokerosine zijn familie van elkaar, maar niet identiek.
De meest gezaghebbende studie komt erop uit dat het Europese aanbod in 2030 6 tot 9% van de Europese vraag kan leveren bij ongehinderd groei. Daar valt wel wat op af te dingen, maar vast staat dat er te weinig biokerosine gemaakt kan worden om de bestaande vraag te bedienen, laat staan de groei. Biokerosine kan een goed begin zijn om de bestaande vraag schoner en met minder klimaateffecten te bedienen, maar je haalt het er niet mee. De (nu nog in ontwikkeling zijnde) Power To Liquid-techniek (die geliëerd is aan de waterstofeconomie) kan een aanvulling worden, maar dat vreet stroom en de vraag is, hoe dat ingepast moet worden. Daar valt nu nog niet veel over te zeggen.
Doorsnee van een oude, Russische PC90-A straalmotor
In de scriptie wordt uitgelegd waarom gangbare synthetische kerosine schoner verbrandt. Omdat de synthetische kerosine in het productieproces zwavelvrij gemaakt is, vormt de motor geen UltraFijn Stof (UFS) meer, voor zover dat op zwavel gebaseerd is.
De aanwezige benzeenringen fungeren bij het verlaten va de straalmotor als bouwsteen voor steeds complexere molekulen, die eerst nog PAK’s heten (Polycyclische aromatische Koolwaterstoffen), en daarna roet of Black Carbon.
Als de brandstof geen benzeenringen bevat, kunnen die ook niet als groeikern dienen voor steeds grotere moleculen die later roet worden. De motor loost dus veel minder roet. En dat roet dient hoog in de lucht als kristallisatiekern voor ijs, dus bij synthetische brandstof ontstaan er minder strepen en minder cirrusbewolking in de lucht – die zelf ook weer een klimaatbedreiging zijn.
Synthetische kerosine mag momenteel tot 30% of 50% worden bijgemengd.
Het deelonderzoek over biokerosine kan hier worden gevonden. Het deelonderzoek over conventionele kerosine kan hier worden gevonden. Het deelonderzoek over GTL- en CTL-kerosine kan hier worden gevonden. Het deelonderzoek over Power To Liquid-kerosine kan hier worden gevonden. De uiteindelijke scriptie kan hier worden gevonden. Bij de scriptie hoort een Excel-bijlage met een samenvatting van de gelezen literatuur, geordend op de vooraf gestelde deelvragen. Deze is hier te vinden.
Ik heb voor de site van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) een artikel geschreven over het spanningsveld tussen enerzijds het ruimtebeslag van het militaire Eindhovense vliegveld met aanzienlijk civiel medegebruik, en anderzijds de behoefte aan nieuwe woningen die nog eens verder geëxplodeerd is door de economische schaalsprong van de Brainportregio Eindhoven. Het spanningsveld spitst zich toe op de bestaande afspraak om niet te bouwen binnen de 20Ke-zone van het vliegveld. Het artikel is niet bewerkt.
Meer wonen = minder vliegveld!
Het gebied Sonniuswijk ligt binnen de paarse streepjes
Ter inleiding Er bestaat al jaren een spanningsveld tussen nieuwbouwlocaties enerzijds en de afspraak om niet te bouwen in de 20Ke-zone van vliegveld Eindhoven anderzijds. Door de voorgenomen schaalsprong van de regio zijn er op termijn ca 100.000 nieuwe woningen nodig in de regio. Die moeten ergens komen te staan. Anderzijds heeft de regio in het verleden afgesproken dat er geen grootschalige nieuwbouw van woningen gerealiseerd zal worden (grootschalig is >50) in het gebied binnen de 20Ke-contour van het vliegveld (ongeveer 100km2 ). De afspraak kent een goede reden: binnen de 20Ke-zone ervaart bijna de helft van de mensen ernstige geluidshinder, en ongeveer een kwart ernstige slaapverstoring – dit blijkt uit een recent rapport van de GGD ( ggd-meting:mensen vinden geluid en luchtkwaliteit nog steeds een probleem/ ). Dit conflicteert en de schaalsprong heeft dit conflict, dat al op scherp stond, op nog scherper gezet. Vergelijkbare belangentegenstellingen bestaan op een zwaarder niveau ook bij Schiphol.
In hun wanhoop kijken de verantwoordelijke wethouders of ze niet toch aan die 20Ke-zone kunnen gaan knabbelen. Onlangs speelde dat bij een zoeklocatie van de gemeente Eersel in Wintelre ( bvm2:bouw niet in de 20ke zone in Wintelre/ ). Het is nog niet duidelijk wat het vervolg is. Op 13 mei 2025 kopte het Eindhovens Dagblad (bij monde van onderzoeksjournalist Lucas van Houtert) ‘Son wil bouwen onder vliegroute’ ( plannen nieuwe sonniuswijk vallen in overlastzone vliegveld_son schendt afspraken ).
Hierover verderop meer. Eerst een stukje geschiedenis van de 20Ke-afspraken.
Een stukje geschiedenis van de geluidscontouren De nu geldende wetgeving rond het Eindhovense vliegveld vindt zijn oorsprong in het Aldersadvies uit 2010. In een als overleg vermomd dictaat legde hij een advies neer met een aantal onderwerpen. waarvan voor dit artikel de geluidscontouren van 35Ke en 20Ke van belang zijn (de Ke is een eenheid waarin een jaargemiddeld geluid verwerkt zit, met daaraan voor ongunstige tijden toegevoegd een straffactor). De 35Ke-contour heeft wettelijke kracht en hetzelfde proces dat tot de 35Ke-contour leidt, leidt ook tot een set andere contouren waarvan de 20Ke de belangrijkste is.
Omdat te voorzien was dat het woonklimaat binnen de 20Ke-zone voor velen onaangenaam zou zijn, hebben de toenmalige regiobestuurders een al in het Aldersadvies genoemde ‘werkcontour van 20Ke’ opgebouwd, die in 2011 officieel ruimtelijk beleid van de gemeenten in de regio en van de provincie werd. In https://bvm2.nl/documentatie-bij-de-woningbouwbeperking-door-de-20ke-zone-rond-het-vliegveld/ staat dit verhaal in meer detail uitgelegd. Hieronder deze werkcontour.
Het Aldersadvies is in zichzelf geen wet. Dat werd het pas toen de regering het overnam en formaliseerde in een Luchthavenbesluit (2013). In dit Luchthavenbesluit 2013 )LuHaBe) staan de officiële contouren, waarvan de 35Ke-contour het gedrag van de vliegtuigen limiteert. Het LuHaBe heeft niet tot doel om woningbouwbeleid in te kaderen, en doet daarover dan ook geen uitspraak over woningbouw. Met andere woorden, de regionale afspraken uit 2011 bestaan gewoon verder en gelden nog steeds. Nadat het LuHaBe 2013 gepubliceerd was, bleek dat de eerdere regionale contour ongeveer gelijk was aan de LuHaBe-contour D8 voor civiel en militair verkeer samen.
Het regionale beleid sudderde jarenlang onomstreden voort en de gemeenten zorgden ervoor dat de nieuwe woningbouwlocaties net buiten de regionale 20Ke-werkcontour vielen (als die gemeenten tenminste hun landmeetkunde op orde hadden).
Ook het advies-Van Geel moet in wetgeving worden omgezet, te weten in een nieuw LuHaBe (2025 of 2026), en daar wacht de regio nog steeds met smart op. Het gaat allemaal tergend langzaam.
Het ligt in de rede dat als het nieuwe LuHaBe met een kleinere 35Ke-contour vastgesteld is, en daarmee ook een nieuwe 20 Ke-contour, er bestuurlijk ook een aangepaste woningbouwcontour gedefinieerd wordt. Dat is echter nog niet gebeurd en bij de beperkte vooruitgang, die tot nu toe geboekt is, zou dat voor die nieuwe woningbouw-richtcontour ook nog niet heel veel schelen. Het belang van de regio is dus dat het advies-Van Geel zo snel mogelijk volledig wordt uitgevoerd. Dan komt er tenminste weer bouwgrond vrij.
Meer wonen = minder vliegveld! Sowieso moeten er al veel huizen bijkomen en sowieso gaat dat al moeilijk, maar de schaalsprong van de regio maakt het allemaal nog eens een stuk urgenter. Er kan niet langer worden doorgesudderd – als dat sowieso al kon.
In feite betekent de schaalsprong dat het advies-Van Geel uit 2019 al weer achterhaald is – als tenminste onze regionale bestuurders hetzelfde beschermingsniveau van de bevolking tegen overmatig geluid willen handhaven. BVM2 vindt dat dat moet.
BVM2 ziet niet in hoe men een fatsoenlijk geluidsniveau in een groot gebied rond het vliegveld kan handhaven op basis van het huidige aantal vliegbewegingen. Daarom heeft BVM2 al een tijd geleden in Knegsel met zijn achterban afgesproken dat BVM2 gaat voor 25000 a 30000 vliegbewegingen, in plaats van de huidige 40500.
Misschien moet het nog wel minder. Meer wonen = minder vliegveld!
Sonniuswijk De scheve rechthoekten westen van de A50, en boven het Oud Meer-natuurgebied is Sonniuswijk. De regionale afspraak uit 2011 maakte dat gebied in een klap melaats voor de woningbouw. en dat heeft de regio zo’n 3000 nieuwe woningen gekost.
Gegeven de urgentie kan men begrijpen, maar als BVM2 niet goedkeuren, dat het gemeentebestuur van Son en Breugel toch weer aan de grenzen van de 20Ke-zone wil gaan morrelen. BVM2 vindt het onverantwoord voor wie daar straks komt te wonen.
Het resultaat van het gemorrel is dat de gemeente Son en Breugel in december 2024 de ‘Gebiedsvisie Sonniuswijk’ uitgebracht heeft, te vinden op Gebiedsvisie Sonniuswijk .Het is nog een visie op hoofdlijnen, hetgeen in praktijk betekent dat er veel mooie woorden en plaatjes in staan en weinig harde informatie. De visie spreekt over in totaal 200 a 300 nieuwe woningen in twee rechthoekige blokken zo oostelijk mogelijk, tegen de A50 aan. Het zuidelijke, en minstens een deel van het noordelijke, woonblok liggen in de 20Ke-zone.
Informatie over de milieu-, geluid- en veiligheidsbeperkingen blijft beperkt tot een klein en een beetje wazig kaartje zonder legenda. Dit kaartje is de enige plek in de Gebiedsvisie waar het woord ‘Eindhoven Airport’ te vinden is. Zelfs als men zou vinden dat de woningnood de ruimtelijke wet breekt, dan nog moet dat niet op basis van een dergelijk beperkt kaartje. ook niet ‘op hoofdlijnen’.
Dus regio: stel je hard op! een schaalsprong omhoog in het wonen = een schaalsprong omlaag in het vliegen!
Ik begeleid vanuit de SP een groep huurders van de Eindhovense woningbouwcorporatie Woonbedrijf, de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg, om verdere verbetering en verduurzaming van hun huurwoningen te bereiken. Deze woningen hebben in 2013 en 2014 groot onderhoud gehad en dat heeft tot duidelijke verbeteringen geleid, maar er blijft nog het nodige te wensen over. Zowel aan de technische uitvoering van het destijds tot stand gebrachte, als in de verduurzaming waarover nu heel anders gedacht wordt dan in die tijd.
Deze webpagina is chronologisch geordend met de oudste berichten boven en de jongste onder. Elk nieuw bericht staat aangeduid als ‘Update dd… ‘ en als leesondersteuning heeft elk updatebericht een andere kleur.
Update 24 sept 2020
Buurtenquête jaarwisseling 2019-2020 en gesprek met Woonbedrijf dd 24 sept 2020; enquêteresultaten hier te downloaden De Geestenberg is een typische ‘bloemkoolwijk’ uit begin jaren ’70 .
Er is rond de jaarwisseling 2019-2020 een buurtenquête geweest met een goede respons. Daarna sloeg de pech toe in de vorm van èn een grote reorganisatie binnen Woonbedrijf èn Corona.
We hebben er voor gekozen om de resultaten van de enquête tot een verslag te systematiseren. Bij de uitwerking van de enquête bleek dat er in de categorie ‘overige opmerkingen’ een aantal opmerkingen waren over de badkamer en het ventilatiesysteem. De bevriende architect, die ons helpt, heeft daaraan naderhand bij twee woningen nog aanvullend onderzoek gedaan. De gesystematiseerde enquête en het aanvullende badkamer-ventilatieverslag zijn schriftelijk als eerste ronde aan Woonbedrijf aangeboden. Ze zijn op het eind van dit verhaal te downloaden.
Door de diverse perikelen duurde het een tijd voor we met een delegatie van de bewonerswerkgroep in gesprek kon met Woonbedrijf. Uiteindelijk heeft dat gesprek op 24 september 2020 plaatsgevonden.
Intussen had Woonbedrijf tegen gunstige condities zonnepanelen aangeboden. De meeste van de geënquetteerde bewoners hebben hiervoor gekozen. De opbrengst is overigens berekend alsof er geen salderingsregeling was, zodat het eventuele afschaffen daarvan de ingeschatte opbrengst niet aantast. Plaatsing van de panelen is afgeraden als deze door situatiegebonden oorzaken financieel niet rendabel waren (bomen, ligging). Bewoners die alsnog zonnepanelen willen kunnen Woonbedrijf bellen of mailen naar zonnepanelen@woonbedrijf.com .
Het gesprek met Woonbedrijf liep goed. De corporatie gaat een onafhankelijk bedrijf vragen om bij een beperkt aantal woningen een steekproef te doen. Onze Werkgroep mag de adressen aanleveren. Na het eindrapport volgt een nieuw gesprek met Woonbedrijf.
Detailopname aansluiting achterpui op fundering met koudebrug
Update eind juni 2021
Trition-onderzoek geweest; buurtflyer juni 2021 om mee te doen aan kaartenactie Inmiddels heeft het externe bureau Trition, eind januari en begin februari, bij vijf bewoners het binnenmilieu technisch onderzocht (dat is bovenstaande steekproef). Het eindrapport is nog niet beschikbaar gesteld. Omdat er voor de vijf onderzoeken negen gegadigden waren, heeft de bevriende architect aangeboden om hier aanvullend onderzoek te doen. Dat heeft geresulteerd in een aanvullende brief naar Woonbedrijf. De tekst van de buurtflyer van juni 2021 is hier te vinden
Update 10 aug 2021 na kaartenactie en nieuw gesprek met Woonbedrijf
Huurders Geestenberg bieden een berg ‘schiet eens op-kaarten’ aan bij Woonbedrijf – voortgang buurtactie
Aanbieding van een berg Schiet eens op-kaarten bij Woonbedrijf dd 23 juli 2021
De buurtactie van huurders van woningen in de Geestenberg van Woonbedrijf verloopt traag, o.a. door Corona en een interne reorganisatie.
Eind januari en begin februari 2021 heeft het onafhankelijk bureau Trition in opdracht van Woonbedrijf vijf, door de Werkgroep verduurzaming huurwoningen Geestenberg aangeleverde, adressen onderzocht. Het rapport was in maart klaar en sindsdien was er weinig meer vernomen. Vandaar een actie om kaarten te verspreiden en op te halen met de boodschap dat Woonbedrijf eens moest opschieten. Er is een afspraak gemaakt om die kaarten aan te bieden en over de voortgang te praten, en wel op 23 juli 2021. Een delegatie uit de buurt bood zo’n 130 kaarten aan.
In het gesprek kwamen van weerszijden een aantal zaken naar voren.
Van de vijf door Trition onderzochte huizen voldeden er vier aan de norm
Trition formuleerde een aantal verbeterpunten van structurele aard
Hiervoor heeft Woonbedrijf contact gezocht met aannemer Van Montfort die rond 2012-2013 het groot onderhoud-renovatie gedaan heeft. Van Montfort moet een Masterplan maken waarin zoveel mogelijk verbeterpunten worden meegenomen. Men heeft opnieuw voor Van Montfort gekozen omdat die de woningen kent, en de Geestenbergwoningen een lastige bouwconstructie hebben.
Misschien worden de vijf woningen proefwoningen
Woonbedrijf heeft vanwege capaciteitsgebrek voorrang gegeven aan regulier onderhoud, en Van Montfort kampt, zoals de hele bouw, met gebrek aan personeel en materialen. De timing van het Masterplan is daarom niet helemaal duidelijk.
Inmiddels heeft Woonbedrijf een nieuwe methode ontwikkeld om de veel voorkomende ‘sinkholes’ te repareren. Die ontstaan omdat de fundering rust op het maaiveld van de kruipruimte en er geen tegendruk is tegen naar binnen spoelend zand. De gekozen methode is een praktische vormgeving van een idee dat de vrijwillig meewerkende architect Maas van de Werkgroep al eerder ingediend had. In hoeverre hier sprake is van een oorzaak-gevolgrelatie is niet vermeld.
Een geanonimiseerde samenvatting van het Tritiononderzoek wordt gekoppeld aan het Masterplan
Woonbedrijf neemt, hoe dan ook, in september opnieuw contact op met de Werkgroep
Woonbedrijf ziet het regulier verhelpen van gebreken enerzijds en de verduurzaming anderzijds als twee gescheiden werelden. De Werkgroep vindt dat die twee in elkaar overlopen, bijvoorbeeld bij de ’s winters ijskoude entreehallen en de vloerisolatie. Bedacht moet worden dat bijvoorbeeld ook de koepel Aedes duurzaamheidsambities heeft en dat bijvoorbeeld door de EU-plannen van Timmermans mogelijk het gas duurder wordt. Als een en ander woonlastenneutraal moet, zoals ook afgesproken in het Nederlandse Klimaatakkoord, moet er dus een stuk minder gas verstookt hoeven te worden.
Er liggen, bij iedereen die wilde en waar dat kon, zonnepanelen. Er blijkt nog een nagekomen vraag te liggen die bij de volgende campagne moet worden meegenomen.
Bij het ophalen van de kaarten kwam op verschillende plaatsen naar voren dat huizen niet tegen extreme regenval konden. Soms stroomde het vanaf het dak de trap af (de verzekering begint moeilijk te doen), soms komt het vanuit de riolering omhoog (er is geen terugslagklep, maar ook het gemeenteriool lijkt te klein). Op deze, zeer recent binnengekomen, informatie had Woonbedrijf nog geen antwoord klaar. Voor zover de riolering een gemeentezaak is, zal via de SP in de gemeenteraad nadere informatie over het rioleringsplan gezocht worden.
Wordt vervolgd.
Aanbieding ‘Schiet eens op-kaarten’ aan Woonbedrijf op 23 juli 2021
Update dd 14 sept 2021
Beantwoording vragen over riolering Hierboven is aangegeven dat de SP technische vragen zou stellen over de riolering in De Geestenberg. Het antwoord daarop kwam op 10 sept 2021 binnen.
Het blijkt dat er behoorlijke problemen zijn met de riolering in de Geestenberg, zowel in het koop- als in het huurdeel. Er zijn noodmaatregelen in de wijk uitgevoerd en er zijn aparte passages in het Gemeentelijk Riolerings Plan 2019-2022 aan gewijd ( https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR630208/1 ).
De tekst van de technische vragen, en het antwoord daarop, zijn hieronder te vinden:
Binnen laagbouw van de De Geestenberg bestaan hoogteverschillen. Ruwweg ligt het Noordelijk en Oostelijk deel (met de huurwoningen) orde van grootte een meter hoger dan het zuidelijke en westelijke koopdeel. Dat valt niet meteen op omdat de wijk nogal wat microrelief kent op de schaal van meters tot decimeters.
Nederland kent het Actueel Hoogtebestand van Nederland. Dat heeft een horizontale resolutie van een meter of minder. De openingspagina van het bestand is https://www.ahn.nl/ahn-viewer . Vanaf daar wordt verwezen naar een viewer die rechtstreeks heet https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/ .
De viewer staat tot om hoogteprofielen voor een wijk te maken. Ik heb er hieronder drie afgedrukt, maar iedereen kan dat ook zelf (zoom in tot formaat Geestenberg, kies de TAB AHN2, zet een beginpunt van de lijn en een eindpunt met dubbelklik, en klaar). De bewering dat het zuidelijk en westelijk deel lager ligt, volgt vanzelf.
Hierbij een notitie over het gemeentelijk rioleringsplan, waarover op 16 nov 2021 in B&W beslist is. Voor De Geestenberg zie blz.3, onderdeel Cb .
Dialoog met Woonbedrijf over binnenstromend water vanaf het dak Deze foto’s zijn met de nodige moeite gemaakt op het dak van de één woonlaag-woning.
Het gaat in De Geestenberg om platte daken, uitgevoerd in een kuipmodel, waarvan de waterafvoer inpandig is (de afvoerbuis overigens is niet geïsoleerd). De afvoeropening is dus niet vanaf een tegen de buitenmuur geplaatste ladder te bereiken. Anders dan andere woningen hebben deze woningen dus geen dakgoot en geen uitwendige regenpijp. Bij de renovatie dd 2012-2013 zijn de daken voorzien van externe dakisolatie, en weer later zijn er op veel woningen zonnepanelen geplaatst.De analyse van de Werkgroep is dat de bladeren de opening van de inpandige afvoer verstoppen, dat dat versterkt is doordat de zonnepanelen de microturbulentie veranderd hebben (bladeren hopen zich op), en dat de gevolgen steeds ernstiger zijn omdat het vaker en harder regent (klimaat). Als de bladeren de afvoer verstoppen, leidt dat bij heftige regenval ertoe dat de kuip volloopt. Het water zoekt de zwakste plek en stroomt daar dan de woning binnen. Bij de woning waar deze foto’s genomen zijn, was dat een dilatatievoeg, die de voorkant van de woning verbindt met de achterkant. Het water kwam hier over de volle breedte van de woning uit het plafond gestroomd. Behalve tot groot leed van de huurder leidde dat er ook toe dat medewerkers van Woonbedrijf de woning weer moesten opkalefateren. Vergelijkbare verhalen zijn van meer adressen bekend. In één geval leidde van de trap stromend water tot een val, en in een ander geval werd de huurder uit de verzekering gegooid na herhaalde overstromingen.
Het standaardantwoord (“verplichting huurder indien bereikbaar, bij eengezinswoning tot 2 verdiepingen”) werkt hier dus niet omdat de huurders niet op het dak kunnen en misschien ook niet mogen.
Woonbedrijf moet hier echt iets mee. Dit gaat het vermogen van huurders te boven gaat (als het huurders überhaupt al toegestaan is op het dak te lopen), en vraagt om een professionele aanpak. Je zou kunnen denken aan eens per jaar een hoogwerker langs laten rijden met een soort bladerenstofzuiger, maar wellicht zijn er betere methodes. Mogelijk is Woonbedrijf met een rondje hoogwerker per jaar minder geld kwijt dan met de voortdurende stroom ad hoc-reparaties. En bovendien kan Woonbedrijf mogelijk aansprakelijk gesteld worden als er fysiek letsel optreedt. En het is ook in het belang van de huurders. Een eventuele kleine bijdrage moet dan misschien gezien worden als een soort verzekeringspremie tegen overstromingsschade, die vanwege het klimaat steeds ernstiger en frequenter wordt.
De Werkgroep heeft de suggestie opgeworpen (waarover dd dec 2021 nog geen besluit genomen is) om een collectief onderhoudscontract met een dakdekker te overwegen, om jaarljks de bladeren weg te vegen. Op zijn minst zou een vrijblijvend een offerte gevraagd kunnen worden. Dit idee is door Woonbedrijf behoedzaam verwelkomd.
Update dd 08 februari 2022
Proefwoning in De Geestenberg opgeleverd
De (door de SP gesteunde) Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is weer een stap verder in haar strijd voor een verdere verbetering en verduurzaming van de huurwoningen van Woonbedrijf in de Geestenberg.
Woonbedrijf en aannemer Van Montfort, die het grootonderhoud van 2012 heeft uitgevoerd, hebben de leeggekomen woning Buyaard 3 een tijd lang in gebruik gehad als experimenteerpand. Dat heeft geleid tot een presentatie aan de Werkgroep op vrijdag 4 februari 2022. Het heeft enkele technische ideeën opgeleverd, die gericht zijn op
betere bescherming en isolatie van de betonnen fundering met een extra isolerende plint onder de achterpui. Dat scheelt een koudebrug en het tocht minder onder de plint door
De nieuwe isolerende plint is ingegraven in gestabiliseerd zand (zand met cement), dat geleidelijk aan een beetje hard wordt, waardoor er geen zand en water meer onder de fundering door de kruipruimte in stromen – en men dus tegen niet langer een sinkhole in de tuinbestating ziet ontstaan
De plint is op de pui aangesloten met DPC-folie, zodat van de gevel afstromend regenwater naar buiten wordt afgevoerd
Het grootste klachtenpunt is aangepakt, de ’s winters ijskoude entree. Het plafond is eruit gehaald, de muren zijn goed geïsoleerd op het dak aangesloten, en vervolgens is er weer een nieuw plafond aangebracht
De ventilatie in de keuken is verbeterd met een extra rooster.
Het toilet wordt beter geventileerd
Alle draaiende delen van het hang- en sluitwerk zijn gesmeerd en goed sluitend afgesteld. Eventueel komt onderhoudsbedrijf Groenen daar nog eens voor langs.
Die technische ideeën worden nu uitgeprobeerd bij een van de vijf woningen waar het bureau Trition in jan-febr 2021 een meting heeft uitgevoerd van het binnenklimaat. Als de technische ideeën inderdaad helpen, moet er een Plan van Aanpak en een begroting komen.
Als alles gaat zoals verwacht, worden de woningen comfortabeler en een beetje energiezuiniger voor hetzelfde geld. Immers, het beste middel tegen duur gas is minder gas!
Verder wil de Werkgroep met Woonbedrijf in gesprek over rioleringszaken (een terugslagklep en druk op de gemeente voor verbetering van de riolering in de wijk)
Dit lage dak is bij het proefproject schoongeveegd
Ook wil de Werkgroep een gesprek over de incidentele, maar soms heftige regenwaterstortvloeden. Met name daken boven de begane grond lijken kwetsbaar, Een oorzaak dat de inpandige regenpijp bovenaan verstopt raakt door bladeren, waardoor het kuipvormige platte dak vol loopt. Als er dan ook geen noodoverstort is, zoekt het water zich een weg waar dat niet hoort – en dat kan uiterst onaangenaam zijn. Eventueel kan daar een dakreinigingsabonnement tegen helpen.
Op de langere termijn komt de Transitie Visie Warmte in beeld ( De HAASheat-financieringswijze van hybride warmtepompen ) . De Geestenberg is bij de gemeente nu niet voor 2035 aan de beurt en staat te boek met ‘hybride oplossingen’ , hetgeen waarschijnlijk een warmtepomp, aangevuld met gas, betekent.
Update 30 juni 2022
Er is een proef gedaan in een tweede woning (de eerste proef was bij de vrijgekomen woning Buyaard 3, zie hierboven). De tweede woning betrof een bewoonde woning aan het Heike waar indertijd ook Trition onderzoek gedaan heeft. Deze woning kon gedurende de proef bewoond blijven worden, maar had een week lang enig ongemak. Hij is er wel door verbeterd, maar uit een vervolgonderzoek van bureau TechnoConsult bleek dat de luchtdichtheid nog niet genoeg verbeterd is. TechnoConsult stelt vervolgonderzoek voor bij enkele andere proefwoningen, uit te voeren in de winter. Omdat TechnoConsult ons een (zeer summiere) samenvatting van het onderzoek rechtstreeks toe zond, is niet bekend wat Woonbedrijf met het onderzoek van TechnoConsult wil doen. Men zou ook gewoon meteen aan de slag kunnen gaan, zonder verder onderzoek.
De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg heeft een brief aan Woonbedrijf gestuurd over ‘wat nu?’. Deze brief is hieronder downloadbaar. In de brief heeft de Werkgroep tevens voor september een gesprek aangevraagd met Woonbedrijf.
In de brief, en tevens als gespreksonderwerp voor september, is opnieuw de klimaatkwetsbaarheid van de woningen aan de orde gesteld. Ze blijken soms slechts bestand tegen de steeds extremere regenval, die zowel van boven als van onderen voor problemen kan zorgen. Onlangs nog moest de brandwere een van de kuipvormige platte daken leegscheppen. In de eerder afgedrukte updates is hierover het nodige te lezen.
Tenslotte heeft de Werkgroep gezegd met Woonbedrijf in gesprek te willen over de Transitie Visie Warmte (zie ook bovenstaande update). Dit zeker ook vanwege de hoge energierekening.
Ook heeft de Werkgroep een buurtflyer opgesteld die begin juli verspreid gaat worden.
Vandaag heeft Woonbedrijf het onderzoeksrapport van de bureau’s Trition (vijf woningen onderzocht op 29 jan en 01 feb 2021) aan onze Werkgroep aangeboden. Uit deze vijf woningen is één woning geselecteerd (aan het Heike) waarin een aantal aanpassingen aangebracht zijn die als experiment ingevoerd zijn op het leeggekomen adres Buyaard 3. Na deze aanpassingen is deze woning opnieuw getest door bureau TechnoConsult. De aanpassingen zijn verbeteringen, maar blijken niet afdoende. De zwakste plek van de woningen betreft de tochtproblematiek omdat de buitenschil onvodoende luchtdicht is. De rapporten worden hier niet beschikbaar gesteld, omdat ze privacygevoelige informatie bevatten.
OP maandag 12 september heeft de Werkgroep een nieuw gesprek met Woonbedrijf over het vervolg.
Overigens lijkt de wisselwerking tussen Woonbedrijf en zijn huurders vriendlijker geworden. Althans, dat is onze ervaring.
Hoe bladeren de inpandige waterafvoer kunnen verstoppen. Mogelijk is door de zonnepanelen de windcirculatie veranderd en zamelen zich meer bladeren op. Het is verstandig deze bladeren op gezette tijden weg te vegen, omdat na verstopping van de afvoer het platte kuipdak volloopt, waarna vervolgens het water op de zwakste plek het huis binnenstroomt. Dat bezorgt zowel de bewoner als Woonbedrijf een hoop ellende.
Update dd 20 sept 2022
Het hierboven genoemde gesprek dd 12 sept 2022 heeft plaatsgevonden tussen Woonbedrijf en een grotere buurtdelegatie dan eerder. Het gesprek verliep in een goede en constructieve sfeer.
Er wordt opnieuw onderzoek gedaan in de woning aan het Heike waar al eerder gemeten is na een technische verbeteringsingreep. Dat gebeurt in oktober en als het dan niet koud genoeg is, in november. Dit om voldoende zekerheid te hebben voor de aanpak van de rest van de wijk. Dit gaat resulteren in een Plan van Aanpak, dat voorgelegd moet worden aan de Raad van Commissarissen van Woonbedrijf. Als alles gaat zoals beoogd, dan zitten we rond de jaarwisseling 2022-2023.
Het is de bedoeling die rest van de wijk aan te pakken met enige mate van maatwerk, in een soort cafetariamodel. Dat is nodig omdat de technische staat van de woningen onderling sterk uiteen loopt. De wijk is niet zo homogeen als hij eruit ziet.
Er gaat gestudeerd worden op het reduceren van de impact van de werkzaamheden. Bij de proefwoning aan het Heike liep het niet altijd even aangenaam, maar daar was het door omstandigheden haastwerk. Dit moet beter kunnen.
Er is een offerte aangevraagd voor dakreiniging. Bladeren verstoppen soms de inpandige regenpijp en dat kan leiden tot waterstortvloeden in de woning.
De afspraak was dat de aanwezige huurders hun wensenlijst schriftelijk konden aanleveren. Die lijst staat hieronder (om technische redenen niet gekleurd). Ter begeleiding: – de eerste 10 punten maken deel uit van het lopende project en zouden in het Plan van Aanpak moeten worden opgenomen. – de tweede vier punten zin bedoeld voor een nog op te stellen vervolgtraject en zijn als onderzoeksvraag gedefinieerd – vroeg of laat zal de gemeentelijke Transitie Visie Warmte in beeld komen (‘van het gas af’). Daarover valt nu voor de Geestenberg nog niets bruikbaars te vertellen.
Afzuiging toilet (voldoet nu niet aan Bouwbesluit) niet met klein, 24 uur per dag, draaiend ventilatortje maar met aan de lichtknop gekoppelde afzuiging met nalooptijd
De wand van de entree aan de schuurkant isoleren
Een extra rooster in de entree ivm verbeterde afzuiging toilet
Inspectie van de ventilatiesystemen in elk huis
CO2 gestuurde ventilatie
vloerisolatie
Een noodoverloop voor regenwater op alle platte daken waar dat nodig is
Een spijtoptantenregeling voor PV-panelen
Een goede timing en planning van de uitvoering
Overleg over de financiële consequenties voor de bewoners
Onderzoek naar, en eventueel implementatie van, maatregelen om omhoogkomend en soms overstromend rioolwater in toiletten te voorkomen. Dit in nader overleg en afhankelijk van wat de gemeente doet.
Onderzoek of het zin heeft om daken en dakisolatie wit te schilderen tegen de warmte
Onderzoek naar screens of uitvalschermen tegen de zon
Loont een warmtewisselaar tussen de stijgleiding van het koude water en de dalende leiding van het opgewarmde water? Vergelijkbaar een warmtewisselaar op het riool? Vooralsnog is dit nog slechts een onderzoeksvraag.
Update dd 12 december 2022
Het vervolgonderzoek, waarvan in het bovenstaande sprake is, gaat niet in dezelfde proefwoning aan het Heike plaatsvinden, zoals hierboven gemeld, maar in twee andere woningen uit de vijf woningen, die indertijd door Trition onderzocht zijn en waarvoor dus een soort nulmeting bestaat. Er is een afspraak gemaakt met beide bewoners voor begin januari 2023.
Verder gaat Woonbedrijf thermografisch onderzoek doen (dat is met een warmtecamera) in twee woonblokken. Die bewoners krijgen een brief. Een warmtebeeld maken van de voorkant kan vanaf de openbare weg. Om een warmtebeeld te maken van de achterpui (wat nodig is), is het het handigste als de fotografen even in de tuin kunnen. Mogelijk bellen ze bij de bewoner aan. De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg raadt iedereen aan om mee te werken, zowel in het eigen belang als in het buurtbelang.
Update dd 07 jan 2023
Het vervolgonderzoek in twee woningen, waarvan hierboven sprake is, heeft op 06 jan 2023 plaatsgevonden. Het is uitgevoerd door bureau ThermoConsult, welk bureau ook het onderzoek naar de proefwoning in Het Heike verricht heeft.
Het is een blowerdoor-onderzoek. Alles waardoor regulier lucht in en uit de woning gaat wordt even afgeplakt. In de openstaande voordeur wordt even een goed afsluitende plastic deur gehangen met een naar buiten blazende ventilator. De grootte van de opening van de ventilator is door luikjes te openen instelbaar. Hoe groter de opening, hoe groter de luchtstroom en hoe groter de onderdruk die in de woning ontstaat (bijvoorbeeld tussen bijvoorbeeld 0 en 80Pascal – voor wie het weerberichct gewend is, 100Pascal = 1 milliBar). Die onderdruk wordt weer aangevuld door openingen die niet regulier voor dat doel bedoeld zijn – de onderdruk forceert als het ware de tocht. Het is een luchtdichtheidsmeting. De aanvulling naar binnen is gelijk aan de luchtstroom naar buiten. Daardoor ontstaat een indruk van zoiets als de totale tochtigheid van een woning. Voor nieuwbouwwoningen moet die in het Bouwbesluit onder een bepaalde waarde liggen. Verder gaat de onderzoeker met een rookmachientje langs allerlei vermoede tochtgaten om die afzonderlijk en in detail in kaart te brengen.
Hieronder wat foto’s van de luchtdichtheidsmeting.
De onderzoeker namens ThermoConsult meldde dat zijn bedrijf de thermografische opnames (warmtefoto’s) gaat doen. GAAT doen, want het is nog niet gebeurd. Het moet buiten koud zijn (minstens onder de 4 graad C) en toen het dat enige tijd geleden was, was het niet inplanbaar.
Het thermografische onderzoek gaat plaatsvinden in de aaneengesloten woonblokken waarin de twee, hierboven beschreven, onderzoeken plaatsgevonden hebben. Dat betreft de woonblokken Rauwveld 1 t/m 21 en Otterstok 27 t/m 51. Voor dit onderzoek loopt er iemand met een warmtecamera langs de woningen, zowel voor als achter. Achter gaat men over de schutting heen fotograferen. Als men dus iemand met een trapje en iets verdachts op zijn buik ziet rondscharrelen, bel niet meteen de politie. Het kan de man of vrouw met de warmtecamera zijn. Als het goed is, stuurt Woonbedrijf van tevoren een bericht. Voor wie niet weet hoe een warmtefoto eruit ziet, hieronder een warmtefoto van een woning elders uit Eindhoven.
Update dd 26 april 2023
De Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg is al sinds eind 2019 bezig met de verbetering en verduurzaming van deze woningen. Het lijkt erop dat er nu toch enig zicht begint te komen op een afronding.
Op 14 april 2023 heeft de Werkgroep heeft een gesprek gehad, waarin Woonbedrijf zijn plannen geschetst heeft, zie file hieronder.
De Werkgroep wil de Eerselse architect Stephaan Maas bedanken, van het gelijknamige architectenbureau, die belangeloos geholpen heeft met technische zaken. Verder wil de Werkgroep melden dat de Socialistische Partij belangeloos geholpen heeft met begeleiding en financiële ondersteuning.
De Werkgroep blijft nog even standby om te kijken hoe het loopt. Contactadres in de buurt voor deze actie is Willy Schoutissen, Otterstok 47. Mailverkeer kan het beste via schrijver dezes op bjmgerard@gmail.com .
Update dd 09 juni 2023
Op 07 juni 2023 heeft Woonbedrijf formeel de opdracht verstrekt aan aannemer Van Montfort om de werkzaamheden te starten.
Gewerkt wordt volgens het cafetariamodel. Bewoners kunnen kiezen, maar hoeven niet verplicht overal aan mee te werken. Wel wil Woonbedrijf (dat zelf communiceert richting bewoners) een aantal zaken dringend adviseren.
De verbeteringen leiden niet tot huurverhoging. Wel is er een paar dagen ongemak vanwege de werkzaamheden, maar men hoeft het huis niet uit.
Het project omvat de volgende werkzaamheden :
Afdichten sparingen meterkast
Kanaalventilator toiletruimte aanbrengen
Vervangen radiatorkranen
Aanpassen leiding verloop verwarming keuken
Inregelen individuele verwarming
Keukenkozijn nieuwe HR++ glas + ventilatierooster
Kunststof kozijnen algemeen onderhoud, nastellen en afdichtingen
Kunststof kozijnen na-isoleren ter hoogte van maaiveld
Plafonds aanbouw na-isoleren
Er liggen nog enkele vragen, o.a. over het isoleren van de wand tussen entree en berging aan de bergingzijde, en over de beloofde vloerisolatie.
Wordt vervolgd.
Update dd 27 juni 2023
Inmiddels heeft Woonbedrijf zijn planning bekend gemaakt. Die staat hieronder afgedrukt. Overhet isoleren van de wand tussen de entree en de berging (aan de kant van de berging) is nog niet met de aannemer gesproken, Dat komt nog. De vloerisolatie zal in een aparte opdracht worden weggezet, als daarover duidelijkheid is. Dat vraagt nog om overleg, omdat daar vroeger apart een paar € huurverhoging voor gevraagd werd, en dat mag nu niet meer. Nader nieuws volgt.
Update dd 27 sept 2023
In een (op verzoek uitgebracht) tussenbericht geeft dhr. Terwiel namens Woonbedrijf een tussenstand van zaken.
aannemer Van Montfort is gestart met de huisbezoeken en met het uitvoeren van een modelwoning. Die huisbezoeken zijn nodig, omdat het gekozen cafetariamodel vrijwillige deelname impliceert. Men kan kiezen uit een pakket (zonder huurverhoging)
in hoeverre de planning gehaald wordt, moet blijken.
vloerisolatie valt niet te combineren met de werkzaamheden van Van Montfort. Die wordt weggezet als een apart pakket.
de tussenwand tussen entree en berging, indien aanwezig, wordt niet geïsoleerd. De gekozen en geteste maatregelen zouden voldoende moeten zijn tegen de koude entree.
de platte daken moeten inderdaad periodiek gereinigd worden. Terwiel gaat na of dat geregeld is. Het valt onder contractonderhoud.
In antwoord heb ik Van Montfort gevraagd ons op de hoogte te houden. Min of meer pro memorie heb ik Woonbedrijf via Terwiel (maar mogelijk gaat er iemand anders over) gevraagd ons erbij te betrekken als er in de toekomst ooit (hetzij van wege een calamiteit, hetzij vanwege het Gemeentelijk Riolerings Plan) er wat gebeurt ten aanzien van de riolering.
Wordt vervolgd.
Blaadjes op het dak rond de inpandige afvoer. Als die verstopt raakt, loopt de dakkuip vol en zoekt het water zich een route langs de zwakste plek
Inmiddels zijn de werkzaamheden begonnen. De bewoners hebben op 01 aug 2023 een brief van Woonbedrijf ontvangen waarin de gang van zaken staat uitgelegd. Deze brief is hieronder in te zien. Ook enkele foto’s van de werkzaamheden.
In een tussentijdse mailwisseling tussen Bernard Gerard en projectleider Terwiel heeft Woonbedrijf gemeld, dat inmiddels 60% van de verbeterings- en verduurzamingsklus geklaard is. Men hoopt voor de bouwvak klaar te zijn.
Tijdens het opnemen van de verbeteringswensen wordt ook de mogelijkheid aangeboden om voor vloerisolatie te kiezen. Dat was een van de nog openstaande wensen van de Werkgroep Verduurzaming Huurwoningen Geestenberg. Een deel van de woningen had overigens al in het verleden vloerisolatie genomen. De wensen m.b.t. vloerisolatie worden verzameld en Woonbedrijf hoopt er in 2025 budget voor vrij te maken.
Een ander aandachtspunt is de periodieke reiniging van de daken. Het zijn platte kuipdaken met een inpandige afvoer die niet door de bewoners zelf te reinigen zijn. In de herfst kan de afvoer verstopt raken door bladeren. Dit probleem is verergerd doordat veel bewoners gebruik hebben gemaakt van het aanbod van Woonbedrijf om zonnepanelen te huren. De plaatsing daarvan heeft de windstromen beïnvloed. Als de afvoer verstopt is, blijft er een grote lading water op de kuipdaken staan. Dat kan zich soms een weg zoeken langs een zwakke plek, waarna in de woning een soort waterval optreedt. Woonbedrijf neemt dit vraagstuk mee in periodiek onderhoud. Het nieuwe contract gaat in 2025 in. Nu maar hopen dat er niet in 2024 grote hoosbuien gaan optreden.
Update dd 10 mei 2025
Contact dd maart en april 2025 leverde nog de volgende mededelingen zijdens Woonbedrijf op:
Er is een contract getekend over het periodiek reinigen van de platte daken van vooral bladeren. Die konden de inpandige regenwaterafvoer verstoppen, waarna het kuipvormige dak vol liep en het water zich soms als een stortvloed in de onderliggende woning terecht kwam.
Projectleider Terwiel werkt aan een goedkeuring annex budget voor een aanbod voor vloerisolatie, daar waar die nog niet is (dat is in een deel van de woningen). Het is nog onduidelij wanneer dit werk gaat plaatsvinden, maar in elk geval niet meer in 2025. Het staat bewoners vrij om mee te doen aan de vloerisolatie, maar de SP raadt het wel aan.
Dit dossier wordt met dit bericht (in elk geval voorlopig) afgesloten. Het is op 10 mei 2025 in totaal 5062 keer aangevinkt. Het bericht verdwijnt niet va deze site, maar heeft wel zijn vastgeprikte status verlorem.
Sinds de Klimaatconferentie COP 26 in Glasgow, in 2021, bestaat er een onafhankelijk en non-profit bureau Climate Trace, dat betrouwbaar statistisch materiaal produceert over de jaarlijkse lozing van broeikasgassen in de atmosfeer. Men kan een geografisch gebied kiezen, daarbinnen tien sectoren, en binnen die sectoren meestal weer deelsectoren.
De Nederlandse Emissie Registratie geeft alleen de emissies in de officiele LTO-fase (landing, aan de grond, opstijgen en Climb out onder de 3000 voet). Over 2019 gaf dat overigens 46 kton CO2,eq voor Eindhoven Airport)
Intro Bij elke 1000ste bezoeker aan deze site een wat afwijkend verhaal en bij de recente 44000ste een verhaal over de duurzaamheidsinspanningen van Ahold Delhaize (AD) of liever, over het gebrek daaraan. Ahold Delhaize (AD) is het internationale moederbedrijf waarvan Albert Heijn (AH) de Nederlandse dochter is.
Reden is: Milieudefensie bracht in de nacht voor de afgelopen Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van AD een rapport van bureau Profundo uit ter ondersteuning van Milieudefensie’s oproepen aan het concern. Ik was bij de buitenactie van die AVA (https://www.bjmgerard.nl/bij-de-ava-van-ahold/ ) en heb daarmee impliciet het Profundorapport voor waar aangenomen. Ik vind dat als je een document impliciet ondersteunt, je het eigenlijk gelezen moet hebben, ook al is dat, in dit geval, noodzakelijkerwijs achteraf.
Voor mij is dat ‘afwijkend’. Bedrijfseconomie is mijn terrein niet, de detailhandel nog minder, en dat alles ook nog in het Engels met veel juridische vaktermen. Het is moeilijk leesbaar. Afijn, ik doe het mezelf aan.
Hoofdstuk 1 van het rapport beschrijft de financiële prestaties van AD (met af en toe een uitstapje naar de dochteronderneming Albert Heijn). Dit hoofdstuk dient als basis voor de beweringen in enerzijds hoofdstuk 2 en 3 en anderzijds in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 2 en 3 gaan over de broeikasgasemissies van AD en wat daaraan niet gedaan wordt en wel gedaan zou kunnen worden. Hoofdstuk 4 gaat over hoe AD omgaat met de biologische landbouw, en hoe dat anders zou kunnen.
Feitelijk zijn enerzijds h.2 en h.3 samen een deelstudie, en is h.4 een geheel andere deelstudie. Het enige gemeenschappelijke is dat ze hun uitkomsten beide afzetten tegen de financiële cijfers in h.1. De bedragen uit beide deelstudies mogen niet zomaar opgeteld worden, omdat dat tot dubbeltellingen kan leiden.
Het financiële wedervaren van AD (h.1)
( NA = Not Available, niet beschikbaar)
De omzet van AD is inmiddels gegroeid tot zo’n 89 miljard Euro. De Free Cash Flow was, gemiddeld over de jaren 2020 t/m 2023, ca 2100 miljoen per jaar (met jaarlijkse schommelingen rond dit gemiddelde van een paar honderd miljoen. Die Free Cash Flow gaat grotendeels op aan dividend voor de aandeelhouders, en het terug inkopen van eigen aandelen.
AD is geen noodlijdend concern.
De broeikasgasemissies en wat daaraan gedaan zou kunnen worden (h.2 en h.3) Profundo heeft, op basis van eigen rapporten van AD, in bovenstaande grafiek de feitelijke broeikasgasemissies van het concern in grafiek gezet (zie boven).
Het betreft hier emissies over de hele keten, in technische termen scope 1, 2 en 3 samen. Simpel gezegd komen scope 1 en 2 samen erop neer wat nodig is om het apparaat draaiende te houden: de winkels en kantoren va het concern, de bedrijfsauto’s, en dergelijke. Scope 3 komt ongeveer neer op de emissies die vrijkomen bij de productie van de goederen die ingekocht worden, plus een klein beetje consumentengedrag.
Er vallen een paar dingen over de grafiek te zeggen, deels ook op basis van een, hier niet afgedrukte, tabel 9 en tabel 13.
de trend is dat de broeikasgasemissies van AD nog steeds gewoon stijgen
AD heeft een eigen reductiedoel van 37% t.o.v. 2020, wat in praktijk neerkomt op een overblijvende emissie in 2030 van ongeveer 40 miljoen ton (40Mton) CO2,eq per jaar. (De toevoeging ‘eq’ slat erop dat de landbouw ook broeikasgassen als methaan en lachgas in de atmosfeer brengt. ) Het halen van het ‘Parijs-doel’ in het internationale Klimaatakkoord van het IPCC zou een reductie in 2030 tot 36,5Mton nodig maken.
tot nu toe doen de doelen van Ahold Delhaize (AD)voor spek en bonen mee in ht duurzaamheidsbeleid
in 2024 ging er bij AD, concernbreed en over de hele keten, 66,9Mton CO2,eq de lucht in (technisch is dat ‘locatie gebaseerd). Daarvan namen scope 1 en 2 samen 3,3 Mton CO2,eq voor hun rekening. de rest is scope 3. De broeikasgasemissies van AD worden dus volledig gedomineerd door de ingekochte goederen.
Van die 66,9 Mton CO2,eq kwam 23,7 Mton CO2,eq vrij bij de productie van dierlijk eiwit: diverse soorten vlees (samen 15,0), zuivel (8,2) en eieren (0,5 Mton CO2,eq )
de Profundostudie rekent verder met de 66,9 Mton CO2,eq die over 2024 vrijkwam, en met het IPCC-doel van 36,5 Mton CO2,eq in 2030 waar het naar toe moet. Profundo zoekt dus middelen hoe AD het verschil, zijnde 30,4 Mton CO2,eq , kan invullen
Als eerste stap gaat Profundo, op basis van een eerdere studie voor het WWF, van uit dat 53% van de ketenemissies van broeikasgassen bij de boeren zit, 13% bij de detailhandel, en 34% bij alles daar tussen in. Met die laatste twee posten houdt Profundo zich verder niet bezig. Het bureau concentreert zich op de 53% van 30,4 Mton CO2,eq die bij de boeren in mindering moeten komen. Dat betreft 16,1 Mton CO2,eq .
Profundo vult die 16,1 Mton CO2,eq op twee manieren in.
De eerste manier is een eiwittransitie (zie boven). Het eiwit dat AD nu in zijn voedsel aanbiedt, is voor 33% plantaardig en voor 67% dierlijk. Profundo rekent met een scenario waarin 33-67 wordt 50-50, een scenario 60-40 en idem 70-30. Ik kies als voorbeeld het middelste scenario. Wat er staat is dat in het 60-40 plantaardig-dierlijk scenario, vergeleken met idem 33-67 , er 9,5 Mton CO2,eq minder bij de productie van dierlijk eiwit vrijkomt, waartegenover staat dat er 2,4Mton CO2,eq meer vrijkomt bij de vervangende productie van het planaardig eiwit. Netto dus een reductie van 7,1 Mton CO2,eq .
Blijft over een taakstelling van 16,1 – 7,1 = 9,1 Mton CO2,eq (hierin zit een afrondingseffect). Profundo roept hier McKinsey te hulp ‘The Agricultural Transition: Building a Sustainable Future (juni 2023). In deze publicatie worden 28 maatregelen genoemd, waarvan Profundo de vier beste voor de veeteelt en de vijf beste voor de akkerbouw in de studie heeft opgenomen. Op gezag van McKinsey wordt aan elke maatregel een kostprijs per bespaarde ton CO2,eq gehangen, welke kostprijzen na middeling ingekookt worden tot één kostprijs van $71 per bespaarde ton CO2,eq . Hierbij wordt stilzwijgend aangenomen dat het met de McKinsey-maatregelen inderdaad lukt om op de gewenste overblijvende 36,5 Mton CO2,eq in 2030 uit te komen. Dit wordt niet onderbouwd.
Inmiddels zitten we in h.3 ‘’An Ahold Delhaize Climate Impact Fund’ waarin gerekend wordt wat het AD zou moeten kosten, ook weer opgesplitst naar bovenstaande 1. en 2. Aangenomen wordt dat AD goed is voor de helft van de kosten, en de rest van de keten voor de andere helft. Hoe de rest van de keten dat doet, verschijnt niet in beeld. Verder worden bepaalde kengetallen uit de branche gebruikt, waarvan ik de realiteit niet beoordelen kan. Alles bij elkaar zou AD, in de visie van Profudo 280 miljoen € per jaar moeten uittrekken voor de eiwittransitie (voorlichting, marketing, financiering) en 322 miljoen per jaar € voor deMcKinsey-maatregelen. Samen 602 miljoen € per jaar. Dit moet jaarlijks toegevoerd worden aan het Clmate Impact Fund (Ten overvloede: de rest van de voedselketen zou dus jaarlijks hetzelfde bedrag bijeen moeten brengen.)
Dit geplaatst tegenover de eerder genoemde Free Cash Flow van rond de 2100 miljoen brengt Profundo (en Milieudefensie) tot de slotsom dat Ahold Delhaize de vereiste klimaattransitie best zelf kan betalen. Ik heb mijn reserves over de veel te suggestieve precisies die je met dit soort geraamd modelwerk op papier krijgt, maar ik denk dat het globaliter klopt.
Overigens meldt Profundo dat de Jumbo ook al een fondsje heeft, maar daar zegt de familie Van Eerd niet veel over. Als de twee genoemde activiteiten de enige zijn, zit er niet veel in. Maar het principe is interessant.
De overstap naar biologische producten (h.4) Op dit moment is binnen Ahold Delaize (AD) ca 3% van de voedselverkoop biologisch (bij Albert Heijn ligt dat overigens iets hoger, over een groot aantal voedingsproducten gemiddeld ca op 4,4% dd 2024). Profundo wil weten wat de overstap zou kosten naar elk van drie scenario’s: 15% biologisch in 2030; 25% biologisch in 2035; en 100% biologisch in eveneens in 2035. Ik kies voor mijn voorbeelden weer het middelste scenario.
Om de vraag te kunnen beantwoorden, moet je uiteraard weten hoe het systeem werkt in al zijn aspecten: productie, handel, verpakking, enz. Dat blijkt een bijna onmogelijke vraag. Er zijn boekenkasten vol geschreven over de opbrengsten, en de stabiliteit daarvan, van biologische versus conventionele landbouw, leidend tot zeer uiteenlopende resultaten. Daar komen bij verschillen in bewerking , verpakking, aparte productstromen, labeling, verschil in koopkracht bij doelgroepen, lagere kosten, subsidies, etc.
Profundo kiest als conclusie dat modern biologisch boeren in ontwikkelde markten tot een lagere opbrengst per hectare leidt. Wat betreft de winstgevendheid stelt Profundo dat de signalen gemengd zijn, maat dat, voor zover die er zijn, ze vooral optreden bij de prijzen die de boeren voor hun producten krijgen (dus aan het begin van de keten). Daarna volgt de rest van de keten: trasport, groothandel, verdere bewerkingen.
Profundo legt de nadruk op huismerken en op bederfelijke goederen (‘perishable’)
(Wholesale = groothandel, food retailer = de toonbank)
Lees bovenstaande grafiek als volgt: biologisch vlees is bij de boer 30% duurder dan gewoon vlees. Bij de groothandel is het 52% duurder en op de toonbank is het 61% duurder. Deze prijsverschillen komen uit een veelheid van bronnen in Europe en de VS en zijn dus experimenteel vastgelegd.
De verschillen zouden op papier kleiner kunnen zijn. Dat komt omdat de tussenbewerkingen en de eindverkoop voor biologische waren niet, of niet zoveel, duurder hoeven zijn voor biologische producten dan voor gewone producten. Dat zou een dempend effect moeten hebben op de prijsverschillen tussen biologisch en gewoon, die voor in de keten het grootst zijn en achter in de keten dus kleiner.
Dat is de theorie, maar hoe kwantificeer je dat? Profundo heeft daartoe zijn eigen model gecreëerd met als kengetallen de bruto marges die gangbaar zijn bij voedselbewerkers als Friensland Campina (zuivel), Vion (vlees), Greenyard (groenten en fruit), en JD Peet en Refresco (voor koffie en thee resp. frisdrank en sap in de categorie ‘niet-bederfelijke waar’). Verder is de voor AD gangbare bruto marge van 31% aangehouden (de inkoop kost 69% van de verkoop). De marges zijn voor biologische en reguliere waren dezelfde. Het effect is te zien in de tabel hieronder.
Lees dit als volgt: Als een mandje met reguliere producten bij AD voor €100 de deur uit gaat, zou de biologische variant daarvan volgens het model van Profundo €116 mogen kosten. Een deel van de meerkosten is reëel. In werkelijkheid gaat hetzelfde mandje met biologische producten voor €156 de deur uit. Het verschil van €56 – €16 = €40 is prijsopdrijving die niet vanwege het systeem nodig is. De afbeelding aan het begin van dit hoofdstuk slaat op dit voorbeeld. Profundo neemt in zijn model verder aan dat deze prijsopdrijving van biologische waren fifty-fifty gedeeld wordt tussen AD zelf en de voedselbewerkers. Voorbeeld bij het vlees vann Vion: voor €100 regulier vlees zou biologisch €128 mogen kosten, maar kost in praktijk €161. De prijsopdrijving van €161 – €128 = €33 gaat in het Profundomodel voor de helft naar AD en voor de andere helft naar Vion.
Ondertussen heeft de bijkomende vraag naar hoe de biologische consument getild wordt de aandacht afgeleid van de vraag waarmee het verhaal startte, namelijk wat de overgang van (voorbeeld het middelste van de drie scenario’s) 3% naar 25% biologisch in de periode tot 2035 zou kosten. De kennisbasis onder dit antwoord wordt gegeven in Appendix 3. Het gaat weer over huismerken van bederfelijke goederen. Deze combinatie is goed voor 21% van de voedselomzet van AD.
De Profundotekst geeft een getallenbrei die ik de lezer wil besparen. Fanatici kunnen zelf gaan kijken. Als AD alle voedsel volledig biologisch zou helpen maken tegen redelijke meerkosten, ontploft de bruto winst vanaf 2028. Als men 25% van alle voedsel tegen dezelfde redelijke meerkosten biologisch zou willen maken, verdampt de bruto winst rond 2030 voor de helft. Beperkt men zich ertoe om 25% van de waren biologisch te maken die èn huismerk zijn èn bederfelijk (ca 21% van de totale voedselomzet), dan blijft het effect op de bruto winst in 2035 beperkt tot een verlies van 17%.
Wie graag rekent, kan op de te verwachten toekomstige meerkosten van bederfelijke huismerk -scenario’s een Netto Contante Waarde – berekening loslaten en die tegenover het totale aandelenkapitaal van AD zetten (dd febr 2025 30,7 miljard). De NCW-uitkomst blijft een eind onder het aandeelkapitaal.
Profundo concludeert dat Ahold Delaize een geleidelijke overgang op 100% biologische bederfelijke waar-huismerken zou kunnen betalen als het moet, en dat AD een overgang op 25% bederfelijke waar-huismerken relatief gemakkelijk zou kunnen betalen.
De aandeelhouders krijgen dan wel wat minder.
Tot slot Minder broeikasgassen enerzijds en biologisch boeren anderzijds zijn niet identiek. Men mag de getallen uit h.2 en h.3 niet zonder meer bij die van h.4 optellen vanwege dubbeltellingen. Die dubbeltellingen komen in de wereld omdat beide gebieden elkaar wel een heel eind overlappen. Geld dat AD zou uitgeven aan meer biologisch boeren zou ongetwijfeld ook een positieve invloed hebben op de broeikasgasemissie, alleen valt dat niet een op een zomaar even te berekenen. Profundo heeft zich daar niet aan gewaagd.
De Dommel en meer algemeen zijn stroomgebied zijn al heel lang vuil. De slechte kwaliteit van het water in het Dommelsysteem heeft meerdere oorzaken, waaronder de historische en de actuele non ferro-industrie in Nederland en België, de landbouw, de bevolkingsgroei in samenhang met het te beperkte rioolsysteem, verouderde lozingsvergunningen, steeds meer chemische stoffen, de klimaatverandering die steeds vaker steeds extremer weer veroorzaakt, en mogelijk ook natuurlijke oorzaken.
In alle eerlijkheid moet gezegd worden dat er door toedoen van het waterschap De Dommel. de gemeenten met betere rioleringen, Europese wetgeving en internationaal overleg veel verbeterd is. Maar er zijn ook nieuwe vormen van vervuiling bijgekomen, zoals steeds meer medicijnresten, drugsafval, en bijvoorbeeld PFAS.
Het werk is dus niet af. En als het dat op sommige plaatsen wel zou zijn, is er kans dat het steeds extremere weer (droogte of nattigheid) de winst voor een deel weer ongedaan maakt. Bovendien komt de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) eraan (2927). Dat verandert het probleem op zichzelf uiteraard niet, maar wel het bijbehorende gevoel van urgentie. Er moet nog heel veel gebeuren, zie o.a. https://www.bjmgerard.nl/kaderrichtlijn-water-zal-in-2027-niet-gehaald-worden-en-waar-komt-die-arseen-en-kobalt-vandaan/ .
Van de veelheid aan oorzaken zijn er recentelijk twee meer op scherp gezet: de nieuwe vergunning die de zinkfabriek van Nyrstar in het Belgische Pelt moet gaan krijgen (dat is als je de Dommel vanaf de Belgische grens een paar kilometer doortrekt); en de problematiek van de riooloverstorten in Nederland (en ook in België, maar daar is geen greep op). Let dus wel dat dit artikel tijdgebonden is (begin mei 2025).
De nieuwe vergunning van de zinkfabriek van Nyrstar in Pelt De Belgische non ferro-problematiek dateert al van eind 19de eeuw en vindt zijn basis in de koloniale exploitatie van de Kongo. De raffinage van al die ertsen, waaronder zink, werd neergezet op de arme zandgronden van de Belgische Kempen en Belgisch Limburg, waar in die tijd nauwelijks iemand woonde. Eén fabriek staat net aan de Nederlandse kant van de grens in Budel Dorplein. Er is veel over de historie van de non ferro te vertellen, maar niet nu en hier. Zie desgewenst: https://www.bjmgerard.nl/de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ https://www.bjmgerard.nl/fietsen-naar-de-sahara/
De Nyrstarvestigingen in Budel en het Belgische Balen verwerken nog steeds ertsen.
De vestiging in Pelt verwerkt geen ertsen meer, maar recyclet van over de hele wereld aangevoerd zinkafval. Daarnaast heeft Nyrstar in Pelt de eeuwigdurende zorgplicht om tot 200m diep grondwater op te pompen (2 miljoen m3 per jaar). Dat grondwater wordt als proceswater gebruikt en levert en passant nog 42ton zink per jaar op. Het water verlaat het terrein via twee zuiveringsinstallaties en eindigt in de Eindergatloop, die op zijn beurt weer, vijf kilometer voor de grens, in de Dommel uitstroomt. Het geheel geeft aan dat de bodem in de wijde omgeving, tot grote diepte, verziekt is met zware metalen – die naar alle waarschijnlijkheid ook buiten de fabriek om in de Dommel spoelen.
Nyrstar Pelt heeft enkele deelvergunningen die allemaal in december 2025 aflopen. Er is dus, hoe dan ook, een (samengevoegde) nieuwe vergunning nodig waartoe de aanvraag elk moment kan komen, maar die, in elk geval op 02 mei 2025, nog niet gepubliceerd was. Die moet vergezeld gaan van een deskundig rapport van prof. De Vocht van de Universiteit van Hasselt.
Milieudefensie Eindhoven eo heeft met Extinction Rebellion de Kempen (XR) afgesproken dat men het verschijnen van de vergunningaanvraag actief monitort met het doel om er binnen de gestelde termijn van vier weken vanaf dan, een zienswijze op in te dienen. Inmiddels is er ook interesse bij de Brabantse Milieu Federatie (BMF) en bij Natuurmonumenten. Die is dd dit artikel nog niet gematerialiseerd.
Na het maken van deze afspraak is XR De Kempen op eigen houtje een petitie begonnen, die vanuit goede bedoelingen een onhandige eis stelt, namelijk dat er geen vergunning verstrekt mag worden. Dat betekent dat de fabriek dan illegaal zou draaien en moet stoppen, en/of dat het zuiveren van opgepompt grondwater vervalt of een overheidstaak wordt. Dit lijkt niet echt slim. Een strengere vergunning is in dit geval een beter idee dan geen vergunning. Maar ik zal de intentie zwaarder laten wegen dan de onhandige eis en verwijs naar de petitie op https://geenrommelindommel.petities.nl/ .
Gebied van Waterschap de Dommel
De riooloverstorten ( Zie o.a. https://nl.wikipedia.org/wiki/Overstort )Onderzoeksjournalist Van Houtert van het Eindhovens Dagblad kwam op 19 april 2025 met de primeur dat na de overstroming van 2016, na harde langdurige regenval (klimaat!), zeker vijf veeboeren minstens vele tientallen koeien waren verloren omdat het water wekenlang op het land bleef staan en dat land vergiftigde met een mix van infectieziekten en zware metalen ( https://www.ed.nl/eindhoven/een-doofpot-na-overstromingen-vielen-koeien-dood-neer-bodem-en-gras-bleken-vol-zware-metalen-te-zitten~a1e82b1c/ ) . Het artikel is, naar mijn smaak, overtuigend waar het de gevolgen van met giftig slib bedekte weidegronden bespreekt. Het artikel noemt twee hoofdoorzaken: de riooloverstorten die na heftige regenval verdund, maar ongezuiverd rioolwater in beken spuien, en de overstromingen die ook zouden optreden als er geen riooloverstorten zouden zijn. Het probleem is dat dezelfde oorzaak, heftige langdurige regenval (klimaat!), voor beide gevolgen zorgt. Omdat de bodem in delen van de regio in Nederland en België sowieso al verziekt is met zware metalen, kan slib altijd zware metalen bevatten, ook als er geen riooloverstorten actief zijn. Men verwacht wel zink, maar bijvoorbeeld niet veel van het in het slib waargenomen cadmium en kwik in stedelijk rioolwater. En omgekeerd kan een afwaterende riooloverstort schadelijk zijn voor het oppervlaktewater, ook als dat niet over de lage weilanden stroomt. Van Houtert analyseert niet goed genoeg uit welke oorzaak bij welk gevolg hoort en dat is, eerlijk gezegd, specialistenwerk. Dat is dan ook precies de reactie van het Waterschap op zijn verzoek om commentaar. Nader onderzoek is nodig.
Neemt allemaal niet weg dat er, ongeachte de precieze mechanismes, op korte termijn veel gebeuren moet. Het waterschap en de provincie gaan veel assertiever optreden “Desnoods onteigenen: Brabant gaat doorpakken bij waterbeleid” kopte het Eindhovens Dagblad op 21 maart 2025. Vanaf 2027 immers kan de KRW tot flinke boetes leiden. Het Waterschap zelf moet bijvoorbeeld een aantal verouderde lozingsvergunningen aanpakken.
Het scheelt dat de BBB, door eigen stommiteit, niet in het bestuur van provincie en waterschap zit. Dat werkt een stuk makkelijker.
Nu wil het geval dat de Waterwet de riooloverstorten definieert als onderdeel van het gemeentelijk rioleringssysteem, waarvan dus de gemeente bevoegd gezag is en het Waterschap het gedupeerd gezag.
In het gebied van Waterschap De Dommel liggen een kleine 1100 riooloverstorten, waarvan er 389 aan een gemengd deel van het riool hangen (dus echt rioolwater). De andere hangen aan de hemelwaterafvoer en wat daaruit komt, is een stuk schoner (hoewel, nog steeds straatvuil, slijtende dakgoten, slijtende autobanden en dergelijke).
De gemeenten hadden en hebben verplichtingen en inderdaad, die hebben al veel gedaan. Maar dat hoefde niet tot de perfectie te leiden – er blijft gemeentelijke afwegingsvrijheid bestaan. Maar zelfs als de afweging ooit goed was, wil dat nog niet zeggen dat die afweging in de steeds extremer grillige regenval, en bij nieuwe vormen van vervuiling, goed blijft. Dat leidt tot een permanent spanningsveld tussen waterschap en gemeenten, waarbij het waterschap de vragende partij is.
Nu heeft Milieudefensie Eindhoven eo besloten om het Waterschap ‘van onderop’ te helpen door de gemeenten op te roepen opnieuw kritisch naar hun overstorten te kijken. Vooralsnog gebeurt dat met een brief aan B&W en de gemeenteraad die, na een inleiding, zeven informatieve vragen stelt. Desgewenst kunnen politieke partijen in de gemeenteraad de tekst overnemen als basis voor raadsvragen. Inmiddels is dat in de gemeente Eindhoven op 01 mei 2025 al gebeurd (SP, Partij voor de Dieren, GroenLinks/PvdA). Dd dit artikel is de verzending naar gemeenten nog gaande. De campagne komt voor rekening van Milieudefensie Eindhoven eo, maar inmiddels zijn leden van het Algemeen Bestuur van het Waterschap op de hoogte gesteld. Als voorbeeld hieronder een link naar de brief aan de gemeente Eindhoven.
De vakbonden hebben op 23 april 2025 op de TU/e een demonstratie georganiseerd tegen de bezuinigingen door het kabinet op het Hoger Onderwijs. Debesturen van TU/e en Fontys stonden achter de actie. De tocht ging vanaf gebouw Flux, achter op het TU/e-terrein, naar het gemeentehuis. Bij Flux waren er ca 700 mensen en er liepen een paar honderd mensen mee, waaronder ik. De foto’s zijn van mijzelf. Bij het stadhuis werd een petitie overhandigd aan wethouder Steenbakkers, die burgemeester Dijsselbloem verving (voorzitter van de Stichting Brainport).
Onze logeerhond na afloop, thuis. Het beest heeft overigens niet meegelopen.
De 43000ste bezoeker Bij elke keer dat mijn homepage weer duizend keer is aangeklikt, een artikel dat wat buiten de gangbare thema’s op deze website ligt.
Waterstof is op deze website vaker aan de orde geweest, maar nog geen waterstof die uit de grond komt of daaruit gehaald zou kunnen worden. Daarover dit verhaal. Het zal een enerzijds-anderzijds verhaal worden, met nog vele onzekerheden. Het (?) staat er niet voor niets.
Waterstof Waterstof is, tot nu toe, een uiterst gewenst halfproduct. Er kunnen auto’s op rijden (hoewel voor personenauto’s elektriciteit meer voor de hand ligt), er kan staal mee geproduceerd worden of kunstmest, het is nodig voor de fabricage van bijvoorbeeld Sustainable Aviation Fuel (SAF), men kan er hoge temperaturen mee bereiken in de industrie. Enzovoort.
Tegelijk komt waterstof op aarde niet in zuivere, laat staan winbare, vorm voor – dacht men tot voor nog betrekkelijk kort. Waterstof wordt gemaakt of uit aardgas, waarbij veel CO2 vrijkomt – die men al dan niet onder de grond kan opslaan – of uit elektrolyse van water met behulp van groene stroom. De eerste herkomst is vuil, de tweede duur en ruimtevretend. Omdat er, tot nu toe, bijna geen winning is, heet waterstof nog steeds een energiedrager en geen energiebron.
Geologische kaart van het betreffende deel van Mali (bron via onderstaande Harvardartikel)
Mali In 1987 werd er in Bourakébougou in Mali naar water geboord. Toen dat op 108m diepte nog niet gevonden was, stopte men ermee. Maar er kwam een gasstroom uit de put en toe er iemand, met een sigaret in zijn mond, in de put keek deed het BOEM. De man overleefde, maar met brandwonden. Met veel moeite kreeg men een deksel op dit gat van de duivel en dat bleef erop tot de Malinese zakenman Diallo er in 2007 iets in zag. Het gat moest van vloek tot zegen worden. Het verhaal is te lezen in dit Scienceartikel dd 17 februari 2023, en in Harvardartikel 2023 In 2018 bepaalde het geraadpleegde Chapman Petroleum dat het gas voor 98% uit waterstof bestond – uitzonderlijk. De waterstof werd toegevoerd aan een omgebouwde Fordmotor en die leverde 30kW stroom aan het dorp. Er blijkt een veld onder de regio te zitten, afgesloten met een laag ondoordringbaar vulkanisch materiaal. Het veld wordt inmiddels op meer plaatsen aangesproken en levert nog steeds.
Dit is het enerzijds: de aarde bevat geologische, ‘witte’ waterstof die in principe winbaar kan zijn. Het anderzijds is dat die winbaarheid op veel plaatsen gezocht wordt, maar nog nergens anders tot een commerciële exploitatie geleid heeft.
In 2018 werd het veld wetenschappelijk beschreven en sinds dat moment is de wetenschappelijke literatuur erover geëxplodeerd – in het Nederlands alleen in tijdschriften als het Technisch Weekblad en Scientias, en één artikel in het Algemeen Dagblad van 23 dec 2024. Toen het ‘hot’ werd, realiseerde men zich dat er al veel eerder sporadische aanwijzingen gepubliceerd waren, maar dat daaraan toen weinig of geen aandacht besteed werd omdat de gedachte als te zot voor woorden beschouwd werd en/of dat men er toen niet wat mee kon. Bijna alle literatuur is dan ook heel jong. Het recentste Wikipedialemma ‘Natural Hydrogen’ is dan ook (dd dit artikel) nog geen maand oud.
De natuurwetenschap Dat in de aardkorst elementaire waterstof gevormd wordt (in principe zelfs heel veel) kan verklaard worden met gezonde natuurwetenschap. Genoemd Wikipedialemma https://en.wikipedia.org/wiki/Natural_hydrogen is voor de leek het meest toegankelijk. Dat noemt een ruime handvol oorzaken, waarvan (met de kennis van nu) ca 80% afkomstig is van wat men ‘serpentinisatie’ noemt, en het meeste van de rest van radiolyse. Wikipedialemma zijn vaak goed.
Dat laatste eerst, want dat is snel uitgelegd: in de grond zitten radioactieve elementen als uranium en thorium, waarvan de uitgezonden alfadeeltjes naburige watermoleculen kapot stralen.
De serpentinisatie vraagt meer uitleg (hierna een apart hoofdje, ook al omdat dit proces voor eventuele waterstofvondsten in de Alpen en de Pyreneeën verantwoordelijk is).
Enerzijds is er dus een goede natuurwetenschappelijke basis voor een (grootschalige) productie van waterstof onder natuurlijke omstandigheden in de aardkorst. Anderzijds zijn er nog heel veel gaten in de kennis van wat er na de vorming met die waterstof gebeurt – en daarmee hoe winbaar die is. Ook een apart hoofdje.
Serpentinisatie Een fundamenteel thema in de geologie is dat de gesteenten waaruit de aardmantel bestaat (vooral ijzer- en magnesiumsilicaat, even gemakshalve vereenvoudigd tot ‘olivijn’) bij de hoge temperatuur en druk op grote diepte stabiel zijn, maar dat ze instabiel zijn in de omstandigheden aan of nabij de oppervlakte. Ze reageren dan met aanwezige stoffen als bijvoorbeeld CO2 en water. Dat ‘aan of nabij de oppervlakte komen’ is recent of voorbij vulkanisme. Als dergelijke reacties traag en niet direct zichtbaar aan de oppervlakte optreden, noemt men het verwering (in dit geval chemisch). Het uiteindelijke eindresultaat van deze verweringsprocessen zijn stoffen als zand, klei en grind.
De reactie met CO2 kan deze stof uit de atmosfeer halen. Dat gebeurt op geologische tijdschalen spontaan in de atmosfeer, en kan ook versneld door de mens gebeuren. (zie https://www.bjmgerard.nl/zeven-km3-olivijn-om-de-aarde-te-redden/ ). Daarover gaat het hier niet.
Serpentinisatie is een reactie van (vereenvoudigd) olivijn met water bij ca 200 – 350°C. Men kan dat zien als een soort intensieve verwering in de aardkorst. Eindproducten zijn een soort gesteente wat men serpentijn noemt, ijzerroest, kwarts en dus waterstofgas. De tot dan toe vrije moleculen water verdwijnen en eindigen in het serpentijn. In de literatuur zijn voorbeeld-reactievergelijkingen te vinden.
Een (ook weer) zeer recente studie “Rift-inversion orogens are potential hot spots for natural H2 generation” (19 febr 2025) brengt de vorming van waterstof door serpentinisatie nader in kaart ( DOI: 10.1126/sciadv.adr3418 ). De studie is van het Duitse GFZ Helmholtz Centrum voor Geowetenschappen. Het is een computerstudie op basis van vereenvoudigende aannames.
Eerstens moet het mantelgesteente (vereenvoudigd de olivijn) ondieper dan normaal liggen. In eerste instantie gebeurt dat op spreidingslijnen (‘rifting zone’), waaruit later mid-oceanische ruggen voorkomen. Inderdaad maakt de opwellende magma daar contact met het zeewater en wordt er daar waterstof gevormd, maar op dat soort locaties kun je daar in praktijk niet wat mee. Maar het openen en sluiten van een door ‘rifting zone’ gemaakte nieuwe zee blijkt soms cyclisch: na verloop van tijd stopt de rifting en na verloop van nog meer tijd keert de beweging om en wordt de oude ‘rifting zone’ ook weer dichtgedrukt. De geologische platen botsen uiteindelijk weer, waarbij er één plaat duikt maar en de andere, met mantel en al, omhoog gedrukt wordt. Dat gebeurt aan de oppervlakte met een hoop gefrommel en het proces heet gebergtevorming. Het resultaat is, geschematiseerd, te zien in bovenstaande afbeelding.
Het kan gebeuren dat er een stuk oceaanbodem, met mantel en al, over de andere plaat heen geschoven wordt (bijvoorbeeld het Troödosgebergte op Cyprus, een van oudsher bekend mijnbouwgebied).
Tweedens moet er water bij de olivijn komen. Dat kan alleen als er geologische breuken in de ondergrond zitten, maar door al dat gefrommel is het aannemelijk dat dat gebeurt. De meeste waterstof ontwikkelt zich dan nabij die watervoerende breuk.
Ten derde moet de temperatuur tussen de ca 200 en 350°C zitten, want dan werkt het productieproces het beste.
Dat allemaal doorrekenende met hun computermodel, kwam het GFZ Helmholtz Centrum voor Geowetenschappen tot grote getallen. Zowel het computermodel met een looptijd van 55 miljoen jaar als dat met een looptijd van 75 miljoen jaar kwamen op een schatting van 60 miljoen kg per kilometer breuklijn per jaar. Het bracht de auteurs tot weidse vergezichten, waarbij de ontdekking van de olievoorkomens in Pennsylvania door Drake in 1859 niet onvermeld bleef.
Dat is het enerzijds.
Anderzijds zitten er veel onzekerheden in de Helmholtzstudie. In een terugblik op hun resultaten brengen de auteurs dan ook ‘nuances’ aan. Serpentinisatie is een ingewikkeld proces met veel onzekerheden (wat de auteurs opgevangen hebben door met een ruime marge te werken). Het is onduidelijk hoeveel water er feitelijk beschikbaar is en hoe de breuken zich in de loop van de tijd gedragen. Een moeilijke kwestie is of de geproduceerde waterstof blijft bestaan. Waterstof is een reactief gas en kan na de vorming ook weer verbindingen aangaan (bijvoorbeeld met organisch materiaal tot olie of gas). Ook kan het worden opgevreten door micro-organismen (vandaar dat in het schema een 122°C-lijn staat – er is nog nooit een micro-organisme gedetecteerd dat dan nog leeft – hetgeen omgekeerd zou betekenen dat dicht onder die temperatuur nog wel actief zijn, een fascinerende gedachte). En als de waterstof blijft bestaan, waar blijft die? Het is een heel klein molecuul dat moeilijk tegen te houden is. Net als bij aardgas is er een poreus reservoirgesteente nodig en een zelfs voor waterstof ondoordringbaar capgesteente. In het model zit slechts de aanname dat de sedimenten, die bovenop de botsende platen meegeslouwd worden, op een nog niet bepaalde manier in die functie kunnen voorzien.
Alpen en Pyreneeën Een groot voordeel van de Helmholtz – studie is dat hij mogelijk interessante plekken beter vindbaar maakt (dus vooralsnog zonder garanties dat ze ècht interessant zijn).
De Pyreneeën zijn ontstaan doordat de Iberische plaat een oude rift zone omhoog geduwd heeft. In de westelijke Pyreneeën (uitsnede D op bovenstaande kaart) voldoet een deel van het omhoog gestuwde mantelgesteente aan de drie voorwaarden (olivijn, mogelijk wateraanvoerende breuken, juiste temperatuur). De zuidelijke plaat duikt scharnierend onder de noordelijke met de sterkste effecten in het westen van het gebergte.
De tectonische realiteit rond Italië en de Alpen ter plekke iets voor mensen die er echt verstand van hebben (ik niet). Er was open water in de voormalige Thetys Zee en er is een dichtgedrukt spreidingscentrum. De resten daarvan zorgen voor een mogelijk waterstofgebied langs uitsnede E.
Uitsnede F zegt dat er in principe misschien waterstof te vinden zou moeten zijn bij Ronda in Spanje.
Ter afsluiting wat politieke moraal bij het verhaal Een paar afsluitende wijsheden. Preventief nadenken kan nooit kwaad.
De algemene stand van zaken rond theorie en praktijk van waterstofwinning is bij lange na nog niet van dien aard dat men zich nu al rijk kan rekenen. Het kan een hele of halve flop blijken. De bestaande inspanningen om aan groene waterstof te komen moeten worden voortgezet.
Mocht het tot waterstofmijnbouw komen, dan verdienen de sociale en milieuproblemen, die vaak met mijnbouw gepaard gaan, aandacht. Serpentinisatie leidt bijvoorbeeld tot uitzetting van gesteenten en een vraag is of je daar aan de oppervlakte iets van merkt. Projecten hoeven niet perse diep te liggen.
Vraag is of er gefract moet worden en zo ja, hoe en met wat
Niet onbelangrijk: de bestaande winning in Mali, en voor zover bekend de lopende onderzoeksprojecten, gaan uit van water dat er van nature al is. Het is denkbaar dat men de winning van waterstof in een olivijnveld wil gaan stimuleren door er water in te pompen dat dan niet meer terugkomt. Dit heeft zelfs al een naam: ‘oranje waterstof’. Dat zou de belangenafweging dramatisch veranderen, bijvoorbeeld in een land als Mali dat voor een groot deel uit woestijn en savanne bestaat.
Op 15 mei 2025 publiceerde TW (het Technisch Weekblad) een ander onderzoek over hetzelfde onderwerp, ook van wetenschappers van gerenommeerde instituten als de universiteiten van Oxford, Durham en Toronto. Ook zij komen tot grote getallen aan in theorie winbare geologische waterstof, met hetzelfde voorbehoud dat het vrijkomen van waterstof uit watervoerend gesteente vast staat, maar dat die waterstof na het vrijkomen ook weer verloren kan gaan. Anders dan de kop in TW (die fout is) suggereert, wagen de geleerden zich, juist vanwege die verliesposten, nog niet aan schattingen van een mogelijke opbrengst. In het Oxford-Durham-Toronto-onderzoek wordt verwezen naar het onderzoek dat in bovbenstaand artikel besproken is.
Vijf mogelijke geologische situaties waarin waterstof geproduceerd kan worden