Wel en niet Nul op de MeterWel en niet Nul op de Meter – woningen
Brabant heeft zich voorgenomen dat in 2050 800.000 nu bestaande woningen Nul op de Meter gemaakt moeten zijn. De ambitie is opge-
splitst in deelstappen: 40.000 in 2021, en 1000 op 31 december 2017.
De operatie lijkt niet vlot te lopen. Onderzoek op Internet komt tot ca 100 a 150 woningen (zeker 21 in Tilburg en 76 in Breda, en een gegokt aantal losse projecten).
In dit aantal worden niet meegeteld:
nieuwbouwwoningen die Nul op de Meter zijn (dat is veel eenvoudiger)
bestaande woningen die ‘slechts’ tot label B of A opgewaardeerd zijn (zoals het Roosendaalse project de Kroeven, waarin 246 woningen tot A++ gerenoveerd zijn).
projecten die waarschijnlijk niet in 2017 af komen.
Twijfelgeval is een project van 202 woningen van Woonbedrijf in Eindhoven (Tongelre), waarvan al wel voorbereidingen gepubliceerd zijn, maar nog geen tijdschema van realisatie. (Later bleek dat deze woningen sterk verbeterd zullen worden, maar niet tot NOM).
Het onderzoek ging ervan uit dat elk Nul op de Meter-project het Internet haalt. Aangezien de woningbouwverenigingen de neiging hebben om van elke duurzame scheet een donderslag te maken, is deze aanname realistisch.
De officiele project-website, Stroomversnelling Brabant, toont nauwelijks dynamiek. Het nieuwste nieuws is maanden oud en het een na nieuwste nieuws van juli 2015. Beide betreffen procedures en feestredevoeringen. Zie http://www.stroomversnellingbrabant.nl/ .
Warmtepomp in een gerenoveerde Tilburgse woning
Nul op de Meter betekent bij huurwoningen niet Nul uit de kontzak, want verhuurders mogen een soort fictieve energierekening vragen (de Energie Prestatie Vergoeding, zie https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/08/31/energieprestatievergoeding-voor-nul-op-de-meter-woning), bijvoorbeeld zo’n €120 tot €150 per maand. Op zich is dat niet onredelijk, want het Nul op de Meter renoveren van bestaande woningen kost veel geld. De Nul op de Meter-operatie brengt dus baten, maar ook kosten voor de huurder met zich mee.
En, hoe hoger de eisen aan een woning, hoe groter de kans dat men bij oude betaalbare woningen eerder voor sloop en nieuwbouw kiest dan voor een Nul op de Meter-renovatie.
De Nul op de Meter – operatie heeft dus volkshuisvestingsgevolgen. Op zich geen reden om tegen te zijn (linksom of rechtsom moet de woningvoorraad energieneutraal worden), maar wel reden voor waakzaamheid en belangenbehartiging.
Voor een positief-kritische bespreking zie bijv. www.energieoverheid.nl/2016/02/23/energieprestatievergoeding/
Daarom heeft de SP bij de Begrotingsbehandeling in de provincie (11 nov 2016) om een voortgangsrapportage gevraagd. Gedeputeerde Spierings (D66) wuifde het weg “ik heb er het volste vertrouwen in dat 1000 Nul op de Meter-woningen voor eind 2017 lukt” en “er gebeurt van alles dat nog niet op Internet staat”, maar zei wel de gevraagde voortgangsrapportage toe.
Het Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE) wil 80ha bedrijventerrein wegens overbodigheid zeker afdanken en 192ha misschien. Het SGE omvat de gemeenten en Helmond en zeven gemeenten daar rondom heen.
Milieudefensie heeft het SGE per brief gevraagd om die 80ha “vol te gooien” met zonnepanelen.
Een eerder artikel op deze site, met daarin de brief, is te vinden op https://www.bjmgerard.nl/?p=3626 (de afbeeldingen in het artikel stonden niet in de brief).
Samen wekten de negen gemeenten in 2014 slechts 3,45% van hun energie duurzaam op. Ondanks de torenhoge Brainport-pretenties in de regio is dat nog beduidend onder het Nederlandse gemiddelde van Nederland van 5,6% en van Brabant van 7,0%.
Met 80ha PV-paneel zou de duurzame opwekking groeien tot iets meer dan 4%. Houdt nog steeds niet over, maar in elk geval een stap.
Bovendien is dit een gunstige tijd om te investeren (lage rente, beschikbare subsidies).
Het antwoord
Milieudefensie ontving op 27 okt een antwoord van portefeuillehouder Hoekman-Sulman (wethouder van Geldrop-Mierlo) namens het SGE.
Mevrouw Hoekman-Sulman noemde het idee “goed en positief”, maar zei erbij dat er ook andere mogelijkheden zijn, bijvoorbeeld het Groenfonds van de provincie. De gebieden zijn nog niet bebouwd en soms staat er bos of andere natuur op.
Soms ook staan er bijvoorbeeld kassen op. De grond is niet altijd al in eigendom bij de gemeenten.
Bij de herinvulling van de gronden zullen alle alternatieven worden meegenomen.
De volledige tekst van het antwoord is hier te vinden.
Commentaar op het antwoord De toonzetting van het antwoord is positief en het voorbehoud is niet onredelijk. Aan de andere kant hadden deze bezwaren ook niet geteld als het bedrijventerrein wèl ontwikkeld was geweest. Dan waren de kassen ook opgekocht geweest en de bomen ook gekapt.
Het is overigens een interessante discussie wat duurzamer is: zonnepanelen op een lap grond of een eventueel laagwaardig en reeds volwassen productiebos. Karel Knip schrijft er (deels uit zijn nek) in de NRC hele verhalen over. De uitkomst van deze afweging staat voor mij niet vast.
Het is ook een interessante discussie of je onder een veld zonnepanelen een goede nieuwe ecologische functie kunt definieren, al dan niet gecombineerd met schaap. En vervolgens, of die functie beter of slechter is dan laagwaardig volwassen productiebos.
Ik weet van dit onderwerp zelf te weinig af. Het lijkt me een leuke vraag voor de BMF en de regionale of de provinciale natuurambtenaren.
Daarnaast: Milieudefensie heeft het nog niet gehad over de 192 ha in de misschien-categorie. Daarvan zou misschien ook wel een deel met zonnepanelen kunnen worden vol gezet. Als een stad als Eindhoven in 2045 energieneutraal wil zijn, zal men toch iets moeten.
Inmiddels begint het idee in een stroomversnelling te geraken.
De Eindhovense SP kondigde een motie voor de begrotingsbehandeling aan in de Begrotingscommissie van 01 nov 2016. Het Eindhovens Dagblad van 02 nov 2016 noemde het een ‘proefballonnetje’ , maar dat doet de voorgeschiedenis zijdens Milieudefensie onrecht. Zie hier de motie –> motie-zonnepark-op-vrijvallende-industrieterreinen
Wethouder Staf Depla (PvdA): “U komt hiermee op het juiste moment. De provincie heeft de regiogemeentes gevraagd om een deel van de geplande bedrijventerreinen te schrappen, omdat er anders teveel komen. ….. Een zonnepark is één van de opties.“
Een dag later stond in het ED een kaartje met de bedrijventerreinen, die bij de deal betrokken waren. De negen gemeenten in het SGE-gebied hebben op 2 nov bij elkaar gezeten voor de finale besluitvorming. Ze maken een financiele pot, waarin de plussen en de minnen gaan, en spreken af, dat ze elkaar blijven vasthouden wat betreft de grondprijzen van de industrietereinen, die met enige opslag nog wel uitgegeven worden. De definitief te schrappen hoeveelheid bedrijfsterrein blijkt inmiddels gegroeid tot ca 150ha.
Over de invulling van de geschrapte terreinen wil de provincie gaan meedenken met de gemeenten. Gedeputeerde Van Merrienboer in het ED (3 nov 2016) ziet kansen “met windmolens kun je veel geld verdienen en ook zonnepanelen zijn interessant“. “Met tijdelijke ‘energieweiden’ kunnen gemeenten hun verlies op energiegrond extra compenseren.”
Dat woordje ‘tijdelijk’ is trouwens typisch. Als het om de grote misschien – categorie gaat (ca 165 hectare) valt dit te volgen. Als het om de afgeschreven categorie gaat, valt niet goed in te zien waarom dit ‘tij-
delijk’ zou moeten zijn – behalve als die tijdelijkheid uit de vergankelijk-
heid van alle technische dingen voortvloeit.
Tweede update: bij de Eindhovense begrotingsbehandeling hebben B&W de SP-motie overgenomen. De inhoud is dus zonder stemming tot beleid verklaard.
Derde update: een motie van gelijke strekking heeft het in de provincie niet gehaald omdat de Gedeputeerde zei dat ze het beoogde al deed. Een week later (18 nov 2016) is er wel een motie breed aangenomen waarin gesteld werd dat er “in de Verordening Ruimte voorstellen moesten komen, waarin stond onder welke voorwaarden ruimte kan wordne geboden aan bottom up-initiatieven, zodat ook zonnevelden in de onbebouwde ruimte mogelijk gemaakt kunnen worden.” De Verordening Ruimte is een van de belangrijkste wapens van de provincie.
De tekst zie –> motie_18nov2016_zonnepanelen-in-verordening-ruimte
Voor de update-1 één jaar (okt 2015-okt 2016) later zie onderaan dit artikel.
Ik kreeg onlangs (eind okt 2015) van Greenchoice mijn jaarafrekening van oktober 2014 t/m 2015, zowel de heen- als de teruglevering. Ik vind dat een geschikt moment om mijn eigen energiesituatie te schetsen.
Verstandig om even mijn morele positie te benoemen. Ik ben voor
duurzame energie en ik wil daar ook persoonlijk een bijdrage aan
leveren, zolang het financieel enigszins binnen de grenzen van het redelijke blijft. Ik zit er dus primair voor het milieu in met een knipoog naar het geld en niet omgekeerd.
Wat is “rendabel”?
Verstandig om hier ook even het begrip ‘rendement’ te definieren.
Bij een elektriciteits-groothandelsprijs onder de 5 cent/kWh is momen-
teel geen enkele duurzame energievorm qua zuivere kostprijs rendabel. De kolen worden momenteel voor zo’n weggeefprijs aan de man gebracht, dat daar niets tegen op kan concurreren. Zie ook mijn artikel over de SDE-regeling ( Voorbeelden van de SDE+ regeling voor duurzame energie )
Omdat aan de zuivere kostprijs een veelvoud aan opslagen wordt toegevoegd, kunnen staat en energieleverancier spelen met die opslagen. Voor mij als burger is daardoor een economische rentabiliteit haalbaar. Bij gewenst gedrag rekent men mij minder opslag en dat levert al gauw meer op dan mijn spaarrekening mij levert. Ik gebruik in het hierna volgende deze definitie.
Mijn huis en mijn gezinssituatie Ik woon in een standaard rijtjeshuis in de Eindhovense wijk Woensel dat rond 1970 gebouwd is. Het heeft een bruikbare vloeroppervlakte van 143m2 over drie reële woonlagen en een opbergzolder. Er is in 2000 een Nefit Ecomline HRC30 2000 ingezet, die jaarlijks onderhouden wordt. Het huis heeft geen kruipruimte.
nefit ecomline HRC 30 2000
We hebben een doorsnee gezinssituatie, waarvan de wisselingen geen grote invloed op de hierna weergegeven cijfers gehad hebben.
Ik ben een uitgesproken nachtmens, hetgeen energetisch niet gunstig is. Door de jaren heen verbruikten wij met ons huishouden aan elektriciteit zo’n 15kWh/dag. Dit getal daalt autonoom wat nu de kinderen het huis uit zijn.
De energie-operaties
In aug. 2008 hebben we alle kozijnen vervangen door kunststof, en tevens alle glas door HR++ thermopane. De kosten daarvan reken ik grotendeels als onderhoudskosten van de woning. Daarna had mijn woning energielabel D.
In april en mei 2011 heb ik (met technische ondersteuning van buiten) het dak en de muren geïsoleerd, een zonneboiler geplaatst en twee fatsoenlijke zolderdakramen. Toen had mijn huis het B-label.
Het is arbitrair welk deel van de kozijnenoperatie ik aan energiebesparing toereken en welk deel aan regulier onderhoud, dat ook nodig was. Met de kletsnatte vinger heeft het energie-geheel ons 10 mille gekost en dat resulteert in een besparing (bij de huidige gasprijs) van €455 per jaar. De terugverdientijd is dus zo’n 22 jaar. Daarnaast is het huis aangenamer geworden om in te wonen en meer waard.
In maart 2014 hebben we drie standaard zonnepanelen laten plaatsen door ons reguliere installatiebedrijf. Dat kostte (na BTW-teruggave) €1970 en levert ca 600kWh/y op. Bij Greenchoice is 1 kWh 23 cent waard, dus deze investering levert ca €138/y op. De terugverdientijd is dus ca 14 jaar. De technische levensduur wordt meestal op zo’n 20 jaar geschat.
Ik ben nu 68 jaar, dus benieuwd of ik dat nog in mijn eigen huis meemaak.
De Blauwe Reiger
Op 1 mei 2014 heb ik drie winddelen in de windmolen De Blauwe Reiger gekocht in Noord-Holland. Dat kostte €645 en het ding levert mij ergens rond de 1800kWh/y op, goed voor ruim 7 cent/kWh, dus ergens rond de €140/y. Dat wordt in mindering gebracht op mijn elektriciteitsrekening.
Daar moest een kleine €80 onderhoudskosten van af, dus de terug-
verdientijd zit ergens rond de elf jaar. De technische levensduur van windturbines wordt op 15 a 20 jaar geschat.
Benadrukt moet worden dat terugverdientijden breuken zijn met zowel in de teller als de noemer forse onzekerheden. Vast staat dat ik op mijn spaarrekening minder vang.
Al met al halen zon en wind pakweg 40 a 50% van mijn bruto elektrisch verbruik af.
Nul op de meter De provincie wil ervoor zorgen dat in 2050 800.000 huizen in Brabant Nul op de meter worden. Ik ben benieuwd hoe dat met mijn huis en mijn leefwijze moet.
Oktober 2015 – okt 2016 Ons huishouden was gedurende de vorige periode kleiner geworden. In deze periode is de huishoudelijke situatie ongewijzigd gebleven. Het verbruik over deze periode is dan ook, vergeleken met de vorige periode, flink gedaald.
Mijn zonnepanelen zijn goed voor ongeveer 600kWh per jaar, waarvan iets meer dan 200kWh zichtbaar als teruglevering. Bij de huidige elektriciteitsprijs, die kleinverbruikers betalen (bij Greenchoice 20,23 cent/kWh), levert mij dat op €121. De aanschaf van deze drie panelen kostte toen nog (na BTW-teruggave) €1970 en exploitatielasten zijn er niet. De panelen leveren mij bij de huidige consumenten-stroomprijs 6,1% van de aanschafsom op. Andersom uitgedrukt, een terugverdientijd van 16 jaar als men de restwaarde van de panelen nadien op 0 stelt. Dat is waarschijnlijk te pessimistisch, maar daar valt geen getal aan te verbinden. Kortom, het geheel levert mij meer op dan op dit moment een bankrekening doet. Ik ben tevreden en ik help het milieu.Mijn PV-panelen zijn gelegd voor de grote prijsdaling begon, en het zijn er maar drie (dus een relatief ongunstige overhead). Wie tegenwoordig zonnepanelen legt, is financieel beter af.
Mijn Blauwe Reiger draait in Noord-Holland. Drie winddelen hebben mij eenmalig €645 gekocht. Die staan in de verslagperiode voor 1515kWh waarvoor Greenchoice mij 6,87 cent/kWh kwijtscheldt, goed voor €104. De exploitatiekosten in deze periode bedroegen €84, zodat ik netto €20 wijzer wordt van het bezit. Dat bezit wordt in principe niet minder waard, want ik kan ze weer verkopen. De winddelen leveren mij dus 3,1% van de aanschafsom op.
Overigens was de groothandelsprijs voor elektrische energie in deze periode rond de 4 cent/kWh.
Dit bericht heb ik overgenomen van WISE (07 nov 2016) (WISE = World Information Service on Energy).
Ik ben het overigens niet altijd met WISE eens. Ik ben niet a priori tegen kerncentrales, maar ik ben in praktijk niet erg blij met de bestaande modellen. WISE staat daar bijna fundamentalistisch in en ik niet.
Verder onderschat WISE het probleem van een elektriciteitsprijs van 3 cent/kWh. Men kan er triomfalistisch over doen dat kerncentrales en gascentrales daardoor in de min komen, waarschijnlijk zelfs ook kolencentrales, maar evengoed alle vormen van duurzame energie in Europa komen in de problemen. Alleen wordt dat meestal met subsidie aangevuld in de verwachting dat deze subsidie een tijdelijke overbrugging is naar een toekomst waarin de duurzame energie-kostprijs onder de stroomprijs ligt.
Het leven zou een stuk eenvoudiger zijn bij een kWh-prijs van bijvoorbeeld 8 cent per kWh.
Maar goed, ik vond dit een leuk bericht van WISE. Mocht u zichzelf de trotse eigenaar van een kerncentrale willen gaan noemen, dan weet u waar u terecht moet. Ik begin er niet aan.
——————
Zwitserse kerncentrales lijden verlies van omgerekend 600 miljoen Euro per jaar. Daarom wil de directeur van het elektriciteitsbedrijf Alpiq zijn kerncentrales Gösgen en Leibstadt voor het symbolische bedrag van 1 Zwitserse Franc (omgerekend 1 Euro) verkopen aan de overheid.
Kerncentrale Beznau Zwitserland
De directeur, Alder, heeft eerst geprobeerd de kerncentrales aan buitenlandse ondernemingen zoals het Franse EDF te verkopen, maar dat is niet gelukt. Niemand wil die kerncentrales hebben.[i][ii] De verkoop voor een symbolisch bedrag komt op een belangrijk moment: op 27 november is er eenreferendum om de kerncentrales eerder stil te leggendan aanvankelijk gepland. Ze waren oorspronkelijk gebouwd voor een levensduur van 60 jaar. Als de bevolking instemt met de vervroegde sluiting gaan de kerncentrales Mühleberg, Beznau I en Beznau II eind 2017 dicht. Voor Gösgen valt dan het doek in 2024 en voor Leibstadt in 2029.[iii] Update: in het referendum hebben de Zwitsers de vervroegde sluiting afgewezen (55% tegen vervroegde sluiting).
Op de Zwitserse elektriciteitsmarkt bedraagt de prijs die een afnemer betaald voor een kilowattuur (kWh) stroom op dit moment omgerekend 3 eurocent. Daar staat tegenover dat de gemiddelde totale onderhouds- en reparatiekosten voor genoemde kerncentrales in de periode 2010 tot 2016 al opliepen tot ongeveer 4 cent per kWh. Er van uitgaande dat er aan die omstandigheden (zowel aan de kosten- als aan de opbrengstenkant) niet veel veranderd is in de afgelopen maanden, is er nu door het Zwitserse consultancy bureau Re-solution.ch uitgerekend dat er alleen al in 2016 een verlies zal worden geleden van 637 miljoen Zwitserse Franc (ruim 600 miljoen Euro).[iv][v] Blijkbaar verwacht de directeur van Alpiq niet dat de marktprijs voor elektriciteit de komende jaren zal stijgen, want anders zou hij zijn kerncentrales niet voor 1 Franc (Euro) te koop aanbieden.
Wateropvang bij het Eindhovense Catharinaziekenhuis
“Geen regenbui kan Woensel nu nog deren” kopte het ED op 3 nov 2016. Dat klinkt een beetje als de godvervloekende kapitein van het spookschip De Vliegende Hollander en is wellicht iets te blufferig.
Maar zeer waarschijnlijk wordt wateroverlast in Woensel-Noord door de steeds vaker voorkomende zware regenbuien veel minder vaak een probleem door deze waterstaatkundige werken ten Noorden van het Eindhovense Catharinaziekenhuis.
De zwarte streep geeft ongeveer de constructie aan
Het is het begin van een grotere constructie, die zich eerst verder naar het westen gaat uitstrekken, en na de wijk waarvan links op de tekening nog een deel te zien is, dan haaks afbuigt naar het Noordwesten en dan nog een eind verder doorloopt langs de wijk Prinsejagt en tussen de sportvelden door, tot de Marathonloop (buiten deze schets).
De berging moet enkele tientallen hectare afwateren in een gebied, waar vaak al een gescheiden rioolstelsel ligt. Uiteindelijk is een gemaal nodig dat het water op het beekje de Grote Beek loost.
Binnen 48 uur na een grote bui moet het systeem leeg zijn voor de volgende grote bui. Komt die tweede bui te vroeg, dan vaart alsnog de Vliegende Hollander langs.
De keuze voor dit gebied is niet geheel toevallig.
Er lopen enkele beeksystemen door Eindhoven (Dommel, Gender, Tongelreep), waaromheen van oudsher drassige gebieden lagen. Namen als de Gestelse Ontginning, Vonderkwartier, Genderdal en Genderbeemd, en de Jan van Eijkgracht herinneren daar nog aan.
Toen de industrie groot werd in Eindhoven, ging die op grote schaal grondwater oppompen. Daardoor daalde de grondwaterspiegel fors en kon er gebouwd worden in de tot dan toe drassige gebieden. Dat gebeurde op grote schaal. Meestal ging het goed, maar Eindhoven kende regelmatig aan overstromingen grenzende wateroverlast, zoals in de Stellenboschstraat (1977) of dat men met de kano door het Genderdal voer. De onder water staande tunnels onder het hoogspoor waren al een traditie geworden (het Stationsgebied ligt een halve meter lager dan de omgeving).
De tunnels onder het Eindhovense hoogspoor in 1978 (bron Eindhoven in Beeld)Wateroverlast in de St Jozefstraat in Eindhoven bij de Stellenboschstraat om de hoek (jaartal onbekend, bron Eindhoven in Beeld)
Het probleem werd acuut toen de provincie het grondwaterbeleid
wijzigde om provinciebreed de verdroging van landelijk gebied tegen te gaan (de trits verdroging, vermesting, verzuring). Brabant-gemiddeld was dat goed beleid, maar in Eindhoven werkte het zeer vervelend. De grondwaterspiegel veerde terug en vooral gebieden, waar ze nooit hadden moeten bouwen als de Karpendonk en Gijzenrooi dreigden naar hun oude moerasstatus terug te keren. Ik ben zelf bij iemand in Gijzenrooi geweest met het mooiste uitzicht van de stad, maar die vis kon kweken in zijn kruipruimte.
Een indruk uit die tijd kan men vinden op www.neerslag-magazine.nl/magazine/artikel/338/ .
Uiteindelijk is er een grootschalig programma op gezet zo ergens tussen 1995 en 2005, o.a. met het rioleringsplan als werktuig, bergingskelders bij het station, en civiele werkzaamheden op kritieke plaatsen. Bovendien werden bepaalde grondwateronttrekkingen bewust niet stopgezet: als men in het voormalige Philipscomplex Vredeoord gestopt zou zijn met pompen, zou een paar kilometer verderop, in de Achtse Barrier, de grondwaterspiegel zo’n halve meter (het getal even uit mijn hoofd) omhoog geveerd zijn.
Dat besluit regeert als het ware over zijn graf heen en maakt nu weer deel uit van een recente klimaatadaptatie, het Deltaplan Hoge zandgronden (Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden .
Genoemde civiele werken hebben ook plaatsgevonden in de wijk links op het kaartje boven, Prinsejagt, die anders ook problemen zou hebben gekregen. De werken liggen in de groenstrook op het kaartje. Die maken dus straks deel uit van het grotere geheel dat nu in aanleg is.
Schets van een gescheiden rioolstelsel uit een onderzoek van Rigo Research en advies BV
Uit een rapport van RIGO Research en Advies BV uit 2002 bijvoorbeeld:
Prinsejagt in Eindhoven In Prinsejagt is naar aanleiding van grondwateroverlast besloten over te gaan op benutting van regenwater. De bewoners trokken vanwege deze wateroverlast bij de gemeente aan de bel. Er is een commissie wateroverlast opgericht die namens de bewoners gesprekspartner voor de gemeente was. Gelijktijdig met de benutting van regenwater wordt de wijk herbestraat en van nieuwe verlichting voorzien. Het dakoppervlak van de voorkant van de woning of een deel ervan is afgekoppeld (één regenpijp per woning). Dit is gedaan door regenpijpen aan te sluiten op aparte drainagebuizen. In de tuinen zijn zandpilaren en drainagebuizen aangelegd. De drainagebuizen liggen in een zandbed dat water moet doorlaten. De zandpilaar zou ervoor moeten zorgen dat het water door de leemlaag heen geloodst wordt. De achterzijde van de woning is niet afgekoppeld, omdat dit problemen zou kunnen opleveren voor het vuilwaterriool. Dit riool (gresbuizen) heeft een zekere doorspoeling nodig. Bij ongeveer 10% van de woningen wordt het regenwater niet benut. Het regenwater in de openbare ruimte wordt voor een groot deel benut door afwatering op sloten en een groenstrook. Ook hier zijn zandpilaren aangebracht. De commissie wateroverlast verzorgde samen met de vereniging van huis- en grondeigenaren veel van de informatie richting de bewoners. De bewoners kregen regelmatig een nieuwsbrief en er zijn verschillende informatie-
bijeenkomsten gehouden. Een evaluatie heeft nog niet plaatsgevonden, omdat het project nog niet geheel is afgerond.
De groenstrook, waarvan hier sprake is, is het groene gebied op de kaart.
In zekere zin is Eindhoven door zijn specifieke voorgeschiedenis enerzijds kwetsbaarder en anderzijds minder kwetsbaar voor de klimaatverandering dan een gemiddelde grote stad.
Ik vind het overigens een mooi ontwerp – bijna een soort landschapsarchitectuur. En de bewoners van de flat in de Maurits Lijnslagerstraat hebben er een mooi uitzicht en een strandje bij. Met kunstwerk.
De Belgische krant De Redactie drukte een aaneengeschakelde reeks opnamen af van het ijs op de Noordpool. Bovenstaand plaatje is een beeld uit die serie.
Karel Knip is een bekende wetenschapsjournalist. Hij schrijft elke zaterdag een populair-wetenschappelijke rubriek in de NRC (welke rubriek ik bijna altijd lees).
Een zekere neiging tot provocatie is hem niet vreemd, maar op 22 okt 2016 ging die met hem op de loop. Daar beweerde hij dat een PV-paneel over zijn volledige levensduur meer energie verbruikt dan het oplevert. Om precies te zijn1/0,82 * zoveel als je in China geproduceerde panelen in Duitsland en Zwitserland plaatst.
Zonnepanelen zouden in de afgelopen 30 jaar niets bespaard hebben.
Knip baseerde zich op een artikel van Ferroni en Hopkirk uit Energy Policy van juli 2016 (het artikel is te lezen op www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0301421516301379 .
De auteurs hebben een zogenaamde LCA gemaakt van in China vervaardigde zonnepanelen. Een LCA is een Life Cycle Assessment. Daarin wordt de energie, die nodig is voor de volledige levenscyclus van een product, uitgerekend, dus inclusief productie, montage en sloop. Omdat voor de productie van de panelen veel stroom nodig is, wordt de duur-
zaamheid van PV-panelen over de volledige levensduur ongunstiger als die panelen gemaakt worden in een land dat veel steenkool stookt – zoals China, waar ca 70% van de panelen vandaan komt.
Nogal wat deskundigen zijn boos op Knip. Daaronder Jasper Vis, directeur Nederland van Dong Energy. Die heeft een energieblog dat zeer de moeite waard is, als je tegen lange technische artikelen kunt met veel grafieken. Hij is als het ware nog tien keer zo erg dan ik! Goed, wie zich daar niet door laat afschrikken, kan hem over dit onderwerp vinden op https://jaspervis.wordpress.com/2016/10/22/draaien-zonnepanelen-op-kolen/ .
Pepijn Vloetmans, 2015
Vis wilde zo snel mogelijk tegen Knip ingaan en hield het daarom bij een literatuuronderzoek. Dat gaf bijvoorbeeld het EROI-plaatje van hiervoor (de EROI is de Energy Return On Investment – 10 betekent dat het apparaat 10*zoveel energie produceert als nodig is om het te bouwen en te slopen).
De EROI is de ene manier om het te zeggen (de EROI bij Ferroni en Hopkirk zou dan dus 0,82 zijn).
De andere manier is de CO2 eq per kWh voor allerlei energiesoorten uitrekenen. Dat geeft dit:
((NREL/IPCC))
Ook zo beschouwd kan de beschuldiging niet waar zijn.
Jasper Vis had bij zijn literatuurstudie geluk. De PVV (altijd als de kippen erbij om duurzame energie verdacht te maken) in de Eerste Kamer was zo vriendelijk geweest vragen te stellen over het in juli verschenen onderzoek. Inmiddels had de minister daar ook al antwoord op gegeven en dat kon Vis letterlijk overnemen. Ik zal dat ook doen, onder dankzegging.
De minister: “Het artikel van Ferroni en Hopkirk heeft met deze conclusies ook de aandacht getrokken van internationale deskundigen op het gebied van levenscyclusanalyses en energiesystemen. Een gezelschap van 23 wetenschappers, waaronder twee Nederlandse, van diverse wetenschapsinstituten heeft in reactie op het artikel van Ferroni en Hopkirk een gedetailleerd response paper ingediend bij het blad ‘Energy Policy’ . In een begeleidend schrijven aan de redacteuren van ‘Energy Policy’ geven zij aan dat ze zich afvragen hoe het artikel van Ferroni en Hopkirk een degelijk peer review proces heeft doorstaan. In hun response paper bekritiseren en verwerpen zij de analyse en conclusies van Ferroni en Hopkirk. Zij stellen dat sprake is van inconsistente, slecht onderbouwde en misleidende cijfers. Zo:
worden cijfers van zonnepanelen uit de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw gebruikt;
wordt de levensduur van zonnepanelen ingeschat op 17 jaar in plaats van de gebruikelijke 25-30 jaar;
wordt de energieopbrengst van zonnepanelen bijna half zo hoog ingeschat als uit onderzoek blijkt;
worden de kosten van arbeid en kapitaal om panelen te produceren veel hoger ingeschat dan realistisch is;
worden (hoge) kosten van (veel) energieopslag in het toekomstige energiesysteem toegerekend aan zon pv;
wordt geen rekening gehouden met recycling van zonnepanelen.
Deze deskundigen wijzen er op dat uitgebreid onderzoek laat zien dat de gemiddelde energieopbrengst van de meest gebruikte (multikristallijn silicium) zonnepanelen 11,6 zo hoog is als de energie die het kost om ze te produceren.”
Pay-back tijd van PV-panelen bij verschillende aannames
Waar wel iets in kan zitten (en waar Vis niet over schrijft) is dat China het plaatje minder mooi maakt.
Wie daar wel over schrijft is Kris de Decker op zijn website www.lowtechmagazine.be die, meer dan ik, een adept is van het sobere en zuinige leven. Ik vind het politiek onhaalbaar. Maar binnen zijn denkkader heeft hij soms gelijk. Zie http://www.lowtechmagazine.be/2015/04/zonnepanelen-steeds-goedkoper-maar-ook-minder-duurzaam.html (27 april 2015).
Hij stelt dat door het grotere aandeel steenkool, het slechtere stroomnetwerk en de lagere kwaliteit en daardoor levensduur, het totaalplaatje minder gunstig is dan het zou kunnen zijn. Chinese zonnepanelen produceren bijna drie keer zo weinig CO2 per kWh als standaard Europese grijze stroom, terwijl Europese zonnepanelen 13 keer zo schoon is.
Maar ook een techniekciticaster als De Decker haalt het niet bij het negativisme van Knip.
Bovendien, stelt De Decker, is China pas sinds 2009 een grote speler (zie het sprongetje in de grafiek hieronder). Ze kunnen dus niet de schuld krijgen van 30 jaar geschiedenis.
Prijs zonnepanelen door de jaren heen. In 2009 begon China grootschalig te leveren.
Bovendien, en dat zegt noch De Decker noch Knip, is China in hoog tempo aan het verduurzamen, en zich technisch aan het ontwikkelen. Het is dus zeer wel denkbaar dat over niet al te lange tijd Chinese panelen een stuk betere kengetallen hebben.
De renovatie van het hoofdgebouw Het hoofdgebouw van de TU/e wordt binnenkort gerenoveerd tot een icoon van duurzaam bouwen. Na de oplevering (gepland voor juni 2018, start van de bouw in november 2016) zal het gebouw (vanaf dan Atlas geheten), naar eigen zeggen, het duurzaamste onderwijsgebouw ter wereld zijn, en komt het in de top-5 van alle duurzame gebouwen in Nederland.
Dit soort gebouwen wordt gemeten naar de BREEAM-norm. Het toekomstige Atlas-gebouw komt aan 93,86% van de te halen punten.
De TUe heeft een naam hoog te houden op energiegebied. In zekere zin is het ontwerp dan ook een soort Living Lab in eigen huis.
het wordt verwarmd met een campusbrede Warmte Koude Opslag (WKO)
het pand krijgt een zeer intelligente vliesgevel, maar werknemers kunnen toch hun eigen raam openzetten
op het dak van de naburige gebouwen Spectrum en Studentensportcentrum komt t.b.v. Atlas 4300m2 zonnepaneel te liggen, goed voor 500MWh per jaar (1,8TJ).
er is een zeer goede daglichttoetreding, waardoor relatief weinig kunstlicht nodig is. Dat wordt geleverd door LED-lampen.
de combinatie van alle maatregelen (waaronder hier niet genoemde) leidt ertoe dat het pand 80% minder CO2 uitstoot, terwijl het aantal bewoners meer dan verdubbelt
Het wordt mooi
Interieur hoofdgebouw TU/e (foto Project RSVP)
Het projectoverzicht vermeldt niet wat het proces kost, maar suggereert door zijn toonzetting dat dat meer is dan een minder vergaande ambitie gekost zou hebben. Daar staat lagere exploitatiekosten tegenover. De TUe en het bouwteam vinden de meerkosten de moeite waard, o.a. vanwege de voorbeeldfunctie van de TU/e.
De lange termijn-planning van de TU/e De TU/e heeft zijn duurzaamheidsambities neergelegd in een langlopend beleidsplan. Het uiteindelijke doel is dat de TU/e – campus in 2030 voor 50% energie-neutraal is. Aan dit plan wordt systematisch vastgehouden.
Het hoofdgebouw is straks het vierde TU/e – gebouw dat van het gas af is.
Sinds 2002 is het gasverbruik van de TU/e meer dan gehalveerd. Als alles af is, zal de besparing driekwart zijn. De CO2 – uitstoot door het resterende gasverbruik wordt gecompenseerd met o.a. bosaanplant en de TU/e koopt alleen groene stroom in.
De WKO van de TU/e is (naar eigen zeggen) een van de grootste van Europa. 70% van het gebouwde oppervlak is er straks op aangesloten. Als het systeem volledig uitgebouwd zal zijn, zal het 3*8 koude- en 3*8 warmtebronnen hebben, goed voor 3000m3/uur en goed voor een koelcapaciteit van 25MW. Dat zal ca 2 miljoen kWh aan stroom besparen (ruim 7TJ), en 300.000m3gas (ca 10TJ).
Voorbeeldfunctie
De systematische aanpak van de TU/e zou de overheid, niet in het minst Brainport en de gemeente Eindhoven, tot voorbeeld moeten strekken!
Montana Snowcenter is een onderdeel van de Kempervennen in Westerhoven, en dat valt weer onder Centerparcs. Het is een inrichting waar je het hele jaar indoor kunt skien.
In totaal zijn er zeven skihallen in Nederland.
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
Een skihal slurpt energie. Deze hal heeft per jaar 1,5 miljoen kWh nodig (5,4TJ).
De exploitant van de skihal, Theo van Lierop, stond trots in het Eindhovens Dagblad (08 okt 2016) omdat hij 3340 zonnepanelen op zijn dak had liggen, samen volgens hem goed voor 0,80 miljoen kWh (2,9TJ) per jaar (als ik het trouwens nareken, kom ik op 0,70 miljoen kWh uit, maar goed. Moeten wel heel erg rendabele panelen zijn).
De panelen zijn aangeschaft met SDE+ subsidie
Montana Snowcenter Kempervennen Westerhoven
En nu worstel ik met de vraag of je dit geheel duurzaam moet noemen.
Midden in de zomer kunnen skien in een steeds warmer wordend land vind ik net zoiets als het WK voetbal in Quatar of het warm stoken van een horecaterras in de winter of het willen openhouden van de Eindhovense ijsbaan in juli – lichtelijk absurd. Moet je zoiets in Nederland nu willen?
3340 zonnepanelen (een halve hectare) zonnepanelen aanleggen is op zich goed. Dat meneer Van Lierop er trots op is dat zijn hal de enige van de zeven is, die zoiets heeft, en die zodoende de schade beperkt, kan ik mij ook voorstellen.
Maar ik zou het nog beter vinden als Nederland alleen skihallen had die in de wintermaanden open gingen – of helemaal geen skihallen.
Een tijd na dit artikel heb ik voor Milieudefensie een Open Brief naar Montana Snowcenter en de Kempervennen gestuurd om een warmteplan te maken voor hergebruik van de afvalwarmte. Deze kan men vinden op Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan!
Ik heb niks met godsdienst of met welke bovennatuur of metafysica dan ook, maar ik heb een relatieve zwak voor deze paus. Na Churchill zijn er niet meer zoveel goede oneliners rondgestrooid.
Paus Franciscus
Franciscus riep op tot samenwerking tegen de achteruitgang van het milieu en de verandering van het klimaat en deed daarbij een felle aanval op het consumentisme en financiële hebzucht. “God gaf ons een prachtige tuin” aldus Franciscus “maar die hebben wij veranderd in een troosteloze woestenij van afval en vuil”. Hij kan het mooi zeggen en hij heeft groot gelijk.
Het citaat komt uit een document, dat uitgebracht is op de mondiale Dag van het Gebed voor de zorg voor de Schepping. Die ws op 1 september 2016. “Economie en politiek, cultuur en maatschappij moeten niet gedomineerd worden door alleen maar op de korte termijn te denken en door onmiddellijke financiele of electorale overwegingen.” Het miljard rooms-katholieken op aarde moet een groene agenda gaan omhelzen, hoe klein de mogelijkheden ook zijn.
In het Evangelie staan zes werken van barmhartigheid:
De hongerigen spijzen
De dorstigen laven
De naakten kleden
De vreemdelingen herbergen
De zieken verzorgen
De gevangenen bezoeken
Paus Innocentius III voegde daar in 1207 aan toe “De doden begraven”, hetgeen ten tijde van de pestepidemieën inderdaad geen vanzelfsprekende zaak was.
Die werken werden een begrip. Er is zelfs een Suske en Wiske op gebaseerd (De zeven snaren).
Blijkbaar is een paus gerechtigd om werken van barmhartigheid aan de lijst toe te voegen en Franciscus heeft dat gedaan door de zorg voor de omgeving tot achtste uit te roepen.
Franciscus begint gehoor te krijgen bij zijn kerkvolk.
The Guardian van diezelfde 1 september had een verhaal over dat inmiddels 3500 kerken in het Verenigd Koninkrijk hun elektriciteit uit hernieuwbare bron gaan halen of al gehaald hebben, waarvan 2000 katholieke en de rest van het Leger des Heils en de Quakers (die procentueel al verder zijn). Er zijn 50.000 christelijke kerken in het UK.
Het is niet altijd eenvoudig, want het kost geld, het zijn soms monumenten en het vreet warmte om een kerk warm te stoken, maar toch. Desnoods groene inkoop.
Het zou goed zijn als bij de kerken in Nederland ook een dergelijke beweging op gang kwam. Ik heb nog nooit een kerk of een moskee met zonnepanelen gezien.