Zonnestroom over paar jaar per kWh goedkoper dan kolen?

Ik ga hier een artikel schrijven n.a.v. een mailwisseling op Facebook. Fleur Femke beweerde:

Als we deze studie mogen geloven is zonne-energie over een paar jaar bijna overal goedkoper dan kolen.

Solar Power Will Kill Coal Faster Than You Think

Bloomberg New Energy Finance’s outlook shows renewables will be cheaper almost everywhere in just a few years.              bloomberg.com

Ik had beloofd dat ik wat fact checking zou doen. Bloomberg is niet de eerste de beste, maar aan de andere kant, zomaar een grafiek geloven op Internet waar niet eens een schaalverdeling bij staat vraagt wat veel van de goedgelovigheid. Vooral dat “almost everywhere”.

 

Bloomberg New Energy Finance zelf schrijft:

Solar Power Will Kill Coal Faster Than You Think

Bloomberg New Energy Finance’s outlook shows renewables will be cheaper almost everywhere in just a few years.

By Jess Shankleman and Hayley Warren                               15 juni 2017

Solar power, once so costly it only made economic sense in spaceships, is becoming cheap enough that it will push coal and even natural-gas plants out of business faster than previously forecast.

That’s the conclusion of a Bloomberg New Energy Finance outlook for how fuel and electricity markets will evolve by 2040. The research group estimated solar already rivals the cost of new coal power plants in Germany and the U.S. and by 2021 will do so in quick-growing markets such as China and India.

kWh-prijs van PV versus kolen volgens Bloomberg New Energy Finance, nu met assen

The scenario suggests green energy is taking root more quickly than most experts anticipate. It would mean that global carbon dioxide pollution from fossil fuels may decline after 2026, a contrast with the International Energy Agency’s central forecast, which sees emissions rising steadily for decades to come.

“Costs of new energy technologies are falling in a way that it’s more a matter of when than if,” said Seb Henbest, a researcher at BNEF in London and lead author of the report.

The report also found that through 2040:

  • China and India represent the biggest markets for new power generation, drawing $4 trillion, or about 39 percent all investment in the industry.
  • The cost of offshore wind farms, until recently the most expensive mainstream renewable technology, will slide 71 percent, making turbines based at sea another competitive form of generation.
  • At least $239 billion will be invested in lithium-ion batteries, making energy storage devices a practical way to keep homes and power grids supplied efficiently and spreading the use of electric cars.
  • Natural gas will reap $804 billion, bringing 16 percent more generation capacity and making the fuel central to balancing a grid that’s increasingly dependent on power flowing from intermittent sources, like wind and solar.

    BNEF’s conclusions about renewables and their impact on fossil fuels are most dramatic. Electricity from photovoltaic panels costs almost a quarter of what it did in 2009 and is likely to fall another 66 percent by 2040. Onshore wind, which has dropped 30 percent in price in the past eight years, will fall another 47 percent by the end of BNEF’s forecast horizon.

That means even in places like China and India, which are rapidly installing coal plants, solar will start providing cheaper electricity as soon as the early 2020s.

“These tipping points are all happening earlier and we just can’t deny that this technology is getting cheaper than we previously thought,” said Henbest.

Prijsdaling (%) in verschillende gebieden (Bloomberg New Energy Finance)

Coal will be the biggest victim, with 369 gigawatts of projects standing to be cancelled, according to BNEF. That’s about the entire generation capacity of Germany and Brazil combined.

Capacity of coal will plunge even in the U.S., where President Donald Trump is seeking to stimulate fossil fuels. BNEF expects the nation’s coal-power capacity in 2040 will be about half of what it is now after older plants come offline and are replaced by cheaper and less-polluting sources such as gas and renewables.

In Europe, capacity will fall by 87 percent as environmental laws boost the cost of burning fossil fuels. BNEF expects the world’s hunger for coal to abate starting around 2026 as governments work to reduce emissions in step with promises under the Paris Agreement on climate change.

Daling kolenverbruik (Bloomberg New Energy Finance)

“Beyond the term of a president, Donald Trump can’t change the structure of the global energy sector single-handedly,” said Henbest.

All told, the growth of zero-emission energy technologies means the industry will tackle pollution faster than generally accepted. While that will slow the pace of global warming, another $5.3 trillion of investment would be needed to bring enough generation capacity to keep temperature increases by the end of the century to a manageable 2 degrees Celsius (3.6 degrees Fahrenheit), the report said.

The data suggest wind and solar are quickly becoming major sources of electricity, brushing aside perceptions that they’re too expensive to rival traditional fuels.

By 2040, wind and solar will make up almost half of the world’s installed generation capacity, up from just 12 percent now, and account for 34 percent of all the power generated, compared with 5 percent at the moment, BNEF concluded.

 

Als second opinion ben ik naar de toonaangevende internationale brancheorganisatie ITPRV gegaan (zie www.itrpv.net/Home/ ). Daar staat na enig zoeken het volgende plaatje:

ITRPV 2017 ( http://www.itrpv.net/Reports/Downloads/ ). Typische horizontale schaal trouwens

Mijn eindcommentaar na de fact checking was:

Het is duidelijk dat er twee bepalende oorzaken zijn: de dalende lijn van PV en de grofweg gelijkblijvende lijn van kolen.

Ik heb niet gecontroleerd wat de kolenprijs gaat doen. Het lijkt niet logisch dat die zal gaan stijgen. Ik laat die even op 6 a 7 dollarcent/kWh van Bloomberg.

Bovenstaand plaatje geeft de voorspellling van ITRPV voor de kWh-prijs van zonnestroom.
Voor ons deel van de wereld moet je de bovenste van de drie blauwe lijnen hebben (1000kWh/kWp) en daar iets boven gaan zitten (Nederland heeft in ideale omstandigheden ongeveer 875kWh/kWp) .

Doe je dat, dan schiet Nederland in ongeveer 2025 a 2026 door de “kolenlijn”.

Ik zou wel enige slagen om de arm houden, want noch Bloomberg noch ITPRV geven de precieze details van de berkeningswijze. Wat zit er in de kWh-prijs meegeteld?

Al met al beschouw ik de bewering als grotendeels waar.

Energievisie 2035 van Natuur en Milieu

De organisatie Natuur en Milieu heeft in juni 2016 haar “Energievisie 2035” uitgebracht. In haar nieuwsbrieven komt Natuur en Milieu (Nat&Mil) op  gezette tijden op eerder uitgebrachte documenten terug. De bijbehorende tetterkop erboven ergerde mij een beetje, en toen ben ik het maar eens gaan lezen.

Bovendien is er inmiddels ook discussie ontstaan in Brabant n.a.v. het Posad-rapport (Zuidoost Brabant als trage supertanker richting energietransitie en de terreinbeheerders in spagaat). Ik had om die reden een presentatie geschreven, o.a. voor een eenmalige gespreksgroep met de BMF en anderen, en voor de jaarvergadering van Milieudefensie. In die presentatie was gebruik gemaakt van CBS-statistiek en uit die hoek is nieuw materiaal versche-
nen.
Zodoende kwam het allemaal goed uit.

Nat&Mil beschouwt het maatregelenpakket in deze visie als dat wat minimaal nodig is om onder de 2°C temperatuurstijging te blijven.

De tekst bestaat uit een lopende, beschrijvende tekst, met een bijlage 1 met nadere uitleg door Nat&Mil en een bijlage 2 met een commentaar van Ecofys. Tussen de regels door meen ik te lezen dat Ecofys bedoelt dat het allemaal op papier wel kan, maar dat het allemaal wel erg ambitieus is.

Zie www.natuurenmilieu.nl/nieuwsberichten/energietransitie .

Het gewenste CO2-reductietraject en enkele andere tussenstanden (Nat&Mil juni2016)

Een samenvatting

  • Vertrekjaar 2013, horizonjaar 2035, gericht op heel Nederland +
    Noordzee
  • De besparing t.o.v. 2013  is 40% (op post Finaal Energetisch Verbruik + afvalwarmte). Deze twee posten samen bedroegen in 2013 ongeveer 2400PJ. (Dat wil zeggen dat de post Niet-Energetisch Finaal Verbruik (zeg maar de energie die “embedded” zit in plastic of aluminium of kunstmest) niet meetelt. Die post zit door de jaren heen rond de 600PJ en is dus zeker niet te verwaarlozen).
  • Energie-import niet benoemd. Het is niet helemaal duidelijk, maar het is of niets of een beetje biomassa
  • Overgebleven fossiele brandstof en CO2 zijn in 2035 ca 45% van die van nu
  • Saillante punten voor 2035:
    • het aantal gasaansluitingen van woningen daalt 7 miljoen à 1 miljoen
    • ruim 60% van de huizen heeft label A, ca 20% label B, de rest is onbenoemd. Er is geen Nul Op de Meter-streven)
    • ca 20% van de huizen wordt verwarmd met warmtenet, 25% met een collectieve lokale bron als een WKO-opslag of een warmtevat, ca 45% wordt individueel all-electric verwarmd, en restcategorie van 10%
      blijft ouderwets verwarmd worden (bijv. monumenten)

      Drie soorten verwarming (Nat&Mil juni 2016)
    • Inzake mobiliteit wordt vigerend beleid uitgevoerd en geïntensiveerd met ca 40PJ extra elektrische auto’s en 10PJ waterstof (waarmee beide samen van ongeveer 12PJ bij bestaand beleid op ca 65PJ komen)
    • alle kolencentrales gaan dicht
    • De elektravraag zal stijgen van 429 à 489PJ
    • In totaal staan er in 2035 3450 windturbines op het land en 1900 in zee. Die zijn goed voor resp. 8 en 17GW, wat ongeveer 63 + 245PJ = 308PJ elektra op zal leveren
    • Er komt totaliter 40GWp  PV op daken, gevels, etc, wat idealiter goed is voor ca 126PJ elektra
    • Biomassa en gas hebben nog een aanvullende rol in elektriciteitsproductie
    • De Energievisie 2015 bevat geen passage over voedingspatroon
    • Biomassa heeft een bescheiden rol (totaal 120 nu, ca 200PJ in 2035), waarvan 75PJ bestemd is om in de chemie chemie olie te vervangen, waarvan een flink deel flink deel bestemd wordt voor de internationale lucht- en scheepvaart, en waarvan een deel algemene achtervang is.
    • Het financiele plaatje komt in de zwarte cijfers bij een CO2-prijs die tot ca €100/ton gestegen is in 2030. Nu is deze ca €5/ton.
    • Een krachtige en sturende rol van de overheid is onontbeerlijk. De markt gaat het niet doen.
      Financiele tabel Nat&Mil juni 2017

      Commentaar mijnerzijds en de tetterkop
      Vertrekkend vanuit de gekozen uitgangspunten, zit het verhaal op hoofdlijnen logisch in elkaar en zijn sommige bijzaken moeilijk te beoordelen. Dat is bij dergelijke studies bijna onvermijdelijk als men geen handboek wil schrijven van 500 pagina’s.

Ik vind enkele uitgangspunten irreëel.

Het is prijzenswaardig dat Nat&Mil inzet op 40% energiebesparing tussen 2013 en 2035, maar het lijkt mij onhaalbaar hoog. Het CBS geeft aan dat het Nederlandse energieverbruik in 2015 en 2016 gestegen is.

( www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/17/minder-winning-meer-verbruik-aardgas-in-2016 , waarna doorgelinkt kan worden naar de brute cijfers.)

Uiteraard kan Nat&Mil daar ook niets aan doen, maar vertrouwen op 40% daling tussen 2017 en 2038 lijkt wellicht toch een beetje overmoedig.

De tetterkop in het persbericht bij de Visie was “Nog ruimte voor 145 miljoen zonnepanelen op Nederlandse daken” . Gangbaar is dat daarvan ongeveer 2/3 van woningen is en 1/3 van de rest bij elkaar. Dus zo’n 100 miljoen panelen op woningdaken.
Nu zijn er in Nederland 7,7 miljoen woningen, dus dat zou betekenen 13 panelen per woning, inclusief flats, en die allemaal ideaal georienteerd liggen. Lijkt me kras. Ik fiets nu al een paar maand rond in Eindhoven, bewust rondkijkend wat er werkelijk ligt, en ik zie dat als iemand maximaal zijn best doet in een bestaande woning, dat die net de 13 haalt (waarna je met de rest van dat dak niet veel meer kunt doen).
Ik geloof er eerlijk gezegd geen hout van dat je gemiddeld, in aanwezigheid van reëel bestaande schoorstenen, dakkapellen, Veluxramen en dakconstructiebeperkingen aan 13 gemiddeld komt.
Bij nauwkeurige lezing blijkt dat ook gevels, geluidsschermen en lege bedrijfsterreinen (waar dus blijkbaar nog geen daken aanwezig zijn?) meetellen. Maar daarvan voorziet de Visie niet in een onderbouwing.
All-in moeten die 150 miljoen panelen (die 145 miljoen plus wat er al ligt) 120PJ opbrengen. Die berekening klopt als je aanneemt dat het aantal klopt.
Ik zou er wat voorzichtiger mee zijn.
Ik kijk het liefste bij Sungevity, omdat die onderneming gedisciplineerd wordt doordat ze offertes uitbrengen en micro kijken hoe het precies zit met de dakkapellen en de bomen in de buurt en zo. (zie ook www.bjmgerard.nl/?p=2193 ). Sungevity komt tot maximaal ca 50PJ op Nederlandse woningdaken, en dus tot ergens rond de 75PJ op alle daken, en dus misschien tot 80PJ als je ook geluidsschermen etc meetelt.

Nu Nat&Mil zich voor 40PJ rijk rekent aan PV-panelen op gebouwen, en nu het er naar uitziet dat Nat&Mil slechts een deel binnenhaalt van de geplande besparing van 40% op ca 2400PJ, moet Nat&Mil mijns inziens op zoek naar een paar honderd PJ aanvullende duurzame energie. Ik  zie drie grote strategische mogelijkheden:

  • import van duurzame energie toestaan (als die er is)
  • meer wind op zee. Het Energetic Odyssey-plan van prof Sijmons komt voor Nederland ergens rond de 700PJ uit in plaats van de 245PJ van Nat&Mil)
  • toch zonneparken. Die zijn goed voor ongeveer 0,4PJ/km2 en in steeds meer provincies (behalve mijn eigen provincie Brabant) verschijnen die dingen.Als ik Nat&Mil was, zou ik de studie in bijvoorbeeld 2020 nog eens over doen en zou ik voor die tijd eens met prof. Sijmons gaan praten.
    Energetic Odyssey-project 2020

    Nat en Mil in spagaat
    Ik kan mij voorstellen dat Nat&Mil iets tegen zonneparken hebben. Dat betekent het opofferen van vele km2 landelijk gebied. De “Nat”en de “Mil” komen in spagaat.

Misschien moet Nat&Mil eens een opdracht uitgeven welke ecologische beperkingen, maar ook mogelijkheden, er zijn onder de PV-panelen in een zonnepark.
de gemeente Arnhem heeft al eens zoiets uitgebracht onder de titel “Effecten van zonneparken op de omgeving en voorbeelden van meervoudig ruimtegebruik”. Daaruit onderstaand voorbeeld plaatje. De bottom line is dat een zonneveld t.o.v. vroeger agrarisch gebruik duidelijke ecologische winst kan betekenen, desgewenst in combinatie met extensieve veeteelt met kleine dieren.

Ik kom hier nog een keer in eigen recht op terug.

Natuurontwikkeling bij Duitse zonneparken

 

Peenemünde

Onze traditionele vakantiefietstocht ging in de zomer van 2016 langs de Oostzee. Onderweg zijn we een dag in Peenemünde geweest. Dat is tegenwoordig een museum.
Behalve de vaste tentoonstelling, die zeer leerzaam is en een bezoek verdient, was er de tijdelijke tentoonstelling “Wunder mit Kalkül”. Die ging specifiek over de inpassing van de bewapeningsprojecten in Peene-
münde in het grotere geheel van het Duitse militair-industriele complex. Die tijdelijke tentoonstelling was nog leerzamer.

Het gelijknamige schiereiland is nu grotendeels als natuurgebied bestemd (met archeologische bescherming) en op zich aardig om doorheen te fietsen.

Test- en ontwikkelingscentrum voor Nazi-wapens, nu museum
Er werd in Duitsland al voor de opkomst van Hitler geëxperimenteerd met raketten. Toen de oorlog naderde, vond men de bestaande oefenterreinen  te klein en te dicht bij bewoond gebied liggen, en koos de leger-
leiding het puntje van het schiereiland Peenemünde tot test- en ont-
wikkelcentrum voor nieuwe wapens. De werkzaamheden begonnen in de zomer van 1936 en na een paar jaar was er een omvangrijke infra-
structuur gerealiseerd. Van het oude vissersdorp bleef bijna niets meer over.
Dit massale bouwproject kon alleen zo snel gerealiseerd worden door massale inzet van dwangarbeid door krijgsgevangenen en concentratiekamp-slachtoffers. De latere Bundespräsident Heinrich Lübke was een van de slavendrijvers.

Peenemünde im Frühling 1941, Leeb, Todt, Lübke (Mitte/Hinten), Walter Dornberger

Er is een goede Wikipedia-pagina over: https://de.wikipedia.org/wiki/Heeresversuchsanstalt_Peenem%C3%BCnde .

Er is aan verschillende projecten gewerkt, maar Peenemünde is vooral bekend omdat er de V1 (officieel de Fi103) en de V2 (officieel de A4) ontwikkeld zijn. Daarvan staat op het buitenterrein een nagebouwd exemplaar.
De hellingbaan is een gaskatapult.

V1 (op de helling) en V2 (rechtopstaand). Het rijtuig is van het OV-systeem in het gebied.

De V1 was een onbemand vliegtuig met een straalmotor, die op kerosine werkte. De springlading woog 830kg. Zie eventueel https://nl.wikipedia.org/wiki/V1_(wapen) .
Vanaf juni 1944 zijn er ca 22000 afgeschoten, waarvan overigens een flink deel zijn doel niet bereikte.

De springlading van de V2 woog 750kg. Het was een echte raket, die volgepompt werd met ongeveer 4 ton ethanol en/of methanol en ongeveer 4 ton vloeibare zuurstof, en daarnaast met hulpchemicalien om de pompen en dergelijke te bedienen.
De raket werd bediend met een gyroscoop en een analoge computer, die grafietvanen in de uitlaat kon bewegen. Zie eventueel https://nl.wikipedia.org/wiki/V2_(raket) .
Er zijn er vanaf september 1944 ruim 3000 afgeschoten.

Beide wapensystemen waren tamelijk onnauwkeurig en dus niet militair bruikbaar. Ze konden slechts tegen uitgestrekte burgerdoelen als grote steden ingezet worden.
Het “nut”, vooral van de V2, was voornamelijk psychologisch. De klap kwam uit het niets en je kon er niets tegen doen.

De elektriciteitscentrale en de zuurstofproductie
Om een V2 af te schieten, moest er 4 ton vloeibare zuurstof geproduceerd worden. Daartoe werd een procedé van de firma Linde gebruikt (nu nog steeds actief met productie en distributie van samengeperste gassen). Linde had dat procedé eigenlijk ontwikkeld voor ijsmachines. Atmosferische lucht wordt sterk samengeperst en daarna gecontroleerd losgelaten waardoor de temperatuur zo sterk daalt dat de lucht vloeibaar wordt en de zuurstof kan worden afgescheiden.
Dat vraagt om flink wat energie. Op volle sterkte was 22MW stroom nodig. Daartoe werd een elektriciteitscentrale gebouwd, die er tot 1990 stroom geleverd heeft aan het netwerk van de DDR.

De elektriciteitscentrale buiten en binnen

Ik laat het aan iedereen persoonlijk of men deze architectuur uit de nazi-tijd mooi vindt, maar de ruimte is imposant. En daarin stond eigenlijk maar een klein elektrisch vermogen opgesteld, zo’n 30MW. De kippenmestverbrander BMC op de Moerdijk, om maar eens wat te noemen, haalt meer.

Van de zuurstoffabriek is niet veel meer over.
In de oude centrale kan men vrijelijk rondlopen. Dat is een tentoonstellingsruimte geworden en er vinden educatieve en kunstzinnige initiatieven plaats.

De aardappelcrisis

Eén V2 vroeg aanvankelijk om 4 ton ethanol en dat vroeg om 40ton aard-
appelen, een proces in essentie niet anders dan de productie van aard-
appeljenever. Later kon er afval-methanol bijgemengd worden uit een chemische fabriek van IG Farben, die draaide op dwangarbeid vanuit Auschwitz.
Dan nog kwam men niet boven de 5000 raketten per jaar uit, welk feit echter niet hardop vermeld mocht worden wegens nadeel voor de eigen positie.
Een schoolvoorbeeld van de hoofdwet van de biomassa: je kunt er wel wat mee, maar zeker niet alles.

De academische wereld en de wiskunde
De Duitsers hadden hun eigen versie van het (later zo genoemde) militair-industriele complex, waarbij de tijdelijke expositie vooral aandacht schonk aan de inzet van de technische Hochschule Darmstadt, die 92 mensen op Peenemünde had rondlopen.
Vooral de wiskunde kreeg de aandacht in de tijdelijke expositie (Institut für angewandte Mathematik).

Bijvoorbeeld: een van de Darmstadt-mensen was Helmut Hölzer, die de analoge computer ontwierp die in de V2 zat als besturingssysteem (het Mischgerät), en later een analoog computer bouwde om de baan van de raketten te berekenen en te simuleren. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Helmut_H%C3%B6lzer . De analoog computer figureerde in de expositie.
OP het einde van de oorlog reed Hölzer op zijn motor terug naar Peenemünde om zijn afstudeerscriptie op te halen, waarna hij zich met scriptie en al overgaf aan de Amerikanen. Hij ontsliep op hoge leeftijd in Huntsville, Alabama.

Hölzers Mischgerät. Het was de besturingseenheid van de V2.

Ook aandacht in de expositie voor rekenlinealen. Dat was voor techneuten tot de jaren ’80 een symbool, vergelijkbaar met de stethoscoop van artsen. Ik heb er ook nog mee gerekend – niks mis met rekenlinealen. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Slide_rule .
Het modernste type is het “Nestler Darmstadt-type” en dat kwam in de Peenemünde-tentoonstelling aan de orde. Er hebben altijd gespecialiseerde versies van de rekenlineaal bestaan. In Peenemünde lag er een waar uitsluitend V2-grootheden opstonden.
Als je op YouTube Nestler-Darmstadt intypt, vind je een demonstratie.
Op het eind van de oorlog stak Wernher von Braun zijn twee Nestlers bij zich en gaf zich eveneens over aan de Amerikanen, waar hij later leider van het ruimtevaartprogramma van de VS werd. Het verhaal wil dat hij zijn Nestlers nog bij het Apolloprogramma gebruikt heeft.
De transitie was niet helemaal simpel, want Von Braun was Sturmbannführer bij de SS en mocht eigenlijk daarom de VS niet in. Dit gegeven werd dan ook niet aan de grote klok gehangen en hij is nooit met zijn oorlogsmisdaden lastig gevallen. Voor een biografie van Von Braun zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Wernher_von_Braun .

Overigens hebben Duitsers er veel werk van gemaakt om hun verleden onder ogen te zien. Dat geldt ook voor Darmstadt. De betrokkenheid bij het nazi-regime wordt keurig op hun eigen site weergegeven, zie www.tu-darmstadt.de/universitaet/selbstverstaendnis/profil_geschichte/geschichtetu/thema_geschichte_k4.de.jsp .

De V2 als start van alle naoorlogse bewapeningsprogramma’s
De geallieerden pakten na de oorlog wie en wat ze ook maar te pakken konden krijgen van het Duitse bewapeningsprogramma’s.
Alle raketprogramma’s (VS, Frankrijk, Sowjet-Unie, Engeland) begonnen er dan ook mee dat men de V2 ging begrijpen en nabouwen, waar mogelijk met medewerking van de vroegere constructeurs als Von Braun.
De vroegere gruwelijkheid vervaagde en het vroegere wapen werd een symbool voor de toekomst. En een icoon: de maanraket van Kuifje lijkt verdacht veel op een uitvergrote V2.

De maanraket van Kuifje.

Het goede tussen het slechte
Het is de eeuwige discussie: technische vooruitgang is niet in zichzelf goed of slecht, maar wordt goed of slecht in het maatschappelijk gebruik.

Vast staat dat het Duitse raketprogramma in zijn doel en in de gebruikte middelen gruwelijk menselijk leed veroorzaakt heeft. Peenemünde en nog meer zijn opvolger, de ondergrondse fabriek Mittelbau-Dora in de Harz (nabij Büchenwald), moet minstens 20.000 dwangarbeiders het leven gekost hebben.

Maar is de raket op zich slecht? Nog steeds zijn het dragers van wapens van massavernietiging, maar er worden ook heel veel raketten voor zeer zinvolle doelen gebruikt.

De kolencentrale in Peenemünde had een ver ontwikkeld systeem van rookgasreiniging. Niet omdat de nazi’s iets met milieu hadden, maar omdat je dan de centrale niet zo snel zag vanuit ene verkenningsvliegtuig.

In Peenemünde ligt een mooi openbaar vervoer-systeem om de niet-dwangarbeiders van hun verderop gelegen huis naar hun werk te brengen. Het lijkt op de Berlijnse S-bahn.

Is een rekenlineaal onaanvaardbaar omdat Von Braun erop gerekend heeft?

Het is een discussie die slechts met wijsheid en kennis van zaken gevoerd kan worden en die nooit ophoudt.

Houtbouw voor het klimaat – terug naar de toekomst

Voorbeelden van houtbouw (oud en nieuw)
In Nature van 17 mei 2017 staat een leuk artikel over een moderne renaissance in de houtbouw (zie www.nature.com/news/the-wooden-skyscrapers-that-could-help-to-cool-the-planet-1.21992 ).

Het artikel bespreekt de voordelen van houtbouw: voordelen in eigen recht en voordelen voor het klimaat.
Hout legt koolstof vast en zolang het hout hout blijft, kan dat voor heel lang zijn.

De Chinese Sakyamuni Pagode uit 1056, geheel van hout

Deze Chinese Sakyamuni Pagode is in 1056 gebouwd, geheel uit hout, en heeft al verschillende zware aardbevingen doorstaan. Het ding is ruim 67m hoog (zie bijvoorbeeld https://en.wikipedia.org/wiki/Pagoda_of_Fogong_Temple ).

Stavkyrke uit Urnes, Noorwegen, gebouwd in 1132, geheel uit hout. Deze Stavkyrke staat op de Unescolijst. Zie bijv. wikipedia.org/Staafkerk_van_Urnes .

De nieuwe gebouwen zijn ook vaak hoog. Het Nature-artikel opent met een gebouw in Prince George, Canada (een oude timmerhout-stad). Het is het Wood Innovation and Design Center van de University of North British Columbia en is (voor zover geen glas) helemaal gemaakt van hout van de Douglas spar.

Het Wood Innovation and Design Centre van de Universiteit van North British Columbia, geheel uit Douglas spar

Zo zijn er meer hoge gebouwen. Dit gebouw in Bergen (Noorwegen) had met 53m hoogte een tijd lang het mondiale record. Het is modulair geconstrueeerd met prefab-technieken, en telt 62 flats over 14 verdiepingen. Maar deze recordhoogte blijft niet lang bestaan.

Links Treet in Bergen, rechts de nieuwe ontwikkelingen

Voor- en nadelen
Hout kan bijvoorbeeld goed tegen aardbevingen.
Alle bouwwerken, ook die van hout, moeten aan het Bouwbesluit voldoen. Dat bevat veel bepalingen over brandvertraging en brandwerendheid. En, anders dan vaak gedacht, zakt bij brand een houten gebouw minder snel in elkaar dan een pand van beton (dat zwak wordt) en staal (dat smelt). Hout van de Douglas spar verkoolt met 39mm per uur en als je de planken en balken maar dik genoeg maakt, blijft een houten pand minstens de vereiste één uur staan.
Hout is per kg sterker dan staal.

Hout ontstaat doordat planten CO2 uit de lucht halen en opslaan in de vorm van vooral (hemi)cellulose en lignine. Een kg hout bestaat voor ruim 40% uit het element koolstof.
Een Fins regeringsrapport heeft geschat dat als heel Europa jaarlijks 4% meer in hout bouwde, dat zo’n 150 miljoen ton CO2 zou schelen (zowat de totale Nederlandse jaarproductie). (zie http://go.nature.com/2phy6rk ).
Dat getal komt vooral omdat de constructie zeer veel minder energie vraagt.

Een pagode kan wel 1000 jaar oud worden zonder zijn functie te verliezen, maar voor een modern kantoorpand geldt dat niet. Na enkele decennia is het door zijn bruikbaarheidscyclus heen. Dat vraagt om een recyclingprogramma voor het hout, zodat het niet alsnog verbrand wordt of verrot.

Houtbouw kan een lokale economie stimuleren. Het United Nations Development Program (UNDP) heeft bijvoorbeeld geconstateerd dat 27% van Turkije bebost is, dat daar 7 miljoen van de armste Turken wonen, en dat in Turkije maar 0,13% van de huizen een houten frame had. De UNDP werkt om die reden aan een integraal bosbouwplan voor Turkije.

In principe bieden de bossen nog ruimte om op duurzame basis meer hout te winnen, en in principe biedt dat kansen. Maar er is wel een goed plan voor nodig, met name in de Derde Wereld waar soms roofbouw op de bossen gepleegd wordt. Je kunt er niet zomaar op los kappen.

Biomassa stoken
Het (bij)stoken van biomassa, bijvoorbeeld in de stadsverwarming of in kolencentrales, heeft in milieukringen een slechte reputatie. Met grote stelligheid, en soms niet gehinderd door enige kennis, wordt gedaan of de duivel zelf hier bezig is.
De recente Zembla-documentaire wordt hier als bewijs opgevoerd terwijl die, als je die goed bekijkt, een gemengd beeld geeft. Soms zie je typisch productiebos gerooid worden (bomen die geplant zijn met de regelmaat van een kristalrooster), soms zie je de houthakkers bezig in een moerasbos dat er allesbehalve als een productiebos uitziet. En inderdaad werd er één kar met als constructiehout bruikbare stammen versnipperd tot pellets. Ik heb er de conclusie uit getrokken dat er in praktijk het een en ander fout is, maar niet dat het systeem per definitie fout is. Het vraagt om een context-verhaal, want anders gooi je het kind met het badwater weg.

Ik heb hierover op deze site eerder een artikel geschreven in www.bjmgerard.nl/?p=972 (Houtpellets en bosbeheer in de VS), op basis van een lezing van Junginger tijdens de befaamde KNAW-bijeenkomst . De basis is dit plaatje (voor een uitgebreidere uitleg zie het artikel).

De koolstofopslag in een gekapt en herplant bos

De zwarte lijn (de nullijn of referentielijn) is de koolstof die in een gewoon productiebos ligt opgeslagen. Dat bos wordt gekapt en dat leidt tot de koolstofschuld van de bruine lijn. (voor de duidelijkheid: een bos legt alleen CO2 vast zolang het groeit!).
Maar bij reguliere bosbouw worden er ook weer boompjes geplant en zolang die groeien of zolang de koolstof, die ze vastleggen, buiten het systeem gebracht wordt, leggen de CO2 vast (de paarse lijn). Waar de paarse lijn de zwarte snijdt, is de oorspronkelijke koolstofschuld afgelost.
Je had ook een meer ambitieuze referentielijn kunnen kiezen, namelijk een natuurlijk bos (de blauwe lijn). Als de paarse lijn blijft stijgen, passeert hij vroeg of laat ook dit referentieniveau en is er dus meer koolstof vastgelegd dan de natuur ooit had kunnen doen.

Het bouwen met hout is een methode waardoor de paarse lijn omhoog kan blijven lopen. De Chinese pagode heeft deze lijn nu 961 jaar doorgetrokken (althans, voor zover zijn bescheiden aandeel daarin reikt).

Met een dergelijk verhaal erbij is het mogelijk om netto CO2 vast te leggen en toch resthout als biomassa te gebruiken.  Essentieel voor de inzet van biomassa is een dergelijk samenhangend, multidisciplinair verhaal waarin ook andere vormen van gebruik van dat resthout meegewogen worden. Er moet beter nagedacht worden dan alleen maar roepen dat biomassa(bij)stook van de duivel is.
En er is een vorm van houtrecycling nodig als het hout ouder wordt dan de levensduur van het gebouw waar het in zit.

Eickhout

Bas Eickhout (EU, GrL)

Europarlementarier Eickhout van Groen Links (mooie naam trouwens in dit verband) heeft een aanzet gegeven tot een dergelijk verhaal. Het verbranden van complete boomstammen (na versnippering) mag van hem niet als duurzame energie aangemerkt worden, maar het verbranden van resthout wel, mits aan een aantal aanvullende voorwaarden voldaan is (bijv. biodiversiteit en bodemonderhoud).

Je kunt wel wat heen en weer misten en maren over Eyckhout’s standpunten (bijv. wanneer je iets een boomstam noemt en hoe je dit wil handhaven), maar in essentie is dit de kant die je op moet.

 

Varkens verhinderen vooruitgang – ontwikkelingen rond de PAS

Brabant zit zowat op slot en dat komt vooral door de varkens en de koeien. Die produceren zoveel stikstof dat de rest van Brabant nauwe-
lijks nog mag. Daardoor kunnen andere projecten niet meer, of slechts met grote vertraging, worden uitgevoerd. Dat kan kapitalen gaan kosten.

Stikstof en de PAS
Er is op zich niets mis met stikstof. 79% van de atmosfeer bestaat eruit.
De atmosferische stikstof kan allerlei chemische verbindingen aangaan, van een gereduceerde vorm als ammoniak via de ‘neutrale’ atmosferische vorm tot diverse geoxideerde vormen tot en met nitraat. Die vormen kunnen door chemische en biologische processen in elkaar over gaan. Het leven op aarde heeft stikstof nodig, maar teveel is niet goed. Het is net als de mens met suiker. Van een overdaad word je te dik en teveel stikstof tast de biodiversiteit aan en verwoest natuurgebieden.

Nu genieten de mooiste natuurgebieden Europese bescherming en dat is maar goed ook. Die gebieden heten Natura2000 – gebieden, bijv. de Strabrechtse Heide, de Kampina, de Brabantse Wal, de Grote Peel enz. Daarvan zijn er in Nederland 118.
Brussel is daar zuiniger op dan Nederland dat zelf wil zijn en daarom wil Brussel de stikstofdepositie op Natura2000 – gebieden aan banden leggen. Tot voor kort was dat idee met wazige passages vastgelegd in de Natuurbeschermingswet. Vanaf 1 juli 2015 is die wet aangescherpt met kwantitatieve doelen en methoden. Dat totaalpakket heet de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Voor allerlei soorten natuurgebied is vastgelegd wat de Kritische Depositie Waarde (KDW) is van alle stikstofverbindingen samen. Meestal zit de feitelijke stikstofregen daar ver boven. Nu daalde depositie “vanzelf” ook al, maar veel te langzaam. In de PAS worden extra maatregelen genomen waardoor de depositie iets sneller daalt, maar nog steeds te langzaam – de ene poot van de PAS.

De gedachte is dat die extra maatregelen wat ruimte geven, en dat de helft van die ruimte gebruikt wordt voor alle economische doelen samen, en dat de andere helft gebruikt wordt voor verbetering van de depositie. Dat klinkt op papier mooi, maar is in praktijk behoorlijk lastig.
In het plaatje hierna is het eerste buisje de situatie in 2014, het tweede buisje die in bijv. 2020 als de PAS niet zou bestaan (en met 2,5% economische groei), het derde plaatje is 2020 met PAS (dus extra ruimte), en in het vierde is van die extra ruimte de helft gebruikt.

Uitleg van de PAS in de RvState-uitspraak

De andere poot van de PAS bestaat uit beheermaatregelen (grondwaterregulering, maaien en plaggen, enz), die specifiek zijn voor vegetatietypen en gebieden.
Zie ook PAS

Milieugroepen vinden dat het glas 90% leeg is en gaan procederen. Ik vind dat 10% extra beter is dan niks en bovendien valt er nu iets te meten en te toetsen. Ik ben dus vóór de PAS.

Daarnaast kan ook de provincie zijn eigen Verordeningen maken. Brabant heeft dat gedaan en het huidige College van GS loopt daarmee voorop in Nederland.

Chemisch gebonden stikstof komt vooral uit landbouw, meest ammoniak uit koeien- en varkenskonten of nitraat uit kunstmest. Twee kanttekeningen bij onderstaand plaatje:

  • de 37% uit het buitenland komt ook grotendeels van de landbouw en Nederland is netto exporteur. Als er dus een onzichtbaar stikstofhek bij de Duitse grens stond, hielden wij onze eigen stikstof binnen vv en was de landbouwbijdrage dus ongeveer driekwart.
  • dit plaatje is voor Nederland als geheel. In Brabant zijn zeer veel meer dieren dan gemiddeld.
    Kan goed zijn dat in Brabant de landbouw goed is voor 80 a 90% van de chemisch gebonden stikstof.

Ook nog even: dit alles is gebaseerd op modelberekeningen op basis van geschatte emissies en verspreidingsmodellen. Daarop wordt soms wel enig commentaar geleverd.
Alleen het ammoniakdeel van de chemisch gebonden stikstof wordt gemeten en dat stijgt de laatste tijd licht. Vandaar dat GS de regels vervroegd wil aanscherpen. Zie Brabant stikt in de stikstof, en dus heeft Johan van den Hout groot gelijk

Stikstofbronnen_evaluatie PAS 2017

Twee voorbeelden
Paniek want de Westparallel mag bij Veldhoven ineens niet meer op de A67 worden aangesloten. De weg zelf mag misschien wel als er, naar tevredenheid van de Raad van State, nog wat akkefietjes worden opgeknapt. Maar het logische einddoel mag dus voorlopig niet meer.
Nu was het niet mijn idee om die weg aan te leggen, maar om voor ruim 100 miljoen aan gemeenschapsgeld een doodlopende weg aan te leggen, dat spreekt me ook niet echt aan.
Ik snap het trouwens niet helemaal. Het PIP van de N69 en het bestemmingsplan van de aansluiting bij Veldhoven waren beide al vastgesteld voor op 1 juli 2015 de PAS van kracht werd. Ik snap niet dat ze aan de PAS beoordeeld worden, en nog minder dat de ene wel en de andere niet mag. Mogelijk omdat de N69 wel en de aansluiting niet op de lijst met prioritaire PAS-projecten staat?

Een ander voorbeeld is de duurzame glastuinbouw in Deurne. Daar is iedereen het over eens, er zijn bedrijven die willen beginnen en er zit al ruim 30 miljoen in, maar tja, die PAS dus.

En zo zijn er meer voorbeelden. Gansch het raderwerk staat stil als de machtige PAS het wil.

Waarom?
Er zijn eigenlijk gelijktijdig, maar onafhankelijk van elkaar, twee dingen gebeurd.

De Raad van State moest zich over zo’n 200 aangespannen procedures buigen, ten dele van wie de PAS te ver vond gaan, ten dele niet ver genoeg.
Het is nieuwe wetgeving, verrot ingewikkeld en op basis van een heleboel aannames, en uniek binnen Europa. De stelling van de milieugroepen was bijvoorbeeld dat de PAS geen recht deed aan de Habitat-richtlijn, die de Natura2000-gebieden beschermt, en dat het niet zo kon zijn dat de PAS op de pof vergunningen uitgaf (wat trouwens in Brabant niet kan, want daar wordt met jaarschijven gewerkt in plaats van met de drie jaar-schijf die standaard in de PAS zit). Mijn goede kennis Wim van Opbergen van de Werkgroep Behoud de Peel hield zo’n verhaal.

Toedeling van eventuele depositieruimte

De Raad van State besloot uiteindelijk eerst negen pilot-zaken aan te pakken (waaronder die van Behoud de Peel), en kwam gaandeweg tot het besluit dat men eerst advies ging vragen bij het Europees Hof. Dat gaat lang duren, maar de RvSt hoopt de schade te beperken tot 2018. Tot dan liggen er een heleboel projecten geheel of grotendeels stil, waaronder de aansluiting van de N69 op de A67.
Het persbericht van de RvSt is te vinden op RvState_WgdePeel_PAS-uitspraak prejudiciele vragen_woensdag 17 mei 2017_persbericht , de uitspraak in de Peel-zaak op RvState_WgdePeel_PAS-uitspraak prejudiciele vragen_woensdag 17 mei 2017 (dat is een roman van 89 kantjes). Het Internet biedt wat handzamer samenvattingen op Blog advokaat Renske van Dreumel  en Stibbe blog PAS en RvState

De andere ontwikkeling is dat de PAS van 1 juli 2015 t/m 2016 zijn voorgeschreven evaluatie gehad heeft, en die viel niet altijd mee. Op 17 maart 2017 bleek dat 53 van de 118 Natura2000-gebieden al zo ver vol zaten, dat ze op strak rantsoen gezet zijn (”de grenswaarde verlaagd tot 0,05Mol/y*hectare). In Brabant de Brabantse wal, de Deurnse, Groote en Mariapeel, de Kampina en de Oisterwijkse Vennen, Kempenland-West, de Loonse en Drunense Duinen&Leemkuilen, het Ulvenhoutse Bos, het Vlijmens Ven-Moerputten-Bossche Broek, de Weerter- en Budelerbergen en Ringselven, Negen andere gebieden zaten al helemaal vol en daar kon dus helemaal niets meer (niet in Brabant).
Ook verandert het rekenmodel.
Vooralsnog geven Rijk en provincie geen vergunningen meer af voor activiteiten, waarbij de stikstofregen op Natura2000 – gebieden toeneemt. En dat is behoorlijk rigoureus.

Hoe ziet zo’n evaluatie eruit?
Dat zijn in eigen recht (dus afgezien van de maatschappelijke gevolgen) fascinerende verhalen. Het is een vak apart en het is heel veel papier voor elk van de 118 gebieden.
Er is een soort algemene evaluatie in  de vorm van een zeer leesbare publieksbrochure ( PAS Integrale Rapportage 2016 – Publieksbrochure_mrt2017 ) .
Daarnaast is er een evaluatie per gebied. Ik heb als voorbeeld de Kampina en de Oisterwijkse Vennen gepakt (nr 133, voor wie het na wil lezen). Dat kan op http://pas.bij12.nl/content/pas-monitoringsrapportages-gepubliceerd en http://pas.bij12.nl/content/pas-gebiedsrapportages .

Ik zal me beperken tot wat voorbeeld plaatjes (dus dd 17 maart 2017). Een echt verhaal voert te ver.

Stikstofoverbemesting en KDW per vegetatietype in mol/ha*y, 2017, Kampina en Oisterwijkse vennen

Met de constatering dat bijna altijd de depositie nu en in 2030 boven de KDW blijft. De rancune van de milieugroepen valt te begrijpen.

Feitelijke deposities in 2014 en (berekend) in 2020 in de Kampina en de Oisterwijkse vennen
Een van de 12 maatregelenkaarten (2017, Kampina-Oisterwijkse vennen)

Wat ik zou doen:
Wij hebben in Brabant teveel grond in gebruik voor koeien en varkens, zoveel dat het schadelijk is.
Wij hebben veel te weinig grond in gebruik voor zonneparken. Zo weinig dat het schadelijk is.
We gaan hetzelfde doen als bij de stadsuitbreiding en bij de aanleg van nieuwe wegen: we kopen in Brabant voor een nette prijs boeren uit en gaan voor 2021 10km2 zonneparken aanleggen en doen dat met een aanpalend sociaal programma. Het gaat niet eens om heel veel mensen. Vervolgens verdienen we van de aanschafprijs een deel terug met de exploitatie van die parken en misschien zit daar ook nog wel werkgelegenheid aan vast, als niet voor de boeren zelf, dan voor hun kinderen.
En mogelijk kun je de grond tussen de panelen nog voor iets zinvols gebruiken.

 

Positieve reactie van Jumbo op de “eikenaanklacht”

Jumbovestiging Fransebaan met vrachtauto

Ik heb een tijdje geleden geschreven over een bij Milieudefensie neergelegde klacht over het expeditieverkeer naar de Jumbo op het Biarritzplein, in het Eindhovense wijk Achtse Barrier. Veel chauffeurs kiezen een stomme aanrijroute over de Artoislaan, die misschien wel op de TomTom kan, maar niet in het echt, en gaan dan een eind verderop ingewikkelde keerbewegingen maken waarbij de hun uitlaatgassen richting de tuin van aanwonenden blazen. Tussen weg en tuin staan twee eiken met een zielige groeiachterstand.
Het probleem heeft een specifieke en een algemene kant.
De specifieke kant is eenvoudig oplosbaar door een andere aanrijroute te kiezen. Het algemene probleem is dat bevoorrading met grote dieselvrachtauto’s hopeloos ouderwets is.
Voor het verhaal zie Zielige eiken langs de Fransebaan en archaische stadsdistributie in Eindhoven .

De zomereiken ter hoogte van Rousillonhof 31

Ik heb namens Milieudefensie, en namens de aanwonenden, een brief geschreven naar de Jumbo in Veghel, en naar de gemeente Eindhoven. In de brief aan de Jumbo de vraag waarom ze hun aanrijroute niet veranderen, en waarom ze niet, net zoals andere bedrijven, overgaan op een slimmer expeditiesysteem met kleinere en elektrische auto’s.

Inmiddels heeft de Jumbo een nette brief terug gestuurd.
Daarin stelt Joost Pastoor, hoofd Transportservices van de Jumbo, dat er in het digitale routeboek een goede route staat (inrijden via de Roubaix-
laan). Als bewijs was een print van dat digitale routeboek bijgevoegd. Men zou dit de chauffeurs nog eens inprenten.
De feedback van Milieudefensie werd hogelijk op prijs gesteld en zou gebruikt worden.

Verder is ook de Jumbo zijn stedelijke distributie aan het vergroenen.
Onlangs heeft de Jumbo een aantal 100% elektrische thuisbezorgvoertuigen in gebruik genomen, welk aantal  nog uitgebreid zal worden.
Ook het grotere materieel gaat mee in de ontwikkeling. Er zijn initiatieven gestart om een nieuwe generatie voertuigen in gebruik te nemen zonder dieselmotoren. Er staat niet met zoveel woorden bij wat er dan wel voor motor in zit, maar verderop spreekt de brief over alternatieve brandstoffen. (Daarmee kun je veel kanten op bg). De huidige Diesels zijn overigens euro 6, zegt dhr. Pastoor.
Ik zal navragen of men al meer duidelijkheid kan geven over wat precies de bedoeling is. Als de Jumbo de nieuwe waterstoftruck van Nicola zou gebruiken, zou dat een grote vooruitgang zijn.

De groenste vrachtauto van Heineken. Deze is elektrisch.

De Jumbo is met verschillende overheden in gesprek, oa over bezorgprocedures, venstertijden, en CO2 – besparing.
Milieudefensie heeft de Jumbo gevraagd of de gemeente Eindhoven ook bij die overheden hoort.

We wachten nu even op de reactie van de gemeente Eindhoven.

 

This pussy grabs back!

Op 24 mei 2017 vond in Brussel een demonstratie tegen Trump en tegen de NATO plaats, in praktijk vooral tegen Trump. Die zou die dag en de dag erop de hoge Europese dames en heren toespreken ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw van de NATO.
De Europese dames en heren waren niet erg blij toen Trump uitgesproken was. Er moest van hem meer geld bij en in ruil daarvoor suggereerde hij minder Amerikaanse steun. En dat nieuwe hoofdkwartier had ook al kapitalen gekost.

De boze wereld deugde niet, aldus Trump vrij vertaald, en een land als Rusland, met een BNP dat even hoog is als de Beneluxlanden samen en dat ook nog eens vooral van olie en gas afhangt, was een grote bedreiging. Verder hebben we natuurlijk ook nog het terrorisme, waaronder Trump bijna iedereen verstaat die het niet met hem eens is. Om te beginnen Iran.

Ik was met de bus meegereisd vanaf Den Bosch. Onderweg deden we nog als opwarmertje even de poort van vliegbasis Volkel aan, waar kernwapens liggen. Die werd symbolisch geblokkeerd met een web van wollen draadjes.

Protestweb bij de poort van Volkel (24 mei 2017)

Ik ga geen lange verhalen vertellen over de demonstratie in Brussel.
Belgie heeft een sterke theatertraditie en dat zie je terug in de demonstratie. Het is niet zo saai als in Nederland.

Anti-Trump en anti-NATO demonstratie , 24 mei 2017, Brussel

Verder zijn er altijd mooie spandoeken, fraaie stukjes huisvlijt. Ik geef wat zelfgemaakte foto’s met onderschriften.
De titel van dit artikel stond ook op een spandoek, maar daar heb ik geen foto van.

Anti-NATO demo Brussel 24 mei 2017
No Iran War_antiNATO- en anti-Trump demo Brussel 24mei 2017
Veterans for peace_antiNATO-demo Brussel 24 mei 2017. Kort ervoor spraken hier ook Standing rock-activisten tegen de Dakota-oliepijplijn.
Greenpeacespandoek (anti-NATO demo Brussel 24 mei 2017)
Uitrusten na afloop. Het was een hele tippel. (Brussel, 24 mei 2017, anti-NATO en -Trump-demo)

 

Butte de Vauqois

Jean-Paul en zijn (anti-)oorlogsmuseum
Ik ging in mei 2017 met een stel collega’s van mijn oude middelbare school, nu allen gepensioneerd, drie dagen weg naar Noord-Frankrijk. Dat zat zo: een ex-leerling van mijn school, Jean-Paul de Vries, is na wat omzwervingen een oorlogsmuseum begonnen in Romagne sous Montfaucon en er was een afspraak tot stand gekomen.

Onze groep. Jean-Paul zesde van rechts, ik derde.

Eigenlijk is Jean-Paul het museum en omgekeerd, met ondersteuning van zijn partner en andere mensen van goede wil. Hij runt zijn museum als een anti-oorlogsmuseum. Elk cliché over de roem van het vaderland en zo is aan hem verspild.
De geschiedenis van deze streek, waar het front lag in de Eerste Wereldoorlog, biedt tal van kansen. Hij heeft kijk op museumstukken die uit de grond steken na een regenbui en krijgt ook het nodige aangeboden door boeren.
Hij krijgt steeds meer erkenning. Collega-directeuren komen regelmatig langs en hij heeft op vaste basis een afspraak een afspraak met de Nederlandse legerleiding om soldaten rond te leiden. De studie-inhoud, die hij inbrengt, is om mens te blijven in de verschrikkingen van een oorlog.
Jean-Paul spreekt veel met ambassadeurs, politici, (oud)militairen en hoort daarbij ook het nodige dat niet tot de officiele canon van de oorlogsgeschiedenis is doorgedrongen.

Ik kan een bezoek aanraden. Zie www.romagne14-18.com en/of mail op info@romagne14-18.com . De gemeente ligt ongeveer halverwege Sedan en Verdun.

Romagne en omgeving
Romagne zelf is in de nadagen van de oorlog aan puin geschoten door de Amerikaanse artillerie onder het onuitgesproken motto “Als wij het niet krijgen, hebben zij het ook niet, en als wij het wel krijgen, mogen wij het weer opbouwen.” Jean-Paul merkt op dat nogal wat Amerikaanse generaals uit families kwamen die belangen hadden in de oorlog en de wederopbouw, en dat de generaals daar zelf vaak ook financiele belangen in hadden.
Na de oorlog stond nog 10% van het dorp overeind.
Als excuus kreeg het dorp een nieuwe kerk, maar die wordt nauwelijks gebruikt want er wonen nog maar 200 mensen in het dorp. De autonome ontvolking van het platteland volgde de geforceerde ontvolking op.

Duits kerkhof in Romagne sous Montfaucon

Er valt van alles te zien in en rond Romagne. Er ligt een kerkhof met 1412 Duitse en 4 Franse soldaten, er ligt een grasveld met een mooi uitzicht en zonder stenen waaronder honderden Russische krijgsgevangenen die overleden aan of na de dwangarbeid, de Hindenburglinie ligt er niet ver vandaan. En die lichte plek, verderop in het weiland, daar maakten ze na de oorlog gifgasgranaten onschadelijk.

Je had pech als dorp als je op een bult lag, zoals Montfaucon-d’Argonne, al sinds mensenheugenis een strategische bult. 1914 betekende de achtste verwoesting in een reeks die minstens terug gaat tot op de Noormannen. Nu is het dorp wijselijk maar in het dal teruggebouwd.

In de buurt ligt een Amerikaans legerkerkhof met 14246 graven, waarvan 486 onbekend. Een derde van wat er ligt, is overigens aan niet aan gevechtshandelingen overleden, maar andere oorzaken, meestal de Spaanse griep.
Het is in de VS een bedevaartsoord, mede omdat beroemdheden als Patton en Pershing in het gebied gevochten hebben. Net als aan Duitse kant overigens Rommel.

Berucht is het Forêt d’Argonne, een eind verderop, waar 146000 mensen gesneuveld zijn.

Executie van de burgerbevolking om franc tireurs af te schrikken – kogelgaten in een kerk

Berucht zijn ook de opzettelijke wreedheden van de Duitsers tegen de burgerbevolking. Ze waren panisch voor franc tireurs en op een gegeven moment kreeg de bestraffing daarvan een preventief karakter. In elk veroverd dorp werd een notabele, een vrouw en een kind van de straat geplukt en tegen de muur van de kerk doodgeschoten. Dat bracht de schrik er in.
De kogelgaten hierboven komen op een dergelijke manier tot stand.

De Butte de Vauqois
Het is niet aan mij om een standaardwerk over de Eerste Wereldoorlog te schrijven. Die zijn er al genoeg. Mijn ambitie gaat niet verder dan wat persoonlijke indrukken en de meest navrante daarvan zijn die, opgedaan op de Butte de Vauqois. Ook zo’n strategische hoogte, zo groot als twee dozijn voetbalvelden aan elkaar, waarop tot 1914 een dorp lag.
Bij de omsingeling van Verdun veroverden de Duitsers de hoogte op 24 september 1914, waarna ze de bult grondig ombouwden tot fort. Franse pogingen om de heuvel terug te veroveren hadden, ten koste van enorme verliezen, als resultaat dat de Fransen nu de zuidelijke helft hadden van wat er inmiddels nog over was van het dorp, en de Duitsers de Noordelijke helft. Tussen beide loopgravensystemen zat aanvankelijk maar 10m.

Restant van een loopgraaf op de Butte de Vauqois

De impasse bleek bovengronds onoplosbaar en resulteerde in pogingen om hem ondergronds te doorbreken. Dat werd de nog steeds beruchte ‘mineer-oorlog’. Je graaft een gang (wat op zich al levensgevaarlijk was), stopt die vol met dynamiet, je zorgt dat de klap niet jouw kant op komt en boem!
Er zijn in totaal 519 van die expedities ondernomen. Bij de zwaarste plaatsten de Duitsers 60 ton dynamiet, waardoor 108 mensen stierven. De top van de heuvel ziet er nu een beetje uit als de caldera van een vulkaan en dat is geen toeval.

Informatiebord onder aan de Butte de Vauqois

Uiteindelijk bleek de impasse ondergronds even onoplosbaar als erboven. De partijen gingen door met zinloos vechten want dat moest van hogerhand, maar in de tweede helft van de oorlog nam de intensiteit af. Af en toe zelfs werd de vijand van tevoren gewaarschuwd als het weer boem ging doen.
Het schema was vier weken op, twee weken af. Als je pech had, kwam je met natte voeten aan en omdat je daar vier weken je schoenen niet uit kon doen, konden je tenen er af rotten. Als dat je grote teen was had je dan weer geluk, want dan mocht je uit dienst, en als het je kleine was had je dubbel pech.

Uiteindelijk kwamen de Amerikanen met ruim een miljoen verse krachten (op een front van 40km breed) en gaf de uitgeputte Duitsers de genadeklap. De Amerikanen schoten van afstand alles op de Butte plat en de 120 Duitsers, die na alle dood en verderf, ook aan hun kant, geen zin meer hadden om weg te gaan hebben nooit een Amerikaan gezien.

Per slot van rekening heeft de heuvel het sinistere record van de meeste lijken per vierkante meter. Volgens Jean-Paul zijn er 15000 mensen gesneuveld, waarvan er 8000 nooit meer teruggevonden zijn. Nu nog, zegt hij, vind je soms, als het geregend heeft, witte stukjes en dat kan mensenbot zijn.

Rascisme en discriminatie
De oorlog was sowieso ellende en al helemaal, als je er als zwarte aan deelnam. De Fransen stuurden hun troepen uit West-Afrika als eerste de wei in, vijf man met één geweer, en tegen de tijd, dat aan de overkant de machinegeweren te heet waren geworden om mee te schieten, kwamen de witte Fransen om het af te maken.

Enkelen viel de eer te beurt om uitverkoren te worden om als onbekende soldaat in een Nationaal Monument te liggen in Frankrijk of op Arlington. Nadat er even naar de huid was gekeken of die niet zwart was, want dan niet.

Grafsteen van een Joodse soldaat op de Amerikaanse begraafplaats

Joodse soldaten kregen hun eigen grafsteen (deze op het Amerikaanse kerkhof) en daar is niets mis mee. Maar hoe wist je nou of het een joodse soldaat was? Soms had hij een naamplaatje, maar als niet, wat dan? Dan keek je of hij besneden was. Maar islamieten worden ook besneden en er waren ook islamitische soldaten. Tsja.

Nie wieder Krieg!

Vergeet-mij-nietjes tussen het prikkeldraad op de Butte de Vauqois

De Fransen hebben alles zo laten liggen als het lag en dat leidt tot onbedoelde symboliek als vergeet-mij-nietjes tussen het prikkeldraad en de Spaanse ruiters.

Jean-Paul  vindt dat 2017 op 1914 lijkt. Dat is een mening die velen niet met hem delen, maar ik ben er niet helemaal gerust op.

Ik ga op 24 mei in Brussel demonstreren tegen het bezoek van Trump aan de NATO. Onder andere, omdat ik geen oorlog tegen Iran wil.

Drukbezochte Knegsel-bijeenkomst keurt nieuwe vliegveldmanifest goed

Voorgeschiedenis
Het (vroeger) Platform de 10 Geboden voor Eindhoven Airport en (nu) Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) bereidt zich voor op de ont-
wikkelingen rond Eindhoven Airport na 2020. Tot 2020 geldt wat Hans Alders als eindproduct van zijn Alderstafel gepresenteerd heeft. De Belangenvereniging Omwonenden Welschap (BOW), de Brabantse Milieu Federatie (BMF), en de randgemeenten rond het vliegveld waren het hier niet of slechts ten dele mee eens. Maar omdat de Alderstafel een orgaan was zonder wettelijke status, kon Alders daarvoor in meerderheid par-
tijen kiezen die het al bij voorbaat eens zijn met ongebreidelde groei van het vliegveld, zodat hij vervolgens kon wijzen op een (door hemzelf bij-
eengebrachte) meerderheid.
Het kabinet en de Tweede Kamer hebben vervolgens rechtskracht gegeven aan de meningen van Alders. Die rechtskracht (ook wel “afspraken” genoemd, hoewel ze dat slechts ten dele zijn) geldt t/m 2019.

Vliegtuigbewegingen op de kaart. Let erop dat Eindhoven grotendeels buiten schot blijft.

Het (vroegere) Platform heeft zich binnen en buiten de Alderstafel en de parlementaire circuits krachtig verzet tegen de groei van het vliegveld. Dat heeft een eind geholpen: het aantal vliegbewegingen wordt geen 53000, maar 43000 in 2020, het militaire gebruik is  teruggebracht, de sluitingstijd voor planmatige landingen is geen 24.00 maar 23.30 uur, er is een extra rem op de groei bij overtreding van de regels, er mogen geen klasse D-vliegtuigen meer langskomen en de boeteregeling blijft bestaan.
Het verzet heeft succes gehad, maar niet genoeg. De luchtvaartlobby is een sterke tegenstander.

De (door de gemeente Eindhoven) geschatte ultrafijnstof verdeling door het vliegveld en de snelwegen (in 2020, excl het militaire verkeer)

Vanaf 2020
Vanaf 2020 geldt er geen enkele  afspraak. Brainport en directeur Meijs van het vliegveld hebben al aangegeven dat ze fors willen groeien.
Het Platform/BVM2 bereiden zich in deze beleidsluwe periode voor op wat er gaat komen. Het oude Manifest onder het Platform uit 2009 moet geupdated worden, er komen thema’s bij zoals luchtkwaliteit en klimaat (waarover in 2009 nog weinig te zeggen viel), het contact met de achterban moet beter.
Het oude Platform  dankte zijn naam aan de tien stellingen uit het toenmalige manifest. Inmiddels zijn er dat twaalf en alleen daarom al moet de naam worden gewijzigd. Dat wordt Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2),
Zie voor het nieuwe Manifest –>Beraad Vlieghinder Moet Minder-manifest. Het bestaat uit een inleidend deel en 12 eisen:

  • Eindhoven Airport moet zich gedragen als een nutsbedrijf ten dienste van de ontwikkeling van de regio in brede zin. Groei en economisch resultaat zijn daarbij geen doel in zichzelf, maar dienen altijd in balans te worden gebracht met de leefomgeving waarin de luchthaven opereert.
  • De hinder bij het in 2020 te bereiken aantal van 43.000 civiele vliegbewegingen en de daarbij te gebruiken geluidsruimte van 11 km2 is het maximaal aanvaardbare.
  • Indien echter de totale milieubelasting afneemt door stillere en schonere vliegtuigen of door een minder overlastgevende verdeling van vliegbewegingen over de week zal 50% van deze milieuwinst als minder vliegbewegingen aan de omwonenden ten goede komen en mag 50% voor extra vliegbewegingen worden benut.
  • Vanaf 2020 vinden er geen geplande landingen meer plaats na 23.00 uur.
    Evenzo vertrekken er dan in het weekend geen vliegtuigen voor 08.00 uur, en door de week niet voor 07.00 uur.
  • Er moet blijvend worden gestreefd naar routeoptimalisatie, die de overlast voor omwonenden minimaliseert
  • De beschikbare vliegcapaciteit moet selectiever worden benut. Er moet worden gestuurd op voorrang voor zakelijke en sociaal-maatschappelijke vluchten.
  • Er wordt naar gestreefd om de internationale vervoersvraag zoveel mogelijk per trein af te wikkelen. Daartoe moeten de kwaliteit van het railnet en de internationale verbindingen verbeterd worden.
  • Het verkeer naar en van de luchthaven vindt zoveel mogelijk per bus of taxi plaats. De omringende wijken en omwonenden worden beschermd tegen verkeers- en parkeeroverlast zonder extra lasten in welk opzicht dan ook.
  • Civiele en militaire geluids- en milieugegevens worden voor het publiek op transparante wijze toegankelijk.
  • Economisch nadeel dat door omwonenden wordt geleden als gevolg van de groei van Eindhoven Airport na 2009 moet worden gecompenseerd door de overheid of door Eindhoven Airport zelf.
  • Eindhoven Airport zet zich binnen de nationale en internationale verhoudingen zo sterk mogelijk in om luchtvervuiling en klimaateffecten door vliegtuigmotoren terug te dringen. Zuivering en fiscalisering van vliegtuigbrandstoffen zijn daarbij belangrijke aandachtspunten.
  • Defensie streeft naar stillere vliegtuigen en programmeert zijn vluchten zo vriendelijk mogelijk voor de omgeving. De ongebruikte militaire gebruiksruimte zal niet worden omgezet in ruimte voor extra civiele vliegbewegingen.

De nieuwe website is te vinden op www.bvm2.nl . Hij is nog lang niet af, maar de basale informatie staat er al op en je kunt je al als individuele ondersteuner aanmelden.
Je kunt contact zoeken met BVM2 op beraad@bvm2.nl , bijvoorbeeld om vrijwilliger te worden.
Ondersteuning als groep of op individuele basis is gratis, maar voor wie het ècht niet laten kan: financiele steun kan worden gegeven op NL18INGB0003619057. Die zal goed gebruikt worden.

De oude site www.de10gebodenvoorea.nl blijft nog wel even in de lucht. Vooralsnog is dat een soort uitwendig archief.

Knegsel-7. Op de voorgrond Klaas Kopinga.

Knegsel-7
Het oude Platform, opgevolgd door het nieuwe Beraad, organiseert traditioneel openbare bijeenkomsten in De Leenhoef in Knegsel. Die van 20 mei 2017 was de zevende.

Alle GR- en PS-leden, alsmede alle B&W’s en het college van GS, waren tweemaal aangeschreven. Datzelfde geldt voor ruim 80 bewonersorganisaties (in bonte verscheidenheid) in de regio rond het vliegveld.

Dat loonde, want het was druk (ca 125 mensen). De wethouders die dit op hun bordje hebben waren er, er was een handvol gemeenteraadsleden en de overgrote meerderheid was dus omwonende. Vooral dat laatste was een groot succes.

BOW-voorzitter Kopinga hield een verhaal waarin de (soms helaas complexe) problematiek werd uitgelegd. Zijn presentatie is hier –> BVM2 Knegsel-20170520-KlaasKopinga te vinden.
GVNE-voorzitter (Geen Vluchten Na Elven) Scheffers besprak het nieuwe Manifest en gaf toelichting op de toekomstplannen. Zijn presentatie is –>  BVM2 Knegsel 20170520-WimScheffers te vinden.
Het Manifest ontmoette geen  bezwaren en is daarmee definitief.

Inmiddels heeft het Beraad 12 ondersteunende organisaties, maar dat worden er ongetwijfeld meer. Het eigenlijke werk om individuen en organisaties als ondersteuner te werven, moet nog beginnen. Dat wordt nog een hele klus.
U kunt onze klus kleiner maken door zelf het initiatief te nemen en uzelf of uw club aan te melden.

 

ALV en energiebijeenkomst Milieudefensie Eindhoven

Milieudefensie Eindhoven belegde voor maandagavond 15 mei 2017 een korte Algemene Leden Vergadering (ALV), waarna drie flinke lezingen over energie. Helaas was het niet erg druk.

ALV en energieavond 15 mei 2017, Bellefort

Het korte ALV-blok bracht niets spectaculairs. De achterban was er weer mee bijgepraat. Financieel draait de afdeling gezond, het bestuur gaat door, en het verslag over 2016 liet een bonte en interessante lijst van activiteiten zien. Dat verslag heb ik onlangs al op deze site gezet, zie Jaarverslag Milieudefensie Eindhoven 2016 .

Daarna sprak Donald Pols, landelijk directeur van Milieudefensie, over de inkomenseffecten van de energietransitie, die verhoudingsgewijze sterk bij de lagere inkomens terecht komen. Ook daarover heb ik al eerder geschreven, zie Laagste inkomens de zak door kostentoedeling klimaatbeleid? . In aanvulling op het daar geschetste verhaal had Donald nu ook een verhaal over de inkomensafhankelijkheid van de baten van de transitie, die ook scheef verdeeld waren ten gunste van de hogere inkomens.

Donald Pols, landelijk directeur Milieudefensie

Per saldo komt het erop neer dat, zoals een wat wild uitziende ingenieur van Tennet bij een van de Energy Days ooit zei, “de energietransitie een overdracht van geld van arm naar rijk is”. In essentie klopt dat. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de transitie niet door moet gaan, maar wel dat hij anders betaald moet worden. In mijn eerdere verhaal staan enkele aanbevelingen van CE Delft genoemd.
Milieudefensie telt in Den Haag als een invloedrijke organisatie en hij had er al over aan de bel getrokken. De transitie schreeuwt om ontwikkeling van draagvlak, en daarvoor moet er meer gebeuren dan tot nu toe.
De presentatie van Donald Pols is te zien –> Eerlijke Transitie in Cijfers

Na Pols kwam ik zelf aan het woord. Ik heb mijn menig hier al vaker verwoord, zie Zuidoost Brabant als trage supertanker richting energietransitie en de terreinbeheerders in spagaat . Eigenlijk is het ook een draagvlakverhaal, maar dan over ruimtelijke ordening.
Binnen niet al te lange tijd moet het MRE-gebied zijn nieuwe omgevingsvisie vaststellen. De ruimtelijke impact van de duurzame energie zal daarbij heel belangrijk zijn.
Het uitgangspunt dat Brabant geheel op eigen grondgebied energieneutraal moet zijn, legt zware claims op de ruimtelijke ordening (2270 windturbines van 130m ashoogte en ca 160km2 zonnepaneel, wat geothermie plus alles vergisten wat los en vast zit. Dat gaat ongetwijfeld problemen geven.
Dat alles vloeit voor uit de feitelijk geheel overbodige stelling dat Brabant (net als de andere provincies) op eigen grondgebied autarkisch en geheel energieneutraal moet zijn. Dat miskent o.a. de windmogelijkheden op de Noordzee en duurzame import-kansen. Bovendien zitten er ook rekenfouten in het verhaal en andere bediscussieerbare zaken. In praktijk kun je met heel wat minder toe dan het duurzame autarkie-beginsel eist, en dat geeft je speelruimte.
Mijn presentatie is te vinden –> ALV MilDef_energie Brabant_Bellefort_15april 2017 .

De laatste lezing was van directeur Marnix Vlot van de energiecoöperatie 040Energie, met een verhaal over hoe zijn coöperatie werkte en wat de sterke en zwakke kanten waren. Er was inmiddels ook al het nodige op duurzaam gebied tot stand gebracht. Zie 040energie.nl/ .
Verder sprak Vlot over het recente Klimaatplan van de gemeente Eindhoven, waar hij niet onverdeeld blij mee was.
De presentatie van Vlot is te zien –> Presentatie Marnix Vlot ALV MilDef 15mei2017

040Energie heeft bijv. een werkgroep die met een warmtecamera warmtelekken opspoort

Daarna nog een discussie, met oa een bijdrage van Michiel Visser hoe de verhalen van de avond om te bouwen waren tot concrete aanbevelingen voor de aanstaande gemeenteraadsprogramma’s. Dat is een verstandige vraag.

Ondertussen haalde de actiegroep Eindhoven Fossielvrij handtekeningen op voor een burgerinitiatief richting gemeente Eindhoven.