Airbus dicteerde wat de EU over het klimaat mocht opschrijven

Transport & Environment (T&E) is een NGO die namens de milieukant het lobbywerk doet inzake verkeer en vervoer richting de EU. De luchtvaart neemt hierin  een steeds belangrijker plaats in. Mede hierdoor is het Europees Parlement kritischer aan het worden op de luchtvaart.
De essentiële vraag is hierbij in hoeverre de EU verder kan gaan en wil gaan als de internationale organisatie ICAO.

Zie ook Vliegen en klimaat na de recente ICAO-overeenkomst (en Eindhoven Airport) en Klimaatmaatregelen EU gaan ook de luchtvaart beïnvloeden

Hierover gaat onderstaand persbericht van T&E.

– –  – – – –


Emails show Airbus writes aircraft CO2 rules; Commission, France, Germany and Spain complicit

Published on November 23, 2017 – 17:01

Emails between Airbus and the European Commission show that, when drafting climate rules for new aircraft, Airbus was given special privileges in determining essential aspects of the EU’s position at the United Nations’ aviation body (ICAO). The result is a global aircraft standard which will do nothing to cut the sector’s soaring emissions and a regulatory process steeped in secrecy and corporate interests, entirely removed from the normal European democratic process. NGO Transport & Environment obtained the emails via an access to documents request, after Airbus and ICAO opposed the public disclosure of the emails. The correspondence was finally released after an 18-month appeal process.

Back in 2016, the UN’s ICAO agreed behind closed doors a completely ineffective CO2 standard for new aircraft, which was essentially the result of negotiations between the US, the EU and the Boeing/Airbus duopoly.

The correspondence with the Transport Directorate of the Commission (also known as DG MOVE) strongly suggests that Airbus directly amended the EU’s negotiating position for ICAO –  even though Airbus is a major aviation player to be regulated by the rules under negotiation.

One email even states that Airbus accepted the track changes made by the Commission – the regulator – while proposing “final comments”. These changes were done, the email states, after checking with Germany and Spain, known in aviation circles along with France as the ‘Airbus nations’. Another email also shows that Airbus explicitly requested confirmation that the EU would “respect those red lines”.

Andrew Murphy, aviation manager of Transport & Environment, said: “Now we know: when it comes to the climate, Europe lets Airbus write its own rules. The result of this direct interference in lawmaking is a standard tailored to Airbus’ needs, with climate and public health the losers.

Aircraft environmental standards are adopted into law in Europe through the EU aviation agency EASA but currently the EU does not have power to go beyond ICAO rules. Standards for aviation must be literally copied and pasted into EU law. Unlike road transport, the European Parliament effectively has no say. No other state in the world restricts their own sovereignty in such way, particularly not the US, which even exceeds ICAO standards at times.

A320NEO (info = zelfrapportage!)

This Wednesday member states meet this week to change this and give the EU the power to adopt  standards that go beyond ICAO‘s lowest common denominator requirements – rules on CO2 emissions but also noise, NOx, PM and potentially the sonic boom of supersonic jets. The European Parliament supports giving the EU the power to regulate but Airbus and France are leading the Airbus nations’ charge to stop this from happening.

Andrew Murphy concluded: “These emails and the latest EASA episode show there is a clear need to reform the way decisions are taken in Europe regarding aircraft environmental regulations. The Commission must act in an independent and transparent manner giving proper weight to environmental and climate considerations. Parliament must insist that European rules are decided in Europe through full parliamentary scrutiny and that officials in member states and the Commission act with complete transparency. Without this, industry will continue to write its own rules and aviation emissions will continue to soar.”

Downloads: 

Over Jacobsons duurzame energie-modellen en zijn rechtszaak

Inleiding
Mark Z. Jacobson is een hoogleraar aan Stanford University. Hij is verbonden aan een onderzoeksgroep op energiegebied die zich al jaren bezig houdt met het ontwikkelen van modellen, die moeten bewijzen dat het mogelijk is de hele aarde in of kort na 2050 op duurzame energie te laten draaien. Jacobson heeft zelf vooral verstand van modellering op de computer en verschijnt in publicaties vaak als lead author.

Jacobson (en zijn groep, maar kortheidshalve laat ik dat hierna weg) hanteren daarbij een nauwe definitie van “schone energie”.
De primaire winning moet plaatsvinden uit wind, waterkracht of zon, een beetje geothermie en golf- en getijdenenergie (WindWaterSolar afgekort tot WWS).
Het wisselende karakter van het aanbod wordt beheerst met Warmte-Koude Opslag (WKO), Phase Change Materials (PCM) in combinatie met Concentrated Solar Power (CSP), de productie van waterstof, en het openzetten van de kraan bij stuwdammen, al dan niet in combinatie  met oppompen. Verder kan het gunstig zijn (in die zin dat het minder kost) om de vraag naar stroom af te stemmen op het aanbod (zet de wasmachine aan als de zon schijnt).

Het schema van Jacobson

Jacobsons ambities gaan verder dan alleen energieneutraliteit. Hij ziet zijn project als iets dat ook schade en doden door luchtverontreiniging tegengaat, netto banen oplevert, en op termijn minder kost. Hij levert dus een soort totaalpakket.
Dat is gepubliceerd in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) van december 2015. Zie www.pnas.org/content/112/49/15060 .

Jacobson presenteert dit pakket voor de wereld als geheel, en ook voor 139 landen in het bijzonder. (Ik heb hierover eerder op deze site geschreven onder Hoe 139 landen in 2050 volledig van duurzame energie kunnen leven ).
In het hierna volgende zal ik het voorstel van Jacobson voor Nederland bespreken. Eerst echter de VS.

Jacobson in de VS en het proces.
De VS-versie van Jacobson leidde in de sterk gepolitiseerde VS tot heftige debatten.

Het pakket viel in de smaak bij mensen als Bernie Sanders, diverse filmische grootheden en andere naamsbekende personen, en allerlei milieugroepen. In hoeverre hun mening gedeeld wordt door de samenleving in de VS als geheel, kan ik niet beoordelen. Dat kon wel eens een flink deel zijn.

Het riep ook veel verzet op, ook onder deskundigen en andersgelovige politici, waarvan vooral de meningen van deskundigen in de vakpers terecht kwamen (voor zover ik die gelezen heb).
Dat leidde tot een artikel dd 27 juni 2017, ook in PNAS, “Evaluation of a proposal for reliable low-cost grid power with 100% wind, water, and solar” met als lead author Christopher T.M. Clack (en daarna 20 andere namen, waaronder, naar men zegt, nogal wat beroemdheden). Het is te vinden op www.pnas.org/content/114/26/6722.full . Dit tweede artikel (uitvoerig peer reviewed) hakte in stevige, maar binnen de grenzen van de wetenschappelijke betamelijkheid blijvende, bewoordingen in op het eerste artikel.


De beer was los. Beer Jacobson stapte naar de rechter en eiste ruim 10 miljoen dollar schadevergoeding voor reputatieschade, te betalen door PNAS en door de lead author Clack (de andere 20 werden niet voor de rechter gedaagd). Met name de passage over “modeling errors” bij een professor die daar nu juist zijn brood mee verdiende stampte op de zere teen. Het proces loopt.

Je hebt wetenschappelijke vragen, politieke vragen en juridische vragen.
Zowel het eerste stuk van Jacobson als het tweede van Clack vallen in het wetenschappelijke domein. Ze gaan er over wat er natuurkundig kan, onder welke voorwaarden, en met welke economische kosten en baten. Binnen het wetenschappelijke domein gelden, ook voor linkse professoren die het beste met de wereld voor hebben, de wetenschappelijke regels en dat is in dit geval gewoon een verder doorgevoerde discussie in PNAS.
Vragen over wat wenselijk is, en welk doel hoeveel mag kosten, en wat de prioriteiten horen te zijn horen in het politieke domein thuis. Helaas is het politieke klimaat sterk verziekt en zit er een president (met aanhangende kliek) aan wie dit soort subtiliteiten ook niet besteed is.
Juridische vragen gaan pas spelen als er concrete mensen of rechtspersonen concreet geschaad worden door acties in het politieke domein.
Ik vind het een idiote actie van Jacobson.

Header van het proces van Jakobson

Ik ken de situatie in de VS te slecht om diep op de VS-versie van Jacobson en zijn critici in te gaan. Een minieme steekproef uit de Amerikaanse pers lijkt op te leveren:

  • de Trumpisten hebben er geen zin in en gebruiken bijvoorbeeld het elektriciteitsnet als argument (dat in de VS een stuk beroerder is dan in Europa)
  • op papier vindt de wetenschap het scenario van Jacobson uitvoerbaar
  • de zeer smalle focus van Jacobson op WWS is schadelijk en overbodig, welke bewering vanuit uiteenlopende belangen uitgesproken wordt ‘kernenergie’ ‘CCS’ ‘biomassa’
  • Jacobson veronderstelt technieken die er nog niet of nauwelijks zijn en/of trekt deze technieken veel verder door dan gerechtvaardigd is
  • Sommige dingen kunnen  gewoon niet (een vertienvoudiging van de stuwdamcapaciteit)
  • Het kost teveel
  • Het is veel realistischer om in 2050 80% van de dan nodige energie uit hernieuwbare bronnen te halen, aldus een door velen aangehaalde NREL-studie

Ik kom er op terug in de paragraaf over Nederland.

Jacobson in de geanalyseerde 139 landen samen

Jacobsons energietransitieschema

Wat uitleg bij deze figuur, die dus over de 139 landen samen gaat.

De ‘TW’ die er staan zijn jaargemiddelde Terawatten (Tera = 1012  = 1000miljard). Dus als je dit *8760 uur per jaar doet en *3600 sec/uur, geeft het de geproduceerde energie in een jaar.

Voor Jacobson is 2012 het basisjaar. In dat jaar verbruikten de geanalyseerde 139 landen samen 11953TW vermogen (jaargemiddeld).

Dat is ‘bruto’ omdat er fossiele brandstof deel van uitmaakt.
De binnenkomende (deels fossiele) energie gaat richting drie bestemmingen:

  • Een deel wordt kracht of beweging of bedoelde warmte
  • Een deel gaat in materie zitten (bijv. in plastic of kunstmest). Hiervan telt Jacobson 10% mee.
  • Een deel wordt ongebruikte afvalwarmte.

Als je uit de fossiele brandstof stapt, wordt er geen afvalwarmte meer gemaakt. Dat scheelt uiteraard en die besparing staat in bovenstaand plaatje als bovenste (lichtstgrijze) driehoek.
Verder hoef je geen kolen en olie meer uit de grond te halen en rond te sjouwen en dat scheelt ook (de onderste grijze driehoek).
Tenslotte bespaart Jacobson een beetje als gevolg van menselijk beleid en gedrag. Mondiaal is dat 6,9% in 38 jaar.

In de grafiek betekent ‘BAU’ ‘Business As Usual’. Met andere woorden: men blijft op basis van ongewijzigd beleid fossiele brandstof gebruiken. De BAU-term is dus bruto (dus inclusief de drie grijze driehoeken).
De WWS-term is als alle energie rechtstreeks als elektriciteit wordt opgewekt of rechtstreeks als bedoelde warmte. De omweg via fossiele brandstof vervalt en de WWS-term is dus netto. Dat is het gekleurde deel van de grafiek. In 2050 is dus bruto = netto  geworden.

Al met al komt het mondiaal op neer dat Jacobson de groei, die anders plaatsgevonden zou hebben, wegvangt door het fossiele deel eruit te
snijden. Per saldo is bij hem het energiegebruik in 2012 (bruto) nagenoeg gelijk aan dat in 2050 (bruto = netto).

Jacobson in Nederland
(Eerst even een punt van aandacht. Let wel dat in Nederland bij zon en wind andere ‘Watt-en’ in omloop zijn.
Bij zon in Nederland geeft men de kiloWatt-piek en het aantal kWpiek * 950 heeft het aantal kWh , en dat * 3,6 miljoen het aantal Joule.
Bij wind in Nederland geeft men het nominale vermogen (dat boven een bepaalde windsnelheid niet meer toeneemt) en doet dat * ca 2200 uur op het land en * ca 4000 uur op zee, waarna verder als boven.
Dit systeem komt bij Jacobson ook voor en het kan tot verwarring leiden, dus let er even op.)

De mondiale cijfers (grafiek boven) worden door Jacobson omgezet in nationale cijfers (tabel onder). Hierin die voor Nederland en voor enkele andere landen ter vergelijking.

Vermogenstabel van enkele landen

Je moet dit dus lezen als:
In Nederland zou het BAU-scenario in 2050 leiden tot een jaargemiddeld vermogen van 114,7GW, en het WWS-scenario tot 63,3GW. Het laatste cijfer is 44,84% lager dan het eerste cijfer (laatste kolom).

Het probleem met deze tabel is dat het vermogen in het basisjaar 2012 niet vermeld wordt. Met andere woorden: als Jacobson apart voor Nederland een gekleurde grafiek getekend had als boven, had je wel het rechtereindpunt van de rode en de stippellijn geweten, maar niet het linkereindpunt van beide samen.

Nu hebben wij een CBS en dat zegt dat Nederland in 2012 een jaargemiddeld vermogen had van 103,3GW (bruto), waarvan 61,4GW netto. Het systeem echter van het CBS is niet precies hetzelfde als dat van Jacobson, maar voor de grote lijn van de redenering maakt dat niet heel veel uit. In een gekleurde grafiek voor Nederland apart zou de rode lijn fors omlaag lopen: zo’n 40% in 38 jaar, dus een besparing van 1% per jaar. De huidige praktijk is dat de stippellijn de laatste jaren grofweg om een horizontale lijn wappert. Misschien dat je een beetje daling ziet als je goed kijkt en een beetje optimistisch doet.

Hoe dan ook, als Jacobson zijn zin krijgt, hebben wij in 2050 te verdelen 63,3GW, geheel in de vorm van emissieloze technieken.
De wereld wordt er trouwens een stuk schoner door. Jacobson denkt dat er in Nederland per jaar 6600 mensen minder vervroegd sterven aan Fijn stof (PM2.5) en ozon.

Jacobson stelt voor om de 63,3GW volgens de onderstaande percentages te verdelen (maar verschuivingen binnen dezelfde totaalsom zijn mogelijk). De percentages tellen op tot 100% en dat is die 63,3GW vermogen (over een jaar ca 2000PJ aan energie).

percentages vormen van duurzame energie (Jacobson)

Een voorbeeld.
Wind op het land zou goed zijn voor 5,73% van 63,3GW = 3,63GW.
Let wel: dat is jaargemiddeld. Jacobson voorziet dus 3,63GW * 8760 * 3600 = 114,5PJ.
Het Nederlandse beleid voor wind op het land wil naar 6,00GW, maar dat is nominaal.
Het  Nederlandse beleid voorziet 6,00 * 2200 *3600= 47,5PJ.

Op basis van onderlinge afstand tussen de turbines komt Jacobson tot een energiedichtheid van 7,1W/m2 voor windenergie, te land en ter zee.
Jacobson hanteert voor zonnepanelen op het dak 201W/m2 en op de grond 0,30PJ/km2 .

Het is mij een raadsel hoe je in Nederland CSP wil doen, want die installaties staan tot nu toe alleen maar in hete woestijnen, maar laat ik eens aannamen dat Jacobson weet wat hij zegt. Hij gebruikt deze techniek ook als energieopslag.
Ik neem dan de gegevens van Gemasolar bij Sevilla.

Gemasolar bij Sevilla (0,40PJ op 185 hectare) (recente CSP-inrichting)

Dit alles geeft de volgende overzichtstabel:


Van de 2000PJ moet dus ca 1170PJ op het land opgewekt worden (rest wind op zee).
Deze site focust op Brabant, en dat is indicatief ca 1/7de deel van Nederland, dus een kleine 170PJ voor Brabant.

Mijn mening
Dit is heftig en de vraag is hoe je dat er politiek doorheen krijgt. Ik ga dit in een aantal statements afwerken.

  • Het doel is dat Nederland zijn bijdrage levert aan het Akkoord van Parijs. Daartoe moet de CO2 – concentratie (en die van andere broeikasgassen) niet veel meer stijgen. Dit doel moet bereikt worden.
    Overgaan op duurzame energie is voor het klimaat een middel. Als je van Poetin en meneer Saoedi af wil, is het een doel.
  • Men zou kunnen proberen meer te besparen, zodat we in 2050 nog lager dan 63GW uitkomen.
  • Het WWS-puritanisme van Jacobson leidt in een dichtbevolkt land als Nederland tot grote spanningen, gaat te ver en hoeft niet zo extreem doorgevoerd te worden. Sommige milieugroepen in Nederland hanteren een vergelijkbaar puritanisme: wind en zon zijn halal en de rest is haram. Die dichotomie geeft een lekker gevoel van politieke zuiverheid, maar richt in de praktijk schade aan.
    Men moet niets op principiele gronden bij voorbaat verbieden en altijd eerst te analyseren hoe dingen in elkaar zitten en of een potentiele energiebron, al dan niet na het oplossen van praktische problemen, niet toch een bijdrage aan een oplossing kan bieden.
    Er is weinig op tegen om het pakket te verbreden met een portie biomassa, een portie CO2-opslag onder de grond, een portie restwarmte van de industrie, een portie zoet-zoutwateropbrengst, en mogelijk een portie kernenergie in een nieuw technisch concept dat de huidige problemen sterk vermindert.
  • Ik ben steeds minder iemand van het grote, zuivere gebaar, maar ik word steeds meer een sprokkelaar. Op  deze site staan artikelen over de potentiële opbrengst van mestvergisting, over de potentiele opbrengst van bossen, over restwarmte van datacenters, enz. Geen van deze posten lost op zichzelf alleen het probleem op. Silver bullets bestaan niet.
    Ik voel bijvoorbeeld voor een kritiek in de VS van Dodge (New York, The Energy Collective, zie Critique of the 100 Percent Renewable Energy for New York Plan_nov2013_Dodge ) dat New York (welke stad plus ommelanden best wel te vergelijken zijn met Nederland als geheel) zich lang niet in die mate leent voor zonneenergie als Jacobson zegt, maar ondertussen wel over grote hoeveelheden vergistbaar afval beschikt waar Jacobson niets mee wenst te doen.
  • Als Jacobsons logica breed ingang zou vinden (het doel van zijn werk), zullen er dunbevolkte landen zijn met veel zon, die meer elektriciteit kunnen opwekken dan ze zelf nodig hebben. Met andere woorden: ze kunnen exporteren, waaronder naar Nederland. Nederland importeert nu ook netto energie en ook zonder verduurzaming zal dat steeds meer worden. Waarom geen duurzame stroom importeren over HVDCkabels uit Griekenland of Marokko?
    Wie weet verbetert dat de financiele onevenwichtigheid tussen Noord- en Zuid-Europa.
  • Jacobsons aannames over de mogelijkheden van zon op daken lijken een lichte onderschatting.
  • Maar hoe men het ook wendt of keert, er is nu al behoefte aan forse oppervlakten zonnepark op de grond.
    Men zou er in Brabant goed aan doen om een beleid te ontwikkelen, dat er op gericht is meerdere voordelen tegelijk te bewerken: naast de energieopbrengst ook een rol als flankerend beleid in de landbouwtransitie, en voor de ontwikkeling van extensief grasland dat een natuurwaarde zou kunnen hebben voor weidevogels en insecten.
Zonnepark Bockelwitz-Polditz aan de Mulde (Dld) (foto bgerard)
(Dit park telt 14000 panelen, samen goed voor 3,15MW piek, en was daarmee in 2010 het 130ste park van Duitsland).

Migranten brachten ons de landbouw

Tussen alle paniekverhalen en haatdiscussies over andersafkomstigen door even tijd voor nuchterheid en wetenschap.

Een mooi onderzoek in Nature Genetics van 8 november 2017  laat zien, dat migranten uit Anatolie (ze kwamen dus nog uit Turkije ook …. Wink.png ) de landbouw in Europa gebracht hebben. Dat volk begon ergens 8000 jaar geleden naar het Noorden te trekken. Niet in een massieve golf, maar groep voor groep en stap voor stap, de landbouw met zich meenemend.

  Stier in de grot van Lascaux

Onderweg verzeilden ze steeds dieper in gebieden, waar tot dan toe alleen maar jagers-verzamelaars woonden (misschien wel de nazaten van de kunstenaars die de grot van Lascaux beschilderd hebben).
Uit het genetisch materiaal blijkt, dat er vanaf het begin flink gevreeën is. Het genetisch materiaal stroomde beide kanten op: er zijn jagers met boerenbloed en boeren met jagersbloed gevonden. Dat proces heeft vele eeuwen geduurd en moet dus totaliter redelijk harmonisch verlopen zijn.
Het artikel maakt geen melding van zichtbare sporen van geweld.

(kaartje uit Nature Genetics 08 nov 2017)

Het onderzoek vond plaats in Hongarije, Duitsland en Spanje, op 180 skeletten uit de periode van 6000 tot 2200 jaar voor Christus.
De genetica laat zien dat de relaties lokaal bleven. Als de nieuwe boeren ergens zaten, bleven ze daar en namen ze de oude bevolking geleidelijk aan op.

DNA-afname uit het rotsbeen_Nature Genetics_08nov2017

Het laat weer eens zien dat ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ in Europa niet als aparte categorieën bestaan, als je maar ver genoeg terug gaat. In de Ijstijd was een groot deel van Europa woest en ledig.

Zie ook Milieudefensie op de Groenmoesmarkt en wandelende eiken

Update dd 12 jan 2024:

UIt recent grootschalig DNA-onderzoek blijkt dat het contact tussen de nieuwe, van oorsprong Anatolische, landbouwers en de zittende jager-verzamelaarbevolking wel degelijk ook met geweld plaatsgevonden lijkt te zijn geweest. In Denemarken bijvoorbeeld, 5900 jaar geleden.
Het onderzoek staat in Science van 10 jan 2024 en is te vinden op https://www.science.org/content/article/you-may-have-higher-risk-ms-and-other-diseases-if-you-re-descended-these-ancient-people .
Een vriendelijke en een onvriendelijke wijze van contact hoeven elkaar uiteraard niet uit te sluiten.

Weer een tijd later expandeerde de Yamnaya-cultuur (nomadisch met veel veeteelt en met kennis van de metaalbewerking) van de steppen ergens ten Noorden van de Zwarte Zee naar Europa. Men acht het waarschijnlijk dat de Indo-Europese talen met hun meegekomen zijn.
Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Yamnaya_culture .
Het DNA-onderzoek koppelt de huidige veelheid aan auto-immuumziektes aan zeer actieve immuumsystemen, die een evolutionair voordeel zijn bij intensief contact met dieren vanwege zoönoses. Als bijverschijnsel waren die immuumsystemen soms te actief en gingen ze zich tegen het eigen lichaam richten, zoals bijvoorbeeld MS. MS komt in Scandinavië 17 keer vaker voor dan in bijvoorbeeld Afrika onder de Sahara. Dat zou dan komen omdat in Scandinavië relatief veel Yamnaya-genoom zit.

Het is uiterst interessante materie, maar het valt buiten mijn kennisgebied, dus ik doe er geen stellige uitspraken over.

Jumbo zet grote stap vooruit bij duurzame melk

De Jumbo is de eerste supermarktketen die gehoor geeft aan een aantal actie-eisen van de Duurzame Melk-actie van Milieudefensie.

In ene persbericht dd 17 nov 2017 (zie milieudefensie.nl/allemaallokaal/nieuws/jumbo-gaat-alleen-maar-duurzame-melk-verkopen ) zegt de Jumbo toe dat het bedrijf vanaf 2020 voor haar huismerk melkproducten alleen nog melk gebruiken van koeien die lekker naar buiten kunnen (wat gedefinieerd is als meer dan 120 dagen meer dan 6 uur per dag). Daarnaast verwacht Jumbo van haar leveranciers dat ze vanaf 2022 alleen nog veevoer uit Europa gebruiken. Ook gaat de supermarkt zich inzetten voor weidevogels en een grondgebonden veehouderij.

Nu de andere supermarkten nog!

Maar, zegt actieleider Van Opzeeland: we zijn we heel blij met de grote stappen die Jumbo heeft genomen, maar we zijn er nog niet! Ook de laatste hindernis moet nog worden genomen: een eerlijke prijs betalen aan de boeren. Om te beginnen moeten de boeren gecompenseerd worden voor de investering die zij moeten doen om de duurzame melk te produceren. Die laatste stap moet ook nog gezet worden. Dat blijkt moeilijk, zegt Van Opzeeland in een interview met De Boerderij:“Je merkt dat de handel allergisch reageert op onze eis voor meer geld voor boeren. Ze verschuilen zich ook achter de mededingingswetgeving. Terwijl je de producent van ons voedsel niet kunt opzadelen met extra eisen maar er niks tegenover zetten. Dat is een traject waar we samen met boeren willen optrekken.” (zie www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/Jumbo-wil-per-2022-alleen-duurzame-zuivel ).

Bart van Opzeeland (foto Milieudefensie)

Ook mijn Eindhovense Milieudefensiegroep heeft zich ingezet voor deze actie. Op 3 november stonden we nog bij het hoofdkantoor van de Jumbo op de stoep. Daar zat er al een concessie aan te komen, maar de details waren toen nog niet  bekend. Zie Met Milieudefensie op bezoek bij de Jumbo .

Elders op deze site staan berichten over eerdere fasen van deze actie.
Supermarkten bellen voor eerlijke melk
Winkelwagentjesprocessie voor eerlijke Melk
Klara 43 loeit er flink op los!
Fictieve boskap in Eindhovense stadsparken

en andere berichten.

Bart, Sjoerd, Hannie bij de Jumbo in Veghel (03nov2017)

De winkelwagentjesprocessie (4 mrt 2017, Utrecht) bij de Jumbo. De bedrijfsleider kreeg een rapport over Eerlijke Melk.

 

Een strijdpaard in de schouwburg

Het Eindhovens Dagblad organiseert met regelmaat  een Stadsdebat en dat van 13 november 2017 ging over de toekomst van Eindhoven Airport.
Daar spraken, aangevuurd door de journalisten Rob Schoonen en Chris Paulussen, vliegvelddirecteur Joost Meijs, de Eindhovense VVD-lijsttrekker Marcel Oosterveer en idem voor Groen Links, Rik Thijs, en ik voor het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2). Met 120 mensen zat de Kameleonzaal van het Eindhovense Parktheater goed vol.

Publik bij het Stadsdebat over EhvA op 13 nov 2017

Strijdpaard
Er staat een mooi verslag van deze forumdiscussie in het Eindhovens Dagblad van 14 november onder www.ed.nl/airport/pleidooi-in-debat-over-airport-dan-moet-het-vliegen-maar-duurder~a6d7e48b/ . De kleur van de bijgeleverde foto doet vermoeden dat de avond zich in een bordeel afspeelde, maar ik kan verzekeren dat dat niet het geval was.

En zo kon dit oude strijdpaard weer eens hinnekend het slagveld opdraven, in de aanval op Joost Meijs en de VVD. Dat was best lekker.

Oosterveer liep averij op en werd na afloop corrigerend door de ruim vertegenwoordigde achterban toegesproken. Hij had zich slecht voorbereid en vertrouwde, ten onrechte, op zijn routine, die bij de VVD op de consensus berust dat je tegen vliegvelden, asfalt en wat dies meer zij gewoon uit routine ja zegt, want het is altijd wel ergens goed voor de werkgelegenheid en de concurrentiepositie. Deze algemene geloofswaarheid hoeft van de VVD niet in specifieke situaties bewezen te worden.
Oosterveer bleek zijn eigen verkiezingsprogramma niet goed gelezen te hebben.
Verder was Oosterveer zo stom om er de ingestorte naaiateliers in Bangla Desh bij te halen en dat de consument toch altijd het goedkoopste kocht, wat zo ongeveer het beste voorbeeld is voor een krachtige ingreep van de overheid in de vrije markt dat men zich denken kan.

Ook Meijs heeft een enorme routine in dit soort optredens, maar die kent zijn zaken beter (zij het niet volledig). Schade liep hij daarom niet op, maar hij moest wel van zijn gebaande paden afwijken en af en toe zelfs nadenken.

Rik Thijs en zijn partij zijn van goede wil, maar werken puur parlementair en zijn daarom vooral afhankelijk van de kruimeltjes, die van achter de schermen op hun tafel in de raadszaal vallen. Rechtstreekse grip op het proces en informatie uit de eerste hand geeft dat niet.

Nieuwe feiten

  • De eerste bijeenkomst over de toekomst na 2020 heeft al plaatsgevonden. In beslotenheid, maar dat zou niet erg zijn, want er werd slechts over procedures gepraat. De piketpaaltjes zijn dus alvast zonder toezicht de grond ingeslagen.
  • Joost Meijs gaat in zijn planning uit van 10 miljoen passagiers, verdeeld over 70.000 vliegbewegingen, in een niet genoemd jaar, maar omkleedde dit met nogal wat wol (mits politieke goedkeuring en zo)
  • Op dit moment is 22% van de passagiers op Eindhoven Airport zakelijk.
  • Meijs acht het waarschijnlijk dat er een nieuw Luchthavenbesluit zal komen.

Die groei, die overkomt ons gewoon…..
Een groot deel van de discussie ging over de groei, hoe autonoom die was, en of je daarin mee moest gaan. Dat is een fundamentele politieke discussie. Daarbij stonden Meijs en de VVD aan de ene kant en Groen Links en ik (voor BVM2) aan de andere kant.

Vliegbewegingen en passagiers op EhvA door de jaren heen

Meijs en de VVD praten alsof de groei een natuurverschijnsel is: dat overkomt je gewoon en daar moet je gewoon in meegaan. Leve de vrije markt!

Maar die groei is helemaal niet autonoom, betoogden Rik Thijs en ik. Die wordt direct of indirect, gestimuleerd doordat vliegen zo belachelijk goedkoop gemaakt is. Op een retourtje Barcelona past de overheid €40 per ticket bij aan gederfde BTW en accijns, op een retourtje Schiphol – NewYork zo’n €300 per ticket (onder Derving van accijns, BTW en CO2-heffing bij kerosine: hoeveel is dat ongeveer? staat een schatting van het accijns- en BTW-voordeel en de ticketdoorwerking van een CO2-heffing).
Bovendien heeft Meijs, in navolging van zijn baas Schiphol, het vliegen actief met subsidies gestimuleerd. Voor nieuwe lijnen of frequentieverhoging op bestaande lijnen kreeg een luchtvaatmaatschappij tot en met 2016 per ticket €6 tot €10 (zie EhvA rates and conditions_1 april 2016 )
Zo kan ik het ook. De trein heeft het niet zo makkelijk.

Maar ook als die groei wel autonoom zou zijn, dan nog kan men daar niet in die omvang in meegaan. Het klimaat staat het simpelweg niet toe (bij de VVD niks over het klimaat). De mondiale luchtvaart moet in staat geacht worden (zei ik) om op zijn eentje de Parijse klimaatakkoorden op te blazen. Er is geen plek meer voor en de mensheid moet zijn vlieggedrag maar gaan aanpassen.

Meerdere soorten hinder, meerdere oplossingen, en de mogelijkheid om eisen te stellen
BVM2 hanteert een ruime definitie van het begrip ‘hinder’. Niet alleen de openingstijden en de geluidsoverlast, maar ook de klimaateffecten, de toxische emissies (ultrafijn stof) en de nadelige financiele aspecten.

Voor een eerste schets van wat er mogelijk lijkt, zie Hinderbeperkende maatregelen op vliegveld Eindhoven

Bij Meijs en de VVD is hinder alleen geluidshinder. Extra vliegen geeft uiteraard extra herrie, maar ze gaan hun best doen dat dat zo weinig mogelijk is, mits dat doel met bescheiden middelen gehaald kan worden (metertje meer naar links opstijgen en zo). De A320neo (en vergelijkbare toestellen) voorschrijven (die twee geluidsklassen stiller is en 15% minder loost), dat was nog niet overdacht. De luchtvaartmaatschappijen dit en de luchtvaartmaatschappijen dat…. En die vliegtuigen kwamen maar mondjesmaat en meer bla bla bla.

Maar veel mensen rond het vliegveld hebben meer schrik voor ultrafijn stof dan voor geluid (in Meerhoven bijvoorbeeld). Het probleem kan verminderd worden met betere, synthetische kerosine die weinig of geen zwavel of benzeen bevat. “Ja maar, die is tien keer zo duur” aldus Meijs voor wie dit idee een nieuw gezichtspunt leek. “Jammer dan, gewoon betalen. En als er dan minder gevlogen wordt, des te beter” (ik en in andere bewoordingen ook Rik Thijs).

Ultrafijn stof-verdeling rond het vliegveld, 2020, alleen civiel

En Meijs moet zich eens beter gaan inlezen waar het om hybride-elektrisch vliegen gaat (dus niet over elektrisch vliegen, want dat is wat anders).

Een impressie van de Zunum, een hybride elektrisch vliegtuig in ontwikkeling

En inlezen in de klimaatstandpunten van zijn eigen branche – voor wat die waard zijn. Synthetische kerosine scoort daar hoog – zelfs irreëel hoog.

Enerzijds kan Meijs, wat BVM2 betreft, een overgangsperiode krijgen. Hij kan Neste Oil opbellen en zeggen dat hij vanaf bijvoorbeeld 2020 0,5PJ synthetische kerosine wil, en dan bijvoorbeeld elke twee jaar 0,5PJ erbij (of zoiets). Dat geeft Neste Oil de kans om een productielijn op te zetten en om het product goedkoper te maken. (zie Kun je zwavelvrije kerosine kopen ? (vervolg) )
En voor hybride-elektrisch vliegen zou hij voor bepaalde bestemmingen kunnen mikken op bijvoorbeeld 2025.
Zo’n overgangsperiode heeft Meijs in 2010 ook gekregen aan de Alderstafel, waardoor in 2013 de herriebakken klasse D, E en F uitgefaseerd zijn. Dat zou herhaald kunnen worden met de geluidsklassen C en B.

Anderzijds moet Meijs niet zo mekkeren. Eindhoven is een gewild vliegveld, hij maakt flink winst, en hij kan best wel bij die boefachtige directeur van Ryan Air met de vuist op tafel slaan en gewoon zeggen hoe men het in Eindhoven eist. In plaats van O’Leary vele andere.

O’Leary

Brainport
Men roept in kapitalistische kringen met groot enthousiasme de wonderdoener Brainport aan in de veronderstelling dat de geur van heiligheid, die hier om heen hangt, bij eenieder als bij  toverslag de vraag naar een zakelijke, rationele argumentatie wegneemt. Brainport als opium van het volk.
Ik zou bijvoorbeeld wel eens een rationele analyse willen zien welke luchtvaartbestemmingen dan wel zo dringend door Brainport gewenst worden, en er nu niet zijn. En Düsseldorf, Brussel en Schiphol liggen dicht bij.

Nu is Brainport goede industriepolitiek en ongetwijfeld goed voor de winsten van ASML en de Automotive en zo, maar tot nu toe is Brainport in de toepassing van duurzaamheidsgedachten op het eigen grondgebied achterlijk. Eindhoven en Helmond horen beide tot de minst duurzame steden van Brabant.

Het Brainportvolk trommelt zich op de borst hoe slim men wel niet is, en juist bij de uitbreiding van het vliegveld leidt die gemakzucht en die denkluiheid ertoe dat men risico’s niet ziet die er wel zijn, zoals die door Nic Douben geformuleerd zijn “overbelast door de groei” waarna hij Eindhoven Airport op één hoop gooide met de landbouw (zie Econoom Douben noemt veeteelt en Eindhoven Airport als oorzaken voor overbelasting ZO Brabant ). Of het standpunt van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI), bijvoorbeeld over de decarbonisatie en de zachte vestigingsfactoren (zie Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden ) .
Brainport ziet trouwens ook soms kansen niet die er wel zijn, zoals accu’s en brandstofcellen voor hybride-elektrische vliegtuigen.
Helaas kreeg uw strijdpaard van de journalisten niet de gelegenheid hier nog eens indringend over door te hinniken.

Het wordt tijd dat Brainport minder bluft en meer nadenkt.

Werkgelegenheid in de energiesector 2008-2020

De Nationale Energie Verkenning 2017 (NEV 2017) is een dik boekwerk met heel erg veel figuren en tabellen. Als je wil weten hoe de dingen echt zijn, moet je daar gaan kijken. Allemaal lekker cijferwerk.

Het is een veel te dik werk voor een artikel dat beperkt van omvang moet blijven. Nu alleen enkele plaatjes over de werkgelegenheid, die verbonden is aan de energiesector.

Werkgelegenheid uit de exploitatie van bestaande inrichtingen (NEV2017)

Werkgelegenheid uit investeringen en onderhoudsuitgaven (NEV2017)

Totale energiegerelateerde werkgelegenheid (NEV 2017)

Let even op de verschillende looptijd van de horizontale assen!

De resultaten wijzen zichzelf en zijn wat je zou verwachten. Fossiel is over zijn hoogtepunt heen en daalt langzaam, besparing en hernieuwbaar stijgt en compenseert tot 2020 ongeveer het fossiele verlies.

 

Klimaat, koolstof, bos en veen, en energie uit hout

Koolstofopname door ecotypes
Het CBS en Wageningen hebben onderzocht hoeveel koolstof C (uitgedrukt als element) vastgelegd wordt in verschillende ecotypes, en hoeveel koolstof (C) er ontwijkt uit veen. Daarover is een populariserend artikel uitgebracht en dat is te vinden op www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/45/bossen-en-bodems-stoten-meer-co2-uit-dan-ze-vastleggen . Vandaar kan doorgelinkt worden naar het achterliggende wetenschappe-
lijke werk.
Dit wetenschappelijke werk is nog experimenteel en de resultaten zijn vers van de pers.

Koolstofvastlegging per ecosysteemtype, afgezet tegen het areaal van dit ecosysteemtype, en de koolstofvastlegging per hectare (2013). De grootte van de bollen is recht evenredig met het aandeel in de totale vastlegging in Nederland.

Dit resultaat is het vertrekpunt voor geografische verdelingen.
Men moet deze figuur als volgt lezen:
In bos wordt jaarlijks ongeveer 1,9 ton elementaire koolstof (C) vastgelegd per hectare (de vertikale as). Bos beslaat ca 9% (horizontale as) van de Nederlandse landoppervlakte (in totaal is er 356000 hectare bos). De combinatie leidt tot een uitkomst van 0,68Mton (M = miljoen en een ton = 1000kg) koolstofopslag in het verzamelde Nederlandse bos en dat getal is goed voor 60% van alle in bodems en gewassen vastliggende koolstof. Die 60% wordt weergegeven door de grootte van de cirkel. De 100% bij de 60% is dus 1,13Mton.
De cijfers zijn wat jaarlijks, min of meer blijvend, wordt vastgelegd (deze getallen zijn uit 2013) (dus een ‘flow’ in het vakjargon).
De landbouw haalt veel meer koolstof uit de lucht, maar het grootste deel daarvan keert binnen korte termijn ook weer terug in de atmosfeer. Dit kortlevende deel telt niet mee. Het langlevende deel zit vooral onder oud grasland.

De details kan men vinden in www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2017/45/the-seea-eea-carbon-account-for-the-netherlands en dan de download aan-
klikken.
Om van het element C naar de verbinding CO2 te komen, moet je * 44/12 doen (dus *3,67). Dus de weergegeven Nederlandse ecosystemen haalden in 2013 4,1Mton CO2 uit de lucht.
Na correctie voor houtkap en overige biomassa-onttrekking blijft de 3,6Mton CO2 over, die hierna genoemd wordt.

De koolstofopnamekaart van Nederland volgt dus grofweg de bosverdeling over Nederland.

Koolstofvastlegging in planten waaronder bos_per jaar_over 2013

Men zou hier een beetje blij van worden, ware het niet dat er een ander proces is dat dubbel zo sterk precies het omgekeerde doet, namelijk de oxidatie van veen. ‘Veen’ is afgestorven plantenmateriaal dat onder water niet wegrot. Als het maar lang genoeg samengeperst wordt en uitdroogt, wordt het turf en dat kan branden.
Als de bodem ontwaterd wordt (bijvoorbeeld omdat boeren met machines hun land op willen), komt het veen boven de grondwaterspiegel te liggen. Het oxideert (meestal niet onder vuurverschijnselen, maar het resultaat is hetzelfde): de koolstof vliegt als CO2 de atmosfeer in.
Overigens vliegt zonder ontwatering ook een deel de lucht in als methaan (CH4, moerasgas).

Het koolstofverlies uit veen blijkt ongeveer het dubbele te zijn (ongeveer 7Mton CO2). Per saldo is het Nederlandse plantenwezen dus een bron van CO2.

Koolstofemissie uit veen per jaar (2013)

Bosstrategieën
Nu vast staat dat de Nederlandse bossen jaarlijks ergens rond de 0,7Mton koolstof op elementbasis vastleggen in de vorm van pakweg 1,5 a 2Mton jaarlijks gevormd nieuw hout, doet zich de vraag voor in hoe-
verre dit oogstbaar is voor diverse doeleinden onder inachtname van klimaatoverwegingen.

Een goed werkstuk hierover is het Actieplan Bos en Hout van Staatsbosbeheer (okt. 2016). Dat is te downloaden op www.staatsbosbeheer.nl/Over-Staatsbosbeheer/Nieuws/2016/10/plan-bos-en-houtsector-levert-bijdrage-aan-klimaatdoelen . In dit werk probeert Staatsbosbeheer (SBB) in kaart te brengen wat de organisatie zou kunnen bijdragen aan de energie- en klimaatdoelen, terwijl de uitkomst daarvan ook anderszins nuttig is. Het is een interessant werkstuk.
Staatsbosbeheer (SBB) neemt de bossen van andere terreinbeherende instanties mee in de beschouwingen.
Het werkstuk kwam vooral in de krant omdat SBB er voor pleitte om 100.000 hectare extra bos aan te leggen – dit plan geheel inhoudelijk en financieel onderbouwd. Plan zag er leuk uit, maar is bij mijn weten nog niet in beleid omgezet.

SBB heeft het werkstuk opgesteld in nauw overleg met een flink aantal belanghebbende, private organisaties, maar bijv. ook in samenwerking met Natuur en Milieu.

De praktijkorganisatie SBB zit met zijn cijfers meestal wat hoger dan de theorietechneuten uit Wageningen. Wageningen laat de Nederlandse bossen ongeveer 2,4Mton CO2 uit de lucht halen en SBB ongeveer 2,9Mton. Waar die verschillen vandaan komen, heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen. Waarschijnlijk verspringen de definities af en toe en  SBB is een beetje rommelig met zijn cijfers.
Voor de basale lijn van de redenering maakt het nauwelijks verschil.

Er is dus ruimte om te oogsten. Ik deel de mening van de fanatieke biologische dynamici niet dat alle koolstof perse terug de grond in moet. Tot op zekere hoogte is bos gewoon een gewas. Je oogst bloemkool en stukken dennenboom.

Hout

“Wij” (dus alle boseigenaren) oogsten nu landsbreed, zegt SBB, 2,25 miljoen m3 hout, goed voor ongeveer 1,8Mton hout. 1,2 miljoen m3 komt uit het bos, de rest uit het landschap en de gebouwde omgeving.
Van die 2,25 miljoen m3 wordt ongeveer 1,3 miljoen m3 (afvalhout) direct weer afgebroken door compostering of in haarden en kachels ( dus 1,1 Mton afvalhout). Ongeveer 1,0 miljoen m3 hout krijgt dus een langer durende bestemming.
Omdat het Nederlandse bos, naar de maatstaven van de houtopbrengst, niet optimaal beheerd wordt zou de opbrengst hoger kunnen zijn, zegt SBB. Bij bossen wordt nu ongeveer de helft van de jaarlijkse bijgroei gebruikt (er staat niet bij hoe het met hout uit het landschap en de gebouwde omgeving zit).
SBB schat in dat de opbrengst uit alleen bos van 1,2 op 1,8 miljoen m3 gebracht kan worden (dus van zowat 1 op zowat 1,5Mton hout). Er wordt geen schatting gemaakt van wat de post landschap en gebouwde omgeving eventueel meer zou kunnen opbrengen, want daar gaat SBB cum suis niet over.
Als je dat ongeveer gelijk houdt, gaat de Nederlandse houtoogst van ongeveer 2,25 miljoen naar 2,85 miljoen m3 (dus van 1,8 naar 2,3Mton hout).
Als SBB zijn zin zou krijgen, stond er op het einde van het traject een kwart meer bos in Nederland. Het houtmanagement zou dus een netto positieve klimaatscore hebben.

SBB houdt zich op de vlakte over hoe de oogst getalsmatig verdeeld moet worden over de bestemmingen. SBB hanteert het cascaderingsbeginsel, dat inhoudt dat hoogwaardige bestemmingen (timmerhout en groene chemie en zo) vóór laagwaardige gaan als verbranden, en het langdurigheidsbeginsel, inhoudend dat zolang het hout hout blijft, de koolstof erin niet in de atmosfeer terugkeert. SBB pleit dus bijvoorbeeld voor houtskeletbouw.
Zie ook Nogmaals over wolkenkrabbers van hout – update

Een van de concrete actiepunten is dat hierover een ‘dialoogvoering bio-energie’ moet komen, een ander actiepunt om 10 regionale biomassa hubs op te richten die samen 0,31 miljoen m3 hout (0,25Mton hout) mogen opmaken.

Wat betekent dit voor Brabant?
De nieuwe Wageningse onderzoekstechniek kan voor Brabant grote betekenis hebben.

De situatie in Brabant schreeuwt om een betrouwbare koolstofbalans. Vanwege de mest, vanwege de biobased economy, wegens mogelijk scheuren van grasland of juist niet, vanwege de bodemkwaliteit waarover steeds meer boeren zich (eindelijk) zorgen maken, vanwege het klimaat.
Ik heb een degelijk academisch onderzoek laten opnemen in het provinciale verkiezingsprogram van de SP. Nu blijkt dus dat een dergelijk onderzoek mogelijk is. De belangrijkste kengetallen zijn al gepubliceerd.
Gedeputeerde Staten zouden Wageningen moeten vragen om Brabant op te delen in logische percelen en daar een dergelijk koolstofonderzoek te doen. Zal ongetwijfeld leiden tot nuttige inzichten en prestigieuze wetenschappelijke publicaties.
Als de Chinezen zoiets in heel China kunnen, moet Wageningen het ook in heel Brabant kunnen (zie Chinese geleerden berekenen koolstofbalans in en op de bodem )

De klimaatafspraken in Brabant zijn geformuleerd in termen van energie (dus Tera- en PetaJoules) en niet in termen van CO2. Men kan daar van alles van vinden, maar dat doe ik nu niet. Ik ga de MTon-nen hout of CO2 in Joules omzetten zodat de uitkomst in de Brabantse Energie alliantie of in de POSAD-studie kan worden ingepast.
Volgens de RVO-lijst levert hout een energieopbrengst van 15,1MJ/kg (=15.1PJ/Mton), en hoort bij 1GJ 109,6 kg CO2.

SBB geeft expliciet of impliciet extremen aan in een continuum.

De ondergrens is de 0,25Mton hout voor de 10 kleinschalige biomassahubs. Dat is landsbreed goed voor 3,8PJ.
De tussenpositie (de 1,1Mton afvalhout die nu ook verstookt wordt) zou leveren 16PJ.
De bovengrens is alles (2,3Mton hout) in warmte omzetten (waarvan eventueel een deel in stroom). Dat zou leveren 34PJ.
Zeg het maar.

Dit was landelijk. Hoe vertaal je dit naar Brabant?

De gemeente Boxtel (weet ik uit een vroeger werkbezoek) zou erg graag zo’n kleinschalige biomassahub zijn. Bij evenredige afdeling dus goed voor 0,38PJ.
Stel dat Boxtel een van de tien zou zijn.
De totale duurzame energie in Boxtel was in 2014 0,13PJ en de totale energie in dat jaar 3,3PJ (zegt de Klimaatmonitor), dus 0,38PJ zou een niet te verwaarlozen bedrag zijn. Dit allemaal op papier!
Zie Boxtel, BMF, biomassa of Energieneutraal Boxtel: goede intenties, onzekere plannen

Vanwege de hoeveelheid bos kan Brabant hier het beste op 1/6 deel van Nederland geschat worden. De tussenpositie zou dan bijvoorbeeld 2,5PJ warmte zijn. Dat is meer dan de opbrengst van het 100MW-windproject langs de A16 of de gasopbrengst van 4 ton mest vergisten, afhankelijk van hoe je telt. In elk geval zou het niet verwaarloosbaar zijn.

Dus toch maar de bosbouw als een serieuze economische tak van sport gaan bekijken en niet ideologisch alle hout de grond in wensen.

Energy Day TU/e bespreekt Ecovat-systeem

De Energy Day van 26 oktober op de TU/e ging over de gebouwde omgeving.
De hoofdsprekers waren de TU/e-professoren Elphi Nelissen, Jan Hensen en Wiet Mazairac, met David Smeulders als dagvoorzitter.
De presentaties zijn te groot voor mijn website. Men kan ze zelf downloaden op www.tue.nl/onderzoek/strategic-area-energy/over-energy/energy-events/energydays/series-5-2017-2019/day-1-brainport-smart-district/ .

vlnr Elphi Nelissen-David Smeulders_Wiet Mazairac_Jan Hensen

De noodzaak van opslag
David Smeulders stelde dat het grootste probleem met duurzame energie de opslag is. Periodes waar zon en wind goed hun best doen worden afgewisseld met periodes waarin dat niet zo is, en daartoe moeten er forse opslagtechnieken komen om het tekort met het overschot te vullen.

De van oorsprong Udense onderneming Ecovat (kantoor nu in Veghel) biedt een van de mogelijke oplossingen.

Een van de sprekers tijdens genoemde Energy Day, Wiet Mazairac, is zowel onderzoeker aan de TUE als ingenieur bij Ecovat. Uiteraard sprak hij met het belang van het bedrijf in het achterhoofd, maar daar is in dit geval niets mis mee.

Ecovat
Als je het zo eenvoudig mogelijk uitlegt, is een Ecovat een grote thermosfles die in de grond wordt ingegraven, en die door een slimme aan- en afvoer van warmte met weinig verlies opgeslagen warmte over de winter heen kan tillen.
Dit doet echter het systeem tekort. Het is een hele geavanceerde thermosfles en die geavanceerdheid wordt met patenten beschermd. Ecovat geeft op zijn website www.ecovat.eu een goede uitleg.

Wat daar ontbreekt is informatie over omvang van de thermosflessen (die kan in beginsel allerlei groottes hebben) en de prijs van het systeem. Het meest logisch lijkt om het systeem op wijkniveau uit te voeren (dus met een collectief verwarmingssysteem). Zo legde Mazairac het uit.
Over de prijs zei hij, dat die zodanig van de concrete omstandigheden afhing, dat men niet met standaardprijzen naar buiten kwam.

Temperatuurverdeling in een Ecovat

De truc van het vat zelf is vooral dat men de natuurlijke gelaagdheid van warm en koud water in stand houdt. Er gaat geen water in en uit het vat, maar alleen (door de binnenwand heen) warmte. Dat gaat een stuk efficienter.

De volgende truc is dat dergelijke vaten in een groter systeem ingebouwd kunnen worden, dat uit aan elkaar gekoppelde warmte- en stroomnetwerken bestaat. De vaten zorgen voor de opslag, warmtepompen gebruiken stroom om warmte uit het vat naar de woningen te brengen of andersom, en elektrische elementen kunnen het water verhitten als er teveel stroom is (dat heet Power to Heat). Ook restwarmte van bedrijven kan toegevoegd worden.

Men bedenke zich dat bijna de helft van de Nederlandse energievraag uit warmte bestaat.

Schema van een kleine wijk rond een Ecovat

Meer schematisch weergegeven ziet het er zo uit:

En

Waarbij in roze punten stroom in warmte kan worden omgezet (dus Power to Heat), in blauwe punten stroom opgeslagen wordt en in rode punten warmte.

De systeemintegratie, bediend met gespecialiseerde software, is gunstig voor het beheer van het elektriciteitsnet en dat kan gunstige effecten hebben voor de consument (maar bij gebrek aan overige gegevens valt geen financieel totaalplaatje te tekenen).

Als er veel wind en zon op het net zit, kan het aanbod zo groot worden dat de netbeheerder niet meer weet waar hij met de stroom naar toe moet. Dat gebeurt nu al af en toe. Het uit- en weer aanzetten van een centrale kost ook geld, en het kan goedkoper zijn om de stroom voor niets weg te geven of zelfs geld toe. Dit was bijvoorbeeld het verloop van de stroomprijs op 8 mei 2016 in Duitsland:

Capaciteiten en stroomprijs in Duitsland op 08 mei 2016

(Merk op dat de rechtse as in €/MWh is. Dus 25€/Mwh = 2,5 cent per kWh. De groothandelsprijs voor stroom is waanzinnig laag, zelfs zonder wind en zon).

In zo’n geïntegreerd warmte-elektriciteitssysteem gaan alle verwarmingselementen als een gek werken bij de piek omlaag, en dan krijgt de exploitant dus geld toe. In bovenstaand plaatje schuift de rode lijn (die de vraag weergeeft) in no time omhoog, waardoor de bestaansoorzaak voor de negatieve piek verzwakt of opgeheven wordt.
Met andere woorden, het systeem stabiliseert het elektriciteitsnet.

En dat alles onder de grond – je ziet er niets van.
Natuur- en milieumensen in Brabant zouden zich veel meer met energieopslag bezig moeten houden.

Zie verder ook Warmte in Brabant en het Mijnwaterproject .

 

 

Met Sim City naar Smart City (en of je dat zo moet willen)

De Energy Day van 26 oktober op de TU/e ging over de gebouwde omgeving.
De hoofdsprekers waren de TU/e-professoren Elphi Nelissen, Jan Hensen en Wiet Mazairac, met David Smeulders als dagvoorzitter.
De presentaties zijn te groot voor mijn website. Men kan ze zelf downloaden op www.tue.nl/onderzoek/strategic-area-energy/over-energy/energy-events/energydays/series-5-2017-2019/day-1-brainport-smart-district/ .

vlnr Elphi Nelissen-David Smeulders_Wiet Mazairac_Jan Hensen

De Smart City in Brainport Smart District

In dit artikel het werk van professor Elphi Nelissen, die een Smart City (een wijk met zo’n duizend huizen) wil bouwen bij de Helmondse wijk Brandevoort, aan de andere kant van het spoor. GroenLinks wethouder Paul Smeulders heeft er een stuk bedrijventerrein voor herbestemd.
De realisatie is gepland van 2019 – 2023.

De beoogde wijk ten Noorden van Brandevoort, langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo

Mevrouw Nelissen stopt een heleboel goede bedoelingen in het ontwerp. Eigenlijk zitten alle goede bedoelingen erin, die in progressieve kring opgang doen. Er hangt een Groen Links-achtig wereldbeeld  omheen.

Als je alle goede bedoelingen uit alle sheets verzamelt en onder elkaar zet krijg je dit:

Alle goede bedoelingen van het Smart Cityproject samen (Nelissen)

Al die bedoelingen gaan in een Sim City-achtige blender en daar rolt een ontwerp voor een droomwijk uit. De website E52 heeft het vastgelegd in twee verhalen, die men kan vinden op

https://e52.nl/eindhoven-is-het-living-lab-voor-de-rest-van-de-wereld/
https://e52.nl/brainport-smart-district-zo-zou-het-kunnen-worden/

En toch …

De lezer merkt misschien aan mijn afstandelijke toon dat ik flinke reserves heb. Waarbij ik niet aan de goede bedoelingen van mevrouw Nelissen twijfel.

Nog het minste is dat ik sommige idealen niet deel, of ongeloofwaardig vind.
In het mobility-verhaal gaat Nelissen ervan uit dat het openbaar vervoer ophoudt te bestaan, en dat je daar nu al de eerste tekenen van ziet (zie het E52-verhaal), en dat auto’s probleemloos geheel automatisch rijden zonder dat jijzelf ook maar iets hoeft te doen. Ik zie dat allemaal nog niet meteen.
Verder zie ik ook niet waarom een verstandig mens van het elektriciteitsnet af zou willen gaan. Dat heeft alleen maar nadelen en geen voordelen. Dat extra comfort en die lagere kosten lijken mij een wensdroom.
Lokaal geteeld voedsel kan nooit genoeg zijn voor een hele wijk, en de luchtvervuiling komt in een dergelijk klein gebied bijna geheel van buiten de wijk.

Het probleem is (dat heb ik wel in mijn 20 jaar gemeenteraadswerk geleerd) dat je niet straffeloos een heleboel wensen kunt uitspreken, zonder dat vroeg of laat de vraag rijst hoe die wensen zich onderling verhouden, en wat het kost. Het geheel klinkt te mooi om waar te zijn.
Om het eens te testen had ik de kritische vraag gesteld of het de bedoeling was dat er ook flink wat huizen onder de huursubsidiegrens gingen vallen. Gezien alle ambities is dat bepaald niet vanzelfsprekend. “Maar uiteraard” en vervolgens verdween deze nieuwe wens even zo vrolijk ook in de blender.

De ‘bright new world’, zoals E52 het noemt, lijkt mij teveel op ‘brave new world’. Mevrouw Nelissen is er een voorstander van om het databeheer niet bij een commercieel bedrijf neer te leggen, maar bij de overheid, want dan is er democratische controle. Nu heeft dit argument in onze maatschappij op dit moment een zekere waarde, maar het argument geldt niet onbeperkt in strekking en tijd. Ik vertrouw beide met big data niet verder dan ik ze zie. Je blijft het beste af als er niet meer persoon-
lijke data rondzwerven dan strikt nodig is.
Ik  heb het verzoek op het sleepnet-referendum ondersteund. Ik ga niet in een sleepnet wonen.

Ik vind het belangrijkste strategische bezwaar dat de Smart City stilzwijgend als nieuwbouwproject geformuleerd is. Stilzwijgend, maar wel door merg en been. Het is volstrekt onduidelijk hoe dit paradijs aan de overkant van het spoor Eindhoven-Venlo te realiseren valt.
Vandaar mijn vraag of het nou de bedoeling was om alle bestaande wij-
ken neer te halen. Immers, 80% van de huizen in Nederland is momenteel label C of slechter. Dat zag ik uiteraard helemaal verkeerd. “We hebben voorbeelden nodig” zei Hensen ter verdediging van zijn collega. Dat snap ik ook wel, maar a) zie ik niet meteen hoe Smart City-nieuwbouw voorbeelden kan opleveren voor een rij label D-woningen, zoals in mijn straat en b) worden in Nederland voorbeelden slechts zelden omgezet in breed uitgerolde programma’s. Als regel houdt het projectje op als de subsidie ophoudt.
Waarna Hensen en ik het eens werden over de stelling dat de “brede onderkant” van de woningmarkt omhoog getild zou moeten worden. (Hensen had overigens zelf een goed verhaal, maar dat ging zo technisch en in zo’n hoog tempo en met zoveel info op elke sheet, dat ik het niet betrouwbaar navertellen kan).

Het was een goede politieke discussie.

Evgeny Morozow (foto Daniel Seiffert via Wikipedia)

Evgeny Morozow

De Wit-Russische geleerde Morozow is een zeer bekende, linkse technologiecriticus, die tot in de hoogste onderwijsregionen les gegeven heeft en onderzoek gedaan. Hij kreeg op 31 oktober 2017 in de NRC bijna een hele pagina om commentaar te geven op Smart Cities.
Zie www.nrc.nl/nieuws/2017/10/30/googles-droomstad-kan-een-nachtmerrie-worden-13756647-a1579249 .

De directe aanleiding was de aankondiging dat Sidewalk Labs, zusterbedrijf van Google onder de Alphabet-holding, in Toronto een geheel nieuwe wijk Quayside ging bouwen, geheel op zijn Google’s. En de beknopte beschrijving leek verdacht veel op Brandevoort-Noord. Ook Facebook, Cisco, IBM en Microsoft hebben dat soort plannen en “werken – ook in Nederlandse steden als Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven – steeds nauwer samen met overheden.” Dit “om de stedenbouw te disrupten”.
Quayside wordt een Disneyland-achtige etalage voor Googles zelfrijdende auto’s” aldus Morozow “De plannen zien er heel aantrekkelijk uit, maar dan wel voor de rijke, creatieve klassen die het zich kunnen veroorloven om in zo’n utopie te wonen. Voor de rest van de bevolking lost het niets op en erger: dit soort projecten maakt het wonen in de stad alleen maar nòg duurder en onbereikbaarder voor grote groepen mensen.
De Indiase regering wil honderd Smart Cities bouwen”, zegt Morozow, “en nu al worden dat ‘gated communities’ voor de rijken.” .

Duurzame nieuwbouw-eilanden in een onduurzame oudbouw-zee – dat is eigenlijk al best wel een beetje een beschrijving van de feitelijke situatie in Brabant.

Uit wat ik mevrouw Nelissen heb horen zeggen maak ik niet op dat deze situatie haar ideaalbeeld is. Maar soms gaan dingen anders dan de initiatiefnemers zich in hun goede bedoelingen voorgesteld hadden.

Het Brainportdiagram uit de presentatie van mevr. Nelissen

Brainport

De presentatie van mevrouw Nelissen bevatte een schematisch beeld dat onbedoeld gezien kan worden als een bijna iconisch beeld van Brainport. Dat gaat over u en zonder u en bedient bedrijven en instellingen.
Het plaatje toont machtige schillen met bedrijven en instellingen, die geadresseerd worden door projectleiders. Achter het pijltjes-spinnenweb schemert een klein ellipsje bewoners, en alleen één geel energiepijltje eindigt in dat gebied. De rest van de relaties gaat letterlijk over hen heen.
Brainport is industriepolitiek in een gebied waar toevallig ook nog mensen wonen. Maar die staan daar verder buiten.

Ook hier moet aan mevrouw Nelissen credits gegeven worden dat zij een overleg heeft opgestart met mensen die in de nieuwe wijk denken te gaan wonen. De gedachte dat dat een tamelijk select gezelschap is steekt de kop op, maar omdat ik verder die mensen niet ken, is dat vooralsnog lichtelijk een vooroordeel.

Econoom Douben noemt veeteelt en Eindhoven Airport als oorzaken voor overbelasting ZO Brabant

Nic Douben is econoom en emeritus-hoogleraar aan de Universiteiten vna Tilburg en Eindhoven. Hij heeft in het verleden regelmatig advies gegeven over de economische ontwikkeling van Zuidoost-Brabant.

In het Eindhovens Dagblad van 11 oktober 2017 analyseert Douben dat “bij alle jubelverhalen de nadelen van de economische successen van Zuidoost-Brabant onderbelicht blijven” en “economie veel meer is dan een financieel resultaat”.
Douben: “Ik vraag mij dan ook al enige tijd af of de regio niet overbelast wordt door haar expansie”.

Douben noemt de veeteelt als oorzaak en daarnaast Eindhoven Airport. Hij hekelt de onmogelijk lage vliegprijzen en de daaruit voortkomende groei van de low-budget vakantiereizen. De problematiek van Schiphol wordt afgewenteld op onze regio, met “vliegbewegingen die de lucht in de regio steeds meer met uitgestoten gassen vervuilen, en een toenemende geluidshinder in de Kempen en De Peel.”

De economische groei moet meer gerelativeerd worden. “Nu worden vooral de enge (bedrijfs)economische voordelen van de groei breed uitgemeten en komen de nadelen veel minder pregnant in beeld.

Econoom en emeritus-hoogleraar Nic Douben

Het wordt tijd”, vindt Douben, “dat de verantwoordelijken daar eens terdege rekening mee gaan houden.

Bij welk oordeel ik mij graag aansluit.

Voor de volledige tekst van de brief zie Peel en Kempen raken overbelast door groei_NicDouben_EhvD_11okt2017

Voor een eerder artikel op deze site over wat wel en geen economische motoren zijn zie Wat voegt groei Airport nog toe aan Brainport? Meer vluchten kunnen vestigingsklimaat ook schaden .