Warmte in Brabant en het Mijnwaterproject

Het Brabantse Warmteplan
Ik heb op deze site al een tijd geleden gepleit voor een Brabantse Warmteplan (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=843 ) , en nu is de provincie zo vriendelijk dat op 25 nov 2016 geleverd te hebben. Althans, een eerste aanzet tot zo’n plan.
Zie voor het persbericht http://www.brabant.nl/actueel/nieuws/2016/november/brabants-warmteplan.aspx .

Warmtenetten in Tilburg en Breda (bron: Warmteatlas)
Warmtenetten in Tilburg en Breda (bron: Warmteatlas)

Het persbericht bevat geen link naar een achterliggend document. Je kunt de beweringen dus met het persbericht alleen niet narekenen. Gelukkig is er meer literatuur, o.a. een ECN-warmte studie die (enigszins misplaatst) als basis voor de provinciale Uitvoeringsagenda Energie gebruikt is.

Ik loop de zes projecten in het persbericht langs. Tussen haakjes zet ik wat mijn eigen schatting was in het artikel op deze site Opwekking
duurzame energie in Brabant (zie https://www.bjmgerard.nl/?p=1934 .) Ik heb mij niet gewaagd aan besparingsschattingen, want daarvoor heb ik te weinig informatie. Bij alle besparingsvoorstellen staat dus van mij 0,0PJ .

  • EnergyWeb XL wil 2 tot 5PJ restwarmte van de industrie op bedrijventerrein Moerdijk leveren aan de omgeving, zoals de glastuinbouw. Klinkt uitvoerbaar. (2PJ)
  • Geothermie moet ongeveer 1,3PJ gaan opleveren. Daartoe wordt Geothermie BV opgericht door Hydreco en het Energiefonds van de provincie. (2PJ)
    Hydreco is een dochteronderneming van Brabant Water ( zie www.brabantwater.nl/zakelijk/Paginas/Water-en-energie.aspx ) en een gevestigde naam op dit gebied
  • Verduurzaming van het Stadsverwarmingsnet van de Amercentrale. (0,0PJ want duurzaam wordt duurzaam)
    De provincie wil via de tussenstap van een duurzamer bron (moet wel gas zijn) naar verduurzaming middels restwarmte, geothermie of power to heat. Bij power-to-heat wordt er warmte geproduceerd met tijdelijke overschotten aan hernieuwbare elektriciteit. Als de windmolens een
    tijdje harder draaien dan nodig, wordt de stroom gebruikt om water in een opslagvat te verwarmen. Dat is inmiddels standaardtechniek. CE heeft er aan gerekend (zie http://www.ce.nl/publicatie/potential_for_power-to-heat_in_the_netherlands/1730 ).

    Power to heat - installatie van Klöpper Thermisch
    Power to heat – installatie van Klöpper Thermisch

    Met de natte vinger aannemend dat 33% van de bijstook in het stadsverwarmingsnet terecht komt, moet de biomassabijstook (ongeveer 4,8PJ per jaar) in de Amercentrale jaargemiddeld goed zijn voor een warmte-
    vermogen van ergens rond de 50MW. Jaargemiddeld heb je daar ongeveer 4 km² zonnepaneel voor nodig, die alleen voor de stadsverwarming werkt. Of ca 80 standaardwindturbines van 3MW.
    Zonthermie heeft voor het opwekken van warmte een hoger rendement dan zonnepanelen. Het vervangen van Power to Heat-zonnepanelen door vlakke plaat-boilers kan dus tot minder benodigd oppervlak leiden.
    Ook de getallen in de CE-studie, afgedeeld naar Brabant, wekken de indruk dat de taakstelling om het Amer-stadsverwarmingsnet te verduur-
    zamen, in principe te halen zijn, zij het met de nodige moeite.
    All-in echter moet het verduurzamen van de Amer-stadsverwarming op 0,0 gezet worden, want er gaat evenveel duurzame energie af (de biomassa-bijstook) als er bij komt.

  • Het gemiddeld goed afstellen van de apparatuur in de utiliteitsbouw moet 23% schelen (bij mij 0,0PJ want besparing). Wat de provincie daarvoor inboekt, staat er niet bij in het persbericht, maar een ECN-studie, die gebruikt is voor de Uitvoeringsagenda Energie, noemt hier 2,3PJ .
  • Strengere controle op energieplannen bij bedrijven (bij mij 0,0PJ want besparing)
    Genoemde ECN-studie verwacht dat de provincie hier niet veel zal binnenhalen.
Huis met warmtebuffer op oliestook en zonneboiler
Huis met warmtebuffer op oliestook en zonneboiler
  • Het Nul op de Meter-programma zou op papier in 2020 40.000 bestaande woningen gerenoveerd moeten hebben. De provincie werkt met 40GJ warmte per bestaande woning per jaar (kan). Gesteld dat het Nul op de Meter-programma in 2020 zijn doel bereikt heeft (vooralsnog loopt het niet hard, zie https://www.bjmgerard.nl/?p=3941 ), dan zou dat 1,6PJ besparen.

Als ik naar eer en geweten optel, kom ik op 2 a 5 + 1,3 + 4,8 – 4,8 + 2,3 + 0,0 + 1,6 = 7 a 10PJ, waar de provincie op onachterhaalbare wijze aan 8 a 11,5PJ komt.
Gegeven de onzekerheden en de zeer vele aannames kan ik me over het verschil niet erg opwinden.

Overigens bevestigt de gang van zaken dat de provincie pas echt tot getallen komt, die ertoe doen, als ze zelf leiding geeft aan de ontwikkelingen en niet afwacht tot mensen met de hoed in de hand komen bedelen of alsjeblief….

 

Eijdems en het Mijnwaterproject en de rol van warmteopslag
Ik ben op 4 okt 2016, zoals elk jaar, naar de Energiebeurs in den Bosch geweest en ben daar aanwezig geweest bij een workshop van de Open Universiteit “De rol van thermische opslag voor systeemintegratie en voor stedelijke energievoorziening” van Herman Eijdems. Hoe ziet een CO2 -loze stad eruit, welke infrastructuur hoort daarbij en hoe betalen we de ombouw van de bestaande woningvoorraad?

De Trias Energetica volgens Mijnwater
De Trias Energetica volgens Mijnwater

De Open Universiteit zit in Heerlen en dat Eijdems het Mijnwater-project als vertrekpunt neemt, is dan ook niet vreemd.
Het basisplaatje is een balans:

Schema van warmte in de stad
Schema van warmte in de stad

De balans wordt sluitend gemaakt door jaargemiddeld 6kWh/m2 op te slaan. De behoefte is 20kWh/m2*y  en het aanbod aan zon wappert omgerekend tussen de 26 en de 14 – even zeer kort door de bocht uitgelegd.
De rekensom met de 100 miljoen m3 water = 1 miljoen GJ klopt als de temperatuurstijging onder de grond 2,4°C is geweest en een woning op 30GJ warmte/y wordt getaxeerd.

Hoe kun je energie opslaan, aldus Eijdems? Je kunt dat bijvoorbeeld met een Tesla Power Wall doen.
Maar sla je, zoals Eijdems betoogt, voor de winter 1522kWh wilt opslaan en in 10kWh-Power Wall units, dan heb je er daar 153 van nodig. De Power Wall helpt je wel door de nacht heen, maar niet door de seizoenen.
Daar staat tegenover dat Heerlen 8 miljoen m3 mijnwater heeft. Dat komt overeen met 1,4 miljoen Tesla’s, nu ineens geen Power Wall’s meer maar auto’s (die stonden op het plaatje). De gedachtensprongen volgden soms snel op elkaar. Zouden dat S85-Tesla’s geweest zijn, dan is de accucapaciteit 85kWh en gaat er in 1,4 miljoen accu’s 0,43PJ. Als die waarde in 8 miljoen m3 mijnwater zit, moet dat ongeveer 12,5°C warmer geworden zijn.
Er zit daar water van 28°C in de buizen vanuit de grond naar de verwarmingsinstallatie.

De distributie van collectief opgeslagen warmte naar individuele huishoudens vraagt per definitie om een stadsverwarming. Het interessantste deel van het verhaal ging over de steeds modernere versies van zo’n inrichting.

Dit is het schema van de bekende traditionele stadsverwarming:

Schema van een traditionele stadsverwarming
Schema van een traditionele stadsverwarming

Dat kan beter. Inmiddels is de Heerlense stadsverwarming enkele generaties verder. Het water wordt centraal op 40°C gebracht, en decentraal op 60°C. Delen van het systeem worden bidirectioneel en er wordt intelligentie ingebouwd. In feite ontstaat er een smart grid voor warmte. Het nieuwe plaatje ziet er zo uit:

De eerste aanzet tot een thermisch Smart Grid in Heerlen
De eerste aanzet tot een thermisch Smart Grid in Heerlen

Volgens Eijdems ziet het er financieel, als heel Nederland gasloos gemaakt zou worden, financieel als volgt uit:

Business Case van het Mijnwater-verdienmodel na landelijke opschaling
Business Case van het Mijnwater-verdienmodel na landelijke opschaling

Lees dit als volgt: Nederland volledig gasloos maken zou 310PJ aan aardgas besparen. Bij de veronderstelde gasprijs van €0,67/m3 bespaart dat €5,9 miljard per jaar. Via een gangbare Netto Contante Waarde-berekening over 30 jaar valt dat te vertalen in een eenmalige som van €100 miljard. Dat gedeeld door de ongeveer 7 miljoen woningen in Nederland levert het genoemde getal van €14.500 per woning + de kosten van de bespaarde CV-ketel.
Dit bedrag is als het ware als investeringsbedrag beschikbaar per woning.
Een gangbare Nul op de Meter – renovatie kost nu ongeveer €60.000 . Door bovenstaand investeringsbedrag in te brengen, worden de kosten gedrukt tot bijvoorbeeld €45.000, en dat is (volgens Eijdems) terug te verdienen.

Nu heeft niet iedere gemeente mijnwater onder zijn huizen staan. Maar ook met gewone grote opslagvaten lukt het. Eijdems meent dat Nederland met 6000 Ecovaten toe zou kunnen.
Raadplegen van http://www.ecovat.eu/ geeft dat het grootste vat een opslagcapaciteit van 0,016PJ, dus 6000 van die dingen (die je in de grond ingraaft) komt op 97PJ.
Zou inderdaad kunnen dat dat als buffer op gemiddeld 310PJ aardgasstook per jaar voldoende is.

Het zou mooi zijn als de high tech-pretenties van Brabant tot uiting kwamen in verbeterde stadsverwarmingssystemen in de provincie.

Breed akkoord Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater

De Intentieverklaring
Overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstituten hebben op 16 november 2016 een Intentieverklaring getekend over de verbetering van de waterkwaliteit. De Intentieverklaring is de eerste stap op weg naar een nieuw Bestuurs Akkoord Water. Men hoopt dat eind 2017, onder het nieuwe kabinet, te kunnen sluiten. Naast beschrijvingen van diverse deelproblemen bevat het ook een actietabel.
geneesmiddelen-en-waterkwaliteit_rivm_omslag
De Intentieverklaring is een lezenswaardig document dat ik iedereen met interesse in waterkwaliteitszaken ter lezing aanbeveel. Men kan het vinden op intentieverklaring-delta-aanpak-waterkwaliteit-en-zoetwater.pdf .

De bijbehorende brief van de minister aan de Tweede Kamer dd 7 nov 2016 is te vinden op www.tweedekamer.nl/wateronderwerpen 07 nov 2016.pdf .
Naar een brief van de minister aan de Kamer dd 8 juni 2016 wordt in de Intentieverklaring verwezen, zie www.rijksoverheid.nl/kamerstukken/2016/06/08/waterbeleid .

Onder de ondertekenaars o.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg, uiteraard namens hun achterban.

De actietabel is opgebouwd rond veertien prioriteiten:
–  Programma Delta-aanpak waterkwaliteit en zoetwaterbeheer. Dat gaat vooral over de bestuurlijke coördinatie
–  Mest en nutriënten
–  Gewasbeschermingsmiddelen
–  Medicijnresten
–  Grote wateren
–  Bescherming bronnen voor drinkwater
–  Kennisimpuls
–  Stroomgebiedbeheerplannen (waaronder de Maas en de Schelde)
–  Deltaprogramma’s zoetwater (waaronder dat van de Hoge Zandgronden Zuid en de Zuidwestelijke Delta en het Rivierengebied)
–  Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer (een initiatief van de Land- en Tuinbouw Organisatie LTO)
–  Microplastics
–  Duurzame Financiering Waterbeheer
–  Circulaire Economie
–  Waterkwaliteit breed

Het is dus een heel breed document, te breed voor deze weblog. De prioriteiten zijn dat niet voor niets, maar ik pik er nu Gewasbeschermingsmiddelen en Medicijnresten uit, met bijbehorende passages uit de Kennisimpuls. En dat, waar zinvol, met een focus op Brabant.
“Mest en Nutriënten” komt elders in deze weblog al ruimschoots aan de orde, en ook het Deltaprogramma Hoge Zandgronden is al besproken (zie Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden ).

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Gewasbeschermingsmiddelen
Enige waarnemingen uit de praktijk:
–  in zeker de helft van de meetpunten in kleine oppervlaktewateren komen overschrijdingen voor, met name in glastuinbouwgebieden (zie het verhaal over het dimethoaat in de Afgedamde Maas, Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open )
–  in 80% van de winningen van drinkwater uit oppervlaktewater worden de normen voor een of meer gewasbeschermingsmiddelen overschreden

Uit de 'Brede screening', zie
Uit de ‘Brede screening’, zie https://www.bjmgerard.nl/?p=1608

–  bij ca 50 drinkwaterwinningen uit grondwater (dat is ongeveer een kwart van alle) bestaat een probleem of een dreigend probleem)

De prioriteit Gewasbeschermingsmiddelen telt 20 actiepunten, waaronder nadenken en onderzoek (o.a. het up to date houden van de Bestrijdingsmiddelenatlas).
Daarnaast veel actiepunten richting de landbouw, zowel educatieve als stimulerende als controlerende. Het Brabantse programma “Schoon Water” wordt als voorbeeld genoemd (wat terecht is).
Glyfosaat (Roundup) speelt in dit verhaal een zeer bescheiden rol (alleen vegetatiebeheer door Rijkswaterstaat op strekdammen).

Medicijnresten
Naar schatting wordt in Nederland per jaar minstens 140 ton geneesmiddelresten via de rioolwaterzuivering op het oppervlaktewater geloosd. Dit zijn biologisch actieve stoffen. In Nederland wordt de veilige concentratie in oppervlaktewater voor een aantal geneesmiddelen overschreden. Naar verwachting groeit het probleem van medicijnresten in water in de toekomst door vergrijzing en klimaatverandering (er zit zomers minder water in de Maas). De bronaanpak blijft belangrijk in de aanpak van medicijnresten uit water, maar ook zuivering zal een onderdeel van de aanpak zijn .

Deze prioriteit telt 18 actiepunten, waaronder weer nadenken en onderzoek (oa beter afbreekbare geneesmiddelen, meer en openbaar gedeelde kennis over de effecten in water, ook van de nog slecht onderzochte diergeneesmiddelen).
Daarnaast bronmaatregelen in verpleeg- en ziekenhuizen als plaszakjes, medicijninzameling of minder milieubelastende medicijnen voorschrijven (ibuprofen is beter afbreekbaar dan diclofenac, dat in 2008 99,9% van alle gieren in India uitgeroeid heeft, met onvoorziene ecologische gevolgen).
Tenslotte wordt gestudeerd op methoden om medicijnresten in Riool Water Zuiverings Installaties (RWZI’s) uit rioolwater te halen.

RWZI De Groote Luchte Vlaardingen
RWZI De Groote Luchte Vlaardingen

Bubbelen met ozon
Een van die methodes wordt uitgeprobeerd in een pilot bij RWZI De Groote Lucht bij Vlaardingen van het Hoogheemraadschap Delfland, genaamd de Zoetwaterfabriek. De Zoetwaterfabriek is een innovatie waarin Delfland een nieuwe manier van afvalwater zuiveren test. Zo wordt onderzocht hoe medicijnresten, bestrijdingsmiddelen, hormoonverstorende stoffen en andere verontreinigingen effectief uit afvalwater kunnen worden gehaald. Dat probeert men in eerste instantie te doen met een combinatie van ozonisatie en een zandfilter (ozonisatie is dat er ozon doorheen bubbelt, een techniek die ook in zwembaden gebruikt kan worden ter vervanging van chloor. Het is alleen wat duurder.). Ozon kan geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen en micro-organismen kapot oxideren.
Om de potentie van de combinatie ozon-zandfiltratie te testen zal een demonstratie installatie gerealiseerd worden op AWZI De Groote Lucht. Hierin zal gedurende ca. 2 jaar onderzoek gedaan worden.
Een goede beschrijving van het proces is te vinden op http://www.stowa.nl/projecten/Waterfabriek_de_Groote_Lucht (de STOWA is het wetenschappelijk bureau van de waterleidingbedrijven).

Het verband met het Deltaplan Hoge Zandgronden
Het Hoogheemraadschap Delfland heeft in de winter teveel water en in de zomer te weinig water (dat moet dan worden ingelaten uit het Brielse meer).
In feite is het in Brabant, ondanks de grote verschillen in bodemopbouw, niet anders. Het Programma Hoge zandgronden gaat in essentie dan ook over “peek shaving” en anti-verspilling van zoetwatervoorraden: overschotten ’s winters ergens opslaan ten behoeve van droge zomers.
In zo’n context kan grondig gezuiverd rioolwater een belangrijk verschil maken, als men bijvoorbeeld weet dat bij een typische zomerafvoer van de Maas de bijdrage van RWZI effluent aan de afvoer

bij Luik reeds 13% in een normaal jaar is, en tot 32% in een zeer droog jaar. De vervuilende concentraties stijgen navenant. In bepaalde klimaatscenario’s komt de Maas ‘s zomers nog lager te staan dan nu.
Nu laten de Waterschappen in een droge zomer Maaswater binnen. Als ze dan extreem gezuiverd rioolwater binnen kunnen laten, kan dat een grote vooruitgang zijn.

Misschien een idee om ook in de Brabantse omstandigheden een ozon-pilot te doen?

 

 

Raad van State gelast verwijdering TAG van Jansen Recycling

De Raad van State heeft zich over het Teerhoudend Asfalt Granulaat (TAG) van Jansen BV in Son en Breugel gebogen. Op het terrein van werkmaatschappij Jansen Recycling BV aan de Kanaaldijk-Zuid in Son en Breugel ligt een enorme berg met dat spul, veel meer dan de vergunning voor dat terrein toestaat.

Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven)
Aquabest (het water onder) en het terrein van Jansen Recycling (boven). De grijze berg is het TAG.

TAG bestaat uit verbrokkelde restanten van wegen, die vroeger met (kool)teer houdend asfalt aangelegd zijn. Die wegen worden vroeg of laat gerenoveerd en dan komt het spul weer vrij. Maar inmiddels kan het, afhankelijk van de samenstelling, chemisch afval zijn geworden omdat het materiaal stijf staat van de PAK’s (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen). Wegbeheerders kunnen dat a raison van bijbetaling van ca €32 per ton aanleveren bij erkende verwerkers. Jansen is in 2007 met inzamelen gestart en inmiddels ligt er bij Jansen Recycling 600.000 ton.
Maar het terrein dient voor overslag en niet voor eindopslag en daarom mag het TAG er maar een jaar liggen (drie jaar als het nuttig verwerkt wordt). De oudste brokken liggen er echter al negen jaar.

Veel te laat is de provincie (bevoegd gezag) gaan handhaven, eigenlijk pas toen Johan van der Hout gedeputeerde werd in 2011. Dat zijn slepende procedures. Op een gegeven moment ging de provincie dwangsommen opleggen en de kern van de Raad van State-uitspraak van 23 nov 2016 is dat dat mocht.
Dat betekent dat Jansen voor 1 april 2017 200.000 ton afgevoerd moet hebben, voor 1 okt 2017 400.000 ton (incl het eerdere tonnage), en voor 1 april 2018 alles wat er langer dan drie jaar ligt.

Inmiddels heeft Jansen BV op 3 nov 2014, dus nog veel later te laat, een vergunning aangevraagd voor de machine die de vernietiging van het TAG moest uitvoeren (de Thermische Reinigingsinstallatie TRI). De Raad van State oordeelde, in lijn met de provincie, dat Jansen met zijn TRI onvoldoende zekerheid bood voor een tijdige afwikkeling van het illegaal liggende TAG.

De ontwerp-beschikking voor de TRI lag van 3 okt t/m 14 nov 2016 ter inzage. Ik heb voor de Werkgroep Geluid en Milieu van het Leefbaarheidsteam van de Achtse Barrier een zienswijze opgesteld, welke meegaat in de officiele procedure. Zie Ontwerpbeschikking TRI Jansen Recycling . De bewoners hebben geen principieel bezwaar tegen de TRI, maar willen een optimale bescherming van hun (op ca 800 m afstand gelegen) leefmilieu.

Het is nu de brandende vraag hoe het verder gaat. De uitvoering van het vonnis gaat Jansen heel veel geld kosten, met de natte vinger ergens rond de 20 miljoen. Ik ben benieuwd of ze dat hebben. plaatje_jansen

Ded volledige uitspraak van de Rada van State is te vinden op  https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=89509&summary_only=&q=asfalt .

 

Veel meer vluchten op Eindhoven Airport na 2020?

Het Platform de 10 Geboden voor Eindhoven Airport heeft zijn, inmiddels zesde, Knegselbijeenkomst achter de rug. Uitgenodigd waren gemeenteraadsleden en wethouders van de gemeenten rond het vliegveld, en leden van Provinciale Staten en GS. Die waren in redelijke getale op komen draven.

Er waren op 19 november 2016 drie sprekers.

Hans Buurma sprak namens de Werkgroep Toekomst Luchtvaart (WTL) over de scenario’s rond Schiphol en Eindhoven Airport, en over hoe dat met het klimaat te maken heeft. De WTL is een soort denktank ten be-
hoeve van bewonersorganisaties, die overeind proberen te blijven tegen de druk van Schiphol in.
De vliegerij heeft lak aan het klimaat. Iedereen in de ontwikkelde wereld moet op termijn ver terug, maar de vliegerij wil nog steeds ver vooruit. De beperkte resultaten van de recente ICAO-afspraken gaan verzuipen in de exponentiele groei.
Drie schetsen op een rij:

Aantal vliegbewegingen op EhvA na 2020 bij ongewijgde groei
Aantal vliegbewegingen (rood) en klimaateffecten (blauw) op EhvA na 2020 bij ongewijzigde groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij gemiddelde EU-groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij gemiddelde EU-groei
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij cap in 2020
Aantal vliegbewegingen op EhvA bij cap in 2020

Niemand weet er met het aantal vliegbewegingen gaat gebeuren na 2020, het jaar waarin het beleid afloopt dat op de Aldersafspraken gebaseerd is. En als het aan de autoriteiten en Schiphol ligt, blijft dat zorgvuldig buiten discussie tot het te laat is.
Daarom bracht Buurma prognoses op basis van drie mogelijke aannames. De rode lijn is een schets van het aantal vliegbewegingen, de blauwe van de opwarming die daarvan het gevolg is (met 2010 als 100%). Een vliegbeweging is of een start of een landing – twee vliegbewegingen = één vlucht.

De eerste prognose is gebaseerd op wat Eindhoven Airport tussen 2010 en 2020 werkelijk gaat doen, namelijk groeien van 18600 naar 43000 vliegbewegingen. Omgerekend is dat een groei van 8,7% per jaar.
De tweede prognose is wat er gaat gebeuren als Eindhoven Airport het Europese groeigemiddelde van 2009 tot 2015 volgt.
Het derde scenario is wat Buurma aanraadt, nl een ‘cap’ op het aantal vliegbewegingen in 2020. Vanaf dat jaar blijft dat aantal 43000. De blauwe lijn duikt dan, maar 70% is eigenlijk nog niet ver genoeg. Dit scenario genoot veel sympathie bij de aanwezigen.

Klaas Kopinga (voorzitter Belangenvereniging Omwonenden Welschap BOW) ging vooral in op de lopende zaken rond de zogenaamde Uitvoeringstafel. Die staat virtueel in het Provinciehuis en gaat alleen over de praktische uitvoering van de afspraken tot 2020. Althans, als het aan de meerderheid van de daar pratenden ligt. De BOW houdt enige afstand tot deze tafel, omdat ze zich niet gecommitteerd heeft aan de grondslag ervan.

Eén punt lichtte Kopinga eruit: het Leefbaarheidsfonds. Daar zit grofweg ruim een miljoen in en is eigenlijk bedoeld voor urgente milieusituaties die rechtstreeks met het vliegen te maken hebben. Maar er worden pogingen gedaan om het geld te slijten aan nodeloze tussenlagen als ombudslieden met bijbehorend ambtelijk apparaat. Dat kon niet de bedoeling zijn, meende Kopinga.
De gedachte aan de besteding van het Groningse aardgasschade-geld drong zich op.

Verder probeert ‘men’ om geruisloos het woord “hinder” te laten evolueren tot ‘hinderbeleving’. Een subtiel, maar belangrijk verschil. “Ze willen stillere burgers en geen stillere vliegtuigen” formuleerde ikzelf als conclusie. Deze analyse kreeg veel steun.

Wim Scheffers (van Geen Vluchten Na Elven) leidde de discussie aan de hand van zeven stellingen en gaf aan dat het Platform zich ‘wilde resetten”: een bredere thematiek, beter gestructureerd contact met de achterban, updaten van de website, en een gemoderniseerd manifest. De resultaten van de discussie over de zeven stellingen worden meegenomen bij het opstellen van dat manifest.

Discussiestellingen voor de bijeenkomst in Knegsel op 19 nov 2016

  • Verdere kwantitatieve groei heeft geen nut voor de regio
  • Vlieg selectief. Gebruik het beperkte aantal slots eerst voor zakelijk en sociaal-maatschappelijk verkeer, en dan pas voor vakantieverkeer. Schakel als vervanging andere vervoerwijzen in, o.a. de trein
  • Er mag geen sprake zijn van gezondheidsschade door geluidshinder, slaapverstoring en (ultra)fijn stof
  • De modernste technieken worden verplicht gesteld om deze problemen te minimaliseren
  • Er mogen geen nachtvluchten komen. Vluchten aan de randen van de dag moeten worden teruggedrongen.
  • Waardeverlies van vastgoed moet worden gecompenseerd
  • De opwarming van de aarde staat niet toe dat het aantal vliegbewegingen ongeremd kan blijven stijgen, ook niet op Eindhoven Airport

Vliegbewegingen rond Eindhoven

Dat manifest gaat in het voorjaar van 2017 uitkomen en wordt de basis voor gesprekken met de lokale politiek, die tegen die tijd begint met het opstellen van de programma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.

Het ultieme doel is dat straks de randgemeenten, Eindhoven en de provincie met één mond spreken als de toekomst na 2020 aan de orde komt.

De nieuwe naam van de organisatie wordt Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2). Bij dat nieuwe Beraad kan straks elk individu en elke organisatie zich aansluiten.

De presentaties van de sprekers zijn hier te vinden:

presentatie-buurma-knegsel-191116-1

knegsel-19-11-2016-presentatie-klaas-kopinga

knegsel-19-11-2016-presentatie-wim-scheffers

Zie ook

Klimaateffect Eindhoven Airport binnenkort gelijk aan dat van heel Eindhoven

Het klimaat is een wild beest dat alle kanten op kan vliegen, maar tienduizend jaar heeft geslapen (Maarten Scheffer)

Ik ben op het symposium geweest van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) over “Kantelpunten in het klimaat” (11 nov 2016).

Scheffer en wat een kantelpunt is
Een “kantelpunt” kan men definieren als “a situation where a small impact can cause a runaway change”. Dit citaat uit het boek van Gladwell “The tipping point” gebruikte de Wageningse bioloog Maarten Scheffer als eerste spreker op het symposium om zijn eigen werk te definieren.

Maarten Scheffer (WUR)
Maarten Scheffer (WUR)

Scheffer is begonnen om als aquatisch bioloog meertjes op de Veluwe te bestuderen. Die horen helder te zijn, met watervlooien die de blauwalg wegvreten, een onaangeroerde boden en zonlicht dat tot op de grond komt, waardoor waterplanten kunnen groeien. En eventueel snoek erin. Maar als de verstoring door de landbouw en (toen nog) de wasverzachters maar intens genoeg is en lang genoeg duurt, wordt de blauwalg steeds sterker. Een storm of een ongelukje met mest of zo kan het beslissende zetje geven waardoor het meertje in ene staat schiet van troebel water, blauwalg, geen planten meer en brasem die de bodem omwoelt waardoor de troebelheid in stand blijft. En dat is een toestand waar je het meertje verrot moeilijk weer uit krijgt.
Het meertje kan in twee stabiele toestanden verkeren.

Het precieze moment van de omslag is niet te voorspellen, maar er zijn soms wel indicaties dat je in de buurt komt. De slingeringen worden groter en duren langer en daar kun je naar op zoek gaan. Het “systeem verliest zijn veerkracht”.
Onder deze antropocentrische term schuilt wiskunde waarvan de details ook voor mij te ver voeren. On een idee te krijgen, kijk https://nl.wikipedia.org/wiki/Attractor of het filmje http://simplex.ucsd.edu/Movie_Sall.mov .

Scheffer heeft deze gedachte steeds verder veralgemeniseerd en is daar beroemd mee geworden, o.a. met enkele publicaties in Nature. Hij wordt geïnterviewd (in okt nog in de NRC ( www.nrc.nl/nieuws/2016/10/28/de-voortekenen-van-een-omslag-4588339-a1529048 ). Er komt van alles voorbij: het armoedebeleid, de Arabische lente, en het klimaat.
Scheffer noemde de verkiezing van Trump niet als kantelpunt, maar dagvoorzitter Dijkstra hintte er overduidelijk op.

Eigenlijk komt het concept mij heel vertrouwd voor. In mijn linkse studententijd ben ik politiek opgevoed met het dialectisch materialisme en de Hegeliaanse “omslag van de kwantiteit in de kwaliteit” lijkt verrassend veel op een kantelpunt.

Kantelpunten in het klimaat
De titel boven dit artikel komt ook van Scheffer en dateert uit 2009, in welk jaar hij de Spinozaprijs won. De aarde heeft de afgelopen 10000 jaar een mild klimaat gehad, wat mede het ontstaan van de beschaving mogelijk gemaakt heeft.
Dat milde klimaat is bepaald niet vanzelfsprekend. De aarde heeft periodes gekend zonder ijs en met bijna alleen maar ijs, en alles daar wapperend tussen in.
Dit –> http://www.wur.nl/nl/nieuws/Directe-aanwijzing-voor-positieve-terugkoppeling-klimaatopwarming.htm is er een wagenings persbericht over.

Diepzeetemperatuur en mondiale aanwezigheid van ijs
Diepzeetemperatuur en mondiale aanwezigheid van ijs

Dat kwam duidelijk naar voren in het relaas van Anna von der Heydt, waraaan bovenstaand plaatje ontleend is. De vertikale schaal is naar onderen toe kouder.
Von der Heydt liet o.a. zien dat de oceaanstromen rond Antarctica tussen twee standen heen en weer kunnen springen (mogelijk als oorzaak van de sprong 34 miljoen jaar geleden).

Dolman van de VU besprak zichzelf versterkende en zichzelf dempende terugkoppelingen tussen de vegetatie en het klimaat, voor het Amazonegebied en voor de toendra. De natuur kan tegenstribbelen, het is geen mechanische race naar de afgrond.
Dolman racete langs een wiskunde die te moeilijk was om zo maar even te volgen (al dit soort verhalen worden gemodelleerd) , en ik weet te weinig van deze discipline af. Als ik het goed begrepen heb, kan de toendra ontdooien en als versterkende terugkoppeling een heleboel methaan uitstoten, maar gaat het niet zo snel als de meest pessimistische modellen denken.
En kan het Amazonegebied in principe in twee stabiele toestanden bestaan, namelijk tropisch nat (nu) en tropisch droog (savanne). De overgang in principe plaatsvinden, maar er zijn nog te weinig gegevens om dat met zekerheid te zeggen. Maar als hij plaats zal vinden, is er geen early warming. De verandering gaat sneller dan de slingering.

Voor mij het beste te volgen was het verhaal van Van den Broeke over de ijskappen. Een ijskap kaatst zonlicht terug en beschermt dus tegen opwarming, en een verdwijnende ijskap is dus een zichzelf versterkende terugkoppeling.
antarctische-ijskappenarctische-ijskappen
In beeld de twee poolkappen en het aantal meter zeespiegelstijging dat hoort bij volledig smelten. Als de mondiale temperatuurstijging onder de 2οC blijft, zouden de Groenlandse en Oost-Antarctische ijskap het grotendeels houden. Gezien de bijbehorende getallen zou dat een aangenaam idee zijn.

De opbouw van een ice cap
De opbouw van een ice cap

Van den Broeke bracht de grote ijskappen in een soort samenhangend beeld.
Een sheet ligt op land en is > 50.000 km2 , een cap ligt ook op land en is < 50.000 km2 en ligt vaak hoog, en een shelf ligt op zee. Ik vond een uitleg op https://nsidc.org/cryosphere/glaciers/questions/types.html .
Wat de Groenland ice sheet is snap ik (dat is dat hele grote ding), maar wat de Groenland ice cap is, is mij niet duidelijk. Het lijkt een wat kleiner stuk aan de rand, maar ?
Firn is het overgangsstadium tussen sneeuw en ijs. De sneeuw is gecompacteerd, maar er zitten nog poriën is.

Vijf etappes in de smelt van een ice sheet
Vijf etappes in de smelt van een ice sheet

five-stages-ice-sheet-melt_ingevuld-met-ijskappen

Lijkt me zeer relevant onderzoek voor Nederland en een uitstekende reden om onder de 2°C te blijven!

Later toegevoegd een plaatje uit The Economist van 22 nov 2016:

Smeltend zeeijs. mkm sq betekent miljoen km2.  (Economist 22 nov 2016)
Smeltend zeeijs. mkm sq betekent miljoen km2. (Economist 22 nov 2016)

De laatste spreker, die nog genoemd moet worden, is Appy Sluijs, hoogleraar paleoceanografie . Die vertelde over zijn educatieve project voor de bovenbouw van de middelbare school, o.a. met lesmateriaal en de website www.tippingpointahead.nl en een prijsvraag. Een goed initiatief, lezing aanbevolen.

Over Trump en hoe het Amerikaanse leger probeert het klimaatverdrag te redden

trump-1
Trump en Wilders en maatschappelijke problemen
Het is een vreemde tijd.

Ik heb op deze site nog niet wat gezegd over de verkiezing van Trump. Bewust, want ik wilde eerst nadenken. En ik heb meerdere werelden waarin ik een zekere loyaliteit heb uitstaan.

Ik lees hoe mijn lijfblad, de Scientific American, op 17 nov de ene na de andere geleerde aan het woord laat hoe erg het is. Richard Dawkins, een van de beroemdste biologen ter wereld, schrijft een open brief aan Nieuw-Zeeland of dat land niet het staatsburgerschap wil aanbieden aan alles wat maar enige naam heeft op wetenschappelijk gebied in Engeland en de VS. Ik vind het onzin.
Ik heb geen idolen, maar voor zover ik mij zou kunnen voorstellen dat ik er een had, zou dat Michael Shermer zijn van Skeptic magazine, die verwacht dat de continuiteit groter zal blijken dan het verschil en iedereen oproept om kalm te blijven.
Ik voel een loyaliteit aan de wetenschappelijke wereld, waarin ik zelf een onbeduidend speler ben, en ik voel een loyaliteit aan het internationalisme dat daarbij hoort.
Ik voel een loyaliteit aan milieu en klimaat, en voor al die dingen heb ik dus van Trump weinig heil te verwachten.

Aan de andere kant ben ik socialist (SP-lid) en heb ik een mening over de maatschappij. De core business van het socialisme is het analyseren van machtsongelijkheid en de systeemfouten, die daarvan oorzaak en gevolg zijn, en de effecten daarvan die velen in onze samenleving diep treffen. En in de VS nog veel dieper. Ik heb de openingsfoto van dit artikel niet voor niets gekozen.

Ik heb geen enkele loyaliteit met welke godsdienst dan ook. Ik vind het een raar, onbegrijpelijk fenomeen. Ik haat de godsdienst ook niet, ook de Islam niet. Ik heb in deze kolommen al vaker geschreven over de grote betekenis die de Islam voor de Europese wetenschap gehad heeft. Ons woord cijfer, (al)chemie. Aldebaran, zelfs alcohol, en het Alhambra (het mooiste gebouw van Europa, tenminste bij mooi weer) zijn islamitisch en ons woord algorithme komt van een vrome islamitische Pers die woonde in wat nu Oezbekistan is. Ibn Sina (Avicanna) was eeuwen lang de medische standaard. En een tijd lang (inderdaad wel erg lang geleden) waren de islamitische steden Sevilla en Cordoba de hoofdsteden van de Europese cultuur.
Er bestaan op dit moment problemen, die voor een groot deel eerder tot het culturele erfgoed van islamitische landen horen die geteisterd worden door droogte, achterlijkheid, oorlog waaraan ze lang niet zelf als enige schuldig zijn. Welke problemen verergerd worden door zichzelf versterkende haatmechanismes in onze samenleving.
Ik heb niets tegen Islamitische mensen, en ook daarom heb ik niets met Trump en ook niets met Wilders. Maar ik vind elke godsdienst onzin.

De lont en het kruitvat
Als de lont het kruit heeft doen exploderen, is het meestal verstandiger te reconstrueren waar het kruit vandaan komt dan wat de herkomst van de lont is. Liefst zelfs voorafgaand aan de ontploffing, maar dat is in de VS mislukt. In Nederland is het misschien nog niet te laat.

De uitslag van de presidentsverkiezingen op county-niveau
De uitslag van de presidentsverkiezingen op county-niveau

Ik ben geen Amerika-deskundige, maar wel Amerika-geïnteresseerd en probeer artikelen te begrijpen waarvan ik denk dat ze het lezen waard zijn. Zodoende kwam ik via de Correspondent op het artikel How Half Of America Lost Its F**king Mind (uit Crack http://www.cracked.com/blog/6-reasons-trumps-rise-that-no-one-talks-about/ ) van (pseudoniem) David Wong. Ik raad lezing aan.

Hierboven een verkiezingsuitslag, ingekleurd niet op state-niveau, maar op county-niveau (dus kleinschaliger). Wong beweert dat hier perfect de steden blauw zijn en het platteland (waarvan hij zelf afkomstig is voor hij in de stad ging werken) rood. Hij geeft uitgebreide culturele beschouwingen die op mij als leek overkomen als ‘could be true’, maar die moet iedereen zelf maar lezen. Wong beschrijft de plattelandsopvattingen empatisch, steunt ze soms, soms niet, maar verzet zich consequent tegen het denigrerende en eenzijdige karakter van de berichtgeving. Men krijgt tot op zekere hoogte sympatie voor de doelgroep.
De orkaan Katrina, geeft hij als voorbeeld, richtte een ramp aan in de stad New Orleans (wereldwijde coverage), maar daarna rolde hij over het platteland van Mississippi, waar hij 238 mensen doodde en voor 125 miljard schade aanrichtte – in essentie verwaarloosd in de media, zegt Wong.

Presidentsverkiezing 2016 Illinois op coutyniveau
Presidentsverkiezing 2016 Illinois op coutyniveau

Wong komt zelf uit de “blauwe’ staat Illinois, maar uit een van de ‘rode’ counties.
Het platteland, zegt hij, is economisch verwoest. De gemeenschappen waren vaak afhankelijk van één kolenmijn of één metaalfabriek, en als die weg is, is het schluss. De hopeloosheid vreet je op.

Waar 2010-2014 het herstel plaatsvond
Waar 2010-2014 het herstel plaatsvond

Er is wel economisch herstel, maar dat is in de steden, zie boven. De helft van het herstel vond plaats in 20 counties met daarin 17% van de bevolking. Wong “Cities can make up for the loss of manufacturing jobs with service jobs — small towns cannot. That model doesn’t work below a certain population density“.

Tegelijk staat er om de steden een “30 meter hoge muur die kosten van levensonderhoud” heet. Een appartementje van 60m2 kost $1200 per maand, tenzij je in de slums gaat wonen.

Maar, denk ik als socialist, het  probleem bestaat, maar de keuze voor Trump helpt niet. Wat te verwachten was gebeurt nu al: hij omringt zich vanaf de dag na zijn verkiezing met bankiers en verwant volk uit welke kringen hij zelf komt. Eigenlijk is een van de weinige onomstreden programmapunten dat de infrastructuur van de VS gerepareerd moet worden. Je kunt dat natuurlijk ook cru formuleren door te zeggen dat Hitler Autobahnen aanlegde, en dat Trump ze repareert. Er zit een dubbelzinnige waarheid in dit verhaal.
Net als Wilders die groot werd met de belofte van handhaving van de AOW-leeftijd en die een dag na de verkiezingen al liet vallen. Het zou wel eens kunnen dat de plattelandsbevolking zich over vier jaar zeer teleurgesteld voelt.

Trump en het leger en het klimaat
Trump beweert dat hij $500 miljard gaat uitgeven aan het leger, maar de militaire leiders reageren niet jodelend. Integendeel, ze doen moeite om Trump van zijn plan af te brengen om het Klimaatverdrag op te blazen. In het leger lopen niet alleen idioten rond en er zijn er heel wat, die in het veranderende klimaat een serieus militair gevaar zien. Beter dan de kortzichtige domheid van Trump en zijn vrienden.   Zie bijvoorbeeld Climate Wire op 15 november (www.scientificamerican.com/article/military-leaders-urge-trump-to-see-climate-as-a-security-threat/?WT.mc_id=SA_ENGYSUS_20161117 ), met een foto van de Norfolk Naval Station in Virginia, die bedreigd wordt door de stijgende zeespiegel.

Norfolk Naval Station Virginia
Norfolk Naval Station Virginia

En het Amerikaanse leger heeft al vaker in officiele rapporten aangegeven dat de veranderende klimaatpatronen, met bijbehorende overstromingen en droogtes, tot migratiebewegingen leiden die een ernstige ‘threat multiplier’ zijn (zie VS-krijgsmacht bereidt zich voor op klimaatoorlogen ).
Kon wel eens zo uitpakken dat de bijbehorende onkosten hoger uitvallen dan die 500miljard incidentele baten.

Het zijn ironische tijden, als straks blijkt dat het Amerikaanse leger het klimaatverdrag gered heeft.

Overigens zei Middeldorp, de hoogste militaire baas van Nederland, op 20 nov 2016 precies hetzelfde als het Pentagon. Zie middendorp-spreekt-zich-uit-voor-aanpak-klimaatverandering .

 

 

Helpen bomen tegen de luchtvervuiling?

Kappen met kappen
Een mevrouw uit een dorp in de regio Eindhoven stuurde mij een mail dat ze het er niet mee eens was dat de gemeente twee twintigjarige eiken wilde kappen. De bomen stonden niet als waardevol op een lijst en de gemeente hanteerde een objectieve matrix voor wel of niet kappen, dus goede raad was duur. Kon je met de luchtkwaliteit als argument dwars gaan liggen?

Ik heb van het juridische deel geen verstand. Bij ons in Eindhoven gaat het Trefpunt Groen Eindhoven over de bomenkap en ik heb voor de juristerij de mevrouw daar naar toe doorverwezen.

Twee situaties
Resteert de inhoudelijke vraag of bomen iets tegen de luchtvervuiling doen. Mensen houden (meestal) van bomen en daar zijn goede subjectieve en objectieve redenen voor. De gedachte dat bomen de lucht zui-
veren is sympathiek, maar niet elke sympathieke gedachte is waar. Zuiveren bomen echt de lucht?

Aan die vraag is veel onderzoek gewijd, tot en met metingen, windtunnels en computermodellen toe, en het antwoord is dubbelzinnig. Dat
blijkt uit het Nederlandse standaardwerk op dit gebied van het RIVM “Het effect van vegetatie op de luchtkwaliteit (Update 2011)”. Men kan dat vinden op www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/680705019.pdf  . Ik gebruik vooral deze bron. Andere bronnen zijn hierin vaak meegenomen.
Ook:  www2.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport1419.pdf
en https://www.ecn.nl/nl/nieuws/newsletter-nl/2010/juli-augustus-2010/bomen-als-stofvanger/
en http://www.groeneruimte.nl/dossiers/groen_en_luchtkwaliteit/home.html (is goed)

De vraag moet worden opgeplitst in twee hoofdvragen: hoe is de wisselwerking tussen bomen (meer algemeen vegetatie) en de atmosfeer, en welke effecten hebben bomen en struiken langs drukke wegen?

De wisselwerking bomen (cq vegetatie) – atmosfeer sec
Deze vraag is onderzocht voor NO2 en voor fijn stof.

Van de stikstofoxides gaat alleen NO2 een relatie aan met een plant, via de huidmondjes.
huidmondjes

Tot een bepaald maximum werkt NO2 gunstig voor de groei, na dat maximum werkt de stof schadelijk op de plant. Dat maximum kan per soort plant sterk uiteen lopen.

Planten vangen fijn stof (en hebben daar geen last van, het regent er vaak vanaf) door de zwaartekracht (de grofste deeltjes vallen omlaag); aerodynamica (de wind maakt bij een tak een bocht en de deeltjes vliegen recht door); en de Brownse beweging (voor hele kleine deeltjes).
depositiesnelheid-als-functie-van-de-grootte
(Een depositiesnelheid is een kunstmatig begrip. Stel je voor dat de wind een concentratie fijn stof met zich meevoert van 25µgr/m3 en dat die op een loodrecht vlak van 1m2  5µgr/m3sec afzet, dan heet de depositiesnelheid 5/25 = 0,2 m/sec. De depositiesnelheid is dus per definitie een maat hoeveel fijn stof er op een dwarsoppervlak kan worden afgezet, gegeven hoeveel er per m3 in de lucht zit).
De depositiesnelheid wordt bepaald door de aard van het oppervlak. Harige, gekrulde blaadjes hebben een grotere depositiesnelheid dan gladde platte.

Weggevangen hoeveelheden per boom per jaar bij verschillende stamdiameters
Weggevangen hoeveelheden per boom per jaar bij verschillende stamdiameters

Er is op allerlei manieren aan bepaald en gerekend oa door de Amerikaanse Forest Service. Dat leidde o.a. tot bijgevoegd illustratief plaatje, waarin geschat wordt hoeveel een individuele boom van een bepaalde stamdiameter in Chicago per jaar vangt (een pound is 454gram en een inch is 2,5cm).
Lees dus: een boom in Chicago met een stamdiameter  van >=30 inch (75cm) vangt per jaar ca 500gr PM10, ca 500 gr ozon, en ca 200 gr NO2 . Accepteer hierin de nodige onzekerheid en situatiegebondenheid, en hou voor Nederland overeind dat een forse boom goed is voor een paar honderd gram fijn stof per jaar.
Een in Nederland veel gebruikte schatting is ca 100gr fijn stof per stadsboom per jaar (maar stadsbomen zijn meestal een stuk dunner dan 75cm). Kan dus grofweg kloppen.

Het is bij het RIVM nog onduidelijk hoe effectief groene daken zijn.

Een plaatje van Internet voor Nederland geeft dit (dus per hectare ipv per boom), in een onaannemelijk hoge precisie:
opname-fijn-stof-per-opp-per-soort-vegetatie-header

Opname van fijn stof per jaar per hectare
Opname van fijn stof per jaar per hectare

Naaldbomen vangen overigens niet alleen materie, ze stoten ook uit. Die lekkere dennenlucht bestaat o.a. uit terpenen, Vluchtige Organische Stoffen die in smogomstandigheden een rol kunnen spelen.

De vraag of bomen NO2 en fijn stof vangen kan dus bevestigend worden beantwoord. Let wel: dat is dus een afspiegeling van alle fijn stof in de lucht, waarvan slechts een beperkt deel van het lokale verkeer afkomstig is.

De vraag wat jouw longen daaraan hebben, is een geheel andere. Voor jouw longen telt niet wat de boom weggevangen heeft, maar wat de boom overgelaten heeft. Jouw longen ademen luchtconcentraties in. Die 500gr van een forse boom moet via ingewikkelde modellen verdeeld worden over heel veel km3 lucht. Dat resulteert in een daling, maar de grootte daarvan valt tegen. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat alle bomen in New York samen, als de groen zijn, de concentraties ozon met 0.50% verlagen, PM10  met 0.47% en NO2 0.31%.

Alleen als je heel veel bomen zet kom je hoger. In Glasgow en Wolverhampton is berekend wat het zou schelen als van de aanwezige open ruimte een kwart begroeid zou raken (waarbij het probleem was dat de meeste PM10 hing op de plekken met de minste ruimte). Dat zou resp. 2,5% en 7% schelen.

Wat doen bomen langs drukke wegen?
Bij drukke wegen wordt het verhaal gecompliceerder, omdat het verkeer een punt- of lijnbron is met een specifieke vormgeving, te midden van grotere omgeving. Daardoor treden er zowel concentratie- als verspreidingseffecten op ten gevolge van de wind. De netto som van de verspreidingseffecten over het gehele gebied is nul, maar dat geldt niet in elk afzonderlijk deelgebied.

Stedelijke canyon, luchtkwaliteit met en zonder bomen
Stedelijke canyon, luchtkwaliteit met en zonder bomen

Dit is een “stedelijke canyon” met in het tweede plaatje geen bomen en in het derde plaatje de bomen uit het eerste plaatje. Vervolgens een computersimulatie. Het algemene effect is dat in deze situatie bomen de wind breken, waardoor in de straat aan de grond de lucht vuiler is en op grotere hoogte schoner.

Snelweg, luchtkwaliteit met en zonder bomenrij aan één kant
Snelweg, luchtkwaliteit met en zonder bomenrij aan één kant

Dit is een vergelijkbaar plaatje met bomen aan één kant langs de snelweg.

De concentratieeffecten door de bomen zijn beduidend groter dan de vervuilingsabsorbtie van diezelfde bomen. Het is dus niet verstandig om bomen langs een drukke weg te zetten, als daarvan het uitsluitende doel is om de luchtkwaliteit in de nabijheid van die weg te verbeteren. Wil je toch bomen (bijv. voor de sfeer of de sier), zorg dan dat de kruinen geen gesloten tunnel vormen.

Vegetatie-geluidsscherm
Vegetatie-geluidsscherm

Vegetatieschermen en idem geluidswallen hebben er vlak achter dubbelzinnige effecten. De schaarse metingen laten zowel iets lagere als iets hogere concentraties van stikstofoxiden zien.

De moraal
Bomen in de stad zijn goed. Een individuele boom is niet heilig, maar de gemeente moet wel een goed verhaal hebben om te kappen en liefst elders een nieuwe de grond in. De mevrouw van de twee eiken heeft mijn sympathie, maar ik ken het achterliggende verhaal niet.

Als de gemeente een heleboel bomen in het stadspark zet, is dat een goede zaak.
Maar als de gemeente bomen langs een drukke autoweg wil zetten, moet ze goed weten wat ze daarmee wil bereiken en wat ze doet en hoe ze het doet.

Andere maatregelen zijn belangrijker voor schone lucht in de stad.

De luchtkwaliteit in Boxtel – update 21 okt en 16 november 2016

Update – 2:
Het College van B&W van Boxtel heeft antwoord gegeven op onderstaande vragen. Het lijkt een alleszins redelijk antwoord.

De eerste vraag ging over stedelijke distributie, digitaal bestelde pakjes bezorgen, etc, liefst ook om mensen in te schakelen met afstand tot de arbeidsmarkt. Het antwoord lijkt me welwillend, maar om het goed te kunnen beoordelen moet je de lokale situatie kennen, en die ken ik niet goed genoeg.

De tweede vraag of het Luchtkwaliteitsplan uit 2011 niet eens ge-updated zou moeten worden vanwege alle ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar. Die updating is toegezegd voor 2017, en alle relevante zaken worden er in meegenomen. Dat is prima.

De derde vraag ging over houtstook. B&W willen meelopen in het spoor van de Vereniging van Nederlandse  Gemeentes (VNG). Dat is op zich een logische keuze van B&W, maar ik kan niet goed overzien wat de inspanningen van de VNG waard zijn. Ik heb die de laatste maanden niet gevolgd.

Update – 1:

Naar aanleiding van de lezing heeft de Boxtelse SP schriftelijke vragen gesteld aan het College van B&W. Ze vragen om het Boxtelse luchtkwaliteitsplan uit 2011 (in die tijd een goed standaard-plan) te evalueren en te updaten, omdat er sinds die tijd het nodige gebeurd is, oa het digitaal winkelen en navenant bezorgen, de hogere maximum snelheid op de A2, de ontwikkelingen in de landbouw en recente publicaties over houtstook.
De vragen zijn hier te vinden.

——————————–

Verschillende Boxtelse organisaties op duurzaamheidsgebied hebben de Duurzame Week Boxtel georganiseerd. Ze hadden mij via Milieudefensie gevraagd om in die week (donderdag 6 oktober 2016) een lezing in de Bibliotheek te houden over de Boxtelse luchtkwaliteit. Een eervolle vraag.

De presentatie is te vinden, vanwege de omvang van het bestand in twee delen, –> lezing-duurzame-week-boxtel-06-okt-2016-helft-1 en lezing-duurzame-week-boxtel-06-okt-2016-helft-2.

Ik heb mij in mijn lezing beperkt tot stoffen in de atmosfeer, die toxisch zijn voor de mens, dus tot de volksgezondheidsaspecten. Daarin moeten verschillende vormen van onderscheid worden aangebracht: naar schaalgrootte (Boxtel zelf en het grotere geheel), naar soort vervuiling, tussen meten en berekenen, tussen normen en adviezen.

Voorbeeld-concentratieopbouw van luchtvervuiling bij een stad
Voorbeeld-concentratieopbouw van luchtvervuiling bij een stad

In een dorp als Boxtel, dat relatief ver van grote steden ligt, wordt de luchtvervuiling vooral bepaald door de regionale achtergrond.  Daarbovenop komt een, niet zo hoge, Boxtelse blauwe bobbel, de rode piek moet je zien als de A2 en de gele als de grotere wegen door Boxtel.
De blauwe bobbel bevat verwaaide uitlaatgassen binnen Boxtel, vee-
teelteffecten (Boxtel was een station in het VGO-onderzoek van
Heederik), houtstook door huishoudens en andere huishoudelijke lozingen, en industriele fijn stof-lozingen.
De Nationale Emissie registratie noemt vier Boxtelse bedrijven, samen goed voor ruim 46 ton PM10: Van Oers, Van Oerle-Alberton, Vion Boxtel en Van Geel Systems metaalwarenfabriek. 46ton is ongeveer 1% van de totale Brabantse PM10-lozingen – die overigens verhoudingsgewijze hoog zijn.

Een piek zie je op de plattegrond vooral als een piek bij ultrafijn stof en roet. Dit plaatje uit Rotterdam voor het verschil tussen PM10 en roet (EC) is illustratief:

Vergelijking lokaal karakter PM10 en roet in Rotterdam
Vergelijking lokaal karakter PM10 en roet in Rotterdam

De meest directe relatie tussen een milieuhygienische handeling en een zichtbaar resultaat binnen de bebouwde kom krijg je als je iets aan roet doet. Dus aan auto’s en houtstook door amateurs.
De Boxtelse roetkaart ziet er als volgt uit:

Roetkaart van Boxtel. 2014, Atlas voor de Leefomgeving en RIVM
Roetkaart van Boxtel. 2014, Atlas voor de Leefomgeving en RIVM

Tot slot heb ik met de aanwezigen over mogelijke praktische stappen gepraat, die Boxtel alleen of samen anderen zou kunnen zetten:

  • versnelde modernisering wagenpark (elektrisch rijden, hybride of Euro6)
  • meer fiets en OV, bijv. via collectief vervoer naar Boxtelse bedrijven op Ladonk
  • meer planmatigheid in de distributie van goederen
  • een lagere maximum snelheid op de A2 (heeft de gemeente al vergeefs geprobeerd)
  • werk mee aan een kleinere en ecologisch meer verantwoorde veehou-
    derij
  • actie tegen open haarden
  • het Boxtelse Luchtkwaliteitsplan is goede standaard, maar dateert al weer uit 2011. Het zou geupdated kunnen worden.

Tenslotte: ik heb voor Boxtel een handleiding gemaakt hoe om te gaan met visualisatie-programma’s van de luchtkwaliteit als de viewer van het NSL en de Atlas voor de Leefomgeving. Die kan men vinden –> handleiding-voor-het-lezen-van-gevisualiseerde-bestanden-met-luchtkwaliteitsgegevens_okt2016

Twee moties voor minder wegverkeerslawaai

Hilvarenbeek
De SP heeft op 15 oktober gesproken met een aantal inwoners van Hilvarenbeek. Dat ging o.a. over de geluidsoverlast van de N269. Dat is een drukke weg met (nu) een betonplatenoppervlakte. Dat wegdek maakt relatief veel herrie en bovendien verslijten de platen nog wel eens. Zie een eerder artikel Stil en nog stiller asfalt in Hilvarenbeek .

Geluidskaart Hilvarenbeek 2011 (Atlas voor de Leefomgeving)
Geluidskaart Hilvarenbeek 2011 (Atlas voor de Leefomgeving)

De provincie wil de weg in 2017 renoveren en daarbij een geluidsarmere deklaag aanbrengen. Die zou ongeveer 3dB schelen t.o.v. de betonplatenweg. Inwoners van de wijk Doelakkers (de bewoner van de gesprekslocatie had de geluidswal letterlijk in zijn tuin staan) hadden uitgevogeld, dat er technische vooruitgang op stil asfalt – gebied was en dat de provincie Gelderland een nieuw asfaltmix gecomponeerd had die goed was voor nog eens 3 a 4 dB extra stilte. Ze wilden graag dit nieuwe stille asfalt.
SP-woordvoerster Willemieke Arts heeft geprobeerd om de provincie zo ver te krijgen. Het probleem bleek dat de aanbestedingsprocedure al zover op stoom was, dat die wals niet meer af te stoppen was. Pech dus voor Hilvarenbeek.

Luchtfoto N269 bij Hilvarenbeek
Luchtfoto N269 bij Hilvarenbeek

De bredere strekking
Maar de Hilvarenbekers hebben wel een punt, bleek bij verder onderzoek. Het Gelderse asfalt is inderdaad 3 a 4 dB stiller, door elke aannemer te leggen, gaat 12 tot 15 jaar mee en is niet veel duurder.
De Hilvarenbeekse argumentatie treft ook op andere wijze doel. De EU verplicht het Rijk en de lagere overheden om een Actieplan geluid te maken. Voor de provincie betreft dat de provinciale wegen. Het actieplan is een heus vijfjarenplan en het huidige loopt van 2013 – 2018. Met andere woorden, de voorbereidingen voor het volgende vijfjarenplan beginnen binnenkort.
Het huidige plan heeft een plandrempel van 65dB(A) en dat is erg veel. De Wet Geluidshinder wil eigenlijk niet boven de 63dB(A) uitkomen in stedelijk gebied, en niet boven de 58dB(A) in buitenstedelijk gebied. Alleen voor zeer beperkte wijzigingen in sterk met geluid verziekt gebied wordt meer dan 63dB(A) toegestaan. De provincie ging dus tot maximaal 65dB(A) voor heel Brabant.

Twee moties
De SP had voor de begrotingsbehandeling op 11 nov 2016 twee moties voorbereid.

In de eerste motie werd bepleit om in het Actieplan 2018-2023 Richtlijn Omgevingslawaai in principe een plandrempel op te nemen, die zich hield aan de reguliere maxima van de Wet Geluidhinder (dus 63dB(A) in stedelijk gebied en 58dB(A) daarbuiten), en om in kaart te brengen wat de meerkosten daarvan zouden zijn, zodat dit bij de besluitvorming over het nieuwe vijfjarenplan bekend is.

In de tweede motie werd verzocht onderzoek te gaan doen naar de meerkosten en baten van Gelders asfalt op locaties, die er voor aanwonenden toe doen, en of het mogelijk zou zijn recyclingsmaterialen in het asfalt op te nemen.

De tekst van de moties is motie-aanscherping-plandrempel en motie-onderzoek-naar-nog-stiller-asfalt te vinden.

Bij de behandeling van de begroting nam Gedeputeerde Christophe van der Maat ze naar de geest over.
De eerste motie was akkoord, met dien verstande dat er “onderzoek” stond en dat dat inderdaad “onderzoek” was, op de uitkomst waarvan hij niet vooruit liep.
De tweede motie was naar de geest akkoord, met dien verstande dat de provincie breder ging zoeken dan alleen naar Gelders asfalt.

Nu men het ongeveer eens leek te zijn, was het niet nodig de moties in stemming te brengen.

dB-winst van Gelders asfalt tov SMA11-NL (de huidige provinciale standaard)
dB-winst van Gelders asfalt tov SMA11-NL (de huidige provinciale standaard)

Klimaateffect Eindhoven Airport binnenkort gelijk aan dat van heel Eindhoven

Naar aanleiding van een vraag van een journalist van het Eindhovens Dagblad heb ik de klimaatimpact van Eindhoven Airport, uitgedrukt in CO2 , wat meer in detail bekeken.

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Het vliegveld
Ik verwijs op deze site eerst naar https://www.bjmgerard.nl/?p=1593 . Linksonder staat “Bunkers 676PJ”. Dat is een hoeveelheid olie, die in 2013 opgebruikt wordt door grensoverschrijdend lucht- en scheepvaartverkeer vanuit Nederland. Hiervan ging 146PJ naar in Nederland tankende vliegtuigen met een bestemming buitenland.
Die bunkers maken geen deel uit van de Nederlandse balans. Nederland moet er wel olie voor importeren, maar op basis van internationaal verdrag blijft het buiten de nationale boeken.

Dit is de Energiebalans van Nederland in 2013 (Compendium voor de Leefomgeving)
Dit is de Energiebalans van Nederland in 2013 (Compendium voor de Leefomgeving)

Er bestaat geen statistiek per vliegveld, maar die is te schatten. In 2013 waren er op Schiphol 425,5*1000 vliegbewegingen, op Eindhoven 25,5 en op Rotterdam (grote vliegtuigen) 21,0. Eindhoven civiel is dus 5,6% van het aantal vliegbewegingen in Nederland, naar alle waarschijnlijkheid ook 5,6% van het brandstofverbruik. Dus was Eindhoven Airport civiel in 2013 goed voor 5,6% van 146, zijnde 8,2PJ.
Die productie maakt dus geen deel uit van het gemeentelijke energie-
budget. Dat was de directe vraag van de journalist.

De data, die de ICAO gebruikt voor "technological and operational inprovements" zijn op het optimistische scenario gebaseerd
De data, die de ICAO gebruikt voor “technological and operational inprovements” zijn op het optimistische scenario gebaseerd

Eindhoven Airport groeit van 18600 vliegbewegingen in 2010 naar 43000 in 2020. Dat betekent een jaarlijkse gemiddelde groei van 8,7%. Ter vergelijking: gemiddeld over de EU is de jaarlijkse groei 3,4%. In 2016 moet dus het brandstofverbruik op Eindhoven Airport op ca 10,5PJ zitten (8,2 *1,087 *1,087 *1,087).

1PJ kerosine is goed voor 72 miljoen kilo CO2 (72000 ton, 72kton). De 8,2PJ van het vliegveld in 2013 (civiel) was dus goed voor 590kton CO2 , en de huidige 10,5PJ voor ongeveer 750kton. Dit even onthouden.

De gemeente Eindhoven
De hele gemeente Eindhoven loosde in 2014 1469kton CO2 . In 2013 zal dat wel pietsie meer geweest zijn. Dat soort cijfers zijn het makkelijkste te vinden op de site https://klimaatmonitor.databank.nl/jive/jivereportcontents.ashx?report=home&inp_geo=gemeente_307 . Ergo loosde Eindhoven Airport in 2013 ongeveer evenveel als 40% van Eindhoven. Om het in lokale termen te zeggen: evenveel als het totale stadsdeel Woensel.

De trends kruisen elkaar
Trekt men nu de trends door (licht dalend voor de gemeente Eindhoven, en bij ongewijzigd beleid jaarlijks 8,7% groei van Eindhoven Airport, en ziet men niet op korreltjes koffiedik, dan is op deze basis in 2022 of 2023 de CO2 – lozing van het vliegveld even groot als die van de hele gemeente Eindhoven.

NIET-CO2 effecten op kruishoogte (Lee et al.)
NIET-CO2 effecten op kruishoogte (Lee et al.)

Dit zegt nog niet alles, want het klimaateffect van de luchtvaart is groter dan alleen het CO2 -effect. Op kruishoogte (ca 10 km) krijgen ook waterdamp en stikstofoxides broeikaseffecten (direct of indirect). Het effect van de niet-CO2 gassen is ongeveer even groot als dat van CO2 zelf. Als je dat ook in rekening zou brengen, zit in 2020 (als het Aldersadvies en het daar op gebaseerde beleid afloopt), het klimaateffect van het vliegveld al ruim boven het klimaateffect van de hele gemeente Eindhoven.
Het plaatst de moeizame Eindhovense pogingen om iets aan het klimaat te doen in een navrant daglicht.

Het recente ICAO-verdrag gaat hier niet veel tegen doen. Eigenlijk op deze korte termijn helemaal niks, want het wordt pas in 2020 van kracht, bevat vele twijfelachtige aannames en vrijwillige componenten.

Wie over dit onderwerp meer wil weten: mijn recente scriptie voor de Open Universiteit ging erover. Zie Scriptie over de klimaat-aspecten van het vliegen

Na 2020 niet verder groeien
De moraal is dat het vliegen niet ongebreideld kan groeien. Er is alle reden om in 2020 met de groei te stoppen. We zitten dan op 43000 vliegbewegingen en voor alle economische en sociaal-maatschappelijke reisbehoeften is dat ruim genoeg.
En, ja, het vliegvakantieverkeer zal dan niet verder kunnen groeien. Dan maar niet. Er zijn alternatieve bestemmingen denkbaar en alternatieve vervoerwijzen beschikbaar, zoals de onvolprezen trein die zeer veel minder klimaateffecten heeft en zelfs volledig groen kan zijn. Voor de korte en middellange afstanden op het Europese vasteland is de trein zeker een goed alternatief.